De drie reuzen van Drimdrai Puzzel KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZATERDAG 9 DECEMBER 1 VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE 3- PRECIES als jaren geleden voor dat Jan Roosendaal aan de Groningse Universi teit ging studeren, lag daar het kleine strandje omsloten door zware keistenen. ..Mijn kleine Riviéra". noemde hij het nie tige plekje, dat tijdens dc vloed vrijwel zijn hele gebied aan de zee moest afstaan maar het bij eb in een soms onafzienbare lengte zag uitgroeien. HIER had de tijd niets veranderd. Jan Roosendaal zag het met voldoening. Er was geen uitgebreid onderzoek voor nodig om te kunnen vaststellen dat alles bij het oude was gebleven. Ter weerszijden van het strandje lagen nog de door de meeuwen besmeurde dam- keien en aan de kop stond nog het oude geteerde paalscherm De schelpen waarvan het zeewater pas was afgegleden lagen diep weggedoken in het kleffe zand en toonden slechts hun blanke geribbelde ruggen. Jan Roosendaal zag het allemaal in een oogopslag. Tien jaar was het geleden dat hij afscheid van dit plekje genomen had. Tien jaren ook waren er voorbij gegaan dat hij Anja hier op deze zelfde plaats voor het laatst in haar blauwe ogen keek. Daar onder de dam, half in het water, lag dc platte steen waarop ze samen hand in hand gezeten hadden. Langzaam liep hij er naar toe. Hij groef het grind, dat door het rijzen de water om de steen was geplakt zorgvul dig weg cn betastte toen de kale wand van het gevaarte. Lang moest hij zoeken, ter wijl het zacht kabbelende water mild zijn hand streelde. Een vissermanskop keek nieuwsgierig over het paalscherm naar de vreemdeling onder de dam. Jan Roosendaal zag het niet. In gedachten bleef hij een poosje staan. Nee, hij kon zich niet vergist hebben. Opnieuw betastte hij de steen van boven tot onder. Toen stootte zijn hand op een paar inkervingen Dc tijd heeft toch zijn werk gedaan, dacht hij een beetje mistroos tig. Bijna verborgen in het zand ontdekte hij de figuurtjes in de steen die tien jaar geleden zijn liefde voor Anja tot uitdruk king moesten brengen. In de loop van de tijd was dc kei dieper in het zand wegge zakt en het zou niet lang meer duren of het symbool van hun trouw zou voorgoed naar de diepte zijn verdwenen. Wat bewoog hem eigenlijk om nu. na zo veel jaren naar deze plek te gaan. Nauwe lijks twintig waren ze toen zc hier hun ro mantische uurtjes beleefden. "t Had lang geduurd eer hij het hart met de initialen van Anja cn hem in de har de wand van dc steen had gekrast. Lachend had ze toegezien hoe hij het vermoeiende karwei verrichtte. Ze was dicht bij de zee komen staan cn had haar hand op zijn weer in de avondlijke ietwat gespannen sfeer op te nemen. Hij zag hoe iemand moeizaam door het zand ploeterde en zich een weg naar het water baande. Bij het telkens overslaande vuurtorenlicht probeerde hij de plotselinge verschijning nauwkeuriger te definiëren. r\NBEWEEGLIJK bleef hij op dezelfde plaats staan. De flitsen raakten het ge zicht van de onbekende dat zich een ogen blik naar Jan Roosendaal had gewend. Hij trachtte in dat ogenblik alles in zich op te nemen. Het lukte niet. De gestalte naderde de stenen. Haast met hetzelfde gemak als waarmee indertijd Anja het deed. sprong daar die donkere figuur van de ene kei op de andere, 't Ging geruisloos over de sleu ven waartussen door het donkere water raasde. Telkens opnieuw trachtte de vuurto ren de onbekende in zijn zwakke schijnsel te vangen. Eindelijk, terwijl hij het uiterste van zijn ogen vergde, kon hij zien dat de verste steen bereikt was. Het was de platte steen waarop Anja's cn zijn voorletters stonden. Hoe dikwijls had hij vroeger niet vertederd naar haar gekeken wanneer haar ranke voeten lichtelijk de zware keien beroerden. Dan stond hij vlak in de buurt, moedigde haar aan en ten slotte ving hij haar in zijn armen op. wanneer ze de laatste hin dernis genomen had. Op die dagen scheen altijd de zon en de lichte golfjes speelden op hun eigen wijze het spelletje mee. dartel als jonge hondjes die van het mensenspel niets begrepen. „Mijn kleine Rivièra", zo had hij dit kleine oord genoemd. Hoe anders was het nu. Geen ster. geen maan kwam door de wolken. Weggedoken achter een paar losse stenen trachtte hij in de duisternis te kij- Door J. DE BOER neer het ronddraaiende vuurtorenlicht er zijn zwakke schijnsel in wierp. Opnieuw be tastte Jan Roosendaal het hart met de ini tialen. Samen hadden zc op die plaats hun in elkaar gevatte handen gedrukt, maar dc wispelturige zee had dc warmte al duizend maal verkoeld. Eindelijk richtte Jan Roo sendaal zich op. Dc duisternis was onge merkt over het strand gekomen. Het vuur torenlicht was ontstoken en evenals vroeger flitsten dc stralen over het gele zand en doorvlamden zij de naden tussen de keien. TN DE VERTE zag hy weer de nietige dwaallichtjes, die hij vroeger vooF*ccn- zame scheepjes had gehouden maar waar van hQ nB WT&. dat zc*üfe w<£WtJier» wa ren naar gindse havens. Hij stond op de plek waar hij eens zijn dromen gedroomd had. Dromen waarin geld geen rol speelde, maar waarin een jonge vrouw, met ogen klaar als de zee de hoofdrol vervulde. Zijn kleine Rivièra. dat smalle strookje zand tussen de honderdtallen hobbelige kei en had voor hem de grootste bekoring ge had. Het liet hem nooit los. Hij droeg het mee in zijn hart. omdat het het eenvoudige plekje was waar hij eens het geluk maar voor het grijpen had. Anja. wat zou er van haar geworden zijn? Daar achter de schuin oplopende dam die het vissersdorpje tegen de zee be schermde stonden de rustige vissershuisjes, dicht tegen elkaar aangedrukt. In een van die woninkjes zou ongetwijfeld Anja zijn. Zij zou daar wonen als de vrouw van zo'n stoere ongecompliceerde visser. Die ge dachte gaf hem een vreemde gewaarwor ding. Hij liep een eindje dc dam op. Aan do overkant van het haventje zag hij de voorste huisjes staan. Door de witte ovcr- gordijntjes scheen het licht van de petrole umlampjes. In de luwte van de dam stond een groepje vissers te praten. De stemmen drongen gedempt tot hem door. Ze zagen niet de vreemde op de kop van de dam, die ongewild luisterde naar wat zc zeiden. Plotseling wendde Jan Roosendaal zijn gezicht weer naar de zee. Door het gepraat dc vissers was even zijn aandacht af- s echter voldoende om hem onmiddellijk ACHTER hem was alleen maar het geroe zemoes van de verlate vissers. Hij hoopte maar dat ze niet op de dam zouden komen en hem hier zouden vinden. Nu zag hij het toch wel duidelijk, dat alles wat van het aantrekkelijke strandje deel uit maakte. aan kleur had ingeboet. Een uur geleden toen hij over de palen op het strand sprong en het nog zo tussen licht en donker was, leek het er op of de stilte van zijn geliefkoosd plekje iets van de oude be koring voor hem in petto had. Maar de snel invallende duisternis had het onge merkt weer meegenomen. Zelfs de zee scheen zich zelf niet meer. Alsof de spe lende golfjes volwassen waren geworden zo kwamen zc nu. in lange sombere rijen, bruisend van ingehouden kracht naar dc kust rollen. Van de gedaante op de stenen zag hij niets meer. Opnieuw was cr gerucht Een visserman klauterde bij de stenen omhoog. KlompgekJots verbrak de stilte en deed Jan Roosendaal de adem inhouden. Armen- zwaaiënd en voorzichtig tastend met de voe ten daalde de man de dam af. Hij ging rakelings Jan Roosendaal voorbij. Aan de zoom van het strand bleef hij staan. Op dat zalfde oscnblik.-iwiord^»*uj hoe de andere vissers zich verwijderoen. Bevrij dend klonken hun wisselende stappen, die niets met een militaire pas gemeen hadden, hem in de oren. Gespannen zag hij toe op de verrichtin gen van de visser op het strand. Hij moest op de een of andere manier met de per soon op dc stenen in relatie staan Het duurde Jan Roosendaal allemaal veel te lang. Die man bleef daar maar staan. Eindelijk liep hij op zijn gemak naar de zee. Zou hij ae man nalopen of zou hij hier achter de stenen rustig afwachten op de dingen die komen zouden? Maar nee, hij had immers niet het recht zich met andermans zaken te bemoeien. 't Zou best eens een paartje kunnen zijn. dat evenals Anja en hij vroeger, hier zijn paradijsje gevonden had. HIJ BLEEF niet lang meer in het onzeke re. De stem van de visser klonk plot seling over de verlatenheid. Jan Roosendaal kromp ineen. „Anja. Anja. waar ben je", nep de man dringend en met vol geluid. ..Kom bij dat water vandaan Het kan nog heel lang duren voor dat hij komt. Bovendien, het is veel te gevaarlijk, zo alleen bij het rijzen de water. Straks kun je niet meer terug". Een lichte vrouwenstem riep wat terug. Jan Roosendaal spitste dc oren. Hij ver stond het antwoord van de vrouw niet. De naam „Anja" had hem daar een diepe schok gegeven. En wat zocht ze daar bij dat water? Hij hoorde de visser met zijn zware klompen op de stenen klotsen. „An- Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg, Vrederustl; an 178, Den Haag. Oplossingen Wit: 18.34. 33. 40. 41. 42. 44. 45. 47, 4!» OpL: 44—39. 42—37. 47. 4. 4xC - - H v. MEGGE- Zwart: 1. X 8. 12/14. 19. 24 25. .76. 79 Wit: 15. 16. 23, 27. 72. 37. .78.. 41. 42 44. 47 Op!.: 33—38. 23—17'. 47—42'. 18 x 29. 29- 24. i.s No. «45 (J H. H SCHEYENt Zwart: 6. 9. 12. 18 21. 22. 31, 35 44 Wit: 23. 24. 29. 30. 32. 39. 42. 45. 30 Opl.: 45-40. 29 x 38. 42—37. 30-25. 50 8 '21—27. andere varianten verliezen eveneens snel). 25X 3. 8—3 en wint door de dreiging 3—11. No. 648 fJ. H. H SCHEYEN en L. COLIER) Zwart: 1. 6. 7. 9. 11. 13. 14. 19. 26 Wit: 17. 20. 21. 22. 27. 28 30. 38. 41 Opl.: 22—18. 30—24, 24 X 4. 4 x36. 41—37. 38X 2. No. 647 (J. V. d. BOOGAARD) Zwart: 9. 11. 16. 1». 10. 23 26. 28. 29. 35 38 Wit: 27 31. 32. 37 39. 40. 41. 43. 44. 47. 50 Opl.: 27—22' (18x38 gedw 32—27 47—42. 37 —31. 27—21. 39—33. 44 X4 4x16. 20. 33'. 34. 37. 38. 39. 40, 41. 43. 44. 47 Opl: 38—32. 34—30. 44—40. 39X10. 10—5 5 X4 •n wint steeda (op 31—37 volgt bijv. 47—42 en 4X48). Fraai werk van Arie v. d. Stoep Do jeugdige Arie v d. Stoep heeft zich In korte Ujrf ontwikkeld tot een ultatekend pro blemist. Uit het laatste werk. dat wl) van hem toegezonden kresen, lichtten we een tweetal conatructles van bijrondere uwalltrit Belde pro blemen demonstreren de technische vaardigheid en vindingrijkheid \an deze Jonge problemist en zullen de oplossers zeker een tijdlang aan genaam bazig houden. <Si uil O M 1 Mt IJ] 0 0 0 C. se® 0 0 e s m )3 <3 u iS m m «a e 0 a 0 ©f s 0 i B E ja. Anja. kom bij dat water vandaan", had die man geroepen. Zou het werkelijk Anja zijn? Hij wist geen antwoord op die vraag. De donkerheid van het strandje liet hem alles te raden. Nerveus wroette hij in de naden tussen de stenen. Toen kwam de visser terug. Hij verscheen weldra weer op het strand en sneller dan de eerste keer sjouwde hij door het zand. Voor de tweede maal pas seerde hij Jan Roosendaal rakelings. „Dat gaat nu avond aan avond zo", mompelde de visser geprikkeld voor zich heen. „Wat bezielt zo'n kind toch". Op de kop bleef hij staan. „Anja. kom nou.'!" riep hij met klem en vasthoudend heid. Hij stond nu als een standbeeld in de duisternis boven Jan Roosendaal. „Wacht eens", zei hij toen wat zachter, „zou hij nu tocheigenlijk is het er een geschikte avond voor". Alsof hij ergens voor op zijn hoede moest zijn trok hij zijn klompen uit en liep toen op kousevoeten naar de zuid zijde van de zeewering. Jan Roosendaal slaakte een zucht van verlichting toen hij de man zag gaan. Nu hij de beklemming van zijn nabijheid kwijt was kon hij zich weer beter op zijn omgeving oriënteren. "TAE ZEE 7verd rumoeriger en in de verte U meende hij zacht gezoem te horen. Er werd een lichtje zichtbaar dat rijzend en dalend zijn weg zocht. Het bezorgde hem nieuwe onrust. Een schip voor de haven lokte de mensen naar buiten. Als straks de scheepshoorn de komst van het schip aankondigde zouden ze hier in-de buurt van het strand gaan sa mendrommen. Het zoemen werd duidelijker: het lichtje groeide. Er kwam een rood lichtje naast en weldra een groen. De koers van het schip was scherp op de haven gericht. Dat had de oplettende visser al ontdekt toen hij zo plotseling van houding Veranderde, meende Jan Roosendaal. De jongeman werd zo geboeid door het naderende kleurenspel dat hij bijna Anja en de visser vergat. De vrouw had reeds de stenen verlaten en liep monter over het strand. Met één sprong stond ze op de dam. Snel. soepel en zonder hem op te merken zweefde ze Jan Roosen daal voorbij. Ze voegde zich bij de wachtende mensen. Behoedzaam liet Jan Roosendaal zich van de dam afglijden. Anja stond onder het licht van een havenvuurtje. Er was geen twijfel meer mogelijk. Het was dezelfde Anja van tien jaar geleden. Ze was nauwe lijks ouder geworden. Jan Roosendaal lette niet meer op het schip dat bezig was de haven in te zwaai en. Hij hield geen oog" van Anja af. In elk gebaar dat ze' maakte herkende hij haar. Zo als ze daar naar het draaiende schip stond te kijken zag hij in haar ogen de zelfde gloedvolle verwachting die hij er vroeger in zag. Straks zou hijja, hij zouHij had geen controle meer over zijn gedachten. Het schip stootte tegen de wal. Een jonge gebruinde zeeman sprong er af en liep zoekend tussen de belangstel lenden door. Zijn voeten bewogen zich nog onwennig op de vaste grond. Het werd plot seling mistig voor Jan Roosendaal's ogen. Maar de deklichten hielpen. Zij wierpen hun schijnsel op de brug en verlichtten de bronskleurige letters daar boven. Als ver suft staarde hij naar de letters. Ze keken hem spottend aan, ook toen de deklichten al weer een andere kant waren opgedraaid. „De vrouw Anja" heette dit schip. Hij zag nog meer. Anja en de jonge zeeman liepen op elkaar toe. De zeeman tilde haar op en droeg haar over de treeplank aan JAN ROOSENDAAL die vandaag de tijd J van tien jaar geleden zo intens door leefd had. kon een gevoel van afgunst nau welijks onderdrukken toen hij de twee ge lukkigen zag. De belangstellenden gingen langzamerhand naar huis. Het scheepsvolk zocht de kooien op. De lichten werden ge doofd en ov^r de donkere haven, dicht'bij. de dam langs, gingen Anja en haar zee man., dia2ijn schip naar haar had ger hoemd. blij en gelukkig naar huis. Ook Jan Roosendaal slenterde de haven af. Hij hield het paartje voor hem scherp in het oog. De aanwakkerende wind maakte de zee actiever. De golven begonnen de kleine Rivièra te belagen en de steen met het in gekraste hart zakte weer dieper weg. Maar in het leven van Jan Roosendaal had dat alles zijn rol uitgespeeld. Hij had er vrede bij. Voor hem liep het meisje om wie hij vandaag naar het kleine vissersdorpje was gekomen. De vraag wat er van haar geworden was hield hem al zo lang bezig. De deur van een pittig huisje midden in het dorp ging open en weer dicht. Daarna viel overdadig en vriendelijk licht door de ramen. Jan Roosendaal keer de zich om. Op een heuvel bleef hij staan en zag hoe het rijzende water schuimend de kleine Rivièra overdekte. In Anja's huis je wist hij warmte en geluk. Zijn vraag van jaren was beantwoord en hij wist wat er van Anja geworden was. (Vervolg) Zijn bevelen werden met een uitgevoerd. Honderd boogschutters in blinkende harnassen bewaakten de muren en torens. De brug gen over de stadsgrachten werden opgehaald, de poor ten gesloten. Al wie buiten de stad was kon er niet meer in. al wie zich in de stad bevond kon er niet Ja sire, zei hij beleefd maar hij verzette geen Stuur het hele leger erop af, met pieken en sa bels en pijlen, schreeuwde de koning. Weer boog de generaal. weer verzette hij geen Doe dan iets! riep dc koning, ten einde raad. De soldaten durven Filo?- niet, sire, zei de generaal, Filo kwam voor de die zelf ook niet durfde grachten poorten en mu- Buiten de troonzaal klonk ren en keek er nieuwsgie- I °Pe?n£L een vreselijk ka rig overheen. Wat K~~' stad groot en mooi! Maar hoe kwam hij binnen? Hij keek eens naar de diepe» gracht, naar de hoge mu ren, de opgehaalde brug gen en de honderd boog schutters. die hun pijlen op hem richtten. Hij lachte eens. nam een aanloopje, sprong over de gracht, greep zich vast aan de muur. De sidderende boog schutters zonden hun pijlen op hem af. De meeste pij len stuitten af op Filos le ren buis en broek, maar één pijl bleef in de huid van zijn blote hand steken en dat prikte! Boos veeg de de reus de soldaten van de muur en klauterde de stad binnen. Als een lopend vuurtje verspreidde de ongelukstij ding zich door de stad. Een reus. zo groot als een huis. is in Drim geko men! Hij zal ons allemaal verpletteren. Vlucht men- Maar Filo had helemaal geen kwaad in de zin, hij begreep niet goed waarom de mensen voor hem weg renden. Bovendien was hij moe van de lange tocht. Zijn honger had hij al ge stild. hij zocht nu naar een plekje om eens prettig te kunnen uitrusten en opzijn gemak de ijverige mensjes gade te slaan. Dat plekje vond hij op een groot plein. Hij zag de kerk en hel stadhuis, er liepen duiven rond en naast de ingang van de kerk stond het kraampje van vrouw Fie- kel, die gepofte kastanjes aan de voorbijgangers ver kocht. Filo betrad hel plein, knikte tevreden toen hij zag hoe hoog de huizen hier waren en maakte hel zich gemakkelijk. Dat wil zeggen: hij veegde vrouw Fiekel met kraampje en al van haar standplaats en f!ing cr zelf zitten, lekker cunend met zijn rug tegen de kerktoren. Toen viel hij, zonder zich iets van de I woedende mensen aan te trekken, in slaap. In de troonzaal van het paleis zat koning Riderel zich hevig op te winden, i Jaag die reus de stad uit! riep hij voor de twin s' de baal. De koning gaf de hofmaarschalk bevel om te kijken wat die herrie be tekende. De hofmaarschalk keerde terug mét een ern stig gezicht Een arme oude vrouw wenst zich te beklagen, si- re. zei hij. Laat binnenkomen. Vrouw Fiekel. bevend en leunend op haar stok, be trad de troonzaal. Ze snik te: Majesteit, de reus heeft mijn kastanjekraam pje vernield en mijn plaats je bij de kerk ingenomen. Ik heb recht op schadever goeding.. Koning Riderel kreeg het warm. Schadevergoeding! Dat klonk heel gemakke lijk. Maar kon je gaan i zeggen: „Hé, grote lummel, je hebt die arme vrouw van haar plaats gejaagd, vooruit: betalen". Toen vrouw Fiekel merk te, dat haar klacht niets uitrichtte, wierp ze een bo ze blik in het rond. Goed. zei ze minach tend. Als de koning mij geen recht wil doen, zal ik mijn zoon verzoeken zijn oude moeder bij te staan. Goede middag. Met opgericht hoofd ste vende zij het paleis uit. De koning zuchtte weer eens, hij wist geen raad meer. Vrouw Fiekel had een zoon, dat wist hij. Een flinke jongen, die als knecht bij de smid werkte. Maar wat kon één jongen, al had hij harde handen en brede schouders, tegen een reus beginnen? Sire, zei de generaal zacht, ik geloof dat we de reus tot vriend moeten maken. Tot nu toe hebben we geprobeerd hem met geweld tegen te houden en dat lukte niet. Maar als we hem nu eens vertelden dat hij zeer welkom is in Drim en dat we alles zullen doen om het hem naar de zin te maken... dan zal hij ons beslist geen kwaad doen. Dat is een goed idee. riep de koning opgelucht. We zullen hem ook op het grote feest van van avond uitnodigen. Op uw verjaardags feest? vroeg de hofmaar schalk angstig. Ja, antwoordde de ko ning. Het is een grote eer om voor mijn verjaar dagsfeest te worden uitge nodigd, dat zal die reus ook wel begrijpen. Hij zal heel trots zijn en in plaats van ons schade te berok kenen. zal hij voortaan on ze stad beschermen. Ik hoop het, zuchtte de hofmaarschalk. Zeg tegen de koks in de keuken, dat zij twee maal zoveel taarten, vlees en aardappelen klaarma ken als op andere feestda gen. Die reus zal wel een En dat was-ie! Toen lo laat op de middag ogen opende, voelde hij z maag al weer grommei Hij dacht aan de sinaas Êelen, de balen witte er en hij watertanddj Verlangend keek hij Hé, wat was dat? mannetje, nauwelijks grfl ter dan zijn knie. st voor hem en trachtte aandacht te trekken. greep hem beet. zette heq| op zijn schoot en vriendelijk op hem Wat wil je van me? Het mannetje, d heel deftig uitzag, sprak] Heer reus, ik ben hofmaarschalk van kon Riderel. De koning vi vandaag zijn vijftigste v jaardag. Ter ere daarvai wordt er in de paleistuin^ groot feest gehouden Het ge noegen u, de grootste die ooit in de stad Drim i verschenen, voor dat prach-jf tige feest uit te nodigen. (Volgende week verder) j ONZE BRIEVENBUS Dag nichten en neven. Wat heb ik veel brieven van jullie gekregen in deze week. Fyn hoor! Komt het door al het rijmen dat jullie deze week moesten doen? De sint heeft jullie wel allemaal goed bedacht hoor! Wat heeft Piet moeten sjouwen om het allemaal by jullie te brengen. Waarderen jullie het weieens dat hij zoveel voor jullie over heeft? We zijn weer verwend met allerlei lekkers en niet te vergeten de mooie cadeaus die we hebben gekregen. De goede baas kan nu van een verdiende rust genieten. rerken voor het kerstrapport, want nichten en neven Het was een gezellige puzzel vonden jullie niet? volgende keer brief van jullie. heim, Lldy van Dorp, WD sla ma van Duin en Nellie e»ehti Dikkie van Elsas? Nau tuurlijk mag jij een neefjC. worden. Leen van Duyir Hartelijk welkom hoor! Waq1 i neer ben jij precies g"1" ren? Wat heb jij mooie tekening gemaakt Efct ly van Eideren. Hartelijfj bedankt hoor! Ga jij eendjes weieens wat brooi brengen? Grappig dat jij jf. vriendinnetje hebt getrokken] Ans trof het ook al zo bestPIS Waren ze blij met hun ca| deaux? Zijn het gezelligtHel avondjes geweest? Is hij ooï thuis geweest? Hartelijl welkom bij de nichten ear neven Wim v. d. Ende. Wan* neer ben jij precies jarig» Fijn dat je zo vaak op jpg Kruiswoord-puzzel Horizontaal: I schaaldier; 4. strook land langs de kust; 7. strijdperk: 9 klinknageltje; 10. metaalsoort: 12. rood in dc wa penkunde: 13. tegenstelling van scherts: 14. kaasworm; 15. houten klepper: 18. gesneden steen; 20. verdicht verhaal in proza: 23. grote forse man; 25. bekende; 26. geheel, ten volle: 27. plant; 29. keur. kern: 31. oude lap: 32. lange rij; 37. maal; 39. gelijk; 40. gekneed meel; 41. zwemvogel; 42. bloedhuis; 43. gemeente in N. Brabant bij Breda; 44. burger van het oude Rome; 45. aangezicht: Verticaal: 1. kameraad; 2. rustig; 3. tegenstelling van vroeger; 4. sprong. 5. vet der melk: 6. vorstelijk eigendom; 8. hetzelfde; 9 broedplaats van vogels; 11. buisvormig ingewand: 16. gemeente in Z. Holland bij Gorinchem: 17. als 13 hor.: 18. tuchtroede: 19 lengtemaat; 21. mondeling: 22. wandellaan: 23. deel van het ge laat; 24. pret: 28. appelvormige rode vrucht; 29. wederk. voor- naamw.; 30. denkbeeld; 33. zijtak Elbe; 34. bestuurder; 35. oorzaak; 36. kruipend dier; 38. verstand; 40. part. 1. tien; t: 4. 7. 8. 10. 12. 13. 19. 23. 24. 26. 29. 35. 38 15. 22. 27 28. 30. 32. 36. 37 39. 43 44. 50 een"tijdlang a»n- Beide problemen gelden voor de Ladderwed- itryd. Oplossingen in te zenden binnen 2 weken OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. kelder; 6. pet ten; 12. lire; 14. riem; 16. as; 18. e. e; 19. sip; 21. er: 22. do; 23 stengel; 26. Langres: 29 tand; 30. madat; 32. Eems; 33. e. p.; 34. en; 3. Gen; 37. dn; 38. i. e.; 39. snel; 41. lade; 43. ei; 44 portaal: 45. E. K.47 krom; 49. peen; 52. os; 54. is; 55. met; 57. N. S 58. tr; 59. stal; 61. manie; 63. tree; 65. Salland; 67. eerlang; 69. el: 70. al: 71. een; 73. Aa; 74. te: 75. 77. mand; 79^ nadeel; 80. 4. dreg; 5. Ee; 9. tergend; 10. e 13. li; 15. Losser: 17. stap; 19. slag: 20. plan; 22. demi; 24. en; 25. Em; 27. at; 28. re; 31. der tien; 35. Nepos; 37. Dalen; 39. sik; 40. lom; 41. lap; 42. een; 46. mossel;48. Rilland; 50. Est land: 51. kregel; 53. stal: 55. made: 56. tien; 58. tent; 60. al; 61. Mn; 62 Ee: 64. Ra. 66.aloë; 68 raad; 72 cb: 75. e. a.; 76. Se; 77. M. O 78. de. INZENDINGEN Inzendingen worden vóór don derdag a s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzel oplossing" Er zijn drie prijzen: een van 5.— en twee van 2.50. pop. Een mooie naam hoor, Mildred! Als ik eens in Den Haag kom. doe ik het vast. Natuurlijk mogen jullie een briefje schrijven Coble en Ansje Baart. Willen jul lie ook nichtjes worden? Grappig dat jullie nog zo'n klein zusje hebben. Is sin terklaas ook bij jullie ge weest? Is jouw neus al beter Heieen Bakker? Gewel dig dat jij zo'n mooi cijfer had. Wat heerlijk dat jij zo'n lief klein broertje hebt gekregen, Ena Bax. Wat was hij wel deftig in zo'n mooie jurk. Is Sientje ook op jouw-.verjaardag ge weest? Wil jij een nicht je- wprden Relna van Beek? In welke klas zit jij? De vorige keer was jouw brief te laat Roosje Beuzekom. Hoe was het op de markt in Gorinchem? Hebben jullie veel plezier gehad? Moet tante Jos ook een versje in jouw poëziealbum schrijven? Hebben de koeien het nu lek ker warm? Waarom schreef jij niets Jeannette van Beuzekom? Zijn de sinterklaasfeesten leuk ge- geweest José van den Berg? Op 20 december heb je al weer een groot feest. Wat u. Dcrg, jUKO i z,a.' i'i nfn ^.ame Dam en Marianne Elj-^nJ, Welk«Wrar ^heeft _jouw De oplossing is: scooter, stoep, schoorsteen, spinnc- web, spin. schilderij, stoei, stoof, stoffer, stok, sinter klaas. staf, sleutel, specu laaspoppen. schaar, schroe vendraaier. suikerpot, strijk stok. schaatsen, springtouw, schemerlamp, slee, strik, sleutelgat, spiegel, stekker, snoer, schrift, scharnieren, schoenen enz. De hoofdprijs krijgt Ada Bos. De troostprijzen krij gen Dikkie v. d. Berg. Joke genraam. Hiep- hiep- hoera. jurk? Wat heeft Loe Biest. Eddy Broer, Leo *la®» d5.re de Hay, Thea Oudijk Bastiaan v. d. Wel van te gefeliciteerd met jullio verjaardag van de nichten Ja. tante Jos heeft weer een brief ontvangen waar geen naam noch adres in dc brief of op de envelop staat. Zal je het niet meer vergeten meisje in Herkingen? Ga jij dikwijls naar oma toe? Heh jij heerlijk van de boterlet ters gesmuld? Jammer dat ik nu weer geen briefje van je kreeg Joop Alblas. - Wist jij ook niets te schrij ven Rudi Amboys? 'k Geloof best dat het meisje erg schrok, toen zij haar pakje openmaakte. Erna Anceaux. Vond ze het leuk? Waarvan heb jij zo n ding gemaakt? Wat heb jij ge kregen? Was je 's avonds org moe toen jullie de sin terklaas hebben binnenge haald met jullie korps? Wat hebben jullie wel gela chen om bulletje en bone- staak. Sjaantje Baak. Hoe is het sinterklaasfeest geweest? Je schrijft het maar alle maal de volgende keer. Wat kreeg ik van jou een lange gezellige brief Janne- ke Baak. Ben je nu hele maal beter van de val? Be ter oppassen hoor! Is je hoofdpijn weer weg? Zijn al je wensen in vervulling ge- wend Dikkie v. d. Berg. Is hij dinsdag nog geweest? Waarom kreeg pappa een lege zak? Is hij stout ge weest? Schrijf jij de vol gende keer een lange brief Nico van den Berg? Is de goede sint ook bij jou ge weest Jaap v. d. Berg? Schrijf je het de volgende keer? Misschien kom ik, als het tenministe mooi weer is. nog weieens op Rozenburg Lcnic Bergwerff. De boot schommelt nu zo erg! brrr. Heeft de sint jou ook niet vergeten? Je schrijft er niets over. Bedankt voog je tekening hoor! Jammer dat jullie niets schreven, Janneke Bcrkel en Leo Ber- voets. Heeft Jurry geen zin meer om te schrijven. Sina den Besten? Hartelijk welkom hoor Word jij wel een trouwe schrijfster? Alle begin is moeilijk hoor! Heeft de sint aan jouw verlangens voldaan? Is de dierentuin nu helemaal klaar. Hansje Blljleven? Ik heb de vorige keer jouw brief gemist. Was het leuk op Dick's verjaar dag? Heeft sinterklaas jou goed bedacht? Waarom schreven jullie helemaal niets Mieke Biesheuvel, Ge rard Biesot, Dikkie Blom, Mia Boele, Maarten cn Wim den Boer en G. van Bogge- len. In welke klas zit jij Jennie van Boggelen? Heb ben jullie leuke avonden ge had. dinsdag en woensdag? Zou jij ook niet voor sinter- Meisjes en jon gens, we hebben hier een soort kruiswoordpuzze l die nog eerder hebben ge had. Jullie zien wel dat de men sen om de hokjes druk bezig zijn met het werk. Wat ze aan het doen zijn? Dat moeten jullie nu precies invullen. Het is erg ge makkelijk. want de nummers en de pijltjes wel ke richting jullie moeten invullen (naar beneden of naar rechts) staan precies aangege- Zenden jullie de oplossing vóór dinsdag 12 de cember in? klaas willen spelen? Flauw vaders tuin mag spelei dat die meisjes geen ge- Help je hem ook weieens! heimpjes kunnen bewaren. Hoe heten jouw vrienden" Wat ben jij verwend Le-1 Hadden jullie mamma's i ny Bolluyt. Heb je de boe- versierd. Marike ken al uitgelezen? Zijn mooi? Wat heb je al ge borduurd? Heeft de sint voor jou ook iets moois mee gebracht? Jouw vorige brief was te laat Trudi Bons. Jij bo'fte maar, dat je in de herfstvakantie jarig was. Je bent wel verwend hoor! Ga je weieens met Re- neetje wandelen? Wisten jullie niets te schrij' Hans v. d. Boogert, Tineke Boom, Hielke Boonstra, An ke Borst en Ina Borst? Anton gaat je beetje leren kennen. Ada sinterklaas nog geweest Wat heb jij de kaart mooi gekleurd. Jan Bouw. Ben je al beter? Wanneer ben jij Eirecies geboren? Natuur- ijk mag jij ook meedoen, Nellie Boxman. Hartelijk welkom hoor! Je stuurt de brief maar gewoon te Jos en dan is alles oké. In welke klas zit jij? Ben je al gauw jarig? Wat heb jij een fijn lange brief ge schreven, Klarie Breeder- land. Wat wordt jij al groot dat je je zusjes al zo goed kan helpen. Was de meester blij met zo'n grote doos si garen? Is de nieuwe meester al gearriveerd? Heb je Arjo al gezien? Wat heb jij ge smuld van de pannekoeken! Is je nieuwe rok al klaar? Schrijf jij de volgende keer een lange brief. Willie Breedijk? Jij mag ook een nichtje worden hoor Ineke Breukhoven. Hartelijk welkom! Heeft de sint goed bij jou gereden? Ook jij bent hartelijk welkom de nichten en neven, rle Brinkman. Sinterklaas had jouw verlanglijst dus al gezien? Wanneer ben je pre- geboren? Heb je gc- het toneelstuk Jo ke v. d. Broek? Heeft sin terklaas jou niet vergeten? Je schrijft het toch dc volgende keer wat je van die goede sint hebt gekregen, Laura Bijl? Ik ben erg be nieuwd hoor! Wat grappig knijperschortje. Wordt mooi? Schrijven jul lie de volgende keer een lange brief, Anja Bljster- veld, Alex Cats en Jaap Cramer? Jij bent maai een boffert met al die prij zen Lenie Coenradie. Heb je „triangel" al ontvangen? Heb je al geborduurd? Heeft de sint nog aan jouw koude handen gedacht? Hebben jullie van 't sinterklaasfeest op school genoten Joianda Croese? Is het pak worden voor Marijke? Heeft ze het leuk gedaan? Ben je nu weer blank. Marijke? Wat fijn dat jij zo'n lief je hebt gekregen. Corrie Dalen. Jenneke is een mc... hoor! Sinterklaas heeft aar verwend met prachtige boekenplank. Wat heerlijk dat jij met je grote broer mocht meerij den. Kees van Dam. Gewel dig hoor! Heb je goed ge holpen? Wat wil jij later worden? Is er al lang een ulo-school op Rozenburg? Zou jij ook graag een hondje willen hebben Joke van Dam? Jij boft maar met zo'n grote zak snoep. Heb je dinsdagavond veel plezier gehad? Schrijf je het de volgende keer" Wist jij niets te schrijven Corrie van Dam? Bedankt voor je mooie tekening Wiima van Delft. Sinterklaas is toch ook bij jou geweest? Nou en of de etalages mooi waren. Jullie hebben dus I wel een erge lieve juffrouw 3 Hi Heb je erg zeten? Heeft de sint aan jou gedacht" Wat ben jij verschrikkelijk verwend met al die mooie cadeaux. Sientje Donkersloot. Heb je ie schoenen al aangehad? Heerlijk zo'n warme trui en rok. Heeft de sint jou niet vergeten? Krijg ik de Hebben jullie verwend? Jullie hebben haaL- natuurlijk ook heel goed gelck 1 holpen! Is de goede sint bij jullie geweest? Hoe vc Krista het? Het is m~ postpapier wat jij hebt ge*chi kregen. Marianne Eijgen- gel raam. Geweldig dat sinterf klaas in hoogst eigen pert soon bij jullie is geweest] Moest niemand in de zak?, Waren er veel kindertjes» Jammer dat jij er geeff briefje bij deed, Tineke vl d. Gaajf. Wat hebben jul- da lie de juffrouw vcrschrikke-®- lijk verwend. Marja van Ga-frl meren. Was ze er blij mee' n e Jij bent wel aan het fees ter Eet geweest hoor! Wat mocht ji 0 - lang opblijven! Fijn dat ji wc een blokfluit hebt gekregen rkl' Krijg je nu les? Welke vers ëlla jes speel je al? Wim Gel n p derblom. Maatje van Gen t hi deren, Hanny Goud en Diet uso de Graaf, waarom schrevei a jullie niets? Heeft sinter urd klaas jullie nog verwend, ol Ria en Fieke Graafland? sns< Was het groot feest op 20 |eni november? In welke klas ïatr zitten jullie? Jammer datz»i jullie er geen briefje bij de-ank den. Ina en Ria Groen en iorc Peter de Groot. Dat zijnspe zeker al grote broers Rudi ifli. de Groot. Tante Jos wist dat e natuurlijk niet. Jij wordt ze-ar ker wel een klein beetje ver-t wend? Is sinterklaas nog op bezoek geweest? Wisten 11 jullie echt niets te schrijven. ige: Jan Haak. Ilannle den Haan lai en Sya 't Ham? gaat tante Jos toch niet goten, Annic Hagen? Si klaas had jou al vroeg wend hoor! Is hij op 5 de cember ook nog geweest? Heb jij geen zusjes of broer tjes? Hebben jullie een gezellige sinterklaasavond bij oma gehad. Bas Her- weijer? Ben je erg ver wend? Leuk dat jullie met zo'n grote club waren Woont oma dichtbij jullie Peter hartelijk gegroet hoor! Waarom schreef jij niets Gljsje v. d. Hil. Hartelijk welkom bij de nichten en neven Frits Hol lander. Ik heb nu geen brief van jou ontvangen. In welke klas zit jij? Wat heerlijk dat jij zo'n mi nieuwe trui hebt gekrej Adrle Hoogerwerf. Is ze warm? Hebben jullie al nieuwe juf? Worden de babypantoffeltjes mooi? Wat zal Corrie er blij mee zijn! Leuk dat hij al zo begint te babbelen. Bedankt voor je mooie tekening hoor! Ik dacht werkelijk dat jij tante Jos aan het vergeten was, Nezia v. d. Horst. Hoe komt het dat jij van de bok bent gevallen? Is je arn ziekenhuis gezet? Wanneer Het is mooi postpapier hoor Fijn, dat jij tante Jo niet bent vergeten, Antom der Hout. Ga jij iedere een boek in de biblio theek halen? Welke boeken lees jij en welke spelletjes doen jullie altijd? Gewel dig dat jullie zoveel mogen maken. Adrlaan van Houwc- lingen. Hoe is de muis ge worden? Jij boft maar mei prachtige puzzel van 275 stukjes. Heb je de bouw plaat al helemaal klaar? Jammer dat jij niets schreef Tin! van Huizen. Nichten en neven ik hoop natuurlijk dat jullie deze week weer zo goed je best doen met brieven schrijven. De letters I t.m. R zjjn de- week aan de beurt. Niet wei een erge lieve juffrouw lekkers ^oor60 w ant a' jhet gekregen Hans Doesburg. kriie H,h l. spanning ge- met de repetiHes *"11 goed tot dc volgende week.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 16