m
m.-& J
Burger: Laat de Papoea's
voor Indonesië kiezen
Regering bereid tot open
gesprek met Indonesië
Bereidheid
PvdA
tot regeren
bij
aanwezig
:rv.
Mr. Biesheuvel zegt steun
aan regeringsbeleid toe
C.H.U.: steun aan een
verantwoorde verzoening
,Geen overdracht vóór
uitspraak Papoea's"
Zelfbeschikking geen
conditie-bij-voorbaat
-MEL'WE LEIBSCHE COURANT
9
WOENSDAG 3 JANUARI 1962
(Van onze parlementsredactie)
TTET is in het Nederlandse belang, dat de Papoea's kiezen voor Indo-
AJ-nesië. gij een zodanige keus zou het zelfbeschikkingsrecht zijn ver
wezenlijkt. Dit is, aldus de socialistische fractieleider mr. J. A. W. Burger,
gisteren in de Kamer, een van de twee grondslagen, waarop onderhande
lingen met Indonesië moeten worden gevoerd. Als tweede grondslag noem
de mr. Burger, dat moet worden onderhandeld vanuit de veronderstelling,
dat het Indonesische standpunt (op grond waarvan de soevereiniteit van
Nieuw-Guinea reeds bij Indonesië berust) geenszins bezwaarlijk hoeft te
zijn voor de zelfbeschikking van de Papoea's.
De heer Burger verklaarde, dat de
Partij van de Arbeid bereid is, mede
verantwoordelijkheid te dragen in een
kabinet- dat nü wordt gevormd om
op korte termijn het Nieuw-Guinea-
vraagstuk "óp te lóssen. Van het hui
dige kabinet- liet. de socialistische
fractievoorzitter weinig heel: het
geeft ri:ét dè .leiding, welke de om
standigheden vereisen.
Ongeveer een uur lang sprak de heer
Burger Hij was de spreker, waarnaar
me; de meeste aandacht werd geluis
terd Hij deed zijn uiterste best om aan
te tonen dat de socialisten reeds lang
geleden het juiste standpunt hebben in
genomen. Hij kwam met nieuwe sugges
ties. maar brak ook af: zowel in het
heden als in "het verleden valt bij het
kabinet cebrek aan beleid te constateren.
.Door geheimzinnig doen en het buiten
sluiten van het parlement wordt Neder
land Steeds meer ïh de 'gevarenzone gé-
.manoeweerd. Herhaling van een inscha
keling van de Verenigde Naties, zoals bij
het indienen van-de intennationalisatie-
voorsteilén is geprobeerd, achtte mr.
Burger onmogelijk Zeker, het Neder
landse plan heeft de internationale good
will voor ons land versterkt, maar het
kabinet heeft niet de juiste proporties
gezien: alsof deze succeszijde het wezen
van de zaak zou zijnt Te voren had het
kabinet de strekking van de nederlaag
in New York moeten beseffen.
standpum onder meer op de verwach
ting, d3: Indonesië. als de Papoea's deze
keus niet zouden doen, Nederland hier
voor aansprakelijk zal stellen. De kans
is groot dat de Papoea's door een derge
lijke keus later moeilijkheden met Indo
nesië zouden krijgen. Wel achtte mr. Bur
ger het nodig dat een voldoende lange
internationale overgangsfase aan de daad
werkelijke Indonesische soevereiniteit
vooraf zai moeten gaan, maar Nederland
zal de rnderhandelingen hierop niet mo
gen laten mislukken.
In de tweede plaats uitte mr. Bungei
de veronderstelling, dat het Indonesische
standpunt („de soevereiniteit berust
reeds bij ons") geenszins bezwaarlijk
hoeft tl zijn voor de zelfbeschikking van
de Papoea's. Hij wees er in dit verband
op, dat de Nederlandse soevereiniteit
voor deze zelfbeschikking immers ook
niet schadelijk is. Op grond vati zijn uit
gangspunt meendè hij, dat dan nog zou
moeten worden onderhandeld over de
inhouden van en de waarborgen voor de
zelfbeschikking.
Mr. Burger informeerde tenslotte,
waaraan het kabinet de verwachting
ontleent, dat ook Indonesië zonder
voorafgaande condities zal willen on
derhandelen. Mocht bij Indonesië een
dergelijke bereidheid ontbreken dan
acht de socialistische fractie het nood
zakelijk. dat Nederland een maximale
termijn stelt, binnen welke het Nieuw-
Guinea zal verlaten.
j
(Van onze parlementsredactie)
TVE KOERS van het regeringsbeleid, die heenstuurt naar een gesprek met
Indonesië, juichen wij toe. Dat het kabinet ten slotte tot deze andere
koers is gekomen, kan ons slechts verheugen. Indien het kabinet deze
koers dan ook metterdaad volgt, willen wij ons daartegenover welwillend
opstellen. Tot deze conclusie kwam mr. B. W. Biesheuvel (a.r.) gistermid
dag in het Tweede-Kamerdebat over het Nicuw-Guincavraagstuk.
Aan de «ïéiirevc.MsVensére instemmirug
voegde de heer Biesheuvel echter
vijulc-l opmerk I'thTcn tee In de eer
plaats moet de nieuwe belc rVlijn r
ernst cn voortvarendheid worden
vol?d. Daarnaast dien! het kabi:
nuchterheid en werkelijkheidszin op te
bremzen. Vervolgens moot heit belang
va<n de Papoea-bevolking richtm»g>gevend
blijven; Nederland zal niet buiten de
bevolking-om over haar toekomst kun
nen beschikken. Ln de vierde plaats zal
Nederland moeten streven naar herste.
van de betrekkingen met Indonesië. Ten
vijfde moet de bevolking van Nieuw-
Guinea een duidelijk inzicht worden
verschaft Ln de mogelijkheden en ge
volgen van een vrije keuze.
Mr. Biesheuvel achtte het thans nlei
opportuun, in een nadere beschouwing
te treden over een gesprek met Indo
nesië. „Wij verklaarden ons destijds
voorstanders van rechtstreeks bilate
raal contact. Sedertdien Hgt de situatie
weer anders. Het onttrekt zich aan onze
beoordeling, aan welke vorm van ge
sprek op dit ogenblik de voorkeur moet
worden gegeven. Het belangrijkste Is,
dat er een gesprek komt".
De wijze waarop hot gesprek kan wor
den gevoerd, diierot de regering te
„Ik begrijp de moeilijkheden van
het kabinet best. Zo funest als het op
treden van minister Luns naar buiten
is, zo onmisbaar is hij naar binnen."
Hiermee bedoelde mr. Burger, dat het
kabinet minister Luns nodig had om
de g'ng van zaken in New York voor
de regeringspartijen aanvaardbaar te
Het :s wel kras, vervolgde de heer
Burger, wijzend op de regeringsverkla
ring. da: de regering na de dreigende
taal van Sukarno wel overwoog, de Vei
ligheidsraad in te schakelen, maar aan
het parlement voorbijging.
-Oplossing nu
Het gaat erom, het Nieuw-Gutnea-
vraagstuk nü op te lossen, betoogde de
heer Burger, De enige modus is en blijft
een arrangement met Indonesië. Zelfs al
zon een eventuele aanval worden afge
slagen, dan rest op de morgen na de over
winning nóg de vraag: Hoe komen wij
tot zulk een arrangement. „Ik geef toe,
dat Indonesië geen onhebbelijkheid ver
zuimt. Maar dit kan op Nederland geen
invloed hebben. Nederland heeft geen
keus, geen alternatief."
Mr. Burger informeerde bij prof. De
Quay en de a. r. fraotieleider dr. Bruins
Slot, of hun uitl3titig, die zij in mei
1959 dedor. en waarin zij een gesprek
met Indonesië over de status van Nieuw-
Guinea aiwezen, thans nog geldt. Vooral
van dr, Brunis Slot wenste de socialis
tische spreker opheldering. Hij vroeg
wat de/.e bedoeld met zijn gesprek zon
der basis.
Mr. Bunger wees erop, dat ook de
regering thans bereid is af te stappen
van prealabele voorwaarden. Hij meen
de te zien. dat in een dergelijk stand
punt tók 'plaats is voor overdracht
van Niéuw-Guinea aan Indonesië. Hij
maak'e echter het kabinet erop attent,
dat een gesprek zonder basis gemak
kelijk (al daai niet opzettelijk) kan
mislukken en dat Sükarno een derge
lijke mislukking wellicht als uitgangs
punt voor een militaire actie zou
kunnen nemen. Op grond hiervan be
pleitte hij dus de noodzaak van onder
handelingen op een tweevoudige basis.
In de eerste plaats is het kiezen van
de Papoea's voor Indonesië een Neder
lands belang. Mr. Burger grondde dit
(Van onze parlementsredactie)
A LLES wat op verantwoorde wijze tot verzoening tussen Nederland en
Indonesië kan leiden, heeft onze steun". Dit verklaarde gisteren
tijdens het Nieuw-Guinea-debat in de Tweede Kamer de woordvoerder
van de christelijk-historische fractie, de heer F. H. van de Wetering. De
c.h., zo zei hij, achten het hun christen-plicht om overeenkomstig hun
verantwoordelijkheid zeer veel aan te grijpen teneinde een oorlog om
Nieuw-Guinea te voorkomen. Dit is de grondslag van de steun, die zij het
kabinet willen geven bij het zo.eken naar een oplossing van de moeilijke
situatie.
De heer Van de Wetering was gisteren
in de Kamer de laatste spreker. Hij
sprak de wens uit. dat het Kamerdebat
leidt „tot steun van het parlement aan
het kabinet bij het zoeken van een voor
alle partijen aanvaardbare oplossing".
Een eensgezinde houding van onze
volksvertegenwoordiging zal z.i. in ze
kere zin een positieve steun zijn voor
de van Indonesië l.e verwachten bijdrage
tot slechting van het Nieuw-Guinea-ge-
sehil.
De CH.U. heeft een open oog voor de
uifterst delicate onderhandelingspositie
van het kabinet in het algemeen en mi
nister Luns in het bijzonder. „He; is",
aldus de heer Van de Wetering. ..slechts
te betreuren, dat de ontwikkeling nog
niet zover is gevorderd, dat reeds van
daag van een gespreksmogelijkheid met
Indonesië kon worden gewaagd
Spreker herinnerde er aan. dat de
Nederlandse regering- en zeker het
huidige kabinet nooit de mogelijk-
van een gesprek met Indonesië heb
ben afgegrendeld. Door in de VN.
voor de Brazzaville-resolutie te stem
men, heeft het kabinet-De Quay zich
in zekere zin tot een dergelijk ge
sprek verplicht. Dat gesprek zal ech
ter toch altijd „op basis van mogelijk
heden" moeten worden gevoerd. De
heer Van de Wetering geloofde niet.
dat Indonesië niet redelijk wil praten.
Maar als niettemin alle pogingen om
tot een vergelijk te komen, falen
doordat van Indonesische zijde geen
toenadering wordt getoond, dan ligt
de verantwoordelijkheid duidelijK
De c.h. spreker kon de zwijgzaamheid
van de regering over haar vertrouwe
lijke internationale besprekingen, aan
vaarden. Door voortijdige publiciteit
kunnen die contacten worden geschaad.
Dit klemt temeer nu Indonesië niets
heeft, nagelaten om de internationale
sfeer te vertroebelen. Er zijn wel ver
klaringen van Indonesische diplomaten
waaruit zou moeten blijken dat Indone
sië het interne zelfbeschikkingsrecht der
Papoea's binnen Indonesisch staatsver
band wil respecteren, maar het is zeer
de vraag of deze en andere gematigde
uitlatingen enige waarde hebben, ge
zien de dominerende positie van presi
dent Soekarno. Door diens dreigememen,
oorlogsophitsing cn „macht is recht -ar
gumentatie schudt de hele V.N.-organi-
satie op haar grondvesten. De heer Van
de Wetering vroeg zich af wat Engels
Noord-Borneo, Portugees Timor en het
Malakka van Tengkoe Abdoel Rahman
te wachten staat als de machtshonger
van Soekarno niet wordt verijdeld. In
dit verband vroeg hij aandacht voor de
kwestbare positie van Australië.
Dwaling
Het zou volgens de c.h. woordvoerder
een dwaling z(jn. als Indonesië de me
ning zou koesteren, dat de meerderheid
van het Nederlandse volk ten aanzien
van Nieuw-Guinea niet achter zün re
gering zou staan. Een recente enquête
heeft aangetoond, dat 56 pet- van de on
dervraagde landgenoten het Nederlandse
en slechts 3 pet. het Indonesische stand
punt huldigt. De Indonesische dwaling
is in de hand gewerkt door „onnationale
buitenparlementaire acties" van Neder
landers (grocp-R(jkens enz.).
Onjuist achtte de heer Van de Wete
ring ook de opvatting, dat de Nederland
se verdediging op Nieuw-Guinea zioh
bij eon eerste treffen zal terugtrekken,
nadat „aan de eer zal zijn voldaanDe
P.v.d.A.-voorzitter Suurhoff heeft jl. vrij
dag nog verklaard, dat een gewapend
conflict om Nieuw-Guinea ..tot elke
prijs" moet worden voorkomen. Dit „tot
elke prijs" is in strijd met de vastge
stelde defensiebegroting waarop ook
geiden voor de verdediging van Nicuw-
Guinea staan en met wat de heer
Burger op 3 oktober jl, in de Kamer
heeft gezegd, aldus de heer Van de We
tering. „Wij willen", zo zei hij, „de weg
van de vrede gaan, maar dit mag geen
plichtsverzaking worden".
Gezien de bereidheid van de delegatie
uit de Nieuw-Guinea-raad 'die onlangs
een bezoek aan ons land bracht) tot
een gesprek met de Indonesiërs langs
andere wegen dan die der V.N., vroeg
de heer Van de Wetering ten slotte of
zo'n gesprek niet eerder kan plaatsheb
ben. waardoor wederzijds begrip zou
kunnen ontstaan. Hierop zou dan ook de
Nieuw-Guinea-raad zich kunnen oriën
teren.
overwegen, aldus de heer Biesheuvel
Wel willen wij de hoop uitspreken,
dat het bij ineohakelanig va<n een derde
partner te gielegeneritijd weer kan ko
men tot een rechtstreeks contact mea
Iovonesië, dot ruimte biedt om alle
zaken. diie beide landen verdeeld hou
den, met elkaar te bespreken.
Evenals de heer Burger zei mr. Bies
heuvel dat de regering aanvankelijk ni«
of onvoldoende heeft beseft, wat haar
eigen voorstel en óe behandeling daar
van in de V.N. aan niieuwe ontwikke
lingen zou kunnen oproepen De
woordvoerder constat eerde bij de rege
ring een afwachtende houding, te
klaren „uit een merkwaardig optimis
tische beoordeling van het lot. dat hel
Nederlandse voorstel in de V.N. heeft
ondergaan".
Zelfbeheersing
De heer Biesheuvel noemde de aa
vs-n Ir-J.a cp Goa en de onmacht va
Ve 1'oho'. -aad cm in te grijpen
aspect, dat ook Nederland niet kan
waarlozen. Hij achtte in c.» conflicts
tie met Indonesië zelfbeheer?'n-g
stiig geboden. Het gevaar van een mili
tair conflict lijkt diiototerbij dan ooit
Kanen. Ook ce k :ï:n.y»m de Njeuw-GuiL-
nearaad dienen deze' zelfbeheersing op
re brengen. „Wij a-olm;ën 'net geen uiting
van de vereiste zelfdiscipline, wanneer
de voorzitter van de Nieuw-Guinea-raad
het nodig oordeelt, aan de pens mee te
delen, dat er in de Tweede Wereldoorlog
in Nieuw-Guinea een levendige handel
in Japanse schedels tierde.
Mr. B. W. BIESHEUVEL
zelfbeheersing
Deze voorzitter wilde daarmee illu
streren, hoe zwaar een aanvaller
Nieuw-Guinea het te verduren
krijgen en tevens suggereren dat een
levendige handel in Indonesische sche
dels niet denkbeeldig is. Een ontstel
lend luguber grapje, buiten alle pro
porties in de situatie, waarin wij thans
venkonen".
Mr. Biesheuvel ging vervolgens ln op
de kritiek, die is uitgeoefend op het
a.r. pleidooi voor een open gesprek met
Indonesië. Hij ontkende, dat het zelf
beschikkingsrecht van de Papoea's hier
door in de knel kwam. en wees er tege
lijk op, dat het zelfbeschikkingsrecht
slechts zinvol kan worden gehanteerd,
als het dienstbaar wordt gemaakt aan
het beoogde doelhet wei-zijn van de
bevolking van Nieuw-Guinea.
Natuurlijk ging de heer Biesheuvel
hier ook in op de kritiek van mr. Bur
ger aan het adres van dr. Brums Slot.
„De heer Burger spreekt zichzelf ook
wel eens tegen", zei hij En hij citeer
de, dat de heer Burger, die thans pleit
te voor een arrangement met Indone
sië. zich op 3 oktober nog heeft uit
gesproken togen een arrangement met
het Indonesië, van Sukarno
Ineengedoken hoorde mr. Burger deze
terugkaatsing van de kritiek aan. H
niets, totdat zijn fractiegenoot mr. Daams
hem te hulp kwam met de opmerking:
„De heer Burger wees een bilateraal ar
rangement af cn dat doet bij nu nog".
Mr. Biesheuvel; „Mr. Burger dacht ge
nuanceerd over de vooratellen van mi
nister Luns Dat deden wij ook. maai
óns verwijt hij dan, dat wij het kabinet
een stoot onder de gordel geven".
Internationalisatie
Hel debat in de V.N. over de Neder
landse voorstellen heeft ons slechts kun
nen sterken in onze mening, dat w(J het
met onze bedenkingen tegen het niet-
noemen van Indonesië b(j het rechte
eind hadden, vervolgde de a.r, spreker.
Nederland heeft hier een nederlaag ge
leden, meende hij. Ook is het naar zUr
mening slechts ten dele juist, dat de
Verenigde Staten zich duidelijk en on
omwonden achter het Nederlandse
standpunt hebben geschaard. Het opti
misme van de regering over het ver
loop van het Nieuw-Guineadebat in de
V.N. noemde mr. Biesheuvel ongefun
deerd eenzijdig.
Van verdere pogingen tot internationa
lisatie van het Nieuw-Guincavraagstuk
verwaoht de heer Biesheuvel niets. Een
dergelijk beleid heeft, zo zei hij, in de
Dinsdag belangrijke
rede van Sukarno
Antara heeft bekendgemaakt dat Su
karno volgende week dinsdag „een be
langrijke rede" zal houden betreffende
de kwestie-nieuw-Guinea.
Geen Deense wapens
meer naar Indonesië
De uitvoer van Deense wapens naar
Indonesië is „tot nader order stopge
zet", aldus heeft een functionaris van
het Deense ministerie van buitenland
se zaken meegedeeld.
De functionaris zei. dat de uitvoer
zou kunnen worden hervat op elk tijd
stip. waarop zich een verbetering in de
betrekkingen tussen Nederland en In
donesië voordret.
Nederlander pleegde
moord in Brussel
Een zestigjarige in Brussel woonach
tige Nederlander heeft op oudejaars
avond een Belg met messteken dodelijke
verwondingen toegebracht.
De dader, L. S.. wond zich in een
twistgesprek met de 39-jarige Marcel
Crocket, die in hetzelfde pension woon
de. zo op. dat hij de man met een groot
zakmes 'e lijf ging. De verwondingen
waren zo ernstig, dat het slachtoffer
kort daarop overleed.
De dader is door de politie aangehou-
KVP-woordvoerder Blaissc:
(Van onze parlementsredactie)
DE K.V.P.-fractie oordeelt het mét de regering noodzakelijk op korte
termijn onderhandelingen met Indonesië te openen. Zij staat op het
standpunt, dat het stellen van prealabele voorwaarden aan beide zijden
moet vervallen. De fractie is er over verheugd eenzelfde geluid nu of
ficieel uit de mond der regering te hebben vernomen. Dit zei gistermiddag
tijdens het Kamerdebat over Nieuw-Guinea de woordvoerder van de
K.V.P.-fractie mr. P. A. Blaisse. De Nederlands-Indonesische besprekin
gen zullen naar zijn mening moeten worden gevoerd op basis van een
„open mind" voor eikaars standpunt.
„Misschien", zo voegde hij er aan toe.
„zijn er dan oplossingen mogelijk, die wij
nu niet zien en die aan de Papoea-bevol
king recht kunnen doen wedervaren.
Naar het oordeel van de K.V.P. bieden
onderhandelingen voor beide partijen de
mogelijkheid tot aanvaardbare resultaten
te komen. Bij de besprekingen als ook
Indonesië daartoe bereid is, hetgeen nog
steeds niet is gebleken zal dan het
belang van de Papoea-bevolking in de
eerste plaats voor ogen dienen te worden
gehouden".
De heer Blaisse ondersteunde ook het
streven van de regering een derde partij
in het gesprek te betrekken. Hij dacht
daarbij aan de Verenigde Staten, de
secretaris-generaal of de voorzitter van
de V.N. dan wel aan een combinatie van
deze mogelijkheden. Neutrale leiding en
bijstand in het gesprek achtte hij bijzon
der gewenst. Gezien bepaalde gevoelig
heden wilde mr. Blaisse niet pleiten voor
onmiddellijke opneming van Papoea's in
hu-'-S'-re pV-u-rtle 'ge-?n kans» van sla-gen
Het lii-kt dan ook niet logisch om na
net debat in ds V.N. weer geheel op
de oude stellingen terug te va-llen. In
stemming had echter wc', dc nieuwe be
leidslijn van de regering het gesprek
met Indonesië. Echter niet alle anti
revolutionairen staan op dit standpunt
Mr. Biesheuvel deelde aan het eind van
zijn betoog mee. dat een van de fractie
leden. die zijn beschouwing niet onder
schrijft, hierover nog een korte verkla-
g zou afleggen Deze verklaring werd
de vergadering van vanmiddag ver-
de onderhandelingsdelegatie, maar wel
achtte hij inschakeling en informatie van
de Papoea's, indien mogelijk, aanbe
velenswaardig.
Mr. Blaisse herhaalde nog eens wat z(jn
partijgenoot dr. De Kort in oktober in de
Kamer had gezegd, nl. dat bU de voorbe
reiding van dc uitspraak der Papoea-
bevolking over eigen toekomst Indonesië
dezelfde kansen moet krijgen als Neder
land (door voorlichting c.d.). „Maar", zo
voegde h(j er aan toe, „het zou in strjjd
z(jn met onze belofte, als Nederland
akkoord zou gaan met dc overdracht van
Nieuw-Guinea aan Indonesië vóórdat de
Papoea's zich hebben uitgesproken. Dan
zou deze belofte li.z. het zelfbeschikkings
recht) een werkelijk vals woord zijn ge-
Mr. Blaissc achtte het niet noodzakelijk
noch gewenst het gevoelen van de hele
Nicuw-Guinea-bevolking te vragen. Al
leen een voor die bevolking represen
tatieve elite (dat is niet dc Nieuw-
Guinea-raad in zijn huidige samenstel
ling i komt daarvoor in aanmerking. In
het verdere verloop van zijn betoog ver
klaarde de K.V.P.-woordvoerder. dat ge
tracht moet worden tot herstel van dc
diplomatieke betrekkingen met Indonesië
te komen cn dat in Nederland ernst dient
te worden gemaakt met wijziging van de
Grondwet voor wat betreft de status van
Nieuw-Guinea.
Vrij diep ging de heer Blaisse in op de
verschillende aspecten van het Neder
landse voorstel aan de Verenigde Naties.
Hij onderstreepte daarbij o.m., dat het
zelfbeschikkingsrecht geen scherp om
lijnd begrip is al is het in de V.N. tot een
recht geëvolueerd. Er moet mee worden
gewerkt in het licht van de omstandig
heden. waaronder op dit recht een beroep
wordt gedaan. Met betrekking tot Nieuw-
Guinea doet het voor Nederland noch
Indonesië terzake of hier van extern dan
wel van intern zelfbeschikkingsrecht
sprake is. Het belangrijkste is. dat de be
volking van Nieuw-Guinea zich over haar
eigen status moet kunnen uitspreken.
De heer Blaisse meende, dat de rege
ring aansluiting bij Nederland als keuze
mogelijkheid voor de Papoea's beter had
kunnen weglaten. Hij had er echter be
grip voor. dat de regering haar betoog
terzake met deze theoretische, maar daar
om nog niet wenselijke mogelijkheid heeft
willen afronden. „Wij zién dit dan ook
niet 7.waar". aldus de K.V.P.-woordvoer
der. Hij herhaalde nog eens. dat het bis
schoppelijk schrijven over Nieuw-Guinea
een „oproep" was zonder politieke bc-
P.S.P.
De woordvoerder van de pacifistische
tweemansfractie, de heer H. J. Lamk-
horst, kwam aan het slot van zijn bij
drage tot het débat tot de volgende con
clusies: Nederland moet onverwijld het
initiatief nemen tot een gesprek met In
donesië, het is onze grote fout geweest
dat wij in 1949 Nieuw-Guinea niet tege
lijk met de andere delen van Indië heb
ben overgedragen, de Nederlandse soeve
reiniteit over Nieuw-Guinea moet zo
spoedig mogelijk op Indonesië overgaan,
de mogelijkheid van NederlandsIndo
nesische samenwerking bij de ontwikke
ling van Nieuw-Guinea moet worden on
derzocht, het zelfbeschikkingsrecht is een
fictie als niet rekening wordt gehouden
met de mogelijkheden om het te ver
wezenlijken, minister Luns is ongeschikt
voor een gesprek met Indonesië en zijn
aftreden is voorwaarde voor een gunstig
resultaat van dat gesprek.
De communist Paul de Groot hield een
demagogisch verhaal over de „kwellin-
gen", die het Nederlandse bewind de
Papoea's op Nieuw-Guinea zou doen on
dergaan. Onvoorwaardelijke overdracht
van het gebiedsdeel aan Indonesië achtte
hij uiteraard geboden. „Nederland moet
zich gereed maken om te onderhandelen,
met spoed, in oprechtheid en met gezond
verstandAan een „open gesprek" heeft
de C.P.N. geen behoefte. „Het valt nog
mee. dat het kabinet-De Quay met Indo
nesië een kopje koffie wil drinken", zo
luidde de communistische reactie op prof.
De Quay's bereidverklaring tot een ge-
sprek-zonder-prealabele-voorwaarden.
TAE regering heeft zich bereid verklaard, bij onderhandelingen met In-
donesië het beginsel van zelfbeschikking of, zoals het ook wel ge
formuleerd wordt, een vrije keus voor de bevolking van Nieuw-Guinea,
niet te stellen als een conditie bijvoorbaat, die als voorwaarde voor onder
handelingen door Indonesië zou behoeven te worden aanvaard. Dit zei de
minister-president prof. dr. J. E. de Quay gistermiddag in de Tweede Ka
mer aan het eind van de regeringsverklaring, die hij daar aflegde.
„Aan onze overtuiging, dqt wij
het belang van de bevolking bij de
besprekingen in de eerste plaats
voor ogen moeten houden, doet
deze beslissing niets af", vervolgde
de minister-president. „Naar rede
lijkheid mag worden verwacht, dat
ook Indonesië bereid is, zich aan de
onderhandelingstafel te zetten zon
der dat harerzijds daarvoor aan Ne
derland onherroepelijke voorwaar
den worden gesteld".
Prof. De Quay benadrukte, dat de rege
ring streeft naar onderhandelingen in
breder verband. Zonder hier in te gaan
op ccn nadere definitie van het begrip
breder verband, nam hij aan. dat het zon
der nieer duidelijk zal zijn. dat een breder
verband zowel meer kans biedt om tot
voor beide partijen aanvaardbare oplos
singen te geraken, alsook een waarborg
biedt voor het vaststellen van de stand
punten, die door belde partijen worden
Ingenomen.
Enorme belangstelling
Zelden is de belangstelling van het .pu
blick voor een Kamervergadering zo
groot geweest als gisteren. Drommen
belangstellenden verdrongen zich voor de
ingang van de publieke tribune. De tri
bune zelf puilde uit. maar kon het pu
bliek bij lange na niet bergen. In aan
grenzende vertrekken luisterden velen
naar de luidspreker.
Prof. De Quay begon met te zeggen, dat
dit kabinet, in navolging van de vorige
kabinetten, aan de zelfbeschikking steeds
als grondslag van het beleid heeft vast
gehouden. De middelen, waarmee dit be
leid wordt gevoerd, moesten en moeten
al naar gelang van de omstandigheden
worden aangepast aan de eisen van het
moment, waarbij zowel rekening moet
worden gehouden met de internationale
situatie als met de steeds voorschrijdende
ontwikkelingen in Nieuw-Guinea zelf en
de daaruit voortvloeiende mogelijkheden.
Hierop ging de premier uitvoerig in.
Hij schetste de instemming van Neder
land met de dekolomalisatieresolutic, die
in de Algemene Vergadering van de V.N
is aanvaard. Eerst deze resolutie bood
een kader voor de internationale oplos
sing van het Nieuw-Guinea-vraagstuk,
die de regering vervolgens voorstelde.
Wat de ontwikkeling in Nieuw-Guinea
zelf betreft, prof. De Quay maakte in
dit verband melding van dc genomen
maatregelen op twee gebieden: het staat
kundig-politieke enerzijds en het econo-
misch-sociale anderzijds. Hierbij zat dt
bedoeling voor om tegelijk met de ont
wikkeling van dc bevolking tot zelf
bestuur en uiteindelijk tot eigen lotsbe
schikking. dc economische mogelijkhe
den van het gebied ten volle tot ont
plooiing te brengen.
Al met al is een staatkundige, cultu
rele, economisch en sociale ontwikkeling
in N. Guinea door de regering op gang
gebracht, die nu niet zonder meer kan
worden afgesneden.
Overleg
Vervolgens ging prof. De Quay ln op de
ontwikkelingn jie zich na het overleg
in de Algen- Vergadering van de V.N.
hebben vooi aan. Hij maakte melding
van het intensief diplomatiek overleg, dat
heeft plaatsgevonden zowel te New York
als met verscheidene andere mogend
heden. Het overleg te New York werd ge
voerd met de president van de Algemene
Vergadering Mongi Slim en met de secre
taris-generaal Oe Thant.
Voor wat betreft de bereidheid tot on
derhandelen werd mef name aan de heer
Slim uiltecngezeit, dat Nederland bereid
blijft met Indonesië te onderhandelen,
zonder daarbij te willen vooruitlopen op
de zelfbeschikking der volkeren. Dit be
ginsel was neergelegd in de ook door
Nederland gesteunde Brazzaville-resolutie
Het vertrouwelijke overleg werd be
ïnvloed door de dreigende rede van Soe
karno op 19 december. Zijn, en ook an
deren Indonesische uitspraken zijn in
genen dele in overeenstemming met de
verklaring, die de Indonesische minis
ter van buitenlandse zaken Soebnandio
op 15 november im de algemene vergade
ring van de VN deed en waarin hij zei,
dat Indonesië geen geweid zou gebrui-
Dc rede van Soekarno is voor de re
gering aanleiding geweest om te onder
zoekon, of het wenselijk was, reeds op
dat moment de Veiligheidsraad ln te
schakelen Zjj concludeerde, dat dit voor
lopig nog niet diende te geschieden, om
dat nog mogelijkheden aanwezig worden
geacht om te komen tot een vreedzame
Bemiddeling
De regering waardeert, zo vervolgde
prof. De Quay, de pogingen van Oc
Thant om zijnerzijds bemiddelend op te
treden. De premier liet echter in het
midden of. cn zo ja in hoeverre, dc sc-
cretaris-genraal van de V.N. persoonlijk
bereid zal zijn om in eigenlijke zin
des woords bemiddelend op te treden.
In dit verband merkt hij op, dat immers
de reactie van Soekarno op het telegram
van Thant op dit ogenblik nog niet be
kend is.
Zoals reeds werd verwacht, wenste
prof. De Quay zich op dit moment te
onthouden van gedetailleerde medede
lingen over het verdere diplomatiek
overleg, dat momenteel gaande Is. Hel
doen van mededelingen zou, naar zijn
mening, dit overleg ongunstig kunnen
beïnvloeden. Voor zover deze derde mo
gendheden, ook contact hebben gezocht
met Indonesië, brengt het karakter van
dit overleg mee, dat het juist kans geeji
op positieve resultaten, als publiciteit
hieover achterwege blijft.
„Ik geloof', zo besloot de minis
ter-president zijn verklaring, „dat ik
zo ver ben gegaan als het de rege
ring thans mogelijk is zonder het
resultaat van lopende diplomatieke
contacten in de waagschaal te stel
len".