HET El
de schilder van het wonder
V-(eideland ^ictilwecf
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 1 JULI 1961
JN deze reeks van grote meesters, die pas op rijpere leeftijd
expressionistische kunst hebben voortgebracht, wil ik nu
Tintoretto noemen. Een geweldige figuur, die in zijn kunst zeer
verschillende aspckten van zijn persoonlijkheid toont. Groot is
hij als regisseur van orchestrale massakomposities, die de im
mense muren en plafonds van zo veel kerken en paleizen in Ve
netië bedekken, nog groter misschien als portretschilder, die ka
rakter en ziel van zijn modellen met zeldzame intensiteit kan
laten spreken. Groot is Jiij ook in zijn mythologische en allego
rische voorstellingen en als schilder van bekoorlijke naakte
vrouwenfiguren. Maar geen van al deze Tintoretto's geeft ons
een zo diepe blik in zijn ziel als een andere: de schilder van
het wonder, de vertolker van bovenaardse visioenen.
In deze wonderwereld ligt de
sleutel van zijn rijke persoonlijk
heid, hier "liggen de wortels van
zijn kunst en hieruit kunnen wij
ook zijn late. expressionistische
scheppingen beter begrijpen.
Jacopo Robusli leefde van 1518
tot 1594, dus nog in de tijd die
wij Renaissance noemen, in een
wereld, waarin hij nooit geheel
thuis hoorde. Nooit is hij een
schilder van de „geopenbaarde
wet" geweest. Hij staat ver af
van het rationalistisch mtellektua-
lisme, van het objectieve realis
me. evenals ook van de superieu
re tektoniek van de Renaissance.
Mystiek
Hoe langer hoe meer overwin
nen in zijn kunst het irrationele
en het gevoel. Hoe langer hoe
meer werd hij de schilder van
een merkwaardige wereld van ge
heimzinnige, mystieke gebeurte
nissen. Maar niet op de manier
van Greco waar de vormen en de
kleuren ter wille van de inhoud
steeds meer gespiritualiseerd en on
natuurlijk geworden zijn. De we
reld van Tintoretto bleef tot op
het laatst een stralende, zinnelij
ke werkelijkheid, een wereld van
reële mensen en prachtige na
tuurwaarnemingen. Maar in deze
bekoorlijke wereld vol Venetiaan-
se gratie en „bellezza", gebeurt
dan iets. wat irreëel en onbegrij
pelijk, wat boven ons verstand ver
heven is, het wonder. Hij werkt
met de middelen van elke spiri
tuele kunst, hij laat licht en
kleur, ruimte en atmosfeer domi
neren, hij vindt meesterlijke, ex
pressieve gebaren, maar alles is
bij hem nieuw en anders toege
past dan ooit tevoren. Zijn ruimte
trekt ons mee naar het oneindige,
zijn lichtvisioenen naar de eeu
wigheid. Zijn kleuren zijn soms
gloeiend als oude gebrandschil
derde ramen, maar soms ook dof
als een herinnering of een droom.
Hij blijft in de werkelijkheid,
maar overwint haar door het
wonder, dat steeds onverwachts,
bijna onopgemerkt zich in de na
tuurlijke omgeving voltrekt, en
juist daardoor zo vanzelfsprekend
en overtuigend is.
Christus voor Pilatus. Het God
delijke staat hier in tegenstelling
het al te menselijke.
ordloze dialoog tussen
beschaamd, zondig mens en
zwijgende God.
wers. en op de trap nestelen zich
bedelaars en andere vreemde fi
guren als een tweede levende
trap. tot boven aan toe. Het licht
valt. ongelijk en willekeurig ver
deeld. op de geïnspireerde figuur
van de oude profeet, het belicht
ook de naar Maria wijzende
vrouw en bestraalt het 'kleine fi
guurtje van Maria zelf. de klein
ste van allen en toch het middel
punt van alles. Geen enkel dra
matisch of pathetisch accent ver
stoort de stille heiligheid van de
ze voorstelling. De atmosfeer is
vol van het wonderbare, zonder
dat er iets uitzonderlijks gebeurt.
Het is de eerste vergeestelijkte
wondervoorstelling van Tintoretto.
Later volgden er meer. toen hij
zijn intrek nam in de Confrater-
niteit, scuola di San Rocco, waar
hij tussen 1559 en 1588 het hele
paleis met
schilderingen
versierde. Het
Tintorelto-
plafond-
overdadige
onsterfelijk
geworden,.
waarin zijn grote artistieke kwa
liteiten even sterk tot uitdrukking
komen als zijn diepe religieuze
en menselijkfe gevoelens. De voor-
i Maria. Er gebeurt liii
stellingen uit het Oude- en het
Nieuwe testament zijn hier over
weldigend in aantal, in verschei
denheid en in originaliteit.
Meesterlijk
Maar de meest ontroerende van
alle is Christus voor Pilatus. Hoe
vaak werd in vroeger tijd en ook
na Tintoretto dezelfde belangrijke
scène voorgesteld! Maar nooit zo
diepzinnig, nooit zo geheiligd, en
daarbij nooit zo meesterlijk als
hier. Ook hier gebeurt er geen
wonder, maar het geheel is nog
meer dan een wonder. Het is het
Goddelijke in scherpe tegenstel
ling tot het ,.al te menselijke",
wat ons zo diep aangrijpt. De bo
vennatuurlijk hoge, slanke, in 't
wit gehulde figuur van de Verlos;
ser is als vertikaal accent over
heersend in de kompositie. Hij is
ook de enige, die belicht is, alle
andere figuren, onder wie ook Pi
latus, zijn in schemerlicht gehou
den, alsof ze niet meetellen. Ze
zijn onbelangrijk en behoren in
een lagere realiteit thuis dan de
lichtende majestueuze verschij
ning van Christus. Hij kijkt nie
mand aan. hij is stil, in zichzelf
gekeerd, hij heeft geen kontakt
met al deze mensen of met iets,
wat om hem heen gebeurt. „Mijn
rijk is niet van deze wereld", dat
is het wat hij tot uitdrukking
brengt. Hij antwoordt niet op de
hem gestelde vragen, wat kan
hij ook antwoorden? Hij hoort
hiei* immers niet. Pilatus kan en
durft hem niet eens aan te kij
ken, in diepe schaamte wendt hij
zijn hoofd af. en wast zijn han
den in onschuld. De stilte, die
Christus omgeeft, is zo geweldig
en suggestief, dat men haast niet
begrijpt hoe het mogelijk is dit
op het doek uit te drukken. De
andere personen verdwijnen haast
in het donker en daardoor wordt
het geheel tot een woordloze dia
loog tussen een beschaamd, zon
dig mens en een zwijgende Go<J.
Eigenaardig
Er zijn nog twee eigenaardige
schilderijen in San Rocco. die ik
wil bespreken. Beide hebben een
ongewoon hoog en smal formaat,
elk stelt een fantastisch landschap
voor. waarin telkens een. in ver
houding tot de ruimte klein." nie
tig figuurtje geplaatst is. Het ene
stelt Maria Egyptiaca voor. het
andere Maria Magdalena in de
woestijn. De landschappen zijn ir
reëel, niet uit de werkelijkheid
gegrepen en ze zijn betoverend.
In het Magdalena-landschap staat
in 't midden een geweldig hoge
boom, maar deze laat het uitzicht
vrij op een onbekende en onge
kende. onwerkelijke wereld. Men
voelt de eenzaamheid en groot
heid van de natuur, waarin de
mens nietig en verloren zou moe
ten zijn. Maar hier is het heel
anders. Het kleine figuurtje met
een heel zachte lichtkrans om
haar hoofd" is niet verloren in de
immense ruimte, ze is heilig en
een wonder in een wondere we
reld. Zo is ook de andere Maria,
daar is het landschap misschien
nog irreèler. nog fantastischer,
maar de kleine heilige erin is
even belangrijk en gelijkwaardig.
Wat is hier het wonder? De we
reld zelf. waarin de menselijke
heiligheid één wordt met het kos
misch geheel, dat op zichzelf al
een wonder betekent.
In zijn latere jaren werd de
kunst van Tintoretto geheel ver
geestelijkt. Alles is nu stilte en
rlist, zoals vroeger slechts in en
kele schilderijen. Een geheimzin
nige atmosfeer omgeeft de figuren
en gebeurtenissen, en in deze
sfeer komen de diepste mysteries
van het geloof tot uitdrukking.
Het hoogtepunt van zijn wonder-
voorstellingen zien wij in zijn laat
ste werken, waaronder zijn laat
ste „Laatste avondmaal", dat hij
voor de kerk San Giorgio Mag-
giore te Venetië in 1594 heeft ge
schilderd. Het was zijn sterfjaar.
Probleem
Dit probleem heeft hem zijn he
le leven bezig gehouden. Hij schil-1
derde de „Cena" in alle levens
perioden. in 't geheel acht keer,
en alle acht zijn totaal verschil
lend in kompositie, in stemming,
zelfs in grondidee. Alle zijn ze
hoogst interessante oplossingen
van dit oeroude en voor de schil-
1)9
Spel over Jona,
de opstandige proleet
„Verslagen moet iedereen
zijn, verslagen! I
Nog maar ten hoogste veer
tig dagen
en het brandende wiel i
gen i
de
Jona i
genwoordig door de toneelliteratuur
herontdekt worden, verdroogt, ieder huis wordt
Reeds eerder heb ik de aandacht kunnen vestigen op
drietal Job-spelen (Archibalt MacLeish „J.B.", Hannslud-
wig Geiger „Ein Mensch wie Hiob", en Wim Gispen „Dc
andere regisseur") en ook Jona kwam reeds eerder ter
sprake in de Wendingtoneelbibliotheek: Olov Hartman
„Profeet en Timmerman", maar thans opnieuw vraagt
Guillaume van der Graft belangstelling voor Jona in zijn
„rijmend spel ten dienste van het leketoneel" onder de titel
„De Duif in het Ei" verschenen als deel 13/14 van dc
„Cahiers van het Werkcentrum voor leketoneel en creatief daar als het
spel" door J. Muusses N.V. te Purmërend uitgegeven.
pulver, I
geen steen blijft op een andc- 1
re steen
en een najaarsregen van sul- I
fer
valt over Nineveh heen!"
Boodschap
Jona blijft hardnekkig dc I
boodschap van het naderende
onheil verkondigen. Hij bijt zich
kerend geel licht verschijnt een
krans, gevormd door onduidelijke
droomfiguurtjes van engelen. Ook
achter in de zaal krijgt de donke
re ruimte een geheimzinnig leven,
door het visioen van grote ge
vleugelde engelen, die vaag, als
met een lichtpotlood getekend, in
de lucht zweven. Alles is ver van
"iteit, en ofschoon de figu-
ren en de omgeving zelf echt en
reëel blijven, is het geheel toch
deze -wereld. Ook
Guillaume van der Graft gaat
daarbij rechtstreeks uit van het
Bijbelboek Jona. in deze uitgave
opnieuw vertaald door Titus
Aris, een voortreffelijke, rit
mische vertaling. In zijn Inlei
ding schrijft Guillaume van der
Graft: „Voor wie de echte vol
ledige Jona wil kennen
vertaling van de hand va
Aris bijgevoegd. Dat
is maar spel
eivolle metropolis) wèl het
deel wil aanzeggen,
de genade. Hij vergeet hierbij,
dat het de heidenen op het Tar-
sisschip waren, die hem hadden
willen sparen,
vis (symbool
reld) om zijnentwil
vragen: „Jona,
waar moeten we heen?"
Zijn enig antwoord is: „Gods I
gericht zal jullie vinden!", maar
niet als dan de bekering in Neneveh
uitgebroken en het werk der i
lenade overal uitbot, kan Jona I
eze onbegrijpelijke goedertie-
dat de grote renheid van God niet verdragen.
de onderwe- De Isjtar-priesteres komt de I
stad uit om Jona met haar
i dienst v
Titus
derkunst zo bijzonder moeilijke
derwerp. Zijn oplossingen zijn de realiteit,
door hun originaliteit en zelfstan
digheid met geen andere te ver
gelijken. Dit laatste grandioze niet
Avondmaal echter overtreft alle zijn vroeger stralende,
andere. In een grote, irreëel be- kleuren zijn
lichte ruimte ziet men een diago-
naai opgestelde lange tafel, waar
aan de discipelen zitten. Hun
baren drukken ontroering
verdwenen. Stil en
bijna bleek zijn deze kleuren,
door de mystieke nacht gedempt.
Dit was het laatste woord van
die- Tintoretto, de grote schilder van
het wonder, en een laatste open-
baring van zijn diep geloof in het
maakt de indruk alsof goddelijke.
Zijn klein, eenvoudig, maar
aangrijpend zelfportret «in het
Louvre te Parijs) laat ons de oude
meester op 72-jarige leeftijd zien.
Een genie met treurige, vermoe;-
de. maar intens warme en men
selijke ogen kijkt ons aan. een
kenner van alle wonderen en ge
heimen van de menselijke ziel.
de tafel, te-
wazige rook ge
huld en maakt de indruk alsol
ze onbegrensd is. Wat gebeurt
hier? Niet het woord van Chris
tus over het verraad wordt uit
gesproken. Hier is een wonder
voorgesteld, een van de meest on
begrijpelijke wonderen: de Eucha
ristie. Christus staat op een af
stand van ons. nader bij het an
dere einde van de rafel, iets naar
voren gebogen en verdeelt het
brood Hij verdeelt zichzelf.
Iedereen weet. dat hier nu iets
bovenaards is gebeurd. Maar dit
innerlijke gebeuren, dit mysterie
is alleen voor de ingewijden, voor
de kleine groep een heilige reali
teit. Al de anderen leven in een
andere wereld, en zijn van het
mysterie uitgesloten. In de
plaats Judas. Hij
de andere kant t
genover Christus, maar hij is niet
belicht, hij zit in het donker en
hij is de enige, die ook geen
aureool om zijn hoofd heeft. Een
grote groep bijfiguren, die zich
bezig houden met de praktische
werkzaamheden voor de maaltijd,
weten eri merken niet eens, wat
hier eigenlijk gebeurt. En dat
maakt, omdat ze zo vlak naast
elkaar staan, de kloof tussen rea
liteit en het bovenreële nog dieper.
Onnatuurlijk licht
Het geopenbaarde mysterie is
door een onnatuurlijk licht omge
ven. Het tafelkleed zelf werd tpt
een lichtbron, maar het sterkste
licht gaat uit ^an de figuur van
Jezus zelf. die straalt als een
ster in de duisternis. De myste
rieuze sfeer, die deze heilige han
deling omhult, wordt nog ver
hoogd door de halfduistere, nach
telijke ruimte. Een olielamp hangt
boven de tafel, en in haar flak-
DR. M. REVESZ-ALEXANDER
Bewondering
Welnu, dat „-spel er om heen"
verdient onze grootste bewonde
ring. Zoals bij Van der Graft ge
bruikelijk schuiven de beelden in
een overmaat van inventie over
elkaar heen en stapelen zich op
tot een wonderwerk van fijnzin
nige en diepgravende gedach
ten. De naam Jona betekent
dpif. De duif is zowel het beeld
van de Geest Gods als van Is-
raëls volksbestaan als beminde
van de Heer. De zee is het beeld
van de moederschoot, het oerbe-
stand der dingen, het rijk zonder
geschiedenis. Door de zee is Is
raël de Roepstem volgend in
Exodus gegaan en tot aanzien
geroepen. Jona gaat de weg te
rug: hij vlucht voor de Stem,
zo komt de duif in de Hades, de
vogel in de vis. d.i. de Geest
kruipt in zijn schulp: de profe
tie verschrompelt, het einde van
Israël! Maar Jona komt op
nieuw aan land, hij wordt als
het ware nieuw geboren. Zo
wordt in het Nieuwe Testament
Jona de profeet de duif uit het ei:
het beeld van de Opstanding!
Jona evenwel loopt als herbo-
rene een ander gevaar: dat hij
de heidenen in Nineveh (ook
weer een beeld van het „ei", de
Het geheim
Deze theologisch dikwijls ver
rassende beelden, heeft de dich
ter toegepast in de moeilijke, en
toch ook zo eenvoudige verzen,
waarvan hij het geheim bezit.
Hij heeft zijn spel ingedeeld in
een achttal scènes, voorafge
gaan door een proloog en ge
volgd door een epiloog en on
derbroken door enige Intermez-
(gemeentezangen) getoonzet
God. Zij laat haar bazuin weer-
klinken. Op dit „heidense" ge- I
luid valt Jona ter aarde. Buiten
kennis blijft hij .liggen en de die-
nares plant de pajong Doven Jo- I
na's hoofd in het zand. In pa-
miek vluchten de vrouwen. In Jo-
na's onbewuste droom groeit de I
pajong uit tot de wonderboom 1
uit het Bijbelboek, die verrees
in één nacht. Voor Jona's besef I
is het een boom uit de liefelijke
tuin van zijn ouderlijk huis:
„O Heer, dit is een wonder- I
boom
in deze nacht, in deze droom I
is een gewas onder de maan
lllJ. ontkiemd en voor de zon gaan
staan. I
„Al mijn geloof is opgegaan Kijk, de genade welft haar
in rook. kroon
Mijn hoofd is een verbrande boven de onverloren zoon,
duinpan. Fel plotseling en nog net op tijd.
iu _fln Qods V0Qr.
heid.
mij spreekt een twee- I
de stem: I
Jona, dit is Jeruzalem,
want de genade is hier thuis, I
waar zaad kiemt is het para
dijs. I
„Kaptein, ik heb mij uitge
sloofd om 't schip
te redden van de vloek. Naar
mijn begrip
is dit geen vloek over ons al
lemaal,
Waait God met alle winden
van de opvarenden jenlzalem 0, Nineveli?
speciaal, Neenee 0f ja#oe keert de
daar gaat het om, als ik me kans? 1
niet vergist" 0 HeeTj Hcer, Waar 2ijt Gjj
Als het lot geworpen is. zegt
de kapitein als Jona zich vrijwil
lig aanmeldt:
MHHP SIS
koppen telt de bemanning, spaard
Twaalfde hier
is dus
thans?"
Het einde
Dit is het einde van Jona, I
want in de epiloog zegt een be-
delaar uit Nineveh: „Jaja, Jona
geweest". Nineveh,
het oordeel gaat
tot de orde van de
overschiêti'dè pas- dag Da faa" I
ennioropen. Men begint Jona te ver- 1
sagier. geten als een boze droom, maar
één is er. die hem niet vergeet.
Het is „Z", d.i, zij. de kassièrc.
de zeegodin, de Isjtar-priesteres
in de zeer verschillende scènes
zegt:
„En alsik nu ter wereld
'kom,
zal ik des Hoogsten heiligdom „Jona is
omdragen in mijn hart. Ik zal
Zijn Naam hooghouden over- Geloof m
al".
j In Nineveh aangekomen
ons allen ge-
storven.
te toch! Je gelooft me I
niet!
vuur, waarom doof je
niet? I
I Het brandt nu verder op mijn
hoofd. I
IHoor je, ik wil, dat je mij ge-
looft!
Dit is het teken van de pro-
I Jona is dood. Ik
feet:
het die
Met Heideland is bedoeld de verschenen deel met
Uitgeverij Heideland te Has- Selma Lagerlöf alwee
selt in België. Halfweg is de len van de tweede reeks van
titel van een fraai uitgegeven twintig het licht hebben gezien,
en rijkelijk met foto's geïllus- Deze inderdaad grootse onder-
treerd boekje, door de uitgeve- neming begon vijf jaar gele-
rij toch maar liever plaquette den. „Een plejade van vijftig
geheten, dat de aandacht erop letterkundigen uit de wereldli-
vestigt dat in de Pantheonse- teratuur was in vijfentwintig
Idat hij door de hemel gezon-
den was.
v.V Dit jaar is als 21e en 22e deel I
■worden, toen hij huilend het verschenen het Poolse nationale weerloos, de
mij, Nineveh
wordt
leven binnentrad.
Grootste verdiensten:
zijn nagels schoon en v
iemand tot last.
Grootste fouten: geen
Wij liggen
kijk maar,
muren zijn inge-
stort
open voor het
licht
het straalt van
der Nobelprijswinnaars-in- jaar met de belangrijkste lite- nooit een goede bui en nimmer
.ertaling de helft" van de voor- raire prijs ter wereld onder-
genomeft weg is afgelegd. Dat scheiden: de Nobelprijs voor
betekent dat met het onlangs Literatuur.
Nog niet
In zijn vroege kunst waren de
ze wonderen echter nog niet over
tuigend: te zwaar en te massief
zweeft Marcus door de lucht, als
hij neerdaalt om een slaaf van de
dood te redden. De atmosfeer is
niet vergeestelijkt, het gebeuren
is niet geheimzinnig. Tintoretto
was toen pas 30 jaar oud. Maar
nauwelijks tien jaar later schil
derde hij de Tempelgang van de
kleine Maria, een betoverende
voorstelling vol mystiek en hei
ligheid. Er gebeurt hier geen
wonder, maar alles is een wonder.
Een brede, afgeronde vrije trap,
naast een massieve kerkmuur
leidt naar boven, waar de hoge
priester, een waardige oude man
in vol ornaat, staat om de kleine
heilige te ontvangen. Drie groepen
van moeders, elk met een kind,
ziet men op de trap in zeer ver
schillende houdingen, één wijst
met uitgestrekte arm op haar
eigen dochtertje, het kleine een
voudige meisje, dat een goddelij
ke toekomst tegemoet gaat. On
deraan hij de trap staat een oude
man met witte baard, in oosters
gewaad, hij ziet er uit als een
De enige
Hij is de e-ige die de belang
rijkheid. het uuitenge.vone van
dit gebeuren vdop beseft en door
zijn gebaar tot uitdrukking brengt.
Tegen de donkere muur geleund,
geheel in dc chaduw, staan nog
andere oosters geklede toeschou-
Nederlands uit te geven en hun dcre gebeurtenissen in zijn le-
boerenepos Dc boeren van W. S.
houdt Reymont, welk werk in 1924 be-
kroond is geworden, onlangs ge
volgd door Verhalend Proza van
Selma Lagerlöf, die in 1909 de
gezin, Nobelprijs voor literatuur ont
ving. Dit is dus nu het 23e deel
van de Pantheon-reeks. De inlei
ding, die aan elk in deze serie ge
publiceerd werk voorafgaat. is
ditmaal geschreven door dr. F. T
S. de Vrieze en het boek bevat Voor goed ts üredc m he*
de volgende verhalen: Ingrid. land.
gediend te hebben. Bijzon- Charlotte Löwensköld, De Vlucht
1 hoor
gezonde maag.
Enig verlangen: niet levend
begraven te worden.
Grootste zonde: nooit de man-
mijn gezicht:
ik spreek nu met
de stem
van de vreemde God uit Jeru
zalem.
geen."
verk toegankelijk te maken
de meer dan 17 miljoen Neder-
landstaligen in de Benelux. Dat
bracht risico's met zich mee,
waarvoor menige eerbiedwaardi
ger uitgeverij dan Heideland-Has
selt toch wel even zou huiveren.
Maar het feit lag er. dat in
het verleden betrekkelijk weinig
werken van Nobelprijswinaars in
het Nederlands waren vertaald.
Voor de lezers, die niet in ver
schillende vreemde talen konden
lezen, was deze. literaire schat
dus onbereikbaar."
Verdienste
Het blijft de verdienste van de
Zweedse industrieel Alfred Bern-
hard Nobel, dat hij door zijn we-
reldprijs voor de literatuur de fi
guren heeft doen bijeenbrengen,
die in de nissen van dit Pantheon
stuk voor stuk een plaats heb- Z'J.n vermogen
ben gevonden of nog moeten
Sensatie
t£' i De boodschap, die door Jona
De _Zweetdoek I is begonnen, wordt door deze
priesteres uit de heidenen voort- I
De opening van zijn testament
verwekte een sensatie in de we
reldpers. Het grootste deel van
Verwant aan
symbolisme
Het epitheton „idealistisch" is
op het werk van de in 1940 over
leden Zweedse schrijfster wel in
het bijzonder toepasselijk! Het
Vlaamse uitgeverij j &1 ï|f0ruS\.t
I doét In haar neiging tot idcali-
1 seren en tot het transponeren van
Kl^krsl i religieuze gegevens in de csthe-
rSODel prijswinnaars tische sfeer is zij verwant aan
J,«. i het symbolisme van de jaren ne-
in neaerianase gentig. een richting en een gees
telijke sfeer dip wij na de ver
schrikkelijke ervaringen van twee
wereldoorlogen niet meer onkri
tisch kunnen ondergaan. Maar
hoezeer heeft zij de inspiratie ge
kend! Zozeer zelfs dat zij. ter
wijl zij het officiële kerkgeloof
I gezet, maar de politie van Nine
veh maant de mensen tot door- I
lopen. Zulke moeilijke dingen 1
I verstoren maar de orde.
I Een uitnemend werk van Guil- I
laume van der Graft. Moeilijk
Iom op te voeren, moeilijk ook
om direct te verslaan, maar met
een goede inleiding en juiste in
spanning zal het rijke vrucht af-
I werpen voor spelers en publiek I
I beiden. Maar geen kinderstuk,
1 want Nineveh was een „slech- I
te" stad...
EV.%GROLLEj
Het schip van morgen
zijn den uitgereikt, waaronder ook
prijs voor degene die In idealis
tische zin het beste gepresteerd
Nobel was een „geniaal uitvin
der met 350 octrooien op zijn
naam, een nuchter zakenman,
een romantische dromer, de uit
vinder o.a. van het dynamiet, een
man des vredes, die ongewild de
verschrikkingen van de moder-
oorlog heeft mogelijk ge-
die moeilijkheid. Zo is
miljoen Zweedse Kronen moest aJ^vrfj^ jóng v-erlorcn "had!
deugd en onsterfelijkheid"
dienen voor de stichting
fonds, uit de rente waarvan j;
Iijks vijf prijzen moesten
blijven geloven eigenlijk lou-
iei- en alleen op grond van die
metafysische ervaring der artis
tieke inspiratie, waardoor zij zich
geheel instrument voelde
(.„„ft ki j j niüuuiiicm vueiae cn
heeft op het gebied der letterkun- waarbij het werk zich onder haar
schrijvende hand voltrok alsof
ideausti- het in haar werd gedicteerd.
maakt,
nimmer de liefde
vrouw heeft gekend, een Zweed.
geboren te Stockholm op 21 okto- I
ber 1833 en op 10 december 1896 den, terwijl andere auteurs,
ver van zijn vaderland gestorv
te San Remo in Italië
beroerte, die hem in zij..
torium verraste. Hij heeft
met zelfspot en niet zonder eni
ge bitterheid als volgt gekarakte
riseerd in een bijdrage tot de fa
miliekroniek der Nobels:
In die bepaling
sche zin" ligt natuurlijk
Zo is er in de loop Voor onze lezers is aan dit al-
van de jaren wel eens een schrij- les actueel de daad en dc bezig-
vcr bekroond, die niet van we- heid van het vertalend en com-
reldformaat geroemd kon wor- mentariërend oogsten van rcprc-
den, terwijl andere auteurs, van sentatief werk uit de wereldlite-
wie dit wèl gold, misschien soms ratuur van de laatste halve
mede op grond van die bij-over- Binnen afzienbare tijd zijn
hppf/abzicah sTegm§' werden gegaan, dc beurt Romain Rolland, die
ten
Men denkt hier b.v. aan Strind-
berg, Ibsen, Tolstoi, Dreiser, Va-
léry, Rilke. Maar men vergete
niet, dat de Nobel-commissie
voor literatuur het prijstoeken-
nend lichaam de Zweedse Aca
demie, alleen mag adviseren aan
de hand van de namen der schrij-
geleid zal worden door Albert
Westerlinck, Thomas St. Eliot
met een voorrede van Michel
van der Plas. Thomas Mann, in
geleid door Garmt Stuiveling en
l'earl Buck met een toelichtend
essay van Jef Last.
C. RIJNSDORP
Het januari-nummer van het
maritieme maandblad De Blauwe
Wimpel, waarvan dc redactie
en scheepvaart 1
belangwekkende
tikelen hun visie gegeven op dit
boeiende vraagstuk, dat niet al
leen in de kringen van scheeps
bouwers en reders in het middel
punt van de belangstelling staat."
In ons Zondagsblad van 28 janua
ri j.l. werd in qpn uitvoerige be
spreking op deze artikelen de
aandacht gevestigd.
De uitgever van De Blauwe
Wimpel heeft thans de beschou
wingen over het thema afzonder
lijk gebundeld en onder de titel:
Het schip van morgen, uitgege
ven. Met de talrijke illustraties
is een waardevol geheel ontstaan,
dat een plaats verdient in de
tcchnis:he scheepvaartLleratuur.