nu m IK ui rnukuj
i
LEIDERDORP
Einde van het ghetto:
1961 «UWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 7 OKTORER 1961
Ontmoeting met majoor Henryk Iwanski,
een der weinige Poolse verzetstrijders
die het inferno van Warschau overleefden
T AANTEKENINGEN van professor Mark: „Eind april
'43 werd opnieuw gestreden in de bunkers in de Nowolipki-,
Nowolipie-Leszno- en Niska6traat. In de Nowolipkistraat 39. 40 en
41 waren bunkers, waarvan de bezetting nog enkele wapens bezat.
De drie bunkers stonden voortdurend met elkaar in verbinding.
Ze werden tenslotte door de Duitsers
ontdekt. Na het opblazen van de bun
ker in de Nowolipkistraat eisten de sol
daten van generaal Stroop de overga
ve van de overlevenden in de tegen
overliggende bunker. De bezetting ant
woordde met schoten. De bewapening
der joden bestond toen nog uit drie
pistolen. Na een lang vuurgevecht
werd de tegenstand zwakker. Met hoe-
ra-geroep drongen de Hitlerfascisten.
tot de tanden gewapend, door een gat
in de bunkermuur naar binnen. Op dat
ogenblik nam een deel der verdedigers
cyaankali in.
Op het laatste ogenblik wierp de 36-
Jarige verzetstrijdster Helena Sterling,
die geen munitie meer had, zich met
een knoet op de binnenkomende beuls
knechten en sloeg een ervan recht
in het gezicht. Ze werd ter plaatse
neergeschoten. De rest van de ver
dedigers werd vermoord of terecnt-
8<Een ander ooggetuige-relaas. ..Op
bet balcon van een brandend huis
verschijnt een jonge vrouw met
haar kind. De vrouw richtte zich
tot generaal Stroop, die zich in de
nabijheid bevond. Ze riep: ..Ik
vraag niet om genade, maar denk
er aan dat je je straf voor alles
wat je ons aandoet niet kan ont
lopen". Toen de vlammen 't balcon
bereikten, nam ze het kind op haar
arm en sprong met een hartver
scheurende kreet naar beneden".
Dat was geen uitzondering. „Ik
heb met m'n eigen ogen gezien hoe
een moeder met haar kind, dat ze
eerst geblinddoekt had, uit het
achter haar brandende huis
sprongEveneens hèt woord
van een ooggetuige.
Het geheel verwoeste, uitgebran
de ghetto moet een lugubere, on
beschrijflijk spookachtige indruk
gemaakt hebben. Geen huis was
meer in stand gebleven. Waar eens
cc ;hetto was, daar waren nu al
lee i nog maar restanten van mu
ren. bergen bunkerpuin en ruïnes.
In die bergen puin. in de riolen,
onder de ruïnes, leefden, vegeteer
den nog enkele verzetstrijders,
schimmen uit een verleden, spook
gestalten, die nog niet door het va
gevuur verteerd waren. Kruipend,
sluipend over en door het puin.
moeten het sinistere verschijningen
geweest zijn.
Professor Mark zegt er van: „Er
heerste stilte in het puin. Maar
ook die stilte werd zo nu en dan
nog door schoten verbroken. Want
tot eind 1943 verborgen zich nog
losse groepjes strijders en burgers
Die groepjes gingen van ruïne tot
ruïne, overnachtten in bunkers en
slopen soms het ghetto uit om
voedsel te bemachtigen. Hun wa
pens bestonden uit pistolen, hand
granaten en zelfs nog uit enige
machinepistolen. De SS had een
heilige vrees voor deze schimmen
Menige onvoorzichtige SS'er schoot
er het leven bij in. als hij zich in
het verlaten ghetto waagde.
Het duurde tot oktober dat zich in
't verpuiude en verbrande ghetto
nog ondergrondse bunkers bevonden,
waarvan er enkele nog redelijk be
woonbaar waren. Een ooggetuige no
teert: „Toen wij de bunkers later
doorzochten, vonden we complete bi
bliotheken. Op een dag ontdekten we
in een bunker een primitieve tafel
waarop eetwaren stonden. Het zag
eruit, alsof hier kort geleden nog
mensen waren geweest. Het maakte
een onvergetelijke indruk op ons
Een andere keer vonden we niets
dan een totaal lege bunker. Maar op
de grond lag een in het Jiddisch bij
gehouden dagboek. Het hele boek
was met potlood geschreven, met uit
zondering van de laatste zin. Ik zal
dat nooit vergeten. Die was met
bloed geschreven. Hij luidde: ,,Sej
,Exodus" heeft weinig met de
werkelijkheid te maken
TIJDENS ons gesprek geslaagde roman. Het
1 met professor Ber- is begrijpelijk dat het
nard Mark vroegen een „best seller" in de
wij hem of reeds eer- wereld werd. Het boek
der schrijvers gebruik is uitermate knap ge-
hadden gemaakt van schreven en gecompo-
zijn bronnen. Dat neerd. Het is juist
bleek inderdaad het daarom zo jammer,
geval te zijn. Zowel dat het totaal-beeld
John Hersey. auteur dat Hersey geeft niet
van „De Muur", als met de werkelijkheid
Leon Uris. de schrij- klopt. De oorzaak
ver van „Exodus" en daarvan is. dat hij de
het zojuist verschenen joodse religieuze ge-
„Mila 18". vergaarden bruiken niet heeft be-
materiaal bij professor grepen. Als historicus
Mark. moet voor mij ook het
Deze deelde ons. totaal-beeld juist zijn.
desgevraagd, mee dat Desondanks heb ik
op beide auteurs van waardering voor Her-
Joodse zijde kritiek sey's poging om de
wordt geleverd, met strijd der Joden weer
name op het werk van te geven.
Uris. „De Muur" is, Aanzienlijk minder
aldus professor Mark, is hij te spreken over
een sterk boek. een Leon Uris. Deze ver
voegde zich drie jaar
geleden bij hem. cn
deelde mee dat hij be
zig was materiaal voor
een film te verzame
len. Hij was twee tot
drie dagen in War
schau. Ik heb hem wel
gesproken, maar al
leen zeer oppervlak
kig. Wat hij schrijft
mag dan in hoge mate
spannend zijn, zó
spannend dat het een
enorm verkocht boek
wordt, met de werke
lijkheid heeft het alles
weinig te maken. Het
is goeddeels fantasie.
Logisch dat er van
Joodse zijde veel kri
tiek op zijn werk is.
Temeer, omdat hij alle
gewenste informaties
hier van ons had kun
nen krijgen.
Geen
anti-semitisme
in Polen
Wij vroegen professor Mark
hoe groot het aantal Joden was,
dat momenteel in Polen leeft.
Minder dan 30.000 uias
het antwoord. Tussen '56 en
'59 emigreerden er 40.000
Bestaat er thans in Polen
antisemitisme, professor?
Als een stoot zegt: wij
dulden geen antisemitisme, dan
i s er ook geen antisemitisme.
Zegt een staat: er moet anti
semitisme zijn, dan i s die slaat
antisemitisch. Zo is het de hele
geschiedenis door geweest, en
zo is het vandaag n o g.
Wat Polen betreft, nee, er is
geen antisemitisme hier. Deze
regering geeft ons. de Joden,
alle vrijheden die ook de andere
bevolkingsgroepen bezitten. Dat
betekent dat wij, Joden, mogen
en kunnen emigreren (iets, wat
in Rusland niet het geval is.
A. v. K.) Joden hebben hier
alle rechten op alle staatspos~
ten, tot de hoogste toe. Joodse
instituten verkrijgen alle fi
nanciële steun, die ook de niet-
Joodse krijgen. Er is een syna
goge. een Joods stads-theater.
kortom alle mogelijkheden zijn
voor een normaal Joods leven
geschapen door deze regering
Je kunt hier blijven, je kunt
het land verlaten, en je kunt
je als Jood met niet-Joden
assimileren. Wij zijn olkomen
vrij in het Polen van 1961.
laten maken. Dat zal binnenkort wel
gebeuren. Indien één man daar recht
op heeft, dèn hij. Hij is al zou je hem
dat niet aanzien, werkelijk een groot
man, werkelijk een held, in ieder op-
Een half uur later gaat hij weg, We
lopen met hem mee tot aan de deur,
waar de secretaresse hem van ons
overneemt. Hij knikt me vriendelijk
toe. Als de deur achter hem dichtvalt,
hoor ik nog een volle minuut het tik
tak van de stok waarop hij steunt. Als
ik dit schrijf, hoor ik dat geluid nog
steeds. Als een herinnering en een sig-
Archief-des-doods
Terug aan zijn bureau zegt profes
sor Mark: „Dit alles, heel deze ver
schrikkelijke geschiedenis van de
strijd in het ghetto, bevindt zich on
der het gebouw waar u nu zit. in kel
ders en safes. De geschiedenis zoals
ze werd opgetekend door de ooggetui
ge en historicus dr. Emanuel Ringel-
blum. In '43 werd hij in een bunker
in het ghetto vermoord. Hij zette het
archief van het leven en de strijd in
het ghetto op. Een complete admini
stratie-des-doods. U zult deze zien,
hoewel niet velen haar te zien krijgen.
Het is het kostbaarste materiaal wat
we bezitten, zó kostbaar dat een deel
werd gefotocopieerd, om naar Israël
te vervoeren. Daar hoort het ook te
zijn".
Hij belt opnieuw en een jong meisje
komt binnen. Een Jodin. Professor
Mark vertelt haar wat ze moét doen en
ik vertrek met het meisje naar een an
dere vleugel van het gebouw.
Ze praat aan één stuk door. Nerveus
en gejaagd. Als ze hoort dat ik in de
strijd van de Joden geïnteresseerd
ben. struikelt ze over haar eigen woor
den. zóveel wil ze tegelijk vertellen.
We dalen smalle trappen af en komen
m nauwe gangen, zo nauw. dat ik
meer dan eens diep m'n hoofd moet
buigen. En aldoor praat dat meisje. Zc
gebeurde. Ze heeft
ze zag het ghetto brande
aangestoken zoals Nero Rome aanstak
zeIk zag een groot huis bran
den.... toen verscheen een vrouw in het
raam. Die wierp eerst een kussen
naar buiten. Toen greep ze haar kind.
dcndrnaa-e£ a,!fbei' zag ze bran_
het niet i
meegemaakt.
beneden springen. Ik zal
en wat hier ligt. De documentatie. De
historic van Warschaus ghetto zwart
op wit. In foto's, notities, verslagen,
rapporten. In handschrift en getypt.
Gecalligrafeerd èn geschreven met lu
cifers. Met inkt, met potlood, met
kleurstof en met bloed. In het duits, jid-
disch. pools en hebreeuws. De namen
van de verzetsstrijders. Dc namen van
de plaatsen waar zich de bunkers be
vonden. De namen van de contact
adressen in vVarschau. Dc geheime
adressen. Alles oudvergeeld
smerig soms verkreukt, gehavend...
overal brandvlekken en verkoolde pun
ten.
Ja, nu besef ik waar ik ben. Deze
bunker bevat het archief des doods.
Deze safe is een soort doos van Pan
dora, waarin ook de Hoop achter
bleef. De Hoop, gesymboliseerd door
het meisje dat nu zwijgt en me al
leen maar aankijkt. Omdat ze wil
weten of ik het wel begrijp, omdat
ze wil zien aan m'n reacties of ik
de waarde van dit alles besef. On
afgebroken blijven haar donkere
ogen op me gericht.
Ik lees stukjes tekst, genoteerd In
vergeelde schoolschriften, maar be
grijp niet wat er staat. Omdat het in
jiddisch of Pools geschreven Is. M'n
begeleidster komt naast me staan en
vertelt bier en daar lets. Dan segt
ze: Emanuel Rlngelblum had kunnen
vluchten, ze gaven hem de kant. De
Joden wilden dat hij bleef leven.
Maar hij wilde zélf niet. Hij moest
toch het archief bijhouden?"
de SS-ers. het einde.
Er stond geen naa
tekening onder. Iemand
groep nam het dagboek mee.
hebben het als een heiligdom
waard en behoed, maar het ging la
ter ln de strijd verloren.
Begin 1944 waren er geen mensen
meer in het ghetto. Wel zijn er geruch
ten. die zeggen dat ze er nog wel de
gelijk waren, maar de bewijzen ontbre
ken. Niemand die het weet. Vast staat
in ieder geval, dat er aldoor een Jood
is achtergebleven, de kapper Dawid
Bialogrod. Hij bleef in het ghetto (of
wat daar van over was) tot aan het
einde vin de oorlog. Een bijna grie
zelig voorbeeld van een holbewoner.
De enige van een half miljoen, die het
allemaal beleefde en overleefde.
Een der helden
Professor Mark slaat het boek dat
voor hem ligt dicht en zegt: „Zou u
het op prijs stellen een held te zien?
Zo ja. dan kan ik hem binnen een mi
nuut hier binnen laten. Ik heb hem na
melijk gevraagd hier te komen om
met u te spreken. Hij is een van de-
heel weinigen die aan het ghetto ont
kwam. Een, die ons. de Joden, op
schitterende wijze geholpen heeft tij
dens de istrijd. Een waarachtige held,
die zelf geen Jood is. maar bij ons en
met ons wilde vechten. Zal ik hem la?
ten komen?"
Ik knik van ja. Professor Mark
drukt op een bel en een secretaresse
verschijnt. Hij praat even met haar
en ze gaat weer weg. Binnen een mi-
brengt ze een man binnen.
dreven.
Alsof ze haast heeft
het me allemaal te
vertellen. Alsof ze
bang is dat ik haar
zal ontsnappen eei
zc uitverteld is.
Ik zie in de gan
gen eindeloze rijen
ordners staan, dos
siermappen en in
gebonden pakken
foliobladen. Ook
stapels foto's en
passen. Kasten cn
planken vol docu
menten. Als ik soms even blijf staan
om er naar tc kijken, draait het meisje
zich om en zegt me mee te gaan. Ik vraag
vraag me af waar ze me heen voert in
dit labyrint van gangen.
Ten slotte komen we in een bunker,
een enorme safe met betonnen muren.
.Hier is het", zegt ze. „Hier bewaren
we het archief van dr. Emanuel Rin-
gelblum. Heeft de professor u over
hem verteld? Weet u wie hij was?
Hier ligt zijn werk. Het heeft onschat
bare waarde. Kijk".
Ik kijk. Ineens besef ik waar ik ben
Ik richt me op. In m'n hand houd
ik een schrift, waarin met bevend
handschrift verzen, gedichten zijn ge
schreven. „Schreef men dan ook ge
dichten in het ghetto?", vraag ik het
meisje. „O, ja", zegt ze. ,.cr ontstond
in die paar jaren een complete ghetto-
poëzie. Ik zal u wel een bundel mee
geven". Plotseling krijg ik het be
nauwd. Ik moet weg uit deze bunker,
waarvan de nameloos trieste inhoud
me plotseling ondragelijk wordt. De
jonge Jodin merkt het cn glimlacht. 7-c
wijst op de deur en ik ga. Ze komt
me achterna en met een doffe klap valt
de deur dicht. ^Dr.^ Emanuel Ringel-
Nooit
meer
Hij vertelt me wat hij deed In het
ghetto: het organiseren van voedsel-
transporten uit Warschau naar het
ghetto. Het organiseren van wapen-
voorraden en het transport ervan
naar de bunkers. Het organiseren
van de vlucht van ontelbare Joden
via dc riolen uit het ghetto.
Hij bezat een eigen strijdgroep,
die zó gevreesd en berucht was. dal
er speciaal over bericht werd naar
Himmler. Eenmaal was hij in staat
een groep van 100 Joden te redden,
die schijnbaar kansloos waren. Hij
werd keer op keer gewond, enkele
malen ernstig. Waar gevochten
werd, daar was Henryk Iwanski, de
majoor, die zichzelf bij voorkeur een
Sikorsky-man noemt. Maar de Duit
sers verwondden hem alleen, ze kon
den hem niet doden.
Ik vraag hem of hij nog familie in
Warsch'aü heeft. ..Ja", zegt hij, „m'n"
vrouw, ze is ziek. Ze was een heldin.
Ze heeft me altijd geholpen".
„Geen kinderen?"
.,Ik had twee zonen. Ze zijn doodge
schoten tijdens het verzet".
Henryk Iwanski. met diepe littekens
in z'n hoofd en borst, kijkt het raam
uit van de kamer van professor Mark
Een gewone, burgerlijke, wat indolen
te man. Z'n antwoorden komen traag,
haast moeizaam. Soms loopt hij heen
de stok tjjrt nadrukkelijk tij-
Een kleine.
Hij steunt op een kruk. want slechts dens het lopen op de vloer, ik ..„«,1
~ce1 is nog, hem te dra; hem waaróm hij het deed. als met-
gen. Professor Mark stelt hem aan mij Jood
voor: Majoor Henryk Iwanski. Ik kan
m'n ogen niet van hem afhouden. Ik
zie nu iemand, die uit de hel geko
men is en aan wie de sporen van die
hel nog duidelijk zichtbaar zijn. Een
vreemd gezicht. Met littekens van ve
wondingen. Zo ziet dus een held eru
Anders dan men verwacht. Want dit
een onopvallende burgerman met ei
kruk. En met wat onderscheidingen op
Joden. En hij antwoordt:
m idee. niet voor geld en niet
eer. Ze noemen dat. geloof
ideaal. Nu. mijn ideaal was
die de strijd van de Joden".
„U houdt van Joden?"
..Ik vind ze de beste mensen ter we
lk ben dankbaar als ik weer boven
ben en de jonge Jodin me naar pro
fessor Mark terugbrengt. Op een der
gangen zie ik een houtsnede. Hij stelt
een oude Joodse vrouw in het ghetto
v??r. Er staat onder geschreven:
„Nooit meer ghetto". Ik weet nu sinds
I olgende artikel in de serie Polonaise 961
vandaag, waarom er nooit meer ghet
to's zullen mogen zijn. Maar weet
iedereen het?
Ik besef nóg iets. terwijl ik naar da
kamer van m'n gastheer terugga. D»
betekenis van de eerste regel van het
Poolse volkslied, dat ook het volkslied
van de Joden in Polen waa. De eer
ste regel, die luidt: „Jeszcze Polska
nie zginala pokli my zyjemi" Het
geen betekent: „Nog is Polen niet ver
loren, zo lang wij leven".
Professor Mark wacht me op met
sigaretten en thee. Hij kijkt me aan
en ik vermoed dat het ook hèm inte
resseert welke indruk het archief op
me heeft gemaakt.
Dan vraagt hij: „Wat denkt u. heeft
u genoeg materiaal voor uw artike
len?"
„Meer dan voldoende, professor, en
ik denk dat ik nu maar ga. Ik legde
al veel te Jang beslag op uw tijd".
„Nee, dat deed u niet. Dit is belang
rijk. Dc wereld moet dit weten, ook
Holland. Met Eichmann is niet alle*
gezegd en Verklaard. Daar hoort het
ghetto van Warschau ook bij. Dat is
ook een onderdeel van onze strijd. En
niet het onbelangrijkste onderdeel".
Ik zeg hem dan dat ik het een won
der vind dat mensen, onder omstan
digheden zoals die in het ghetto van
Warschau waren, kunnen komen tot
een jarenlange demonstratie van zo
veel heldendom. Hij antwoordt: „Het is
géén wonder als men beseft waar
voor ze streden".
Ik begrijp, dat hij bedoelt dat ze een
heilige oorlog streden, op de puinen
waarvan Israël ontstond. Het begin
van Israël was het ghetto van War
schau. Wie het zó
kan zien, dio weet
dat het geen won
der was, maar 'n
onontkoombare re
aliteit. Dit morst
komen over het
Joodse volk om
het eindelijk, na
zoveel eeuwen, een
eigen huis te ge-
We nemen af
scheid. Als onze
handen in elkaar
glijden, is het laat
ste wat hij zegt:
„Schrijf het goed
en schrijf dc waar
heid. Meer vraag
ik niet. Adieu".
Buiten moet ik even aan het schel
le. scherpe middaglicht wennen.
Mensen passeren me. Polen. Ze tljn
van hetzelfde ras, dezelfde staat,
hetzelfde volk als een Snhieakl, een
Copernicus, een Micklcwicr. een
Chopin, een Madame Curie. Van het
zelfde ras als dlc Siknrsky-majoor.
Ze hebben, zeker een deel van hen.
het inferno, de jaren der verdoeme
nis in Warschau meegemaakt en re
leven nog! Ze lopen hier In de zon!
Zc praten met elkaar! Ze nemen een
trolleybus! Ze kopen appels en to
maten tn een stalletje langs het
trottoir. Zc zijn er en alleen reeds
het zijn verbaast me In dat uur. Om
dat die ogen het vuur zagen van het
brandende ghetto. Het Warschau van
Nero. Omdat ze leefden in het rijk
der doden.
De middagzon fonkelt in de kope
ren plaat boven op het Cultuur Pa
lcis. dat het Sovjetvolk bet Poolse
ten^^geschenke gaf. Een ster in de
jsr"-"- - baken. Quo
MADAME CURIE
A.R. kiesvereniging hijeen
Dc AR kiesvereniging tc Leiderdorp
hield een ledenvergadering in het Dorps
huis onder leiding van voorzitter J. Vcr-
duyn, die in het bijzonder notaris W
Karstens, afgevaardigde van dc Staten-!
centrale en dc heer D. J. Brouwer uit
Katwijk welkom heette. Hierna dankte
hij dc beer Hobo voor het vele werk, dat
deze als voorzitter voor de afdeling heelt
gedaan.
De propagandacommissio moest worden
samengesteld in verband met de komende
verkiezingen. Gekozen werden dc heren
H. v. d. Ploeg. J. Verduyn cn J Meerburg
en mej S. van Ingen Schcnau.
Hierna sprak dc heer Brouwer Hij
wees op dc verkiezingen, die volgend
jaar zullen worden gehouden. Wat doen
wij?, aldus spreker, cn hoe gaat het met
ons politieke leven? Is er nog wel norm
besef en zijn er nog wel principes? Wo
moeten niet van alles een principe ma
ken maar kennen we het principe van de
christelijke levensstijl nog wel? Hoe ge
ven wc gestalte aan de inhoud van on.--
anti-revolutionaire denken?
De afstand tussen leden en „professio
nals" wordt groot. Men kan zich niet
gemakkelijk meer oriënteren cn het
gevaar dreigt, dat men ten slotte zegt
„Ze zoeken het maar uit!"
Schaaknieuws
Uitslagen J C dc Groot-H. S Ginjaar
1—0; C Boon-J P. Verwijs 0—1, P C
d Lcek-W. Goedhart afgebr J. Nagte-
gaal-W v. d. Leek 1—0: B T, Rasser-F"
Teleng 0—1; C van Tol-R. Marbus 0—1,
Chr. Sterk-A. M. Kleiss afgebr.
Ledenvergadering Velociias
Do christelijke korfbalvereniging Velo
ciias hield een ledenvergadering In het
Dorpshuis onder leiding van de heer
A G vun Osnabruggc, tweede voorzit
ter Deze deelde mede, dat dc heer
Kruidenier heeft bedankt als voorzitter,
ln diens plaats werd dc heer C. van
Gardcrcn gekozen. Tot penningmeester
koos de vergadering dc heer R. Rietveld.
Dc indoortraining gaat weer beginnen
In hel groepshuis van de padvinders,
iedere woensdagavond van 7 tot 8 uur
voor dc junioren cn van 8 tot 9 uur voor
de senioren.
Voor Centrale Verwarming
Grimbergen Noordermeer
Vliet N.Z. 1 - 20 - Rijnsburg
SASSEXHE1M
Brievenbus verplaatst
Dc brievenbus is van dc Rusthotflaan
verplaatst naar de Lindelaan ter hoog-
in de pee-celen 1 en 3.
itrati
n goj
a—T»
uste
ring
i of
NJ
!agdl
Mo i
nROFESSOR MARK bladert in z'n notities,
die slechts een gering onderdeel vormen
van het reusachtige documentarium, dat hij
van de strijd in en de ondergang van het
ghetto van Warschau bezit. Hij kijkt me aan
en probeert te glimlachen. Hij is een wijs
man. Wijs geworden door datgene, wat hij
sinds 1945 onder ogen kreeg. Er zullen wei
nig mensen zijn, in deze wereld, die verplicht
waren hun leven te wijden aan het boeksta
ven van gebeurtenissen, zo weergaloos on
menselijk als bedreven werden in het ghetto.
Hij, de Jood, moest het lijden van zijn volk
optekenen. Voor nu, voor later, voor, laten
we hopen, tot aan het einde van de dagen
onzer jaren. Opdat de mensheid wete waar
toe onder bepaalde omstandigheden mensen
(nee, „dieren") in staat zijn. Om het bewijs
te leveren, dat er niets, volstrekt niets is,
dat de ene mens de andere niet kan aandoen.
Het bewijs dat de misdaad geen limiet, geen
grens kent. Om te bewijzen, tenslotte, waar
toe ooriog voert.