DE BERGREDE
voor u Gelezen
JEAN-LOUIS B
schreef zijn
penroman»
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 9 DECEMBER 1961
7. Zalig zijn de vreedzamen
Auteur als
verborgen
romanticus
Het is heel iets anders begrip, deernis en hulpvaardigheid te tonen ten
van hen die voor de liefde verkeerd zijn aangelegd, dan een liefde tussen twee
volwassenen van hetzelfde geslacht (in casu een Hollandse mevrouw en een
Beierse kelnerin) in een roman met groot schrijverschap tot een extatische hoogte
te verheffen die aan Tristan en Isolde (sage èn muziekdrama) doet denken.
;te gast
Drim ij'
prachi
ligen.
erder)
pe jonge Vlaamse schrijver
;ezei]igird Ruyslinck, die al met
Doomn eerste verhaal De ontaar-
p. WH slapers, In 1957 grote ver-
sllie e^chtingen wekte, heeft deze
beschaamd. Zijn vierde
'duvii is nu bij Manteau in
r! Wars11886' verschenen en het ge-
geb<«t opnieuw van meester-
jij eelap. Het heet „Het dal van
akt Efcinom" en het is een toman
artelijtaarin de arme beproefde en
W dfrnederde mens zijn be-
t T?(mminS zoekt en deze vindt
rokken de schaduw van de dood",
■o bestfis Ruyslinck zelf schrijft.
ezelligj,Het dal van Hinnom", de ti-
hij ooi doet het al vermoeden, is
artelijï gedachten over en toespe-
;n eijgen op bijbelse gegevens. De
Wanfchiedenis speelt zich af in
jarig» Belgische stad en de omge-
op jig is dus rooms-katholiek,
spelentar een dergelijke doorleving
eleensfr bijbelse motieven zijn we
len? -iar weinig in r.k. (eerlijk ge-
's sto«d ook maar zelden in prot.
in Esf.) romans tegengekomen,
na erglet levensverhaal van de ten
n haaide neigende mensen dat Ruys-
>ed gelck beschrijft, bracht ons voort-
int oolpend het verhaal van Job in
e voniachten, en al heeft Ruyslinck
s moojerminst een parafrase van Job
ibt gefchreven, de schreeuw van de-
EijgenJ geknelde typeert ook deze ro-
sinterin. Ruyslinck geeft een schrij-
i porpd beeld van onze hedendaag-
ïweestj maatschappij. Hij brengt ons
zak? nood van de geknotte mens
ertjesimelijk ten diepste dat God
op het lijf,
al lezend verbeelden
jul- dagen der Apocalyps nabij te
hrikke-'ti- Het eerste deel
an Ga^heet trouwens „Het getal
meel n een beest".
feestecHet verhaal speelt omstreeks
>cht ji 50 Koreacrisis, spanning in
dat ji wereld, conjunctuurdaling. De
:regen rkloze Casimir, zijn vrouw
vers ëlla, hun zieke dochtertje, op
n Gel n paar ellendige kamers boven
i Gen t huis van een goedige begra-
i Dlck lisondernemer en zijn loeder
breven n een 1 vrouw. Een andere
sinter urder. de eenzame Rus, sym-
rwend, ol van goedheid, wijsheid en
fland? enselijkheid. Min of meer als
op 20 [enspelers de rijkaards: de
klas latrassenkoning" Da Spicca,
z'n zieke zoontje verliest en
ankzinnig geworden zelf-
iord pleegt; de jutefabrikant
die in een voortdurend
leeft tussen zijn kerk-
ïesterschap en zijn erotische
mturen, een zwakkeling die
ten slotte toch niet zonder
bisschoppelijke zegen kan
Uen; dan een bisschop als Pe-
driftig, bepaald niet heilig
ir op beslissende momenten
igend voor Gods wil.
Jaar het gaat ten slotte om
simir. Door de voorspraak
n de bisschop krijgt hij einde
een baan: nachtwaker op
kerkhof. Hij verstrikt steeds
r in de netten van de waan-
tot hij het lijk van zijn ge
lest?
blio-
met
imam
storven dochtertje gaat opgraven.
Dan blijkt het zijn vrouw Noël-
la te zijn, die alle klappen krijgt.
Steeds meer schuift de schrijver
deze stille vrouwenfiguur van de
achtergrond naar voren. Zij is
het die dit alles ondergaat: ar
moede en ziekte, vernedering en
de krankzinnigheid van haar
man, die ten slotte de Rus ver
moordt, de enige bij wie Noëlla
menselijk medeleven had onder
vonden.
Het is ondoenlijk dit fascine
rende boek in kort bestek recht
te doen wedervaren. Ook al
doordat de schijnbaar nietige ge
beurtenissen in deze 400 bladzij
den dikke roman tintelen van le
ven en een symboolwaarde mee
krijgen zoals men die kent in
de moderne poëzie. Ruyslincks
taalschat is rijk geschakeerd, zo
wel in het verhevene als in het
platte.
Natuurlijk is dit geen boek
voor kinderen en andere geeste
lijk onvolwassenen; Ruyslinck
ncfemt de zaken die hij in -de
krochten van het mensenleven
waarneemt, bij hun naam. cn
niet iedereen kan dit verwerken;
maar nergens wekt de schrijver
de indruk van te coquetteren,
noch met de mystiek noch met
het realisme.
Een simpel priestertje aan .het
eind van het boek weet Noëlla
maar een paar woorden toe te
voegen: ..God is liefde". ,,Je
kunt gelijk hebben, dacht ze,
maar ik snap er niet veel van".
Zal Ward Ruyslinck hierin blij
ven steken, of zal hij ons in
volgend werk duidelijk maken
dat de zin van het menselijk be
staan bepaald is doordat Gods
liefde over het dal van Hinnom
is uitgeroepen.
W. S.
Dat eerste is ieders plicht als
mens en christen. Het vraagstuk
van de homosexualiteit, dat be
grijpelijkerwijze in onze niets
verhullende tijd openlijk wordt
besproken, dringt zich op aan so
ciologen, psychiaters, artsen, pre
dikanten, pedagogen, ouders en
voorts aan ieder die met open
ogen door het leven gaat. Onze
lezers zullen allicht al aangekon
digd hebben gezien het zojuist bij
Bosch Keuning N.V. te Baarn
verschenen werk De homosexuele
naaste, geschreven door een zes
tal ter zake kundige en vertrouw
de voorlichters. In zulk een werk
staat men op de bodem van de
werkelijkheid en de zorg; niet het
afzonderlijke geval, maar het al-
nier waarop zulk een vraagstuk
voor het brede publiek moet wor
den benaderd, ook al vindt men
geen kant-en-klaar oplossing.
Aangezien de kunstvorm die ro
man heet, het leven spiegelt, zul»
len onvermijdelijk ook zulke an-
dersgeaarden in de liefde daarin
verschijnen, vooral wanneer de
schrijver of schrijfster zelf zo
aangelegd is. Een recent en al
geméén bekend voorbeeld is de
verleden jaar gestorven schrijf
ster Anna Blaman. Hoe kunnen
zij anders dan hun persoonlijke
tragiek projecteren in hun roman
concepties! De noodkreet van De
Verliezers destijds in deze ko
lommen besproken klinkt nog
na in de oren van wie dit boek
hebben gelezen en vooral van hen
die de schrijfster hebben gekend.
Medische visie
Dat ook een normaal aangelegd
auteur het thema van de homo
sexualiteit ln een roman behan
delt, kan voorkomen. Vestdijk ls
medicus, al practlseert hij niet,
en die medische visie heeft in zijn
jongste roman, Een Alpen-roman
(uitg. Uitgeverij De Bezige Bij)
zelfs, zij het incidenteel, een dui
delijke en nadrukkelijke plaats
gekregen en wel in de vorm van
een brief, geschreven door een
arts ln antwoord op een vraag
om raad door een van de be
trokken vrouwen. Maar die medi
sche belangstelling blijft in het
Literair
werkstuk
met
gevaarlijke
tendenzen
"groei Ervaringen
e! Jij 3
it de gezinsoorden
ïrvarlngen uit de gezinsoorden,
leel 3, 4 en 5. Publikatie van
iet ministerie van maatschap-
«lijk werk. Uitgave Staats-
Irukkerij. en Uitgeverijbedrijf,
len Haag.
lis vervolg op eerder versche-
i deeltjes in deze reeks wordt
Uis aandacht geschonken aan
sociaal-culturele activiteiten
eel 3), het jeugdwerk (deel 4)
de geestelijke verzorging (deel
de gezinsoorden. De werk-
.n zeer gericht op de prak-
che benadering van hen, die in
ie oorden verblijven en behan-
len vooral de wijze, waarop
itreefd wordt naar aanpassing
n „moeilijke" gezinnen aan het
rmale maatschappelijke leven.
De samensteller van de brochu-
Geestelijke Verzorging, de pro-
itantse geestelijke verzorger
Westmaas, wijdt ook een
ofdstuk aan de samenwerking
tóen de geestelijke verzorgers
n verschillende kerkgenoot-
ge. happen. Doorgaans werken in
gezinsoorden zowel een r.k.
een protestantse geestelijke
'zor-ger.
|Door een nauwe samenwerking
i goede arbeidsverdeling
de beide verzorgers kon
irden voorkomen dat de beide
stores nooit als concurrenten
-'rden beschouwd, slechts zel-
!n tegen elkaar uitgespeeld en
tijd als samen-tot-de-gemeen-
hap-behorend werden tegemoet
treden. Deze samenwerking
led, aldus de ervaring van de
Westmaas, het klimaat van
geestelijke verzorging veel
ied. En waar deze sfeer een-
geschapen, bleek het
>k mogelijk, met succes geza-
ienlijk godsdienstige bijeenkom-
'"ti te houden, zoals Kerstfees-
i. Advents- en Passie-avonden,
ten vond het vanzelfsprekend,
»t daarbij beide geestelijke ver-
Rgera het woord voerden.
BEROEMDE ACTEURS VAN HET WERELDTONEEL
Dertig jaar ge
leden, om precies
te zijn op 8 sep
tember 1931, de
buteerde in het
Parijse „Théatre
de rAtelier" van
Charles Dullin
een twintigjarige
jongeman, die la
ter een wereld
beroemde naam
zou dragen: Jean-
Louis Barrault.
Hij heeft een bo-
diendenrol in Ben
Johnsons door Ju
les Romain be
werkte „Volpo-
ne". De jonge
Barrault is niet
rijk en daarom
mag hij 's-nachts
ln het theater sla
pen op het bed
van Volpone,
Later, in 1955,
zal hij in hetzelf
de stuk terug
keren als de boef
en woekeraar
Corbaccio en dan
kent heel de we
reld zijn naam,
want Barrault
heeft zich met
zijn veelzijdig ta
lent opgewerkt
tot Frankrijks be-
roemdste acteurs.
Hij reist graag en
treedt in alle gro
te plaatsen in het
buitenland op,
zodat ieder hem
kent.
Buiten de schouw
burgzaal kent de
massa hem van de
film. In „Les En-
fants du Paradis"
bijv. was hij de be
roemde pantomime-
speler en velen
denken nu, dat hij alleen maar
pantomime-speler is, maar niets
is minder waar.
Hij is thuis in iedere rol, die het
toneel hem heeft te bieden, met
en zonder masker, want hij is de
man van het „théatre total": van
de vroegste Grieken tot het mo
dernste avant garde-toneel, van
de aangrijpendste tragedie tot de
vlugste en vluchtigste comedie.
Hij wil, waar hij staat, de mens
uitbeelden in de meestomvatten-
de veelzijdigheid, waartoe zijn
groot talent hem de mogelijkhe
den biedt. Zijn devies is: „Sur
l'Homme, par l'Homme, pour
rHomme". Verbaas, u niet hem
tegen te komen als schurk, als
heilige, als nar, als gefolterde, als
koning en als bedelaar.
De Franse fotografe Thérèsc
Le Prat heeft Jean-Louis Bar
rault op zijn reis door de onme
telijke wereld van het theater
gevolgd en met haar camera hem
in zijn meest karakteristieke rol
len getroffen. Zestien van haar
sublieme foto's zijn bijeenge
bracht in het door Verlag Jo
hannes Maria Hoeppner te Ham-
burg-Volksdorf uitgegeven foto
boek: „Jean-Louis Barrault" (voor
Nederland: W. P. v. Stockum en
zoon N.V,, Den Haag). Men ziet
er Barrault in zijn rol van Chris-
toffel Columbus (Claudel), Cor
baccio (Volpone-Ben Johnson),
het paard (Les suites d'une
course van Jules Supervielle),
Orestes (Choëphoroi-Aeschylos),
Hamlet (Shakespeare), de Mi-
santhroop (Molière), Marlborough
s'en va-t-en guerre (Achard), La
zarus (Obey), Kardinaal Zampi
(Bacchus-Jean Cocteau), Mala-
testa (Montherlant), Pour Lucrè-
ce (Giraudoux) en Antioohus
(Bérénice-Racine)
Op de foto: Jean-Louis Barrault
als Kardinaal Zampi uit Coc-
teau's „Bacchus", het stuk, dat
de R.K. Cocteau In 1952 schreef
als protest tegen Sartre's „Le dla-
ble et le bon Dieu".
Dertig Jaar Jean-Louis Bar
rault: dat Is waarlijk le théatre
total of nog stringenter uitge
drukt: Ie théitre complet.
EV. GROLLE.
«OCl
Uil!
boek secundair. Deze Alpenroman
ls in de eerste plaats een boek
van de romancier Vestdijk.
De titel is niet helemaal juist,
want de (Beierse) Alpen vormen
slechts entourage, hoe levendig
en uitvoerig ook getekend. Mis
schien heeft de titel van een mu
ziekwerk van Richard Strauss, de
Alpensymfonie, op de keuze van
de titel invloed uitgeoefend. Vest
dijk is, zoals men weet, een fer
vent muziekminnaar en dit, zijn
jongste werk, is heengeschre
ven naar een climax van muzi
sche verrukking, waarbij men on
willekeurig aan de Tristanmuziek
van Richard Wagner moet den
ken. Dat hij deze climax heeft
weten te bereiken, niet lang voor
het einde en langdurig voorbereid,
op de juiste plaats in het boek
dus het twaalfde van de in to
taal achttien hoofdstukken en
dat wel gepaard gaande met een
grote, gepassioneerde intensiteit,
bewijst opnieuw zijn grootheid ais
schrijver, maar dit hoogtepunt,
of liever gezegd deze uitbarsting,
van liefdesverrukking bewijst
niets van de gesuggereerde su
perioriteit van deze afwijkende
vorm van liefde tussen twee men
selijke individuen.
Voorgeschiedenis
Op de omslag van deze roman
vertelt Vestdijk het een en ander
over de voorgeschiedenis van het
boek. Een blik ln de keuken van
de auteur welke op zichzelf na
tuurlijk interessant is, maar de
illusie van werkelijkheid schaadt,
die de schrijver zo zorgvuldig
heeft opgebouwd. Belangrijk is
het te vernemen, dat de historie
van Lucie en Anna
en dan mag het werkwoord „ver
zinnen" hier als een „understate
ment" gelden en gerust gecreëerd
betekenen. Een geval dus aan de
fantasie ontsproten, althans door
de scheppende fantasie gevoed
en gevormd. Kan reeds in de
praktijk een enkel geval niet als
maatstaf gelden, een literaire
creatie kan dat nog minder. De
ze hooggestemde liefde, die alles
achter zich laat en het bovenaard
se nadert, heeft binnen de gren
zen van de roman overtuigings
kracht, maar bewijst buiten aie
grenzen, voor de praktijk van be
moeienis, hulp en zorg, niets. Ik
bedoel niet dat het boek geen be
langrijk psychologisch materiaal
bevat voor de kennis van de
mens. Maar het grote gevaar van
dit boek ligt hierin, dat die inter
ne overtuigingskracht op lezers
(en zekere lezeressen!) die niet
kunnen onderscheiden, de indruk
van externe bewijskracht maakt.
En wat wordt er van „bewezen"?
Lucie's schoonzoon Charles zegt
het op bl. 341: „Het is omdat je
eindelijk jezelf wil zijn en de he
le vervloekte maatschappij in het
gezicht kietelt"...
Natuurlijk moet de maatschap
pij weer vervloekt zijn om enkele
uitzonderingen van hart en geest
die hoge plaats te kunnen verze
keren, die zij volgens de maat
staven van het boek innemen.
Deze uitspraak komt wel uit de
mond van Charles, de would-be
cynicus die er voortdurend op
uit is te schandaliseren; en Lucie
zelf, evenals Anna trouwens, kent
schuldgevoelens, al worden die
tenslotte terzijdegesteld; maar
het is impliciet toch de houding
van de auteur. Het is de burger
lijke moraal en daarachter do
christelijke ethiek die het ontgel
den moet. Het is een eindelijk en
volledig zich willen losrukken van
de conventie en haar een exem
pel in het gezicht smijten, waar
bij ze verbleken moet, gedachtig
aan de caricatuur die het burger
dom van liefde en huwelijk heeft
gemaakt.
Zonder ogen sluiten
Nu kan men zich van de tekort
komingen van de burgerlijke mo
raal en van de christelijke ethlek-
in-de-praktljk pijnlijk bewust zijn,
zonder er de ogen voor te sluiten
dat ook die hogen en uitzonderlij
ken op diezelfde maatschappelij
ke orde steunen.
Deyssel zijn dithyrambe op het
proza schreef, was Frans Net-
scher ..toevallig in de buurt".
Iets of iemand moet de storm
van inspiratie losmaken. Zo onge
veer ging het hier ook. „Lang
zaam verdichtte zich de emotio
nele spanning, ik voelde het on
weer naderbijkomen, dat over
mij en de roman zou losbarsten",
schrijft de auteur aan de uitgever
(zie de omslag). Kan hem, de
medicus, de idee van de Lesbi
sche liefde zó in verrukking bren
gen? Ik geloof dat hij deze onge
wone vorm nodig had om eigen
moeilijk los te krijgen gevoelens
van verering en overgave aan
zijn sujetten te lenen. Zo blijkt
zelfs intern, dat er niets bewezen
is, dan dat verdrongen godsdiensti
ge gevoelens de wonderlijkste we
gen en de minst voor de hand
liggende objecten kunnen kiezen
om zich vermomd uit te spreken.
Natuurlijk kan liefde dé grens
van de krankzinnigheid naderen
of overschrijden en de passie van
het bloed gaat tot aan de grens
van de dood. Dit alles is nog geen
religie, maar kan zonder religie
nooit geheel worden begrepen.
Een navertellen van de geschie
denis laat ik nu maar achterwe
ge. Bij een vorige gelegenheid
schreef ik over Vestdijk, dat hij
ondergronds een estheet gebleven
is. In dit jongste boek openbaart
Vestdijk zich voor mij als d» ver
borgen romanticus. Hij is er voor
mij menselijker door geworden.
Zijn Alpenroman is als literair
werkstuk groot, maar de strek
king die er nu eenmaal ls, al
lapt de auteur elke gedachte aan
tendens aan zijn laars, kan voor
jongeren en onevenwichtigen fu
nest zijn. En aangezien de er
varing leert dat dergelijke boeken
toch gelezen worden, kan men al
leen maar aandringen op een po
sitief voorleven van een werkelijk
christelijke ethiek en een even
positieve voorlichting, ook wat be
treft sexuel» aberraties.
C. RIJNSDORP
De op eenzame hoogten levende
Nietzsche, die de Uebermensch
creëerde, streek iedere maand
zijn pensioen op, dat de „veel te
velen" hem van zijn 34e jaar tot
zijn dood toe hebben verzekerd.
Nietzsche won er een beperkte
zelfstandigheid mee en het strekt
de Bazelse universiteit tot eer.
We hebben elkaar nodig
Daar komen ze!, door Paul De gedoemde
Kroonder, Bussum.
De kreet, die in de vroege mor-
„>n van 6 juni 1944 langs de
Duitse kuststellingen in Norman-
steekt een verfijnde hypocrisie klonk, heeft de schrijver tot
nèraliscrend de w'êrkïïljkheid uit Sen'je"", "kwamln'onder^hrt u,nr^f{r "Ld?1" df*"njp d*ria"d'Kitendhekl tê'hebben
het oog verliezen en de burgerhi- hnn h>tmm»nui»rn«r« teralre thriller, zoals ae «ap Worven met zijn Zoon van An
I®* titel van het boek gekozen. Daar
Hammond Innes. Uit het En
gels vertaald door R. de
Graaf. Uitgave A. W. Bruna
en Zoon, Utrecht.
laatste boek van Richard Wrighl
Een ontspanningsroman, rijk 0p 52-jarige leeftijd overleed dez*
in schokkende gebeurtenissen Amerikaanse neger-schrijver het
- goed gecomponeerd, met wei- vorige jaar te Parijs,
het oog verliezen
ke samenleving die hen draagt,
verachten.
-, nuira, met zijn Zoon van Ameri-
- dl' Zwar'e Beertje juichend ka e„ het aïCn ontroeren(1e werk
5J* meent te kunnen melden. In de Negerj(>nge„.
uc nnniuntis ie anhrnilr opmaakt
de burgerlij- gedreun van hun bommenwerpers
<<"«1 cn het bulderen van het zwaarste
Wie God. Christus, de engelen, Europ"''!" vrljhe'w moïït'herge! Wright,* die vóór alles dichter
- begonnen.
De invasie (D-day)
i het
i verering en volstrekte dere verloop van de strijd
•v westeuropees grondgebied
ln de oorlogsliteratuur
op
teratuur de romantische liefde,
afleggertje uit de Tristan en Isol-
de-sfeer, zich al lang heeft over
leefd met haar eeuwige driehoeks-
verhoudingen, komen vanzelf de schouwing
gebieden aan bod: homo- de slag
legio. Maar tot op heden
steeds van geallieerde zijde. Nu
i« or dan eindelijk een Duitse
be
de
Nieuwe waarden
de vooral bij de'film gebrui- was Js er jn g€Siaagd zijn laat-
kelijke flash back. We worden stc boek een magistrale gestalte
namelijk aan het en a®n geven, De diepste achtergron-
het eind van dit bo«k met een den van hct nationalisme aan de
rechtszaak geconfronteerd. Daar Goudkust (het tegenwoordige Gha-
tussen komt het verhaal uit de na) komen er helder in uit, zo-
verf, de story „van menselijke mede de psychologische factoren,
intriges en strijd om olie en wa- idje tot een njeuw voik kunnen sa-
ter fn de uitgestrekte Arabische menbinden. Wright heeft in zijn
woestijn Een spannend en vlot indrukwekkende zwanenzang dui-
boek, dat men zonder onderbre- delijk gemaakt, waarom de vol-
king uit zal willen lezen. keren van het Donkere Continent
in hun totaliteit zullen ontwaken.
,?.^UI^,ailrT>Dat dit eens gebeuren zal, weten
reeds. Over de motieven wordt
i Keu-
Wallis. Uitgave Bosch
nlng N.V., Baarn.
Dayuma is het adembenemen-
nog wel
T Frankrijk van
sexualiteit, incest, perversiteiten. andere zijde. Dit is nuttig.
De schrijver heeft, gezien
bijgevoegde literatuurlijst,
degelijke voorstudie van zijr
Op hoger literair niveau is het derwerp gemaakt. Hij is in de de verhaal van het geduld,
de bijzondere mens, die de sa- gelegenheid geweest de beslissin- moed, de volharding en bovenal
menleving moet vernieuwen, die gen van de Duitse commandan- het geloof van een Amerikaanse
de mensheid ten tegen de achtergrond van de zendelinge, die het zich als taak
gebeurtenissen te bezien en van gesteld ziet de Auca-indianen te
hun mentaliteit en gedachtengang benaderen en tot het Evangelie
foordelen. Dit is de waar- te brenger
dit boek. Daarnaast heeft Na vele
er niet kunnen voorko- maar de
men, dat zijn spijt over de Duit-
nederlaag soms te veel tussen dat als kind haar moordende verhaal
gespeculeerd.
we waarden'. Deze^belde ontwik-
kelingslijnen laten zich gemakke- uit te beoordelen. Dit is de
lijk verenigen. Bij Vestdijk ziet de van dit boek. Daarr—
men nu iets dergelijks. Natuurlijk hij echter niet kunnen
is het zijn eigen behoefte aan ver- 144
ering en zelfverlies, die hij hier
Een Avondje In Muscadin,
door Jaap Komijn en mr. A.
Roothaert. Uitgave A. W. Bru
na en zoon, Utrecht.
jaren slaagt zij hierin, Avondje in Muscadin schreven,
weg is wel zeer moei- hebben hiervoor de vorm van
Dayuma, het Auca-meisje, een briefwisseling gekozen. Het
verdwenen die-
op 2
lens is secundair. Toen Van pen.
BAREND DE GRAAFF'S TRILOGIE
„0m 't óteenen paert
IN ÉÉN BAND
- a wo°rd Utrecht en voor een deel in Ant-
leert zij van dit kind de taal en werpen en beide schrijvers gaan
hoort de leefgewoonten van de ieder in een stad op onderzoek
stam, waar moord en wraak de uit en delen elkaar hun bevindin-
bekendste begrippen zijn. gen per brief mee. Uit deze brie-
De zendelinge, Rachel Saint, ls ven is nu de roman samengesteld
een ijverige leerling, maar vindt Een oorspronkelijke vorm. De in-
tot haar vreugde ook een ontvan- houd is minder. Het verhaal komt
kelijk gemoed en Dayuma wordt nogal moeizaam op gang en de
de eerste Christen-Auca. Later ontknoping, die toch de top van
keert zij met Rachel naar haar een climax moet zijn, doet de le-
volk terug en heel langzaam zer teleurgesteld beseffen, dat er
dringt danjn ^de ^wildernis het veel leven werd gemaakt om bij
een Dat men het boek toch leest, is
Eli- te danken aan de schrijverstalen-
één ten van Jaap Romijn en mr.
der vijf zendelingen, die door de Roothaert, die hun sporen op f-
Auca's vermoord werden e» -»'•* j-
De uitga\c in één band van de
oorspronkelijk achtereenvolgens
verschenen romans „Om 't stee-
nen paert", „Werkend wacht ik"
?n „Het standbeeld" van Barend
de Graaff, lag eigenlijk voor de
hand, want deze boeken vormen
duIJ'zlijk één verhaal. Bladerend
ln de nieuwe uitgave worden we
weer eens geconfronteerd met de
grote Ba;,»laan Wouter de Groot,
die in onze herinnering uit de
vroegere uitgaven ls blijven leven venspatroon afwijkt
als de grote B. W. Het zijn her- Barend de Graaff wel iets
1 mieringen aan een goed verteld uit ervaring. Zo'n figuur
verhaal.
lange Hermen" projecties zijn bij dezelfde uitgever reeds
van De Graaffs innerlijk conflict der verscheen onder de titel Vijf
met de Farizeeër in de mens. het kruisen in de jungle,
conflict tussen leer en leven. Dayuma werd vertaald door Ja-
B.W. is de sterke man met eigen coba M. Vrcugdenhil en J. W. de
inzichten en ideeën, die door zijn Groot,
omgeving maar niet zo worden
geaccepteerd, maar die op den
duur toch zegevieren omdat ze
geboren werden uit een eerlijk
en vroom hart. Dit is de strijd
van ieder die van het gewone le-
daar weet
Het grote boek van Valko
Vos, door A. D. HUdebrand en
van dezelfde schrijver: Belfloor
en Bonnevu, de twee goede
reuzen. Uitgave N.V .De Ar
beiderspers, Amsterdam.
Genade voor wet en geweten,
door Elleston Trevor. Vertaling
Halbo C. Kool. Uitgave Hollan-
dla N.V., Baarn.
Een sterk boek van deze schrij- zullen gaain Het mees? opvallend
.r Uno urH ni goede boe- ls dat deze jeugdboeken niet ge-
gaat het schreven zijn over de Jeugd. Het
grote boek van Valko Vos speelt
wij al
ken danken. Ditmaal
ook over de gespannen sfeer in
Is het nodig nog eens te herha-
Lange Hermen, de nuchtere vent, Amerikaanse'reclamewereld. Het voïlcdig"ïn de"dierenwereld""Hot
'st sterke .K.!?.e.vencndEcn j°nge leven onder de dieren in het bos
van hem niet de diep ontledende
psychologische of problemenro
mans verwachten. Bij deze schrij-
proeft men de vreugde
ver- met al het lief en leed dat c.
on- in een dierenleven is, vormt het
een thema van het boek. De origine-
1®, opzet en de dikwijls geestige
„VI „„6 .v levensvisie een gezonde critiek vnmw, slachtoffer vm een
len dat hierin Juist de kracht ligt levert op de „onopzettelijke" hui- keersongeluk, wordt door de
Barend de Graaff? Men moet chelarij, de primitieve kerkelijke bekende dader gemaakt tot
uen boerentradities waarbij het le- symbool van een actie voor
ve" in de knel komt. lig verkeer. Op deze wijze tracht situiTt ie tekening zuÏÏe*n'ook*de° ou-
Mlsschien niet zo sterk bewust, de dader met zichzelf in het reine dere lezer nog boeien.
niaar totnogtoe is dit een van de te komen. Het is een meeslepend In Belfloor en Bonnevu worden
het ambacht die hij zelf beleeft drijfveren tot zijn werk geweest, boek. waarin het milieu op bij- twee reuzen ten tonele gevoerd
zijn verhalen. Het trof mij de vrijmaking van een innerlijk zonder knappe wijze is getekend, die verwikkeld raken in allerlei
hoe geen schrijver conflict. Jammer van enige vloeken. Nog moeilijkheden met de gewon»
Overigens behoeven we. gezien meer jammer dat in dit boek. hoe- mensen. Een dankbaar gegeven
vorige artikelen hier weinig wel hogere waarden er zeker niet waarvan de schrijver op fanta-
voeden, in ontbreken,van godsdienstige sierljke wijze gebruik heeft
ontkomt aan een zekere mate
van auto-biografie in zijn werk.
„Om 't steenen paert" heeft met anders meer
zijn andere trilogie „Het geslacht -
Garderen" dit gemeen, dat d e
hoofdpersoon „de grote BW."
en in „Het geslacht Garderen"
toe te voegen, ;n ontbreken,
aan dat Zomer Keuning te Wa- bezinning niets is terug te vinden, maakt om een spannend jeuëd-
geningen er een mooie uitgave Tenzij enige beschouwingen over boek te schrijven. Beide boeken
zijn bovendien