MM DOEN ALSOF maakte de studenten weerbaar WAAROM? DAAROM ZONDAGSBLAD ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961 In een uniek en kostelijk boek DE geschiedenis toont aan, dat Christoph Bernhard vrijheer van Galen, bij genaamd Bommenberend, aartsbisschop van Munster rond het midden van de zeventiende eeuw, in feite maar dan beslist buiten zijn wil de Nederlandse stu dent voor alle tijden weer baar heeft gemaakt, en dit is wel het enige goede wat de Republiek later van hem kon vertellen. Want voor het overige heeft deze bisschop, een zeer ambitieus heer, onze voorvaderen niet anders dan verdriet en narigheid be zorgd. Hij stond met hen op een niet al te beste voet en toen de Repu bliek in 1665 tengevolge van weer «en oorlog met Engeland zwaar in de moeilijkheden zat, zag hij zijn kans schoon om die oude ve te voor eens en altijd uit de we reld te helpen. Betaald door En geland trok hij met zijn leger Gel derland binnen. De tegenstand, die hij ondervond, was nu niet bepaald al te heftig en daarom besloot hij verder op te rukken naar het Noorden. Op 7 oktober viel de schans bij Winschoten in zijn handen. In Groningen brak een ware paniek uit. Wat zouden zij moeten doen indien Bommen berend de stad zou aanvallen? Zes zwakke compagnieën slechts konden zij tegen een overmacht in het veld brengen. Geschiedenis der sludeniencompagnieën Te wapen en geheel vreemd aan alles wat den oorlog betreft zag men wei nige maanden later op het slag veld eene dapperheid ten toon spreiden, waai gevoelen moet' Geschriften woord om met afscheid te nem kelingen, dezelven op hunnen togt eerbied aanbevelende aan de hoede des Almagtlgen, den God der Leger scharen". Voor het front van de troep wordt dan de standaard onthult, die de rector uit naam van een vijftigtal Utrechtse Jonk vrouwen aan de compagnie had verleend. Wenken De samenstellers van het boek vrijwel allen studenten heb ben gebruik gemaakt van de dag boeken en brieven, die de tand des tijds hebben overleefd. Dag boeken en brieven van studenten- vrijwilligers, die vochten tegen de Munstersen, tegen de Fransen, tegen de Belgen. Hun wijze van zeggen is speels en geheel over- cenkomstig hun status van stu- j^ên dent. J. R. Burlage een Utrechtse vrijwillig lancier, die met het le ger ten strijde trok in de Tien daagse Veldtocht laat zijn ouders weten: „Toen wij te Berghen in Bataille stonden en de eerste ko gels begonnen te snorren, toen zeide mijn nevenman, een Hollan- der mij ronduit in vertrouwen dat hg rich zoo verheugde naast hc, „p hml veldtïchto Hierop treedt sergeant F. van Oordt naar voren om de gevoe lens van de compagnie te vertol- het volgende gedicht: ..Wij voelen. Ed'le Maagden- rei De reinste dankbaarheid Wij allen voelen de waardij Der ei£t. voor ons bereid Wij voelen 't. dat ons Vaderland Voor geen gevaar bezwijkt Want welk een Jong'ling houdt geen stand Wan neer hem door een Maagdenhand De kroon wordt uitgereikt?" De studenten-vrijwilligers heeft Niet alleen qua inhoud Is „Weerbaar en student" een uniek, kostbaar en vooral kostelijk boek geworden. Dank zij de bemoeiingen van stu- dent-typograaf Harry Geelcn werd het ook, wat het uiterlijk betreft een boek. dat op vele pagina's ware vondsten laat zien. Heel komisch werken ook de illustraties (vooral de cartoons van Geelen) cn de vaak humoristische citaten, die op de Studentenweerbaar heden van toepassing zijn ge bracht. Bij de uitvoerige be spreking op deze pagina zijn enkele van die tekeningen af gedrukt. Hierboven: de rijden de schietschijf en in de tweede kolom eerst een weerbaar- heidsman met het wat timide embleem van de Uitgeverij De Ram en daaronder een varia tie op dit thema, waarbij de Ram zelfs (zeer toepasselijk overigens) als rijdier werd gebrnikt. „Ik ben wel in Australië ge boren, maar in W'ien-Neustadt opgegroeid. Als kind was ik rijk, teer en vol illusies en fantasieën. Toen ik elf jaar was, had ik uitsluitend God lief en wilde in een klooster gaan, maar toen ik twaalf was, schreef ik mijn eerste gedicht en dat gaf me zoveel vreugde, dat ik het schrijven niet meer kon laten. Op mijn zestiende zat ik de hele dag op een kantoor en 's avonds in bed las ik Karl Marx en Rilkc. De eerste begreep ik niet, de tweede wekte in mij de wens aan tering te sterven. Maar ik was dik en blozend." Met deze nuchtere woorden beschrijft Jeannie Ebner (geb. 1918) haar eigen jeugd, maar die heeft ook een andere kant, een van puberteitsdromen, van angst en verrukking— die vinden schiep: incarnatie van goddelijke harmonie, zuivere spiegel van de eeuwige geest". Ze wil haar droomwereld feitelijk niet veria- I ten. is bang voor de volwassen- 1 heid en aan de andere kant dringt de realiteit op haar aan en I zou ze wakker willen worden. I Ze wil haar Jeugd begrijpen. kan de poort met vin- I geel JEANNIE EBNER WUdnis *früher8 Sommer.' I)(De langzaam wegebbende jeugd, de eerste Sic warten auf Antwort belichaming werd hier reeds besproken). sche droom. roman Die •n, die toegang tot het verleden ieft. Gerijpte vrouw Naast de Pin-figuur zien we Maria, de gerijpte vrouw, die I in zekere zin een vrede met de I werkelijkheid heeft gesloten. Bei- de vrouwen hebben met dezelf- I de man, Lucian, contact gehad; I Pin zag haar achterneef Lucian, toen ze een kind van zes jaar I was en hij met haar speelde, en I tier Jaar later weer, toen hij op de buitenplaats van de familie haar ontmoette, half kind, half I een ontwakende jonge vrouw. I Met alle onstuimigheid van een iong meisje kust ze hem, pro- I beert zich even aan het leven I over te geven zonder veiligheids- Maria, Een jong meisje, wordt in een inter voed, maar. geïntroverteerd ty- pe als ze is, gaat de tastbare werkelijkheid grotendeels langs haar heen. Een lichtend figuur tje, dat als een elf voor haar wegzweeft en dat ze noemt, is symbool na. gerond, nuchter, vol Ironie brugbarc kloot torsen de inner- utroverfeerd ty- over de collectieve hysteric, die waarheid en de werkelijk. het^mTiIjTspensiona*aTva"ak heid en leert begrijpen, dat ze I zich heen ziet cn vol spot onvermijdelijk tot de werkelijk- zijn; ik vroeg hem de den waarom? Wel Mijnheer, als Gij komt te vallen, dan ben ik het eerst in de gelegenheid, om dat kleine horlogietje te krijgen: Maar toen de nood het hoogst was. kwam de redding. De Gro ningse studenten liepen te wa pen. Zij wenden zich tot de rec- tor-magnificus en vertelden hem. dat zij bereid waren staat en kerk tegen de vijand te verdedigen. De itaten waren enthousiast over zo veel vaderlandsliefde en zij ver zochten de senaat officieren te benoemen. ïen van die officieren zijn voor het nageslacht bewaard gebleven. Het waren Johan van Bergen uit Berlijn, die kapitein werd, Edo van Wad werden uit Maastricht, aan wie het luite- -- nantsschap werd opgedragen, de Men kan zich daarvan overtuigen Groninger Boudewijn Tamminga, door het lezen van „Weerbaar tegelijk zag een ander hoofd tot de voeten na uniform zoo terzijde zonder te spreke met een paar begeri ge ogfti, die mij zijn doel ver rieden. als ik mocht komen te sneuvelen". Nu was Burlage direct in dienst getreden zonder de vorming studentencompagni enlgingen, die nadien aan zes uni versiteiten/hogescholen zijn op gericht en nu nog In het Neder landse leven een functie vervullen en een rol spelen. Over vier jaar bestaan zij drie En drie eeuwen studen- studentcnM eerbaarheden bij uitgeverij De Ram. Amsterdam, Is uitgegeven. wachten, in welk milieu deze ge- poët zich vermoedeli i hebben thuisgevoeld. Banden In tegenstelling tot Burlage viel het de compagnie studenten veel moeilijker, aan hun nieuwe mili taire status te wennen, aangezien de banden* met het studentenle ven natuurlijk allerminst waren afgesneden. De Jager Pieter Jacob weerbaarhcldsvereniylnyen zïjk" schrijft althans reeds de eerste dag na hun aankomst te Gorin- chem (op weg naar het Zuiden): ..Aldaar twee aan twee ingekwar tierd. kwam ik met een tamelijk goede kennis bij een juffrouw, ge naamd de wed. Van Renesse, al waar wij met de meeste harte lijkheid werden ontvangen en dadelijk op biefstuk met aardap- „jpC. pelen en een goed glas wijn wer. F. Pahud de Mortanges in het n°^ |e Béurs "en "vZo?. naam koffiehuis en sociëteit, wel ke voor ieder openstond. De Jongh was aldaar recht in zijn noppen, beklom meermalen een stoel en stelde verscheidene toasten in, tot zoolang wij een wenk kregen van den kapitein, die gaarne zag, dat wij tegen de vol- Uüuaucu. gp, u.c i.tccbtcu u. ««£«1 biï. de »>and door henzelf ontworpen uniformen ik beklom daarna een stoel, en sprak mijn makkers als aan, maar zeide, dat wij eigenlijk geen studenten meer zijnde, maar eenvoudig militai ren, als zoodanig aan onze pligt indagtig moesten zijn en zorgen dat wij desnoods gaat het. ter verdediging van het Lieve Vaderland den volgenden mor- in gen konden toesnel- fonds. Uniformen zijn duur. De i„n rjadpliik daaron Hun werd op het hart gedrukt, ,lllH„.„„.„rh„rtrde„ rek.- £5 goede wenken ontbroken. De Utrechtse senaat geeft een brochure uit met medische wen ken ten aanzien van de krijgs dienst en „beveelt elk zijner jeug dige vrienden aan. te trachten, die kalmte en bedaardheid van geest te krijgen, die elk gevaar vermindert en het kenteeken is van waren heldenmoed. Waar die kalmte berust op echt godsdien stig gevoel, daar geeft zij eene zielskracht, die tot ons oorspron- af te kellik volkskarakter behoort. de conventionele wijze heid moet komen. Steun onder- Ml denken, waar de bakvissen vindt ze daarbij uit een blauw I Philine n'et boven uit kunnen komen. j°fk' da' *f toevallig vindt en r Mnria paif ïk in het nrnres van dat een uitvoerige familiekro- noemt, is symbool vkn h.ar v.n h.ïr eiï" niek v.» d. Aboukn. b.y.L De- Ik. „Waar ben ik!" (de vraag, misstap komt in verichil- t— -] waarmee Doornroosje ontwaak. 1,nde generaties van de familie te). En sterteer en schokkender voor Bestaat er dan een herha. I Inog: „Wat ben ik!". Menigmaal lingadwang! „De geesten der I voelt ze zich oneindig verlaten, voorvaderen hadden de levenden afgekoppeld als een oude wagon ««dwongen, om de eigen onver- die nergens aansluiting heeft joend verjaarde misdaden tel I en op een zijspoor is neergezet, herhalen, door de kracht van I waar de dwarsliggers en de onveranderlijk opgelegde. rails onder het hoge onkruid ver- dat men tegenwoordig erfmassa I I borgen zijn. Of ze voelt zich als n°emL P°or .er*f,onde- *e circusartiste: moet ze zonder vraagt zich af: Wat vermag de veiligheidsnet zich L-t lev Johann Westendorp Himm (Westfalen) en Johan Tor- nan uit Berlijn, die lanspassaten TOden. „Ter eeuwige herinnering uw daad", zo lieten de weten, „zullen we te uwer t vaandel laten maken". En de hoog- meerStL,^"tJi':l!h,,T.e.™°!?aeliJk vïïhef? Waneer desniettemin eenig lijden der borst, of van andere ingewanden zich ont wikkelt, dan zorge de krijgsman, dat hij door zeer strenge dieet die ontwikkeling tegenga. Hoogst- gewigtig blijft eene goede regel matige huiduitwaseming. Is ech ter die uitwaseming gestoord, dan zal dezelve hersteld kunnen worden door het drinken van ge wone, of vlier, of kamillethee, waarbij eene zeer kleine hoeveel heid genever, brandewijn of rum kan worden gevoegd. Aanbeve lenswaardig is alzoo het dragen van goede flanellen onderkleede ren en wollen kousen. Eene knel lende en min passende kleeding is echter zeer schadelijk. Zij stoort den vrijen omloop der voch ten. vooral des bloeds, en brengt hier en daar onregelmatige aan drift teweeg. Doelmatig i overgeven? Volwassen toch vooral zuiver te slaan een van hen met de studenten- vrijwilligers op wacht zou gaan staan. Maar dit was meer °m S5,d.ïïï° ook^ daarna düike"n nescner- schiedenis gedurende de kommer ten zich bewust van hun plichten tegenover het vaderland. In de 17de eeuw trof men studenten- wachten en -compagnieën aan en dan tegen de vijand bitter geneesmiddel, zoals Tinctuur van de kinabast, van gentiaanwortel, van quassihout, van alsemkoppen of dergelijken". Verleiding Tydens de bedreiging van Gro ningen door Bommenberend kreeg daar de Studententveer- baarheid gestalte. Dat uns in 1665. Plak leger werden toege- f? hphhpn vinh c»et>Hc nn Studenten den op handslag het staat alle- de meest lofwaardige wijze ge maal in oude, vergeelde papieren dragen. dat zij zich zouden houden aan het door de senaat opgestel de wachtschema, dat zij zouden gehoorzamen aan de academische wetten en aan haar handhavers, Uniformen daar staat geschreven (pag. 170: „Ik herinner me een dag voor ons middagmaal te zijn samenge bracht in het park van Oranje- Nassauoord en aldaar op de grond bij elkaar gezeten, om ons geconserveerde dagrantsoen te ver orberen, bekeken werden door De verleiding is er meer uit het boeren uit de omtrek, voor wie waarna deze toeschouwers tevre- boek te citeren, bijv. uit Intpres- ons ongewone uniform reden was dengesteld het spul der rustende sies van een interacademiale onze kleine tamboer te vragen: tro_„ verder viricpn hekliken"» schietwedstrijd het hoogte- Wat bennen dat voor kerels? Het b graag noï meer ci- punt vormde de vierde gang. De korte antwoord was: Dat bennen t„ warphëtniet da tdestu- garnizoenscommandant werd op Turken. Verstaan jullie ze dan? dent-tvoo/raaf Harrv Geelen de de reerug opgediend. Jammer Werd verder gevraagd, en ons arofe manvanditLekdhveel voor zijn service-dress") of zo tamboertje. als echt" .trs.tton. erot« man van dit Doelt, dit veel maar een willekeurige pagina op gen nooit verlegen Motto Het is geen wonder, dat bo- Abouon. die een gevierd por- vengenoemd boek als motto I Itretschilder geworden is, maar draagt het de tekst uit 1 Cor. ondanks zijn materiële succes 13: „Thans aanschouwen wij in a onbevredigd is over zijn tot rou- een spiegel een raadselachtig I tine vervlakte salonkunst. Hij beeld, maar dan zullen wij aan- I zoekt het eigenlijke de weer- schouwen van aangezicht tot aan- I I gave van een droombeeld, dat gezicht" op deze vragen geen hem nog steeds voor ogen zweeft antwoord weet. Ook het psycho- Ivan een nichtje Pin, dat op haar analytisch georiënteerde oproe- I zestiende jaar gestorven is. Zal pen van de jeugdherinneringen I Maria's vriendschap met Lucian verschaft slechts zeer ten dele I breken door zijn fixering van Inzicht in de causale samen- de liefde van zijn jeugd, „de hang van het zieleleven. En als I liefde waarheen men zijn ver- de Pin-Maria-figuur vraagt, in I langen kan richten, zonder ooit welke verhouding droom en wer- vervulling te vinden?" Maria kelijkheid tot elkaar staan, hoe I tracht het geheim van Pin te het verband is van vrijheid en I ontraadselen: wanneer dit ge- gebondenheid, van verantwoor- I lukt is, verdwijnen langzamer- aelijkheid en noodlot, is er geen I hand de schaduwen en trekken antwoord. Ide wolken weg, die haar geluk „Het Is vergeefs, hier meer te 1 hadden verduisterd. De schrijf- willen verklaren. Want nog is ster heeft een gedeelte van haar niemand teruggekeerd uit het I I jeugdroman geprojecteerd in de wonderbaarlijke anders-zijn van I fragiele Pin-figuur, een ideaal, de dood, om ons in de spiegel dat door de^ broosheid moest on- van deze wereld te verklaren. I ||H vervagende hier is het Ie- I En daar lopen de zwarte ,Muur van droom contouren. De dood is een dui- I delijk tekenaar van figuren, die i las- werk vergelijken met "jeannie I Ebners eerste roman, zien «■'- uit c verdriet zou doen. diepe vijver, her- zorgde stijl, w op. Hoe ze vakmanschap bewijst. jaar slaap- haar echter niet gelukt, dc psy- I ~U11ontwikkeling van de de bevelen van de kapi- heel bestemd |tein. dat zij op wacht geen ruzie moch ten maken, niet mochten weglo pen voor zij werden afgelost, nuchter op wacht verschijnen flat yti ooon ctarlra Hranlr tal het uniform- studentenweerbaarheden reke- verliet ik met nen op een driehonderd gulden overgrote menigte per stuk. En als de hele oplaag van „Weerbaar en student" tienduizend exemplaren is brengen. Wie deze bevelen over- kocht zullen zij net toe zijn aan feft"St-!T«'e^«de0wStSd he' bedras' dat '°U* tb «Sn. want mijnt de plak uniformering van de weerbaarhe- waard voorzag mij- de plak. Op 16 oktober werd hun het vaandel overhandigd. Op die dag betrok het korps voor het eerst de wacht. Groningen werd, naar men weet. toen niet belegerd. Het oor- logsgevaar nam af en binnen baar de zaal". Costerus had niet veel te klagen. ,.Ik voor mij schreef hij had nog al reden om tevreden te zijn, want mijne vriend en mij .„.x aardappelen, en verlucht toen hij hoorde dat den is gemoeid. Hoewel het boek met tientallen prachtige illustra- wij gereformeerd ties en met kleurenfoto's, en met waren, ook nog een zeer vele geestige tekeningen, heeft de uitgever de prijs laag gehouden. Voor 14.90 is „Weer- einde student" uw eigendom. twee weken werd besloten de y0or ƒ14.90 weet u de gehele ge- gave wachten te halveren. Misschien schiedenis van de weerbaarheden, ie ei heeft het gebrek aan discipline bij de compagnie daarbij gespeeld. Een van de vrij' had de wacht eens heel wat last bezorgd en zelfs de lanspas- taat Petrejus op degen en pistool uitgedaagd. Er gaat zelfshet verhaal, dat stukje vleesch". Maar tegen het n de veld tocht, na de over- de vrijwilligers ais hun vragen worden gesteld weinig >,„.1 de vuf^ands^ geschiedenis. „Aangezien de Bel- gen na de wapen stilstand het vuren niet dadelijk ge- in®ï staakt „hebben, meenden wij weinig ook misbruik gemaakt van schietgeweren. Half langrijke rol november moesten ze tenminste worden ingeruild tegen pieken. Maar goed, hoe het zij. op 14 december was de toestand in de Republiek van dien aard. dat de ||i4 JMSH Groningse studenten-compagnie gij stonden met dank voor de bewezen dien sten door de staten werd ontbon- hebben de studenten e gespeeld. Zij waren toen de nood aan de man kwam. Of de vijand nu in het binnen land zetelde of van over de gren- kwam, het deerde hun niet. Begin Poortugael staat over de (studen ten) schutterijen: „die schutterij en. eensklaps te wapen gesneld ee""."™1 vvy v ian kwam verschoning te ten gebruiken met de dorpen in de omtrek van Leuven. Ik begaf mij naar Wingsert, een half uur van de gemelde stad en aan schouwde daar eene verschrik kelijke verwoesting. In het huis vond ik een dj-agonder bezig piano te vernielen, door Kopen duidelijk voor ogen, maar de mers" te verdwalen. Tóch spiegel is beslagen en vele beel- Jeannie Ebner een schrijfster, de studentenweer- I den zijn onscherp geworden. Als van wie we ongetwijfeld noa veel teunen. maar ook. een van haar vriendinnen een kurnen I amoureuze verhouding heeft en ze toevallig iets ziet van het lief desspel, is die Jonge man voor haar een engel, „een schepping volkomen gratie, die tot uit- Want dit boek moet verkocht worden. U moet het kopen en bet niet uit de krant lezen. Eu niet alleen kopen formfonds baarheden te steunen, maar ook, en misschien wel vooral, omdat deze weerbaarheden ln de roerig ste en zwartste dagen van ona volksbestaan zo hecht in het Ne- derlandse leven verankerd zijn Bommenberend wist niet wat hij zich op de hals haalde, toen hij het stoute voornemen koesterde Groningen aan te vallen. Er zijn er meer geweest uit die land streek. die daarvan de wrange vruchten hebben moeten plukken, zelfs eeuwen later. De student uit 1665 heeft de fakkel der weerbaarheid het vol gende geslacht doorgegeven. Daarom zijn de studenten weer baar gebleven tot op de huidige dag. Weerbaar? Hoeveel van hen hebben nict het leven gegeven In het verzet tijdens de jongste oor log? inneringen in haar op. Hoe als meisje van zes jaar slaa. wandelend het huis uit en het bos chische soon op eei Igen. dat zachtjes wiegelde op de manier uit te beelden; de veie I golven er was daar immers figuren uit de familiekroniek, I vroeger een zee! De volgende die de herhalingsdwang moeten morgen had yen^ H?frj suggereren, brengen meer ver- duidelijke nog slapend, dicht bij de rand Ivan de afgrond gevonden. Enke- loopt de lezer het gevaar le belevenissen staan haar nog „de wildernis van vroeze duiHoi'iv x- -A -* ing dan helderheid de drukking brengt wat God met de mens heeft bedoeld toen hij deze Köln-Marlenburg. I kuraen verwachten!" I J. H. SCHOUTEN 1) Jeannie Ebner: De Wild- I Is friiher Sommer. 320 bi* Uitgave Klepenbeuerund Witsch I En hoe! In het studiewerk over de Tiendaagse Veldtocht, geschre- te hakken. Een ander soldaat zag ik een man zich laten uitkleeden, om te zien of hij ook geld bij zich had. Ik bracht hem oogenblikkelijk van dit ellendig voornemen terug. Met een ontroerd hart greep ik zelf eene koe van de stal om de zelve tot ons gebruik mede te ne men. Onze hele divisie moest worden gevoed. De eigenaar be zwoer mij dat ik hem toch deze koe zou laten; het was de zesde die men hem ontroofde. Tranen sprongen mij in de oogen, en toch dewijl er een oproep uitging, men moest ten behoeve leger niets ontzien, nam ik haar Medeleven Het medeleven van de bevol king der universiteitssteden met Adriaan v. d. Veen Dc Jong6te roman van Adriaan wmiiiiiiiiiiimiiii» van der Veen, Doen Alsof (uitga- I ve N.V. Em. Querido, Amster- ÏJÏÏn I Jongste roman van tisebe jonge vrouw ln Amsterdam f cn voornamelijk ln Rome, heeft zeker positieve kwaliteiten. Hij is vakkundig geschreven, de figuren zijn duidelijk getypeerd en de ach- het terBr°nd, met name dc stad Rome dus, is op knappe, niet opdringeri- tc witte aangebracht. be.chuldigingen niet «chuwt. in daarmee juist iets te vlot is, De lezer ziet namelijk deze stad wie het aan hart en echte partij 1 echte blijft problematisch. De fi guur van de architect, aan wie Ida zich ten slotte vastklampt en die haar zal moeten „redden", is een te conventioneel-nette man en daarbij te naïef om als repre sentant van de „echtheid" te kun nen doorgaan. Door het ontbre- liike seliikheid ontbreekt. Hij is een "lf poneert. In de mist. Dolf wordt be- Drein, een mond en een pen. geen m net sonnetje gezet, maar niet i niet minder scherp. Toeris- een mond - waarachtig mens. Ida heeft et MMP gestriemd en de auteur blijft U haar avonturen in veel toeschouwer in de verwikke- echt en onecht. Mee de strijd tegen de Belgen) was nog eerst een korte plechtigheid, aordt een roerend ogen- Am .h.ti.nw«mnml«in is *1- tisch enthousiasme, dat m een ro- Rome (verkrachting, vrijheldsbe- 'mgen de studentencompaguleen Is man spoedig verveelt, is zo han- roving intimidatie prnstituering) daardoor wordt Ida geen tragi- tijd groot geweest. Toen die van djg vermeden. En waar het wél eigenlijk niets geleerd en dat sche f'Kuur. hoewel men hier cn Utrecht zouden uitrukken (voor aanwezig is. bij Ida's vriend Dolf. klopt ook wel op het ziektebeeld daar toch beseft dat dit de bedoe- J I" ÉteÉÉ dat de schrijver suggereert. Maar 1 De voorzitter van de K.S.S.. student B. van Nollen, zul aan het diner, nnut leldmaarschalk Montgomery, die aandachtig luisterde naar mi nister Luns. blik. Om acht uur staat leder mij overigens te U| de auteur, wordt het in Ida'i zin betrokken, of lichtelijk gechar- ook de lezer wordt geerd. Dit is knap gedaan. De ei- haal over deze genlijke waarde van dit boek lijkt wijzer lyse van deze Dolf. de woorden- gens de omslag wel te doen man. die alles begrijpt en keurig gestyleerd kan uitleggen, die zelf- luideüjke boodschap welke dan ook mist. Wat men van deze roman onthoudt, is: om Rome. want die stad is er weer- wat «aas knaP m gekomen. C. RIJNSDORP 't Waarom van heel de wereld wacht Op 't wonder van her scheppingskracht, Op 't daarom na de laatste nacht; Het Paradijs keert weer, God lacht: Zijn meiboom bloeit, één blanke pracht. Kom, Jezus, kom, de spanning stijgt, Nooit werd Uw wereld zó bedreigd; De lont gloeit rood en Gij, Gij zwijgt, GO hoort toch 't hart dat hunkrend hjigt Naar U of 't eindlijk antwoord krijgt. Of 't vrederijk ooit komen zal? Uw tegenspeler veel vermag. Gunt Gij hem nu zijn laatste slag? Met zijn demonen zonder tal Breng hem voor eeuwig, Heer, ten val. Wij varen tn zijn zog nog vaak En hebben veel met hem gemeen En zeggen zelden krachtig: neen. Uw zwijgen is welsprekend raak: ..Ontwaak en, wakker zijnde, waak!" Drijft Gij ons nu naar 't einde toe? Om U, om 't Rijk, om 't naakt bestaan Zal 't in de laatste ronde gaan. 'k Geloof, maar nog heel zwak, Tc ben moe Van twijflen als ik zie, Heer, hoe Het water wast van dit getij: Springvloed, atoombomdreigement. Een wereldondergang in 't end En 't ParadijsUts zaalgt mei? Kyrie el eis, blijf ons nabij. Waar bleef de Geest, eens uitgestort Opdat 't hier alle» anders wordt, De haat voor eeuwig ligt verdord, Uw Liefde in allen alle* zij Daarom, kom Heer, wanneer wordt 't mei? A. WAPENAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17