\AstiijL nieuwste rman Vertellingen van primitieve zielen M MORALIST MET RESERVE 1 U Het laatste werk van Geestdriftig literatuuronderwijs ZONDAGSBLAD ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1961 Beethoven zat eens te luisteren naar een op de piano improviserende col lega (ik meen Hummel). Het had niet veel om het lijf. Na een poosje werd de grote componist ongeduldig en zei iets in de geest van: „Wanneer be gin je nu toch eigenlijk eens?" Indien dit voorval zich twin tig of dertig jaar later zou heb ben afgespeeld, zou Hummel of wie het dan was zich heb ben kunnen rechtvaardigen door te zeggen: „Er hoeft niets op te volgen, ik ben klaar, dit was een prélude." Sinds Chopin im mers kent men de prélude als een kunstvorm op zichzelf, die niet meer bedoeld is als in leiding op iets anders, dat dan het eigenlijke zou voorstellen. Vestdijks nieuwste roman, De filosoof en de sluipmoordenaar kan men beschouwen als een lite raire prélude in de zin van een zelfstandig werk, dat niet bedoeld is als inleiding tot iets anders (in dit geval een le vensbeschrijving van Karei XII, r koning van Zwe den. die geleefd heeft van 1682 tot 1718). De roman heeft namelijk tot hoofdfiguur de on geveer 27-jarige Frangois-Maric Arouet, zich sedert kort Voltaire noe mende. Arouet is van plan een bio grafie van de enige jaren te voren door sluipmoordenaars hand gevallen sol- datenkoning Karei XII te schrijven. Het hele boek is gewijd aan zijn aar zelingen ter zake en aan gesprekken, die de jonge auteur en (in achttiende eeuw. se zin) filosoof over de vermoorde voert met de Franse ko lonel Siquier, de corpulente Zweed se gravin Eleonora Oxenstierna en haar broer Axel Siquier, wiens naam het Franse boos aardige vernuft ge makkelijk in ver band kan brengen met het woord voor gehuurde sluip moordenaar, sicaire, heeft tijdens een koortsaanval, wel eens uit een open raam geschreeuwd dat hij Karei XII heeft vermoord. Dit blijft evenwel onzeker. Siquier zou graag zien dat Voltaire binnen niet al te lange tijd zijn boek over de dode koning publiceert en de Franse kolonel, jj»-^ rustende verdenking vrijpleit. De roman heeft dus tot thema Voltai- res voorbereidende werkzaamhe den, met name het uithoren van de Franse kolonel Siquier en diens adellijke vriendin Eleonora Oxen stierna, met wie'Siquier namelijk wil trouwen zodra ziin publieke rehabilitatie door middel van Vol- taires te schrijven boek een feit zal zijn geworden. Het paar wil dan naar Zweden terugkeren. Onzekerheden De gesprekken tussen de vier genoemde figuren vinden een dra matische climax tegen het einde van het boek. Siquier daagt de weinig militante Arouet uit tot een duel, omdat hij zich door diens wantrouwen beledigd acht. Ten slotte komt hij de jonge au teur zijn excuses aanbieden en breekt hij met de gravin. De ko lonel sterft twee maanden later, het boek wordt nog weer later tóch nog voltooid en van de re habilitatie voorzien, die Voltaire aan Siquiers nagedachtenis ver plicht meende te zijn. Beschré- ven wordt het schrijven van het boek (Ilistolre de Charles XII, 1731) niet, alleen maar ten slotte vermeld. Het is Vestdijk dus te doen geweest om het spel der on zekerheden, het „warnet van men selijke betrekkingen, waarin schuld en schuldeloosheid elkaar met de hun eigen misleidende dialectiek zoeken en ontvluchten", zoals de omslag zegt. Hierop kom ik straks nog even terug. De muzikale vorm van de pré lude in de zin van Chopin wil het opwekken van een bepaalde ver wachting tot kunst verheffen en het daarbij laten. Het is een in telligente kunstvorm, die zich tot Soede verstaanders richt. Dezen nmers moeten vatbaar zijn voor het opwekken van een verwach ting die niet vervuld wordt; een ouverture tot niets dan de wereld van de eigen gevoelens van de luisteraar. Op een koraalvoorspel behoeft het koraal niet te volgen, omdat men het kent en het is bo vendien genoemd. Een Lied ohne Worte brengt een zangerige melo die. die een beroep doet op de li teraire associaties en fantasie van de toehoorder. Maar de prélude, tenzij zij haar naam verloochent en niets anders is dan een roman tisch pianostukje van bescheiden omvang, beoogt het oproepen van e«n verwachtingsvolle stemming en is daarin zichzelf ten doel. Ontvluchten Zo is het ook met de jongste roman van Vestdijk. De gewone lezer zal er niets aan vinden: er gebeurt uiterst weinig: van Parijs omstreeks 1722 krijgt men weinig te zien. Het dramatisch twistge sprek tegen het slot kan zijn wer king alleen doen. indien men al het voorafgaande aandachtig heeft gelezen. De gehele Voltaire is er niet in, zelfs niet helemaal de jeugdige Voltaire. De ontwikkelde lezer zal het werk als een gero mantiseerde i^eiding op Voltaires boek kunnen aanvaarden. of nieuwsgierig worden naar een eventuele roman over Karei XII van Vestdijks eigen hand. Meer dan de gewone lezer zal de histo risch geïnteresseerde lezer open staan voor de prikkeling der nieuwsgierigheid. Hij wordt be- DE FILOSOOF EN DE SLUIPMOORDENAAR kiest de relativiteit als zijn gees telijk domicilie. Het moireren van goed en kwaad, schuld en on- schuld, is bij hem doel en daarin I verraadt hij zich als de estheet die hij ondergronds altijd - bleven. Grensgeval deze stof menselijke betrekkingen, waarin Resumerend: schuldeloosheid elkaar d" belangrijkste boeken I in piepn mislonen/*» die Vestdijk heeft geschreven, maar dat alleen die lezer zal toe spreken die niet alleen literair- alleen het thema, ook de vorm van het boek. Geheel in dit kader van een tot taire hoge intellectuele kunst opgevoerd minder briljant stylist in- en uitpraten past de figuur van zijdiger, en de schilder Holm, die meesterlijke Voltaire (die copieën van portretten uit de her- schreef en door 0.JS innering schildert, doch nooit he- geschraagd werd) heeft niet veel weegt zich op de grens lemaal voltooit (behalve de stuk- moeite zich met Arouet te identifi- I IIÉjÉtt |||J i. Zijn roman is Frans van stijl, hoewel het moeilijk Fransman afzien van wat van het prélude-karakter, want de merking, die best van Vestdijk historisch geïnteresseerd en tot „misleidende dialectiek", het zelf afkomstig zou kunnen zijn °P zekere hoogte zo gevormd is, is niet De Forum-groep voelde zich aan maar die ook kan bepaalt de spirituele en rationele, acht- tiende-eeuwse Fransen zoals Vol- Diderot verwant. Vestdijk, briljant stylist maar veel- zijdiger, en dieper denker dan men doorgaans verlangt, en die zich volledig kan vinden in een geraffineerd spel van licht en schaduw, van zinspe- lingen en toespelingen, welke voor- wereldtaal namelijk doel zijn in zichzelf. Dit grote cultuur boek is een grensgeval: het be ken die hij zelf behoudt). Ook de ze figuur draagt bij tot het moi rerend effect van het geheel. En nu kom ik terug op wat de zulk omslag zegt derkust (getuige het clair-obscur) en muziek (het spel om het spel). Het is ouderdomskunst, evenals b.v. Goethes Novelle en het gunt een blik in de geest van een mens Ook toont de meester zich in dle nie* v©r van bet einde staat. de beperking, doordat de lezer al- De dingen worden transparant, de lenkbaar i werk zou hebben geschre- C. RIJNSDORP. r aanleiding lesbehalve wordt overladen met werkelijkheid dreigt te vervluchti- historische, beschrijvende details. 8en- Maar het naderende grote Juist door die terughoudendheid zwijgen is onontkoombaar, bij grondige documentatie mani festeert zich de geest van het Frankrijk van de eerste decenniën van de achttiende eeuw op over tuigende wijze. Achtergrond Dit alles is evenwel slechts voorgrond. Op de achtergrond van deze roman (waarmee uw recen- zeker niet kan worden gezegd) ziet men de oudere, ge rijpte Vestdijk, agnosticus, scepti cus, gematigd cynicus, maar te vens astroloog en speler met de gedachte aan het occulte. Bij een begrafenis heb ik eens een Rotter dams patriciër met de ogen zien spelen met de glansjes van zijn ,hoge zije", die hij tijdens de uitvaartdienst op de knieën hield. Zo speelt het zeldzame vernuft, geschoold door een even zeldza- eruditie en de in een geheel onafgebroken schrijven Vestdijk verworven techniek met het probleem verglijdende schuld en onschuld. Hem ontbreekt de diepe ernst van T. S. Eliot, die in zijn Familie reünie ditzelfde probleem heeft handeld en in welk stuk Harry's schuld aan de dood van zijn vrouw óók half in het onzekere wordt ge laten. Maar het is Eliot te doen IMarnix Gijsen ARNIX GIJSEN, Vlaming van geboorte, wonend en wer- dat „zijn verhalen de „Held" ver kend in de Verenigde Staten, is een van onze vrucht- t°ne" \rij hopeloos verstrikt in de hij door een prachtige synthese van stijl en thema. Gijsen schrijft een Nederlands, dat de allengs groeiende elkaar import van vreemde termen en gewestelijke uitdrukkingen royaal verdraagt. schappij." Er is dus meer sprake van strijd dan van spel en de held staat tussen aanhalingstekens. Maar stijl is nog iets meer dan woordkeuze. Het is ten diepste Men moet die heldenrol vooral I :en visie on mens en wereld en on nog meer. Het is de ver- niet te letterlijk nemen. een visie op mens en wereld en op nog meer. Het is de werking van de ruwe thema's die zich iedere romancier aanbieden tot de eenheid van het kunstwerk. Gijsen's laatste boek, lange rij korte i i verzoening. Diens toneelstuk del novellen onder de titel Diaspo- vellenbundels, wil ertoe ra (A. A. M. Stols - J. P. Barth, met Joachim niet te letterlijk i Ironische reserve Dat brengt mij tot de volgende eigenschap die Gijsen in al zijn werk tot op heden behouden heeft, (ijk" daiirën tegen Den"H»ïg." Ï961, het i.etete li vestigt e.jn mee,teriehep Ge- °lêf d^oniicheTese'rve dfê schreven voor eert groep bewon deraars en mensen die van de au teur radicaal verschillen in uit gangspunt en visie, maar die zijn *v betekenis erkennen als stilist en p""* e kenner van de moderne wereld. a£ Gijsen leidt ons een wereld bin- heeIt al8 hij ten opzichte van zijn figuren in acht neemt. Dat is hem wel vaak kwalijk genomen, vooral uijaen ïeiui uus een wereia did- non, die wij mluchlen niet dade. lijk herkennen als de onae. zo cha. otisch jong mens kort na de rlog een loflied op Assisi geschreven dat zich kenmerkt door liefdevol- ~M~ ET vorig jaar heeft onze lliteratuur binnen en- Jj kele weken tweemaal een gevoelig verlies ge leden, eenmaal door het sterven van Anna Bla- man op 13 juli, eenmaal door het sterven van Ida Sijnons, op Zo beleend Anna Blaman is en zo omvangrijk haar oeuvre, zo onbekend is Ida Simons en onze eigentijdse wereld is, al spe- ,,„.,i,K i-,—aai zien xenmerxi aoor neiaevoi- dic wel deTeliik 1(? "vergave. Op het eerste ge- aie wel degelijk ht t goed als niets i £n"H»'mMaraavMëhafM i'Z'aV \TmV in bet huidige werk dat aan dat en".H.jeugdig Idealisms herinnert. De heeft al spoedig het geloof in ouderlijk huis verloren goocheld geraakDaar enigde Staten. Een wereld waarin goed en kwaad wonderlijk ver- verdere verhalen in deze bundel mengd zijn, zonder dat de auteur io „ntl het evenwicht weten te bewa- duidelijk positie kiest. Ondanks ren tussen uitersten. deze dubbelzinnige houding zou Ik 2* g'Vt.lïfïï? »i'i,"r.Vn"ïnbl,!I: hCm mor,ll,t wlllen "Mmen- wJ de intellectueel "GljST aïï vooroordeel is gaan beschouwen. Toelichting Novellenbundels zijn in de Franse li teratuur niet zeld zaam. In de XlXe eeuw hebben figuren als Alfred de Vigny, Guy de Maupassant, Alphonse Dau- det en, wat later, Anatole France hun roem ermee ver groot In de XXe eeuw is de plaats, die dit genre inneemt wel versmalt, maar vermaar de schrijvers hebben het toch niet versmaad. De prachtige bundel van Albert Camus, een van zijn laatste werken, L'exll et royaume, is nog niet vergeten en Marcel Arland heeft de Grand Prix de la Littérature verkregen voor een reeks novellenbundeU naast een enkele roman. Blik zuidwaarts Van Christian Murclaux is enkele maanden geleden een bundel verschenen, die de roem, welke zijn roman Notre Dame des Désemparés hem bracht, niet aantast. Na het brede fresco, dat dit boek geeft van het Spaanse leven ten tijde van de burgeroorlog, die rood en zwart in bloedige botsingen tegen elkander op- Joeg en zulke diepe littekens in het volksleven heeft achter- gelaten, volgt nu een reeks fijn i gepenseelde portretten. die treffen door hun menselijkheid en de warmte, die ze uitstra len. In drie van de vier geval len richten ze de blik van de lezer zuidwaarts, in het bijzon der naar Spanje, dat de liefde van des schrijvers hart heeft. De eerste vertelling, die de bundel zijn naam geeft, ook de langste, verhaalt van een volksvrouw uit Sevilla, die de gave bezit tijdens de processies in de Stille Week een „saeta", een geïmproviseerd lied te zin gen. dat zó uit de diepte van haar ziel opstijgt en met zulk felheid wordt uitgestoten, werking tussen het Passie-ge beuren en haar eigen leven. De grenzen tussen verleden en heden, tussen dood en leven, vallen weg; het mysterie legt beslag op zangeres en hoor ders. Nadat ze haar zoon in de burgeroorlog heeft verloren, komt een tijd van verstomd zwijgen, maar Joselito ver verschijnt haar en dringt haar !tot opnieuw zingen. En dan wordt in haar de laatste „sae ta" geboren, een aanklacht tc- gen Pontius Pilatus en daarin tegen alle wereldse machten, I die het onrecht dulden en het I zwakke laten vertrappen. De tweede vertelling is min der bewogen, maar psycholo- Igisch goed-doorvoeld. Een af gedankte torero voelt zijn ver bondenheid aan de door hem I gedode stieren, die lange Jaren zijn levenskameraden zijn ge weest en waarmee hij ridder- Ilijk heeft gestreden. Het derde verhaal ls het minst overtuigend. Een prles- Iter, die in de oorlogsjaren en na een langdurige ziekte zijn werk ziet afbrokkelen; moeder, die als een geheimzin nige verschijning hem komt smeken haar zoon op te zoe ken. die in geestelijke nood ver keert; de ontmoeting met de jonge man, een schrijver, ver bitterd door liefdesteleur stellingen. aan wie de priester toch een biecht in elementai re vorm weet te ontlokken; daarna een bombardement dat de Jonge man het leven kost; neen. dat is alles onecht, onder de maat van deze «chrij- neger, primitieve ziel, die in Zuid-Frankrijk op een kasteel als kok werkt en zijn hart heeft gegeven aan een koppel duiven, die al zijn le vensvreugde uitmaken. Deza figuur in zijn geheimzinnig au ra vergeet men niet; daarin ■preekt de dichter, die Mur claux ook is. Bekoring Waarin ligt nu de onmis kenbare aantrekkelijkheid van deze novellen? Ver scheidene faktoren werken daarin samen; zoals reeds gezegd is, de warm-mense- ÜJke toon, die toch niet ver valt in sentimentaliteit; daarnaast ook de aanra king met het mysterie, le vend in de Spaans* volks ziel, vooral in Andalousië zowel als In de simpele Afrikaan, en dat In deze tijd van kille techniek ons tegelijkertijd lokt en af schrikt. Verkwikkend is ook, dat bij Murciaux de sexua- liteit niet door alle elemen ten des levens heendringt en ze uitschakelt. Voor deze schrijver werken er ook an dere krachten in een mensen ziel dan deze ene. Een reële faktor is ook do grote taalbeheersing van de auteur. Reeds het voorwoord, dat de vertellingen inleidt en tracht de eenheid ervan aan to tonen, biedt daarvan een prachtig staal. 1915 ïn een gezin behorend tot de hogere middenstand, heeft in Parijs gestudeerd en daar- na veel gereisd in Noord zo wel als in Zuid. Sinds 1945 is hij werkzaam in de diplomatie. Opvoeding, milieö en levens stijl hebben hem een enigszins Seisoleerde positie gegeven in c Franse letteren. kroond met de Grand Prix du Roman de 1'Académie Fran- gaise, nadat reeds in 1953 aan zijn eerste novellcnbundol Lc Kaarde de liefde, al is ze ontdaan niet sterk bezette, verhalende nooJt literatuur ontvallen is. en dat" het is, verder te zien "dan het Wie alleen van figuren en beurtenissen houdt die naar het leven getekend zijn, zal dit boek ongeïnteresseerd ter ziide schul- Wie meent dat het leven het leven getekend is enige toelichting. Men Het is de liefde" tot mengd gezelschap, grotendeels Moralist: de term vereist wel zondaren zonder de Wet. Beeld hogere opdracht woord afgaande, kunnen nfenen -|rnet een verdediger van GELEZES: Gestalten vertrouwde, zal door deze litera- de goede zeden, Dubois' geschreven portret *uur gegrepen en bewogen zijn, ,n tel pin hnttr snerk 7.ii heeft geeft een uistekend beeld van de Als laatste zo klem hit ar uier H. i# fteejt unieke pe„00nlljklleld Ida mogell)k misver!land w|j,-lk zich ook pas in tweede instan- Simons en van haar werk. op dat deze verhalen ook een- de literatuur gewijd..^iek: Er zijn twee woorden voudige lezers vermogen te boei- drag Een d" die Dubois ter kenschetsing ge- en iHa Cimnn, „ia* r. 1 zij een bruikt en die ik gaarne over neem, innerlijke cultuur en on aanraakbaarheid. Terwijl heel het Westen een ter, te doen heeft. Maar dat Voor de oorlog bekend concert-pianiste meermalen met internationale orkesten is opgetreden. Na de cultuurontplooiing toont •e ellende van de oorlogsja- als joodse heeft zü de kampen meegemaakt heeft zij de vermoeiende concertpractijk buiten toe. dreigt te zelfder tijd 3e bron van deze cultuur, haar innerlijkheid, te verdrogen. Met nnerlijkheid wordt hier niets faag mystieks bedoeld, maar hart, Ida Simons heeft niet een elitegroep geschreven mits dergelijke lezers over romans en novenen nomen u ffid begchikkTn verwachte wendingen en delica- te verrassingen van de schrijf- d0nr de ster te volgen. de auteur zich heeft toegefegd op de studie van het menselijk ge drag. Een dergelijke studie heeft niets theoretisch, zij kiest de weg een aantal branieachtige Amerika- i vóór een botsing het he le gezelschap op de professor na de dood injaagt. Dan weer ala joods chirurg in New York tijdens de oorlog, met een scabreuze op- in de weg van strijd dracht. n attdatitd cu samenspel met zijn medemens, Meestal als stille burger, vrei c. UUBUIER veranderingen ondergaat. Een deling in dat grote land, altijd Verhalen, door Maurice D' Haese. Uitgave De Sikkel N.V., Antwerpen, en Hcynis N.V. Amsterdam. Van de Jonge prozaschrijver Maurice D'Haese is nu een bundel van acht verhalen verschenen. Het is mogelijk, dat iemand die nog niets van hem heeft gelezen, bij deze eerste kennismaking wordt verrast, niet zozeer door het gegeven van het verhaal als wel door de psychologische uit werking ervan en de ragfijne cn toch niet te gedetailleerde teke ning van situatie en entourage. Anderen zullen in deze verhalen een bevestiging kunnen vinden van het met „De heilige gram schap" en „De witte muur" geo penbaarde talent. D'Haescs ma nier van vertellen is rad en boei end. ofschoon het verhaal „De vervreemding" beter niet vijftig bladzijden had kunnen beslaan. „De vader" heeft ons ontroerd. Een duidelijke tergrond hebben uc icmucu mei, wie dat verlangt, wordt meestal alsof de literatuur de plaats bijb'ls ^^^e uitgangen du heeft ingenomen. Na wat klei- ievens zijn. ner werk, in het Engels en in het Nederlands onder pseudo niem, heeft zij met de publi- 1) Ida Simons Als Water ln de Woestijn. A. A. M. Stols- J. P. Barth, Den Haag 1961. hoogst dramatisch gebeuren. gens in verwikkelingen, in de knel. Bij ziin toelichting tot zijn vori- De titel van de bundel Diaspora, ge verhalenbundel Mijn vriend in verstrooiing, is veelzeggend, de Moordenaar, schreef de auteur Het woord wordt gewoonlijk toe- De onaanraakbaarheid die Du bois noemt, is daarmee direct verbonden. Zij geeft ook aan heel dit tere werk, dat mij ca,ie van haar QU(obio(,™fi,che Mozart onsrijp- roman Een dwaze Maagd te- baars, ondefinieerbaars. Ida Simons was joodse. geoogst. Maar heeft haar het privilege ge- de gelukkige van een verscherpte het individuele tot op het bizarre toe en een gevoelig orgaan voor de oergegevens van gemeenschap. recht grote er meer nodip voor een auteur. Insiders zagen met span ning haar tweede roman tege moet. Vóór de roman beëindigd familie was, kwam de schrijfster ons te ontvallen. Wat hier nu in boekvorm betreft voor ons ligt, is de aanzet tot in zijn veelsoortige fragmenten deze tweede roman die „Als Wa- voor de buitenstaand ter in de Woestijn" zou heten, lijks bestaat. Er zij ten 1». Verder, onder dezelfde ti- herinnering wekken i Eenheid tel. twee afdelingen verhalen fragmenten. Tenslotte, het boek opent. meesterwerk „Een dwaze uitgever in zijn reeks De blau- inlei- Maagd" (herdrukt bij dezelfde ding van de romancier en essay- uitgegeven in zijn reeks de blau- ist Pierre Dubois, die persoon- We Distel). In de voorgenomen lijk bevriend geweest is met de opbouw van de onvoltooid ge- schrijfster. bleven roman herkent men de Men zou nit SSSïïï. Geen'^onlerY" bloe"d t' "ÏÏLV'SlïS''if°eed„a,,l£ k»"i schrijvend, twee polen kent: de verstande- woord cultus liet vallen, zou ik kunnen zeg- lijke, wetenschappelijke pool en de dichter- gen: drs. Diemer is dogmaticus en mysticus lijke, artistieke. Een leraar in de literatuur- tegelijk, geschiedenis dient deze polariteit in eigen persoon te kennen. De ervaring leert intus sen dat hier en'daar dichterlijke figuren zich -JBÜVQPP hebben aangepast bij het leraarschap, maar (zorgvuldig uitgekozen) gedicht begint. Hoe wijs overheerst. De wijzen dit wel stellende lezer vinden in Diemers Dicht er- posthume publicatie een alle- SSMStSaST dn"" l" «ehee, «««.zd» _;ou toch eenheid en gezicht gekre- voorspellen rden zou zijn. het verdient aanbeveling deze eenheid te sen heeft Posthume publicaties -j"". drijven vaak op de liefde van keI1- .doch iedei! fragmentop intieme kring. persoonlijk oordeel doet, blijk van een beter inzicht dan zulk een verstandelijk letter- kunde-leraar. IN GRONINGEN toont, al enige jaren lang, drs. W. Diemer zich een docent, die de bedenker ,-oor de buitenstaander. Dit nu is met het door zinken zichzelf te waarderen. De flon kerende parel is dan de legende waaraan het boek zijn titel ont leent, die van de beroofde man boek hebben hier literatuur te doen die nergens, behalve dan in het romantorso, de kenmerken van het onvoltooi de draagt. Het hier gepubliceer de ls zo dóórgecomponeerd, rijk genuanceerd, zo rijp en hoogwaardige wordt door levenwekkend water dat, achteraf gekeurd, het romantorso, brak blijkt te zijn. Het scheelt maar weinig of de Sultan, in deze keuring gemengd, had de gelukkige-ongelukkige koopman het leven genomen. Water ln de woenstijn kan gevaarlijk Üw recensent is geen collega en acht zich daarom niet bevoegd een oordeel uit te spre ken over de praktische waarde van Diemers systeem. De vraag is namelijk of ook anderen de resultaten zullen kunnen bereiken, die de .A bedenker van deze methode ongetwijfeld per- hmrbouen aangegeven polante,, met alleen Ioon,uk „„g,t Maar het aitgangnmnt 1, in zich heeft, maar ervan bezeten ts. Litera- voortreffelijk en kan ertoe leiden dat de leer- tuur is voor hem een kunst en een weten schap. en allebei even hevig. Hij toont zich w zijn publicaties een grondig kenner van nïp*f<»n" knn het vak, en belezen in wat hij de context noemt, filosofie b.v. Met name de poëzie heeft zijn grote liefde. Maar hij doceert zijn vak niet zoals een dichter dat d.w.z. vóór alles voel, verbeelding Een misschien vreemd aandoende gedach- tensprong ten besluite. Toen ik het boekje doen, van Diemer bekeken had, werd mij de hoge beroep doende op ge- waarde duidelijk van de overgeleverde en intuïtie, muzikaliteit, thans in gevaar verkerende gewoonte van de woordgevoeligheid en zo voort, maar hij is er dagelijkse Schriftlezing bij de maaltijden, van doordrongen dat deze cultus, zou ik bijna toch al Ida Simons heeft in al haar in het laatste verhaal, naar mijn ■maak het beste, het hele toneel beheersen en Gijsen'» moralisme zijn meest geschikte stof vindt. Twistgesprek In dit verhaal „Kaddish voor Saus Colin" (Kaddish zijn de Jood se gebeden aan het doodsbed) ls de hoofdfiguur een humane en rechtvaardige Jood die sterft aan een Jïeroerte. zodra een twistge sprek om zijn persoon te grote af metingen aanneemt. Hoe meer men afstand neemt van deze ka kelbonte wereld waarin deze no vellen ons binnenleiden, hoe meer men het scabreuze het aanstootge vende, het dubieuze ook van Gij sen's autobiografische positie in dit gedwarrel vergeet en de su- blieme momenten overhoudt. Zo het moment uit het voorlaatste verhaal waar de ik-figuur rech- i«rieni o ,f tegenover een 16-jarige Portorlcaan die zijn hond heeft geslacht, zoals hij vroeger een aantal Jonge katjes levend heeft verbrand, wat weer oorzaak is geworden van de vroeg- tijdige dood van de vrouw van de ik-figuur. De rechter wordt niet tot beul en laat de Jongen gaan, na hem een vernederende straf te hebben opgelego. Achter 3e ik staat Gijsen zelf die deze genade voor recht gis volgt moti veert: „We kunnen weinig doen in deze wereld, wat het goede betreft. In het boze zijn we onbegrensd, onbeperkt". Er is in Gijsen's we reld geen plaats voor de beul om dat er al evenmin plaats ls voor de rechter. Er is achter cynisme en reserve, achter veel wat men morele halfslachtigheid zou kun nen noemen, de milde verstaan der, de mens die lief heeft zolang hij zich maar gedekt kan houden. Bij Gijsen hoeft de liefde geen naam en geen vaste verblijf plaats. Zij Is er wel, maar zij leeft in de verberging, ln ver strooiing, in diaspora. C OUBOTER. werk van D'Haese zeker niet wor den betwist, alhoewel sommig* constructies wel vreemd aandoen en, naar ons dunkt, ook niet ver dedigbaar zijn. „Misschien gaat hij nu weggaan" kunnen wij nog steeds niet als normaal Neder lands aanvaarden, evenmin als een zich neervlciende mist en bier dat minder goed is als melk. Hannibal, de Carthnger. door David de Jong. Uitgave Con tact, Amsterdam-Antwerpen. te tocht over de Alpen i krijgslisten. David dé Jóng geeft er bliik van ziin stof te beheer sen. Hii heeft geen oppervlakki ge vertelling geschreven, maar een boek dat op ongekunstelde manier de diepere drijfveren van Hannibals streven blootlegt en deze gedrevene schetst als een eenzame figuur in voortdurend conflict met de mensen die zijn idealisme niet willen of kunnen begrijpen. Perzisch Mozaïek, door Wlm Dunsel. Uitgave C. de Boer Jr., Hllver- In dit boek dat over Iran han delt vertelt de reizende journalist over oude kuituur en moderne olie-Installaties. Hij reisde van oost naar west en van zuid naar noord, overal zijn indrukken opdoend, die hll met het air van een vlotte ver teller op papier heeft gezet. HIJ be schrijft de armoede van dc massa en de onmetelijke rijkdom van de enkeling, en vertelt van de poli tieke moeilijkheden, die Iran heeft, daar het land grenst aan de Sow- letunle en de regering toch het Westelijk kamp heeft gekozen. De lezer krijgt een scherpe indruk van de sociale en economische toe standen ln dit eeuwenoude land dat, evenals het gehele midden oosten, een stormachtige ontwik keling doormaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17