MM
DOEN ALSOF
maakte de studenten weerbaar
WAAROM? DAAROM
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961
In een uniek en kostelijk boek
DE geschiedenis toont aan,
dat Christoph Bernhard
vrijheer van Galen, bij
genaamd Bommenberend,
aartsbisschop van Munster
rond het midden van de
zeventiende eeuw, in feite
maar dan beslist buiten zijn
wil de Nederlandse stu
dent voor alle tijden weer
baar heeft gemaakt, en dit is
wel het enige goede wat de
Republiek later van hem kon
vertellen. Want voor het
overige heeft deze bisschop,
een zeer ambitieus heer, onze
voorvaderen niet anders dan
verdriet en narigheid be
zorgd.
Hij stond met hen op een niet
al te beste voet en toen de Repu
bliek in 1665 tengevolge van weer
«en oorlog met Engeland zwaar
in de moeilijkheden zat, zag hij
zijn kans schoon om die oude ve
te voor eens en altijd uit de we
reld te helpen. Betaald door En
geland trok hij met zijn leger Gel
derland binnen. De tegenstand,
die hij ondervond, was nu niet
bepaald al te heftig en daarom
besloot hij verder op te rukken
naar het Noorden. Op 7 oktober
viel de schans bij Winschoten in
zijn handen. In Groningen brak
een ware paniek uit. Wat zouden
zij moeten doen indien Bommen
berend de stad zou aanvallen?
Zes zwakke compagnieën slechts
konden zij tegen een overmacht
in het veld brengen.
Geschiedenis der sludeniencompagnieën
Te wapen
en geheel vreemd aan alles wat
den oorlog betreft zag men wei
nige maanden later op het slag
veld eene dapperheid ten toon
spreiden, waai
gevoelen moet'
Geschriften
woord om met
afscheid te nem
kelingen, dezelven op hunnen togt
eerbied aanbevelende aan de hoede des
Almagtlgen, den God der Leger
scharen". Voor het front van de
troep wordt dan de standaard
onthult, die de rector uit naam
van een vijftigtal Utrechtse Jonk
vrouwen aan de compagnie had
verleend.
Wenken
De samenstellers van het boek
vrijwel allen studenten heb
ben gebruik gemaakt van de dag
boeken en brieven, die de tand
des tijds hebben overleefd. Dag
boeken en brieven van studenten-
vrijwilligers, die vochten tegen
de Munstersen, tegen de Fransen,
tegen de Belgen. Hun wijze van
zeggen is speels en geheel over-
cenkomstig hun status van stu- j^ên
dent.
J. R. Burlage een Utrechtse
vrijwillig lancier, die met het le
ger ten strijde trok in de Tien
daagse Veldtocht laat zijn ouders
weten: „Toen wij te Berghen in
Bataille stonden en de eerste ko
gels begonnen te snorren, toen
zeide mijn nevenman, een Hollan-
der mij ronduit in vertrouwen
dat hg rich zoo verheugde naast hc, „p hml veldtïchto
Hierop treedt sergeant F. van
Oordt naar voren om de gevoe
lens van de compagnie te vertol-
het volgende gedicht:
..Wij voelen. Ed'le Maagden-
rei De reinste dankbaarheid
Wij allen voelen de waardij Der
ei£t. voor ons bereid Wij voelen
't. dat ons Vaderland Voor geen
gevaar bezwijkt Want welk een
Jong'ling houdt geen stand Wan
neer hem door een Maagdenhand
De kroon wordt uitgereikt?"
De studenten-vrijwilligers heeft
Niet alleen qua inhoud Is
„Weerbaar en student" een
uniek, kostbaar en vooral
kostelijk boek geworden. Dank
zij de bemoeiingen van stu-
dent-typograaf Harry Geelcn
werd het ook, wat het uiterlijk
betreft een boek. dat op vele
pagina's ware vondsten laat
zien. Heel komisch werken
ook de illustraties (vooral de
cartoons van Geelen) cn de
vaak humoristische citaten,
die op de Studentenweerbaar
heden van toepassing zijn ge
bracht. Bij de uitvoerige be
spreking op deze pagina zijn
enkele van die tekeningen af
gedrukt. Hierboven: de rijden
de schietschijf en in de tweede
kolom eerst een weerbaar-
heidsman met het wat timide
embleem van de Uitgeverij De
Ram en daaronder een varia
tie op dit thema, waarbij de
Ram zelfs (zeer toepasselijk
overigens) als rijdier werd
gebrnikt.
„Ik ben wel in Australië ge
boren, maar in W'ien-Neustadt
opgegroeid. Als kind was ik
rijk, teer en vol illusies en
fantasieën. Toen ik elf jaar
was, had ik uitsluitend God
lief en wilde in een klooster
gaan, maar toen ik twaalf
was, schreef ik mijn eerste
gedicht en dat gaf me zoveel
vreugde, dat ik het schrijven
niet meer kon laten. Op mijn
zestiende zat ik de hele dag
op een kantoor en 's avonds
in bed las ik Karl Marx en
Rilkc. De eerste begreep ik
niet, de tweede wekte in mij
de wens aan tering te sterven.
Maar ik was dik en blozend."
Met deze nuchtere woorden
beschrijft Jeannie Ebner (geb.
1918) haar eigen jeugd, maar
die heeft ook een andere kant,
een van puberteitsdromen, van
angst en verrukking— die vinden
schiep: incarnatie van goddelijke
harmonie, zuivere spiegel van
de eeuwige geest". Ze wil haar
droomwereld feitelijk niet veria- I
ten. is bang voor de volwassen- 1
heid en aan de andere kant
dringt de realiteit op haar aan en I
zou ze wakker willen worden. I
Ze wil haar Jeugd begrijpen.
kan de poort met vin- I
geel
JEANNIE EBNER
WUdnis *früher8 Sommer.' I)(De langzaam wegebbende jeugd, de
eerste Sic warten auf Antwort belichaming
werd hier reeds besproken). sche droom.
roman Die
•n, die toegang tot het verleden
ieft.
Gerijpte vrouw
Naast de Pin-figuur zien we
Maria, de gerijpte vrouw, die I
in zekere zin een vrede met de I
werkelijkheid heeft gesloten. Bei-
de vrouwen hebben met dezelf- I
de man, Lucian, contact gehad; I
Pin zag haar achterneef Lucian,
toen ze een kind van zes jaar I
was en hij met haar speelde, en I
tier Jaar later weer, toen hij op
de buitenplaats van de familie
haar ontmoette, half kind, half I
een ontwakende jonge vrouw. I
Met alle onstuimigheid van een
iong meisje kust ze hem, pro- I
beert zich even aan het leven I
over te geven zonder veiligheids-
Maria,
Een jong meisje,
wordt in een inter
voed, maar. geïntroverteerd ty-
pe als ze is, gaat de tastbare
werkelijkheid grotendeels langs
haar heen. Een lichtend figuur
tje, dat als een elf voor haar
wegzweeft en dat ze
noemt, is symbool
na. gerond, nuchter, vol Ironie brugbarc kloot torsen de inner-
utroverfeerd ty- over de collectieve hysteric, die waarheid en de werkelijk.
het^mTiIjTspensiona*aTva"ak heid en leert begrijpen, dat ze I
zich heen ziet cn vol spot onvermijdelijk tot de werkelijk-
zijn; ik vroeg hem de
den waarom? Wel Mijnheer, als
Gij komt te vallen, dan ben ik
het eerst in de gelegenheid, om
dat kleine horlogietje te krijgen:
Maar toen de nood het hoogst
was. kwam de redding. De Gro
ningse studenten liepen te wa
pen. Zij wenden zich tot de rec-
tor-magnificus en vertelden hem.
dat zij bereid waren staat en kerk
tegen de vijand te verdedigen. De
itaten waren enthousiast over zo
veel vaderlandsliefde en zij ver
zochten de senaat officieren te
benoemen.
ïen van die officieren
zijn voor het nageslacht bewaard
gebleven. Het waren Johan van
Bergen uit Berlijn, die kapitein
werd, Edo van Wad werden uit
Maastricht, aan wie het luite- --
nantsschap werd opgedragen, de Men kan zich daarvan overtuigen
Groninger Boudewijn Tamminga, door het lezen van „Weerbaar
tegelijk zag een ander
hoofd tot de voeten na
uniform zoo terzijde zonder te
spreke met een paar begeri
ge ogfti, die mij zijn doel ver
rieden. als ik mocht komen te
sneuvelen".
Nu was Burlage direct in dienst
getreden zonder de vorming
studentencompagni
enlgingen, die nadien aan zes uni
versiteiten/hogescholen zijn op
gericht en nu nog In het Neder
landse leven een functie vervullen
en een rol spelen.
Over vier jaar bestaan zij drie
En drie eeuwen studen-
studentcnM eerbaarheden bij
uitgeverij De Ram. Amsterdam,
Is uitgegeven.
wachten, in welk milieu deze ge-
poët zich vermoedeli
i hebben thuisgevoeld.
Banden
In tegenstelling tot Burlage viel
het de compagnie studenten veel
moeilijker, aan hun nieuwe mili
taire status te wennen, aangezien
de banden* met het studentenle
ven natuurlijk allerminst waren
afgesneden. De Jager Pieter Jacob
weerbaarhcldsvereniylnyen zïjk"
schrijft althans reeds de eerste
dag na hun aankomst te Gorin-
chem (op weg naar het Zuiden):
..Aldaar twee aan twee ingekwar
tierd. kwam ik met een tamelijk
goede kennis bij een juffrouw, ge
naamd de wed. Van Renesse, al
waar wij met de meeste harte
lijkheid werden ontvangen en
dadelijk op biefstuk met aardap-
„jpC. pelen en een goed glas wijn wer.
F. Pahud de Mortanges in het n°^ |e Béurs "en "vZo?.
naam koffiehuis en sociëteit, wel
ke voor ieder openstond.
De Jongh was aldaar recht in
zijn noppen, beklom meermalen
een stoel en stelde verscheidene
toasten in, tot zoolang wij een
wenk kregen van den kapitein, die
gaarne zag, dat wij tegen de vol-
Uüuaucu. gp, u.c i.tccbtcu u. ««£«1 biï. de »>and
door henzelf ontworpen uniformen ik beklom daarna een
stoel, en sprak mijn makkers als
aan, maar zeide, dat
wij eigenlijk geen studenten meer
zijnde, maar eenvoudig militai
ren, als zoodanig aan onze pligt
indagtig moesten zijn en zorgen
dat wij desnoods
gaat het. ter verdediging van
het Lieve Vaderland
den volgenden mor-
in gen konden toesnel-
fonds. Uniformen zijn duur. De i„n rjadpliik daaron
Hun werd op het hart gedrukt, ,lllH„.„„.„rh„rtrde„ rek.- £5
goede wenken ontbroken.
De Utrechtse senaat geeft een
brochure uit met medische wen
ken ten aanzien van de krijgs
dienst en „beveelt elk zijner jeug
dige vrienden aan. te trachten,
die kalmte en bedaardheid van
geest te krijgen, die elk gevaar
vermindert en het kenteeken is
van waren heldenmoed. Waar die
kalmte berust op echt godsdien
stig gevoel, daar geeft zij eene
zielskracht, die tot ons oorspron-
af te kellik volkskarakter behoort.
de conventionele wijze heid moet komen. Steun onder-
Ml denken, waar de bakvissen vindt ze daarbij uit een blauw I
Philine n'et boven uit kunnen komen. j°fk' da' *f toevallig vindt en
r Mnria paif ïk in het nrnres van dat een uitvoerige familiekro-
noemt, is symbool vkn h.ar v.n h.ïr eiï" niek v.» d. Aboukn. b.y.L De-
Ik. „Waar ben ik!" (de vraag, misstap komt in verichil-
t— -] waarmee Doornroosje ontwaak. 1,nde generaties van de familie
te). En sterteer en schokkender voor Bestaat er dan een herha. I
Inog: „Wat ben ik!". Menigmaal lingadwang! „De geesten der I
voelt ze zich oneindig verlaten, voorvaderen hadden de levenden
afgekoppeld als een oude wagon ««dwongen, om de eigen onver-
die nergens aansluiting heeft joend verjaarde misdaden tel
I en op een zijspoor is neergezet, herhalen, door de kracht van
I waar de dwarsliggers en de onveranderlijk opgelegde.
rails onder het hoge onkruid ver- dat men tegenwoordig erfmassa I
I borgen zijn. Of ze voelt zich als n°emL P°or .er*f,onde- *e
circusartiste: moet ze zonder vraagt zich af: Wat vermag de
veiligheidsnet zich
L-t lev
Johann Westendorp
Himm (Westfalen) en Johan Tor-
nan uit Berlijn, die lanspassaten
TOden.
„Ter eeuwige herinnering
uw daad", zo lieten de
weten, „zullen we te uwer t
vaandel laten maken". En de hoog-
meerStL,^"tJi':l!h,,T.e.™°!?aeliJk vïïhef? Waneer desniettemin
eenig lijden der borst, of van
andere ingewanden zich ont
wikkelt, dan zorge de krijgsman,
dat hij door zeer strenge dieet
die ontwikkeling tegenga. Hoogst-
gewigtig blijft eene goede regel
matige huiduitwaseming. Is ech
ter die uitwaseming gestoord,
dan zal dezelve hersteld kunnen
worden door het drinken van ge
wone, of vlier, of kamillethee,
waarbij eene zeer kleine hoeveel
heid genever, brandewijn of rum
kan worden gevoegd. Aanbeve
lenswaardig is alzoo het dragen
van goede flanellen onderkleede
ren en wollen kousen. Eene knel
lende en min passende kleeding
is echter zeer schadelijk. Zij
stoort den vrijen omloop der voch
ten. vooral des bloeds, en brengt
hier en daar onregelmatige aan
drift teweeg. Doelmatig
i overgeven?
Volwassen
toch vooral zuiver te slaan
een van hen met de studenten-
vrijwilligers op wacht zou gaan
staan. Maar dit was meer
°m S5,d.ïïï° ook^ daarna düike"n
nescner- schiedenis gedurende de kommer
ten zich bewust van hun plichten
tegenover het vaderland. In de
17de eeuw trof men studenten-
wachten en -compagnieën aan en
dan tegen de vijand
bitter geneesmiddel, zoals
Tinctuur van de kinabast, van
gentiaanwortel, van quassihout,
van alsemkoppen of dergelijken".
Verleiding
Tydens de bedreiging van Gro
ningen door Bommenberend
kreeg daar de Studententveer-
baarheid gestalte. Dat uns in
1665.
Plak
leger werden toege- f?
hphhpn vinh c»et>Hc nn Studenten
den op handslag het staat alle- de meest lofwaardige wijze ge
maal in oude, vergeelde papieren dragen.
dat zij zich zouden houden
aan het door de senaat opgestel
de wachtschema, dat zij zouden
gehoorzamen aan de academische
wetten en aan haar handhavers,
Uniformen
daar staat geschreven (pag. 170:
„Ik herinner me een dag voor
ons middagmaal te zijn samenge
bracht in het park van Oranje-
Nassauoord en aldaar op de
grond bij elkaar gezeten, om ons
geconserveerde dagrantsoen te ver
orberen, bekeken werden door
De verleiding is er meer uit het boeren uit de omtrek, voor wie waarna deze toeschouwers tevre-
boek te citeren, bijv. uit Intpres- ons ongewone uniform reden was dengesteld het spul der rustende
sies van een interacademiale onze kleine tamboer te vragen: tro_„ verder viricpn hekliken"»
schietwedstrijd het hoogte- Wat bennen dat voor kerels? Het b graag noï meer ci-
punt vormde de vierde gang. De korte antwoord was: Dat bennen t„ warphëtniet da tdestu-
garnizoenscommandant werd op Turken. Verstaan jullie ze dan? dent-tvoo/raaf Harrv Geelen de
de reerug opgediend. Jammer Werd verder gevraagd, en ons arofe manvanditLekdhveel
voor zijn service-dress") of zo tamboertje. als echt" .trs.tton. erot« man van dit Doelt, dit veel
maar een willekeurige pagina op gen nooit verlegen
Motto
Het is geen wonder, dat bo-
Abouon. die een gevierd por- vengenoemd boek als motto I
Itretschilder geworden is, maar draagt het de tekst uit 1 Cor.
ondanks zijn materiële succes 13: „Thans aanschouwen wij in a
onbevredigd is over zijn tot rou- een spiegel een raadselachtig I
tine vervlakte salonkunst. Hij beeld, maar dan zullen wij aan-
I zoekt het eigenlijke de weer- schouwen van aangezicht tot aan- I
I gave van een droombeeld, dat gezicht" op deze vragen geen
hem nog steeds voor ogen zweeft antwoord weet. Ook het psycho-
Ivan een nichtje Pin, dat op haar analytisch georiënteerde oproe- I
zestiende jaar gestorven is. Zal pen van de jeugdherinneringen I
Maria's vriendschap met Lucian verschaft slechts zeer ten dele
I breken door zijn fixering van Inzicht in de causale samen-
de liefde van zijn jeugd, „de hang van het zieleleven. En als I
liefde waarheen men zijn ver- de Pin-Maria-figuur vraagt, in
I langen kan richten, zonder ooit welke verhouding droom en wer-
vervulling te vinden?" Maria kelijkheid tot elkaar staan, hoe I
tracht het geheim van Pin te het verband is van vrijheid en
I ontraadselen: wanneer dit ge- gebondenheid, van verantwoor-
I lukt is, verdwijnen langzamer- aelijkheid en noodlot, is er geen I
hand de schaduwen en trekken antwoord.
Ide wolken weg, die haar geluk „Het Is vergeefs, hier meer te 1
hadden verduisterd. De schrijf- willen verklaren. Want nog is
ster heeft een gedeelte van haar niemand teruggekeerd uit het I
I jeugdroman geprojecteerd in de wonderbaarlijke anders-zijn van I
fragiele Pin-figuur, een ideaal, de dood, om ons in de spiegel
dat door de^ broosheid moest on- van deze wereld te verklaren. I
||H vervagende hier is het Ie- I
En daar lopen de zwarte
,Muur van droom
contouren. De dood is een dui- I
delijk tekenaar van figuren, die
i las- werk vergelijken met "jeannie I
Ebners eerste roman, zien «■'-
uit c
verdriet zou doen.
diepe vijver, her- zorgde stijl,
w op. Hoe ze vakmanschap bewijst.
jaar slaap- haar echter niet gelukt, dc psy- I
~U11ontwikkeling van de
de bevelen van de kapi- heel bestemd
|tein.
dat zij op wacht geen ruzie moch
ten maken, niet mochten weglo
pen voor zij werden afgelost,
nuchter op wacht verschijnen
flat yti ooon ctarlra Hranlr tal
het uniform-
studentenweerbaarheden reke- verliet ik met
nen op een driehonderd gulden overgrote menigte
per stuk. En als de hele oplaag
van „Weerbaar en student"
tienduizend exemplaren is
brengen. Wie deze bevelen over- kocht zullen zij net toe zijn aan
feft"St-!T«'e^«de0wStSd he' bedras' dat '°U* tb «Sn. want mijnt
de plak uniformering van de weerbaarhe- waard voorzag mij-
de plak.
Op 16 oktober werd hun het
vaandel overhandigd. Op die dag
betrok het korps voor het eerst
de wacht.
Groningen werd, naar men
weet. toen niet belegerd. Het oor-
logsgevaar nam af en binnen baar
de zaal".
Costerus had niet
veel te klagen. ,.Ik
voor mij schreef
hij had nog al
reden om tevreden
te zijn, want mijne
vriend en mij
.„.x aardappelen, en
verlucht toen hij hoorde dat
den is gemoeid.
Hoewel het boek
met tientallen prachtige illustra- wij gereformeerd
ties en met kleurenfoto's, en met waren, ook nog een
zeer vele geestige tekeningen,
heeft de uitgever de prijs laag
gehouden. Voor 14.90 is „Weer- einde
student" uw eigendom.
twee weken werd besloten de y0or ƒ14.90 weet u de gehele ge- gave
wachten te halveren. Misschien schiedenis van de weerbaarheden, ie ei
heeft het gebrek aan discipline
bij de compagnie daarbij
gespeeld. Een van de vrij'
had de wacht eens heel wat
last bezorgd en zelfs de lanspas-
taat Petrejus op degen en pistool
uitgedaagd. Er gaat zelfshet
verhaal, dat
stukje vleesch".
Maar tegen het
n de veld
tocht, na de over-
de vrijwilligers ais hun vragen worden gesteld weinig
>,„.1 de vuf^ands^ geschiedenis. „Aangezien de Bel-
gen na de wapen
stilstand het vuren
niet dadelijk ge-
in®ï staakt „hebben,
meenden wij weinig
ook misbruik
gemaakt van schietgeweren. Half langrijke rol
november moesten ze tenminste
worden ingeruild tegen pieken.
Maar goed, hoe het zij. op 14
december was de toestand in de
Republiek van dien aard. dat de ||i4 JMSH
Groningse studenten-compagnie gij stonden
met dank voor de bewezen dien
sten door de staten werd ontbon-
hebben de studenten e
gespeeld. Zij waren
toen de nood aan de man kwam.
Of de vijand nu in het binnen
land zetelde of van over de gren-
kwam, het deerde hun niet.
Begin
Poortugael staat over de (studen
ten) schutterijen: „die schutterij
en. eensklaps te wapen gesneld
ee""."™1 vvy v
ian kwam verschoning te
ten gebruiken met de dorpen in
de omtrek van Leuven. Ik begaf
mij naar Wingsert, een half uur
van de gemelde stad en aan
schouwde daar eene verschrik
kelijke verwoesting. In het huis
vond ik een dj-agonder bezig
piano te vernielen, door
Kopen
duidelijk voor ogen, maar de mers" te verdwalen. Tóch
spiegel is beslagen en vele beel- Jeannie Ebner een schrijfster,
de studentenweer- I den zijn onscherp geworden. Als van wie we ongetwijfeld noa veel
teunen. maar ook. een van haar vriendinnen een kurnen
I amoureuze verhouding heeft en
ze toevallig iets ziet van het lief
desspel, is die Jonge man voor
haar een engel, „een schepping
volkomen gratie, die tot uit-
Want dit boek moet verkocht
worden. U moet het kopen en
bet niet uit de krant lezen. Eu
niet alleen kopen
formfonds
baarheden te steunen, maar ook,
en misschien wel vooral, omdat
deze weerbaarheden ln de roerig
ste en zwartste dagen van ona
volksbestaan zo hecht in het Ne-
derlandse leven verankerd zijn
Bommenberend wist niet wat hij
zich op de hals haalde, toen hij
het stoute voornemen koesterde
Groningen aan te vallen. Er zijn
er meer geweest uit die land
streek. die daarvan de wrange
vruchten hebben moeten plukken,
zelfs eeuwen later.
De student uit 1665 heeft de
fakkel der weerbaarheid het vol
gende geslacht doorgegeven.
Daarom zijn de studenten weer
baar gebleven tot op de huidige
dag.
Weerbaar? Hoeveel van hen
hebben nict het leven gegeven In
het verzet tijdens de jongste oor
log?
inneringen in haar op. Hoe
als meisje van zes jaar slaa.
wandelend het huis uit en het bos chische
soon op eei
Igen. dat zachtjes wiegelde op de manier uit te beelden; de veie I
golven er was daar immers figuren uit de familiekroniek, I
vroeger een zee! De volgende die de herhalingsdwang moeten
morgen had yen^ H?frj suggereren, brengen meer ver-
duidelijke
nog slapend, dicht bij de rand
Ivan de afgrond gevonden. Enke- loopt de lezer het gevaar
le belevenissen staan haar nog „de wildernis van vroeze
duiHoi'iv x- -A -*
ing dan helderheid
de
drukking brengt wat God met de
mens heeft bedoeld toen hij deze Köln-Marlenburg. I
kuraen verwachten!" I
J. H. SCHOUTEN
1) Jeannie Ebner: De Wild- I
Is friiher Sommer. 320 bi*
Uitgave Klepenbeuerund Witsch I
En hoe! In het studiewerk over
de Tiendaagse Veldtocht, geschre-
te hakken.
Een ander soldaat zag ik een
man zich laten uitkleeden, om te
zien of hij ook geld bij zich had.
Ik bracht hem oogenblikkelijk
van dit ellendig voornemen terug.
Met een ontroerd hart greep ik
zelf eene koe van de stal om de
zelve tot ons gebruik mede te ne
men. Onze hele divisie moest
worden gevoed. De eigenaar be
zwoer mij dat ik hem toch deze
koe zou laten; het was de zesde
die men hem ontroofde. Tranen
sprongen mij in de oogen, en
toch dewijl er een oproep uitging,
men moest ten behoeve
leger niets ontzien, nam ik haar
Medeleven
Het medeleven van de bevol
king der universiteitssteden met
Adriaan v. d. Veen
Dc Jong6te roman van Adriaan wmiiiiiiiiiiimiiii»
van der Veen, Doen Alsof (uitga- I
ve N.V. Em. Querido, Amster-
ÏJÏÏn I Jongste roman van
tisebe jonge vrouw ln Amsterdam f
cn voornamelijk ln Rome, heeft
zeker positieve kwaliteiten. Hij is
vakkundig geschreven, de figuren
zijn duidelijk getypeerd en de ach-
het terBr°nd, met name dc stad Rome
dus, is op knappe, niet opdringeri-
tc witte aangebracht. be.chuldigingen niet «chuwt. in
daarmee juist iets te vlot is,
De lezer ziet namelijk deze stad wie het aan hart en echte
partij 1
echte blijft problematisch. De fi
guur van de architect, aan wie
Ida zich ten slotte vastklampt en
die haar zal moeten „redden", is
een te conventioneel-nette man
en daarbij te naïef om als repre
sentant van de „echtheid" te kun
nen doorgaan. Door het ontbre-
liike seliikheid ontbreekt. Hij is een "lf poneert. In de mist. Dolf wordt
be- Drein, een mond en een pen. geen m net sonnetje gezet, maar niet
i niet minder scherp. Toeris-
een mond -
waarachtig mens.
Ida heeft
et MMP
gestriemd en de auteur blijft U
haar avonturen in veel toeschouwer in de verwikke-
echt en onecht. Mee
de strijd tegen de Belgen) was
nog eerst een korte plechtigheid,
aordt een roerend ogen-
Am .h.ti.nw«mnml«in is *1- tisch enthousiasme, dat m een ro- Rome (verkrachting, vrijheldsbe- 'mgen
de studentencompaguleen Is man spoedig verveelt, is zo han- roving intimidatie prnstituering) daardoor wordt Ida geen tragi-
tijd groot geweest. Toen die van djg vermeden. En waar het wél eigenlijk niets geleerd en dat sche f'Kuur. hoewel men hier cn
Utrecht zouden uitrukken (voor aanwezig is. bij Ida's vriend Dolf. klopt ook wel op het ziektebeeld daar toch beseft dat dit de bedoe-
J I" ÉteÉÉ dat de schrijver suggereert. Maar 1
De voorzitter van de K.S.S.. student B. van Nollen, zul aan het diner,
nnut leldmaarschalk Montgomery, die aandachtig luisterde naar mi
nister Luns.
blik. Om acht uur staat leder mij overigens te U|
de auteur, wordt het in Ida'i
zin betrokken, of lichtelijk gechar- ook de lezer wordt
geerd. Dit is knap gedaan. De ei- haal over deze
genlijke waarde van dit boek lijkt
wijzer
lyse van deze Dolf. de woorden- gens de omslag wel te doen
man. die alles begrijpt en keurig
gestyleerd kan uitleggen, die zelf-
luideüjke boodschap
welke dan ook mist. Wat
men van deze roman onthoudt, is:
om Rome. want die stad is er weer-
wat «aas knaP m gekomen.
C. RIJNSDORP
't Waarom van heel de wereld wacht
Op 't wonder van her scheppingskracht,
Op 't daarom na de laatste nacht;
Het Paradijs keert weer, God lacht:
Zijn meiboom bloeit, één blanke pracht.
Kom, Jezus, kom, de spanning stijgt,
Nooit werd Uw wereld zó bedreigd;
De lont gloeit rood en Gij, Gij zwijgt,
GO hoort toch 't hart dat hunkrend hjigt
Naar U of 't eindlijk antwoord krijgt.
Of 't vrederijk ooit komen zal?
Uw tegenspeler veel vermag.
Gunt Gij hem nu zijn laatste slag?
Met zijn demonen zonder tal
Breng hem voor eeuwig, Heer, ten val.
Wij varen tn zijn zog nog vaak
En hebben veel met hem gemeen
En zeggen zelden krachtig: neen.
Uw zwijgen is welsprekend raak:
..Ontwaak en, wakker zijnde, waak!"
Drijft Gij ons nu naar 't einde toe?
Om U, om 't Rijk, om 't naakt bestaan
Zal 't in de laatste ronde gaan.
'k Geloof, maar nog heel zwak, Tc ben moe
Van twijflen als ik zie, Heer, hoe
Het water wast van dit getij:
Springvloed, atoombomdreigement.
Een wereldondergang in 't end
En 't ParadijsUts zaalgt mei?
Kyrie el eis, blijf ons nabij.
Waar bleef de Geest, eens uitgestort
Opdat 't hier alle» anders wordt,
De haat voor eeuwig ligt verdord,
Uw Liefde in allen alle* zij
Daarom, kom Heer, wanneer wordt 't mei?
A. WAPENAAR