nu m IK ui rnukuj i LEIDERDORP Einde van het ghetto: 1961 «UWE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 7 OKTORER 1961 Ontmoeting met majoor Henryk Iwanski, een der weinige Poolse verzetstrijders die het inferno van Warschau overleefden T AANTEKENINGEN van professor Mark: „Eind april '43 werd opnieuw gestreden in de bunkers in de Nowolipki-, Nowolipie-Leszno- en Niska6traat. In de Nowolipkistraat 39. 40 en 41 waren bunkers, waarvan de bezetting nog enkele wapens bezat. De drie bunkers stonden voortdurend met elkaar in verbinding. Ze werden tenslotte door de Duitsers ontdekt. Na het opblazen van de bun ker in de Nowolipkistraat eisten de sol daten van generaal Stroop de overga ve van de overlevenden in de tegen overliggende bunker. De bezetting ant woordde met schoten. De bewapening der joden bestond toen nog uit drie pistolen. Na een lang vuurgevecht werd de tegenstand zwakker. Met hoe- ra-geroep drongen de Hitlerfascisten. tot de tanden gewapend, door een gat in de bunkermuur naar binnen. Op dat ogenblik nam een deel der verdedigers cyaankali in. Op het laatste ogenblik wierp de 36- Jarige verzetstrijdster Helena Sterling, die geen munitie meer had, zich met een knoet op de binnenkomende beuls knechten en sloeg een ervan recht in het gezicht. Ze werd ter plaatse neergeschoten. De rest van de ver dedigers werd vermoord of terecnt- 8<Een ander ooggetuige-relaas. ..Op bet balcon van een brandend huis verschijnt een jonge vrouw met haar kind. De vrouw richtte zich tot generaal Stroop, die zich in de nabijheid bevond. Ze riep: ..Ik vraag niet om genade, maar denk er aan dat je je straf voor alles wat je ons aandoet niet kan ont lopen". Toen de vlammen 't balcon bereikten, nam ze het kind op haar arm en sprong met een hartver scheurende kreet naar beneden". Dat was geen uitzondering. „Ik heb met m'n eigen ogen gezien hoe een moeder met haar kind, dat ze eerst geblinddoekt had, uit het achter haar brandende huis sprongEveneens hèt woord van een ooggetuige. Het geheel verwoeste, uitgebran de ghetto moet een lugubere, on beschrijflijk spookachtige indruk gemaakt hebben. Geen huis was meer in stand gebleven. Waar eens cc ;hetto was, daar waren nu al lee i nog maar restanten van mu ren. bergen bunkerpuin en ruïnes. In die bergen puin. in de riolen, onder de ruïnes, leefden, vegeteer den nog enkele verzetstrijders, schimmen uit een verleden, spook gestalten, die nog niet door het va gevuur verteerd waren. Kruipend, sluipend over en door het puin. moeten het sinistere verschijningen geweest zijn. Professor Mark zegt er van: „Er heerste stilte in het puin. Maar ook die stilte werd zo nu en dan nog door schoten verbroken. Want tot eind 1943 verborgen zich nog losse groepjes strijders en burgers Die groepjes gingen van ruïne tot ruïne, overnachtten in bunkers en slopen soms het ghetto uit om voedsel te bemachtigen. Hun wa pens bestonden uit pistolen, hand granaten en zelfs nog uit enige machinepistolen. De SS had een heilige vrees voor deze schimmen Menige onvoorzichtige SS'er schoot er het leven bij in. als hij zich in het verlaten ghetto waagde. Het duurde tot oktober dat zich in 't verpuiude en verbrande ghetto nog ondergrondse bunkers bevonden, waarvan er enkele nog redelijk be woonbaar waren. Een ooggetuige no teert: „Toen wij de bunkers later doorzochten, vonden we complete bi bliotheken. Op een dag ontdekten we in een bunker een primitieve tafel waarop eetwaren stonden. Het zag eruit, alsof hier kort geleden nog mensen waren geweest. Het maakte een onvergetelijke indruk op ons Een andere keer vonden we niets dan een totaal lege bunker. Maar op de grond lag een in het Jiddisch bij gehouden dagboek. Het hele boek was met potlood geschreven, met uit zondering van de laatste zin. Ik zal dat nooit vergeten. Die was met bloed geschreven. Hij luidde: ,,Sej ,Exodus" heeft weinig met de werkelijkheid te maken TIJDENS ons gesprek geslaagde roman. Het 1 met professor Ber- is begrijpelijk dat het nard Mark vroegen een „best seller" in de wij hem of reeds eer- wereld werd. Het boek der schrijvers gebruik is uitermate knap ge- hadden gemaakt van schreven en gecompo- zijn bronnen. Dat neerd. Het is juist bleek inderdaad het daarom zo jammer, geval te zijn. Zowel dat het totaal-beeld John Hersey. auteur dat Hersey geeft niet van „De Muur", als met de werkelijkheid Leon Uris. de schrij- klopt. De oorzaak ver van „Exodus" en daarvan is. dat hij de het zojuist verschenen joodse religieuze ge- „Mila 18". vergaarden bruiken niet heeft be- materiaal bij professor grepen. Als historicus Mark. moet voor mij ook het Deze deelde ons. totaal-beeld juist zijn. desgevraagd, mee dat Desondanks heb ik op beide auteurs van waardering voor Her- Joodse zijde kritiek sey's poging om de wordt geleverd, met strijd der Joden weer name op het werk van te geven. Uris. „De Muur" is, Aanzienlijk minder aldus professor Mark, is hij te spreken over een sterk boek. een Leon Uris. Deze ver voegde zich drie jaar geleden bij hem. cn deelde mee dat hij be zig was materiaal voor een film te verzame len. Hij was twee tot drie dagen in War schau. Ik heb hem wel gesproken, maar al leen zeer oppervlak kig. Wat hij schrijft mag dan in hoge mate spannend zijn, zó spannend dat het een enorm verkocht boek wordt, met de werke lijkheid heeft het alles weinig te maken. Het is goeddeels fantasie. Logisch dat er van Joodse zijde veel kri tiek op zijn werk is. Temeer, omdat hij alle gewenste informaties hier van ons had kun nen krijgen. Geen anti-semitisme in Polen Wij vroegen professor Mark hoe groot het aantal Joden was, dat momenteel in Polen leeft. Minder dan 30.000 uias het antwoord. Tussen '56 en '59 emigreerden er 40.000 Bestaat er thans in Polen antisemitisme, professor? Als een stoot zegt: wij dulden geen antisemitisme, dan i s er ook geen antisemitisme. Zegt een staat: er moet anti semitisme zijn, dan i s die slaat antisemitisch. Zo is het de hele geschiedenis door geweest, en zo is het vandaag n o g. Wat Polen betreft, nee, er is geen antisemitisme hier. Deze regering geeft ons. de Joden, alle vrijheden die ook de andere bevolkingsgroepen bezitten. Dat betekent dat wij, Joden, mogen en kunnen emigreren (iets, wat in Rusland niet het geval is. A. v. K.) Joden hebben hier alle rechten op alle staatspos~ ten, tot de hoogste toe. Joodse instituten verkrijgen alle fi nanciële steun, die ook de niet- Joodse krijgen. Er is een syna goge. een Joods stads-theater. kortom alle mogelijkheden zijn voor een normaal Joods leven geschapen door deze regering Je kunt hier blijven, je kunt het land verlaten, en je kunt je als Jood met niet-Joden assimileren. Wij zijn olkomen vrij in het Polen van 1961. laten maken. Dat zal binnenkort wel gebeuren. Indien één man daar recht op heeft, dèn hij. Hij is al zou je hem dat niet aanzien, werkelijk een groot man, werkelijk een held, in ieder op- Een half uur later gaat hij weg, We lopen met hem mee tot aan de deur, waar de secretaresse hem van ons overneemt. Hij knikt me vriendelijk toe. Als de deur achter hem dichtvalt, hoor ik nog een volle minuut het tik tak van de stok waarop hij steunt. Als ik dit schrijf, hoor ik dat geluid nog steeds. Als een herinnering en een sig- Archief-des-doods Terug aan zijn bureau zegt profes sor Mark: „Dit alles, heel deze ver schrikkelijke geschiedenis van de strijd in het ghetto, bevindt zich on der het gebouw waar u nu zit. in kel ders en safes. De geschiedenis zoals ze werd opgetekend door de ooggetui ge en historicus dr. Emanuel Ringel- blum. In '43 werd hij in een bunker in het ghetto vermoord. Hij zette het archief van het leven en de strijd in het ghetto op. Een complete admini stratie-des-doods. U zult deze zien, hoewel niet velen haar te zien krijgen. Het is het kostbaarste materiaal wat we bezitten, zó kostbaar dat een deel werd gefotocopieerd, om naar Israël te vervoeren. Daar hoort het ook te zijn". Hij belt opnieuw en een jong meisje komt binnen. Een Jodin. Professor Mark vertelt haar wat ze moét doen en ik vertrek met het meisje naar een an dere vleugel van het gebouw. Ze praat aan één stuk door. Nerveus en gejaagd. Als ze hoort dat ik in de strijd van de Joden geïnteresseerd ben. struikelt ze over haar eigen woor den. zóveel wil ze tegelijk vertellen. We dalen smalle trappen af en komen m nauwe gangen, zo nauw. dat ik meer dan eens diep m'n hoofd moet buigen. En aldoor praat dat meisje. Zc gebeurde. Ze heeft ze zag het ghetto brande aangestoken zoals Nero Rome aanstak zeIk zag een groot huis bran den.... toen verscheen een vrouw in het raam. Die wierp eerst een kussen naar buiten. Toen greep ze haar kind. dcndrnaa-e£ a,!fbei' zag ze bran_ het niet i meegemaakt. beneden springen. Ik zal en wat hier ligt. De documentatie. De historic van Warschaus ghetto zwart op wit. In foto's, notities, verslagen, rapporten. In handschrift en getypt. Gecalligrafeerd èn geschreven met lu cifers. Met inkt, met potlood, met kleurstof en met bloed. In het duits, jid- disch. pools en hebreeuws. De namen van de verzetsstrijders. Dc namen van de plaatsen waar zich de bunkers be vonden. De namen van de contact adressen in vVarschau. Dc geheime adressen. Alles oudvergeeld smerig soms verkreukt, gehavend... overal brandvlekken en verkoolde pun ten. Ja, nu besef ik waar ik ben. Deze bunker bevat het archief des doods. Deze safe is een soort doos van Pan dora, waarin ook de Hoop achter bleef. De Hoop, gesymboliseerd door het meisje dat nu zwijgt en me al leen maar aankijkt. Omdat ze wil weten of ik het wel begrijp, omdat ze wil zien aan m'n reacties of ik de waarde van dit alles besef. On afgebroken blijven haar donkere ogen op me gericht. Ik lees stukjes tekst, genoteerd In vergeelde schoolschriften, maar be grijp niet wat er staat. Omdat het in jiddisch of Pools geschreven Is. M'n begeleidster komt naast me staan en vertelt bier en daar lets. Dan segt ze: Emanuel Rlngelblum had kunnen vluchten, ze gaven hem de kant. De Joden wilden dat hij bleef leven. Maar hij wilde zélf niet. Hij moest toch het archief bijhouden?" de SS-ers. het einde. Er stond geen naa tekening onder. Iemand groep nam het dagboek mee. hebben het als een heiligdom waard en behoed, maar het ging la ter ln de strijd verloren. Begin 1944 waren er geen mensen meer in het ghetto. Wel zijn er geruch ten. die zeggen dat ze er nog wel de gelijk waren, maar de bewijzen ontbre ken. Niemand die het weet. Vast staat in ieder geval, dat er aldoor een Jood is achtergebleven, de kapper Dawid Bialogrod. Hij bleef in het ghetto (of wat daar van over was) tot aan het einde vin de oorlog. Een bijna grie zelig voorbeeld van een holbewoner. De enige van een half miljoen, die het allemaal beleefde en overleefde. Een der helden Professor Mark slaat het boek dat voor hem ligt dicht en zegt: „Zou u het op prijs stellen een held te zien? Zo ja. dan kan ik hem binnen een mi nuut hier binnen laten. Ik heb hem na melijk gevraagd hier te komen om met u te spreken. Hij is een van de- heel weinigen die aan het ghetto ont kwam. Een, die ons. de Joden, op schitterende wijze geholpen heeft tij dens de istrijd. Een waarachtige held, die zelf geen Jood is. maar bij ons en met ons wilde vechten. Zal ik hem la? ten komen?" Ik knik van ja. Professor Mark drukt op een bel en een secretaresse verschijnt. Hij praat even met haar en ze gaat weer weg. Binnen een mi- brengt ze een man binnen. dreven. Alsof ze haast heeft het me allemaal te vertellen. Alsof ze bang is dat ik haar zal ontsnappen eei zc uitverteld is. Ik zie in de gan gen eindeloze rijen ordners staan, dos siermappen en in gebonden pakken foliobladen. Ook stapels foto's en passen. Kasten cn planken vol docu menten. Als ik soms even blijf staan om er naar tc kijken, draait het meisje zich om en zegt me mee te gaan. Ik vraag vraag me af waar ze me heen voert in dit labyrint van gangen. Ten slotte komen we in een bunker, een enorme safe met betonnen muren. .Hier is het", zegt ze. „Hier bewaren we het archief van dr. Emanuel Rin- gelblum. Heeft de professor u over hem verteld? Weet u wie hij was? Hier ligt zijn werk. Het heeft onschat bare waarde. Kijk". Ik kijk. Ineens besef ik waar ik ben Ik richt me op. In m'n hand houd ik een schrift, waarin met bevend handschrift verzen, gedichten zijn ge schreven. „Schreef men dan ook ge dichten in het ghetto?", vraag ik het meisje. „O, ja", zegt ze. ,.cr ontstond in die paar jaren een complete ghetto- poëzie. Ik zal u wel een bundel mee geven". Plotseling krijg ik het be nauwd. Ik moet weg uit deze bunker, waarvan de nameloos trieste inhoud me plotseling ondragelijk wordt. De jonge Jodin merkt het cn glimlacht. 7-c wijst op de deur en ik ga. Ze komt me achterna en met een doffe klap valt de deur dicht. ^Dr.^ Emanuel Ringel- Nooit meer Hij vertelt me wat hij deed In het ghetto: het organiseren van voedsel- transporten uit Warschau naar het ghetto. Het organiseren van wapen- voorraden en het transport ervan naar de bunkers. Het organiseren van de vlucht van ontelbare Joden via dc riolen uit het ghetto. Hij bezat een eigen strijdgroep, die zó gevreesd en berucht was. dal er speciaal over bericht werd naar Himmler. Eenmaal was hij in staat een groep van 100 Joden te redden, die schijnbaar kansloos waren. Hij werd keer op keer gewond, enkele malen ernstig. Waar gevochten werd, daar was Henryk Iwanski, de majoor, die zichzelf bij voorkeur een Sikorsky-man noemt. Maar de Duit sers verwondden hem alleen, ze kon den hem niet doden. Ik vraag hem of hij nog familie in Warsch'aü heeft. ..Ja", zegt hij, „m'n" vrouw, ze is ziek. Ze was een heldin. Ze heeft me altijd geholpen". „Geen kinderen?" .,Ik had twee zonen. Ze zijn doodge schoten tijdens het verzet". Henryk Iwanski. met diepe littekens in z'n hoofd en borst, kijkt het raam uit van de kamer van professor Mark Een gewone, burgerlijke, wat indolen te man. Z'n antwoorden komen traag, haast moeizaam. Soms loopt hij heen de stok tjjrt nadrukkelijk tij- Een kleine. Hij steunt op een kruk. want slechts dens het lopen op de vloer, ik ..„«,1 ~ce1 is nog, hem te dra; hem waaróm hij het deed. als met- gen. Professor Mark stelt hem aan mij Jood voor: Majoor Henryk Iwanski. Ik kan m'n ogen niet van hem afhouden. Ik zie nu iemand, die uit de hel geko men is en aan wie de sporen van die hel nog duidelijk zichtbaar zijn. Een vreemd gezicht. Met littekens van ve wondingen. Zo ziet dus een held eru Anders dan men verwacht. Want dit een onopvallende burgerman met ei kruk. En met wat onderscheidingen op Joden. En hij antwoordt: m idee. niet voor geld en niet eer. Ze noemen dat. geloof ideaal. Nu. mijn ideaal was die de strijd van de Joden". „U houdt van Joden?" ..Ik vind ze de beste mensen ter we lk ben dankbaar als ik weer boven ben en de jonge Jodin me naar pro fessor Mark terugbrengt. Op een der gangen zie ik een houtsnede. Hij stelt een oude Joodse vrouw in het ghetto v??r. Er staat onder geschreven: „Nooit meer ghetto". Ik weet nu sinds I olgende artikel in de serie Polonaise 961 vandaag, waarom er nooit meer ghet to's zullen mogen zijn. Maar weet iedereen het? Ik besef nóg iets. terwijl ik naar da kamer van m'n gastheer terugga. D» betekenis van de eerste regel van het Poolse volkslied, dat ook het volkslied van de Joden in Polen waa. De eer ste regel, die luidt: „Jeszcze Polska nie zginala pokli my zyjemi" Het geen betekent: „Nog is Polen niet ver loren, zo lang wij leven". Professor Mark wacht me op met sigaretten en thee. Hij kijkt me aan en ik vermoed dat het ook hèm inte resseert welke indruk het archief op me heeft gemaakt. Dan vraagt hij: „Wat denkt u. heeft u genoeg materiaal voor uw artike len?" „Meer dan voldoende, professor, en ik denk dat ik nu maar ga. Ik legde al veel te Jang beslag op uw tijd". „Nee, dat deed u niet. Dit is belang rijk. Dc wereld moet dit weten, ook Holland. Met Eichmann is niet alle* gezegd en Verklaard. Daar hoort het ghetto van Warschau ook bij. Dat is ook een onderdeel van onze strijd. En niet het onbelangrijkste onderdeel". Ik zeg hem dan dat ik het een won der vind dat mensen, onder omstan digheden zoals die in het ghetto van Warschau waren, kunnen komen tot een jarenlange demonstratie van zo veel heldendom. Hij antwoordt: „Het is géén wonder als men beseft waar voor ze streden". Ik begrijp, dat hij bedoelt dat ze een heilige oorlog streden, op de puinen waarvan Israël ontstond. Het begin van Israël was het ghetto van War schau. Wie het zó kan zien, dio weet dat het geen won der was, maar 'n onontkoombare re aliteit. Dit morst komen over het Joodse volk om het eindelijk, na zoveel eeuwen, een eigen huis te ge- We nemen af scheid. Als onze handen in elkaar glijden, is het laat ste wat hij zegt: „Schrijf het goed en schrijf dc waar heid. Meer vraag ik niet. Adieu". Buiten moet ik even aan het schel le. scherpe middaglicht wennen. Mensen passeren me. Polen. Ze tljn van hetzelfde ras, dezelfde staat, hetzelfde volk als een Snhieakl, een Copernicus, een Micklcwicr. een Chopin, een Madame Curie. Van het zelfde ras als dlc Siknrsky-majoor. Ze hebben, zeker een deel van hen. het inferno, de jaren der verdoeme nis in Warschau meegemaakt en re leven nog! Ze lopen hier In de zon! Zc praten met elkaar! Ze nemen een trolleybus! Ze kopen appels en to maten tn een stalletje langs het trottoir. Zc zijn er en alleen reeds het zijn verbaast me In dat uur. Om dat die ogen het vuur zagen van het brandende ghetto. Het Warschau van Nero. Omdat ze leefden in het rijk der doden. De middagzon fonkelt in de kope ren plaat boven op het Cultuur Pa lcis. dat het Sovjetvolk bet Poolse ten^^geschenke gaf. Een ster in de jsr"-"- - baken. Quo MADAME CURIE A.R. kiesvereniging hijeen Dc AR kiesvereniging tc Leiderdorp hield een ledenvergadering in het Dorps huis onder leiding van voorzitter J. Vcr- duyn, die in het bijzonder notaris W Karstens, afgevaardigde van dc Staten-! centrale en dc heer D. J. Brouwer uit Katwijk welkom heette. Hierna dankte hij dc beer Hobo voor het vele werk, dat deze als voorzitter voor de afdeling heelt gedaan. De propagandacommissio moest worden samengesteld in verband met de komende verkiezingen. Gekozen werden dc heren H. v. d. Ploeg. J. Verduyn cn J Meerburg en mej S. van Ingen Schcnau. Hierna sprak dc heer Brouwer Hij wees op dc verkiezingen, die volgend jaar zullen worden gehouden. Wat doen wij?, aldus spreker, cn hoe gaat het met ons politieke leven? Is er nog wel norm besef en zijn er nog wel principes? Wo moeten niet van alles een principe ma ken maar kennen we het principe van de christelijke levensstijl nog wel? Hoe ge ven wc gestalte aan de inhoud van on.-- anti-revolutionaire denken? De afstand tussen leden en „professio nals" wordt groot. Men kan zich niet gemakkelijk meer oriënteren cn het gevaar dreigt, dat men ten slotte zegt „Ze zoeken het maar uit!" Schaaknieuws Uitslagen J C dc Groot-H. S Ginjaar 1—0; C Boon-J P. Verwijs 0—1, P C d Lcek-W. Goedhart afgebr J. Nagte- gaal-W v. d. Leek 1—0: B T, Rasser-F" Teleng 0—1; C van Tol-R. Marbus 0—1, Chr. Sterk-A. M. Kleiss afgebr. Ledenvergadering Velociias Do christelijke korfbalvereniging Velo ciias hield een ledenvergadering In het Dorpshuis onder leiding van de heer A G vun Osnabruggc, tweede voorzit ter Deze deelde mede, dat dc heer Kruidenier heeft bedankt als voorzitter, ln diens plaats werd dc heer C. van Gardcrcn gekozen. Tot penningmeester koos de vergadering dc heer R. Rietveld. Dc indoortraining gaat weer beginnen In hel groepshuis van de padvinders, iedere woensdagavond van 7 tot 8 uur voor dc junioren cn van 8 tot 9 uur voor de senioren. Voor Centrale Verwarming Grimbergen Noordermeer Vliet N.Z. 1 - 20 - Rijnsburg SASSEXHE1M Brievenbus verplaatst Dc brievenbus is van dc Rusthotflaan verplaatst naar de Lindelaan ter hoog- in de pee-celen 1 en 3. itrati n goj a—T» uste ring i of NJ !agdl Mo i nROFESSOR MARK bladert in z'n notities, die slechts een gering onderdeel vormen van het reusachtige documentarium, dat hij van de strijd in en de ondergang van het ghetto van Warschau bezit. Hij kijkt me aan en probeert te glimlachen. Hij is een wijs man. Wijs geworden door datgene, wat hij sinds 1945 onder ogen kreeg. Er zullen wei nig mensen zijn, in deze wereld, die verplicht waren hun leven te wijden aan het boeksta ven van gebeurtenissen, zo weergaloos on menselijk als bedreven werden in het ghetto. Hij, de Jood, moest het lijden van zijn volk optekenen. Voor nu, voor later, voor, laten we hopen, tot aan het einde van de dagen onzer jaren. Opdat de mensheid wete waar toe onder bepaalde omstandigheden mensen (nee, „dieren") in staat zijn. Om het bewijs te leveren, dat er niets, volstrekt niets is, dat de ene mens de andere niet kan aandoen. Het bewijs dat de misdaad geen limiet, geen grens kent. Om te bewijzen, tenslotte, waar toe ooriog voert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 7