De drie reuzen van Drimdrai
Puzzel
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 9 DECEMBER 1
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE
3-
PRECIES als jaren geleden voor dat Jan
Roosendaal aan de Groningse Universi
teit ging studeren, lag daar het kleine
strandje omsloten door zware keistenen.
..Mijn kleine Riviéra". noemde hij het nie
tige plekje, dat tijdens dc vloed vrijwel
zijn hele gebied aan de zee moest afstaan
maar het bij eb in een soms onafzienbare
lengte zag uitgroeien.
HIER had de tijd niets veranderd. Jan
Roosendaal zag het met voldoening. Er
was geen uitgebreid onderzoek voor nodig
om te kunnen vaststellen dat alles bij het
oude was gebleven.
Ter weerszijden van het strandje lagen
nog de door de meeuwen besmeurde dam-
keien en aan de kop stond nog het oude
geteerde paalscherm
De schelpen waarvan het zeewater pas
was afgegleden lagen diep weggedoken in
het kleffe zand en toonden slechts hun
blanke geribbelde ruggen.
Jan Roosendaal zag het allemaal in een
oogopslag. Tien jaar was het geleden dat
hij afscheid van dit plekje genomen had.
Tien jaren ook waren er voorbij gegaan dat
hij Anja hier op deze zelfde plaats voor
het laatst in haar blauwe ogen keek.
Daar onder de dam, half in het water,
lag dc platte steen waarop ze samen hand
in hand gezeten hadden. Langzaam liep hij
er naar toe.
Hij groef het grind, dat door het rijzen
de water om de steen was geplakt zorgvul
dig weg cn betastte toen de kale wand van
het gevaarte. Lang moest hij zoeken, ter
wijl het zacht kabbelende water mild zijn
hand streelde.
Een vissermanskop keek nieuwsgierig
over het paalscherm naar de vreemdeling
onder de dam. Jan Roosendaal zag het niet.
In gedachten bleef hij een poosje staan.
Nee, hij kon zich niet vergist hebben.
Opnieuw betastte hij de steen van boven
tot onder. Toen stootte zijn hand op een
paar inkervingen Dc tijd heeft toch zijn
werk gedaan, dacht hij een beetje mistroos
tig. Bijna verborgen in het zand ontdekte
hij de figuurtjes in de steen die tien jaar
geleden zijn liefde voor Anja tot uitdruk
king moesten brengen. In de loop van de
tijd was dc kei dieper in het zand wegge
zakt en het zou niet lang meer duren of
het symbool van hun trouw zou voorgoed
naar de diepte zijn verdwenen.
Wat bewoog hem eigenlijk om nu. na zo
veel jaren naar deze plek te gaan. Nauwe
lijks twintig waren ze toen zc hier hun ro
mantische uurtjes beleefden.
"t Had lang geduurd eer hij het hart met
de initialen van Anja cn hem in de har
de wand van dc steen had gekrast. Lachend
had ze toegezien hoe hij het vermoeiende
karwei verrichtte. Ze was dicht bij de zee
komen staan cn had haar hand op zijn
weer in de avondlijke ietwat gespannen
sfeer op te nemen.
Hij zag hoe iemand moeizaam door het
zand ploeterde en zich een weg naar het
water baande. Bij het telkens overslaande
vuurtorenlicht probeerde hij de plotselinge
verschijning nauwkeuriger te definiëren.
r\NBEWEEGLIJK bleef hij op dezelfde
plaats staan. De flitsen raakten het ge
zicht van de onbekende dat zich een ogen
blik naar Jan Roosendaal had gewend. Hij
trachtte in dat ogenblik alles in zich op te
nemen. Het lukte niet. De gestalte naderde
de stenen. Haast met hetzelfde gemak als
waarmee indertijd Anja het deed. sprong
daar die donkere figuur van de ene kei op
de andere, 't Ging geruisloos over de sleu
ven waartussen door het donkere water
raasde. Telkens opnieuw trachtte de vuurto
ren de onbekende in zijn zwakke schijnsel
te vangen.
Eindelijk, terwijl hij het uiterste van zijn
ogen vergde, kon hij zien dat de verste
steen bereikt was. Het was de platte steen
waarop Anja's cn zijn voorletters stonden.
Hoe dikwijls had hij vroeger niet vertederd
naar haar gekeken wanneer haar ranke
voeten lichtelijk de zware keien beroerden.
Dan stond hij vlak in de buurt, moedigde
haar aan en ten slotte ving hij haar in
zijn armen op. wanneer ze de laatste hin
dernis genomen had.
Op die dagen scheen altijd de zon en de
lichte golfjes speelden op hun eigen wijze
het spelletje mee. dartel als jonge hondjes
die van het mensenspel niets begrepen.
„Mijn kleine Rivièra", zo had hij dit
kleine oord genoemd. Hoe anders was het
nu. Geen ster. geen maan kwam door de
wolken. Weggedoken achter een paar losse
stenen trachtte hij in de duisternis te kij-
Door
J. DE BOER
neer het ronddraaiende vuurtorenlicht er
zijn zwakke schijnsel in wierp. Opnieuw be
tastte Jan Roosendaal het hart met de ini
tialen. Samen hadden zc op die plaats hun
in elkaar gevatte handen gedrukt, maar dc
wispelturige zee had dc warmte al duizend
maal verkoeld. Eindelijk richtte Jan Roo
sendaal zich op. Dc duisternis was onge
merkt over het strand gekomen. Het vuur
torenlicht was ontstoken en evenals vroeger
flitsten dc stralen over het gele zand en
doorvlamden zij de naden tussen de keien.
TN DE VERTE zag hy weer de nietige
dwaallichtjes, die hij vroeger vooF*ccn-
zame scheepjes had gehouden maar waar
van hQ nB WT&. dat zc*üfe w<£WtJier» wa
ren naar gindse havens.
Hij stond op de plek waar hij eens zijn
dromen gedroomd had. Dromen waarin
geld geen rol speelde, maar waarin een
jonge vrouw, met ogen klaar als de zee
de hoofdrol vervulde.
Zijn kleine Rivièra. dat smalle strookje
zand tussen de honderdtallen hobbelige kei
en had voor hem de grootste bekoring ge
had.
Het liet hem nooit los. Hij droeg het mee
in zijn hart. omdat het het eenvoudige
plekje was waar hij eens het geluk maar
voor het grijpen had.
Anja. wat zou er van haar geworden
zijn? Daar achter de schuin oplopende dam
die het vissersdorpje tegen de zee be
schermde stonden de rustige vissershuisjes,
dicht tegen elkaar aangedrukt. In een van
die woninkjes zou ongetwijfeld Anja zijn.
Zij zou daar wonen als de vrouw van zo'n
stoere ongecompliceerde visser. Die ge
dachte gaf hem een vreemde gewaarwor
ding. Hij liep een eindje dc dam op. Aan
do overkant van het haventje zag hij de
voorste huisjes staan. Door de witte ovcr-
gordijntjes scheen het licht van de petrole
umlampjes. In de luwte van de dam stond
een groepje vissers te praten. De stemmen
drongen gedempt tot hem door. Ze zagen
niet de vreemde op de kop van de dam,
die ongewild luisterde naar wat zc zeiden.
Plotseling wendde Jan Roosendaal zijn
gezicht weer naar de zee. Door het gepraat
dc vissers was even zijn aandacht af-
s echter voldoende om hem onmiddellijk
ACHTER hem was alleen maar het geroe
zemoes van de verlate vissers. Hij
hoopte maar dat ze niet op de dam zouden
komen en hem hier zouden vinden. Nu zag
hij het toch wel duidelijk, dat alles wat
van het aantrekkelijke strandje deel uit
maakte. aan kleur had ingeboet. Een uur
geleden toen hij over de palen op het
strand sprong en het nog zo tussen licht en
donker was, leek het er op of de stilte van
zijn geliefkoosd plekje iets van de oude be
koring voor hem in petto had. Maar de
snel invallende duisternis had het onge
merkt weer meegenomen. Zelfs de zee
scheen zich zelf niet meer. Alsof de spe
lende golfjes volwassen waren geworden zo
kwamen zc nu. in lange sombere rijen,
bruisend van ingehouden kracht naar dc
kust rollen.
Van de gedaante op de stenen zag hij
niets meer. Opnieuw was cr gerucht Een
visserman klauterde bij de stenen omhoog.
KlompgekJots verbrak de stilte en deed Jan
Roosendaal de adem inhouden. Armen-
zwaaiënd en voorzichtig tastend met de voe
ten daalde de man de dam af. Hij ging
rakelings Jan Roosendaal voorbij. Aan de
zoom van het strand bleef hij staan.
Op dat zalfde oscnblik.-iwiord^»*uj hoe de
andere vissers zich verwijderoen. Bevrij
dend klonken hun wisselende stappen, die
niets met een militaire pas gemeen hadden,
hem in de oren.
Gespannen zag hij toe op de verrichtin
gen van de visser op het strand. Hij moest
op de een of andere manier met de per
soon op dc stenen in relatie staan Het
duurde Jan Roosendaal allemaal veel te
lang. Die man bleef daar maar staan.
Eindelijk liep hij op zijn gemak naar de
zee. Zou hij ae man nalopen of zou hij
hier achter de stenen rustig afwachten op
de dingen die komen zouden?
Maar nee, hij had immers niet het recht
zich met andermans zaken te bemoeien.
't Zou best eens een paartje kunnen zijn.
dat evenals Anja en hij vroeger, hier zijn
paradijsje gevonden had.
HIJ BLEEF niet lang meer in het onzeke
re. De stem van de visser klonk plot
seling over de verlatenheid. Jan Roosendaal
kromp ineen.
„Anja. Anja. waar ben je", nep de
man dringend en met vol geluid. ..Kom bij
dat water vandaan Het kan nog heel lang
duren voor dat hij komt. Bovendien, het is
veel te gevaarlijk, zo alleen bij het rijzen
de water. Straks kun je niet meer terug".
Een lichte vrouwenstem riep wat terug.
Jan Roosendaal spitste dc oren. Hij ver
stond het antwoord van de vrouw niet. De
naam „Anja" had hem daar een diepe
schok gegeven. En wat zocht ze daar bij
dat water? Hij hoorde de visser met zijn
zware klompen op de stenen klotsen. „An-
Correspondentie betreffende deze rubriek
aan de heer W. Jurg, Vrederustl; an 178,
Den Haag.
Oplossingen
Wit: 18.34. 33. 40. 41. 42. 44. 45. 47, 4!»
OpL: 44—39. 42—37. 47.
4. 4xC - -
H v. MEGGE-
Zwart: 1. X 8. 12/14. 19. 24 25. .76. 79
Wit: 15. 16. 23, 27. 72. 37. .78.. 41. 42 44. 47
Op!.: 33—38. 23—17'. 47—42'. 18 x 29. 29-
24.
i.s
No. «45 (J H. H SCHEYENt
Zwart: 6. 9. 12. 18 21. 22. 31, 35 44
Wit: 23. 24. 29. 30. 32. 39. 42. 45. 30
Opl.: 45-40. 29 x 38. 42—37. 30-25. 50 8 '21—27.
andere varianten verliezen eveneens snel). 25X
3. 8—3 en wint door de dreiging 3—11.
No. 648 fJ. H. H SCHEYEN en L. COLIER)
Zwart: 1. 6. 7. 9. 11. 13. 14. 19. 26
Wit: 17. 20. 21. 22. 27. 28 30. 38. 41
Opl.: 22—18. 30—24, 24 X 4. 4 x36. 41—37. 38X 2.
No. 647 (J. V. d. BOOGAARD)
Zwart: 9. 11. 16. 1». 10. 23 26. 28. 29. 35 38
Wit: 27 31. 32. 37 39. 40. 41. 43. 44. 47. 50
Opl.: 27—22' (18x38 gedw 32—27 47—42. 37
—31. 27—21. 39—33. 44 X4 4x16.
20. 33'. 34. 37. 38. 39. 40, 41. 43. 44. 47
Opl: 38—32. 34—30. 44—40. 39X10. 10—5 5 X4
•n wint steeda (op 31—37 volgt bijv. 47—42 en
4X48).
Fraai werk van
Arie v. d. Stoep
Do jeugdige Arie v d. Stoep heeft zich In
korte Ujrf ontwikkeld tot een ultatekend pro
blemist. Uit het laatste werk. dat wl) van hem
toegezonden kresen, lichtten we een tweetal
conatructles van bijrondere uwalltrit Belde pro
blemen demonstreren de technische vaardigheid
en vindingrijkheid \an deze Jonge problemist
en zullen de oplossers zeker een tijdlang aan
genaam bazig houden.
<Si
uil
O
M 1
Mt
IJ]
0
0 0
C.
se®
0 0
e
s
m
)3 <3
u
iS
m
m
«a
e 0
a 0
©f
s
0 i
B E
ja. Anja. kom bij dat water vandaan",
had die man geroepen. Zou het werkelijk
Anja zijn? Hij wist geen antwoord op die
vraag. De donkerheid van het strandje liet
hem alles te raden. Nerveus wroette hij in
de naden tussen de stenen. Toen kwam de
visser terug.
Hij verscheen weldra weer op het strand
en sneller dan de eerste keer sjouwde hij
door het zand. Voor de tweede maal pas
seerde hij Jan Roosendaal rakelings.
„Dat gaat nu avond aan avond zo",
mompelde de visser geprikkeld voor zich
heen. „Wat bezielt zo'n kind toch".
Op de kop bleef hij staan. „Anja. kom
nou.'!" riep hij met klem en vasthoudend
heid.
Hij stond nu als een standbeeld in de
duisternis boven Jan Roosendaal. „Wacht
eens", zei hij toen wat zachter, „zou hij nu
tocheigenlijk is het er een geschikte
avond voor". Alsof hij ergens voor op zijn
hoede moest zijn trok hij zijn klompen uit
en liep toen op kousevoeten naar de zuid
zijde van de zeewering. Jan Roosendaal
slaakte een zucht van verlichting toen hij
de man zag gaan. Nu hij de beklemming
van zijn nabijheid kwijt was kon hij zich
weer beter op zijn omgeving oriënteren.
"TAE ZEE 7verd rumoeriger en in de verte
U meende hij zacht gezoem te horen. Er
werd een lichtje zichtbaar dat rijzend en
dalend zijn weg zocht.
Het bezorgde hem nieuwe onrust. Een
schip voor de haven lokte de mensen naar
buiten. Als straks de scheepshoorn de
komst van het schip aankondigde zouden ze
hier in-de buurt van het strand gaan sa
mendrommen.
Het zoemen werd duidelijker: het lichtje
groeide. Er kwam een rood lichtje naast
en weldra een groen. De koers van het
schip was scherp op de haven gericht. Dat
had de oplettende visser al ontdekt toen
hij zo plotseling van houding Veranderde,
meende Jan Roosendaal. De jongeman werd
zo geboeid door het naderende kleurenspel
dat hij bijna Anja en de visser vergat. De
vrouw had reeds de stenen verlaten en liep
monter over het strand. Met één sprong
stond ze op de dam. Snel. soepel en zonder
hem op te merken zweefde ze Jan Roosen
daal voorbij.
Ze voegde zich bij de wachtende mensen.
Behoedzaam liet Jan Roosendaal zich van
de dam afglijden. Anja stond onder het
licht van een havenvuurtje. Er was geen
twijfel meer mogelijk. Het was dezelfde
Anja van tien jaar geleden. Ze was nauwe
lijks ouder geworden.
Jan Roosendaal lette niet meer op het
schip dat bezig was de haven in te zwaai
en. Hij hield geen oog" van Anja af. In elk
gebaar dat ze' maakte herkende hij haar.
Zo als ze daar naar het draaiende schip
stond te kijken zag hij in haar ogen de
zelfde gloedvolle verwachting die hij er
vroeger in zag. Straks zou hijja, hij
zouHij had geen controle meer over
zijn gedachten. Het schip stootte tegen de
wal. Een jonge gebruinde zeeman sprong
er af en liep zoekend tussen de belangstel
lenden door. Zijn voeten bewogen zich nog
onwennig op de vaste grond. Het werd plot
seling mistig voor Jan Roosendaal's ogen.
Maar de deklichten hielpen. Zij wierpen
hun schijnsel op de brug en verlichtten de
bronskleurige letters daar boven. Als ver
suft staarde hij naar de letters. Ze keken
hem spottend aan, ook toen de deklichten
al weer een andere kant waren opgedraaid.
„De vrouw Anja" heette dit schip. Hij
zag nog meer. Anja en de jonge zeeman
liepen op elkaar toe. De zeeman tilde haar
op en droeg haar over de treeplank aan
JAN ROOSENDAAL die vandaag de tijd
J van tien jaar geleden zo intens door
leefd had. kon een gevoel van afgunst nau
welijks onderdrukken toen hij de twee ge
lukkigen zag. De belangstellenden gingen
langzamerhand naar huis. Het scheepsvolk
zocht de kooien op. De lichten werden ge
doofd en ov^r de donkere haven, dicht'bij.
de dam langs, gingen Anja en haar zee
man., dia2ijn schip naar haar had ger
hoemd. blij en gelukkig naar huis. Ook Jan
Roosendaal slenterde de haven af. Hij
hield het paartje voor hem scherp in het
oog. De aanwakkerende wind maakte de
zee actiever. De golven begonnen de kleine
Rivièra te belagen en de steen met het in
gekraste hart zakte weer dieper weg.
Maar in het leven van Jan Roosendaal
had dat alles zijn rol uitgespeeld.
Hij had er vrede bij. Voor hem liep het
meisje om wie hij vandaag naar het kleine
vissersdorpje was gekomen. De vraag wat
er van haar geworden was hield hem al zo
lang bezig. De deur van een pittig huisje
midden in het dorp ging open en weer
dicht. Daarna viel overdadig en vriendelijk
licht door de ramen. Jan Roosendaal keer
de zich om. Op een heuvel bleef hij staan
en zag hoe het rijzende water schuimend
de kleine Rivièra overdekte. In Anja's huis
je wist hij warmte en geluk. Zijn vraag
van jaren was beantwoord en hij wist wat
er van Anja geworden was.
(Vervolg)
Zijn bevelen werden met
een uitgevoerd. Honderd
boogschutters in blinkende
harnassen bewaakten de
muren en torens. De brug
gen over de stadsgrachten
werden opgehaald, de poor
ten gesloten. Al wie buiten
de stad was kon er niet
meer in. al wie zich in de
stad bevond kon er niet
Ja sire, zei hij beleefd
maar hij verzette geen
Stuur het hele leger
erop af, met pieken en sa
bels en pijlen, schreeuwde
de koning.
Weer boog de generaal.
weer verzette hij geen
Doe dan iets! riep dc
koning, ten einde raad.
De soldaten durven
Filo?- niet, sire, zei de generaal,
Filo kwam voor de die zelf ook niet durfde
grachten poorten en mu- Buiten de troonzaal klonk
ren en keek er nieuwsgie- I °Pe?n£L een vreselijk ka
rig overheen. Wat K~~'
stad groot en mooi! Maar
hoe kwam hij binnen? Hij
keek eens naar de diepe»
gracht, naar de hoge mu
ren, de opgehaalde brug
gen en de honderd boog
schutters. die hun pijlen op
hem richtten. Hij lachte
eens. nam een aanloopje,
sprong over de gracht,
greep zich vast aan de
muur. De sidderende boog
schutters zonden hun pijlen
op hem af. De meeste pij
len stuitten af op Filos le
ren buis en broek, maar
één pijl bleef in de huid
van zijn blote hand steken
en dat prikte! Boos veeg
de de reus de soldaten van
de muur en klauterde de
stad binnen.
Als een lopend vuurtje
verspreidde de ongelukstij
ding zich door de stad.
Een reus. zo groot als
een huis. is in Drim geko
men! Hij zal ons allemaal
verpletteren. Vlucht men-
Maar Filo had helemaal
geen kwaad in de zin, hij
begreep niet goed waarom
de mensen voor hem weg
renden. Bovendien was hij
moe van de lange tocht.
Zijn honger had hij al ge
stild. hij zocht nu naar een
plekje om eens prettig te
kunnen uitrusten en opzijn
gemak de ijverige mensjes
gade te slaan. Dat plekje
vond hij op een groot plein.
Hij zag de kerk en hel
stadhuis, er liepen duiven
rond en naast de ingang
van de kerk stond het
kraampje van vrouw Fie-
kel, die gepofte kastanjes
aan de voorbijgangers ver
kocht. Filo betrad hel
plein, knikte tevreden toen
hij zag hoe hoog de huizen
hier waren en maakte hel
zich gemakkelijk. Dat wil
zeggen: hij veegde vrouw
Fiekel met kraampje en al
van haar standplaats en
f!ing cr zelf zitten, lekker
cunend met zijn rug tegen
de kerktoren. Toen viel hij,
zonder zich iets van de I
woedende mensen aan te
trekken, in slaap.
In de troonzaal van het
paleis zat koning Riderel
zich hevig op te winden, i
Jaag die reus de stad
uit! riep hij voor de twin
s' de
baal. De koning gaf
de hofmaarschalk bevel om
te kijken wat die herrie be
tekende. De hofmaarschalk
keerde terug mét een ern
stig gezicht
Een arme oude vrouw
wenst zich te beklagen, si-
re. zei hij.
Laat binnenkomen.
Vrouw Fiekel. bevend en
leunend op haar stok, be
trad de troonzaal. Ze snik
te: Majesteit, de reus
heeft mijn kastanjekraam
pje vernield en mijn plaats
je bij de kerk ingenomen.
Ik heb recht op schadever
goeding..
Koning Riderel kreeg het
warm. Schadevergoeding!
Dat klonk heel gemakke
lijk. Maar kon je
gaan i
zeggen:
„Hé, grote lummel, je hebt
die arme vrouw van haar
plaats gejaagd, vooruit:
betalen".
Toen vrouw Fiekel merk
te, dat haar klacht niets
uitrichtte, wierp ze een bo
ze blik in het rond.
Goed. zei ze minach
tend. Als de koning mij
geen recht wil doen, zal ik
mijn zoon verzoeken zijn
oude moeder bij te staan.
Goede middag.
Met opgericht hoofd ste
vende zij het paleis uit. De
koning zuchtte weer eens,
hij wist geen raad meer.
Vrouw Fiekel had een
zoon, dat wist hij. Een
flinke jongen, die als
knecht bij de smid werkte.
Maar wat kon één jongen,
al had hij harde handen en
brede schouders, tegen een
reus beginnen?
Sire, zei de generaal
zacht, ik geloof dat we
de reus tot vriend moeten
maken. Tot nu toe hebben
we geprobeerd hem met
geweld tegen te houden en
dat lukte niet. Maar als we
hem nu eens vertelden dat
hij zeer welkom is in Drim
en dat we alles zullen doen
om het hem naar de zin
te maken... dan zal hij ons
beslist geen kwaad doen.
Dat is een goed idee.
riep de koning opgelucht.
We zullen hem ook op
het grote feest van van
avond uitnodigen.
Op uw verjaardags
feest? vroeg de hofmaar
schalk angstig.
Ja, antwoordde de ko
ning. Het is een grote
eer om voor mijn verjaar
dagsfeest te worden uitge
nodigd, dat zal die reus
ook wel begrijpen. Hij zal
heel trots zijn en in plaats
van ons schade te berok
kenen. zal hij voortaan on
ze stad beschermen.
Ik hoop het, zuchtte
de hofmaarschalk.
Zeg tegen de koks in
de keuken, dat zij twee
maal zoveel taarten, vlees
en aardappelen klaarma
ken als op andere feestda
gen. Die reus zal wel een
En dat was-ie! Toen
lo laat op de middag
ogen opende, voelde hij z
maag al weer grommei
Hij dacht aan de sinaas
Êelen, de balen witte
er en hij watertanddj
Verlangend keek hij
Hé, wat was dat?
mannetje, nauwelijks grfl
ter dan zijn knie. st
voor hem en trachtte
aandacht te trekken.
greep hem beet. zette heq|
op zijn schoot en
vriendelijk op hem
Wat wil je van me?
Het mannetje, d
heel deftig uitzag, sprak]
Heer reus, ik ben
hofmaarschalk van kon
Riderel. De koning vi
vandaag zijn vijftigste v
jaardag. Ter ere daarvai
wordt er in de paleistuin^
groot feest gehouden
Het
ge
noegen u, de grootste
die ooit in de stad Drim i
verschenen, voor dat prach-jf
tige feest uit te nodigen.
(Volgende week verder) j
ONZE BRIEVENBUS
Dag nichten en neven.
Wat heb ik veel brieven van jullie gekregen in deze week. Fyn hoor! Komt het
door al het rijmen dat jullie deze week moesten doen? De sint heeft jullie wel
allemaal goed bedacht hoor! Wat heeft Piet moeten sjouwen om het allemaal by
jullie te brengen. Waarderen jullie het weieens dat hij zoveel voor jullie over
heeft? We zijn weer verwend met allerlei lekkers en niet te vergeten de mooie
cadeaus die we hebben gekregen. De goede baas kan nu van een verdiende rust
genieten.
rerken voor het kerstrapport, want nichten en neven
Het was een gezellige puzzel vonden jullie niet?
volgende keer
brief van jullie.
heim, Lldy van Dorp, WD sla
ma van Duin en Nellie e»ehti
Dikkie van Elsas? Nau
tuurlijk mag jij een neefjC.
worden. Leen van Duyir
Hartelijk welkom hoor! Waq1
i neer ben jij precies g"1"
ren? Wat heb jij
mooie tekening gemaakt Efct
ly van Eideren. Hartelijfj
bedankt hoor! Ga jij
eendjes weieens wat brooi
brengen? Grappig dat jij jf.
vriendinnetje hebt getrokken]
Ans trof het ook al zo bestPIS
Waren ze blij met hun ca|
deaux? Zijn het gezelligtHel
avondjes geweest? Is hij ooï
thuis geweest? Hartelijl
welkom bij de nichten ear
neven Wim v. d. Ende. Wan*
neer ben jij precies jarig»
Fijn dat je zo vaak op jpg
Kruiswoord-puzzel
Horizontaal: I schaaldier; 4. strook land langs de kust; 7.
strijdperk: 9 klinknageltje; 10. metaalsoort: 12. rood in dc wa
penkunde: 13. tegenstelling van scherts: 14. kaasworm; 15. houten
klepper: 18. gesneden steen; 20. verdicht verhaal in proza: 23.
grote forse man; 25. bekende; 26. geheel, ten volle: 27. plant; 29.
keur. kern: 31. oude lap: 32. lange rij; 37. maal; 39. gelijk; 40.
gekneed meel; 41. zwemvogel; 42. bloedhuis; 43. gemeente in N.
Brabant bij Breda; 44. burger van het oude Rome; 45. aangezicht:
Verticaal: 1. kameraad; 2. rustig; 3. tegenstelling van vroeger;
4. sprong. 5. vet der melk: 6. vorstelijk eigendom; 8. hetzelfde;
9 broedplaats van vogels; 11. buisvormig ingewand: 16. gemeente
in Z. Holland bij Gorinchem: 17. als 13 hor.: 18. tuchtroede: 19
lengtemaat; 21. mondeling: 22. wandellaan: 23. deel van het ge
laat; 24. pret: 28. appelvormige rode vrucht; 29. wederk. voor-
naamw.; 30. denkbeeld; 33. zijtak Elbe; 34. bestuurder; 35. oorzaak;
36. kruipend dier; 38. verstand; 40. part.
1. tien;
t: 4. 7. 8. 10. 12. 13. 19. 23. 24. 26. 29. 35. 38
15. 22. 27 28. 30. 32. 36. 37 39. 43 44. 50
een"tijdlang a»n- Beide problemen gelden voor de Ladderwed-
itryd. Oplossingen in te zenden binnen 2 weken
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. kelder; 6. pet
ten; 12. lire; 14. riem; 16. as;
18. e. e; 19. sip; 21. er: 22. do;
23 stengel; 26. Langres: 29
tand; 30. madat; 32. Eems; 33.
e. p.; 34. en; 3. Gen; 37. dn;
38. i. e.; 39. snel; 41. lade; 43.
ei; 44 portaal: 45. E. K.47
krom; 49. peen; 52. os; 54. is;
55. met; 57. N. S 58. tr; 59.
stal; 61. manie; 63. tree; 65.
Salland; 67. eerlang; 69. el: 70.
al: 71. een; 73. Aa; 74. te: 75.
77. mand; 79^ nadeel; 80.
4. dreg; 5. Ee;
9. tergend; 10. e
13. li; 15. Losser: 17. stap; 19.
slag: 20. plan; 22. demi; 24. en;
25. Em; 27. at; 28. re; 31. der
tien; 35. Nepos; 37. Dalen; 39.
sik; 40. lom; 41. lap; 42. een;
46. mossel;48. Rilland; 50. Est
land: 51. kregel; 53. stal: 55.
made: 56. tien; 58. tent; 60. al;
61. Mn; 62 Ee: 64. Ra. 66.aloë;
68 raad; 72 cb: 75. e. a.; 76.
Se; 77. M. O 78. de.
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór don
derdag a s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: „Puzzel
oplossing" Er zijn drie prijzen:
een van 5.— en twee van 2.50.
pop. Een mooie naam hoor,
Mildred! Als ik eens in Den
Haag kom. doe ik het vast.
Natuurlijk mogen jullie
een briefje schrijven Coble
en Ansje Baart. Willen jul
lie ook nichtjes worden?
Grappig dat jullie nog zo'n
klein zusje hebben. Is sin
terklaas ook bij jullie ge
weest? Is jouw neus al
beter Heieen Bakker? Gewel
dig dat jij zo'n mooi cijfer
had. Wat heerlijk dat jij
zo'n lief klein broertje hebt
gekregen, Ena Bax. Wat
was hij wel deftig in zo'n
mooie jurk. Is Sientje ook
op jouw-.verjaardag ge
weest? Wil jij een nicht
je- wprden Relna van Beek?
In welke klas zit jij? De
vorige keer was jouw brief
te laat Roosje Beuzekom.
Hoe was het op de markt in
Gorinchem? Hebben jullie
veel plezier gehad? Moet
tante Jos ook een versje in
jouw poëziealbum schrijven?
Hebben de koeien het nu lek
ker warm? Waarom
schreef jij niets Jeannette
van Beuzekom? Zijn de
sinterklaasfeesten leuk ge-
geweest José van den Berg?
Op 20 december heb je al
weer een groot feest. Wat
u. Dcrg, jUKO i z,a.' i'i nfn ^.ame
Dam en Marianne Elj-^nJ, Welk«Wrar ^heeft _jouw
De oplossing is: scooter,
stoep, schoorsteen, spinnc-
web, spin. schilderij, stoei,
stoof, stoffer, stok, sinter
klaas. staf, sleutel, specu
laaspoppen. schaar, schroe
vendraaier. suikerpot, strijk
stok. schaatsen, springtouw,
schemerlamp, slee, strik,
sleutelgat, spiegel, stekker,
snoer, schrift, scharnieren,
schoenen enz.
De hoofdprijs krijgt Ada
Bos. De troostprijzen krij
gen Dikkie v. d. Berg. Joke
genraam. Hiep- hiep- hoera. jurk? Wat heeft
Loe Biest. Eddy Broer, Leo *la®» d5.re
de Hay, Thea Oudijk
Bastiaan v. d. Wel van
te gefeliciteerd met jullio
verjaardag van de nichten
Ja. tante Jos heeft weer
een brief ontvangen waar
geen naam noch adres in dc
brief of op de envelop staat.
Zal je het niet meer vergeten
meisje in Herkingen? Ga jij
dikwijls naar oma toe? Heh
jij heerlijk van de boterlet
ters gesmuld? Jammer
dat ik nu weer geen briefje
van je kreeg Joop Alblas. -
Wist jij ook niets te schrij
ven Rudi Amboys? 'k
Geloof best dat het meisje
erg schrok, toen zij haar
pakje openmaakte. Erna
Anceaux. Vond ze het leuk?
Waarvan heb jij zo n ding
gemaakt? Wat heb jij ge
kregen? Was je 's avonds
org moe toen jullie de sin
terklaas hebben binnenge
haald met jullie korps?
Wat hebben jullie wel gela
chen om bulletje en bone-
staak. Sjaantje Baak. Hoe is
het sinterklaasfeest geweest?
Je schrijft het maar alle
maal de volgende keer.
Wat kreeg ik van jou een
lange gezellige brief Janne-
ke Baak. Ben je nu hele
maal beter van de val? Be
ter oppassen hoor! Is je
hoofdpijn weer weg? Zijn al
je wensen in vervulling ge-
wend Dikkie v. d. Berg. Is
hij dinsdag nog geweest?
Waarom kreeg pappa een
lege zak? Is hij stout ge
weest? Schrijf jij de vol
gende keer een lange brief
Nico van den Berg? Is de
goede sint ook bij jou ge
weest Jaap v. d. Berg?
Schrijf je het de volgende
keer? Misschien kom ik,
als het tenministe mooi weer
is. nog weieens op Rozenburg
Lcnic Bergwerff. De boot
schommelt nu zo erg! brrr.
Heeft de sint jou ook niet
vergeten? Je schrijft er
niets over. Bedankt voog je
tekening hoor! Jammer
dat jullie niets schreven,
Janneke Bcrkel en Leo Ber-
voets. Heeft Jurry geen
zin meer om te schrijven.
Sina den Besten? Hartelijk
welkom hoor Word jij wel
een trouwe schrijfster? Alle
begin is moeilijk hoor! Heeft
de sint aan jouw verlangens
voldaan? Is de dierentuin
nu helemaal klaar. Hansje
Blljleven? Ik heb de vorige
keer jouw brief gemist. Was
het leuk op Dick's verjaar
dag? Heeft sinterklaas jou
goed bedacht? Waarom
schreven jullie helemaal
niets Mieke Biesheuvel, Ge
rard Biesot, Dikkie Blom,
Mia Boele, Maarten cn Wim
den Boer en G. van Bogge-
len. In welke klas zit jij
Jennie van Boggelen? Heb
ben jullie leuke avonden ge
had. dinsdag en woensdag?
Zou jij ook niet voor sinter-
Meisjes en jon
gens, we hebben
hier een soort
kruiswoordpuzze l
die
nog
eerder hebben ge
had. Jullie zien
wel dat de men
sen om de hokjes
druk bezig zijn
met het werk.
Wat ze aan het
doen zijn? Dat
moeten jullie nu
precies invullen.
Het is erg ge
makkelijk. want
de nummers en
de pijltjes wel
ke richting jullie
moeten invullen
(naar beneden of
naar rechts) staan
precies aangege-
Zenden jullie
de oplossing vóór
dinsdag 12 de
cember in?
klaas willen spelen? Flauw vaders tuin mag spelei
dat die meisjes geen ge- Help je hem ook weieens!
heimpjes kunnen bewaren. Hoe heten jouw vrienden"
Wat ben jij verwend Le-1 Hadden jullie mamma's i
ny Bolluyt. Heb je de boe- versierd. Marike
ken al uitgelezen? Zijn
mooi? Wat heb je al ge
borduurd? Heeft de sint
voor jou ook iets moois mee
gebracht? Jouw vorige
brief was te laat Trudi
Bons. Jij bo'fte maar, dat je
in de herfstvakantie jarig
was. Je bent wel verwend
hoor! Ga je weieens met Re-
neetje wandelen? Wisten
jullie niets te schrij'
Hans v. d. Boogert, Tineke
Boom, Hielke Boonstra, An
ke Borst en Ina Borst?
Anton gaat je
beetje leren kennen. Ada
sinterklaas nog geweest
Wat heb jij de kaart mooi
gekleurd. Jan Bouw. Ben je
al beter? Wanneer ben jij
Eirecies geboren? Natuur-
ijk mag jij ook meedoen,
Nellie Boxman. Hartelijk
welkom hoor! Je stuurt de
brief maar gewoon
te Jos en dan is alles oké.
In welke klas zit jij? Ben je
al gauw jarig? Wat heb
jij een fijn lange brief ge
schreven, Klarie Breeder-
land. Wat wordt jij al groot
dat je je zusjes al zo goed
kan helpen. Was de meester
blij met zo'n grote doos si
garen? Is de nieuwe meester
al gearriveerd? Heb je Arjo
al gezien? Wat heb jij ge
smuld van de pannekoeken!
Is je nieuwe rok al klaar?
Schrijf jij de volgende
keer een lange brief. Willie
Breedijk? Jij mag ook
een nichtje worden hoor
Ineke Breukhoven. Hartelijk
welkom! Heeft de sint goed
bij jou gereden? Ook jij
bent hartelijk welkom
de nichten en neven,
rle Brinkman. Sinterklaas
had jouw verlanglijst dus al
gezien? Wanneer ben je pre-
geboren? Heb je gc-
het toneelstuk Jo
ke v. d. Broek? Heeft sin
terklaas jou niet vergeten?
Je schrijft het toch dc
volgende keer wat je van die
goede sint hebt gekregen,
Laura Bijl? Ik ben erg be
nieuwd hoor! Wat grappig
knijperschortje. Wordt
mooi? Schrijven jul
lie de volgende keer een
lange brief, Anja Bljster-
veld, Alex Cats en Jaap
Cramer? Jij bent maai
een boffert met al die prij
zen Lenie Coenradie. Heb je
„triangel" al ontvangen?
Heb je al geborduurd? Heeft
de sint nog aan jouw koude
handen gedacht? Hebben
jullie van 't sinterklaasfeest
op school genoten Joianda
Croese? Is het pak
worden voor Marijke? Heeft
ze het leuk gedaan? Ben je
nu weer blank. Marijke?
Wat fijn dat jij zo'n lief
je hebt gekregen. Corrie
Dalen. Jenneke is een mc...
hoor! Sinterklaas heeft
aar verwend met
prachtige boekenplank.
Wat heerlijk dat jij met je
grote broer mocht meerij
den. Kees van Dam. Gewel
dig hoor! Heb je goed ge
holpen? Wat wil jij later
worden? Is er al lang een
ulo-school op Rozenburg?
Zou jij ook graag een hondje
willen hebben Joke van
Dam? Jij boft maar met
zo'n grote zak snoep. Heb
je dinsdagavond veel plezier
gehad? Schrijf je het de
volgende keer" Wist jij
niets te schrijven Corrie
van Dam? Bedankt voor
je mooie tekening Wiima
van Delft. Sinterklaas is
toch ook bij jou geweest?
Nou en of de etalages mooi
waren. Jullie hebben dus
I wel een erge lieve juffrouw
3 Hi
Heb je erg
zeten? Heeft de sint
aan jou gedacht" Wat ben
jij verschrikkelijk verwend
met al die mooie cadeaux.
Sientje Donkersloot. Heb je
ie schoenen al aangehad?
Heerlijk zo'n warme trui en
rok. Heeft de sint jou niet
vergeten? Krijg ik de
Hebben jullie
verwend? Jullie hebben haaL-
natuurlijk ook heel goed gelck 1
holpen! Is de goede sint
bij jullie geweest? Hoe vc
Krista het? Het is m~
postpapier wat jij hebt ge*chi
kregen. Marianne Eijgen- gel
raam. Geweldig dat sinterf
klaas in hoogst eigen pert
soon bij jullie is geweest]
Moest niemand in de zak?,
Waren er veel kindertjes»
Jammer dat jij er geeff
briefje bij deed, Tineke vl
d. Gaajf. Wat hebben jul- da
lie de juffrouw vcrschrikke-®-
lijk verwend. Marja van Ga-frl
meren. Was ze er blij mee' n e
Jij bent wel aan het fees ter Eet
geweest hoor! Wat mocht ji 0 -
lang opblijven! Fijn dat ji wc
een blokfluit hebt gekregen rkl'
Krijg je nu les? Welke vers ëlla
jes speel je al? Wim Gel n p
derblom. Maatje van Gen t hi
deren, Hanny Goud en Diet uso
de Graaf, waarom schrevei a
jullie niets? Heeft sinter urd
klaas jullie nog verwend, ol
Ria en Fieke Graafland? sns<
Was het groot feest op 20 |eni
november? In welke klas ïatr
zitten jullie? Jammer datz»i
jullie er geen briefje bij de-ank
den. Ina en Ria Groen en iorc
Peter de Groot. Dat zijnspe
zeker al grote broers Rudi ifli.
de Groot. Tante Jos wist dat e
natuurlijk niet. Jij wordt ze-ar
ker wel een klein beetje ver-t
wend? Is sinterklaas nog op
bezoek geweest? Wisten 11
jullie echt niets te schrijven.
ige:
Jan Haak. Ilannle den Haan lai
en Sya 't Ham?
gaat tante Jos toch niet
goten, Annic Hagen? Si
klaas had jou al vroeg
wend hoor! Is hij op 5 de
cember ook nog geweest?
Heb jij geen zusjes of broer
tjes? Hebben jullie een
gezellige sinterklaasavond
bij oma gehad. Bas Her-
weijer? Ben je erg ver
wend? Leuk dat jullie met
zo'n grote club waren
Woont oma dichtbij jullie
Peter hartelijk gegroet
hoor! Waarom schreef jij
niets Gljsje v. d. Hil.
Hartelijk welkom bij de
nichten en neven Frits Hol
lander. Ik heb nu geen
brief van jou ontvangen. In
welke klas zit jij? Wat
heerlijk dat jij zo'n mi
nieuwe trui hebt gekrej
Adrle Hoogerwerf. Is ze
warm? Hebben jullie al
nieuwe juf? Worden de
babypantoffeltjes mooi? Wat
zal Corrie er blij mee zijn!
Leuk dat hij al zo begint te
babbelen. Bedankt voor je
mooie tekening hoor! Ik
dacht werkelijk dat jij tante
Jos aan het vergeten was,
Nezia v. d. Horst. Hoe komt
het dat jij van de bok bent
gevallen? Is je arn
ziekenhuis gezet? Wanneer
Het is mooi postpapier hoor
Fijn, dat jij tante Jo
niet bent vergeten, Antom
der Hout. Ga jij iedere
een boek in de biblio
theek halen? Welke boeken
lees jij en welke spelletjes
doen jullie altijd? Gewel
dig dat jullie zoveel mogen
maken. Adrlaan van Houwc-
lingen. Hoe is de muis ge
worden? Jij boft maar mei
prachtige puzzel van
275 stukjes. Heb je de bouw
plaat al helemaal klaar?
Jammer dat jij niets schreef
Tin! van Huizen.
Nichten en neven ik hoop
natuurlijk dat jullie deze
week weer zo goed je best
doen met brieven schrijven.
De letters I t.m. R zjjn de-
week aan de beurt. Niet
wei een erge lieve juffrouw lekkers ^oor60 w ant a' jhet
gekregen Hans Doesburg. kriie
H,h l. spanning ge- met de repetiHes *"11
goed tot dc volgende week.