Twee wereldgodsdiensten
strijden in Afrika
Een kanttekening
KRONIEK
Een woord voor vandaag
Kameroen wordt gebied,!
van grote activiteiten
Ds. A. Dronkers promoveert
op „De religieuze film"
„De Vrouwenzendingsdag is de
MIDDENSTAND IN BEWEGING
TTEN gloednieuwe statistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek ver
telt ons, dat het aantal radioreparatiebedrijven sedert 1949 met 50
is toegenomen tot ongeveer 3800 zaken, dat het aantal zaken waarin voor de
schoonheid van de dames wordt gezorgd schoonheidsverzorging) bijna ver
drievoudigd is tot 1420 zaken en dat het aantal autoreparatiebedrijven met
80 steeg tot bijna 6200. Daarentegen zakte het aantal meubelmakersbe-
drijven met 30 tot ruwweg 3450, het aantal schoenhersteilersbedrUven met
25 tot ongeveer 7500 en het aantal maatkledingbedrijven met ongeveer
35 tot 4700.
Achter deze cijfers gaat een belangrijke ontwikkeling schuil. Er blijkt uit,
dat van oudsher gevestigde ambachtsbedrijven de concurrentie tegen de
industrie niet gemakkelijk kunnen volhouden (meubelmakerij en het maat-
kledingbedrijf, en dat er een duidelijke groei is naar rrotere ambachtsbe- ?m*e manifestatie van
drijven (schoenreparatiebedrijfhe» lendingswerk. die wq in Ne-
Bovendien zijn door de grotere welvaart voorheen duur geachte produkten j derland nog hebben", zei dr. J. H.
Stelma te Bloemendaal als voor
zitter van de Raad voor de zending
der Hervormde kerk, woensdag op
de vrouwenzendingsdag te Utrecht.
De aanduiding manifestatie wilde
hy liever zien als ontmoeting tus
sen het thuisfront en de zendings
werkers overzee. Ook: de ontmoe
ting tussen dc kerken hier en de
kerken ginds. Dit alles is mogelijk
gemaakt door de ontmoeting tus
sen God en mens, want wat is zen
ding anders dan dat?
Christendom legt
onder het bereik van steeds meer mensen gekomen. Dit leidde vanself tot
het ontstaan om niet te zeggen het uit de grond verrijzen van auto- en
radioreparatiebedrijven en van „beautyshops".
Dit zijn slechts enkele doch sprekende voorbeelden van inkrimping en uit
breiding van ambachtsbedrijven. Het is een ontwikkeling die overigens niet
alleen bij het ambacht te zien is. Ook de winkeldrijvende middenstand is
voortdurend in beweging. Hier zien wij het aantal kruideniers- en melk
zaken achteruit lopen, maar de zaken waar men „doe het zelf" artikelen
verkoopt (hout, verf) en artikelen die het leven veraangenamen en verge
makkelijk (radio, wasmachines enz.) nemen in aantal toe.
De middenstander zelf is bij deze evolutie uiteraard sterk betrokken. Soms
zelfs pijnlijk sterk. Een bevriende kruidenier van ons in een grote stad ziet
langzaam maar zeker zijn debiet terug lopen, omdat de zuigkracht van de
grote en moderne winkelbedrijven te groot wordt Hij heeft, dank zij de grote
vraag naar arbeidskrachten, een baantje op een kantoor kunnen krijgen. De
zaak wordt thans door zijn vrouw gedreven totdat een koper voor zijn zaak
komt opdagen. Deze is echter in geen velden of wegen te zien.
De middenstander leeft thans in een periode van voör hem zeer belangrijke
veranderingen. Zeker, vergeleken met vóór de oorlog heeft hij het over het
algemeen goed. In de dertiger jaren was zijn positie ronduit slecht: de
crisis had zijn omzetten tot een minimaal peil teruggedrongen.
Na de oorlog trad een kentering in. De koopkracht van de consument steeg
geleidelijk en de omzetten hielden daarmee gelijke tred. Maar daarnaast
zorgden de vestigingsbesluiten, de bedrijfseconomische organisaties (inkoop-
vereniging, vrijwillig filiaalbedrijf) alsmede de afspraken over prijzen en
leveringsvoorwaarden met collega's en leveranciers voor een economische
steun in de rug.
De middenstander van vandaag moge bet economisch beter hebben dan
25 jaar geleden, daar staat tegenover dat hij voor geheel nieuwe problemen
wordt geplaatst, problemen die hij alleen aan kan als hij over andere kwali
teiten beschikt dan vroeger.
Vakkennis moge voor de ambachtsman nog zeer belangrijk zijn, een gespecia
liseerde kennis van wat hij verkoopt is voor de winkelier tegenwoordig niet
meer in de eerste plaats noodzakelijk.
Wel moet bij en dat geldt ook voor de ambachtsbaas een brede en alge
mene ontwikkeling bezitten, waardoor hij de veranderingen die zich vol-1te°
trekken, kan overzien en waardoor hij de wijzigingen in het consumptie- daarvoor is de ontmoeting te diep e"
patroon op de voet kan volgen en bijtijds kan overschakelen.
De maatschappelijke ontwikkeling heeft geleld tot het ontstaan van het zelf-
bedieningsbedrijf en de supermarket, waarin het assortiment aanzienlijk
groter is dan voorheen in de gewone kruidenierswinkel. Deze groei wordt
thans gestimuleerd door de verruiming van de vestigingsbepalingen, waar
door bakkers bepaalde kruidenierswaren mogen verkopen en groentezaken
verpakte melk. Maar reeds klopt het shoppingcentrum aan de deur, het
enorme verkoopcomplex, waar de hulsvrouw alles kan kopen wat zij dage
lijks nodig heeft.
Deze evolutie of moeten wij zeggen revolutie vergt een middenstander
met een grote bedrijfseconomische kennis en een ruime blik, een man die
niet meer op zijn intuïtie afgaat maar nauwkeurig onderzoekt wat en hoe
hij moet in- en verkopen. Bovendien moet zijn administratie aan moderne
eisen voldoen en moet hij de taal van zijn accountant en belastingconsulent
kunnen begrijpen.
En nu hebben wij het nog niet eens gehad over de financiële eisen, die aan
de moderne middenstander worden gesteld. Vóór de oorlog was de gemid
delde omzet in een kruidenierswinkel ongeveer 12.500 per jaar. Nu ligt
die in de buurt van de 100.000. De jaarlijkse omzet van een middelmatig
groot zelfbedleningsbedrijf ligt echter in de buurt van de 500.000, terwijl
een supermarket zijn omzet boven de miljoen gulden ziet klimmen.
En denk niet, dat supermarkets alleen door grootwinkelbedrijven en coöpera
ties worden gedreven. Van de ongeveer 50 supermarkets, die ons land rijk is,
Is iets meer dan de helft in handen van zelfstandige winkeliers.
De investeringen zijn overigens niet mis. Volgens deskundigen kost de in
richting en bevoorrading van een kleine zelfbedieningszaak ongeveer 36.000.
Die van een grote zelfbedieningszaak ƒ90.000 en van een supermarket
225.000. En dan zijn de bouwkosten van een bedrijfspand nog niet eens mee
gerekend.
Dit houdt In. dat een middenstander over deze financiële zaken van allure
moet kunnen meedenken en meepraten. Hij moet weten wat de consequenties
van een groot krediet zijn en de reële mogelijkheden om dit in een verant
woorde periode te kunnen aflossen.
Enkele voorbeelden sloegen in het bijzonder op het levensmlddelenbedrijf.
In wezen slaat alles op de gehele winkeldrijvende en ambachtelijke midden
stand. De man die gebukt gaat onder de dagelijkse beslommeringen en die
geen tijd en capaciteit heeft om zich te verdiepen in de grote veranderingen
die om hem heen plaats vinden, zal steeds meer onder druk komen te staan.
De middenstand zo menen wij beluisterd te hebben beeft gebrek aan
jonge krachten, die kennis, inzicht, doorzettingsvermogen en moed hebben
om middelgrote en grote middenstandsbedrijven te leiden en tot bloei te
brengen.
het af tegen
de Islam
(Van een onzer verslaggevers)
Reeds voor het vierde jaar werd
de vrouwenzendingsdag in Utrecht
gehouden. De zaal vertoonde het beeld
van steeds: rechts van het podium
tientallen vrouwen en mannen, die in
de zending gewerkt hebben en met
verlof zijn of die hun arbeid op het
zendingsterrein hebben beëindigd.
In dat laatste zit iets van weemoed,
meende dr. Stelma. Een groot aantal
van hen, die uit Indonesië zijn terug
gekeerd, was daarheen gegaan in de
verwachting het hele leven te beste
den in de zendingsdienst. Ontijdig is
hun taak afgebroken en voor menig
een, die niet meer „herschoold" kan
worden voor een ander zendingsge-
bied, moet dat een grote teleurstel
ling zijn.
Al staat het er met de verhouding
Indonesié-Nederland niet best voor, de
I contacten tussen de christenen hier t
it. Het meeleven van weerszijden
blijft, zei dr. Stelma. Op hoop van nieu-
nln dc toekomst.
Wat Nieuw-Guinea betreft heerst de
onzekerheid. Dankbaar is men. dat er
nieuwe perspectieven zijn ten opzichte
van Afrika. Met blijdschap verwelkom
de dr. Stelma voor het eerst een zen-
dingsarbeider-met-verlof uit Afrika, dr.
W. A. Bijlefeld. Deze heeft twee jaar ge
werkt in Noord-Nigeria.
Voor de zending zal altijd blijven gel
den zo verzekerde de voorzitster van
de commissie vrouwenwerk van de
Raad voor de Zending, mevrouw A. M.
C. Gramberg-van der Hoeven de verga
dering dat men zijn lichaam moet
stellen „tot een levende offerande". Met
minder kan het niet toe. En dót is pas
de echte eredienst. (Rom. 12 1, 2)
Uit het overvloedij
-Jigs
voorbijgaan van al het andere goede.
de Vrouwenzendinj
dige progrz
[sdag willei
wij, met
slechts iets vermelden van de rede die
dr. Bijlefeld hield over de ontmoeting
van christendom en Islam in Afrika, na
der: in het gebied ten zuiden van de
Schaamteloos misdrijf
Afrika heeft het christendom het eerst
leren kennen door de handel der Euro
pese landen met Zuidoost-Azië. Feitelijk
beschouwde men destijds Afrika als een
lastig obstakel tussen Europa en Azië.
De kerstening van Afrika werd toen al
wenselijk geacht, echter alleen opdat
de macht tegen de Islam versterkt zou
worden. Waarbij alweer het economi
sche motief hoofdrol speelde.
De uitbreiding van de Islam in Afrika
is te danken aan handeldrijvende mos
lims, die hier vanaf de elfde eeuw kwa-
die niet verzuimden hun geloof
kaan aantrekt.
Het contact met christenen bestond in
later eeuwen hieruit, dat het christenen
«aren, die op schaamteloze wijze mil
joenen negers uit hun omgeving hebben
weggerukt om hen als slaven naar Ame
rika te voeren. Een misdaad die in om
vang slechts te vergelijken ls met de
misdrijven van hel natlonaal-soclalisme.
Alleen reeds In de 18e eeuw werden ze
ven miljoen negers weggevoerd.
Dit deden christenen. Zelfs op deze
slavenhandel valt nog zendingslicht.
Want wanneer een schip met slaven bin
nenliep. sprak een ouderling een dank
gebed uit. ..dat deze zonen van Cham
uit de ban van het heidendom waren
vrijgemaakt".
/Vief defaitistisch
In heel Afrika wonen honderd miljoen
moslims en veertig miljoen christenen.
Dat is samen zestig procent van de to
tale Afrikaanse bevolking.
Van de nog tachtig miljoen Afrikaan
se heidenen zullen velen te zijner tijd
moeten kiezen tussen christendom en
Islam. Sinds 1930 is de moslimbevolking
van Afrika toegenomen van 25 tot 45
pet. Een onrustbarend cijfer!
Per jaar gaan een a twee miljoen
Afrikanen van het heidendom tot de Is
lam over. Dat is twee- driemaal zo
veel als het aantal bekeerlingen tot het
christendom.
Billy Graham heeft nog triester cij
fers genoemd, maar deze zijn niet be
trouwbaar. Dr. Bijlefeld geloofde dat
voor defaitisme aan de zijde van het
christendom mede door die ongunsti
ge cijfers geen plaats mag zijn.
De aantrekkingskracht van de Islam
zit in het ..complete leven" dat de Is
lam zijn volgelingen aanbiedt, en waar
bij men zelfs voorschriften ontvangt voor
zijn kleding en zijn huis. De Afrikanen
staan vreemd tegenover het christen
dom. dat teveel gespiritualiseerd wordt.
Men wil niet een ..geestelijk" geloof,
maar een geloof dat heel het leven be
geleidt.
Tot een werkelijke ontmoeting van
Islam en christendom is het in Afri
ka nog niet gekomen, meende dr. Bij
lefeld. Men leeft nog teveel langs el
kaar heen. Veel christenen hebben er
geen flauw idee van wat de Islam
eigenlijk is; ze zijn er bang voor.
Voor wie werkelijk de Islam heeft ont
moet leidde dit contact tot een her
ziening en toetsing van het eigen chris
telijk geloof. Hopelijk zal het eens
een werkelijk ontmoeten worden waar
bij het evangelie tot zijn recht komt.
Juist omdat Afrika in de toekomst
wellicht een beslissende rol in de we
reldpolitiek zal vervullen.
TIEN JAAR TV
drrlindir Tfluiiif Stichting «chrijft Dcj
"lkrir.nl nm: „Dc conn.ttcr
▼•n dc NT-S. heeft gelijk wanneer hij
zegt dat dc afgelopen tien leleri»i«»>«rrn
nauwelijks meer dan een verlengde expe-1
rimentele permdc waren. De Nederlander,
die al tien jaar in de magische ban van het
scherm vertoeft, heeft de grenzen der mo
gelijkheden van de televi«ie nog lang niet
afgetaat Er is in Bussum nog steeds spra
ke van verkenningen in heeld-roimnnnica-
lie. op velerlei gebied. Televisie geeft in
Nederland nog veel te verwachten. Wal
bijvoorbeeld lijn de sociale en sociologi
sche gevolgen in de bevolk in gs gemeen
schap? Wat i* de reactie in het Nederland
se cultuur-patroon?
Men nut hopen dat een wetenschappelij
ke benadering van bei waagstuk televisie
niet lang meer op zich laat waehten. Even
min als de ingebruikneming van het, voor
al in het Westen des lands, lang verbeide
tweede televisienet, dat de kijkers tot se
lectiviteit zal prikkelen en het huidige mo
nopolie breken. Het tweede net zal de te
levisiemakers die lot dusver onder de hui
dige. gebrekkige omstandigheden zeer re
delijke programma's produceerden, tot gro-
Voor wat betreft de rede van minister
Cals tijdens de herdenking van dit jubi-
leom in de Burgerzaal Tan het Hilvrraum-
se raadhuis schrijft De Nieuwe
Rotterdamse Courant: ..Spre
kende over de samenwerking tassen de
regering en omroep enerzijds, tussen de
omroeporganisaties onderling anderiijds,
heeft minister Cala gezegd, dat van om-
Topbestuurders mag worden verwacht, dat
zij hun vertrouwen allereerst schenken aan
degenen, met wi# zij in het NTS-bestunr
samenwerken.
Het is beschamend, dat de minister dit
moest 'eggen. Zoals het beschamend was.
dat hij da heren omroepbestuurt
"Ik weet het ook al: De kunst
van wol wassen zit in ieder
pak Echfalon".
moest wijzen, dat door de overheid
noemde leden van het be«tuur der NTS
géén vertegenwoordigers van de overheid
Had de controverse, die door één partij
van de betrokkenen op zo pneriele m
in de openbaarheid is gebrscht, ziel
gespeeld in bet bestuur van een vo
club, dan zouden de stukken er zijn afge
vlogen. De controverse speelt echter i
bestuur van een orgaan, waaraan de
•ntwoordelijkheid is toevertrouwd voo
openbaar, monopolistisch geëxploiteerd, pu-
bliriteits-medium. Daardoor is zij 1
méér dan alleen maar belachelijk.
Misschien heeft juist door hel huiter
-gen van de vuile wc de officiële „herden
king" van het tienjarig bestaan van d
Nederlandse Televi-ie Stichting meer b«
tekenis gekregen dan zij gehad zou hebben
zonder het onverkwikkelijke voorspel
betekenis van een katalysator".
Telkens weer komen we in de hijhei de uitdrukking van het
bloed van Christus tegen (zie bijvoorbeeld Colossenzen 1:20).
De schrijver van de Hebreeën zegt zeljs dat er zonder bloed
storting geen vergeving kan zijn. De moderne mens houdt
niet erg van deze uitdrukking. Verontwaardigd hebben vrij
zinnigen in het verleden zelfs gesproken van een slachthuis
religie
Maar de bijbelschrijvers zijn niet bang voor d\t woord: „Het
bloed reinigt van alle zonden." „Door Zijn bloed gerechtvaar
digd." Een gemeenschap met het bloed van Christus." „De
verlossing door Zijn bloed."
Dit bloed neemt een centrale plaats in bij de mannen die de
bijbel schreven. Het is voor hen meer dan een beeld. Want
als het alleen maar een beeld was, dan is het een verschrik
kelijk beeld dat Christus het leven heeft gekocht.
Het vergoten bloed is werkelijkheid, omdat de zonde werke
lijkheid is, omdat in ons leven dingen scheef liggen. Wie
hebben het bloed van Christus vergoten? „Niet de Joden,
Heer", zei Regius. „Voor mij moest Hij daar staan", schreef
ds. Jan Scharp jaren later. Het bloed is een verschrikkelijk
beeld, meer: een verschrikkelijke historische gebeurtenis,
omdat mijn zonden verschrikkelijk waren. Het is goed daar
eens bij stil te staan.
Raad voor de Zending N.H. Kerk
De Raad voor de Zending der
Nederlands Hervormde Kerk, ge
vestigd in het Zendingshuis te
Oegstgeest, heeft de namen be
kendgemaakt van een aantal zen
dingsarbeiders die binnenkort
worden uitgezonden (of kortgele
den reeds zijn vertrokken) naar
gebieden waar hun werkkracht no
dig is. Zoals bekend heeft de Raad
voor de Zending al enige tijd het
voornemen Afrika te betrekken in-
haar arbeid. Het gaat er naar uit
zien dat Kameroen (West-Afrika)
het centrale gebied van de activi
teiten zal worden.
Niet minder dan vier artsen, een
verpleegster en een predikant ontvin
gen een opdracht voor dit gebied. Bo
vendien heeft men er onlangs een pro
testants weekblad het licht doen zien,
er komen cursussen voor Afrikaanse
journalisten en men werkt aan de op
zet van een literatunrcentrum.
Ds. Y. Schaaf, die sedert twee jaar in
Afrika werkzaam is als agent van het
Nederlands Bijbelgenootschap, zal bij
de stichting van het literatuurcentrum
nauw samenwerken met de twee mede
werkers, die nog moeten worden ge
zocht. Men,zal Christelijke lectuur pro
duceren en verspreiden in geheel Frans-
Kameroen. Ook „La semaine Camerou-
naise", het Franstalige weekblad dat is
te vergelijken met „Hervormd Neder
land" of „Réforme". wordt zoveel mo
gelijk verspreid. Het blad wordt geredi
geerd door twee Afrikanen (een predi
kant en een onderwijzer) die in Europa
hun opleiding ontvingen.
Aan de theologische school te Yaoun
de hoofdstad van Kameroen, zullen jon
ge Afrikanen een reeks van cursussen
kunnen volgen om zich te vormen tot
journalisten, die het peil van de huidi
ge pers in Afrika omhoog kunnen bren
gen. Men hoopt in september 1962 met
de lessen aan te vangen.
Dokter J. Ie Grand werkt reeds een
half jaar in het ziekenhuis te Bangwa
in Kameroen. Dokter F. H. Weiss zal
zich bij hem voegen, terwijl de artsen
J. van Bergeijk en A. van Hilten naar
Ndoungé en Foumbang zullen gaan. Zus-
ter M. Kruyt vertrok al eerder naar
Ndoungé. De Raad ontving een verzoek
tot uitzending van nog twee artsen en
een theoloog.
De Afrikaanse ds. Kotto, secretaris
generaal van de Evangelische Kerk
(waarmee de Hervormde Kerk in Afri
ka nauw samenwerkt), zal eind oktober
naar Europa komen om de vraag van
Kameroen naar nog meer (7) Her
vormde zendingsarbeiders nader toe te
lichten.
Naar voormalig Brits-Zuid-Kameroen
(na een volkstelling één met Frans-Ka
meroen) zal ds. A. de Looze worden
gezonden. Hij zal werken in dienst van
de classis Amsterdam in het kader van
de Bazelse Zending.
Afrika betekent voor de Raad voor
dc Zending een geheel nieuwe missio
naire verantwoordelijkheid. Zij werkte
nooit eerder ln dit werelddeel, waar de
roonis-kathoüeke missie, de Evangeli
sche Kerk, de Franse Interkerkelijke
Hulpverlening cn vele andere zen-
dingsposten arbeid verrichtten. Het
Franse team (Cimade) in Dakar heeft
veel contacten met Moslims. Ds. en me
vrouw Petri zuilen bij hun werkzaam
heden in dit gebied, waar de Islam
sterk verbreid is, hulp van de Cimade
ontvangen.
De zending van de Kerk van Schot
land zal dokter H. Middelkoop en zuster
J. P de Schipper in Oost-Nigeria bij
staan. Deze beide zendingsarbeiders zul
len met een voor de Kerk nieuw pro-
jekt beginnen: het preventief-hygiëni-
sche werk in en buiten het ziekenhuis.
Consultatiebureaus en de opvoeding in
hygiëne zullen worden opgezet.
Noord-Ghana is een gebied, waarover
onderhandelingen gaande zijn met de
Presbyteriaanse Kerk van Ghana. Het
is de bedoeling van de Raad om twee
predikanten te zenden. Ds. J. Schip
per en ds. H. K. Jonkman zijn hier
voor beschikbaar. De laatste is predi
kant-directeur van het Zendingshuis.
Bij zijn aanstelling werd overeenge
komen dat hij 2Vi jaar op het zendings-
veld zou gaan werken om daarna het
directeurschap weer op zich te nemen.
Dr. I. H. Enklaar. tot voor kort hoog
leraar aan de theologische school te
Djakarta, is zijn vervanger.
Ook over het uitzenden van een arts
en een psychiater naar Ghana worden
besprekingen gevoerd.
Als laatste zendingsarbeider voor A-
frika werd de heer P. B. Dirksen,
theol. drs„ genoemd. De heer Dirksen
wordt als docent aan het seminarie van
de Evangelisch Koptische Kerk in Cai
ro verbonden. Hij zal zich daar in het
hart van een Islamitische samenle
ving bevinden.
Naar Nederlands Nieuw Guinea is on
langs ds. P. Bons uitgegaan, die op de
heenreis met zijn vrouw de Kerk van
Zuid-India bezocht om kennis te ma
ken met het leven in een zelfstandige
Kerk. Dr. Bons werkt nu in Sarmi. Ds.
E. Gijsbers, die aanvankelijk in Ne
derland zou blijven, keerde terug naar
Nieuw-Guinea, waar hij in Manokwa-
ri werkzaam is.
Ds. M. Vink nam de leiding van de
evangelistencursussen in Ransiki op
zich en ds. L. Flier gaat naar Fak-
Fak. De uitzending van deze predikan
ten geschiedt in samenwerking met de
zendingsraad der Vrij Evangelische
Gemeenten, waarvoor zij beiden in In
donesië arbeidden.
Als sociaal werker in dienst van de
zending vertrekt deze winter de heer
A. Gaikhorst, wika van „Kerk en We
reld" te Driebergen, naar Manokwari.
De Raad voor de Zending, die giste
ren op een persconferentie haar plan
nen bij monde van mr. S. C. Graaf
van Randwijck, dokter F. C. van der
Horst en ds. P. J. Mackaay (resp. alg.
mogelijk de resultaten van nog lopen
de onderhandelingen, voornamelijk met
Afrika, bekendmaken.
Een overzichtsfoto van de Vrou
wenzendingsdag in Utrecht,
tijdens het openingswoord van
mevrouw Gramberg-van der
Hoeven.
Duitse jeugd helpt
Britse kerkbouw
Veertien Duitse jongens, alle ge
schoolde arbeiders, en twee Duitse
meisjes, zijn gisteren begonnen aan de
bouw van de consistoriekamers van de
nieuwe cathedraal van Coventry.
De nieuwe cathedraal wordt ge
bouwd naast de ruïne van de oude.
die in de tweede wereldoorlog door
de Duitsers werd gebom^-'deerd. De
zestien jonge Duitsers zullen een half
jaar nodig hebben voor deze „operatie
verzoening", zoals de Duitse organisa
toren de actie noemen. Men is van
plan de consistoriekamers volgend jaar
juni in gebruik te stellen ter gelegen
heid van een internationaal jeugdcon-
gres.
Beroepinsswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Witmarsum (toez.): V
F E. Koster, vic. te Amstelveen; te Ol-
debroek: A. van Brummelen te Schoon-
rewoerd, die bedankte voor Bergam
bacht.
Bedankt voor GiesscndamNederhar-
dinxveld: J. van Wier te Putten.
Benoemd tot vic. te Groningen, Tiende
Beroepen te Monnikendam: M. var
der Heiden, kand. te Sassenheim.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Bedankt voor Rotterdam-Zuid-Pen'
drecht: A. Hofman te Zeist
Proefschrift van
internationale
betekenis
"IfOOR het eerst in de geschiede-
nis van een Nederlandse uni
versiteit is een theologisch proef
schrift gewijd aan de film. Ds. A.
Dronkers promoveerde vandaag te
Utrecht bij prof. dr. J. C. Hoeken
dijk tot doctor in de theologie na
verdediging van zijn proefschrift:
„De religieuze film, een terrein
verkenning". Dit is niet alleen een
nationale gebeurtenis, maar zelfs
internationaal van betekenis, want
het aantal publikaties aan dit on
derwerp gewijd is nog op de vin
gers te tellen.
Er is een Duitse dissertatie van G. Al-
brecht aan „Film und Verkündigung",
voorts een studie van H. Rück „Der
Film im Raum der evangelisc'nen Ge-
meinde", wat publikaties van Franse
katholieke theologen, van de Engelsman
M. Boyd. enkele Amerikaanse geschrif
ten. maar verder moet men het doen met
brochures, tijdschriftartikelen, ja zelfs
dagbladbeschouwingen. Terecht mag ds.
Dronkers dan ook spreken van een „ter
reinverkenning"; en met meer recht om
dat dit terrein als zodanig niet te over
zien is. maar inderdaad verkend moet
worden. In de halve eeuw. dat de film
bestaat heeft hij een oerwoud van pro
blemen doen opschieten. De chaos van
de moderne cultuur wordt nergens zo
manifest als op het gebied van de film.
dat zich als massacommunicatiemiddel
tot overmaat van ramp nog stevig in de
greep der commercie bevindt.
Advertentie)
Boeiend
Er is met recht alle aanleiding om
zich „theologisch" met de film bezig te
houden en dan speciaal, zoals ds. Dron
kers dat doet. met de religieuze film.
hoewel de grenzen hier niet nauwkeurig
zijn te trekken, want veel. dat zich als
..religieus" aandient, heeft met religie
niets te maken, waar gelukkig tegen
over staat, dat veel. wat niet „religieus"
bedoelt te zUn, van religie doortrokken
is. Maar daarmede zUn wfl reeds midden
In deze voortreffelijke en uiterst boeien
de dissertatie.
Na beschreven te hebben, hoe de film
zich in zijn korte bestaan reeds op
velerlei wijze met de religie heeit bezig
gehouden en de ontwakende aandacht
der kerken voor dit fenomeen getekend
te hebben, komt de jonge doctor tot het
eerste theologische probleem: de ver
houding van woord en beeld. Deze
eeuwenlange strijd wordt door de film
bijzonder geactualiseerd doordat hier
van bceld-beweglng sprake is. Zonder
een nadere filmologische verkenning is
het dan ook niet mogelijk theologisch
iets steekhoudends te zeggen
de wezensbepaling van het filmische
Daarna is het eerst mogelijk te spreken
over de mogelijkheden van de religieuze
t vers-femalen Zeeuwse tarwe)
PROEF TOCH EENS HOE LEKKER
«ls «invulling bij het ontbijt, de lunch, de soep enz.
J Sleehti 87 et. fe
Kritiek
Hoewel prof dr.
rich in ziin boek ..Wei
teer denigrerend over
Dit betekent niet dat Van der Leeuws
opvattingen kritiekloos worden aan
vaard: Integendeel voor een groot deel
worden zli helemaal niet aanvaard,
maar toch ls de dissertatie gesteld onder
Van der Leeuws uitspraak: „Het heilige
schuwt niet de realiteit, maar wel de na
tuurlijkheid".
„Het blijkt, dat juist de film de poten
tie tot het imaginaire heeft en het ,.ge-
lijkenis"-karakter van de verkondiging
benadert (vgl. Fellini en Bergman)
Uiteraard verstaat de film ook de kunst
de symbooltaal te spreken. Men begrijpt,
dat ds. Dronkers. die zozeer deze ele
menten beklemtoont, fel afwijzend staat
tegen de ..natuurlijkheidsjacht" van de
„religieuze" films van Cecil B. De Mille
c.s.
Uiteraard komt ook het filmisch
verbeeldbare aan de orde. Mer r.„.„.
waar het het verborgen handelen Gods
in de geschiedenis betreft en speciaal de
uitbeelding van de Christusfiguur.
Positief
Begrijpelijk wordt de film ook be
schouwd als modern massa-communica
tiemiddel. waarbij de beschouwingen
van de hoogleraren Kruyt en Kraemer
aan een kritische bespreking onderwor
pen worden.
AU evsngelismtlepredikmnt heeft ds.
Drongers (de man o.s. vsn de Volks
kerstzang) een bijzonder praktische re
latie met het massa-communicatiemiddel
als zodanig. Hij deelt de vrees der ge
noemde hoogleraren (onpersoonlijkheid,
vervlakking, enz.) dan ook niet, maar
ziet zeer zeker mogelijkheden voor een
positieve praktische aanpak.
Met name ln het filmpastoraat (de
voorlichting en kritische vorming waar
mee de film vanuit Evangelistis-.h stand
punt wordt begeleid, zoals bijv- ge-
Critisch Filmbulletin.
egen en Grenzendoor ds. Dronkers door onbekendheid
de film heeft uit-'niet vermeld in de wekelijkse film
besprekingen in onze bladen) en het
filmapostolaat nader toegespitst in de
filmevangelisatie, zoals deze o.a. ge
schiedt in Groningen door dr- S. H.
Spanjaard, in Leiden door dr. P. L.
Schoonheim, in Rotterdam bij de Po-
diumgesprekken (dr. K. J. Kraan) en iD
Den Haag door ds. P. Lugtigheid. Velt
praktische en principiële wenken wor
den door ds. Dronkers in dit hoofdstuk
gegeven. Zelf is hij reeds jaren in Utrecht
met de filmevangelisatie werkzaam.
Voorbeelden
Een hoofdstuk met enkele voorbeelden
van religieuze films besluit dit uitermate
actuele proefschift, dat op het terrein van
film en religie een schat van gegevens
aandraagt.
Uiteraard kan ook ds. Dronkers nog
niet bijster tevreden zijn met wat er
tot nu toe op dit gebied door de film ls
presteerd (enkele uitzonderingen: Gra
zige Welden" en „De Maagdenbron",
bijv.). Helaas ls er ook van kerkelijke
zUde maar bitter weinig inspiratie uit
gegaan. Misschien kan dit komen van
dc jonge zendingskerken.
Misschien is de westerse kerk wel
„vermoeid" en niet ln staat nieuwe we
gen te vinden voor de kerkelijke ver
kondiging- Hoe het ook zei, ds. Dronkers
toont in z|jn proefschrift aan, dat de
religieuze film noodzakelijk is. HU moet
Gelovend en vertrouwend besluit hij
zijn dissertatie met deze woorden:
Wij zijn nog altijd op zoek naar de
film, die een religieus thema behandelt
en waarvoor de eigen moderne tijd de
figuratie zou kunnen leveren. Aan welke
eisen deze film precies zal moeten vol
doen valt niet te zeggen. Zal een nieuwe
christelijke symbool-kunst ons hierbij
wellicht kunnen helpen, zal de aanvaar
ding van een stuk gcseculariseerdheid
van het leven daarvoor wezenlijk zijn?
Dit zou ook de geboorte van een nieuw
type religieuze film kunnen zijn. waar
voor echter ook een nieuwe avant-garde
van jonge filmers zal moeten aantreden,
voor wie de Bijbel tot een nieuwe bele
venis is geworden. Dat zij er zouden
zijn en in de kerk begrip vinden!
is het perspectief der hoop, waarmee dit
boek eindigen wil".
De dissertatie van dr. A. Dronkers Is
voor de handel verschenen bij Boeken
centrum te 's-Gravenhage. voorzien van
15 prachtige filmafbeeldingen. Bij onze
gelukwensen aan de jonge doctor wensen
•ij ook allen geluk, aan wie de religieuze
_.udie. i
ren is gewacht