Twee wereldgodsdiensten strijden in Afrika Een kanttekening KRONIEK Een woord voor vandaag Kameroen wordt gebied,! van grote activiteiten Ds. A. Dronkers promoveert op „De religieuze film" „De Vrouwenzendingsdag is de MIDDENSTAND IN BEWEGING TTEN gloednieuwe statistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek ver telt ons, dat het aantal radioreparatiebedrijven sedert 1949 met 50 is toegenomen tot ongeveer 3800 zaken, dat het aantal zaken waarin voor de schoonheid van de dames wordt gezorgd schoonheidsverzorging) bijna ver drievoudigd is tot 1420 zaken en dat het aantal autoreparatiebedrijven met 80 steeg tot bijna 6200. Daarentegen zakte het aantal meubelmakersbe- drijven met 30 tot ruwweg 3450, het aantal schoenhersteilersbedrUven met 25 tot ongeveer 7500 en het aantal maatkledingbedrijven met ongeveer 35 tot 4700. Achter deze cijfers gaat een belangrijke ontwikkeling schuil. Er blijkt uit, dat van oudsher gevestigde ambachtsbedrijven de concurrentie tegen de industrie niet gemakkelijk kunnen volhouden (meubelmakerij en het maat- kledingbedrijf, en dat er een duidelijke groei is naar rrotere ambachtsbe- ?m*e manifestatie van drijven (schoenreparatiebedrijfhe» lendingswerk. die wq in Ne- Bovendien zijn door de grotere welvaart voorheen duur geachte produkten j derland nog hebben", zei dr. J. H. Stelma te Bloemendaal als voor zitter van de Raad voor de zending der Hervormde kerk, woensdag op de vrouwenzendingsdag te Utrecht. De aanduiding manifestatie wilde hy liever zien als ontmoeting tus sen het thuisfront en de zendings werkers overzee. Ook: de ontmoe ting tussen dc kerken hier en de kerken ginds. Dit alles is mogelijk gemaakt door de ontmoeting tus sen God en mens, want wat is zen ding anders dan dat? Christendom legt onder het bereik van steeds meer mensen gekomen. Dit leidde vanself tot het ontstaan om niet te zeggen het uit de grond verrijzen van auto- en radioreparatiebedrijven en van „beautyshops". Dit zijn slechts enkele doch sprekende voorbeelden van inkrimping en uit breiding van ambachtsbedrijven. Het is een ontwikkeling die overigens niet alleen bij het ambacht te zien is. Ook de winkeldrijvende middenstand is voortdurend in beweging. Hier zien wij het aantal kruideniers- en melk zaken achteruit lopen, maar de zaken waar men „doe het zelf" artikelen verkoopt (hout, verf) en artikelen die het leven veraangenamen en verge makkelijk (radio, wasmachines enz.) nemen in aantal toe. De middenstander zelf is bij deze evolutie uiteraard sterk betrokken. Soms zelfs pijnlijk sterk. Een bevriende kruidenier van ons in een grote stad ziet langzaam maar zeker zijn debiet terug lopen, omdat de zuigkracht van de grote en moderne winkelbedrijven te groot wordt Hij heeft, dank zij de grote vraag naar arbeidskrachten, een baantje op een kantoor kunnen krijgen. De zaak wordt thans door zijn vrouw gedreven totdat een koper voor zijn zaak komt opdagen. Deze is echter in geen velden of wegen te zien. De middenstander leeft thans in een periode van voör hem zeer belangrijke veranderingen. Zeker, vergeleken met vóór de oorlog heeft hij het over het algemeen goed. In de dertiger jaren was zijn positie ronduit slecht: de crisis had zijn omzetten tot een minimaal peil teruggedrongen. Na de oorlog trad een kentering in. De koopkracht van de consument steeg geleidelijk en de omzetten hielden daarmee gelijke tred. Maar daarnaast zorgden de vestigingsbesluiten, de bedrijfseconomische organisaties (inkoop- vereniging, vrijwillig filiaalbedrijf) alsmede de afspraken over prijzen en leveringsvoorwaarden met collega's en leveranciers voor een economische steun in de rug. De middenstander van vandaag moge bet economisch beter hebben dan 25 jaar geleden, daar staat tegenover dat hij voor geheel nieuwe problemen wordt geplaatst, problemen die hij alleen aan kan als hij over andere kwali teiten beschikt dan vroeger. Vakkennis moge voor de ambachtsman nog zeer belangrijk zijn, een gespecia liseerde kennis van wat hij verkoopt is voor de winkelier tegenwoordig niet meer in de eerste plaats noodzakelijk. Wel moet bij en dat geldt ook voor de ambachtsbaas een brede en alge mene ontwikkeling bezitten, waardoor hij de veranderingen die zich vol-1te° trekken, kan overzien en waardoor hij de wijzigingen in het consumptie- daarvoor is de ontmoeting te diep e" patroon op de voet kan volgen en bijtijds kan overschakelen. De maatschappelijke ontwikkeling heeft geleld tot het ontstaan van het zelf- bedieningsbedrijf en de supermarket, waarin het assortiment aanzienlijk groter is dan voorheen in de gewone kruidenierswinkel. Deze groei wordt thans gestimuleerd door de verruiming van de vestigingsbepalingen, waar door bakkers bepaalde kruidenierswaren mogen verkopen en groentezaken verpakte melk. Maar reeds klopt het shoppingcentrum aan de deur, het enorme verkoopcomplex, waar de hulsvrouw alles kan kopen wat zij dage lijks nodig heeft. Deze evolutie of moeten wij zeggen revolutie vergt een middenstander met een grote bedrijfseconomische kennis en een ruime blik, een man die niet meer op zijn intuïtie afgaat maar nauwkeurig onderzoekt wat en hoe hij moet in- en verkopen. Bovendien moet zijn administratie aan moderne eisen voldoen en moet hij de taal van zijn accountant en belastingconsulent kunnen begrijpen. En nu hebben wij het nog niet eens gehad over de financiële eisen, die aan de moderne middenstander worden gesteld. Vóór de oorlog was de gemid delde omzet in een kruidenierswinkel ongeveer 12.500 per jaar. Nu ligt die in de buurt van de 100.000. De jaarlijkse omzet van een middelmatig groot zelfbedleningsbedrijf ligt echter in de buurt van de 500.000, terwijl een supermarket zijn omzet boven de miljoen gulden ziet klimmen. En denk niet, dat supermarkets alleen door grootwinkelbedrijven en coöpera ties worden gedreven. Van de ongeveer 50 supermarkets, die ons land rijk is, Is iets meer dan de helft in handen van zelfstandige winkeliers. De investeringen zijn overigens niet mis. Volgens deskundigen kost de in richting en bevoorrading van een kleine zelfbedieningszaak ongeveer 36.000. Die van een grote zelfbedieningszaak ƒ90.000 en van een supermarket 225.000. En dan zijn de bouwkosten van een bedrijfspand nog niet eens mee gerekend. Dit houdt In. dat een middenstander over deze financiële zaken van allure moet kunnen meedenken en meepraten. Hij moet weten wat de consequenties van een groot krediet zijn en de reële mogelijkheden om dit in een verant woorde periode te kunnen aflossen. Enkele voorbeelden sloegen in het bijzonder op het levensmlddelenbedrijf. In wezen slaat alles op de gehele winkeldrijvende en ambachtelijke midden stand. De man die gebukt gaat onder de dagelijkse beslommeringen en die geen tijd en capaciteit heeft om zich te verdiepen in de grote veranderingen die om hem heen plaats vinden, zal steeds meer onder druk komen te staan. De middenstand zo menen wij beluisterd te hebben beeft gebrek aan jonge krachten, die kennis, inzicht, doorzettingsvermogen en moed hebben om middelgrote en grote middenstandsbedrijven te leiden en tot bloei te brengen. het af tegen de Islam (Van een onzer verslaggevers) Reeds voor het vierde jaar werd de vrouwenzendingsdag in Utrecht gehouden. De zaal vertoonde het beeld van steeds: rechts van het podium tientallen vrouwen en mannen, die in de zending gewerkt hebben en met verlof zijn of die hun arbeid op het zendingsterrein hebben beëindigd. In dat laatste zit iets van weemoed, meende dr. Stelma. Een groot aantal van hen, die uit Indonesië zijn terug gekeerd, was daarheen gegaan in de verwachting het hele leven te beste den in de zendingsdienst. Ontijdig is hun taak afgebroken en voor menig een, die niet meer „herschoold" kan worden voor een ander zendingsge- bied, moet dat een grote teleurstel ling zijn. Al staat het er met de verhouding Indonesié-Nederland niet best voor, de I contacten tussen de christenen hier t it. Het meeleven van weerszijden blijft, zei dr. Stelma. Op hoop van nieu- nln dc toekomst. Wat Nieuw-Guinea betreft heerst de onzekerheid. Dankbaar is men. dat er nieuwe perspectieven zijn ten opzichte van Afrika. Met blijdschap verwelkom de dr. Stelma voor het eerst een zen- dingsarbeider-met-verlof uit Afrika, dr. W. A. Bijlefeld. Deze heeft twee jaar ge werkt in Noord-Nigeria. Voor de zending zal altijd blijven gel den zo verzekerde de voorzitster van de commissie vrouwenwerk van de Raad voor de Zending, mevrouw A. M. C. Gramberg-van der Hoeven de verga dering dat men zijn lichaam moet stellen „tot een levende offerande". Met minder kan het niet toe. En dót is pas de echte eredienst. (Rom. 12 1, 2) Uit het overvloedij -Jigs voorbijgaan van al het andere goede. de Vrouwenzendinj dige progrz [sdag willei wij, met slechts iets vermelden van de rede die dr. Bijlefeld hield over de ontmoeting van christendom en Islam in Afrika, na der: in het gebied ten zuiden van de Schaamteloos misdrijf Afrika heeft het christendom het eerst leren kennen door de handel der Euro pese landen met Zuidoost-Azië. Feitelijk beschouwde men destijds Afrika als een lastig obstakel tussen Europa en Azië. De kerstening van Afrika werd toen al wenselijk geacht, echter alleen opdat de macht tegen de Islam versterkt zou worden. Waarbij alweer het economi sche motief hoofdrol speelde. De uitbreiding van de Islam in Afrika is te danken aan handeldrijvende mos lims, die hier vanaf de elfde eeuw kwa- die niet verzuimden hun geloof kaan aantrekt. Het contact met christenen bestond in later eeuwen hieruit, dat het christenen «aren, die op schaamteloze wijze mil joenen negers uit hun omgeving hebben weggerukt om hen als slaven naar Ame rika te voeren. Een misdaad die in om vang slechts te vergelijken ls met de misdrijven van hel natlonaal-soclalisme. Alleen reeds In de 18e eeuw werden ze ven miljoen negers weggevoerd. Dit deden christenen. Zelfs op deze slavenhandel valt nog zendingslicht. Want wanneer een schip met slaven bin nenliep. sprak een ouderling een dank gebed uit. ..dat deze zonen van Cham uit de ban van het heidendom waren vrijgemaakt". /Vief defaitistisch In heel Afrika wonen honderd miljoen moslims en veertig miljoen christenen. Dat is samen zestig procent van de to tale Afrikaanse bevolking. Van de nog tachtig miljoen Afrikaan se heidenen zullen velen te zijner tijd moeten kiezen tussen christendom en Islam. Sinds 1930 is de moslimbevolking van Afrika toegenomen van 25 tot 45 pet. Een onrustbarend cijfer! Per jaar gaan een a twee miljoen Afrikanen van het heidendom tot de Is lam over. Dat is twee- driemaal zo veel als het aantal bekeerlingen tot het christendom. Billy Graham heeft nog triester cij fers genoemd, maar deze zijn niet be trouwbaar. Dr. Bijlefeld geloofde dat voor defaitisme aan de zijde van het christendom mede door die ongunsti ge cijfers geen plaats mag zijn. De aantrekkingskracht van de Islam zit in het ..complete leven" dat de Is lam zijn volgelingen aanbiedt, en waar bij men zelfs voorschriften ontvangt voor zijn kleding en zijn huis. De Afrikanen staan vreemd tegenover het christen dom. dat teveel gespiritualiseerd wordt. Men wil niet een ..geestelijk" geloof, maar een geloof dat heel het leven be geleidt. Tot een werkelijke ontmoeting van Islam en christendom is het in Afri ka nog niet gekomen, meende dr. Bij lefeld. Men leeft nog teveel langs el kaar heen. Veel christenen hebben er geen flauw idee van wat de Islam eigenlijk is; ze zijn er bang voor. Voor wie werkelijk de Islam heeft ont moet leidde dit contact tot een her ziening en toetsing van het eigen chris telijk geloof. Hopelijk zal het eens een werkelijk ontmoeten worden waar bij het evangelie tot zijn recht komt. Juist omdat Afrika in de toekomst wellicht een beslissende rol in de we reldpolitiek zal vervullen. TIEN JAAR TV drrlindir Tfluiiif Stichting «chrijft Dcj "lkrir.nl nm: „Dc conn.ttcr ▼•n dc NT-S. heeft gelijk wanneer hij zegt dat dc afgelopen tien leleri»i«»>«rrn nauwelijks meer dan een verlengde expe-1 rimentele permdc waren. De Nederlander, die al tien jaar in de magische ban van het scherm vertoeft, heeft de grenzen der mo gelijkheden van de televi«ie nog lang niet afgetaat Er is in Bussum nog steeds spra ke van verkenningen in heeld-roimnnnica- lie. op velerlei gebied. Televisie geeft in Nederland nog veel te verwachten. Wal bijvoorbeeld lijn de sociale en sociologi sche gevolgen in de bevolk in gs gemeen schap? Wat i* de reactie in het Nederland se cultuur-patroon? Men nut hopen dat een wetenschappelij ke benadering van bei waagstuk televisie niet lang meer op zich laat waehten. Even min als de ingebruikneming van het, voor al in het Westen des lands, lang verbeide tweede televisienet, dat de kijkers tot se lectiviteit zal prikkelen en het huidige mo nopolie breken. Het tweede net zal de te levisiemakers die lot dusver onder de hui dige. gebrekkige omstandigheden zeer re delijke programma's produceerden, tot gro- Voor wat betreft de rede van minister Cals tijdens de herdenking van dit jubi- leom in de Burgerzaal Tan het Hilvrraum- se raadhuis schrijft De Nieuwe Rotterdamse Courant: ..Spre kende over de samenwerking tassen de regering en omroep enerzijds, tussen de omroeporganisaties onderling anderiijds, heeft minister Cala gezegd, dat van om- Topbestuurders mag worden verwacht, dat zij hun vertrouwen allereerst schenken aan degenen, met wi# zij in het NTS-bestunr samenwerken. Het is beschamend, dat de minister dit moest 'eggen. Zoals het beschamend was. dat hij da heren omroepbestuurt "Ik weet het ook al: De kunst van wol wassen zit in ieder pak Echfalon". moest wijzen, dat door de overheid noemde leden van het be«tuur der NTS géén vertegenwoordigers van de overheid Had de controverse, die door één partij van de betrokkenen op zo pneriele m in de openbaarheid is gebrscht, ziel gespeeld in bet bestuur van een vo club, dan zouden de stukken er zijn afge vlogen. De controverse speelt echter i bestuur van een orgaan, waaraan de •ntwoordelijkheid is toevertrouwd voo openbaar, monopolistisch geëxploiteerd, pu- bliriteits-medium. Daardoor is zij 1 méér dan alleen maar belachelijk. Misschien heeft juist door hel huiter -gen van de vuile wc de officiële „herden king" van het tienjarig bestaan van d Nederlandse Televi-ie Stichting meer b« tekenis gekregen dan zij gehad zou hebben zonder het onverkwikkelijke voorspel betekenis van een katalysator". Telkens weer komen we in de hijhei de uitdrukking van het bloed van Christus tegen (zie bijvoorbeeld Colossenzen 1:20). De schrijver van de Hebreeën zegt zeljs dat er zonder bloed storting geen vergeving kan zijn. De moderne mens houdt niet erg van deze uitdrukking. Verontwaardigd hebben vrij zinnigen in het verleden zelfs gesproken van een slachthuis religie Maar de bijbelschrijvers zijn niet bang voor d\t woord: „Het bloed reinigt van alle zonden." „Door Zijn bloed gerechtvaar digd." Een gemeenschap met het bloed van Christus." „De verlossing door Zijn bloed." Dit bloed neemt een centrale plaats in bij de mannen die de bijbel schreven. Het is voor hen meer dan een beeld. Want als het alleen maar een beeld was, dan is het een verschrik kelijk beeld dat Christus het leven heeft gekocht. Het vergoten bloed is werkelijkheid, omdat de zonde werke lijkheid is, omdat in ons leven dingen scheef liggen. Wie hebben het bloed van Christus vergoten? „Niet de Joden, Heer", zei Regius. „Voor mij moest Hij daar staan", schreef ds. Jan Scharp jaren later. Het bloed is een verschrikkelijk beeld, meer: een verschrikkelijke historische gebeurtenis, omdat mijn zonden verschrikkelijk waren. Het is goed daar eens bij stil te staan. Raad voor de Zending N.H. Kerk De Raad voor de Zending der Nederlands Hervormde Kerk, ge vestigd in het Zendingshuis te Oegstgeest, heeft de namen be kendgemaakt van een aantal zen dingsarbeiders die binnenkort worden uitgezonden (of kortgele den reeds zijn vertrokken) naar gebieden waar hun werkkracht no dig is. Zoals bekend heeft de Raad voor de Zending al enige tijd het voornemen Afrika te betrekken in- haar arbeid. Het gaat er naar uit zien dat Kameroen (West-Afrika) het centrale gebied van de activi teiten zal worden. Niet minder dan vier artsen, een verpleegster en een predikant ontvin gen een opdracht voor dit gebied. Bo vendien heeft men er onlangs een pro testants weekblad het licht doen zien, er komen cursussen voor Afrikaanse journalisten en men werkt aan de op zet van een literatunrcentrum. Ds. Y. Schaaf, die sedert twee jaar in Afrika werkzaam is als agent van het Nederlands Bijbelgenootschap, zal bij de stichting van het literatuurcentrum nauw samenwerken met de twee mede werkers, die nog moeten worden ge zocht. Men,zal Christelijke lectuur pro duceren en verspreiden in geheel Frans- Kameroen. Ook „La semaine Camerou- naise", het Franstalige weekblad dat is te vergelijken met „Hervormd Neder land" of „Réforme". wordt zoveel mo gelijk verspreid. Het blad wordt geredi geerd door twee Afrikanen (een predi kant en een onderwijzer) die in Europa hun opleiding ontvingen. Aan de theologische school te Yaoun de hoofdstad van Kameroen, zullen jon ge Afrikanen een reeks van cursussen kunnen volgen om zich te vormen tot journalisten, die het peil van de huidi ge pers in Afrika omhoog kunnen bren gen. Men hoopt in september 1962 met de lessen aan te vangen. Dokter J. Ie Grand werkt reeds een half jaar in het ziekenhuis te Bangwa in Kameroen. Dokter F. H. Weiss zal zich bij hem voegen, terwijl de artsen J. van Bergeijk en A. van Hilten naar Ndoungé en Foumbang zullen gaan. Zus- ter M. Kruyt vertrok al eerder naar Ndoungé. De Raad ontving een verzoek tot uitzending van nog twee artsen en een theoloog. De Afrikaanse ds. Kotto, secretaris generaal van de Evangelische Kerk (waarmee de Hervormde Kerk in Afri ka nauw samenwerkt), zal eind oktober naar Europa komen om de vraag van Kameroen naar nog meer (7) Her vormde zendingsarbeiders nader toe te lichten. Naar voormalig Brits-Zuid-Kameroen (na een volkstelling één met Frans-Ka meroen) zal ds. A. de Looze worden gezonden. Hij zal werken in dienst van de classis Amsterdam in het kader van de Bazelse Zending. Afrika betekent voor de Raad voor dc Zending een geheel nieuwe missio naire verantwoordelijkheid. Zij werkte nooit eerder ln dit werelddeel, waar de roonis-kathoüeke missie, de Evangeli sche Kerk, de Franse Interkerkelijke Hulpverlening cn vele andere zen- dingsposten arbeid verrichtten. Het Franse team (Cimade) in Dakar heeft veel contacten met Moslims. Ds. en me vrouw Petri zuilen bij hun werkzaam heden in dit gebied, waar de Islam sterk verbreid is, hulp van de Cimade ontvangen. De zending van de Kerk van Schot land zal dokter H. Middelkoop en zuster J. P de Schipper in Oost-Nigeria bij staan. Deze beide zendingsarbeiders zul len met een voor de Kerk nieuw pro- jekt beginnen: het preventief-hygiëni- sche werk in en buiten het ziekenhuis. Consultatiebureaus en de opvoeding in hygiëne zullen worden opgezet. Noord-Ghana is een gebied, waarover onderhandelingen gaande zijn met de Presbyteriaanse Kerk van Ghana. Het is de bedoeling van de Raad om twee predikanten te zenden. Ds. J. Schip per en ds. H. K. Jonkman zijn hier voor beschikbaar. De laatste is predi kant-directeur van het Zendingshuis. Bij zijn aanstelling werd overeenge komen dat hij 2Vi jaar op het zendings- veld zou gaan werken om daarna het directeurschap weer op zich te nemen. Dr. I. H. Enklaar. tot voor kort hoog leraar aan de theologische school te Djakarta, is zijn vervanger. Ook over het uitzenden van een arts en een psychiater naar Ghana worden besprekingen gevoerd. Als laatste zendingsarbeider voor A- frika werd de heer P. B. Dirksen, theol. drs„ genoemd. De heer Dirksen wordt als docent aan het seminarie van de Evangelisch Koptische Kerk in Cai ro verbonden. Hij zal zich daar in het hart van een Islamitische samenle ving bevinden. Naar Nederlands Nieuw Guinea is on langs ds. P. Bons uitgegaan, die op de heenreis met zijn vrouw de Kerk van Zuid-India bezocht om kennis te ma ken met het leven in een zelfstandige Kerk. Dr. Bons werkt nu in Sarmi. Ds. E. Gijsbers, die aanvankelijk in Ne derland zou blijven, keerde terug naar Nieuw-Guinea, waar hij in Manokwa- ri werkzaam is. Ds. M. Vink nam de leiding van de evangelistencursussen in Ransiki op zich en ds. L. Flier gaat naar Fak- Fak. De uitzending van deze predikan ten geschiedt in samenwerking met de zendingsraad der Vrij Evangelische Gemeenten, waarvoor zij beiden in In donesië arbeidden. Als sociaal werker in dienst van de zending vertrekt deze winter de heer A. Gaikhorst, wika van „Kerk en We reld" te Driebergen, naar Manokwari. De Raad voor de Zending, die giste ren op een persconferentie haar plan nen bij monde van mr. S. C. Graaf van Randwijck, dokter F. C. van der Horst en ds. P. J. Mackaay (resp. alg. mogelijk de resultaten van nog lopen de onderhandelingen, voornamelijk met Afrika, bekendmaken. Een overzichtsfoto van de Vrou wenzendingsdag in Utrecht, tijdens het openingswoord van mevrouw Gramberg-van der Hoeven. Duitse jeugd helpt Britse kerkbouw Veertien Duitse jongens, alle ge schoolde arbeiders, en twee Duitse meisjes, zijn gisteren begonnen aan de bouw van de consistoriekamers van de nieuwe cathedraal van Coventry. De nieuwe cathedraal wordt ge bouwd naast de ruïne van de oude. die in de tweede wereldoorlog door de Duitsers werd gebom^-'deerd. De zestien jonge Duitsers zullen een half jaar nodig hebben voor deze „operatie verzoening", zoals de Duitse organisa toren de actie noemen. Men is van plan de consistoriekamers volgend jaar juni in gebruik te stellen ter gelegen heid van een internationaal jeugdcon- gres. Beroepinsswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Witmarsum (toez.): V F E. Koster, vic. te Amstelveen; te Ol- debroek: A. van Brummelen te Schoon- rewoerd, die bedankte voor Bergam bacht. Bedankt voor GiesscndamNederhar- dinxveld: J. van Wier te Putten. Benoemd tot vic. te Groningen, Tiende Beroepen te Monnikendam: M. var der Heiden, kand. te Sassenheim. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Bedankt voor Rotterdam-Zuid-Pen' drecht: A. Hofman te Zeist Proefschrift van internationale betekenis "IfOOR het eerst in de geschiede- nis van een Nederlandse uni versiteit is een theologisch proef schrift gewijd aan de film. Ds. A. Dronkers promoveerde vandaag te Utrecht bij prof. dr. J. C. Hoeken dijk tot doctor in de theologie na verdediging van zijn proefschrift: „De religieuze film, een terrein verkenning". Dit is niet alleen een nationale gebeurtenis, maar zelfs internationaal van betekenis, want het aantal publikaties aan dit on derwerp gewijd is nog op de vin gers te tellen. Er is een Duitse dissertatie van G. Al- brecht aan „Film und Verkündigung", voorts een studie van H. Rück „Der Film im Raum der evangelisc'nen Ge- meinde", wat publikaties van Franse katholieke theologen, van de Engelsman M. Boyd. enkele Amerikaanse geschrif ten. maar verder moet men het doen met brochures, tijdschriftartikelen, ja zelfs dagbladbeschouwingen. Terecht mag ds. Dronkers dan ook spreken van een „ter reinverkenning"; en met meer recht om dat dit terrein als zodanig niet te over zien is. maar inderdaad verkend moet worden. In de halve eeuw. dat de film bestaat heeft hij een oerwoud van pro blemen doen opschieten. De chaos van de moderne cultuur wordt nergens zo manifest als op het gebied van de film. dat zich als massacommunicatiemiddel tot overmaat van ramp nog stevig in de greep der commercie bevindt. Advertentie) Boeiend Er is met recht alle aanleiding om zich „theologisch" met de film bezig te houden en dan speciaal, zoals ds. Dron kers dat doet. met de religieuze film. hoewel de grenzen hier niet nauwkeurig zijn te trekken, want veel. dat zich als ..religieus" aandient, heeft met religie niets te maken, waar gelukkig tegen over staat, dat veel. wat niet „religieus" bedoelt te zUn, van religie doortrokken is. Maar daarmede zUn wfl reeds midden In deze voortreffelijke en uiterst boeien de dissertatie. Na beschreven te hebben, hoe de film zich in zijn korte bestaan reeds op velerlei wijze met de religie heeit bezig gehouden en de ontwakende aandacht der kerken voor dit fenomeen getekend te hebben, komt de jonge doctor tot het eerste theologische probleem: de ver houding van woord en beeld. Deze eeuwenlange strijd wordt door de film bijzonder geactualiseerd doordat hier van bceld-beweglng sprake is. Zonder een nadere filmologische verkenning is het dan ook niet mogelijk theologisch iets steekhoudends te zeggen de wezensbepaling van het filmische Daarna is het eerst mogelijk te spreken over de mogelijkheden van de religieuze t vers-femalen Zeeuwse tarwe) PROEF TOCH EENS HOE LEKKER «ls «invulling bij het ontbijt, de lunch, de soep enz. J Sleehti 87 et. fe Kritiek Hoewel prof dr. rich in ziin boek ..Wei teer denigrerend over Dit betekent niet dat Van der Leeuws opvattingen kritiekloos worden aan vaard: Integendeel voor een groot deel worden zli helemaal niet aanvaard, maar toch ls de dissertatie gesteld onder Van der Leeuws uitspraak: „Het heilige schuwt niet de realiteit, maar wel de na tuurlijkheid". „Het blijkt, dat juist de film de poten tie tot het imaginaire heeft en het ,.ge- lijkenis"-karakter van de verkondiging benadert (vgl. Fellini en Bergman) Uiteraard verstaat de film ook de kunst de symbooltaal te spreken. Men begrijpt, dat ds. Dronkers. die zozeer deze ele menten beklemtoont, fel afwijzend staat tegen de ..natuurlijkheidsjacht" van de „religieuze" films van Cecil B. De Mille c.s. Uiteraard komt ook het filmisch verbeeldbare aan de orde. Mer r.„.„. waar het het verborgen handelen Gods in de geschiedenis betreft en speciaal de uitbeelding van de Christusfiguur. Positief Begrijpelijk wordt de film ook be schouwd als modern massa-communica tiemiddel. waarbij de beschouwingen van de hoogleraren Kruyt en Kraemer aan een kritische bespreking onderwor pen worden. AU evsngelismtlepredikmnt heeft ds. Drongers (de man o.s. vsn de Volks kerstzang) een bijzonder praktische re latie met het massa-communicatiemiddel als zodanig. Hij deelt de vrees der ge noemde hoogleraren (onpersoonlijkheid, vervlakking, enz.) dan ook niet, maar ziet zeer zeker mogelijkheden voor een positieve praktische aanpak. Met name ln het filmpastoraat (de voorlichting en kritische vorming waar mee de film vanuit Evangelistis-.h stand punt wordt begeleid, zoals bijv- ge- Critisch Filmbulletin. egen en Grenzendoor ds. Dronkers door onbekendheid de film heeft uit-'niet vermeld in de wekelijkse film besprekingen in onze bladen) en het filmapostolaat nader toegespitst in de filmevangelisatie, zoals deze o.a. ge schiedt in Groningen door dr- S. H. Spanjaard, in Leiden door dr. P. L. Schoonheim, in Rotterdam bij de Po- diumgesprekken (dr. K. J. Kraan) en iD Den Haag door ds. P. Lugtigheid. Velt praktische en principiële wenken wor den door ds. Dronkers in dit hoofdstuk gegeven. Zelf is hij reeds jaren in Utrecht met de filmevangelisatie werkzaam. Voorbeelden Een hoofdstuk met enkele voorbeelden van religieuze films besluit dit uitermate actuele proefschift, dat op het terrein van film en religie een schat van gegevens aandraagt. Uiteraard kan ook ds. Dronkers nog niet bijster tevreden zijn met wat er tot nu toe op dit gebied door de film ls presteerd (enkele uitzonderingen: Gra zige Welden" en „De Maagdenbron", bijv.). Helaas ls er ook van kerkelijke zUde maar bitter weinig inspiratie uit gegaan. Misschien kan dit komen van dc jonge zendingskerken. Misschien is de westerse kerk wel „vermoeid" en niet ln staat nieuwe we gen te vinden voor de kerkelijke ver kondiging- Hoe het ook zei, ds. Dronkers toont in z|jn proefschrift aan, dat de religieuze film noodzakelijk is. HU moet Gelovend en vertrouwend besluit hij zijn dissertatie met deze woorden: Wij zijn nog altijd op zoek naar de film, die een religieus thema behandelt en waarvoor de eigen moderne tijd de figuratie zou kunnen leveren. Aan welke eisen deze film precies zal moeten vol doen valt niet te zeggen. Zal een nieuwe christelijke symbool-kunst ons hierbij wellicht kunnen helpen, zal de aanvaar ding van een stuk gcseculariseerdheid van het leven daarvoor wezenlijk zijn? Dit zou ook de geboorte van een nieuw type religieuze film kunnen zijn. waar voor echter ook een nieuwe avant-garde van jonge filmers zal moeten aantreden, voor wie de Bijbel tot een nieuwe bele venis is geworden. Dat zij er zouden zijn en in de kerk begrip vinden! is het perspectief der hoop, waarmee dit boek eindigen wil". De dissertatie van dr. A. Dronkers Is voor de handel verschenen bij Boeken centrum te 's-Gravenhage. voorzien van 15 prachtige filmafbeeldingen. Bij onze gelukwensen aan de jonge doctor wensen •ij ook allen geluk, aan wie de religieuze _.udie. i ren is gewacht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2