WALVISSENJACHT
SPfifiNSE MANNEN
ZONDAGS-
BLAD
Gerrit Boonstra kan er van meepraten
aan de, Zuidpoai
aieuiuf CfiftSfl|c(ffoiirnnl
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961
De zestiende expeditie van de
Willem Barendsz staat voor de deur
"^ANNEER de volgende maand de Willem Barendsz Amsterdam
weer verlaat, teneinde in het voorjaar zwaar beladen met
walvistraan in ons vaderland terug te keren, zal dat voor de zes
tiende keer zijn. En van de vijftien expedities, die de Neder-
landsche Maatschappij voor de Walvischvangst sinds oktober 1946
organiseerde, heeft Gerrit P. Boonstra (35), geboren op Flakkee
en thans woonachtig te Nieuw-Loosdrecht, er niet minder dan elf
meegemaakt. Niet als gezagvoerder, en ook niet als harpoenier of
„slager", maar als man van de radio, welk communicatiemiddel
zulk een geweldige rol bij deze Zuidpoolvisserij speelt. Boonstra
is chef-telegrafist op de Willem Barendsz, d.w.z. dat hij de scepter
zwaait over zeven andere radio-officieren, die stuk voor stuk met
grote nauwgezetheid hun zo buitengewoon verantwoordelijke
arbeid plegen te verrichten.
Een fraai
of vleesdek. Hier arriveren de
„ontspekte" walvissen via de
hellepoort, die de verbinding
met het flensdek vormt.
Daar de radiotelegrafie in
tegenstelling tot de radiotelefo
nie. hoewel deze even goed aan
boord is zich uitsluitend be
dient van morse-tekens, moet men
van de telegrafisten niet ver
wachten, dat ze ware causeurs
zijn. En al waren ze het van huis
uit wèl, ze zouden het in de ra
diohut gewis verleren. Maar dat
neemt niet weg, dat Boonstra
toch bereid en in staat was, ons
een beeld te verschaffen van de
ze visserij, zoals tot dusver geen
enkele publikatie vermocht te
doen. Ons althans kwam ze nim
mer onder het oog.
't Werd een verhaal van de
hak op de tak weliswaar, en al
lerminst volledig. Daarvoor zou
trouwens één lange middag niet
voldoende zijn geweest. Maar we
hebben ze zien onderduiken, die
kolossale Blauwe Vinvissen, die
soms wel 30 meter lang zijn en
honderdduizend kilo wegen; we
hebben de spetters gevoeld van
de waterstraal, die ze in verband
met de ademhaling telkens en
kele meters recht omhoog spui
ten; we hebben de granaathar
poenen horen afvuren, het bloed
en het vet geroken en ten slotte,
om onze waarnemingen „rond"
te maken, de margarine geproefd,
die voor een aanzienlijk deel uit
walvistraan was bereid.
..Hoe is het nu met de kou, daar
aan die Zuidpool?", vroegen we
Boonstra om te beginnen. „Want
met tien jassen aan en vijf paar
handschoenen over elkaar kan je
toch niet jagen?"
Kou valt mee
„De kou valt wel mee", zei
hij. „Echt aan de Zuidpool, dus
90 graden onder de evenaar, ko
men we namelijk nooit. Daar zijn
geen walvissen. En bovendien is
het gedurende de maanden de
cember. januari en februari, dus
tijdens de eigenlijke visperiode,
op de plaatsen waar wij onze
slag moeten slaan, zomer. Nou
ja, je kunt er niet in je bikini
rondlopen, maar tussen de 70 en
50 graden zuiderbreedte, in de-
z e watergordel-rondom-de-Pool
die het operatiegebied is voor
de walvisvaart, is het dan wel
uit te houden. De omstandig
heid doet zich nl. voor, dat op
60 graden zuiderbreedte het zee
water plotseling een niet onaan
zienlijke temperatuur sverhoging
krijgt. Daar varieert in het jacht
seizoen de temperatuur van lifc
onder nul tot l'.i boven nul. Dat
schikt du# nogal, zou ik zo zeg
gen. Op 60 zuiderbreedte begint
de zgn. krill-zone. welke zone
zich uitstrekt tot 40 0 zuiderbreed
te. Het
één hap wel zo ongeveer een ton
van die garnalen tegelijk weten
te bemachtigen. Men kan daar
om heel goed vaststellen, dat
de walvissen tegen het einde van
ons vangseizoen er beter aan
toe zijn dan bij de aanvang.
Behalve dat de walvissen zich
in de krill-zone komen dik eten
komen ze er ook om jongen te
werpen. Doorgaans werpt een wal
vis die eigenlijk een zoogdier
is inplaats van een vis één
jong, al gebeurt het ook wel
eens, dat er twee ter wereld wor
den gebracht!
In maart wordt het weer op
die breedte slecht. Het wordt
guur veel mist! en werke
lijk koud. En daar wc met mist
niets beginnen kunnen, houden we
op met de jacht. Trouwens, de
walvissen trekken nu ook weg,
deel van de Atlantische Oceaan.
Hier houden zij zich enkele
maanden bezig met het liefdes
spel en intussen vreten ze niets.
Nu is het toch weer niet zo,
dat we tijdens de vangperiode
nimmer mist en slecht weer
hebben. Het meest ideale weer
voor ons werk is een zuidelijke
wind en zacht vriezen. Dan is het
zicht helder, met een blauwe he
mel boven ons. Het weer kan
in dat gebied echter zeer snel
veranderen. Van heel goed in bar
slecht. Zodra de wind noord
wordt, krijg je mist en sneeuw,
vergezeld vaak van hevige stor-
Gewone Vinvis,
grootste exemplaren wel 80 voet
worden, of circa 25 meter iets
kleiner dus dan zijn blauwe neef.
Het is een kuddedier, want het
zwemt altijd in grote groepen
rond. Dit in tegenstelling met
de Blauwe Vinvissen, die meestal
>n paren zwemmen. Krachtens
internationale afspraken mogen
we de Gewone Vinvis echter pas
schieten als ze een lengte hebben
van 57 voet. En daaraan houden
we streng de hand, daar we an
ders op de vingers getikt^zou-
ter
I 1. de walvisvangst
ten worden als we zulke kudden
maar in haar geheel buit maak
ten?! We mogen de Gewone Vin
vis echter gedurende het hele
seizoen schieten, terwijl op de
Blauwe die veel schaarser is
maar gedurende een deel van
de vangstperiode mag worden ge
jaagd. Een en ander wordt elk
jaar opnieuw door de Walviscon
ventie bepaald.
Een vierde soort is de Bultrug
of Humback, die zich zó gemak
kelijk laat vangen, dat er nog
maar enkele dagen per seizoen
jacht op gemaakt mag worden.
En dan zijn daar nog als voor
naamste variëteiten de Seywal-
vissen, de Minkewalvissen en ae
Orca's of Roofwalvissen. De Sey-
walvis mag worden geschoten,
maar wórdt niet geschoten, daar
men er geen belangstelling voor
heeft; de Minkewalvis, die in
enorme scholen voorkomt en toch
ook nog 6 7 meter lang wordt,
schiet men evenmin. En de Orca,
die een rug heeft als een haai
en een geweldige vechtjas is,
schiet men alleen daarom wel
eens. Ook de Orca zwermt in
groepsverband en valt ook in
groepen andere soorten walvissen
aan. Daarbij hebben ze het bij
voorkeur op de tong van him te
genstander gemunt, daar een
walvistong een delicatesse is. Het
zijn voor óns schadelijke mon
sters, daar een walvis, wanneer
hij zijn tong verspeelt, onherroe
pelijk zinkt, ,,'t Ventiel is er
uit", zeggen wij dan. En met
dat al verdwijnt het kostbare
slachtoffer naar de bodem, in
plaats van in de Willem Ba
rendsz. Daarbij maken de Orca's
geen onderscheid tussen een nog
levende of een reeds gedode wal
vis van welke laatste er vaak
een aantal gedurende enige tijd
ronddrijft".
De Orca's
Ondanks de Orca's
het j
De Willem Barendsz in de Amster
damse haven. Duidelijk ziet men
aan de achterzijde de „slipway",
waardoor de walvissen naar het ach
ter- of flensdek worden getranspor
teerd, om eerst van het spek te
worden ontdaan.
„Gelijk ik zoëven al opmerkte",
ging Boonstra verder, „zoeken
de walvissen de meer tropische
wateren om te paren. Dat wil zeg
gen; de Blauwe Vinvis, dus de
grootste soort, doet dat meest-
a 1. Doch de Potvis paart daar
a 11 ij d, omdat de vrouwtjes
zich nooit in het Poolgebied ver
tonen. Helaas is de Potvis bezig
uit te sterven, daar men er
meer vangt, dan er geboren wor
den. Toch is het niet moeilijk
hem van de Blauwe Vinvis te on
derscheiden. Als de Potvis naar
boven komt om adem te halen,
spuit hij nl. maar een bescheiden
straaltje water op, zoals ook zijn
omvang veel meer bescheiden
is. De normale Potvissen zijn
niet langer dan 12 a 13 meter.
De walvissoort die het meest
gevangen wordt is niettemin de
Sedurende die bewuste drie
en bij de walvissen erg ir
is. omdat zich daarin volop voed-
i trek
daar de reuzen onder hen met
ve 11 jagers nog 3 boei- of sleep
boten (alle oude marineschepen)
plegen deel te nemen. t
„Wanneer de Willem Barendsz
Kaapstad heeft bereikt", aldus
Boonstra, „voegen de jagers
die daar hun thuishaven hebben
zich bij haar, om dan geza
menlijk de reis naar ,,de Zuid
pool" te aanvaarden. In Kaap
stad is dan ook al een aantal
kleurlingen aan boord van de di
verse schepen gegaan, zodat het
moederschip plm. 500 koppen telt
en de jagers tezamen over 300
mensen beschikken. Eenmaal in
de reeds aangeduide zone aange
komen, verspreiden de jagers
zich tientallen mijlen uit elkaar,
het harpoenkanon op de voor
plecht van elke jager wordt „in
ten.
Nu begint het moeilijke werk
van de radiotelegrafisten. Want
de afstand tussen ons moederschip
en de jagers wordt steeds groter,
daar de ..Willem Barendsz" zich
maar wat rond laat drijven en
men voorlopig ook de geschoten
walvissen maar drijven laat. Al
leen door voortdurend radiocon
trole te houden met de jagers en
mét de walvissen ja met die
gedode walvissen! kan het spel
goed worden gespeeld.
Hoe wordt er geschoten? En
wanneer?
Dat doet men pas als de afstand
tussen jager en walvis nog slechts
30 a 40 meter bedraagt. Maar
om zo'n beest zó dicht te bena
deren komt er soms
heel wat kijken-
Want toen de ja
gers in de jaren
vijftig nog maar
12 mijl liepen,
zwommen de wal
vissen dikwyls ook
met een snelheid
van 12 mijl en nu
de jagers 16 a 17
mijl lopen, zijn er
tal van walvissen,
die met gemak de
zelfde snelheid
maken, 't Lijkt
wel of ze steeds
vlugger gaan
Pratenrecordhouders op het gebied van de conversatie
Praten...
Praten...
(Van een medewerkster)
De geschiedkundigen i
tellen, dat in Griekenland de
filosofen zich met hun leerlin-
onderling van gedachten te
wisselen. Deze interessante
zittingen werden dan bijge
overheersing een grote komst van zijn gezin;
dedigt met i
i in ongena-
rol speelt, hebben de kunst
het converseren ook in het bloed de gevallen voetbalspeler. is
zitten. Elke gelegenheid wordt men het roerend eens. dan gaat
MM door hen te baat genomen, met men snel op een ander onder-
ten3verpni^n^^dë^óra*öm vrienden of onbekenden uitge- werp over, want als cr niet ge-
gen verenigden in de Agora om brejd t babbelen 0p de hoek redetwist wordt, alle plezier
♦- van een straat, in een bar. tij- er af!
dens een rustpauze in het werk. Elke gelegenheid tot het hou-
overal knoopt men graag een den van een gezamenlijke maal-
woond door een intellectueel praatje aan. De sport, de poli- tijd wordt eveneens met beid»
publiek dat genoot van de on- t'ek. de godsdienst, de stierenge- handen aangegrepen. Een
sterfelijke thee,leen, door de «g». zijn^li^e ^derwer; jjjrdjjeen eftche.d of
belangstellend i
grote denkers uitgewerkt.
Later in Rome was het be
roemde Forum de verzamel
plaats voor weetgierige bur- zichtspunten.
gers die hun kennis van Rech- Waar de kunst
ten en Rechtspraak wilden ver
rijken.
welkom
lange reis, een
ging geeft de één zijn mening promotie vormen het motief
beste, maar luistert daarna voor een banket. Dan spreekt
pen. Met hartstochtelijke overtui-
andere ge- het vanzelf, dat er alleen
nen komen. Intieme vrienden van
n het rede- de gastheer. Zou er een dam»
neren de grootste categorie be- mee aan tafel zitten, dan zou zij
reikt, is in de Spaanse hoofdstad.
In Madrid, zo zeggen de
De Spanjaarden met hun pPa.nj,aa^en-
omvat eeD
«eten de
walvisvaart
toch ieder jaar wel een tweedui
zend vissen te bemachtigen, zo
vernJmen we verder van Boon
stra. En daaronder treft men al
le bruikbare soorten aan. Ze le
veren, met één uitzondering, nor
male walvistraan. De Potvissen
echter zijn de leveranciers van
spermolie, die niet geschikt is
voor de consumptie, doch als
fijne smeerolie haar weg vindt
dan die van de traan, maakt
men pas jacht op de Potvis, ais
het met de jacht op de andere
bruikbare walvissen niet zo goed
vlotten wil.
Enige jaren terug was het nog
zo, dat men al vast op de Pot
vissen ging jagen, zolang de
jacht op de Vinvissen nog niet
geopend" was. Toen Nederland zich
echter genoodzaakt zag, met dc
Walvisconventie te breken (En-
5eland, Rusland, Noorwegen en
apan) stoorde het zich niet
meer aan de openingsdatum van
de jacht en begon het direct bij
de aanvang van het seizoen op de
Vinvissen te jagen. Aan alle an
dere bepalingen hield ons land
zich echter wel en als we goed
zijn ingelicht zullen we ook weer
var^ de conventie deel gaan uit-
En nu die jacht, waaraan behal-
Maar goed, een
maal binnen
schietbereik wordt
er gevuurd. Er
vliegt een harpoen
over het water,
die. als het goed
is, de walvis in
de rug treft. Op
de kop van die
harpoen zit een
granaat. Deze ont
ploft.
komen, die zich
stevig in de dikke
speklaag vastzet
ten. Aan de har
poen is soms een lijn beves
tigd, bestaande uit 70 meter nylon
en 1000 meter staaldraad, dat
uit een trommel afloopt, maar
soms ook niet. In het laatste
geval wordt dan gesproken van
een „killer" schot, een los schot.
Men lost nogal vaak een „killer"
schot, omdat men daarbij
vrijheid
Rijke taal
Omdat wij mannen dan min
Wanneer twee Spanjaarden <jer vrij zouden zijn, elkaar pi-
op hun gemak zitten te praten, kar,te moppen te vertellen!
zij het „over koetjes
kalfjes" hebben, dan is het f -J|
lust naar hen te luisteren. Zij echter evenmin een gelegenheid
i spreken met een aangeboren gra- onbenut, blijk te geven, goed
^e^u^®f^^en over^een^enor- de tongriem gesneden te
i SDI
zeer ryk
Tot de moderne apparatuur,
waarmee de Willem Barendsz is
lilgerusl, behoort natuurlijk ook
een radar-installatie.
daar de staart
ning moet houden met zijn duik- achterdek van de sleepboot
capaciteiten. Om de 10 a 20 mi- den vastgemaakt. Teneinde te
me humoristische woordenschat. Wanneer'e'é'n feestmaal u
De Spaanse taal is namelijk duurt, wordt het natafelcn uitj
i woorden en idioom, breid' tot drie i
Voor één voorwerp zijn diverse wordt geredeneerd. Kc#.oi.*e..,
benamingen niogelyk woorden met enthousiasme gedeclameerd.
;ge-
daarna. Er
gezongen,
die het gewone volk ook dagelijks De gehele sfeer ademt humor
bezigt. Bovendien beschikt men sympathie uit.
uitgebreid repertoire
sympathie
Aan een nuchtere getuige
dringt zich onvermijdelijk a»
Praten en beloven
terkundige opstellen, die i
grote esthetische schoonheid ge- woord voegen is waardevoller
tuigen. Zelfs de sportverslagge- dan goud! De Spanjaarden die
Alleen mannen
- I„ Spanje zijn de mannen
gewoon, na hit middagmaal aonnlilk amneeen i
der
gezellig te kunnen praten met
andere barbezoekers. Men
scheldt e
gering, op dé Gemeenteraad, op
het slechte weer; men maakt t
meestal bij redevoeringen!
is. alsof óók de hooggeplaatste
ambtenaren ex officio praten
als Brugman, alleen om het per-
zon- SÏÏÜÏJi «en°«en- hun
naar het cafd hanteren.
Inderdaad is het voor de toe-
schermutselingen van welke
Spanjaard dan ook ontwikkeld
of ongeletterd te „fijnproe
ven". Maar wat ook het onder-
i de Demosthenes i
betere toe- karakter cr de boventoon in.
net gaat
of de kanonnier, de „gunner",
goed aanvoelt, op welk moment
en waar ongeveer, de volgende
waterstraal de lucht in zal wor
den gespoten. De meeste „gun
ners" heeft men daarom uit Noor
wegen laten komen.
Zodra een walvis Is geschoten
èn gedood, wordt er een holle
speer, met een rubberslang er
aan, diep in het lichaam van de
vis gestoken, teneinde er lucht
in te kunnen persen. Want alleen
dan blijft de walvis drijven. Ver
volgens plant men er een bamboe- ..w.
stok met een genummerde vlag op. begint
Op het1 moederschip
Eenmaal bij het moederschip
aangekomen legt men een staal
draad om elke staart, om de wal
vissen naar de slipway grote ope
ning in het achterschip) van de
Willem Barendsz te trekken. Nu
komt er nog een grote klauw
aan te pas (een soort anker dat
circa 1000 kg weegt), waarna
een stoomlier de monsters op
het flensdek trekt. En op dit dek
j !_x ontzettende slacht-
de speklaag te ver-
Is dat gebeurd,
dertje,dat een bepaald signaal wordt de walvis door dc
uitzendt. Hierna maakt de jager, hellepoort naar het voordek
alvorens de jacht voort te zet- vleesdek gesleept,
gezaagd wordt en gehakt, om
het vlees van de botten af te ha
len. En het spek. zowel als het
(op een plattegrond) nauwkeurig kers'op de dekken in grote ke-
aantekening houdt; als ook tels onder de dekken, waar zich
- nodige calculaties maakt
de eigen snelheid, de windrich-
ting etc. Aan de seinen van het terecht,
radiozendertje heeft men
nog extra houvast. Op deze
nier blijft het moederschip zo
wel van de posities van de ja
gers als van die der geschoten
walvissen op de hoogte, ('t Omge
keerde is, noch wat de walvis
sen fsic!noch wat de jagers
betreft, het geval.)
vorden, gelijk 't spek
dan 't vlees, flink gekookt (want spek
rna- en botten leveren de meeste
traan op) en in amper drie kwar
tier valt er bovendeks niets meer
van de walvis te zien dan een
vijver van bloed. Soms staan de
„slagers" er tot over de enkels
in! Maar dat kan nu eenmaal
niet anders en wordt uitstekend
En i
gedurende de eerste tijd van het tonJ;raa j °Plavert".
seizoen wordt het eigenlijk niet "?,en die ultge-
donker. Zo hebben we wel eens kookte botten? wilden we we-
nacht, want
donker. Zo hebben
80 vissen in één etmaal gescho
ten, doch 20 30 per dag is nor
maal. En als het weer slecht is
schieten we niets.
Nu is het de taak van de boei-
matisch overboord'
stra laconiek.
De chef-telegrafist vertelde
de gedode walvissen daarna nog duizend-i
op te halen en naar het moeder
schip te slepen. Een kam
dikwijls nog véél zoekert
Daarvan blijft alleen wat poe- 800 werkers uit kleurlingen be-
?at blazen we auto- staat die In Kaapstad afmon-
Boon- steren en dat tijdens de thuis
reis ook een grondige schoon
maak van het moederschip plaats
heeft.
„Een ontzaglijk werk. zo'n dek
reinigen!" interrumpeerden we.
Maar Boonstra zei heel kalm-
elke expe-
op bet oorspronke-
^^^^^^HHHH^^Kdingen. Bijvoorbeeld dat op
slepen. Len karwei, dat het moederschip door twee ploe-
vergt gen 12 uur gewerkt wordt
en bij mist zelfs niet uitvoerbaar dus een continubedrijf is, dat pjes: Welnee
is Maar de stokken met de voor allerlei ongevallen een ditie wordt er 'o
vlaggen en met de zendertjes arts-chirure mpt enkel* i;;u_
komen bij goed Zicht in elk ge- dokters, alsmede
hospitaal
11 bedden aanwezig zijn,
.j^wurucn ae walvissen naar pius een operatiekamer en een de zee in Het meeste hout is
Willem Barendsz getranapor- polikliniek, dat 40 pet van de toch verrot
Gerrit P. Bnonstra
grafist in zijn dot
kamer. Met t
schaft hij ton
weerberichtget
gegevens over windkracht, wind
richting, temperatuur vit
en water, tochtigheid
lucht, beuolkina, neerslag, see-
J etr, „elke gegCMl
radio-Kaapstad verder u orden
gedirigeerd.