Waakzaamheid is voor 1962 de boodschap Fiscus geeft straks 265 en neemt 135 miljoen Groeiende spanningen door stijgende expansie Feiten en verwachtingen la Ik M a Jlti te Meer Ambonezen naar gewone woonwijken Nieuwtjes uit de miljoenennota Onderwijsbegroting met hoogste eindcijfer Het voeren van een financieel- economisch beleid, dat nodig is om drie belangrijke doeleinden te be reiken hoge werkgelegenheid en produktie, prijsstabiliteit en een gunstige ontwikkeling van onze betalingsbalans zal in het ko mende jaar een moeilijke taak zijn. Minister Zijlstra zegt in de Miljoe nennota, dat de overheidsfinanciën daarbij een belangrijk, zo niet het belangrijkste instrument zijn. Maar ook alle andere ten dienste staan de middelen zullen zo nodig wor den gebruikt, opdat te grote span ningen in onze binnenlandse eco nomie worden vermeden het be houd van het externe evenwicht. Op die manier zullen de voorwaar den worden geschapen om verder te werken aan de verwezenlijking van de vele doelstellingen van niet- conjuncturele aard, waarvoor ons volk zich ziet geplaatst. Met zekere voldoening mag de minister constateren, dat de laatste jaren verheugende resultaten zijn bereikt wat betreft de bovenge noemde drie doeleinden van het beleid. Dat in het komende jaar grote moeilijkheden zullen moeten worden overwonnen maakt minis ter Zijlstra ons volk duidelijk. Naar- de expansie van onze economie zich voortzet, zo zegt hij, ontstaan spanningen, die waarschijnlijk nog in kracht zullen toenemen. Als ge volg van het volledig gebruik van ons produktie-ftpparaat kan het aanbod geen gelijke tred houden met de vraag, hetgeen zich weer spiegelt in langere levertijden en in een opwaartse druk op de prij zen, een snelle stijging van de in voer en een minder sterke groei van de uitvoer. Onder meer tengevolge van de afnemende produktiviteitsstijging en de voortdurende krapte op de arbeidsmarkt hebben zich thans weer ernstige spanningen ontwikkeld, die gelijkenis vertonen met de economische situatie van ons land in 1956, aan de vooravond van een recessie. Toch vallen er thans een aantal belangrijke verschillen aan te wijzen: De deviezenpositie en de financiën van de gemeenten zijn nu gezonder dan in 1956, terwijl maatregelen zijn getroffen om de gemeentefinanciën gezond te houden. Eerder dan in 1956 zijn thans conjuncturele maatregelen getroffen tot afremming van de bestedingen. De particuliere besparingen zijn aanzienlijk hoger dan in 1956. Zelfs kan op iets langere termijn weer enige ontspanning verwacht worden. De revaluatie zal namelijk naast het overige monetaire beleid en de maatregelen ten aanzien van de woning bouw in toenemende mate haar invloed doen gelden. Ook mag worden aan genomen, dat de te verwachten grotere toevloed van jonge arbeidskrachten als gevolg van de geboortepiek na de oorlog langzamerhand enige ontspan ning zal bi den. brengen op de arbeidsmarkt. Nochtans blijft waakzaamheid gebo- PRODUKTIE Hot hoge tempo, waarmee de produktie in 1959 en 1960 is gestegen, is Inmiddels sterk gedaald in verband met de uitputting van de capaciteit der produktiereserves en de invoering van de arbeidstijdverkorting. Het bruto nationale produkt zal dit jaar ongeveer met 3,5 pet. stijgen en de industriële produktie met maximaal 4 pet De arbeidsproduktiviteit gaat in 1961 per man-jaar met 1,5 k 2 pet. omhoog. De arbeidstijdverkorting in mindering gebracht zou dit toch nog een produktiviteitsstijging betekenen van circa 5 pet. Voor 1962 zal de uitbreiding van de produktie naar schatting 4 pet. bedra gen en daarmee achterblijven bij de toeneming van de bestedingen. Prijs- stijgende tendenties zullen zich steeds sterker doen gevoelen. Voor de indus trie wordt een produktietoeneming geraamd van 5 pet. en voor de landbouw van 3 pet. ARBEIDSMARKT In de eerste helft van 1961 werd een aantal werklozen bereikt van 35.000, een historisch minimum. Voor 1962 valt een voortduren, zo niet een vergro ting van de spanningen te verwachten. De arbeidsmarkt zal naar verwach ting zeer krap blijven. UITVOER De verwachte stijging van het exportvolume blijft in 1961, vooral door een onvoldoende produktiecapaciteit, beperkt tot ten hoogste 4 pet. Mede tengevolge van de revaluatie daalt in 1961 naar schatting de deviezenvoor raad met 1.2 miljard. Op het eind van het jaar vertegenwoordigt de devie zenvoorraad dan een invoerwaarde van 3,6 maanden. Het overeenkomstige cijfer van eind 1960 was 4.7 maanden. De ontwikkeling van de uitvoer zal ook in 1962 door het gebrek aan be schikbare produktiecapaciteit worden belemmerd. Geraamd wordt weer een volumcstijging van de goederenuitvoer van 4 pet. Door de groei van de binnenlandse bestedingen en de export blijft de in voer toenemen. Het dekkingspercentage van de handelsbalans daalde van 92 m 1959 tot 89 in 1960. Over januari en februari van dit jaar was dit cijfer 82. Het dalen van het dekkingspercentage van de invoer door de uitvoer beneden 85 wordt opgevat als een symptoom van een ongunstige ontwikke ling. De toeneming van onze uitvoer met 4 pet blijft beneden het stijgings percentage van het buitenland. Op grond van de toenemende vraag zou onze export met 7 pet. kunnen toenemen. De ruime afzetmogelijkheden in het binnenland houden dit echter tegen. LONEN De totale loonsom zal in 1961 per werknemer in de bedrijvensector met circa 5 pet. stijgen. Nog niet de helft hiervan vloeit voort uit mutaties In de regelingslonen. Ongeveer 3 pet. moet dan ook toegeschreven worden aan Incidentele loonstijgingen over dit jaar. Dit is heel wat meer dan het halve procent, dat hiervoor was gepland in het kader van de gedifferentieerde loonpolitiek. Ten opzichte van de toeneming van de arbeidsproduktiviteit van 1.5 a 2 pet. betekent dit een vrij grote toeneming van de arbeidskosten. Deze opwaartse druk op de binnenlandse prijzen wordt niet opgeheven door de daling van de invoerprijzen. De loonstijging van 1961 op 1962 in de bedrijvensector is op 6 pet. be- Ïroot, welk percentage als volgt is opgebouwd: doorwerking gedifferentieer- e loonvorming uit 1961 circa 0,7 pet.: herziening c.a.o.'s c.d. in 1962 gedif ferentieerde loonvorming 2,3 pet.; compensatie huurverhoging 1.2 pet.; inci dentele loonstijgingen 1,8 pet.; totaal 6 pet. In de eerste maanden van 1962 wordt ongeveer 75 pet. van de c.a.o.'s vernieuwd. De huurcompensatie is gebaseerd opeen huurverhoging van 10 tot 12 pet. Voor de gedifferentieerde loonvorming zou er dan nog ongeveer 2.5 pet. overblijven. Evenals voor 1961 geldt ook voor 1962, dat het loonaan- decl in het nationaal inkomen toeneemt en wel tot circa 70 pet. Deze voor de loontrekkers gunstige inkomensverdeling ontstaat door de stijging van de arbeidskosten, die slechts ten dele op de afnemers kan worden afgewenteld. Doordat het winstinkomen minder toenam dan het nationaal inkomen steeg ook in voorgaande jaren het werknemersaandeel, in 1960 tot 68,3 pet. en over 1961 tot 69,2 pet. CONSUMPTIE Tegenover de verwachte stijging van de nationale produktie met 3.5 pet. over 1961 staat een verwachte toeneming van de totale nation .le bestedin- 3cn met 5 pet. er. wel als volgt:5 pet. voor het gezinsverbmik. 7 pet. voor e bruto-investeringen in vaste activa van bedrijven. In het totale percenta ge is ook al rekening gehouden met een stijging van de overheidsinvoe- ringen met 9.5 pet. en 3 pet. meer overheidsverbruik. Voorts werd de toe neming van voorraden en onderhanden werk geschat op ruim 1.5 miljard. Hierdoor zullen de binnenlandse bestedingen over 1961 uitgedrukt in de prijzen van 1960 de produktie met ƒ660 miljoen overtreffen. In 1962 zullen de binnenlandse bestedingen de neiging blijven houden sterker toe te nemen dan het nationale produktievolume. De loonstijging wordt begroot op 6 pet. en de toeneming van het particulier verbruik op 4.5 pet. De prijsstijging van de particuliere consumptie zal naar raming 2 pet. belopen, waarvan een half procent komt voor rekening van de huurverho ging per 1 april a.s. Ook voor de overheidsbestedingen wordt een toene ming verwacht ln 1962 met 4,5 pet. Ut£osn4t5H s*7 teètiSai&t Va# ate ^-ry fry7 cceste«*-Divid( Omzet - Invoer- Accirzen Mohxrii-Zegel, req ^52? ooq hjioerbéi.engrordt i 2150 -225 889 igo J63 |TOl^AU<^TPR^^^NDE BELASTINGEN Cijfers in miljoenen guldens 3 Vfcrrrogëhïrcön*n.S3. mkorrish 1750 2525' 1925 **260 176 TOTAAL KIAS1NGEN ^KOMEN,W!NSIVERMOGEN P)E REGERING kondigt in de Miljoenennota 1962 een aantal fiscale maatregelen aan, die zowel belastingverlaging als (matige) belastingverhoging beogen. De minister en de staatssecretaris van financiën, prof. dr. J. Zijlstra en dr. W. H. van den Berge, hebben voor enkele van deze maatregelen vandaag reeds wetsvoorstellen bij de Tweede Kamer ingediend. Met de belastingverhoging (baten voor de schatkist 135 min. per jaar) willen zij de verhoging van de defensie-uitgaven financieren die noodzakelijk is geworden door het (met ingang van volgend jaar) wegvallen van de Amerikaanse militaire hulp. De defensiebegroting voor 1962 ligt met 2060 miljoen voor het eerst boven de 2 miljard. De belastingverhogende maatrege len zijn: a Invoering per 1 januari 1962 van een bijzonder invoerrecht op mine rale oliën (stook-, gas- en diesel olie, petroleum enz.; niet op benzine). Invoering op 1 januari 1963 van een blijvend tarief voor de ven nootschapsbelasting van 42—45 pet. Dit betekent, dat de beëindiging van de tijdelijke verhoging der vennoot schapsbelasting (zie punt 3) weer ge deeltelijk ongedaan wordt gemaakt. Het huidige tarief (4447 pet.) wordt namelijk niet, zoals aanvankelijk in het voornemen lag, met vier maar met twee punten verlaagd. Lasten defensie op bedrijfsleven De belastingver- lagende maatrege len omvatten het volgende: 1 Verlaging van I de loon- en in komstenbelas ting met ingang van 1 juli 1962. o Beëindiging van de tijde lijke verhoging de nootschapsbe lasting met in gang van 1 januari 1963 onder gelijktij dige definitieve regeling van de investeringsaf trek. Belastingver lichting voor de werkende ge huwde vrouw met ingang van 1 januari 1962. Hiervoor zal in het najaar een wetsvoorstel worden inge diend INVESTERINGEN BETALINGSBALANS Het tekort op de handelsbalans ten opzichte dit jaar de in- over 1962 is een l percentage genoemd 1960 zal dit jaar onge- Voor 1962 wordt ultvoerstijging wordt ,|i..JSi WM de betalingsbalans zal in 1962 450 miljoen gaan bedragen. De verslechte ring van de betalingsblans zal zich in aanzienlijk langzamer tempo gaan voltrekken dan tot nu toe. Dit zal vooral een gevolg zijn van de geringere voorraadvorming. SEDERT het jaar 1958, toen onze volkshuishouding zich herstelde van de recessie, die zich tegen het eind van 1957 voordeed, heeft het economisch leven van Nederland zich zonder onderbreking in op gaande lijn bewogen. Onze econo mie is innerlijk sterk, zo consta teert minister Zijlstra, maar toch zijn er tekenen, die tot waakzaam heid dwingen. Vooral wat betreft de bestedingen, die sneller oplopen dan onze produktie. Wij moeten voorkomen, dat zoals in 1956- 1957 het evenwicht wordt ver stoord, de achteruitgang in onze betalingsbalans te ver doorschiet en de prijzen onder een te grote druk komen te staan. Het rege ringsbeleid is erop gericht de toe neming van de rijksuitgaven relatief te doen achterblijven bij de structurele groei van het natio nale inkomen. Blijkens de rijksbe groting voor 1962 is minister Zijl stra in dit streven geslaagd: de totale staatsuitgaven belopen „maar" 25,7 procent van het natio nale inkomen tegen 28,7 procent dit jaar, althans volgens de ver moedelijke uitkomsten. Uiteraard zegt dit percentage niet veel ten opzichte van het uitgavencijfer als zodanig. Dat wordt voor volgend jaar op niet minder dan 11.160 miljoen begroot tegen een bedrag van 9.957 miljoen op de ontwerp begroting voor 1961. Maar hierbij moet dan weer worden aangete kend, dat de wérkelijke uitgaven voor 1961 naar verwachting heel wat hoger zullen zijn, namelijk 11.688 miljoen, dus nog een half miljoen hoger dan zij voor 1962 worden geraamd! Hoe het zij: door middel van de rijks financiën wil de regering een zodanige invloed uitoefenen op de nationale beste dingen dat deze in overeenstemming zijn met de werkelijke produktiemoge- lijkheden. Dat is dus een kwestie van conjunctuurpolitiek. Daarnaast is er het structurele beleid en in dit vlak ligt het regeringsstreven naar verlaging van de belastingdruk, vooral in de persoonlijke HET TEKORT Wit nu de rijksbegroting zelf betreft: zij sluit met een tekort van 275 mil joen. De gewone dienst levert een over schot op van 1433 miljoen (nl. 10520 miljoen aan middelen en 9087 miljoen aan uitgaven), terwijl de buitengewone dienst een negatief saldo vertoont van 1708 miljoen, t.w. 2073 miljoen aan Produktie blijft achter bij bestedingen uitgaven en 365 miljoen aan inkomen. Bij de opstelling der begroting is geen rekening gehouden met een be drag van 16 miljoen in verband met de voorgestelde wegenfinancieringswet en met 6 miljoen voor de premie ker kenbouw. Hierover zullen binnenkort wetsontwerpen bij de Tweede Kamer worden ingediend. Voor de financiering van het tekort van 275 miljoen zal minister Zijlstra geen beroep op de open kapitaalmarkt behoeven te doen: hij verwacht, dat de stortingen op de voorinschrijfrekeningen in 1962 het voor dekking nodige bedrag in niet onbelang rijke mate zullen overschrijden. PRIORITEITEN Dat de bewindsman van financiën in deze Miljoenennota terugkomt op de kwestie van de prioriteiten ligt voor de hand. Hij verklaart nog eens. dat hier uitgavenverhoging en belastingverlaging op één lijn moeten worden gesteld en dat de bepaling van de prioriteiten pri- ikr Als nu deze twee posten in mindering worden gebracht op het totaal van de uitgaven, dan blijkt de norm van 300 miljoen met 145 miljoen te worden overschreden. Bovendien moet het na delige saldo van het Landbouw-Egalisa- tiefonds voor 1962 hoger worden ge raamd dan eerst werd gedacht als ge volg van de inwilliging van door de Tweede Kamer gestelde eisen. Ook zul len de woningbouwsubsidies na het de bat over het woningbouwbeleid in de Tweede Kamer minder dalen dan werd verondersteld, terwijl andere oorzaken van de overschrijding moeten worden gezocht in de revaluatie, de wereld marktprijzen en de opwaartse druk op mair het afbak vraagt islissingen zullen moeten worden opgenomen. Daardoor krijgen de Staten- Generaal meer dan voorheen do mo gelijkheid aandacht te schenken aan de keuzefunctie. In de Miljoenennota is het frioriteitenlijstje „bijgewerkt". Over de aren 1961, 1962 en 1963 ivoor dit jaar zijn de vermoedelijke uitkomsten opge nomen) wordt daarop wegens militaire (kas)uitgaven vermeld resp. 1942, 2061 en 2136 miljoen. De cijfers voor cultuur technische werken zijn voor genoemde jaren 118. 120 en 120 miljoen, die voor Nieuw-Guinea 94. 104 en 114 miljoen, die voor het wetenschappelijk onderwijs 137, 150 en 150 miljoen, die voor het regiona le ontwikkelingsbeleid (probleemgebie den en industriekernen) 47, 68 en 73 miljoen, voor verkeer en waterstaat 968. 1010 en 1091 miljoen en voor de civiele verdediging resp. 58. 65 en 75 miljoen. EEN NORM Met als uitgangspunt het prioriteiten lijstje mogen de rijksuitgaven jaarlijks met rond 300 miljoen oencmen cn de vraag Is nu dus maar, of de minister van financiën met dat bedrag ook voor het volgend jaar toekomt. Als er geen bijzondere oorzaken waren tot afwijking van deze norm zou het gaan. maar er zijn wel degelijk bijzondere oorzaken. Daar is allereerst de verhoging van het defensieplafond wegens het aflopen van Amerikaanse hulp met 135 miljoen. En een andere belangrijke post betreft een stelpost van ƒ200 miljoen voor salarisverhoging van de ambtena ren. Deze post, zo wordt daarbij uit drukkelijk vermeld, heeft ook betrek king op de compensatie van de voorge nomen huurverhoging per 1 april 1962, maar mag niet worden gezien ais aanwijzing omtrent de hoogte van eventuele salarisherziening. JAAR LATER De verlaging van de loon- en inkom stenbelasting per 1 juli a.s. zal voor 1962 een vermindering van de belas tingopbrengst van 215 miljoen tot ge volg hebben. Zoals bekend keurden de Staten-Generaal deze verlaging reeds goed, maar de regering kon aan haar voornemen om ze op 1 juli jl. in te voe ren, geen uitvoering geven in verband met de conjuncturele situatie. Aan het conjuncturele aspect wil de regering echter slechts een betrekkelijke, geen absolute waarde toekennen in die zin, ze de ingangsdatum niet uitsluitend de conjunctuur wil laten afhangen. Vandaar dat ze nu een definitieve da tum heeft vastgesteld. Aan de voorwaarde dat het Invoe ringstijdstip op een conjunctureel zo gunstig mogelijk tijdstip moet vallen, voldoet naar haar mening 1 juli 1962 veel beter dan 1 januari a.s., omdat op laatstgenoemde datum b.v. vele nieuwe c.a.o.'s van kracht worden. Met de laging van de loon- en inkomstenbelas ting is per jaar een bedrag van 525 miljoen gemoeid (het aandeel van het Gemeente- en Provinciefonds bulten be schouwing gelaten). OP 1 JANUARI A.S. Wat de beëindiging van de tijdelijke verhoging van de vennootschapsbelas ting betreft: steeds heeft de regering gesteld, dat deze maatregel in rangor de komt na de belastingverlaging naar het inkomen. Nu voor deze verlaging een datum is vastgelegd achten de be windsheden van financiën ook voor de vennootschapsbelasting een definitieve afdoening van zaken gewenst, waardoor tevens voor de investeringsaftrek een „klare toestand wordt geschapen". De datum, waarop de tijdelijke verhoging van de vennootschapsbelasting wordt beëindigd en de definitieve verlaging van de investeringsaftrek (tot tweemaal 5 pet.) intreedt, is daarom vastgesteld op 1 januari 1963, dus een half jaar na de inwerkingtreding van de verlaging der loon- en inkomstenbelasting. VERHOGING De regering is tot de slotsom geko men, dat de dekking der verhoogde de fensie-uitgaven door belastingverhoging gelijk over de directe en de indirecte Voor aanvullende werken minder uitgetrokken TT ET HOOFDSTUK sociale za- ken van de Rijksbegroting vermeldt het voornemen van de regering in 1962 achthonderd ver huizingen tot stand te brengen uit de woonoorden voor Ambonezen naar gewone woonwijken. Deze aanpassing aan het Nederlandse leven wordt noodzakelijk geacht, willen de Ambonezen zich hier op den duur thuis gaan voelen. De verhuizingen zijn reeds begonnen Deze gang van zaken zal tot ver dere uitdunning en sluiting van de woonoorden kunnen leiden. Ten behoeve van aanvullende werken in 1962 is 6 miljoen minder uitgetrok ken dan op de begroting 1961. ondanks de hogere gemiddelde subsidiekosten per z.g. manweek. Dit besluit houdt ver band met het feit. dat kortgeleden de regering heeft besloten geen verdere ont ginningen van woeste grond tot land bouwgrond ter hand te nemen. Meer na- Meer gerinkel komt in de beurzen: volgend jaar zal namelijk de Rijksmunt behalve diverse soorten pasmunt vijf miljoen zilveren rijksdaalders slaan. >1 ln Kir r BJMra Int vvrllswaar meer belasting, maar moet dit doen met te weinig ambtenaren. Zijn uitgaven blijven door het personeelstekort dit Jaar bene den de raming. HIJ verwacht, dat ln 1962 het aantal vaeatnres tengevolge van wervingsacties zal teruglopen. Voor meer veiligheid in het hele land zorgt de rijkspolitie, als de plan nen voor de mechanisering van de landdienst worden uitgevoerd. Men zal meer motorvoertuigen en verbindings- materieel aanschaffen Daarbij zal door middel van Intensieve wervingsacties een beroep worden gedaan op de jeugd Ook volgend jaar zullen de gevan genen rekening mogen houden met een tekort aan bewakend personeel. Voor hen Is dit misschien prettig; voor mi nister Beerman allermlst. Voor de reclassering cn dc voorlich ting in strafzaken is op de begroting var 1962 drie ton meer uitgetrokken. De gesubsidieerde rcclasseringsinstellingen hebben méér ambtenaren nodig om te voldoen aan de toenemende vraag van de rechterlijke macht naar voorlichtings rapporten. Ook voor de nazorg lijk van 70,5 tot 80,8 miljoen. Het toe nemend aantal kinderen in ons land is daarvan helaas niet de oorzaak. Dc civiele verdediging vraagt In 1962 een bedrag van 65 miljoen gulden. Dit bedrag dient tot uitvoering van het vierjarenplan, dat hiervoor is opgesteld. standsbank heeft de staat dit jaar voor 4.9 miljoen deelgenomen. Tegenover deze deelneming staat een gelijk be drag als opbrengst van de verkoop van aandelen N.M.B. Tussen 1961 en 1963 ontvangt de In dustrie uit de schatkist vijftien miljoen ruiden om deel te kunnen nemen ln het atoomonderzoek. Het rijk wil de industrie zodoende in staat stellen de achterstand op dit gebied in te lopen. In 1962 zal dc industrie van het totaalbedrag zes mil joen gulden ontvangen. De leus „Naar de duinen, naar dc bossen" wordt ook door de regering aangeheven. Omdat veel Nederlanders zich gaarne in de staatsbossen ontspan nen, wordt op de begroting in de ru briek bosbouw een hoger bedrag uitge trokken. Met het geld worden wegen en rijwielpaden door, en kampeercentra en picknickplaatsen in de bossen aangelegd. Nog steeds is er oorlogsschade te herstellen. Voor het herstel van oorlogs schade aan onroerende goederen en schepen Is ln 1962 met inbegrip van de zoutschade 22 miljoen nodig. Dit jaar betaalde de overheid aan zoutschade. veroorzaakt door de stormramp van 1953. alleen al 14.8 miljoen. Daarnaast blijven de periodieke betalingen aan oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden een belangrijke begrotingspost. Lager bedrag melkgarantie Voor landbouw, tuinbouw cn veeteelt wordt voor 1961 een totaal definitief te kort in het Landbouw-Egalisatiefonds vermeld van ƒ385,1 miljoen. Voor 1962 heeft de minister van landbouw kans gezien dit bedrag met ongeveer ƒ65 miljoen te drukken tot een tekort van 320,8 miljoen. Deze verlaging is ver kregen door dc subsidie op de melk te rug te brengen van 316 miljoen over dit jaar tot slechts 258 miljoen over 1962. De voedergranen en de suiker van 1.5 op 0,8 miljoen. Het bedrag uit getrokken ter ondersteuning van de var- kensmarkt is gehandhaafd op 10 mil joen. De bedragen over 1961 zijn de ver moedelijke uitkomsten en dus niet de oorspronkelijk vastgestelde ramingen, die over het algemeen lager waren zo als voedergranen en fabrieksaardappe len 60 miljoen en voor melk slechts 230 miljoen. Dat voor de melk de raming over 1961 van 230 miljoen is uitgelopen tot 316 miljoen moet voor een deel wor den toegeschreven aan de ongunstige prijsgevolgen van de revaluatie voor on ze export van zuivelprodukten. Voor de sector sociale verzekeringen zijn dc overheidsuitgaven voor 1962 met* 10 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van het feit, dat het aan tal uitkerlngsgevallen voor invalidlteits- rente is toegenomen, de kinderbijslagen aan invaliditeitsrentetrekkers zijn ver hoogd, evenals het premieloon inzake de Werkloosheidswet. Bovendien gaat er 6 miljoen extra naar de ziekenfondsen als bijdrage in de kosten van verpleging en om de ho gere kosten van de bejaarde-verzekerde op te vangen. De totale post voor sociale zekerheid is voor 1962 begroot op 619,6 miljoen. belastingen moet worden verdeeld om dat anders de verhouding tussen beide sectoren wordt verstoord. Besloten i benodigde 135 miljoen extra voor fensie" voor 65 miljoen uit een verho. ging van de indirecte en voor 70 mil. joen uit een verhoging van de directe belastingen te halen. Wat de indirecte belasting betreft: een bijzondere belasting op minerale oliën acht de regering nog het minst be zwaarlijk, o.m. omdat het hier om pro- dukten gaat die in ons land toch wel zeer zijn ontzien. In het wetsontwerp is een zekere tariefsdifferentiatie aange bracht. Deze bestaat hierin, dat voor petroleum 1,40 per honderd liter, voor gasolie 1,10 per honderd liter en voor stookolie, smeerolie en andere minerale oliën 0,70 per 100 kg aan bijzondere invoerrecht zal worden geheven. Om de gevolgen van deze maatregel voor de particuliere consument zoveel mogelijk te beperken, Is ln het wets voorstel een vrijstelling opgenomen voor olie, die voor verwarming en verlich ting in huls wordt gebruikt. COMPLICATIE In de sector van de directe belastin- gen zag de regering maar één moge- lijkheid voor belastingverhoging: matige verhoging van het blijvend rief van de vennootschapsbelasting, welk tarief zal worden ingevoerd bij de beëindiging (op 1 januari 1963) van de thans nog geldende tijdelijke verhoging. Voor het jaar 1962 doet zich echter een bijzondere complicatie voor. Ook in '62 moet in de extra-defensie-uitgaven worden voorzien. Om conjuncturele re denen ligt, zoals bekend, voor dat jaar het tarief van de vennootschapsbelasting al vier punten hoger dan het tarief van 40-43 pet., terwijl naar dit laatste ta rief pas met ingang van 1963 zou i den teruggekeerd. Eigenlijk zou de voorgenomen belas tingverzwaring ten behoeve van de ver hoogde defensie-uitgaven voor 1962 dan ook hebben moeten lelden tot een ver dere verhoging van het tarief van 44- 47 pet. maar dat willen de minister en de staatssecretaris niet. Zij hebben daarom besloten in het benodigde be drag van 70 miljoen te voorzien door van de vier „conjucturele" tarief spun- ten van 1962 er twee aan te wenden de dekking van de defensic-uitga- 1 44-47 pet. blijft ge- DEFENSIE Behalve het wegvallen van de Ame rikaanse militaire hulp heeft, volgens de Miloenennota, ook de verscherpte in ternationale situatie de regering ertoe geleid de afspraken over de defensie- u>tgayen in de jaren 1961 tot en met 1963 te herzien. Voor het lopende jaar 1961 werd de grens van de militaire kasuitgaven met 150 miljoen hoogd. Het begrotingsplafond van defensie voor de jaren 1962 en 1963 wordt (rekening houdende met een bedrag v 76 miljoen voor salaris- en pensioen maatregelen na 1959) 2061 miljoen. In 1962 zullen de kasuitgaven waar schijnlijk gelijk zijn aan het plafondbe drag. In 1963 zal naar verwachting een bedrag van 75 miljoen meer worden besteed, waardoor de kasuitgaven zullen stijgen tot 2136 miljoen. De nota geeft een beknopte opsom ming van de belangrijkste taken dit komend op het terrein van de de fensie zullen moeten worden verricht Bij de Kon. Landmacht zal worden voorgegaan met de mechanisering en motorisering van de divisies. In de be- groting-'62 is voorzien in de bestelling van het hiervoor benodigde mater' lichte tanks, gepantserde person voertuigen en gemechaniseerde artille rie. Verder zullen nieuwe handvuurwa pens en terugstootloze antitankwapens worden aangeschaft (met de nodige mu nitie). Bij de Kon. Luchtmacht zul len nieuwe vliegtuigen en geleide pens worden ingevoerd. DE MARINE De Kon. Marine gaat door met de aanbouw en de modernisering van de vloot. Met de „verwapening" van één der belde kruisers (bouw van raketin stallaties) zal volgend jaar een begin worden gemaakt. Besloten Is echter dc destijds voorgenomen verwapening van de tweede kruiser niet uit te voeren. De aanbouw van een tanker-voorraad- schlp zal nog dit jaar worden aanbe steed. De bouw van twee conventionele onderzeeboten zal worden versneld. Verder zullen de eerste orders voor de aanbouw van vier fregatten worden geplaatst. Daarvoor is in de begroting 20 miljoen opgenomen. Ten slotte zal door vergroting van het aantal helikop ters de onderzeebootbestrijdingscapaci- teit van dit vliegkampschip worden ver groot. Het totale aandeel van „defensie" in het nationale inkomen bedraagt voor 1962 4.T pet. tegen 4,6 pet. in 1961 en 4.3 pet. in 1960. diëring van het middenstandsenderwijs. Hiervoor is op de begroting een miljoen gulden uitgetrokken. Hoewel het aantal kweekscholieren het aantal piloten-in-op- gulden uitgetrokken voor de pilotenoplei- ding en ƒ34 miljoen voor het kweek- schoolonderwijs. De stijging van de uitgaven voor wetenschappelijk onderwijs in 1962 met bijna 59 miljoen tot een totaalbedrag a ƒ312.4 miljoen is grotendeels toe schrijven aan een belangrijke verhoging van de materiële en personele lasten van de universiteiten en hogescholen, als ge volg van het toenemend aantal studen* ten. Kunstsubsidies vragen twee miljoen meer TT ET is minister Cals gelukt! Geen andere begroting toont een hoger eindcijfer dan de onder wijsbegroting. Met een totaal- ifimiCT bedrag van ƒ2.261 miljoen over- K-IJlNol treft de bcffrotin? van o lr on Aan kunstsubsidies zal in j- e 5 lulden meur worden „It- die van defensie. Dat het wel gegeven dan in 1961. Om het tempo, eens zover moest komen wordt aar,i5 £et £e^s,tei van de door ®o«"logs- duidelijk b« het zien van de ■jn-uraentea pu.o stijging van de uitgaven voor het onderwijs. In de periode 1958/1962 bedraagt deze 114 procent, terwijl het nationale inkomen in deze periode slechts met 33 procent toeneemt. In het hoofdstuk lager onderwijs (f 993,7 miljoen) is onder meer be grepen rond 537 miljoen voor de sa larissen van de ruim 53000 leerkrach ten bij het gewoon-, voortgezet en uitgebreid lager onderwijs. Ruim 108 miljoen gulden gaat naar de gesub sidieerde kleuterscholen, die door heeft, te versnellen, is ook voor" deze post twee miljoen meer uitgetrokken. Voor dc aankoop van natuurreservaten is een miljoen meer geraamd. Ten behoeve van radio en televisie is voor 1962 ruim acht miljoen méér uitge trokken, namelijk 2.4 miljoen minder voor de radio en 10.7 miljoen meer voor de televisie. De verlaging van de bijdra ge aan de radio-omroep is een gevolg I960 ingevoerde systeem van u-~-: het luister vooruitbetaling geld. waardoor malige verruiming 190 1961 de opbrengst der mange verruiming van de opbreng- luisterbijdrage mogelijk is geworde 1«Ee,nitfaven voordc televisie zijn voor 1962 3.5 miljoen lager geraamd dan de netto-opbrengst van dc middelen. geveer 400000 kleuters'worden be- fe^en;,dl' zocht. Voor het bviteneewoon lager mnéU ,e onderwijs ts bijna f 53 miljoen nodig, begroting voor 1962 prijken radio, tv en De regering heeft zich voorgenomen in pers met een totaalbedrag van 72 7 962 een begin te maken met de «ubsi- I miljoen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 6