Vervanging van tram door
bus was onvermijdelijk
kaatste blauwe tram eindigde
zijn rit in kruitdamp
Met de tram verdwijnt
de intimiteit
«EUWE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 10 NOVEMBER 1961
Burgemeesters eerden N.Z.H.-personeel
JIETS wees er gisteravond op, dat de NZH-tram, die om twaalf over
half zeven uit Leiden naar Den Haag vertrok, de laatste zou zijn. Zelfs
|c „ingewijden" begonnen te i
n, dat zij bij de neus waren genomen.
gebeurde niets bijzonders toen het startsignaal klonk, of het moesten
enkele fotolampen zijn, die met korte en felle flitsen de tram nalonkten.
rigens werden de camera's bediend door mensen, die er zelf eigenlijk
il erg aan twijfelden of dit de laatste tram wel zou zijn. Weliswaar was
.H.-directeur N. Hortensius op het Stationsplein gesignaleerd en zat het
dus voor mensen met feeling wel in dat deze avond de laatste tram wel
is kon rijden, maar dat het die van 18.42 uur wasnee, het wilde
eigenlijk bij niemand in.
wijselijk van tevoren de asbakjes al
De conducteurs trokken tijdens het
jerste gedeelte van de rit pokerge-
fichten Pas toen de gevreesde so
|iëteit Minerva was gepasseerd de
w itudenten zouden immers voor een
fcunt zorgen lieten de conducteurs
jij de (weinige) passagiers nu en dan
pat doorschemeren van het histori-
pe karakter van deze rit.
Het was een normale, uit drie wagens
ade tramtrein, die de laatste rit
geleld door de geroutineerde
n wagenvoerder C. Vrolijk uit
meningen, een man met 32 dlenst-
achter de rug. Er moet heel wat
hem heen zijn gegaan toen hfj
de laatste keer rails, biels en
itstenen zag oplicht tussen de grote
jlampen. Toch zal hij er aan moe-
i, dat de N.Z.H. geen trams
heeft want als 57-jarige is hij
orlopig nog niet aan zijn pensionering
Geen sou venirs
conducteurs zorgden er voor, dat
te laatste rit voor niemand een gratis
werd: M. A. van der Blom uit Voor-
urg (15 dienstjaren), J. Martinus, even-
ins uit Voorburg (36 dienstjaren) en
de Hondt, ook uit Voorburg (37 diénst-
Hl). Druk hadden ze het niet en bo-
Uen was de laatste wagen afgeslo-
Stuk voor stuk waren de passa-
verbaasd als ze van de conduc-
hoorden, dat dit de laatste rit
Er school slechts een enkele souve-
irjager onder de reizigers en voor die
enkeling was er niet veel meer te halen
In de afgelopen dagen zijn de bordjes
wat de laatste tram betreft. Slechts
een erakel bordje (op onbereikbare plaat
sen en met hardnekkige schroeven)
vormde nog een uitdaging voor schroef-
grage handen. Het N.Z.H.-personeel had
In „goede oude tijd"
lette men goed op
de tijd...
Dat men in vroeger tijden het
vertrekken van de trams zeer
serieus opnam moge blijken uit
het volgende verhaal. Plaats
van handeling: Leiden Noord
einde.
De conducteur kijkt op zijn
zakuurwerk. Het blijkt, dat hem
nog ongeveer vijf minuten res
ten voor vertrektijd. Na enkele
minuten kijkt hij weer op zijn
horloge en hij merkt tot zijn
schrik, dat het dezelfde tijd
aangeeft als even tevoren.
Elektrische klokken waren
nog niet uitgevonden. De con
ducteur vraagt dus beleefd aan
de zich in de tram bevindende
reiziger de juiste tijd. Op zijn
vraag wordt hem antwoord ge
geven en de conducteur zet zijn
horloge gelijk.
Nog een enkele minuut rest
hem. Als deze is verstreken,
geeft de conducteur 't vertrek
sein en prijst hij zichzelf geluk
kig dat hij bijtijds de stilstand
van zijn klok heeft opgemerkt.
Aangekomen in Vqorburg
wordt hem medegedeeld, dat hij
zijn tram moet overgeven aan
de reeds wachtende reserve
conducteur. Hoewel zijn dienst
er nog niet opzit, dient hij op
het kantoor te komen. Hij hoort
daar tot zijn grote verbazing en
schrik, dat hij voor enkele we
ken in de remise wordt ge
plaatst. Reden: een conducteur,
die geen goed lopend zakuur
werk heeft, kan zijn conduc
teursdiensten niet naar behoren
verrichten.
Hoe was men nu te weten ge
komen dat het horloge van de
man was blijven stilstaan? De
gene aan wie hij in Leiden de
tijd had gevraagd was.... de
directeur van de Maatschappij.
Nieuwe dienstregeling
Nu de laatste trams hebben gereden,
is de nieuwe dienstregeling, die pas
aanstaande zondag zou ingaan, sinds
gisteravond grotendeels al van kracht
i geworden. Het zal voor velen nog wel
eens zoeken zijn naar halteplaatsen maar
de N.ZJf. heeft zo'n grote hoeveelheid
j dienstregelingen laten drukken met
een fleurige omslag en van een groter
formaat dan gewoonlijk dat iedereen
snel aan deze ingrijpende veranderingen
in het openbare vervoer tussen Leiden
en Den Haag zal zijn gewend.
Ook de chauffeurs zijn nog niet hele-
i maal ingespeeld op de nieuwe halte
plaatsen. merkten we gisteravond toen
we met de bus terug reden van Voor
burg naar Leiden maar deze kinder-
ziekten zullen spoedig wel zijn overwon
nen. Het bleek ons voorts, dat de druk-
knopjes voor het stopsignaal niet voor
niets in de bus zijn aangebracht. Ver
scheidene passagiers gebruikten ze niet.
met het gevolg, dat de bus de gewenste
halte voorbijreed als er tenminste geen
mensen stonden te wachten.
De nieuwe lijn LeidenVoorschoten
Wassenaar wordt zondag pas in gebruik
genomen.
dat op zo'n voorbeeldige wyze het tram-
oer tussen Lelden en Den Haag
heeft
verwijderd.
Pijpje tabak
De stemming onder de passagiers
- voor zover ze waren ingelicht
was een beetje die van een oude
jaarsavond. De 65-jarige heer H
Ravensberg uit Voorschoten, die da
gelijks verscheidene malen heen en
weer reisde van Voorschoten naar
Den Haag, vond het ronduit „rot",
dat er na deze tram nooit meer een
andere zou rijden en daarmee ver
tolkte hij de gevoelens van verschei
dene medereizigers. „Ik rookte altijd
orecies één pijpje tabak op tussen
Voorschoten en Den Haag en onder-!
tussen babelde ik gemoedelijk mei
de conducteurs, van wie ik er heel
wat heb leren kennen. Dat is er in de
bus niet meer bij, pijpjes roken en
zo".
Bij de halte Damlaan in Leidschen-
óam begon de laatste rit meer gestalte
te krijgen doordat enkele „officials"
van de N.Z.H. instapten, onder wie ad
junct-directeur N. Kaptein, chef van de
vervoersdienst, die staande naast de wa
genvoerder, de rit meemaakte.
En paar verbaasde politie-agenten. per
auto naar het eindpunt gedirigeerd
ten slotte wilde men op alles voorbe
reid zijn waren er maar moeilijk van
te overtuigen, dit de laatste tram was.
Geen spoor van opwinding of vanda
lisme, het kon gewoon niet waar zijn,
dachten ze. Een paar enorme knallen
tijdens het wisselen hielpen hen uit de
droom. Enkele mensen, die toch nog
iets van de laatste rit wilden maken,
hadden onschuldige bommetjes op de
rails gelegd. Ook in Voorburg was dit
gebeurd, vlak voordat de tram naar de
remise denderde. Verschrikt vlogen vele
bewoners naar het raam, zagen we tus-"
sen de flarden kruitdamp door.
Naar museum
Drie burgemeesters, jhr. mr, A, Feith
van Voorburg, de heer L. de Kool van
Voorschoten cn de burgemeester van
Leidschendam, stonden de laatste tram
bij de remise op te wachten, grote kisten
sigaren in hun hand. Met enkele woor
den eerden zy In het personeel van de
ze tram namens alle Inwoners van hun
gemeenten het gehele N.Z.H.-personeel,
Dank zij een souvenirjager duurde
het nog enige tijd voordat de laatste
tram eindelijk de remise in kon: de
onmisbare remhandel was verdwe
nen. Maar ten slotte was het dan
toch zover, dat de tram achter de
rode lamp van een remise-beambte
aan de remise binnensjokte. Even
'ater maakte de heer Kaptein de re.
mise stro.omloos door het overhalen
van een handel. Er was nogal wat
belangstelling voor de binnenkomst
van de laatste tram, onder anderen
waren er verscheidene leden van de
NedBond voor belangstellenden
in tram- en spoorwegen".
De heer Kaptein vertelde ons nog, dat
enkele tramwagens zullen worden be
waard voor een waarschijnlijk in de
Randstad Holland te stichten muse-
Laat ons „Rijnsburg"
niet vergeten
Niet alleen de tram gaat tot het ver
leden behoren. Er is een klein plekje
in Rijnsburg, dat nu nog een symbool
is van een tijd die ver achter ons ligt,
maar dat spoedig een moderner aan
zien zal krijgen. De remisewerkplaats,
waar op het laatst nog tien man en
een hoofdopzichter werkzaam waren,
zal worden afgebroken. Reeds jaren
geleden kreeg Rijnsburgs gemeente
bestuur het recht om, na de sloop van
de werplaats, de grond te besteden
naar eigen goeddunken. Men heeft er
al plannen voor
De ruimte, waar in de loop van zo'n
halve eeuw ettelijke trams „een goede
beurt" kregen, heeft alle kenmerken
behouden van een werkplaats uit de
oude tijd: goed, degelijk en een
beetje primitief Haar schaftlokaal vol
schoolbanken, haar vogelnestjes, apar
te schilderswerkplaats, verrukkelijke
huistelefoon (niet bepaald een hyper
moderne) cn de al of niet ingedeukte
trams liegen er echter niet om de
sfeer was er „bijzonder".
Het personeel, dat voor een deel ver
dween naar de garage in Haarlem,
naar de N.S. of dat werd gepensio
neerd, liet heus wel eens een hartig
woord vallen bij het „met de hand''
opdraaien van een tram. Maar toch zal
de werkplaats, de grond te besteden
het alleen maar door de mensen (in de
hoogtijperiode 85 tegelijk), die er da
gelijks verkeerden.
Gloednieuwe bussen op de lijn
Leiden-Den Haag
Eind- en beginpunten
in Den Haag
In het begin zullen de reizigers, voor
al zjj, die niet dagelijks van de bus ge
bruik maken, nog wel eens moeite heb
ben met het vinden van de standplaat-
voor de richtingen Wassenaar, Leid
schendam, Voorschoten en Leiden. Het
volgende overzicht kan de situatie waar
schijnlijk wat verduidelijken:
Reizigers in Den Haag voor de rich
tingen Wassenaar. Haagse Schouw,
Oegstgeest cn Leiden (voormalige HTM-
route) vinden de bussen van de lijnen
43 (doorgaande lusbussen Deii Haag
LeidenDen Haag) en 44 (tussendien-
sten Den HaagWassenaar) aan de sta
tions Hollandse Spoor en Staatsspoor en
Leidsestraatweg bij het Malieveld, als
mede bij de stoplaatsen Lekstraat. Mau
vestraat cn Willem Witsenplein.
Reizigers voor de richtingen Leidschen
dam, Voorschoten, Lelden Tulnstadwijk
en Leiden-centrum kunnen in Den Haag
instappen aan de halten Bezuidenhoutse-
weg by Schenkweg en Leidsestraatweg
bü Malieveld. Beide stopplaatsen dienen
tevens als uitstaphalte uit de genoemde
richtingen, want de bussen van deze lijn
40 (doorgaande lusbus LeidenDen Haag
Leiden en tussendlensten Den Haag
VoorschotenLeiden) hebben in Den
Haag geen lang statlonnement, doch rij
den vrijwel direct weer naar Leiden te
rug. Voor deze verbinding zyn er
vens twee halten ln het Bezuldenhout-
kwartier, namelijk Eerste van den Bosch-
straat cn Prinses Beatrixlaan.
De stopplaatsen voor de lijnen 20/21
naar Wassenaar (via Rijksweg), Katwijk,
Noordwijk en Haarlem blijven ongewij
zigd.
Vroeger was het zo druk nog niet
in de trams. Conducteur-trein-
geleider J. Ouwersloot kan er
van meepraten. Meer dan eens
reed hij met een reclametram.
Deze foto werd vóór de Tweede
Wereldoorlog gemaakt in de Ko-
revaarstraat; conducteur Ouwer
sloot is ter gelegenheid van dit
plaatje even uitgestapt.
In de gloednieuwe garage aan de Rijusburgerweg te Leiden stonden
deze week al even fonkelnieuwe bussen te wachten op hun taak tussen
Leiden en Den Haag. Het zijn zgn. Leylands en ze bezitten tal van
moderne snufjes, zoals een extra beveiliging, waardoor de bus nooit
weg kan rijden als de deur niet geheel is gesloten. In het dak zijn niet
minder dan twaalf ventilatiekleppen aangebracht alsmede een uit-
werpluik (als nooduitgang). Niet alleen ten behoeve van de chauffeur
zijn allerlei nieuwe voorzieningen aangebracht maar ook voor de rei
zigers. Zo kunnen staande passagiers in deze bussen beter naar buiten
kijken dan in het oude materieel. De heer J. de Mooy uit Rijnsburg,
die hier juist in een van de nieuwe bussen stapt, zorgt er voor, dat
alles goed verloopt in de garage.
(Foto N. v. d. Horst)
Tachtig jaar trammen afgesloten
DE REORGANISATIE van de N.Z.H. van tram
tot wegvervoerbedrijf is vandaag voltooid. Een
reeds in 1931 begonnen ontwikkeling heeft daarmee
haar beslag gekregen. Destijds kon de koers nog niet
geheel duidelijk zijn; zowel de techniek als de eco
nomische toestand belemmerden een doelbewust op
„verbussing" gericht beleid. Na de oorlog won al
spoedig het inzicht veld, dat zelfs bij een vervoers-
intensiteit als in de Randstad het geval is, het tram
bedrijf in zijn vooroorlogse vorm niet kon worden
gehandhaafd. Wanneer men het railvervoer had wil
len aanpassen aan de nieuwe stedebouwkundige en
verkeerstechnische structuur, zou dat op vrijwel alle
trajecten een volledige herlegging van de trambanen
hebben betekend men denke aan het tracé door
de bollenstreek en de vele stadstraversen als
mede een complete vervanging van vrijwel al het
rollend materieel. Het behoeft geen betoog dat de
daartoe noodzakelijke kapitaalsinvestering op geen
enkele wijze door sociaal verantwoorde tarieven zou
kunnen worden gedekt. Bovendien bereikte de auto
bustechniek een zo hoog niveau, dat het verschil in
reiscomfort ten opzichte van de tram van graduele
aard werd, terwijl bovendien de bus door zijn
bewegingsvrijheid een juist bij massavervoer niet
onaanzienlijke voorsprong op de tram kreeg. De ont-
wikkelina van tram- tot busbedrijf is dus, zowel
voor de N.Z H. als voor alle overige streekvervoer-
bedrijven, onvermijdelijk geweest.
Weemoed
DAT de N.Z.H. op de R.T.M. na (waar echter
geheel andere vraagstukken en omstandigheden
gelden) het laatste grote streekvervoerbedrijf w
geweest waar zich die ontwikkeling heeft voltrok
ken, is een gevolg van de wel zeer speciale proble
matiek van verkeer en vervoer in haar gebied, ter
wijl bovendien het rollend materieel nog aan zeer
hoge eisen voldeed. En het is dan ook volkomen
begrijpelijk, dat velen met een zekere weemoed de
laatste tram zullen zien vertrekken. Jegens een
transportmiddel, dat tachtig jaar lang, hetzij met
stoom- hetzij met elektrische tractie, zijn diensten
aan de gemeenschap van stad en streek heeft be
wezen, past een blijvende erkentelijkheid.
Hoewel de omschakeling op het wegvervoer bij de
N.Z.H. een langdurig werk is geweest wanneer
men de vooroorlogse periode niet meerekent, heeft
men er dertien jaar voor nodig gehad en er dus
een zekere routine in het „verbussen" is gekomen,
hebben de laatste loodjes bijzonder zwaar gewogen
en feitelijk wegen ze nog zwaar. Dat is slechts ten
dele een gevolg van de gelijktijdige uitbreiding van
het N.Z.H.-net met de verbinding tussen Den Haag
en Leiden via Wassenaar. Zelfs al staat de N.Z.H.
niet bepaald wildvreemd tegenover deze relatie
door middel van de buslijnen 20/21 werd immers al
vele jaren in het vervoer tussen Wassenaar en Den
Haag voorzien, terwijl het traject Haagse Schouw
Leiden ook door lijn 30 wordt bediend toch ver
dienen de reisgewoonten van het publiek, dat van de
nieuwe verbinding gebruik maakt, een nadere be
studering. Dit is dan ook op gedegen wijze geschied
Op het leeuwedeel van de problemen, waarmee
de N.Z.H. deze keer te maken kreeg, kon zij echter
geen invloed uitoefenen: zij lagen buiten haar bereik
en macht, ln de eerste plaats is daar de nog steeds
krappe, naar het soms lijkt zelfs nog krapper wor
dende arbeidsmarkt. De gevolgen daarvan voor een
vervoerbedrijf, dat elke dag weer voor de taak staat
meer dan honderdduizend mensen te verplaatsen,
kunnen nauwelijks worden overschat, 't Chauffeurs
tekort vormt de grote zwarte schaduw over een zich
overigens betrekkelijk voorspoedig ontwikkelend
bedrijf. Het gebrek aan rijdend personeel is vooral
'daarom zo catastrofaal omdat het verhindert de
reizigers de service te geven waarop zij recht heb
ben. Voor een bedrijf waarvan de tegemoetkomend
heid jegens de clientèle een van de meest opvallen
de kenmerken was, is dat een bijzonder zure zaak.
Kritiek
/N de tweede plaats is deze keer het overleg met
de betrokken gemeentebesturen over de routes
voor de nieuwe buslijnen en over de liquidatie van
de trambaan buitengewoon tijdrovend en ingewik
keld geweest.
„Niet altijd treft men bij de lagere overheid begrip
aan voor de uitzonderlijke positie waarin zich het
vervoerbedrijf bevindt", verzucht de N.Z.H. „Als
voornamelijk dienstverlenend bedrijf met beperkte
winstmogelijkheden kan de vervoersonderneming
eenvoudig niet tegemoetkomen aan alle verlangens,
die een gemeentebestuur meent te moeten koesteren.
Erger nog is, dat men tevens weinig beseft, dat voor
een vervoerbedrijf net zoals voor elke andere eco
nomische activiteit tijd geld betekent en dat een
vlotte afhandeling van de lopende vraagstukken, bij
voorbeeld het opbreken van rails, van het grootste
gewicht is. Het is eigenlijk een wat vreemde figuur
dat een streekvervoerbedrijfdat dus op regionaal
niveau de belangen van de bevolking van het be
trokken gebied dient, voor elk gemeentebestuur af
zonderlijk weer met de hoed in de hand moet staan
om op zichzelf volkomen redelijke met elkaar samen
hangende plannen te bepleiten. Door de eigen be-
slissingsbevogedheid van elke gemeente wordt de
samenhang van deze objecten verstoord en moet er
niet zelden minder economisch worden gewerkt, wat
ook niet in het belang van het reizend publiek kan
zijn." Tot zover de kritiek van de N.Z.H.
Geen iverk
TEN SLOTTE zijn er nog de taken, waarvan de
N.Z.H. de vervulling wel geheel of overwegend
in eigen hand heeft, zoals de verzekering van het
materiële bestaan van degenen die in het gereorga
niseerde bedrijf geen passende werkkring meer kun
nen vinden en ook de verdere technische aanpassing
van het bedrijf aan het zich uitbreidende bussen-
park, zoals het tijdig gereedkomen van stallings
gelegenheid en onderhoudwerkplaatsen.
Conducteur J. Ouwersloot:
„TLJET intieme is weg en de praatjes met de vaste reizigers op het balkon
AA zijn er niet meer bij. Je leert de mensen niet meer kennen in een bus.
Als kippen zitten ze achter elkaar en contact heb je er bijna niet meer mee*'.
Nee, conducteur-treingeleider J. Ouwersloot (57 jaar) heeft er beslist niet op
zitten wachten, dat z'n tweede functie, die van wagenvoerder, weg zou val
len. En wie er ook reikhalzend naar de laatste tram mocht hebben uitgekeken,
de heer Ouwersloot niet. Toch ziet hij zijn toekomst als busconducteur nu
ook weer niet zo heel somber in: ,,'t Is eigenaardig, dat de mensen van de oude
re garde, die al eerder zijn overgestapt op de bus, niet meer terug zouden
willen op de tram!" Er gleed een brede glimlach over het gezicht van con
ducteur Ouwersloot toen hij deze hopenlijk ook voor hem positieve kant var
de verandering noemde.
Met de bril op zat hij thuis, in zijn
gezellig ingerichte woning aan de Van
Limburg Stirumstraat 25 te Leiden, over
Gisteravond reden
laatste trams
Precies twaalf minuten over half ze
ven dus ruim twee dagen eerder dan
officieel was aangekondigd vertrok
gisteravond de laatste blauwe N.Z.H.-
tram van het Stationsplein in Leiden
naar Den Haag. Doordat slechts enkele
ingewijden hiervan op de hoogte wa
ren, ia het een weinig spectaculaire rit
geworden, zoals elders in dit blad uit
voeriger is te lezen. Zelfs de wagen
voerder en de drie dienstdoende con
ducteurs werden pas een minuut voor
het vertrek door de haltechef op de
hoogte gebracht van het feit, dat dit de
laatste tram was. Na de dienst tot Den
Haag te hebben volbracht eindigde de
rit in de remise te Voorburg, wat met
enig officieel vertoon gepaard ging.
Om kwart over zeven gisteravond ver
trok de laatste gele (H.T.M.-) tram uit
Leiden. Het gevolg van een cn ander is,
dat vandaag de nieuwe dienstregeling
van de N.Z.H. is ingegaan.
de nieuwe dienstregeling gebogen. Be
dachtzaam zoog hij aan een middelgrote
sigaar. Het gele kanariepietje keek in
zijn kooi naast het televisietoestel stil
letjes toe en zijn hartelijke vrouw droeg
ijverig koffie aan. „Hoe laat moet je
beginnen?", vraagt ze haar man omdat
het tegen etenstijd loopt. „Dertien-twee-
en-veertig!". luidt het simpele en door
dienstregelingen beïnvloede antwoord
Mevrouw Ouwersloot verstaat deze taal
zo langzamerhand wel.
Conducteur Ouwersloot klapt het nieu
we boekje dicht om in zijn herinnering
te gaan bladeren en in de twee foto
albums, die hij even later opzoekt.
„Op 10 mei 1927 kwam ik bij de poets-
dienst van de tram, hier in Leiden, in de
oude remise. Wagens wassen, ramen
pen en koper poetsen cn 's zomers als
wagenvoerder op een van de twee stads-
lijntjes. Wijlen chef De Reus bracht ons
dan steeds tegen de zomer de kneepjes
van het wagen voerdersvak bij."
Geschuifel
Conducteur Ouwersloot attendeert zijn
vrouw op een familielid, dat door de
achterdeur naar binnen wil komen cn
vervolgt: „Nadat ik tot remise-beambte
was opgeleid, kwam ik na verloop van
Jaren ook op de interlocale lijnen als
wagenvoerdcr. Dat beviel me best cn
tegen m'n zin in werd ik tijdens de mobi
lisatie voor de Tweede Wereldoorlog
bovendien opgeleid tot conducteur. Er
waren genoeg liefhebbers onder de wa
genvoerders voor die conducteursoplei-
ding, vooral omdat je met twee functies
meer verdiende. Maar ik voelde niets
voor dat geschuifel tussen de trampassa
giers. Ten slotte moest ik toch de conduc-
teursoplciding volgen en sommigen waren
nog jaloers op me ook, hoewel ik nergens
om had gevraagd. Ja. en nu moet ik „op
de bus". Dat had ik al eerder gekund
toen met de opheffing van de lijn Lcidcn-
Haarlem bijvoobceld maar 'k heb er
nooit om gevraagd. Nu moet het wel en
De conducteur-treingeleider J.
Ouwersloot te Geiden nam node
afscheid van de tram en dat is
te begrijpen, want sinds 1927
heeft hij op dit door velen zo ge
waardeerde vervoermiddel zijn
werk gedaan als conducteur en
wagenvoerder („bestuurder").
(Foto N. v. d. Horst)
W. van Elk nam een
overstapje
„Toen ik solliciteerde, vreesde ik eigen
lijk dat ik zou worden afgekeurd", zegt
de heer W. van Elk die in mei van dit
Jaar 41 jajar in dienst was van de N.Z.H.
„Aanvankelijk had ik in het bollenvpk
gezeten (ik ben in Lisse geboren), maar
na een ernstige longontsteking in mili
taire dienst bleek dat niet meer tc
gaan. Enfin, ik werd medisch gekeurd
en aangenomen".
Jarenlang was de heer Van Elk wa
genvoerder/remisebeambte, terwijl h(j
ook conducteursdiensten op de tram ver
richtte. Zyn officiële tewerkstelling als
conducteur kwam in 1951 af.
„Natuurlijk kwamen er op de lUn Den
HaagLieden wel eens aanrijdingen vdor
maar, voor ziver ik me kan herinneren
nooit met dodelijke afloop. Gelukkig
By de opheffing van de lijn Amster
damZandvoort, vijf jajar geleden, nam
hij een overstapjje naar de bus. ,,In bet
begin vond ik dat niet prettig, later Was
ik er blij om. Je hoeft als conducteur niet
zo vaak tussentyds uit te stappen als
op de tram. Veel reizigers zeggen, dat
ze de tram wel weer terug willen. De
reden is, meen ik, dat de sfeer minder
gehaast was cn men rustig kon „bU ko
men" voordat de beurs moest worden op
gezocht. Ze vergeten echter dat ze mei
de bus veel dichter bij de plaats van
bestemming kunnen komen dan ooit met
de tram mogeiyk was."
Ja, de heer Van Elk is tevreden nje»
de bus. Hij vindt slechts één ding jam
mer: doordat de bus een veel langere
.Jus" maakt en een rit dus langer duurt
heeft het personeel meer behoefte abn
tussenliggende stationnementcn, wtfar
men zich kan opfrissen. Die mogelijkhe
den zijn, bij het inzetten van de bussen.
Juist minder geworden.
Het gezin Van Elk^ woont nu al onge-
och, 'k hoop, dat m'n collega's, die a'
eerder op de bus overstapten, maar gelij'
hebben. Het werk van een conductcui
schynt in een bus ook eenvoudiger te zijn
je hebt de mensen meer in de hand.
En dan: in een tramtrein van dri
wagens kon je toch altijd nog een dikk
driehonderd mensen vervoeren, kin
deren inbegrepen; de bussen zijn daa
entegen berekend op in totaal 55 pass<
giers. Voorlopig moet ik een beer
thuis zien te raken in de tariefsgrci
zen en halteplaatsen op de lyn Letdc<
Wassenaar-Den Haag, die we nu or
gaan rijden. Maar in de laatste tra
zullen ze me niet zien. Ik ben tro>
wens nog nooit bij een laatste tra
geweest, geen lol aan, tegenwoord
helemaal niet met die nozems. Rekt
er daarom maar niet op, dat er zatet
dag nog een tram rijdtGelukkig g
ik er financieel niet op achteruit i
verlies ik één functie. Daar krijgen w
een toelage voor."
Toen we het gastvrije huis van der
tramveteraan verlieten, blonk het c<»
ducteursfluitje aan de kapstok ons tcg-
„Die kan met pensioen", constateer
conducteur en ex-wagenvoerder O-
sloot nuchter n»->- "vh ook mn i
beetje spijt in -