Prof. Dr. F.A.VENING MEINESZ
Algerije laatste bastion
de man die duizend keer onderdook
NIEUWE BOEKEN
EEN TRADITIE
WORDT BEDREIGD
.anhet VREEMDELINGENLEGIOEN?
ZONDAGS-
BLAD
Hieiiitip Ccii»sfl)c tfoiirnnl
ZATERDAG 20 JANUARI 1962
it Volgende week huldiging in Amerika
Toen in 1910 aan de Dclftse
student F. A. Vening Meinesz,
vlak voor het behalen van
zijn diploma civiel ingenieur,
door zijn hoogleraar in de
geodesie de vraag werd gesteld, of hij medewerking
wilde verlenen aan een zwaartekrachtonderzoek,
teneinde een betere voorstelling te krijgen van de
vorm van de aarde, had hij geenszins het vermoe
den, dat deze arbeid heel zijn verdere leven in be
slag nemen zou. En nog minder kon hij voorzien,
dat hem op 74-jarige leeftijd, na reeds diverse
onderscheidingen te hebben ontvangen, door de be
roemde Columbia-universiteit te New York voor
zijn pionierswerk de Vetlese-prijs zou worden toe
gekend een Amerikaanse versie van de Nobel
prijs. In verband hiermee zal de tot een geleerde
van wereldformaat uitgegroeide prof. dr. Vening
Meinesz volgende week op Schiphol het vliegtuig
pakken en 25 januari die prijs persoonlijk in ont
vangst nemen.
Nog slechts kort geleden had
den we het voorrecht, op enkele
uren van zijn nog altijd kostbare
tijd beslag te mogen leggen.
Daartoe ontving hij ons in zijn
kapitale woning Potgieterlaan 5
te Amersfoort, waarvan de toe
gangspoort de naam „De Brem-
berg" draagt. Een juweel van een
huis, dat hij daar in overleg met
een architect liet bouwen. Het
heeft een rieten dak, vertoont aan
de voorzijde vensters met kleine
ruitjes „omdat die architect
dat zo wilde" doch aan de ach
terkant, waar de studeerkamer is
gelegen, werden op uitdrukkelijk
verlangen van de prof. grote spie
gelruiten aangebracht, die een
machtig uitzicht bieden op de
Leusderheide en volop licht door
laten in het zeven bij zeven me
ter grote studeervertrek.
In alle eenvoud trad hij ons te
gemoet: een lange, schrale man
met slechts weinig, kort, grijs
haar, zonder baard of snor, maar
wèl een bril dragend en een
blauw gestreept costuum, dat hem
heel gemakkelijk zat. Met het
rechterbeen liep hij ietwat moei
lijk. En hij sprak niet al te hard.
Doch evenmin gecompliceerd.
■erstreken
(.1921).
Nadat ik aan de
hand van mijn er
varingen een proef
schrift geschre
ven had. vroeg ik
ik mc af, of een
dergelijk onder
zoek ook op zee
kon worden ver
richt. Dit zou nog
i Levensloop
„Wat wilt u weten?", zo begon
hij. „Over m'n werk aan boord
van die onderzeeboten is vóór de
oorlog al zovéél geschreven. Tóch
iets van m'n levensloop? Voor de
jongere generatie?
Nu dan, ik ontving m'n opvoe
ding in Amsterdam, werd in Delft
ingenieur en toen ik met die me
tingen begon, dacht ik, dat het
een kwestie van een jaar of drie
wetenschappelijk werk zou zijn.
Ik veronderstelde namelijk, dat
de bodem van ons vlakke landje
geen grote afwijkingen vertonen
zou, maar de structuren bleken
nogal ingewikkeld te wezen, dat
het meten er niet eenvoudiger op
maakte. Ik kon dus niet volstaan
met een meetpunt in Delft, waar
ik begon en in De Bilt, waar on
der het zand toch nog slappe
grond zat. Integendeel, ik had
maar liefst 51 meetpunten nodig,
daar ik allerlei storingen, als ge
volg van een slappe bodem, door
veelvuldige metingen moest zien
te elimineren. Uit soortgelijke
overwegingen moest ik ook met
meer dan één slinger opereren.
7 zwaartekracht. Er teerden tien
kopieën van gemaakt, die dienst
t doen over de hele uereld.
teken is
het bepalen van
de vorm der aarde.
Dat bleek inderdaad mogelijk,
met name aan boord van een on
derzeeboot. daar zulk een boot wel
tot 60 meter diepte kon duiken,
waar je geen moeilijkheden meer
hebt mét grillige golfbewegingen.
Dank zij de grote medewerking der
Koninklijke Marine, heb ik op deze
manier tal van reizen gemaakt, de
eerste met als commandant de
luit ter zee le kl. L. A. C. M. Door
man, een broer van „de held van de
Javazee" (1923). De langste twee
waren die met de K 13 via het
Panamakanaal naar Ned. Oost-
Indië en die met de K 18 via de
Oostkust van Zuid-Amerika naar
Kaapstad. West-Australië en zó
naar Oost-Indië. Die eerste reis
duurde 7 maanden en comman
dant was de luit. ter zee le kl.
L. G. L. van der Kun. die thans
in Voorburg woont. De tweede
lange reis nam 8 maanden in be
slag en toen was de luit. ter zee
le kl. Hetterschey commandant.
Slingertoestel
Mijn hoofdtoestel was een slin
gertoestel, dat ik zelf had gecon
strueerd, terwijl ik nog allerlei
andere zelfgeconstrneerde appara
ten bij me had aan boord om de
nodige waarnemingen te verrich
ten. Soms doken we wel viermaal
per dag gedurende een uur, wat
op de marinemannen een zware
taak legde. Ook ik had het niet
gemakkelijk, daar ik alle oomfort
miste en er van een.... 45-urige
werkweek geen sprake kon zijn.
Maar door al hetgeen ik weten
schappelijk kon bereiken had ik
toch het gevoel dat ik in een
gouden tijd leefde! Ik ging meer
dan duizend keer onder water!
Met deze reizen genoot de Kon.
Marine overal in de wereld veel
bewondering. Zo uitte in 1927 een
Amerikaans admiraal, toen we
San Francisco aanliepen, er zijn
verbazing over, dat zo'n Neder
landse onderzeeboot zonder enig
geleideschip maar door de Atlan
tische en de Stille Oceaan durfde
trekken.
Voorts heb ik twee reizen met
een Amerikaanse onderzeeër ge
maakt, die beide 2 maanden duur
den. Dat zelfs een buitenlandse
marine tot zoiets bereid was heb
ik steeds erg gewaardeerd.
Met Fransen
Met een Franse onderzeeboot
heb ik bovendien enkele weken in
de Middellandse Zee ouderzockin-
i gen verricht en Franse geleerden
1 in dit werk ingeleid. En met een
Italiaanse boot was ik daar ook
nog een dag op stap. De Russen
j gingen op eigen houtje aan het
werk, nadat ze het nodige uit m'n
publikaties hadden gepeurd. Want
t dergelijke onderzoekingen hadden
J voorheen nog nimmer plaatsge-
had. Ik pionierde er maar op los.
7 En ik ben daarom naast de ma-
S rine de Rijkscommissie voor Geo-
detie zeer erkentelijk, dat zij me
1 ook buiten ons land zo de vrije
L hand Het.
Na dit waarnemingswerk de
Tweede Wereldoorlog maakte er
een einde aan volgden er vele
jaren van intensieve studie, ten
einde een inzicht te krijgen in de
grote processen, die zich in de
aarde voltrokken en om na te
gaan hoe bijv. de zgn. diepzee
troggen. geulen tot 10.000 meter,
in de westelijke Pacific ontston
den. Met als uiteindelijke conclu
sie waartoe ik kwam, dat er nog
steeds een enorm stromingsproces
iri de aarde optreedt, waardoor
ze blijft krimpen, zij het dan ook
maar enkele centimeters per jaar.
Dit als gevolg van afkoeling der
aarde door uitstraling.
Nadat ik al in 1927 benoemd
was tot buitengewoon hoogleraar
te Utrecht werd ik in 1938 tevens
tot buitengewoon hoogleraar te
Delft benoemd, welke ambten ik
tot resp. 1959 en 1957 heb ver
vuld. Als je ouder wordt moet je
in vele functies terugtreden. He
laas echter1 is het een kwaal der
ouden, dat .ze dat zo moeilijk
doen. Op'60-jarige leeftijd zeggen
de meesten dat ze langzamer
hand weg willen, maar wanneer
ze dan toch blijven hangen en
ongemerkt 75 zijn geworden, ont
staat bij hen de gedachte, dat ze
het nog zo goed doen. Ik word
straks ook 75. Laat ik dus oppas-
Maar alle gekheid terzijde: ik
wil de jongeren beslist niet in de
weg staan. Want het is zeer be
langrijk, dat de jongeren aan
het werk raken. In Utrecht nam
prof. J. G. J. Scholte mijn „duik-
bootwerk" over al wordt er
momenteel niet veel aan gedaan
en in Delft prof. ir. G. J.
Bruins. Ik heb veel contact met
hen en dat vind ik prettig.
Bezoek
Voorts krijg ik nog geregeld an
dere collega's op bezoek, zowel
uit binnen- als buitenland. En na
tuurlijk studenten. Dan gaan we
gezellig in die hoek zitten, in een
gemakkelijke stoel bij de haard."
Nu wijst prof. Vening Meinesz
een bepaalde richting uit en krij
gen we pas goed gelegenheid, die
grote studeerkamer eens nader te
bekijken. De achterwand is com
pleet bedekt met studieboeken,
die hier en daar onderbroken
worden door een globe of een
kunstvoorwerp. Tegen een der zij
muren is de zoëven genoemde
conversatiehoek bij de kachel in
gericht. In de andere zijmuur zit
fel met varkensleren stoelen is
geplaatst: de kaartentafel met
veel blauw van de oceanen, roest
bruin van de bergen etc. Boven
dien prijkt er een prachtige kast
tegen die wand. En aan de zijde
waar wij zitten, in de studiehoek
dus, dat geweldige winkelraam
dat met éen druk op de knop in
de grond verzinken kan.
Vandaag is daar echter geen
sprake van, want het weer is
woest en wild, zodat de spaarza
me berken van de Leusderheide
met hevige schokken heen en een prentjesgalerij van zeven
weer worden geschud. Heesters meter....!
golven als een korenveld onder de tija, 'k moet ze toch allemaal
invloed van windkracht 8. En een beantwoorden", verzucht de hoog
moedige patrijs moet alle zeilen leraar. „Elke dag maar een paar.
bijzetten om nog iets vooruit te Dan kom je er ook."
"Ten" jewddi* iets, de heide eó
te aanschouwen, met die dicht sa- ?"noudeuöfc gr«pt Ii«_eien
Uil?'Brakken wapen ter gele
ven, onheilspellend voortjagend genbeid van het 40-jarig bestaan
van de Onderzeedienst.
„Daar aan de horizon staat het
torentje van Leusden", zegt de
prof. „En meer naar die kant
ligt de Wageningseberg...."
En dan. na enig staren in die
Ideaal
„Zo'n onderzeeër is ideaal i
wijde verte, gaat hij langzaam mijn werk, al is men er in de
voort: „Ja, mijn vader heeft van allerlaatste tijd in geslaagd, een
1904 af ook in Amersfoort ge- apparaat te construeren waarmee
woond. Die was van 1887—1891 men ook van oppervlakteschepen
burgemeester van Rotterdam en af zwaartekrachtmetingen ver-
daarna tot 1901 van Amsterdam, richten kan. Doch dan neemt i -
met drie broers
één zuster. Alleen de laatste leeft
nog. Toen mijn vader overleden
was kwam ik hier te wonen in
1931. Ik bleef altijd vrijgezel en
houd er een huishoudster en een
hond op na. Hebt u al kennis met
hem gemaakt?Ik zal hem eens
aan u voorstellen. Nee, het is
geen grote rashond.'t Is maar een »ai,iT gra?g grammofoonplaten
toch nog ter controle een toestel
mee, zoals ik er een construeerde
en dat nu in De Bilt staat. Van
dat slingertoestel zijn nl. tien ko
pieën gemaakt, die over de hele
wereld worden gebruikt...."
soort foxterrier."
Minder plezierig
Alleen in het laatste oorlogsjaar
was het hier, zoals op zoveel
plekken in ons land, minder ple
zierig. Eind 1944 stelden de Duit
sers nl. rondom m'n huis kanon
nen op. Ik zit immers op een heu
vel. En toen vorderden ze de hele
woning. Ik stapte terstond naar
de commandant en gaf hem te
verstaan, dat ik in élk geval m'n
studeerkamer wilde behouden,
omdat er voor 25 jaar weten
schappelijk werk in opgestapeld
lag. Hij keek eerst wat vreemd,
maar toen ik hem duidelijk maak
te dat geleerden over de ganse
wereld ook in Duitsland
daarvan door de internationale
publikaties op de hoogte waren,
werd deze kamer ulet in beslag
genomen. Waarna ik, zonder veel
kans op pech, enkele joodse men
sen onderdak kon bieden. Die
achterdeur was m'n entree en
daar waakte ik geducht over."
Nu staat de professor weer op,
laat zijn blikken eens overal rond
gaan en constateert voor zich zelf,
dat hij lijdt onder het vele papier
dat hij in huis heeft. „Ik ben wel
eens bang dat ik vandaag of mor
gen moet vluchten, want elke dag
brengt de post er meer paperas
sen bij. Dat heb je als je veel
correspondeert. De verste per
soon, met wie ik dat doe, zit op
in Boston,
eigenlijk niet....'
Na deze mededeling begrijpen
we nu ook, waarom de schoor
steen, en de beide boekenkasten
ter weerszijden, zijn volgepropt
met Kerst- en Nieuwjaarskaarten
Het
voor u besproken
Man In de storm, door David
Walker. Uit het Engels vertaald
door B. J. Eenhoorn. Uitgave De
Fontein, Utrecht.
De mens is volkomen afhanke
lijk van zijn Schepper. Niets kan
hij zonder de hulp van God.
Wegenverkeerswet en Wegen
verkeersreglement, bewerkt
door A. Vermeij. Illustraties
Dubout. In opdracht van Benzi
ne en Petroleum Handel Maat
schappij. Uitgave Ad Donker te
Rotterdam.
met Mozart, of Brahms, of Beet
hoven erop. Vooral Mozart! En
ik kan ook genieten van operet-
oude Legionnaire vertelt van
i ervaringen aan drie nie
ters, jongelui, die zojuist voor
het Vreemdelingenlegioen heb
ben getekend. Dit is een opname
uit ons archief.
De professor opent aau scmtvcii
daar stormt de fox naar binnen, tes"als ""Die^iustigè w'i'twe"
Zijn familiepapieren zijn wat in Der Graf von Luxemburg". Ja.
de war zegt onze gastheer gfads kort heb ik zelfs televisie
droogjes „Maar wat geelt dat en die bevalt me eveneens uitste-
Hi) 1S en gaat iedere dag met kend. Alleen.... met al die dingen
me op stap. Want ik wandel graag xnoet je je zelf in de hand hou-
ïn bos en hei en al kan ik het den. Want als we èrgens voor op-
geen vier uur meer volhouden zo- passen moeten in deze wereld,
als weleer, zon anderhalf uur dan is het wel dit: Dat we toch
I1" niet de slaaf worden van onze
de eigen uitvindingen. Want dan
gaan we er zeker onder door.
(VAN ONZE SPECIALE VERSLAGGEVER LINK VAN BRUGGEN)
SIDI BEL-ABBÈS - een naam, die geschiedenis heeft gemaakt, een naam misschien, die een traditie
afsluit. De zon in die plaats wordt „koperen ploert" genoemd. Is het woncJer? Hij teistert het dorre
tand, dat al tot de Sahara behoort. Hij geselt de mens, die zich overdag buitens-huis bevindt. Hij
maakt de muren van het reusachtige kazernecom-plex verblindend wit, zomede de kepi's van de op
wacht staande militairen.
Algerije geldt voor die solda
ten wel als hun laatste station.
Légionnaires worden ze genoemd,
althans door de Fransen. De Ara
bieren noemen hen „van de dui
vel bezeten moordenaars," om
maar één van de zachtste kracht
termen te gebruiken. In alle lan
den, waar ze gevochten hebben,
zullen ze wel soortgelijke namen
hebben gehad.
Sidi Bel-Abbès is het hoofdkwar
tier van het Vreemdelingenlegi
oen. Het laatste hoofdkwartier wel
te verstaan, tenzij de Franse
Kamer van Afgevaardigden anders
beslist. Wat er na de op handen
zijnde Algerijnse onafhankelijk-
heid van do légionnaires moet worden
„,,t „iom-inH Tr, Aa UrUCIl,
Geen plaats voor
huursoldaten
in Frankrijk
worden, weet nog niemand. In de
Métropole kunnen ze niet terecht.
Als huursoldaat mogen ze daar
niet gelegerd zijn. aldus de uit
1884 stammende Franse grond-
le oorlogen heeft gevoerd, dat
één van de fenomenen van de
internationale rechtsorde is ge
worden, en dat net zo oud is als
Frans Algerije? Men oordeelt hier
ichiilend over. Door de
in het Vreemdelingenlegioen avon
turiers en gerechtelijk vervolg
den, zij 't dat er ook lieden tus
sen lopen, die er uit stommiteit
of in een bui van diepe depressie
naar toe zijn gevlucht, een enke
le mail zelfs vanwege een verba
ken of niet beantwoorde liefde.
In vroegere jaren bestond hel
Vreemdelingenlegioen uit eenhe
den, die op basis van nationali
teit waren samengesteld. Omdat
dit een bron van gevaar en on
rust is gebleken, heeft men er la
ter een volledige mélange van ge
maakt. In het oorlogsmuseum,
dat in Sidi Bel-Abbès is inge
richt, vindt men tussen een on-
bijna veertig landen,
■ertegenwoordigen de staten, waar-
van burgers hebben gemeend als
^-L,VOOr "ranse triool».
Roemloos einde
gioen verheerlijkt,
verguisd. De één heeft er alleen
maar voordeel van gehad, de an
der slechts ellende en schade.
Een roemloos einde
dapper legerkorps? Of
te late ontbinding van e
dat overal op de wereld kolonia-
te moeten vechten, wat hun c
rigens bijna altijd bet staatsbur
gerschap kostte.
Hard en streng
De opleiding van de légionnal-
re is hard, de discipline uitermate
het Vreemdelingenlegioen Frank- streng. Dit kan ook moeilijk an-
ik JJ_t zich voor de dienst
de vreemdste pluima
ge aanmelden, tot de ordinaire
an een Bij de gezagsgetrouwe Fransen
e veel hebben de légionnaires in ieder
legioen geval veel van hun roem verlo-
in de honderddertig jaar, die
rijk heeft gediend, is slechts één ders, omdat zich
smet op zijn vaandel gevallen, vogels
1961, toen in Algiers
Humor In de Geneeskunde, een p0up de force werd geprobeerd misdadiger toe. Het contract, dat
door Eduard H. Hermans. Uit- die jammerlijk mislukte. Na het
Mycofarm, Delft.
„Als je iets uit
herstel van orde -
boek steelt zich hadden gecompromitteerd.
boeken tegelijk dan is het re
search", stelt professor dr. E. H.
Hermans, de bekende Rotterdam
se hoogleraar in de dermatologie,
in zijn pas verschenen boek, dat moesten
niet over huidziekten
gesloten wordt, is vijf jaar
rust bleek kracht. Men kan bijtekenen, doch
de witte kepi hoger dan onderofficier brengt
het niet. Het officierskorps
blijft Frans. Voor een Frans-
u». SSSHI rheet het een hele eer te
redenen daadwerkelijk ge- z'jn bij het Vreemdelingenlegioen
steund. Salan had hen naar Al- Je mogen dienen, hoewel lands-
giers gehaald om zijn zaak, maar lieden wel eens met woorden als
ook hun zaak. te verdedigen. Waar „bandietenhoofdman schermen.
humor
handelt, Algerije
ten slotte heen, als
de plannen i
Gaulle onafhankelijk i
de genees- wa^IndoS^ÏÏ'ni^t1 bijna "e de b^fï '^örtit' gegre^n. Het'be^
kunde. We kunnen daarom zijn druppel gcWeest, die de emmer "gf* s««-*n»»np van Colomb-
boek research
Naar voorbeelden in andere lan- J
Soms mag het erop lijken dat ook den bevat dit boekje de belang- humor
?1!-G2!"iAt.e5?f°?.e.n rijkste artikelen uit de Wegenver- din6en rond één rö.ddrlpurt: de
het Wegenverkeers.
behoeve van allen,
had doen overlopen? En wat te
verzameling is van zeggen van hun doden? Was al-
tekeningen en afbeel- les dan voor niets geweest?
keerswet
als hun Heer en Meester
cesvol leven hebben. Uiteindelijk reglement
blijkt dat toch een ernstige
vatting te zijn. Gelukkig die
en die vrouw die dit bijtijds verkeersborden kan
inziet en bij wat hij of zij onder-
neemt de hulp en steun
afbidt.
Ook Simon Skafe de hoofdper
soon in het boek De man in de
storm ondervindt dat. Skafe, be- commentaar
zeten van het noorden van Cana- geeft hier
da, is naar menselijke maat;
staven zeer succesvol, maar hij
leert in de loop van het boek toch
dat hij uit eigen kracht tot niets
„ciiuv. «-«.I- dokter in zijn arbeidsterrein. De
het" verkeer deelnemen, schrijver is erin geslaagd een
De modellen van de' VMmaamste goed. selectie toe te passen uit ^,'{5SEK*S3,£S
tevens de veel omvattende humor
vinden. Spottende „Frans"- geneeskunde. Jammer
God grappige, kleurenplaatjes zorgen dat de vertalingen en explicaties
welkome afwisseling, der onde„chriften, indien men
oonm-ao zich hiervan moet bedienen, veel-
'de^ samensteller al vertragend werken op het vlot-
daar beter begrip te lezen van dit overigens ple-
verduidelijking. zierige boek.
Een wonder
Dat hot Vreemdelingenlegioen beert"heT
>ewel reeds bezoedeld, zich toch
nog uit Algiers heeft teruggetrok-
Béchar is negen maanden lang de
verblijfplaats voor de laatsten.
Met harde hand wordt hun hier
geleerd wat desertie uit het Vreem
delingenlegioen betekent. Niemand,
zo zegt men, die bij een ontvluch
tingspoging gepakt wordt, pro
tweede keer.
Mandingo, roman over de sla
vernij, door Kyle Onstott. Uit
gave H. P. Leopold N.V., Den
Haag.
en het werk van Kyle Onstott
laat zich vlot lezen dan vraagt
men zich af wat de inhoud van
deze roman over de slavernij ons
te zeggen heeft. Eerlijk gezegd:
dit boek heeft bij ons een on
bevredigd gevoel achtergelaten.
Onbevredigd omdat de realisti
sche wijze, waarop Onstott het le
ven op de plantages m Amerika
heeft beschreven, ons tegen de
borst stuit. In zijn voorwoord ver
telt Onstott, dat het „speculeren
op de slavenmarkt - als een wal
gelijke uitwas van een laatste in
spanning om financieel onafhanke
lijk te blijven - het voornaamste
belang van de planters werd".
En die uitwas heeft hij tot in de
finesses beschreven, maar een
geestelijke verrijking werd het
Waarom geen binnenzakje in dameskleding?
Het treinongeluk bij Harmeien heeft ons allen wel zeer ge
troffen en ons in gedachten doen meeleven met hen, die zo
onverwachts een zwaar persoonlijk verlies moesten lijden.
Zonder twijfel heeft het ons eveneens, op welke wijze dan
ook, aan het denken gebracht. Nu de ramp al weer een paar
weken achter ons ligt, heeft een lezeres ccn gedachte, die
haar bij het lezen van dc krant en het luisteren naar de ra
dio te binnen schoot, toch even op papier willen zetten.
U zult misschien wel heb- ze vreselijke ramp is achteraf
ben gelezen of gehoord. dat zoiets noodzakelijk gebleken,
het identificeren van met na- maar men kan op straat toch
me de vrouwelijke slachtof- ook een ongeluk krijgen en
fers zo moeilijk was, omdat geen tasje bij zich hebben óf
de meesten van haar geen en- het tasje verliezen,
kei papier of iets dergelijks
bij zich hadden Hoe weinig Het idee lijkt ons inderdaad
vrouwen zullen er immers zijn, het overwegen waard. In hoe
die een identiteitsbewijs er- verre het te realiseren is, kun-
gens in haar kleding gestoken, nen wij zo direkt niet beoor-
bij zich hebben. Waar zou men delen, omdat ook de buiten-
het trouwens moeten opbergen, landse fabrikanten ingescha-
Laat daarom, zo schrijft keld zouden moeten worden,
mevrouw A. van L.-van B. daar heel wat kleding wordt
uit Katwijk aan de Rijn, de geïmporteerd. Of de vrouw er
confectiebedrijven er toe over toe zal overgaan zo'n binnen
gaan ook in de mantels of zakje voor dat doel te benut-
costuums van dames een ten, is daarbij nog een twee-
klein binnenzakje aan te bren- de vraag. Afgezien daarvan is
gen. In dat zakje kan zij haar echter het scheppen van een
identiteitsbewijs en eventueel mogelijkheid tot het meedra-
de vermelding van haar bloed- gen van persoonlijke gegevens
groep doen. Niet alleen bij de- zeker niet overbodig.
echter kent mag een wonder heten. Zijn
eer was echter van de dag op de
nacht verdwenen, hoewel de ul
tra's hier natuurlijk anders over
denken.De Gaulle, zo heette het,
zou de samenleving van légion-
met ontbinding straffen,
nog niet is gebeut
tekent niet dat het nooit
zal gebeuren. „Le Général", zo
zegt men, vergeet niet gauw, ze
ker niet, als het ook maar de ge
ringste vorm van muiterij van
militairen betreft.
Niets doen
Buitenlandse vertegenwoordigers
kunnen in 't algemeen niets voor
de man doen, die het Vreemde
lingenlegioen is binnengelokt, ook
deze door ronselaars dron-
>erd of gechanteerd. Wie
zijn handtekening onder
het contract heeft gezet, kan niet
meer bij een diplomatieke ver
tegenwoordiger van zijn land te
recht. omdat hij, door in vreem
de krijgsdienst te treden, in fei
te geen nationaliteit meer heeft.
De enige instantie, welke de lé-
gionnaire de laatste jaren nog
i heeft geholpen is, vreemd
„Gij dappere légionnaires, gij
zljt gekomen om te sterven", is
een spreuk, die in Sidi Bel-Abbès
nog altijd opgang doet. Men vindt
deze woorden op een binnen'
van één van dc kazernes,
thans zo'n veertigduizend
hun standplaats hebben. In do te vertrouwen is deze toch niet.
stad Algiers komen ze bijna niet
"ij paradei
applaus
brachten, ontbreken
bevel. Het enige dat ze nog mogen
doen. is in de bied Jacht maken
op de F.L.N. Het is geen nieuwe
taak voor hen. Meer dan welke
■erd vermoord.
Alleen in de dertiger Jaren, van
deze eeuw hebben de légionnai-
rust gekend. Sinds 1831 heb-
het Algerijnse platteland, wegens
zyn radicale optreden niet
der reden.
Grondlegger
zeggen: overal in de wereld.
Zij vochten op dc Krim (1855),
ln Italië «I860), in Mexico (1863),
Zij streden in oorlogen in Afrika
en in Azië. kortom: daar, waar
Frankrijk hen nodig had.
Wat zal er met deze
Frank- meer ln burger vertonen, zonder
Etrangère" op dat hij aLs
„asiel voor buitenlandse gederail-
leerden en ontheemden" betitel
de. Het is een naam. die als zo
danig altijd eerlijk is gebleven.
deel van de légionnaires zich weer
zal verhuren. Nu niet meer aan
le staat, maar aan pressiegroe
pen ln een staat (de O.A.S. op
dit moment bijvoorbeeld!), of aan
Tot op de huidige dag verblijven doodgewone gangsterbenden.