Contacten leggen met kerken
I SERIE EN JEN I
DIE NIET ZIJN AANGESLOTEN
WERELDRAAD PLEIT VOOR
RUIME GODSDIENSTVRIJHEID
Christen moet bereid zijn door
het Evangelie beproefd te worden
GEREFORMEERDE KERK TE
OUDE WETERING
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 16 DECEMBER 196_
(Van onxe kerknieuwsredacteur)
NEW DELHI, dec.
In de stukken die dezer
dagen werden gepubliceerd
door de derde assemblee
van de Wereldraad van
Kerken bevinden zich be
langrijke opmerkingen die
vaak verscholen in de grote
rapporten gezocht moeten
worden. Een van de belang-
rijkste opmerkingen betreft
waarschijnlijk wel de gods
dienstvrijheid. Het rapport
sluit zich aan bij de .Ver
klaring betreffende de rech
ten van de mens", zoals die
werd opgesteld door de Ver
enigde Naties, maar gaat
werkelijk een stap verder.
Tevens deed de Wereld
raad nog twee opmerkelijke
stappen vooruit, namelijk
in de richting van inter
communie.
ven in het openbare en in het
privéleven, alleen en in gemeen
schap, een noodzakelijke uiting is
van innerlijke vrijheid. Het rap
port geeft vijf vrijheden die een
onderdeel van de godsdienstvrij
heid vormen.
a. De vrijheid om een eredienst
te hebben volgens zelfgekozen
vormen, ln het openbaar of ln
het privéleven.
b. De vrijheid om onderwijs te
geven ln de vorm van formeel
of informeel onderwijs, en de
vrijheid om zo te prediken dat
men zijn eigen geloof kan nlt-
dragen en bij anderen er op
aan kan dringen om dit geloof
te aanvaarden.
c. De vrijheid om het geloof te
beleven of het na ln daden van
barmhartigheid is of door in
woord of daad te laten zien
wat de consequenties van dat
geloof zijn in sociale, economi
sche en politieke kwesties.
d. De vrijheid om godsdienstige
tradities te handhaven, of om
deel te nemen aan godsdiensti
ge acties hetzij In de kring van
de familie of in openbare sa-
volharden.
e. De vrijheid om van godsdienst
te veranderen zonder daar
door te moeten lijden onder de
sociale, economische of politie
ke consequenties. Daarin ligt
tevens de vrijheid opgesloten
om ln het geloof of ongeloof te
volharden.
"V- Verhouding tot
V niet-leden
Bij tweede lezing Is ln het rap
port over de eenheid" van de
kerk een zin opgenomen, die zich
in het bijzonder richt tot de Indi
viduele kerkleden ln een plaatse
lijke situatie. Na er op gewezen
te hebben dat wij als plaatselijke
christenen naar elkaar toe moe
ten groeien wordt gezegd: „Plaat
selijk zowel als ln de gehele oecu
menische beweging moeten we ln
het bijzonder bereid zijn om ons
ln christelijke liefde te wenden
tot en gemeenschap te zoeken
met die groepen en minderheden,
met wie wij nu geen contact heb-
In het bijzonder wordt dan ook
ln een ander rapport aandacht ge
schonken aan de kerken die geen
lid zijn van de Wereldraad. In
dit verband wordt het woord
„evangelical" gebruikt om aan
te geven welke kerken worden
bedoeld. Dit is de Amerikaanse
term, die meestal gebruikt wordt
voor die groep van kerken en ge
lovigen die met nadruk vast willen
houden aan het gezag van de Hei
lige Schrift, maar toch niet gere
kend wensen te worden tot de
groep van het enge Amerikaanse
fundamentalisme.
In een appendix aan een van
de rapporten toegevoegd wordt
gezegd dat de houding van deze
gelovigen ten opzichte van de
oecumenische beweging als volgt
kan worden omschreven:
1. De Wereldraad heeft een basis
die theologisch niet voldoende
inhoud heeft. Meestal heeft
men dan beswaar tegen het
feit dat de raad zwijgt over on
derwerpen als het gezag van
de Heilige Schrift, de betekenis
van de verzoening, de weder
komst van Christus en de aard
van het laatste oordeel.
S. De basis van de Wereldraad
functioneert niet voldoende, zo
dat mensen ln deze raad kun
nen meewerken die er een an
dere overtuiging op na houden
dan In de basis wordt uitge-
k sproken.
Stap verder naar
intercommunie
selijke raden deze mensen zoveel
mogelijk moeten worden inge
schakeld.
Deze uitspraken zullen zeker
buiten de Wereldraad gunstig
worden ontvangen, omdat hier-
Tnganeka, de Japanse socioloog,
zei met nadruk dat de diakonia
dienstvan de kerk niet los
gemaakt mocht icorden van het
getuigenis.
2. Men zegt dat de Wereldraad
streeft naar een eenheid die
niet overeenkomt met het
evangelie. De WereldTaad ls te
alomvattend.
4. Men heeft bezwaar tegen het
feit dat „protestanten" en „ka
tholieken" (ln de zin van chris
tenen die een episcopaalse kerk
orde hebben) samenwerken.
Men meent dat protestantisme
altijd zich moet verzetten tegen
het „nlet-hervormde" katholi
cisme.
5. Er is bezwaar tegen het feit
dat de Wereldraad zich. vooral
via de „Commissie voor inter
nationale aangelegenheden", te
veel bemoeit met politieke
kwesties.
6. Er ls angst voor de grootte en
de groei van de Wereldraad en
men vreest dat hij als organi
satie te machtig zal worden.
bezwaren. Dit gesprek was voor
al een vrucht van een conferentie
die enkele maanden geleden is
gehouden in Genève, waar ver
tegenwoordigers van kerken, die
niet bij de Wereldraad zijn aan
gesloten, bijeen waren om nu
eens rustig uit te leggen, wat hun
bezwaren waren. Nu wordt uitge
sproken dat het de opdracht van
de Wereldraad is om contact op
te nemen met de mensen die de
ze bezwaren delen, niet slechts
om misverstanden uit de weg te
ruimen, maar om ook tot een zo
grondig mogelijk gesprek te ko
men over de werkelijke verschil
len.
Om tot een beter contact te ko
men werden in het verleden en
zullen in de toekomst bijeenkom
sten worden belegd. Tevens wordt
de verschillende commissies en
comité s aangeraden om bij de
samenstelling ook aandacht te
schenken aan het feit dat deze
mensen, die vaak ook lid zijn
van kerken die bij de Wereldraad
zijn aangesloten, in het werk wor
den betrokken. De klacht is im
mers dat deze groep zelden of
nooit wordt vertegenwoordigd.
Waar het mogelijk is zullen ook
leden van kerken die niet zijn
aangesloten moeten worden uit
genodigd om aan de studies deel
te nemen, opdat ook deze groep
in de Wereldraad haar stem zal
kunnen laten horen. Bovendien
maar
Deze
uitspraak is vooral van belang
voor de Verenigde Staten waar
meer dan een derde van de ker
ken niet by de Wereldraad is
aangesloten en argwanend tegen
over de Wereldraad staat. Maar
dit besluit kan ook voor Neder
land belangrijk zijn, waar de Ge
reformeerde Kerken nog steeds
buiten de oecumenische raad
staan. Ook als deze Kerken nog
niet op korte termijn aansluiting
zouden zoeken zegt dit rapport
met evenzovele woorden dat de
oecumenische raad toch moet
proberen om individuele leden uit
deze kerken bij het werk in Ne
derland in te schakelen. opdat
ook hun geluid zal kunnen worden
gehoord.
Avondmaals-
gemeenschap
Een derde zeer belangrijk on
derwerp zit verscholen in het rap
port over de eenheid. Het is een
directe reactie op de jongeren die
in Lausanne bijeen waren en
vroegen om intercommunie. In
een bepaald gedeelte van het rap
port klinkt nog steeds het „rus
tig, rustig" door dat werd uitge-
Eroken door de primaat van de
tgelse Kerk. aartsbisschop
Ramsey, maar er wordt in een
ander gedeelte toch ook weer een
enigszins ander geluid gehoord,
dat wel degelijk een stap vooruit
is vergeleken bij het verleden.
Letterlijk wordt onder dit hoofd
stuk gezegd: „De huidige impas
se dwingt de kerken om opnieuw
alle mogelijke volgende stappen
die ondernomen kunnen worden te
bestuderen in ieder en alle facet
ten van het eigen kerkelijk leven.
Waar bestaande overtuigingen
een snellere voortgang naar in
tercommunie mogelijk maken,
moet men hiertoe overgaan zon
der te wachten tot de gehele
oecumenische beweging ook zo
ver is gekomen."
Wij publiceerden reeds dat
met nadruk gesteld wordt dat
het wijs zou zijn in de komende
jaren rrfeer aandacht te Schenken
in de discussies aan wat God doet.
en roept ons te doen aan de Ta
fel des Heren, dan aan wie de
Tafel bedient. In dit stuk wor
den dan de kerken ook opgeroe
pen om aandacht te scnenken
„aan het snel toenemende onge
duld van de jongeren en vele an
deren." In dit verband wordt dan
ook gezegd dat „verantwoordelij
ke risico's" genomen moeten wor
den.
Maar tevens heeft de assem
blee waarschuwend de vinger ge
heven en gezegd dat voor vele
christenen de mogelijkheid van
intercommunie een doel is dat be
reikt moet worden, meer dan een
belevenis die genoten kan worden
op weg naar de eenheid en dat
er werkelijk pijn in het hart moet
zijn om deze centrale kwestie in
het leven van de kerken.
thodoxen hebben er geen moeite
mee. Die zeggen eenvoudig dat
slechts iemand die in de lijn
van de apostolische successie tot
priester is gewijd het avondmaal
kan bedienen. Maar de luthera
nen zijn verdeeld. Dat bleek toen
zij zoals wij reeds schreven
zelf een eigen avondmaalsdienst
hier ln New Delhi belegden. Ter
wijl de dienst van de anglicanen
die alle aanwezigen hadden uit
genodigd 2000 bezoekers trok
waarvan 1500 deelnamen aan het
avondmaal, kwamen slechts 200
aanwezigen naar de lutherse
dienst en vele lutheranen ontbra
ken, omdat zij aan de anglicaan
se dienst hadden deelgenomen.
COMMISSIE VOOR .GETUIGENIS" CONCLUDEERDE: J
I
Het ls hier in New Delhi dui
delijker dan ooit geworden dat de
vragen betreffende Intercommu
nie het moeilijkste liggen bij de
lutheranen. De anglicanen en or-
(Van onze kerkredacteur)
New Delhi, december
In New Delhi hebben de ge
delegeerden, die in de commis
sie voor „getuigenis" zitting
hadden, de kansen van de kerk
in de wereld besproken. Na
het gereedkomen van het rap
port heeft de commissie haar
resultaten aan de gehele as
semblee voorgelegd. Er wor
den geen verrassend nieuwe
dingen in dit stuk gezegd en
toch heeft het een aantal op
merkelijke uitspraken:
1. De assemblee heeft veel meer
aandacht besteed aan de taak
van de kerkganger, die hier
„leek" heet. dan voorheen. Dat
is werkelijk opmerkelijk voor
een assemblee waar de invloed
van de oosterse-orthodoxie ster
ker is dan ooit te voren.
2. In het rapport worden de ker
ken opgeroepen haar eigen
structuur te bestuderen en zich
af te vragen of deze structuur
het evangelisatiewerk bevordert
of hindert. We moeten bij het
woord „kerk" niet in de eerste
plaats denken aan mensen bij
een voor een eredienst, wordt
gezegd, maar aan leken, die
verstrooid zijn en alle mogelijke
posities en plaatsen in het leven
Het rapport bestaat uit drie on
derdelen. Het eerste bepaalt zich
tot de inhoud van het getuigenis
van de christeh in de wereld: Je
zus Christus, het tweede bespreekt
hoe het evangelie het beste kan
worden uitgedragen en het derde
hoe men de getuigende gemeen
schap het beste kan voorbereiden
op haar taak.
Met enige nadruk wordt gezegd
dat Jezus de opgestane, levende
Heer is. die zonde en dood over
wint. „Wij moeten spreken over
Hem en over de herstelde ge
meenschap met God, die Hij be
werkt heeft voor ons en voor alle
mensen; wij moeten spreken tot
onze broeders voor wie Christus
is gestorven." Met grote nadruk
worden de christenen in dit rap
port opgeroepen om duidelijk te
maken dat het een urgente zaak
is om Christus te verkondigen.
Overal vrezen mensen de dood
GRAMMOFOONPLAAT DIENT RESTAURATIE VAN
als laatste grootheid. De kerk
spreekt ook van de dood, maar
dan van de dood van haar Heer.
Bovendien worden de christe
nen gewaarschuwd om niet te
denken dat zij de mensen zullen
kunnen overtuigen en bekeren als
zij alleen maar wijs genoeg zijn
om nieuwe vormen en middelen
te vinden. God is Zijn eigen ge
tuige. Hij bekeert alleen. De men
sen worden niet overtuigd door in
drukwekkende toespraken, of door
de kracht van bepaalde organisa
ties, maar „door Mijn Geest zegt
de Heer." Hij gebruikt onze woor
den en werken om mensen tot
Zichzelf te trekken en als wij
onszelf op het ogenblik van de
beslissing vreemd leeg vinden
dan komt dat alleen omdat het
Licht van de wereld schijnt en
ons kleine licht heeft verduisterd.
Communicatie
Om het evangelie zo goed mo
gelijk uit te dragen wordt van de
evangelist gevraagd dat hij zich
identificeert met de mensen tot
wie hij wil preken. Wij moeten
naast de mensen, die willen ho
ren, kunnen gaanstaan. Sléchts
dan alleen maakt de christen-
getuige duidelijk, dat hij niet een
boodschap van zichzelf heeft en
superieure talenten.
Maar in de tweede plaats moet
de christen-getuige ook bereid zijn
door het evangelie, dat hij ver
kondigt, beproefd te worden. Het
evangelie moet belichaamd wor
den. Wij moeten ons willen laten
oordelen door de ontzettende nor
men van Christus. Die gepredikt
wordt. De dienst, de eenheid en
het dagelijks levenvan de kerken
zijn machtige factoren bij het
evangelisatiewerk. Onze bood
schap is niet waarachtig gepredikt
als zij niet waarachtig beleefd
In de derde plaats wordt ge
steld dat de dialoog, meer dan
de monoloog vandaag geëist
wordt om het evangelie uit te
dragen. Er moet cer3t geluisterd
-vorden en dan moet getoond wor
den hoe het evangelie een ant
woord geeft op dc nood van de
tijden Voor deze dialoog is juist
de kleine groep uitzonderlijk ge
schikt. Reeds vaak is gebleken
hoé? het kerkelijk leven hernieuwd
kan worden door het bijeenkomen
van zulke groepen voor studie,
gebed, bepaalde acties of aanbid
ding.
De eerste Indruk van dit rap- moeten we dan ook wel wat
port gaf hier ln New Delhi voor leurgesteld zeggen dat dan hfs
velen een gevoel van teleurstel-
ling. Er staat niets nieuws in.
vergeten dat het moeilijk ls ln
een dergelijke massaal samen
zijn als deze assemblee ls, wer
kelijk tot Iets nieuws te komen.
Voor ons ls het belangrijke van
dit rapport dat de extreem vrij- hebben wij naar aanleiding
zinnige stemmen van het verleden een discussie
eenvoudig geen kans gekregen schreven dat
hebben. Men bijt zich in de We-
zoals Paulus schrijft kj
hier in het geheel niet ter .cpr;
De waarde en de gevaren
massa-evangelisatie komen
ter sprake. In het verl<
de mogelijkheden
reldraad tiiet langer vast op een massa-evangelisatie. Dat i
sociaal evangelie dat beweert dat
als wij dc omstandigheden van
de mensen maar verbeteren de
mensen zelf wel beter zullen wor-
t dit rapport r
In de derde plaats lijkt het
bijzonder waardevol dat de
wordt opgeroepen om haar
In de tweede plaats lijkt het structuur in het licht van h®
uitzonderlijk waardevol dat evangeliserende taak in de
hier met nadruk wordt uitgespro- reld te herzien. Te vaak botF1
ken dat evangelisatiewerk niet de de gemeenteleden die willen k
opdracht is van specialisten, het- tuigen op tegen kerkordelijke 2r"
zij predikanten of .priesters, hetzij dernissen ofj:~ 1
speciaal opgeleid
belemmeren of i
deze taak. Maar tegelijkertijd gelijk maken.
icü icivivtrtririt trtcü-CrCiüivtctz-üIrtïti&iiicttirirtfJritirirtrtrii irtrtctrtrtctrü
Ten besluite
'olgend^
ik nojj
<ide staA I
je
op de duur ontdek je de open
van neer er steeds weer nieuwe ge*
Training
Oude Wetering ligt hoog in
Zuid-Holland, tussen het Braas-
semermeer en de Haarlemmer
meer-ringvaart. Het behoort,
met nog enkele dorpen, tot de,
overwegend rooms-katholieke
gemeente Alkemade. De Gere
formeerden hebben in Oude
Wetering echter het grootste
kerkgebouw. Dat moet ook
wel, want er xl/fi achthonderd
gemeenteleden, verspreid over
drie burgerlijke gemeenten
(Alkemade. Leimwidcn. Haar
lemmermeer), tot twee pfovin-
cies behorend.
Revisie
De Gereformeerden in dat lage
waterland zijn met hun ruime,
twee en vijftigjarige kerk best
tevreden, maar ze meenden ook.
dat de muren, ramen en vloeren
aan een noodzakelijke revisie toe
waren. Zo'n verjongingskuur
loopt tegenwoordig in de (vele)
duizenden. Die werden echter
niet zo maar ineens op de tafel
van de AR.K. (Actie Restaura
tie Kerk)-comité-heren uitge
schud.
Vernuft
schoot verder dan de plaatselijke
kring. Men kwam namelijk op
het idee, een grammofoonplaat
uit te geven. Voor de opname
werden de gemengde christelijke
zangkoren van Oude Wetering
(Halleluja) en Burgerveen (Ad-
vendo» uitgenodigd. Sander Vis
ser, dirigent van Advendo, zou de
zeventig zangers aanvoeren. De,
ook in kerkelijk opzicht gemeng
de koren stemden
toe, en zo gebeurde
het, dat Gerefor
meerd en Her
vormd. zingend zich
opmaakten, om een
Gereformeerde res
tauratie-kas të stij
ven. Voorwaar een
treffend levenste
ken van groeiende
toenadering.
Overleg
Overleg tussen di
rigent en pastor
loci ds. A. G. Kor
net, leidde tot de
vaststelling van het
programma. Aan
het orgel begeleid
door de heer J.
Verhoeven (orga
nist der kerkt zin
gen de koren in
Oude Wetering: ..De
Heer is mijn Her
der" en „God en
kel licht". De mu
zikale ds. Kornet
speelt als inter
mezzo. een orgel-
solo. geïnspireerd
„Ontwaakt, gij die
door het gezang
slaapt".
Op de andere plaatzijde zingt de
sopraan Nel Leendertse-Slegers
uit Harderwijk, begeleid door
ds. Komet, achtereenvolgens:
„Ik heb een nieuw lied in mijn
hart" (uit „Glorieklokken" van
zr. M. A. Alt) en „Op U, mijn
Heiland, blijf ik hopen". Me
vrouw Leendertse is afkomstig
uit Westzaan en ds. Kornet uit
Zaandam. Vroeger werkten ze
vaak, concerterend, samen in al
lerlei bijeenkomsten in de Zaan
streek. De opname van de solo
zang met orgel kwam in de rus
tig gelegen Westzaanse Gerefor
meerde kerk tot stand.
Phonogram (Hilversum) ver
zorgde de 17 cm brede. 45-toeren-
plaat, waarvan er duizend wer
den vervaardigd. Vermelding
verdient, dat twee gemeentele
den-amateurs, de heren H. de
Jong en Jac. Schoenmaker, voor
af de zang en het orgelspel op de
band hebben opgenomen. De
goedkeuring van Phonogram
pleit voor de kwaliteit van hun
werk.
ring. wordt de plaat franco huis
bezorgd. Wie het doet, zal er
vreugde aan beleven.
WOLFSWINKEL.
Ds. A. G. Kornet.
De opdracht om te getuigen is
gegeven aan ieder lid van de kerk
van Christus. Het is de opdracht
aan de hele kerk, om het hele
evangelie aan de hele wereld 'te
verkondigen. „Het evangelisch ge
tuigenis moet bereid zijn zich in
te laten met de strijd voor socia
le gerechtigheid en vrede, het zal
zich moeten geven in nederige
dienst en aan een praktische
ïenst van verzoening midden in
ue actuele conflicten van onze da
gen. Dc formulering van vooral
deze zin is enigszins vreemd. Zij
kan alleen verstaan worden als
men beseft dat men hier met al
le macht geprobeerd heeft om
het zogenaamde „sociale" evange
lie te ontlopen, maar toch dui
delijk wil maken dat sociale ge
rechtigheid niet los staat van het
evangelie. Deze uitspraak houdt
dus zowel een afwijzing van het
sociale evangelie als van het piëtis
me in de slechte betekenis van
het woord in.
Bijna een gehele pagina wordt
besteed om duidelijk te maken
dat de evangelist eigenlijk de kerk
ganger is en moet zijn. De predi
kant moet dan zijn taak verstaan
om de weg te bereiden voor zulk
een evangelisch getuigenis door
de leken. Daar moet de man in
de kansel en de man onder de
kansel leren dat zij moeten sa
menwerken omdat zij elkaar no
dig hebben. In dit verband wordt
dan tevens met nadruk gesteld dat
nieuwe structuren voor de kerk
gevonden moeten worden. Als
een mogelijkheid wordt dan ge
wezen op de vorming van christe
lijke cellen van bijvoorbeeld een
handjevol verkoopstertjes in een
grote zaak, een aantal arbeiders
in een fabriek. Zij moeten als
een kleine huisgemeente in de wo
ning van een van hen bijeenko
men. Er is hierbij het gevaar
van versplintering, maar de pre
dikanten en geestelijkheid kunnen
deze vormen ook leren waarderen
als een beweeglijk apostolaat.
Met nadruk wordt in dit rapport
gezegd dat de moeilijkheden groot
zijn, maar de kansen voor het
evangelie zijn in onze dagen even
groot. Zo eindigt dit rapport niet
in een mineurstemming. Eerder
is het tegendeel waar.
een uit het 1
er verleden, i
2 hun oudste zit toch al tv eer op de groteschool en de volgendL,
-p zal daar dit jaar aan toekomen. Zo per geluk hoor i
2 eens iets over hen, maar in de al maar groter wordende s
4 zijn de afstanden zo onmetelijk geworden dat er van eet
2 persoonlijk laat staan van een geregeld contact geen
2 sprake is. En met Sarie en Jan zijn talloze gezinnetjes var
soort- en lotgenoten verdwenen. Dat is aan alle kanten eet 1
2 harde zaak!
2 TTARD voor mezelf: je raakt
p Tl gehecht aan mensen die je
een eind weegs hebt mogen be-
2 geleiden; aan mensen, die je in
5 hun jeugdjaren vertrouwen
■P hebben geschonken. In de
2 drukte van het werk
2 hen eerst nauwelijks, mt
■ti ken die ze lieten. Vooral wanneer er steeds weer nieuwe ge'
zichten opduiken; als je onophoudelijk met anderen van vore4je)
2 af aan beginnen moet; als je nooit eens kunt praten met menseL^
waarmee je een gezamenlijke geschiedenis hebt beleefd. Ho£ot
<t meer ik dit meemaak, hoe beter ik ook allerlei verhalen uit d^slI
2 Handelingen ga begrijpen. Ik snap nu veel dieper waarom Paulufc
2 moed -kan scheppen, wanneer hij enkel maar in een of ander^er
■it door hem gestichte of door hem eventjes bearbeide gemeenti di
j1 oude kennissen mag ontmoeten. Die terugblik op wat je samerjbri
2 doormaakte is als het ware een garantie voor alles wat er verdeler
2 komen gaat: God. die dit deed gelukken, laat niet los wat Hjjpai
■p elders wil opzetten. n,
TJARD OOK VOOR de volkswijk zelf. Zo"n buurt heeft eofiet
2 Tl heilshistorie nodig. Er moet een jong geslacht opgroeien?11®
2 dat God in zijn leven tegenkwam. Dat jonge geslacht behoorpei}
p de kurk te zijn waarop de kerk van morgen menselijkerwiji i
p gesproken drijft. Zij kennen beter dan wie ook de gevaren'
2 de verleidingen, de stroomversnellingen van deze nauwe, zore
r loze straten en van hen, die er wonen in de benauwde, slécht'1
verzorgde huizen. Zij zouden de kerkeraadsleden moeten zijiP
p die vanuit hun eigen ervaring op hun manier iets konden zegj
2 gen van wat God hen ondervinden deed. Maar de jongereir
2 trekken weg. En dus blijven we als ouderen en bejaarden aclv1
p ter en tegen wil en dank vestigen we zo de indruk dat de ker£'
een tehuis voor grijsaards is. Een totaal onjuiste indruk.
je kunt nu eenmaal geen ouderlingen en diakenen kiezen, dier
2 tien, twintig kilometer verderop wonen. Het kan kerkordelijlt.
2 niet. Het kan niet om practische redenen.
2 TJARD OOK VOOR al die jonge gezinnen. Ze zitten daal
p Tl ginds „in den vreemde". Soms is er daar reeds een kerk
■P gebouw, een verenigingsleven, een gemeenschapsbesef. Dal
2 zullen ze zich daar wel ingvoegen, ofschoon ook dat niet ze
2 ker is. Ze praten niet zo gemakkelijk. Ze vertellen niet allel
P wat ze meemaakten. Het kan trouwens evengoed zijn dat in
die nieuwe woonwijk nog met alles begonnen moet worden, en
2 dat er de eerste jaren niemand naar hen omziet. Nu is gelooi
2 zeker geen kasplantje, dat niet tegen de nachtvorst van hel
P leven kan maar als het maar duurt en duurt, voor er iemand
•6 komt opdagen, dan wordt dat geloof toch wel aangevochtea
2 Saries en Jannen zijn géén volmaakte mensen. Ze hebben
2 steun, en meeleven nodig, hartelijkheid en vriendschap. Ze zul-
len heus zo nu en dan wel eens hooglopende ruzie krijgen, en
er ls nu eenmaal een traditie bij de Okapoe's om dan maaf 4
2 te gaan scheiden weet u wel? Wie praat dan met hen eij e
2 helpt hen over de rotsen heen? 1
2 l f
2 TJARD TENSLOTTE VOOR die nieuwe gebieden. We laterl t
2 TT maar hele steden uit de grond opschieten. We spreken et j,
gemakkelijk over: hier een woonwijk voor zestigduizend men-
2 sen. ginds voor tweehonderdduizend. De sterksten weten zicï
2 daar wel aan te passen, maar de zwakkeren? En dan beginl 2
2 het allemaal weer van voren af aan! Dan zullen we wel in di
p loop dezer zestiger jaren het moment beleven dat de stokoud!
1 volkswijk wordt gesaneerd, maar elders duiken weer volgend! f
volkswijken op. waar ons nageslacht mee zal worstelen. H04 1
verdrietig wordt men als men deze dingen bedenkt!
Wét. woont Uzelf in zo'n nieuwe wijk? En voelt U zich daa$ 1
best thuis? Hebt U de weg naar de kerk en naar de gemeen-
schap al direct gevonden? Dat is heerlijk want dan mag il i
alle Sarie'8, hun mannen en kinderen in uw belangstelling
p aanbevelen. En als U ook maar iets van dit vraagstuk bcgrej
2 pen hebt. zult U weten dat juist deze donkere decembermaand 1
2 met z'n heerlijke kerstfeest kansen biedt om de vreemdelingeil
2 op te nemen, 'n Stal herbergde der engelen Heer. En somi
p migen hebben onwetend engelen geherbergd zegt de apostel.' 1
2 t
2 WIJKPREDIKANT.'
j
(MMdftAAAAilÉAAMIAAAMUIiAMMAftMMAAAAAAAA/fl