-oop koningskind in Montpellier 5 exporteert zigeuners Een „DE GOUDEN PLU7IEE"S:Tai:.,n","rt Flieiuur Cciflsrljc üToiirnn PRODUITS CHOIX Schakel in de verbinding naar schilderachtig Silkeborg sen en de huizen aan de oever van het meer weerkaatst werden. In de dalen kringelden rookplui men. afkomstig van de houtskool branders en de hutten die tussen het geboomte schuil gingen, lang zaam omhoog. Maar ondanks de stilte in de atmosfeer was de aarde vol leven en beweging. In de bossen zongen de vogels nog hun hoogste lied en uit de jene verstruiken weerklonk de liefde zang van de heide zwaluw, bege leid door het kwaken der wilde eenden in de door riet omzoomde oevers van het meer en door de roep van de zeekoet. Uit de ver te klonk nog de avondzang van de huiswaarts kerende vissers.... Nu was de zon onder en rees de avond nevel uit weiden en ri vieren. En Denemarken's grote dichter en schrijver Hans Chris tian Anderson wiens op de Him- melbjerg gepluk te bloemen nog een plaatsje vin den in het H. C. Anderson Mu seum in Odense schreef aan zijn vriend Ingemann na een bezoek aan Himmelbjerg- in 1850: ,,Dc natuur hier wekt herinneringen aan het landschap tussen Sterling en Dumbarton in Schotland. Het lieflijkst natuur schoon in mijn land bieden de ..Deense Hooglanden" Silkeborg. Hier bouwen arenden en de zwar- d'e met heide begroeide venen zien wij Fata Morgana, toverme- ren met Armida's tuinen, hier zwerven zigeuners als in de tijd van Cervantes in Spanje. Do stil te der bossen, de zwijgende met heide begroeide venen zijn ma jesteitelijk in hun wondere schoon heid. Zelfs Engelse reizigers zon gen de lofzang van een der mooi ste riviertochten in Europa. De Denen behoeven waarlijk niet naar het buitenland te gaan om natuurschoon te zoeken. De Silkeborg meren doen niet onder voor het Zwarte Woud of de Rijn. Toegankelijk Michael Drewsen, de onderne mende Industrieel, krachtig ge steund door Frederlk VII door wlen Drewsen ,,de koning van Silkeborg" werd genoemd zag In dat een behoorlijke verbinding tc water noodzakelijk was wilde In het voorjaar van 1859 ver zocht hij scheepsbouwers in En geland en Zweden offerte te ma ken voor de bouw van een kleine stoomboot. Reeds in april van dat jaar had hij in overleg met een twintigtal inwoners van Sil keborg de mogelijkheid openge steld om aandelen in een op te richten vennootschap te nemen. Aanvankelijk werden Drewsen's plannen doorkruist door voorstan ders van een spoorverbinding, Maar Drewsen zette door en op de vergadering van 24 juli I860 werd hij, of schoon er reeds een uit vier le den bestaande commissie door aandeelhouders benoemd was, uitsluitend ge machtigd namens aandeelhouders op te treden. Drewsen die in een persoonlijk schrijven de ko ning had medegedeeld dat met de aanschaffing van een boot een be drag van 10.000 rigsdalcr gemoeid was cn dat men reeds voor 6000 rigsdaler aandelen in de nieuwe vennootschap had geplaatst, kon ter vergadering een troefkaart uitspelen. De overlevering wil dat koning Frederik Drewsen ant woordde: Drommels mijnheer, je zult een boot hebben waarin je Heide-vogel Drewsen onderhield reeds jaren lang contact met Baumgarten Burmeister zoals de oorspronke lijke firmanaam luidde cn op 30 april 1859 zond zij Drewsen een ontwerp voor een te bouwen boot met een 10 pk condensatie ma chine die 10.000 rigsdaler zou kos ten. Het schip kon in het voor jaar worden opgeleverd. Eind mei werd het te water gelaten; het ontving bij de doop de naam ..Hjcjlen" naar een typische hci- de-vogel in Jutland, de ..gouden" pluvier Op 15 juni 1861 kwam dc ..Hjejlen" in Silkeborg onder de toejuichingen der samenge stroomde inwoners aan. Afgezien van de romantiek biedt het schip nog steeds een feestelijke aan blik met het vergulde galjoen beeld en de in lichte kleuren ge schilderde raderkasten. In 1861 mocht men nog op een particu lier schip gebruik maken van de Deense Leeuwen en Harten, Iets wat thans ondenkbaar is. De de coratie t.w. het Deense wapen met handelssymbolen waren voor 30 rigsdalcr door de Deense beeld, houwer Moen gemaakt die ook het galjoenbeeld, dat een vogel voor stelt, voor 25 cn twee naampla ten voor 8 rigsdaler aanbracht. De heer Brinckhoff, een artiest die van alle markten thuis was, zorgde voor dc decoratie van de salon; dc kosten bedroegen 267 rigsdaler, 2 mark en 12 skilllngs. (Het in 1896 door Burmeister 8c Wain voor de Tsaar aller Russen gebouwde jacht ..Standart" werd eveneens door Brinckhoff gedeco reerd). De salon was wit gelakt en versierd met vergulde orna menten en rood fluwelen sofa's; Brusselse tapijten bedekten de Nog dienst Honderd jaren gingen voorbij. Het uiterlijk van de „Hjejlen" heeft veranderingen ondergaan, maar nog steeds doet het schip, bet oudste der Deense koopvaar dijvloot en stellig één der oudste nog in dc vaart zijnde schepen, dienst. Tastbaar bewijs van de c^ugdclljkheld der door Burmeis ter Si Wain, die dit jaar's we relds grootste scheepsmotor met een vermogen van 25.000 pk af leverde, gebouwde casco's en machines. Even fascinerend als de ge schiedenis van dc ..Hjejlen" is de tocht naar de Himmelbjerg meren en de Gudcn rivier. De ..Hjejlen" vaart dicht onder do oever waar dc oude bomen hun schaduw spreiden cn vervolgt zijn tocht over dc meren waar men in dc verte de contouren der met heide begroeide heuveltoppen ontwaart. Bezoekt men Denemar ken dan bcperke men de reis niet tot Kopenhagen met zijn vele be zienswaardigheden en het welbe kende Tivoli. maar make de reis naar Jutland's parel, dc onvolpre zen Guden rivier waarvan het aan de Gouden Pluvier gewijde boek van Burmeister U Wam terecht de lof zingt. Wilt u miljoenen verdienen zonder te werken? De oplos sing is heel eenvoudig: u reist naar Spanje (zonder visum) en zoekt voor enkele maanden onderdak bij de échte zigeu ners van Granada. Eenmaal daar, probeert u zo gauw mo gelijk achter de kunst te ko men van het dansen en zingen, en het zo typische gelamen teer" hartstochtelijk-sfeer- vol te imiteren! In de zigeu- nerwijk El Albaicin zal men u als buitenlandse boven dien gratis instructies geven en allerhartelijkst bejegenen- Zijn stijl en temperament u eenmaal eigen, dan kunt u met een gerust geweten con tracten gaan afsluiten, met de illusie binnenkort een onver valste .dollarprinses" te zijn! De miljoenen liggen voor het opscheppen, als u tenminste werkelijk talent hebt.... Flamenco Dit is althans het geval met de Spaanse „flamenco"-danseres- sen, die verleidelijke contracten afsluiten met alle impresario's van onze aardbol. Zij zorgen er voor, dat Spanje de grootste ex porteur is van de figeunerkunst. Gouden toekomst voor flamenco-dansers Voor U gelezen Praktische behandeling van belastingwetten en Praktische behandeling van sociale verze keringswetten. beide geschre ven door F. Blaas, J. Cornel en R. H. Staal, hoofdeontro- leurs van 's Rijks belastingen te 's-Gravenhage, Uitgave N.V. v/h G. Delwel, 's-Gravenhage. Het eerste werk beleeft zijn derde druk, het tweede zijn eer ste. Het eerste behandelt in 146 bladzijden de loon-, commissa rissen-, dividend-, inkomsten-, vennootschaps-, vermogens- en omzetbelasting, het tweede 15 wetten en een besluit, terwijl voorts nog aandacht wordt gege ven aan de arbeidswet en de wet op de collectieve arbeidsovereen komst. Het zijn leerboeken, die de stof duidelijk behandelen en doen volgen door een samenvat ting en vragenlijst voor elk on derwerp afzonderlijk. Daarom zijn de boeken ook goed te ge bruiken om zich snel van een be paalde vraag op de hoogte te stellen, en voor de leek zijn zij tevens geschikt om zich binnen Aanvankelijk overvoerde Spanje de naburige landen met sinaas appelen; nu zendt het zigeuners uit, die dc vaderlandse deviezen- bron belangrijk doen toenemen. Waar ook ter wereld, in dc Congo, In New York of in het hartje van Rusland kan men een ,,flamenco"-schouwspcl gaan zien: een fragiel Spaans zigeune rinnetje. dat op niet fe evena ren wijze zwiert en manipuleert, fleurig uitgedost in zo'n noppenjurk. In de duurste theaters, het meest ver wende publiek treden Spaanse „gipsy"-ballets op, om onver mijdelijk welge meend applaus te oogsten. Mijn groente boer verkocht mij in Neder land appelen, die „zigeunerin nen" heten. Hij placht ze aan te bevelen, als zoet, sappig „waar je nooit genoeg van kan krij gen". Zouden de Nederlandse fruittelers wel be seffen, hoe 'n toepasselijke bena ming zij gevonden hebben? Want als een verse appel zo „sappig" en ,,zoet" zijn de echte zigeunerin nen uit Spanje. En dat „men er nooit genoeg van krijgt", blijkt uit het feit, dat deze maand de Grote Wells", impresario van liet beroemde Radio City tc New York, naar Madrid is gekomen, uitsluitend en alleen om twee en twintig Spaanse danseresjes te engageren, voor zijn „typical Spanish"-ballet. Dc eis was: schoonheid, zwart haar, tempera ment (oftewel „Schwung") cn een minimum lengte van 1.72 meter. Een verschilletje van ze ven centimeter kon met hoge hakken wel bijgewerkt worden. Mr. Wells bood haar een con tract aan voor één jaar, waarbij elke artiste 1000 pesetas per dag 62) „schoon" zou krijgen. De ze week heeft de Spaanse im presario Don Evaristo Gonzalez de groep van twee en twintig danseressen gecompleteerd. Dc ster van deze fabelachtige show wordt een Spaans meiske van elf jaar, Montserrat Flores gehe ten. Zij is het zusje van de reeds beroemde La Chunga en zal maar liefst honderd keer zoveel verdienen als haar muzikale col legaatjes! (100.000 pesetas per dag). Lc Benelux Commcnté, door Jacques Karelfe en Fritz de Kemineter. Uitgave Ets Eml- 1c Bruylant, Brussel. Twee deskundigen, nauw betrok ken bij de economische relaties tussen de Beneluxlanden, ver zorgden dit naslagwerk, waarin in de eerste plaats aandacht wordt geschonken aan de bepa lingen van het Verdrag tot in stelling van de Belgisch-Neder lands-Luxemburgse Economi sche Unie. Bij de verdragsarti kelen is de officiële toelichting door de drie regeringen vermeid. Het tweede deel van het werk wordt ingenomen door de tekst van en de toelichting op een aan tal andere belangrijke Benelux- verdragen, hoofdzakelijk verband houdend met de economische be trekkingen. Een alfabetisch za kenregister vergroot de bruik baarheid "van dit nuttige com pendium. •0000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000^ The Follies Men schat de voorlopige kos ten van décors en montage van de show op 5 miljoen dollar. Het toneel zal 45 m breed zijn. Ter imitatie van de Parljse „Folies-Bergère" noemen de Amerikanen hun super-show „The Follies of Spain", (made in U.S.A.). Reeds staan in Ma drid een eindeloze rij koffers en kisten klaar om hun eigenares sen naar de States te begeleiden. Inhoud: tientallen japonnen met noppen, franjes en roesjes, man tillas, hoge steekkammen en Spaanse castagnetten. Men mag redelijk verwachten. dat dc hartstochtelijke dansen met het meeslepende gitaargetokkel on der de Amerikanen heel wat op schudding zullen verwekken. Twee cn twintig rokken, met daar boven twee en twintig paar kool zwarte ogen zullen de Newyor- kers een temperamentvol schouwspel bieden. Waarom werken In Spanje is men echter al ge wend aan dergelijke berichten. Het is algemeen bekend, dat dc zigeuners, net als de krekels, niet werken willen, maar wél dansen, als ze daar goed voor betaald worden. Krijgt de zigeu ner-danseres Antonia de Ronda, half analfabeet, niet al twee jaar lang 4000 dollar per dag voor haar optreden in het Newyorksc Metropolitan uitbetaald? En verdiende de befaamde Carmen Amaya, die al 52 is. maar zigeunerin van hoofd tot voeten, voor vier jaar dansen in de Verenigde Staten niet 30 mil joen dollar? Weliswaar bestaat haar ensemble uit zeven eh twin tig personen. Maar dan blijft er toch nog genoeg voor elk over, vindt u niet? Miljoenen, fantastische con tracten, dromen uit dc „1001 Nacht", door een jeugdig dan seresje in tastbare werkelijk heid omgezet. Haar wieg stond in het Albaicin, zij groeide op in een hoiwoning, in de kalk rotsen uitgehouwen. Maar haar toekomst is van goud. Het dansen is haar im mers aangeboren, terwijl liet rythme der gitaarmuziek haar met de paplepel ingegoten werd! Hoe is 't mogelijk, vraag ik me wel eens af, dat er nog één Spanjaard is, die voor 31 pesetas per dag uren lang op iet land wil zwoegen in dc zen gende hitte? ZATERDAG 11 NOVEMBER 1961 Burmeister Wain, de be kende Deense scheepswerf en machinefabriek te Kopenhagen, heeft een typografisch bijzon der geslaagd en met talloze fraaie illustraties verlucht boek het licht doen zien. De Engel se vertaling van het in de Deen se taal door Mogent Lebach ge schreven boek is verzorgd door H. Bevan Ward. De historie van „De gouden pluvier", die nog steeds dienst doet, is nauw vervlochten met dc ontsluiting van één der schilderachtigste delen van Jutland. Reeds in 1861 wijdde dc oude „Illustra ted Time" een lyrische be schouwing aan dc schoonheid van het landschap. Ons kleine land, aldus de schrijver, is zo rijk aan wisselende taferelen dat men vrijwel overal heen kan trekken en zijn moeite be loond zal zien. Maar hier in Silkeborg is alles even bekoor lijk. Nergens ontmoeten wij zulk een natuurschoon als op de met heide begroeide veengebieden van Jutland en Silkeborg is wel één der schoonste Jutlandse parels, omringd als het is door uitge strekte heidegronden, waar grote grafheuvels symbolisch zijn voor de stilte der natuur. Zo talrijk zijn de verhalen, die over dc prachtige omgeving van Silkeborg de ronde doen. dat men in zijn verbeelding het tafereel voor zicji meent te zien. De werkelijkheid overtreft echter de stoutste ver beelding. Wie zal de gevoelens beschrijven die ons overmeeste ren wanneer wij de wuivende gaspeldoorns achter ons laten en de bossen, die deze oase omslui ten, ingaan? Hier wordt de stilte afgewisseld door de melodieuze zang der vogels. Himmelbjerg En Steen Blicher, Jutlands dichter en zanger, gaf zijn in drukken van Himmelbjerg de Hemelse Berg aan de Guden rivier waaraan ook Silkeborg ge legen is. in de volgende be woordingen weer: „De zon ging onder, maar het leek wel alsof zij nog een laatste blik wilde wer- S;n op de wonderschone aarde. e wind was gaan liggen, geen blad bewoog. Het meer was een spiegel, waarin de velden, de bos- In Montpellier rijdt thans een auto door de straten met een nummerbord van het Nederlandse koninklijke huis erop. Het is de Floride van prinses Margriet, acht tien jaar. ingeschreven als studente in de Franse taal en de Franse cultuur. Gedurende een jaar zal zij in het zuiden van Frankrijk „Mademoiselle" in plaats van „Altesse" zijn. „Ik wil niet opvallen", zei ze, toen ze voor de rectoraatswoning uit haar wagen stapte (foto 1). „Ik wil een studente onder de studenten zijn". Prinses Margriet kent de indrukwekkende Promenade du Peyrou reeds, de prachtige wandelboulevard (foto 2), die de architecten d'Aviler, Giral en Donnat aan het eind van de zeventiende en in het begin van de acht tiende eeuw aanlegden. Op dat moment stond nog het eerste universiteitsgebouw in de botanische tuin, waar de „aderlaters" hun kruiden kweekten. Op 't oeenblik zijn er slechts wat brokkelige ruïnen van over gebleven, welke, tezamen met platanen en cypressen, één van de meest schilderachtige hoekjes van de Jardin des Plantes vormen (foto 3). Een ander bouwwerk uit die tijd is de Are de Triomphe (foto 4). Hij is kleiner dan zijn evenbeeld van de l'Etoide in Parijs, maar minstens even mooi. Zoals de borst van een held behangen is met medailles, laat hij alle mar tiale taferelen de revue passeren, waarin de „Zonne koning" als overwinnaar kon worden getoond. Wat moderner krijgsrumoer kan, zij 't niet in basreliëf, op de gevel van het faculteitsgebouw worden aan schouwd. Het zijn slechts drie letters: OAS (foto 5), doch in de Vijfde Republiek zijn ze symbolisch voor een wereld van terreur, die beheerst wordt door de explosies van kneedbom-aanslagen. Hoe schril steekt de wereld van die oude baas hierbij af (foto 6): die elke middag bij het aquaduct van het Chateau d'Eau is te zien om daar „de dui ven van Picasso" te voeren? Prinses Margriet woont in bij dr. Deshons. praktiserend arts en geneesheer-directeur van de Uni versiteitskliniek. Bij zijn deur is een koperen naambord aangebracht (foto 7). En de straat, de Rue Terral, is een rommelige, typisch Franse straat met balkonnetjes, blinden, slopjes en steegjes, en puien en gevels, die aan 't af- schilveren zijn (foto 8). Niet ver er vandaan staat de Cathédrale St. Pierre, een herhaaldelijk geres taureerd gothisch bedehuis, voor welks portaal twee wonderlijke, veertiende-eeuwse torentjes naar boven prikken (foto 9). Naast het „kosthuis" van prinses Margriet tenslotte, bevindt zich de „épicerie" van de buurt: een klein, verveloos winkeltje, dat naar zeep en wasvlokken geurt, en waar een veelheid van kruide nierswaren ligt uitgestald (foto 10). „Ik ga buitenshuis eten", ver klaarde het Nederlandse konings kind. Betekent dit ook dat ze wel eens naar dat winkeltje zal gaan om een haarspeldje of een reepje chocolade te kopen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 13