m m.-& J Burger: Laat de Papoea's voor Indonesië kiezen Regering bereid tot open gesprek met Indonesië Bereidheid PvdA tot regeren bij aanwezig :rv. Mr. Biesheuvel zegt steun aan regeringsbeleid toe C.H.U.: steun aan een verantwoorde verzoening ,Geen overdracht vóór uitspraak Papoea's" Zelfbeschikking geen conditie-bij-voorbaat -MEL'WE LEIBSCHE COURANT 9 WOENSDAG 3 JANUARI 1962 (Van onze parlementsredactie) TTET is in het Nederlandse belang, dat de Papoea's kiezen voor Indo- AJ-nesië. gij een zodanige keus zou het zelfbeschikkingsrecht zijn ver wezenlijkt. Dit is, aldus de socialistische fractieleider mr. J. A. W. Burger, gisteren in de Kamer, een van de twee grondslagen, waarop onderhande lingen met Indonesië moeten worden gevoerd. Als tweede grondslag noem de mr. Burger, dat moet worden onderhandeld vanuit de veronderstelling, dat het Indonesische standpunt (op grond waarvan de soevereiniteit van Nieuw-Guinea reeds bij Indonesië berust) geenszins bezwaarlijk hoeft te zijn voor de zelfbeschikking van de Papoea's. De heer Burger verklaarde, dat de Partij van de Arbeid bereid is, mede verantwoordelijkheid te dragen in een kabinet- dat nü wordt gevormd om op korte termijn het Nieuw-Guinea- vraagstuk "óp te lóssen. Van het hui dige kabinet- liet. de socialistische fractievoorzitter weinig heel: het geeft ri:ét dè .leiding, welke de om standigheden vereisen. Ongeveer een uur lang sprak de heer Burger Hij was de spreker, waarnaar me; de meeste aandacht werd geluis terd Hij deed zijn uiterste best om aan te tonen dat de socialisten reeds lang geleden het juiste standpunt hebben in genomen. Hij kwam met nieuwe sugges ties. maar brak ook af: zowel in het heden als in "het verleden valt bij het kabinet cebrek aan beleid te constateren. .Door geheimzinnig doen en het buiten sluiten van het parlement wordt Neder land Steeds meer ïh de 'gevarenzone gé- .manoeweerd. Herhaling van een inscha keling van de Verenigde Naties, zoals bij het indienen van-de intennationalisatie- voorsteilén is geprobeerd, achtte mr. Burger onmogelijk Zeker, het Neder landse plan heeft de internationale good will voor ons land versterkt, maar het kabinet heeft niet de juiste proporties gezien: alsof deze succeszijde het wezen van de zaak zou zijnt Te voren had het kabinet de strekking van de nederlaag in New York moeten beseffen. standpum onder meer op de verwach ting, d3: Indonesië. als de Papoea's deze keus niet zouden doen, Nederland hier voor aansprakelijk zal stellen. De kans is groot dat de Papoea's door een derge lijke keus later moeilijkheden met Indo nesië zouden krijgen. Wel achtte mr. Bur ger het nodig dat een voldoende lange internationale overgangsfase aan de daad werkelijke Indonesische soevereiniteit vooraf zai moeten gaan, maar Nederland zal de rnderhandelingen hierop niet mo gen laten mislukken. In de tweede plaats uitte mr. Bungei de veronderstelling, dat het Indonesische standpunt („de soevereiniteit berust reeds bij ons") geenszins bezwaarlijk hoeft tl zijn voor de zelfbeschikking van de Papoea's. Hij wees er in dit verband op, dat de Nederlandse soevereiniteit voor deze zelfbeschikking immers ook niet schadelijk is. Op grond vati zijn uit gangspunt meendè hij, dat dan nog zou moeten worden onderhandeld over de inhouden van en de waarborgen voor de zelfbeschikking. Mr. Burger informeerde tenslotte, waaraan het kabinet de verwachting ontleent, dat ook Indonesië zonder voorafgaande condities zal willen on derhandelen. Mocht bij Indonesië een dergelijke bereidheid ontbreken dan acht de socialistische fractie het nood zakelijk. dat Nederland een maximale termijn stelt, binnen welke het Nieuw- Guinea zal verlaten. j (Van onze parlementsredactie) TVE KOERS van het regeringsbeleid, die heenstuurt naar een gesprek met Indonesië, juichen wij toe. Dat het kabinet ten slotte tot deze andere koers is gekomen, kan ons slechts verheugen. Indien het kabinet deze koers dan ook metterdaad volgt, willen wij ons daartegenover welwillend opstellen. Tot deze conclusie kwam mr. B. W. Biesheuvel (a.r.) gistermid dag in het Tweede-Kamerdebat over het Nicuw-Guincavraagstuk. Aan de «ïéiirevc.MsVensére instemmirug voegde de heer Biesheuvel echter vijulc-l opmerk I'thTcn tee In de eer plaats moet de nieuwe belc rVlijn r ernst cn voortvarendheid worden vol?d. Daarnaast dien! het kabi: nuchterheid en werkelijkheidszin op te bremzen. Vervolgens moot heit belang va<n de Papoea-bevolking richtm»g>gevend blijven; Nederland zal niet buiten de bevolking-om over haar toekomst kun nen beschikken. Ln de vierde plaats zal Nederland moeten streven naar herste. van de betrekkingen met Indonesië. Ten vijfde moet de bevolking van Nieuw- Guinea een duidelijk inzicht worden verschaft Ln de mogelijkheden en ge volgen van een vrije keuze. Mr. Biesheuvel achtte het thans nlei opportuun, in een nadere beschouwing te treden over een gesprek met Indo nesië. „Wij verklaarden ons destijds voorstanders van rechtstreeks bilate raal contact. Sedertdien Hgt de situatie weer anders. Het onttrekt zich aan onze beoordeling, aan welke vorm van ge sprek op dit ogenblik de voorkeur moet worden gegeven. Het belangrijkste Is, dat er een gesprek komt". De wijze waarop hot gesprek kan wor den gevoerd, diierot de regering te „Ik begrijp de moeilijkheden van het kabinet best. Zo funest als het op treden van minister Luns naar buiten is, zo onmisbaar is hij naar binnen." Hiermee bedoelde mr. Burger, dat het kabinet minister Luns nodig had om de g'ng van zaken in New York voor de regeringspartijen aanvaardbaar te Het :s wel kras, vervolgde de heer Burger, wijzend op de regeringsverkla ring. da: de regering na de dreigende taal van Sukarno wel overwoog, de Vei ligheidsraad in te schakelen, maar aan het parlement voorbijging. -Oplossing nu Het gaat erom, het Nieuw-Gutnea- vraagstuk nü op te lossen, betoogde de heer Burger, De enige modus is en blijft een arrangement met Indonesië. Zelfs al zon een eventuele aanval worden afge slagen, dan rest op de morgen na de over winning nóg de vraag: Hoe komen wij tot zulk een arrangement. „Ik geef toe, dat Indonesië geen onhebbelijkheid ver zuimt. Maar dit kan op Nederland geen invloed hebben. Nederland heeft geen keus, geen alternatief." Mr. Burger informeerde bij prof. De Quay en de a. r. fraotieleider dr. Bruins Slot, of hun uitl3titig, die zij in mei 1959 dedor. en waarin zij een gesprek met Indonesië over de status van Nieuw- Guinea aiwezen, thans nog geldt. Vooral van dr, Brunis Slot wenste de socialis tische spreker opheldering. Hij vroeg wat de/.e bedoeld met zijn gesprek zon der basis. Mr. Bunger wees erop, dat ook de regering thans bereid is af te stappen van prealabele voorwaarden. Hij meen de te zien. dat in een dergelijk stand punt tók 'plaats is voor overdracht van Niéuw-Guinea aan Indonesië. Hij maak'e echter het kabinet erop attent, dat een gesprek zonder basis gemak kelijk (al daai niet opzettelijk) kan mislukken en dat Sükarno een derge lijke mislukking wellicht als uitgangs punt voor een militaire actie zou kunnen nemen. Op grond hiervan be pleitte hij dus de noodzaak van onder handelingen op een tweevoudige basis. In de eerste plaats is het kiezen van de Papoea's voor Indonesië een Neder lands belang. Mr. Burger grondde dit (Van onze parlementsredactie) A LLES wat op verantwoorde wijze tot verzoening tussen Nederland en Indonesië kan leiden, heeft onze steun". Dit verklaarde gisteren tijdens het Nieuw-Guinea-debat in de Tweede Kamer de woordvoerder van de christelijk-historische fractie, de heer F. H. van de Wetering. De c.h., zo zei hij, achten het hun christen-plicht om overeenkomstig hun verantwoordelijkheid zeer veel aan te grijpen teneinde een oorlog om Nieuw-Guinea te voorkomen. Dit is de grondslag van de steun, die zij het kabinet willen geven bij het zo.eken naar een oplossing van de moeilijke situatie. De heer Van de Wetering was gisteren in de Kamer de laatste spreker. Hij sprak de wens uit. dat het Kamerdebat leidt „tot steun van het parlement aan het kabinet bij het zoeken van een voor alle partijen aanvaardbare oplossing". Een eensgezinde houding van onze volksvertegenwoordiging zal z.i. in ze kere zin een positieve steun zijn voor de van Indonesië l.e verwachten bijdrage tot slechting van het Nieuw-Guinea-ge- sehil. De CH.U. heeft een open oog voor de uifterst delicate onderhandelingspositie van het kabinet in het algemeen en mi nister Luns in het bijzonder. „He; is", aldus de heer Van de Wetering. ..slechts te betreuren, dat de ontwikkeling nog niet zover is gevorderd, dat reeds van daag van een gespreksmogelijkheid met Indonesië kon worden gewaagd Spreker herinnerde er aan. dat de Nederlandse regering- en zeker het huidige kabinet nooit de mogelijk- van een gesprek met Indonesië heb ben afgegrendeld. Door in de VN. voor de Brazzaville-resolutie te stem men, heeft het kabinet-De Quay zich in zekere zin tot een dergelijk ge sprek verplicht. Dat gesprek zal ech ter toch altijd „op basis van mogelijk heden" moeten worden gevoerd. De heer Van de Wetering geloofde niet. dat Indonesië niet redelijk wil praten. Maar als niettemin alle pogingen om tot een vergelijk te komen, falen doordat van Indonesische zijde geen toenadering wordt getoond, dan ligt de verantwoordelijkheid duidelijK De c.h. spreker kon de zwijgzaamheid van de regering over haar vertrouwe lijke internationale besprekingen, aan vaarden. Door voortijdige publiciteit kunnen die contacten worden geschaad. Dit klemt temeer nu Indonesië niets heeft, nagelaten om de internationale sfeer te vertroebelen. Er zijn wel ver klaringen van Indonesische diplomaten waaruit zou moeten blijken dat Indone sië het interne zelfbeschikkingsrecht der Papoea's binnen Indonesisch staatsver band wil respecteren, maar het is zeer de vraag of deze en andere gematigde uitlatingen enige waarde hebben, ge zien de dominerende positie van presi dent Soekarno. Door diens dreigememen, oorlogsophitsing cn „macht is recht -ar gumentatie schudt de hele V.N.-organi- satie op haar grondvesten. De heer Van de Wetering vroeg zich af wat Engels Noord-Borneo, Portugees Timor en het Malakka van Tengkoe Abdoel Rahman te wachten staat als de machtshonger van Soekarno niet wordt verijdeld. In dit verband vroeg hij aandacht voor de kwestbare positie van Australië. Dwaling Het zou volgens de c.h. woordvoerder een dwaling z(jn. als Indonesië de me ning zou koesteren, dat de meerderheid van het Nederlandse volk ten aanzien van Nieuw-Guinea niet achter zün re gering zou staan. Een recente enquête heeft aangetoond, dat 56 pet- van de on dervraagde landgenoten het Nederlandse en slechts 3 pet. het Indonesische stand punt huldigt. De Indonesische dwaling is in de hand gewerkt door „onnationale buitenparlementaire acties" van Neder landers (grocp-R(jkens enz.). Onjuist achtte de heer Van de Wete ring ook de opvatting, dat de Nederland se verdediging op Nieuw-Guinea zioh bij eon eerste treffen zal terugtrekken, nadat „aan de eer zal zijn voldaanDe P.v.d.A.-voorzitter Suurhoff heeft jl. vrij dag nog verklaard, dat een gewapend conflict om Nieuw-Guinea ..tot elke prijs" moet worden voorkomen. Dit „tot elke prijs" is in strijd met de vastge stelde defensiebegroting waarop ook geiden voor de verdediging van Nicuw- Guinea staan en met wat de heer Burger op 3 oktober jl, in de Kamer heeft gezegd, aldus de heer Van de We tering. „Wij willen", zo zei hij, „de weg van de vrede gaan, maar dit mag geen plichtsverzaking worden". Gezien de bereidheid van de delegatie uit de Nieuw-Guinea-raad 'die onlangs een bezoek aan ons land bracht) tot een gesprek met de Indonesiërs langs andere wegen dan die der V.N., vroeg de heer Van de Wetering ten slotte of zo'n gesprek niet eerder kan plaatsheb ben. waardoor wederzijds begrip zou kunnen ontstaan. Hierop zou dan ook de Nieuw-Guinea-raad zich kunnen oriën teren. overwegen, aldus de heer Biesheuvel Wel willen wij de hoop uitspreken, dat het bij ineohakelanig va<n een derde partner te gielegeneritijd weer kan ko men tot een rechtstreeks contact mea Iovonesië, dot ruimte biedt om alle zaken. diie beide landen verdeeld hou den, met elkaar te bespreken. Evenals de heer Burger zei mr. Bies heuvel dat de regering aanvankelijk ni« of onvoldoende heeft beseft, wat haar eigen voorstel en óe behandeling daar van in de V.N. aan niieuwe ontwikke lingen zou kunnen oproepen De woordvoerder constat eerde bij de rege ring een afwachtende houding, te klaren „uit een merkwaardig optimis tische beoordeling van het lot. dat hel Nederlandse voorstel in de V.N. heeft ondergaan". Zelfbeheersing De heer Biesheuvel noemde de aa vs-n Ir-J.a cp Goa en de onmacht va Ve 1'oho'. -aad cm in te grijpen aspect, dat ook Nederland niet kan waarlozen. Hij achtte in c.» conflicts tie met Indonesië zelfbeheer?'n-g stiig geboden. Het gevaar van een mili tair conflict lijkt diiototerbij dan ooit Kanen. Ook ce k :ï:n.y»m de Njeuw-GuiL- nearaad dienen deze' zelfbeheersing op re brengen. „Wij a-olm;ën 'net geen uiting van de vereiste zelfdiscipline, wanneer de voorzitter van de Nieuw-Guinea-raad het nodig oordeelt, aan de pens mee te delen, dat er in de Tweede Wereldoorlog in Nieuw-Guinea een levendige handel in Japanse schedels tierde. Mr. B. W. BIESHEUVEL zelfbeheersing Deze voorzitter wilde daarmee illu streren, hoe zwaar een aanvaller Nieuw-Guinea het te verduren krijgen en tevens suggereren dat een levendige handel in Indonesische sche dels niet denkbeeldig is. Een ontstel lend luguber grapje, buiten alle pro porties in de situatie, waarin wij thans venkonen". Mr. Biesheuvel ging vervolgens ln op de kritiek, die is uitgeoefend op het a.r. pleidooi voor een open gesprek met Indonesië. Hij ontkende, dat het zelf beschikkingsrecht van de Papoea's hier door in de knel kwam. en wees er tege lijk op, dat het zelfbeschikkingsrecht slechts zinvol kan worden gehanteerd, als het dienstbaar wordt gemaakt aan het beoogde doelhet wei-zijn van de bevolking van Nieuw-Guinea. Natuurlijk ging de heer Biesheuvel hier ook in op de kritiek van mr. Bur ger aan het adres van dr. Brums Slot. „De heer Burger spreekt zichzelf ook wel eens tegen", zei hij En hij citeer de, dat de heer Burger, die thans pleit te voor een arrangement met Indone sië. zich op 3 oktober nog heeft uit gesproken togen een arrangement met het Indonesië, van Sukarno Ineengedoken hoorde mr. Burger deze terugkaatsing van de kritiek aan. H niets, totdat zijn fractiegenoot mr. Daams hem te hulp kwam met de opmerking: „De heer Burger wees een bilateraal ar rangement af cn dat doet bij nu nog". Mr. Biesheuvel; „Mr. Burger dacht ge nuanceerd over de vooratellen van mi nister Luns Dat deden wij ook. maai óns verwijt hij dan, dat wij het kabinet een stoot onder de gordel geven". Internationalisatie Hel debat in de V.N. over de Neder landse voorstellen heeft ons slechts kun nen sterken in onze mening, dat w(J het met onze bedenkingen tegen het niet- noemen van Indonesië b(j het rechte eind hadden, vervolgde de a.r, spreker. Nederland heeft hier een nederlaag ge leden, meende hij. Ook is het naar zUr mening slechts ten dele juist, dat de Verenigde Staten zich duidelijk en on omwonden achter het Nederlandse standpunt hebben geschaard. Het opti misme van de regering over het ver loop van het Nieuw-Guineadebat in de V.N. noemde mr. Biesheuvel ongefun deerd eenzijdig. Van verdere pogingen tot internationa lisatie van het Nieuw-Guincavraagstuk verwaoht de heer Biesheuvel niets. Een dergelijk beleid heeft, zo zei hij, in de Dinsdag belangrijke rede van Sukarno Antara heeft bekendgemaakt dat Su karno volgende week dinsdag „een be langrijke rede" zal houden betreffende de kwestie-nieuw-Guinea. Geen Deense wapens meer naar Indonesië De uitvoer van Deense wapens naar Indonesië is „tot nader order stopge zet", aldus heeft een functionaris van het Deense ministerie van buitenland se zaken meegedeeld. De functionaris zei. dat de uitvoer zou kunnen worden hervat op elk tijd stip. waarop zich een verbetering in de betrekkingen tussen Nederland en In donesië voordret. Nederlander pleegde moord in Brussel Een zestigjarige in Brussel woonach tige Nederlander heeft op oudejaars avond een Belg met messteken dodelijke verwondingen toegebracht. De dader, L. S.. wond zich in een twistgesprek met de 39-jarige Marcel Crocket, die in hetzelfde pension woon de. zo op. dat hij de man met een groot zakmes 'e lijf ging. De verwondingen waren zo ernstig, dat het slachtoffer kort daarop overleed. De dader is door de politie aangehou- KVP-woordvoerder Blaissc: (Van onze parlementsredactie) DE K.V.P.-fractie oordeelt het mét de regering noodzakelijk op korte termijn onderhandelingen met Indonesië te openen. Zij staat op het standpunt, dat het stellen van prealabele voorwaarden aan beide zijden moet vervallen. De fractie is er over verheugd eenzelfde geluid nu of ficieel uit de mond der regering te hebben vernomen. Dit zei gistermiddag tijdens het Kamerdebat over Nieuw-Guinea de woordvoerder van de K.V.P.-fractie mr. P. A. Blaisse. De Nederlands-Indonesische besprekin gen zullen naar zijn mening moeten worden gevoerd op basis van een „open mind" voor eikaars standpunt. „Misschien", zo voegde hij er aan toe. „zijn er dan oplossingen mogelijk, die wij nu niet zien en die aan de Papoea-bevol king recht kunnen doen wedervaren. Naar het oordeel van de K.V.P. bieden onderhandelingen voor beide partijen de mogelijkheid tot aanvaardbare resultaten te komen. Bij de besprekingen als ook Indonesië daartoe bereid is, hetgeen nog steeds niet is gebleken zal dan het belang van de Papoea-bevolking in de eerste plaats voor ogen dienen te worden gehouden". De heer Blaisse ondersteunde ook het streven van de regering een derde partij in het gesprek te betrekken. Hij dacht daarbij aan de Verenigde Staten, de secretaris-generaal of de voorzitter van de V.N. dan wel aan een combinatie van deze mogelijkheden. Neutrale leiding en bijstand in het gesprek achtte hij bijzon der gewenst. Gezien bepaalde gevoelig heden wilde mr. Blaisse niet pleiten voor onmiddellijke opneming van Papoea's in hu-'-S'-re pV-u-rtle 'ge-?n kans» van sla-gen Het lii-kt dan ook niet logisch om na net debat in ds V.N. weer geheel op de oude stellingen terug te va-llen. In stemming had echter wc', dc nieuwe be leidslijn van de regering het gesprek met Indonesië. Echter niet alle anti revolutionairen staan op dit standpunt Mr. Biesheuvel deelde aan het eind van zijn betoog mee. dat een van de fractie leden. die zijn beschouwing niet onder schrijft, hierover nog een korte verkla- g zou afleggen Deze verklaring werd de vergadering van vanmiddag ver- de onderhandelingsdelegatie, maar wel achtte hij inschakeling en informatie van de Papoea's, indien mogelijk, aanbe velenswaardig. Mr. Blaisse herhaalde nog eens wat z(jn partijgenoot dr. De Kort in oktober in de Kamer had gezegd, nl. dat bU de voorbe reiding van dc uitspraak der Papoea- bevolking over eigen toekomst Indonesië dezelfde kansen moet krijgen als Neder land (door voorlichting c.d.). „Maar", zo voegde h(j er aan toe, „het zou in strjjd z(jn met onze belofte, als Nederland akkoord zou gaan met dc overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië vóórdat de Papoea's zich hebben uitgesproken. Dan zou deze belofte li.z. het zelfbeschikkings recht) een werkelijk vals woord zijn ge- Mr. Blaissc achtte het niet noodzakelijk noch gewenst het gevoelen van de hele Nicuw-Guinea-bevolking te vragen. Al leen een voor die bevolking represen tatieve elite (dat is niet dc Nieuw- Guinea-raad in zijn huidige samenstel ling i komt daarvoor in aanmerking. In het verdere verloop van zijn betoog ver klaarde de K.V.P.-woordvoerder. dat ge tracht moet worden tot herstel van dc diplomatieke betrekkingen met Indonesië te komen cn dat in Nederland ernst dient te worden gemaakt met wijziging van de Grondwet voor wat betreft de status van Nieuw-Guinea. Vrij diep ging de heer Blaisse in op de verschillende aspecten van het Neder landse voorstel aan de Verenigde Naties. Hij onderstreepte daarbij o.m., dat het zelfbeschikkingsrecht geen scherp om lijnd begrip is al is het in de V.N. tot een recht geëvolueerd. Er moet mee worden gewerkt in het licht van de omstandig heden. waaronder op dit recht een beroep wordt gedaan. Met betrekking tot Nieuw- Guinea doet het voor Nederland noch Indonesië terzake of hier van extern dan wel van intern zelfbeschikkingsrecht sprake is. Het belangrijkste is. dat de be volking van Nieuw-Guinea zich over haar eigen status moet kunnen uitspreken. De heer Blaisse meende, dat de rege ring aansluiting bij Nederland als keuze mogelijkheid voor de Papoea's beter had kunnen weglaten. Hij had er echter be grip voor. dat de regering haar betoog terzake met deze theoretische, maar daar om nog niet wenselijke mogelijkheid heeft willen afronden. „Wij zién dit dan ook niet 7.waar". aldus de K.V.P.-woordvoer der. Hij herhaalde nog eens. dat het bis schoppelijk schrijven over Nieuw-Guinea een „oproep" was zonder politieke bc- P.S.P. De woordvoerder van de pacifistische tweemansfractie, de heer H. J. Lamk- horst, kwam aan het slot van zijn bij drage tot het débat tot de volgende con clusies: Nederland moet onverwijld het initiatief nemen tot een gesprek met In donesië, het is onze grote fout geweest dat wij in 1949 Nieuw-Guinea niet tege lijk met de andere delen van Indië heb ben overgedragen, de Nederlandse soeve reiniteit over Nieuw-Guinea moet zo spoedig mogelijk op Indonesië overgaan, de mogelijkheid van NederlandsIndo nesische samenwerking bij de ontwikke ling van Nieuw-Guinea moet worden on derzocht, het zelfbeschikkingsrecht is een fictie als niet rekening wordt gehouden met de mogelijkheden om het te ver wezenlijken, minister Luns is ongeschikt voor een gesprek met Indonesië en zijn aftreden is voorwaarde voor een gunstig resultaat van dat gesprek. De communist Paul de Groot hield een demagogisch verhaal over de „kwellin- gen", die het Nederlandse bewind de Papoea's op Nieuw-Guinea zou doen on dergaan. Onvoorwaardelijke overdracht van het gebiedsdeel aan Indonesië achtte hij uiteraard geboden. „Nederland moet zich gereed maken om te onderhandelen, met spoed, in oprechtheid en met gezond verstandAan een „open gesprek" heeft de C.P.N. geen behoefte. „Het valt nog mee. dat het kabinet-De Quay met Indo nesië een kopje koffie wil drinken", zo luidde de communistische reactie op prof. De Quay's bereidverklaring tot een ge- sprek-zonder-prealabele-voorwaarden. TAE regering heeft zich bereid verklaard, bij onderhandelingen met In- donesië het beginsel van zelfbeschikking of, zoals het ook wel ge formuleerd wordt, een vrije keus voor de bevolking van Nieuw-Guinea, niet te stellen als een conditie bijvoorbaat, die als voorwaarde voor onder handelingen door Indonesië zou behoeven te worden aanvaard. Dit zei de minister-president prof. dr. J. E. de Quay gistermiddag in de Tweede Ka mer aan het eind van de regeringsverklaring, die hij daar aflegde. „Aan onze overtuiging, dqt wij het belang van de bevolking bij de besprekingen in de eerste plaats voor ogen moeten houden, doet deze beslissing niets af", vervolgde de minister-president. „Naar rede lijkheid mag worden verwacht, dat ook Indonesië bereid is, zich aan de onderhandelingstafel te zetten zon der dat harerzijds daarvoor aan Ne derland onherroepelijke voorwaar den worden gesteld". Prof. De Quay benadrukte, dat de rege ring streeft naar onderhandelingen in breder verband. Zonder hier in te gaan op ccn nadere definitie van het begrip breder verband, nam hij aan. dat het zon der nieer duidelijk zal zijn. dat een breder verband zowel meer kans biedt om tot voor beide partijen aanvaardbare oplos singen te geraken, alsook een waarborg biedt voor het vaststellen van de stand punten, die door belde partijen worden Ingenomen. Enorme belangstelling Zelden is de belangstelling van het .pu blick voor een Kamervergadering zo groot geweest als gisteren. Drommen belangstellenden verdrongen zich voor de ingang van de publieke tribune. De tri bune zelf puilde uit. maar kon het pu bliek bij lange na niet bergen. In aan grenzende vertrekken luisterden velen naar de luidspreker. Prof. De Quay begon met te zeggen, dat dit kabinet, in navolging van de vorige kabinetten, aan de zelfbeschikking steeds als grondslag van het beleid heeft vast gehouden. De middelen, waarmee dit be leid wordt gevoerd, moesten en moeten al naar gelang van de omstandigheden worden aangepast aan de eisen van het moment, waarbij zowel rekening moet worden gehouden met de internationale situatie als met de steeds voorschrijdende ontwikkelingen in Nieuw-Guinea zelf en de daaruit voortvloeiende mogelijkheden. Hierop ging de premier uitvoerig in. Hij schetste de instemming van Neder land met de dekolomalisatieresolutic, die in de Algemene Vergadering van de V.N is aanvaard. Eerst deze resolutie bood een kader voor de internationale oplos sing van het Nieuw-Guinea-vraagstuk, die de regering vervolgens voorstelde. Wat de ontwikkeling in Nieuw-Guinea zelf betreft, prof. De Quay maakte in dit verband melding van dc genomen maatregelen op twee gebieden: het staat kundig-politieke enerzijds en het econo- misch-sociale anderzijds. Hierbij zat dt bedoeling voor om tegelijk met de ont wikkeling van dc bevolking tot zelf bestuur en uiteindelijk tot eigen lotsbe schikking. dc economische mogelijkhe den van het gebied ten volle tot ont plooiing te brengen. Al met al is een staatkundige, cultu rele, economisch en sociale ontwikkeling in N. Guinea door de regering op gang gebracht, die nu niet zonder meer kan worden afgesneden. Overleg Vervolgens ging prof. De Quay ln op de ontwikkelingn jie zich na het overleg in de Algen- Vergadering van de V.N. hebben vooi aan. Hij maakte melding van het intensief diplomatiek overleg, dat heeft plaatsgevonden zowel te New York als met verscheidene andere mogend heden. Het overleg te New York werd ge voerd met de president van de Algemene Vergadering Mongi Slim en met de secre taris-generaal Oe Thant. Voor wat betreft de bereidheid tot on derhandelen werd mef name aan de heer Slim uiltecngezeit, dat Nederland bereid blijft met Indonesië te onderhandelen, zonder daarbij te willen vooruitlopen op de zelfbeschikking der volkeren. Dit be ginsel was neergelegd in de ook door Nederland gesteunde Brazzaville-resolutie Het vertrouwelijke overleg werd be ïnvloed door de dreigende rede van Soe karno op 19 december. Zijn, en ook an deren Indonesische uitspraken zijn in genen dele in overeenstemming met de verklaring, die de Indonesische minis ter van buitenlandse zaken Soebnandio op 15 november im de algemene vergade ring van de VN deed en waarin hij zei, dat Indonesië geen geweid zou gebrui- Dc rede van Soekarno is voor de re gering aanleiding geweest om te onder zoekon, of het wenselijk was, reeds op dat moment de Veiligheidsraad ln te schakelen Zjj concludeerde, dat dit voor lopig nog niet diende te geschieden, om dat nog mogelijkheden aanwezig worden geacht om te komen tot een vreedzame Bemiddeling De regering waardeert, zo vervolgde prof. De Quay, de pogingen van Oc Thant om zijnerzijds bemiddelend op te treden. De premier liet echter in het midden of. cn zo ja in hoeverre, dc sc- cretaris-genraal van de V.N. persoonlijk bereid zal zijn om in eigenlijke zin des woords bemiddelend op te treden. In dit verband merkt hij op, dat immers de reactie van Soekarno op het telegram van Thant op dit ogenblik nog niet be kend is. Zoals reeds werd verwacht, wenste prof. De Quay zich op dit moment te onthouden van gedetailleerde medede lingen over het verdere diplomatiek overleg, dat momenteel gaande Is. Hel doen van mededelingen zou, naar zijn mening, dit overleg ongunstig kunnen beïnvloeden. Voor zover deze derde mo gendheden, ook contact hebben gezocht met Indonesië, brengt het karakter van dit overleg mee, dat het juist kans geeji op positieve resultaten, als publiciteit hieover achterwege blijft. „Ik geloof', zo besloot de minis ter-president zijn verklaring, „dat ik zo ver ben gegaan als het de rege ring thans mogelijk is zonder het resultaat van lopende diplomatieke contacten in de waagschaal te stel len".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 9