Politiek moet de jeugd
leefbaar bestaan geven
Een kanttekening
Een woord voor vandaag
Gemeentebestuur drage
eigen verantwoording
De kerk groeit opnieuw
in atheïstisch Rusland
Jodendom heeft grote aantrekkingskracht
ONZERZIJDS
KAN DAT ALLEMAAL?
^LS HET OOIT duidelijk is geworden, dat moeilijkheden op sociaal-econo
misch terrein zich beslist niet beperken tot perloden van depressie in
het economisch leven, dan heeft deze tijd met zijn uitzonderlijke hoog
conjunctuur dit wel aangetoond. Want ook nu lijken de moeilijkheden wel
niet van de lucht te zijn, zij het dan ook dat deze moeilijkheden gelukkig
van heel andere aard zijn dan tijdens een periode van neergang in het eco-
nomisch leven.
In de vooroorlogse periode vormde het ontstellend hoge werkloosheidscijfer
hèt grote sociale probleem. Terecht heeft daarna met name de christelijke
vakbeweging de (volledige) werkgelegenheid als nummer één op haar
prioriteitenlijstje genoteerd gehad. En met dankbaarheid mag thans wor
den geconstateerd, dat deze volledige werkgelegenheid in de huidige periode
van opgang in het economisch leven Is verwerkelijkt. Het werkloosheids
probleem is althans voorlopig vrijwel opgeheven, maar we ervaren nu, dat
de volledige werkgelegenheid ook een, zij het minder schrijnend, pro
bleem is.
We willen in dit verband speciaal aandacht vragen voor de verhouding van
werkgever en werknemer. In perioden van grote werkloosheid is terecht
van de zijde van de werknemersvakbeweging aan het adres van bepaalde
werkgevers het verwijt gemaakt, dat deze werkgevers wel heel lichtvaardig
hun arbeiders ontsloegen en zich maar weinig realiseerden, welk sociaal
leed zij over vele gezinnen brachten.
Thans zijn de rollen omgekeerd, thans moeten de werkgevers blij rijn als zij
een arbeider kunnen krijgen, en thans zullen de arbeiders moeten waken
tegen een te lichtvaardig ontslag nemen, tegen een teveel over het hoofd
zien van de sociale en economische gevolgen voor het bedrijf, tegen het
uitbuiten van eigen positie.
De arbeiders en de arbeidersvakbeweging zullen thans moeten tonen sterke
benen te bezitten om de weelde van de volledige werkgelegenheid te kun
nen dragen. Of dit ook altijd inderdaad het geval is? Och, ook de arbeiders
en de vakbeweging is niets menselijks vreemd. Ook hier gaat men wel
eens te ver, ook hier is de verleiding wel eens te groot om geen gebruik
te maken van de eigen machtspositie.
Wij menen, dat het nuttig is dit te signaleren, omdat in een tijd van hoog
conjunctuur het optreden van de arbeiders en de arbeidersvakbeweging be
heerst behoort te worden door de beginselen, waarvan men ook onder
andere omstandigheden uitgaat Beginselen, waarop men onder andere om
standigheden bij de werkgevers een beroep meent te mogen doen.
Als symptomen van een onjuiste mentaliteit, die samenhangt met de hui
dige periode van opgang in het economisch leven, zouden we willen noemen:
het erg gemakkelijk veranderen van werkgever, een klein meningsverschil
over beloning of werktijd is al voldoende; het deelnemen aan langzaam-aan-
acties, het weigeren overwerk te verrichten en andere vormen van lijdelijk
verzet waarmee men poogt de tegenpartij bepaalde dingen af te dwingen.
Ook het houden van demonstratieve congressen zouden we in dit verband
willen noemen.
Met instemming citeren we hier, wat „Samenwerking", het orgaan van de
Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond schrijft:
„Om volledig van de gunstige conjunctuurontwikkeling te kunnen genieten,
zullen we onszelf een zekere discipline op moeten leggen. Het plegen van
machtsmisbruik heeft nooit onze instemming gehad. Bovendien werkt dit
kwaad als een soort besmettelijke riekte. Samen zullen we de spelregels
in acht hebben te nemen. Woordbreuk is altijd uit den boze. En misbruik
maken van de zwakkere positie van de tegenpartij, blijft fout. Wanneer er
iets niet in orde is, dan is daar de weg van het overleg en het samen-
spreken.
„Dat we ons op een hellend vlak bevinden zal niemand kunnen ontkennen.
Dat we ons samen moeten inspannen om dit gevaar dat ons bedreigt af te
wenden, zal een ieder die het wel meent met onze samenleving, willen
toestemmen. Zonder spelregels kunnen we het niet stellen en deze spel
regels hebben alleen maar waarde, wanneer we onszelf de discipline op
leggen, ons aan die spelregels te houden. Indien we van harte willen mee
werken aan de gezondmaking van ons volksleven, dan zullen we dat moeten
doen vanuit onze bijbelse opdracht. De gevaren die hier dreigen zijn ook
een gevolg van te weinig luisteren naar wat Gods Woord ons voor de onder
linge verhoudingen in het maatschappelijk leven te zeggen heeft".
Van harte kunnen wij instemmen met wat hier van de zijde van de Ned.
Chr. Landarbeidersbond wordt geschreven.
Het is altijd het ideaal van de christelijke vakbeweging geweest, en het Is
nog haar ideaal, om door overleg en samenwerking haar doeleinden op
maatschappelijk terrein te bereiken. Dit geldt zowel voor de Individuele
werknemer als voor de collectiviteit van de vakbeweging. Dit is een weg,
die rij op grond van haar beginselen in vrijheid mag gaan, maar tevens ge
roepen is te gaan.
Zowel in een tijd van neergaande al? van opgaande conjunctuur valt hierop
niets af te dingen.
Drs. Van Hulst op C.H.U.-conferentie
(Van een onzer redacteuren)
Het c.h. Eerste-Kamerlid drs. J.
W. Van Hulst heeft zaterdag op de
laatste dag van de C.H.U.-zomer-
conferentie een politieke visie ge
geven op de in vele opzichten be
klagenswaardige situatie, waarin
een groot deel van de Nederlandse
jeugd zich thans bevindt. Als
psycholoog en pedagoog gaf de
heer Van Hulst eerst een uitvoe
rige diagnose om vervolgens als
politicus een antwoord te geven op
de vraag hoe de politiek het maat
schappelijk klimaat zo kan ver
beteren, dat de jeugd weer een
leefbaar leven krijgt. Het referaat
van de senator vond veel weer
klank onder de conferentiegangers
en leidde dan ook tot een diep
gaande discussie.
De heer Van Hulst stelde aan het be-
- 11 vaji zijn betoog vast, dat het kind
van vandaag met name in de grote ste
den de noodzakelijke ruimte, rust en
stilte ontbeert. Dat is een gevolg van
de benarde behuizing, die een nieuwe
geestelijke afwijking heeft geïntrodu
ceerd: de flatneurose. Deze ziekte doet
zich vooral bij de naar de stad gemi
greerde gezinnen voor. In de techniek
vSn de flatbouw en de geluidswering
zijn wij in ons land jaren ten achter.
De woningsituatie vormt een ernstige
en concrete bedreiging voor het Neder
landse kind. Bij de politieke debatten
over de woningbouw is met dit aspect
onvoldoende rekening gehouden. Als er
een nieuw politiek program zou komen,
zou daarin de passage moeten voorko
men: „Het kind dient verlost te worden
van de akoestische druk". Men vlucht
in deze tijd van lawaai naar lawaai
(zie het bermtoerisme). Men vergeet,
dat het kind dat vandaag niet neer aan
de stilte kan wennen, de neuroticus van
morgen zal zijn.
Ter verkrijging van de nodige rust
neemt onder de jeugd het gebruik van
slaap- en verdovende middelen sterk
toe. Mens en slaap zijn in plaats van
vrienden vijanden van elkaar geworden.
Velen gebruiken geneesmiddelen als
consumptieartikelen en het is hier, dat
Advertentie
Texllal stoffen met
het FELISOL-etiket
zijn kleurechtI
Let U dus voortaan
op FEUSOL
FELISOL
écht kleurecht
de politiek op haar hoede dient te zijn.
In gemeen overleg tussen regering en
volksvertegenwoordiging dienen naar de
mening van de heer Van Hulst maatre
gelen te worden overwogen om te voor
komen, dat het geneesmiddel verder
verwordt tot wat het ten dele reeds is:
een destructieve kracht voor de gezond
heid
In de derde plaats wordt het kind
ernstig bedreigd door bedrijvers van ze
dendelicten. Men zal over deze mensen
niet uitsluitend emotioneel moeten oor
delen, maar hen primair moeten be
schouwen als zieken, die behandeling en
verpleging behoeven en daar ook recht
op hebben. De politiek heeft de dure
E licht hiervoor naar wegen en middelen
i zoeken. Als de maatschappij net in
staat is de geestelijk gestoorden afdoen
de te behandelen, zal men hen des
noods levenslang uit de samenleving
moeten verwijderen. Maar men zal hen
dan tevens een bestaan moeten ver
schaffen dat vanuit die geestelijke ge
stoordheid als een menselijk bestaan
kan worden beschouwd.
Het vierde gevaar dat de jeugd be
dreigt, is het moderne verkeer, dat
per jaar een school van 400 kinderen
uitroeit. Het totale aantal verkeers
slachtoffers zal dit jaar vermoedelijk
stijgen tot het aantal dat bij de
tersnood van 1953 om het leven
kwam. Het kind heeft daarin een
zeer groot aandeel. Deze feiten roe
pen om maatregelen. Spreker vroeg
zich af, of de politiek in dit opzicht
wel de diligentie en actualiteit ver
toont die om Gods wil en om de vei
ligheid van het kind geboden is.
Nozems
Uitvoerig stond de heer Van Hulst
ook stil bij het verschijnsel van de
nozems. Deze jongerencategorieën ken
merken zich ondermeer door rebellie
tegen het gezag, non-conformisme,
me, overtrokken hang naar vermaak.
Maar als men dieper kijkt, blijkt bij
hen een grote behoefte aan geborgen
heid en eenvoudige gezelligheid te le
ven. Hun houding tegenover de maat
schappij moge er een van protest zijn,
niettemin snakken zij naar leiding. Hier
ligt de mogelijkheid hen terug te bren
gen naar de geordende samenleving.
Fel keerde de heer Van Hulst zich te
gen prof. Hazewinkel-Suringa, die vindt
dat hardhandig tegen de nozems moet
worden opgetreden en dat ze zich maar
moeten aanpassen aan de miserabele
woon- en slaapgelegenheden. Dit is
misschien wel de gemakkelijkste en
zeker de goedkoopste weg, maar hij
loopt volstrekt dood.
Jarenlang is in ons land de jeugdzorg
een sluitpost op de begroting geweest.
De regering we gerde „een Delta-plan
voor de jeugd op te stellen". Gelukkig
komt daar nu, mede dank zij het be
leid van de c.h, staatssecretaris Schol-
te- en!<»e vemrHeHng in. Neder'and
moet echter nofc meer gaan beseffen,
dat het ten opzichte van de jeugd mo-
ic.e en nuanci»..e schuid heeft.
opzicht met de wens van onze mede
mens rekening te houden.
Aan het slot van de conferentie werd
namens drie aanwezige bestuursleden
van de Federatie van C.H.-Jongeren een
verklaring afgelegd. Daarin werd stel
ling genomen tegen de „onheuse aanval,
die prof. Van Niftrik vrijdag op de
:.h.jongeren had gedaan". De hoogle-
•aar had hen gekwalificeerd als een
„onklaar, waterig stelletje", dat vroe
ger vóór fusie met de a.r. was, maar
daar nu plotseling tegen zou zijn. Dit
verwijt wezen de drie bestuursleden van
de hand. Zij herinnerden er in hun ver
klaring aan, dat de c.h.jongeren samen
werking met de ARJOS hebben be
proefd, maar dat teleurstellingen op
dit punt niet zijn uitgebleven. „Van
een werkelijk elkaar verstaan, dat de
basis zou kunnen zijn voor een samen
gaan van A.R. en C.H., was geen spra
ke", aldus de verklaring.
De zomerconferentie stond onder lei
ding van de tweede secretaris der
C.H.U. de heer E. Kamphuis.
Uniecollecte
gebracht:
In Kielwindeweer ƒ238,50; Stadskanaal
104,75; Oude Bildtzijl 325,30; Nes 306;
Wartena ƒ126; Wolvega ƒ385,85; Schoone-
beek 87; Noordoostpolder ƒ6.838,10; Ge-
nemuiden ƒ1.150; Heino ƒ368; Ittersum
153,29; Steenwjjk ƒ910; Ede ƒ5.185,63;
Vaassen 807,25; Vorden ƒ1.150; Zegveld
ƒ238,18; Haarlem ƒ1.894,40; Purmerend
822,35; Zuid-Beiierland 720; 's-Gra-
venhage II ƒ730,40; Heinenoord ƒ489,50;
Moerkapelle 76,74; Ooltgensplaat
731,50; Poortugaal 402; Werkendam
ƒ282.91.
Totaal van 625 lokale comité's
ƒ401.381,57, verleden jaar ƒ353.835,67.
Rector-magnificus te
Nijmegen benoemd
Het bestuur van de Sint Radbouds-
stichting heeft prof. dr. J. H. Teylingen
voor het studiejaar 19611962 benoemd
tot rector magnificus van de r.k. uni
versiteit te Nijmegen.
Beroepingswerk
GEREFORMEERDE KERKEN
Aangenomen naar Zwolle, vac. J. H.
Kuiper: Jac. v. d. Wal te Vrouwen
polder.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
ANDERZIJDS
OPEN BRIEF1
nu wel de rol, die na 1
ring in het jaar 1961
zou passen?
Een aantal vrijgemaakte acade
mici hebben enige weken geleden
een open brief doen verschijnen,
getiteld „1944" en „1961" en ge
adresseerd aan de hoogleraren dr.
H. N. Ridderbos en J. Kamphuis.
De briefschrijvers vergelijken de
synodes uit 1944 en uit 1961 en
komen tot de conclusie dat ze bei
de synodes even verwerpelijk vin-
beschouwen van wat hun enerzijds
in 1944, anderzijds in 1961 tegen
staat; Beiden worden beurtelings
op de korrel genomen. En zo
lig ik dan samen met prof. Kamp
huis op de operatietafel", aldus
prof. Herman Ridderbos, die in
het „Gereformeerd Weekblad"
reageert op deze open brief en on
der meer het volgende schrijft:
IK zal hun de onbillijkheid
waarmee ze mij' bejegenen wel
voorhouden, maar ik moet niet al
te lange tenen hebben. Als ik de
eerste ergernis te boven ben en
waarom zou ik niet en nog eCns
lees en lees, heb ik toch het gevoel,
dat 1961 toch wel de beslissende
stoot heeft gegeven tot het schrij
ven van deze brochure, en dat de
vergelijking met 1944 eigenlijk dient
om uit te drukken, hoe erg het wel
Sesteld is met 1961. Moet een an-
er of ik dus (tijdelijk nog?) als
hoofd van Jut fungeren, wat doet
het er toe als dit tegelijkertijd kan
helpen de zo lang gebonden spieren
wat losser te maken? Dit slaan zal
aan de kritiek plaats maken
iets anders: Het begint ongeveer
aldus: „Wat wij dachten te ont
vluchten (slag op het hoofd van
Jut!) daarin zijn we opnieuw te-
recht gekomen." Het gaat verder:
kritiek op synodalen (zach-
niet helemaal het hoofd kwijt wa
ren toen ze tegen bepaalde dingen:
neen hebben gezegd en dat neen tot
nu toe weigeren te herroepen? Zou
den we soms. in plaats van 1944 te
Sebruiken als stok om 1961 te slaan,
it 1944 nog eens met andere ogen
moeten beschouwen bijv, als «fig—
pogi
den?
Ik gevoel dat het niet elegant is
de ellende van een ander te willen
annexeren. Ik zal er daarom niet op
doorgaan. Maar ik breng dit naar
voren, omdat de heren zelf mijn
oordeel over dat verleden willen ho
ren en mij in alle vorm deze indrin
gende vraag stellen: „Hooggeachte
prof. Ridderbos, kunt U zich niet
indenken, dat zoals U thans oor
deelt over., het synodebesluit 1961,
wij eens diep geroerd zijn geweest
over de handelingen van de synode
die tot de schorsing van prof. dr.
K. Schilder leidde?7' (p. 10). En
even later: zou het niet kunnen
zijn, dat U achteraf erkent, als U
de Jaren 1944—1961 eens rustig over
denkt: en toch had het anders ge
moeten en die schorsingen zijn een
misstap geweestZou het onbe
staanbaar zijn, dat U professor R.
doet, wat dr. Bruins Slot eens ge
zegd heeft in 1961, nadat hij
IK zou willen antwoorden: als u
ons wilt verzekeren, hoe zwaar
u de zaak destijds gelegen heeft en
als u ons zoudt willen duidelijk ma
ken: wij meenden niet anders te
kunnen handelen in 1944 en wij me
nen nog, dat het van uw kant an
ders gemoeten en anders gekund
had, dan zal ik u niet alleen niet in
de rede vallen, maar dan wil ik,
staande aan de andere kant, het be-
dan geen
O- F deze brochure
perspectief biedt?
Zij biedt dat in zekere zin stellig.
Zij is bij alle kritiek op anderen
toch vol van een goede en christelij
ke gezindheid. Er spreekt ook een ge
zond en krachtig besef uit voor de
werkelijkheid, bijv. van de jongeren
in de kerken. Het snoeven is er niet
meer bij. Er is een pleidooi in voor
openheid naar elkander. Er is ook
een besef van verantwoordelijkheid
voor eigen kring, dat wij prijzen.
Dit alles in één brochure is niet wei
nig.
En toch het is nog niet het ver
lossende woord.
Als voorbereiding, als handreiking
voor het gesprek willen wij het be
groeten en de wat eigenaardige
groepering en enscenering zullen
we gaarne op de koop toe nemen.
Maar het wachten is op wat anders.
Op de stem van de profeet, die zegt:
wanneer zal er genoeg gepraat zijn
en zal de tijd om op te staan zijn
aangebroken?
Wanneer zal het besef tot ons
doordringen, dat wij onze korte le
venstijd voor iets anders van de
Heer verkregen hebben, dan om ein
deloos met elkaar te twisten?
grip trachten te verkrijg»
van mij verlangt. Ik zal het nooit
helemèèl begrijpen. Wie zal in
tere slag) kunnen we eigenlijk ook
in onze eigen kring kwijt." En het
eindigt: „Wij hebben geen reden
Zo verloopt eigenlijk de curve van
aange
boden: groet des vredes. En moet
men dan zeggen: op die groet wil ik
niet antwoorden, zolang ik nog met
mijn eigen R. onder de noemer K.
wordt gebracht?
HET zou natuurlijk van nog méér
inzicht getuigd hebben bij deze
vrijgemaakte intelligentsia, als zij
aan het slot tot de vraag gekomen
waren: zou het ook kunnen zijn,
dat de zure vruchten, die wij nu
eten niet te wijten zijn aan het
slechte seizoen (1961) maar aan de
boom. waarvan wij ze geplukt heb
ben en die wij in 1945 met zo
groot enthousiasme geplant heb
ben? Zou het ook kunnen zijn
dat de mannen van 1944 van
wie toch ook maar *en enkele een
hoofd heeft om er flink op te alaan!
strijd, waarin ten slotte gekozen
moet worden, zich ooit helemaal
kunnen vereenzelvigen met degene,
die de andere keuze doet? Toch zijn
wij elkander on ben ik u het be
grip verschuldigd, dat u van mij
vraagt. Maar overvraagt u niet,
als van mijn kant nu de toezegging
moet komen, dat het niet weer zal
Sebeuren. Bijna zoudt u mij verlei
en u het oude journaal nog eens
voor te lezen van 1939—1944. Ik zal
het niet doen. Maar waarom dan al
tijd weer de vraag: gij moet zeggen,
dat wij niet anders konden? Ér is
een betere vraag en een beter voor
stel. Laat ons er samen over zwij
gen. Of anders: laat ons het ver
bond vernieuwen en laat ons samen
aan het begin van de nieuwe weg
tot elkaar zeggen: Wat toen gebeurd
is zal, als God ons wil helpen, nóóit
meer voorkomen.
Deze voorstellen hebben wij u óók
Ïedaan in Utrecht 1959. Wat moge
c in alle bescheidenheid aan u vra
gen onderscheidt u, dat u daar
op met geen woord zoudt behoeven
te antwoorden en alleen maar geroe
pen zoudt zijn in welke zachtzin
nige vorm ook beterschapsbelof
ten in ontvangst te nemen? Is dat
-
Veel jeugd ww-, ..„us de heer Van
Hulst, beneerst dour ^ngst. Is het de
opdracht van de politiek de jongeren
aaarin bij te staan? Ja en neen. De
politiek heeft bier tot taak boven zich
zelf uit te wijzen. Hier ligt het ontmoe
tingspunt tussen kerk en staatkunde.
De politiek moet zich beperken tot het
scheppen van zoveel mogelijk voorwaar
den voor een maatschappij, waarin de
jeugd een leven krijgt dat leefbaar is
en een dood die sterfbaar is.
Het behoort niet tot onze politieke
taak de jeugd door de prediking van
Gods Woord en de bediening van de sa
cramenten tot Christus te leiden. Dat
moet de kerk doen. Wel is het de plicht
van een christelijke politieke partij naar
een maatschappijvorm te streven, die
geen belemmeringen (als woningnood
enz.) opwerpt voor de voortgang van
het evangelie In deze wereld.
Bij de discussie die op het referaat
volgde, werd o.m. de vraag gesteld of
de christelijk-historischen in het belang
van de jeugd niet een wat positievere
houding tegenover de zondagssport moe
ten aannemen. In zijn antwoord beken
de de heer Van Hulst, persoonlijk de
zondagssport niet als een gevaar te
zien. Toen die er nog niet in die mate
was, was het drankmisbruik oneindig
veel groter dan nu. Men zal in deze
zaak evenals t.a.v. de toto oog
moeten hebben voor de opvatting van
anderen. Als wij de mensen de zondags
sport afnemen, zullen we er iets anders
voor in de plaats moeten stellen. Kun
nen we dat niet, dan behoren we in dit
„God liefhebben boven al en uw naaste als uzelve" het is
de inhoud van Gods wet die zo hartstochtelijk bezongen
wordt in psalm 119. Het liefhebben van God is het eerste en
het grote gebod, het tweede is „daaraan gelijk". Uit het eer-
ste gebod volgt het tweede omgekeerd is het tweede niet
mogelijk zonder het eerste.
Is dat laatste inderdaad waar? Men hoort het zo dikwijls
zeggen: ,Je kunt toch ook wel een goed mens zijn zonder dat
je „vroom" bent! Om goed te zijn voor je medemensen hoef
je toch geen kerkmens te zijn!" En in de praktijk van het
leven lijkt het er dikwijls op dat deze stelling juister is dan
die gestelde samenhang tussen het liefhebben van God en het
liefhebben van de naaste. Mensen die „aan God noch gebod 1
doen" zijn dikwijls heel wat stipter in het eerbiedigen van de
naaste dan christenen. Ja zelfs: zijn dikwijls heel wat liefde-
voller in het bejegenen van de naaste dan christenen! Want
helaas zijn christenen lang niet altijd levende brieven van j
Gods liefde"!
Niet zonder tranen van berouw kan daarom de vraag die wij
hier aan de orde stelden onder ogen worden gezien.
Aspecten nieuwe
wet besproken
(Van een onzer redacteuren)
Ondanks de verschillende onzeker
heden voor wat de praktische uitvoe
ring betreft, is de deskundige op het
terrein van de gemeente-financiën,
burgemeester L C. Haspels uit Bussum
uiterst dankbaar, dat de nieuwe finan
ciële verhoudingswet tussen het rijk
en de gemeente tot stand is gekomen.
Burgemeester Haspels liet dit zater
dag duidelijk blijken, toen hij in de,
onder voorzitterschap van mr. dr. E.
P. Verkerk, te Boskoop gehouden jaar
vergadering van de Zuidhollandse ver
eniging van Anti-Revolutionaire ge
meente- en provinciebestuurders over
enige aspecten van de nieuwe wet
sprak.
Hoewel burgemeester Haspels er van
overtuigd was, dat met het tot nu toe
gevolgde systeem van subjectieve uit
keringen uit het gemeentefonds goed
werk is gedaan, wilde hij niet verhelen,
dat aan dit systeem grote bezwaren kleef
den. „Ik ben ontzettend blij, dat we van
het systeem van de subjectieve uitke
ringen af zijn", aldus spr. „Natuurlijk
kent de nieuwe wet aanvullende uitke
ringen voor bijzondere gevallen, maai
dit brengt een driejarig toezicht op het
gemeentelijk beleid mede." „Drie jaren
vagevuur", zo noemde de r.k. burge
meester van Oudenbosch dit toezicht.
„Het toezicht zal echter uitermate
streng zijn. Maar dit moet gebeuren om
dat ik niet geloof, dat we anders uit de
narigheid van de subjectieve uitkeringen
zullen kunnen komen", aldus burgemees
ter Haspels, die sprekende over de toe-
Communistisch blad geeft toe
Ondanks alle atheïstische pro
paganda groeit de kerk in Rusland.
Dat is gebleken uit een artikel
in het Russische blad „Voprosy
Filosofii" waarin de vraag wordt
gesteld: „Waarom is het aantal
lidmaten van de kerken in het
atheïstische Rusland toegenomen?"
Reeds jarenlang wordt in Russische
bladen heel voorzichtig toegegeven dat
de kerken sedert het einde van de
tweede wereldoorlog groeien. Nu blijkt
dat ook de jongeren belangstelling be
ginnen te tonen voor de kerk en zich
bij haar aansluiten. Deze ontwikkeling
vooral opmerkelijk omdat het com-
jnisme altyd geleerd heeft dat de
kerk als een oude vrouw zou uitster
ven, omdat zij toch alleen maar een
boodschap heeft voor oude mensen.
Zelden ls een Russische blad zo open
lijk op de groei van de kerk ingegaan
als „Voprosy Filosofii". Dit Ideologi
sche orgaan verdeelt de kerkelijke be
volking van Rusland in drie soorten.
Daar zijn in de eerste plaats de „gelo
vige fanatiekelingen," die actieve pro
paganda voeren voor hun kerk, dan de
e-elovlercn die het atheïsme tolereren en
de conformisten die wel met de kerk
gebroken hebben, uiterlijk althans,
maar haar niet In het openbaar bestrij-
Natuurlijk zoekt het blad een oor
zaak voor de hernieuwde groei van de
kerk. In de eerste plaats moet de
communistische propaganda het ont
gelden, die nog altijd te zwak is.
Maar hoofdzakelijk zijn toch buiten
landse invloeden de schuld van deze
groei. Vooral de godsdienstige uitzen
dingen van de Stem van Amerika"
en de zender „Vrij Europa" hebben
grote invloed. Zo geeft dit artikel
gemerkt het westen een antwoord op
de vraag of de godsdienstige evange
lisatieuitzendingen naar Rusland wel
zin hebben.
De allerbelangrijkste oorzaak ziet het
blad echter in het feit dat de kerkelij
ke mensen zich niet langer tegen het
bestaan van de Sowjetstaat verzetten,
maar deze regering hebben aanvaard.
Dat houdt in dat deze mensen niet lan
ger propaganda tegen de regering
ren en het communisme niet langer
ti-christelijk noemen. Bovendien leren
deze gelovigen tegenwoordig dat er geen
enkele tegenspraak is tussen geloof en
wetenschap en dat Christus als eerste
de mens heeft opgeroepen tot vrijheid,
gelijkheid en broederschap.
Deze laatste argumenten winnen voor
namelijk de arbeiders, boeren en vrou
wen voor het christelijke geloof.Jonge
mensen echter worden hoofdzakelijk ge
wonnen door zangkoren, orkestjes. en
gezellige bijeenkomsten
Toenemend aantal proselieten
komstige situatie van de z.g. garantie-
gemeenten (o.a. Rotterdam en Den
Haag) niet geloofde, dat de pap zo heet
gegeten zal worden als ze wordt opge
diend, namelijk bij de in vijf jaren af
lopende garantie-uitkering uit het ge
meentefonds.
De Bussumse burgemeester hoopte,
dat de gemeenten in de nabije toekomst
een eigen belastinggebied krijgen, dat
wat steviger is dan wat we nu kennen.
„Natuurlijk betekent dit niet, zoals vroe
ger, een opschroeving van de inkomsten
belasting. Het is allerminst de bedoe
ling, dat wanneer de rijksbelastingen
worden verlaagd, alle gemeenten zich
zullen moeten haasten om met een eigen
woonplaatsbelasting te komen, waartoe
Men zal de invoering van nieuwe en
verhoging van bestaande gemeentelijke
belastingen zorgvuldig moeten bekijken,
mede in verband met het verzorgingspeil
van de gemeenten. Het is volkomen bil
lijk, dat een heel klein stukje van de
huurverhoging uit de jaren 1949 tot I960
worden verwerkt in een hogere straat-
en rioolbelasting," aldus spr.
Met nadruk wees burgemeester Has
pels er ten slotte op, dat niet alle dui
zend Nederlandse gemeenten eenzelfde
verzorgingspeil kunnen hebben. Ieder
gemeentebestuur zal moeten roeien met
de riemen, die men heeft. Wanneer het
verzorgingspeil In alle gemeenten gelijk
zou zijn, zou de vraag gesteld moeten
worden, waarom men dan nog het pleit
zou moeten voeren voor een gedecentra
liseerd bestuur met.een eigen bestuur.
Onder de thans aflopende regeling heeft
de gemeentelijke zelfstandigheid wel
enige deuken gekregen. Om dit te her
stellen en in de toekomst te voorkomen,
wilde spr. pleiten voor een gedecentra
liseerd bestuur, waardoor de eigen ver-
antwoordelijkheid van de gemeentebe
stuurders meer zal kunnen spreken.
Vooraf was in de goed bezochte ver
gadering een huishoudelijke agenda af
gewerkt, waarbij de aftredende bestuurs
leden burgemeester N. van der Brugge
uit Giessenburg, burgemeester mr. H. H.
Douma uit Papendrecht, wethouder P. C.
Elfferich uit Delft en de heer L. Los uit
Leiderdorp werden herbenoemd. In de
vacature, ontstaan door het bedanken
van wethouder mr. H. Bavinck uit Rot
terdam werd wethouder mr. R, M. van
Reenen uit Den Haag benoemd. De wet
houders M. H. L. Westrate uit Vlaar-
dingen en E. A. Polet werden herbe
noemd als lid, resp. plaatsvervangend lid
van het Verbandsbestuur.
Vóór de gemeenschappelijke lunch wer
den de leden der vereniging officieel ont
vangen door het gemeentebestuur van
Boskoop, waarbij burgemeester mr. dr.
E. P. Verkerk als gastheer optrad. Na de
middag werd een bezoek gebracht aan
het rosarium en een proeftuin-boom
kwekerij.
COURANTEN KRONIEK
In onderstaand artikel van de Nieuwe
Rotterdamse Courant wordt de zeer pre
caire positie van Engeland in de Arabische
wereld i.v.m. Koeweit belicht. De Nieuwe
Rotterdamse Courant heeft evenwel tenvol-
le vertrouwen in de Britse diplomatie, on
danks alles:
Engeland bevindt zicli in een moeilijke
positie door de kwestie-Koeweit, maar Lon
den heeft genoeg politieke ervaring om hel
niet tot een catastrofe voor zijn positie iu
het Midden-Oosten te laten komen. De enor
me blunder van de aanval op Suez in 1956
was een uitzondering op de regel van een
koele, stabiliserende politiek. Londen zal
trouwens wel niet verwacht hebben, dat
het in de Arabische wereld bijval zou oog
sten met liet zenden van troepen naar
Koeweit om een Iraakse aanval te weren.
Ook zal men in Engeland wel niet gemeend
bobben, dat Rusland zich niet zou verzet
ten tegen de Britse resolutie in de Veilig
heidsraad.
De Sowjetunie heeft in het conflict de zij
lrak gekozen maar toch niet ge-
(Van een onzer medewerkers)
Sinds de staat Israël in het leven
is geroepen en voor de Joden, waar
ook ter wereld, de immigratie on
gelimiteerd werd opengesteld,
komen op gezette tijden groepen
te voorschijn die er aanspraak op
maken Jood te zijn, hoewel hier
voordien nimmer iets van bekend
was. In Azië zowel als in Afrika
zijn er in de loop der jaren zelfs
vele negerstammen aangetroffen
die Joodse gebruiken in ere
houden. Ook de individuele over
gang tot het Jodendom is sinds de
tweede wereldoorlog toegenomen.
In vele landen komen regelmatig
aanvragen van niet-Joden om tot het
Jodendom te mogen overgaan. Het op
perrabbinaat van Nederland, waar alle
opperrabbijnen van ons land zitting in
hebben, heeft daarom besloten alleen
een proseliet toe te laten als alle le
den van het opperrabbinaat een gun
stig advies over hem hebben uitge
bracht. Eén afwijzende beschikking is
voldoende om de kandidaat niet te
aanvaarden.
De Joodse codex schrijft v
geen rabbijn bevoegd is een niet-Jood
in het Jodendom op te nemen, tenzij
deze aan de in de codex gestelde eisen
voldoet. Deze eisen en de examens zijn
in de meeste landen buiten Israël zeer
zwaar, zodat het voor een niet-Joodse
man praktisch onmogelijk en voor een
niet-Joodse vrouw nog moeilijker is tot
het Jodendom toe te treden.
Israël
In Israël waar dc verhoudingen ge
heel anders liggen, omdat daar de Jo
den geen minderheid vormen en men
niet voor assimilatie aan de niet-Jood
se omgeving bevreesd hoeft te zijn, is
de toetreding tot het Jodendom aan
merkelijk gemakkelijker. Zelfs in die
mate dat verschillende rabbinaten bui
ten het Joodse land bij herhaling hier
over hun verontrusting hebben kenbaar
gemaakt.
Nog niet zo lang geleden is een
niet-Joods meisje uit Rotterdam in
Israël tot het Jodendom toegetreden
nadat zij een aantal jaren in een ki-
boets had gewerkt en in vijf jaar tijds
zijn in Israël 150 mensen tot het Jo
dendom overgegaan. In dit land is
zelfs een wereldunie voor propaganda
van het Jodendom gevestigd, waaraan
onlangs een oud-Amsterdammer een
Jroot vermogen vermaakte. Een van
e belangrijkste proselieten in Jeru
zalem is overgegaan is de 64 jarige
prof. Abraham Kotsujo. de Hebreeuw
se leraar van de broer van de Ja
panse keizer.
Vele vooraanstaanden in Israël zijn
lid van de wereldunie, die haar resul
taten overigens niet aan de grote klok
hangt. Hoewel er geen gegevens bekend
zijn over de beweegredenen van de
proselieten, wordt aangenomen dat
het bestaan van de staat Israël en de
vrije immigratie hierbij een grote rol
spelen. Leden van de Arabische minder
heid in Israël gaan hoofdzakelijk tot
het Jodendom over uit economische re
denen, terwijl de aanhangers van het
Sabatisme en van de christelijke kerken
wustwording van de volkeren in Azia
tisch en Afrikaanse landen heeft bij
hen geleid tot het afzweren van de ou
de stamgebruiken. Velen van hen staan
echter afkerig tegenover het Christen
dom en de Islam omdat zij die iden
tificeren met de politiek van het kolo
nialisme van westerse en Arabische
oorsprong en daarom wenden zij zich
tot het Jodendom.
Er zijn in Israël duizenden niet-
Joodse vrouwen van Joodse immi
granten. Hun kinderen die scholen be
zoeken die büna uitsluitend door
Joodse kinderen worden bezocht, zijn
volgens de Joodse wet evenals hun
moeder niet-Joods. Vele van deze
moeders wensen terwllle van hun
kinderen tot het Jodendom toe te
treden.
In Israel-zelf zijn de rabbinaten in
het land herhaaldelijk aangevallen over
hun voorzichtige benadering van deze
problemen. Alvorens iemand in het Jo
dendom wordt aangenomen, eisen
rabbinaten een studie van het Joden
dom van zes maanden van hem, wa
examen wordt afgenomen en een onder
zoek wordt ingesteld naar de achter
gronden en motieven van elke kandi-
Afkeuring
Vele rabbinaten buiten Israël hebben
echter de Israëlische rabbijnen gelaakt
omdat in Israël op een makkelijk wij
ze tot het Jodendom kan worden toe
getreden. Er zijn gevallen bekend dat
mensen die door rabbinaten werden af
gewezen in Israël toestemming kregen
tot het Jodendom over te gaan. Buiten
Israël worden veel zwaardere eisen
de kandidaat-proseliet gesteld.
Overigens is de Israëlische rege
ring niet bijster ingenomen met de HH
grote overgang naar het Jodendom. De kans flat Irak nu spoedig
Het aantal proselieten neemt steeds op Koewoi
in aantal toe en is groter Jan ooit meer. Het kan dc
tevoren in de Joodse geschiedenis.
Zy worden niet alleen door de re
ligieuze autoriteiten als Jood gezien bovendien van belang dat zijn olie
maar ook door de burgerlijke au
toriteiten die iedere Jood toestem- Engelset
ming moeten geven het land binnen
te komen. Bovendien ziet de
raëlische regering het met lede ogen I echter te long wacht zoud<
aan dat tal van Arabieren in Israël'gevoelens in de Arabische i
tot het Jodendom toetreden. gewakkerd kunnen worden
heel
harte. Het
dal
de
andere Arabische landen niets voelt voor
inlijving van Koeweit bij Irak. Koeweit,
met het patriarchale bewind van sjeik Ab-
doella, aan wie alle olieroyallies komen, is
ongetwijfeld een anachronisme. Een verde
ling van deze rijkdommen onder alle Ara
bische staten lijkt onontkoombaar.
De V.A.R. blijft staan op de onafhanke
lijkheid van Koeweit, d.w.z. op het niet on
der uitsluitend Iraakse invloed geraken van
dat kleine land. De Sowjetunie is goede
vrienden met Irak en er bestaat zelfs een
zekere Russisch-Chinese rivaliteit om het
winnen van dc gunsten van Irak. Maar an
derzijds wil Moskou de betrekkingen met
Nasser niet verder verslechteren, welke re
laties enige weken geleden een dieptepunt
bereikten toen Nasser en de zijnen ziedend
waren over een Russische beschuldiging dal
een communistische leider uit Syrië zou zijn
vermoord, hetgeen niet waar bleek te zijn
Niet alleen Engeland bevindt zich dus in
een moeilijke positie. De innerlijk gespan
nen situatie in het Midden-Oosten is door
de Iraakse aanspraken op Koeweit enigs
zins losgemaakt cn Israël heeft het dien
stig geoordeeld juist op dit moment ern
raket tc lanceren, hetgeen schrik cn on
rust bij Israels Arabische vijanden teweeg-