Twee jaar met aftrek
geëist tegen N. den
Acties in
van een
Z.-Tirol werk
kleine groep
„Kredietwezen belachelijk gemaakt"
Meeste werk geschiedde
op last van superieuren
HOGE wegwijzers maken
plaats voor LAGERE
Groningse wapenaffaire:
hoge boete geëist
Happy Food
Meningen verdeeld over
premiewet kerkbouw
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 23 JUNI 1961
(Van onze speciale verslaggever)
DE 'déconfiture van de met miljoenen goochelende N.V. Socrates werd
gistermiddag in een vlijmscherp requisitoir totaal blootgelegd. De
gewezen onderdirecteur van de Amsterdamsche Bank, T. H., hoorde een
gevangenisstraf van tweeëneenhalf jaar met aftrek tegen zich eisen; Nic.
den B., eens president-directeur, die aan een ton per jaar nog niet genoeg
had, twee met aftrek. De officier van justitie, mr. F. J. Hartsuiker, had
meer dan anderhalf uur nodig om zijn tenlastelegging te staven. Hij
achtte H. schuldig aan verduistering in dienstbetrekking, Den B. aan be
drieglijke bankbreuk, en beiden aan oplichting in vereniging.
Als overwegingen voor het bepalen
van de straf bracht de officier een
groot aantal indrukwekkende feiten
ter tafel. Toen hij met zijn onderzoek
begon, zo stelde hij, meende hij dat
het accent bij Den B. moest liggen. Hoe
verder hij echter in de papieren dook.
hoe meer kwam hij tot de conclusie
dat de rol van H. in de Socrates-affaire
van een veel ernstiger aard was.
Naar de mening van mr. Hartsuiker
had H. zijn directie bedrogen om Den
B. (aan schulden) te helpen. Bovendien
had hij door zijn handelingen het krediet
wezen belachelijk gemaakt. Het was de
officier een raadsel daj; H. ook thans nog
niet inzag, dat hij de grote verantwoor
delijkheid, wefllke hij droeg, t niet waard
was geweest, en dat hij bijzónder onfat
soenlijk tegenover zijn superieuren is op
getreden. Hij weet dit o.m. aan een té
eenzijdige vorming van de verd., die aan
een intelligenltie-complex leed. Kennis is
macht, luidde diens parool, en bij de
macht, die hij wilde hebben, verkommer-
die zijn gevoel.
Nic. den B. was volgens mr. Hartsui
ker een veel miinlder problematische fi
guur. Hij was verre van een zakenman,
doch een prater met fantastische plannen,
die echter gebaseerd waren op geld van
anderen. AUs een speler en een avontu
rier ging Den B. door heft leven. In de
letterlijke zowel als de figuurlijke bete
kenis v^n het woord heeft hij va banc
gespeeld. Hij ging namelijk naar de bank
om geld te halen en ten slotte ging hij
bankroet.
Bijzonder gemakkelijk
Als verzachtende omstandigheid voor
Den B. voerde de officier aan dat het
hem wel bijzonder gemakkelijk is ge
maakt. De bereidheid van H. om hem
steeds weer nieuwe kredieten of bank
garanties te verschaffen, was een stimu
lans voor zijn gedragingen. HU rekende
het H. dan ook bijzonder zwaar aan dat
hij aan de onzinnige financiering geen
einde heeft gemaakt, doch het bedrie-
gelijke spel zo lang mogelijk heimelijk
heeft trachten te spelen.
Over de wijze van zaken doen van
Socrates deed mr. Hartsuiker o.m. de
volgende mededelingen:
Nic. den B., die zich ten onrechte
ingenieur noemt, was er in de eerste
plaats op uit onroerende goederen ij
een N.V.-verpakking te kopen. Door de
fiscale claim, welke hierop rustte en
die bij verkoop moest worden gehono
reerd, was hij vaak zeer goedkoop uit.
Over belastingenverplichtingen be
kommerde hij zich niet.
Op de werkelijke, of althans getaxeerde
waarde van huizen en gronden kreeg Den
B. krediet na krediet los. Hij verteerde
de ontvangen gelden grotendeels (in
jaar tijd werd er aan onkosten, provisie
ter verkrijging van krediet en particu
liere uitgaven vier miljoen gulden opge
maakt!), of verloor ze in projecten, wel
ke niets opbrachtenéén miljoen in Ci
nerama en één miljoen nl. onbruikbare
patenten). Het kon dan ook niet anders,
of er moest een vermogentekort ontstaan,
dat in 1960 tot ruim zeven miljoen was
opgelopen.
Er was wanbeheer op onvoorstelbaar
grote schaal. Ondanks dit zag H. in
B. een financieel genie, terwijl Den B.
de Amsterdamsohe Bank „als een pot zag,
waarop hij steeds kon terugvallen".
Over de wijze van financiering door de
Amsterdamsche Bank merkte de officier
van justitie op dat er in al die jaren
slechts een keer een verantwoorde kre-
dietvenlenging was geweest. H. spreekt
van „overbruggingskredieten" (kredie
ten dus, die worden verleend in afwach
ting van te storten gelden), maar de de
betstanden bij de Amsterdamsche Bank
liepen met het jaar hoger op. Van f 65.000
in 1955 groeiden deze uit tot liefst
6.256.000 gulden in 1959.
Door de „wisselruiterij", die werd be
dreven (in dit geval het trekken
wissels door Socrates op zijn „dochters",
of andersom) liepen niet alleen de
ten tot ontstellende hoogte op. H„ dlie
met geld van de Amsterdamsche Bank
opereerde, kreeg ook zeer twijfelachtige
zekerheden.
Ten aanzien van de (geslaagde) pogin
gen van H. en Den B. om de Rembours,
en Industriebank een bedrag van vijf ton
op de rekening van Socrates te laten
storten, sprak de officier van „een
tige kunstgreep". De voorstelling vai
ken, welke was gegeven, was vals ei
drieglük geweest. Opzettelijk hadden
beiden verzwegen dat er reeds een
de hypotheek op het onderpand rustte,
terwijl het uitgebrachte taxatie-rapport
veel te hoog was. Oplichting in vereniging
moest dan ook als bewezen worden ge
acht, ook al wilde mr. Hartsuiker geen
strafrechtelijke consequenties verbinden
aan de door H. opgestelde, gunstige infor.
matie, omdat deze buiten zijn verant
woordelijkheid om verzonden is.
Wat de aan Den B. ten laste gelegde be-
driegelijike bankbreuk betreft, ook deze
achtte de officier bewezen. Ter verkor
ting van de rechten van crediteuren had
Den B. opzettelijk geen boek gehouden,
opdat noch de rechten, noch de verplich
tingen van Socrates zouden kunnen blij
ken. Zodra een zaak werd overgenomen,
werd de boekhouding gestaakt. Pas
jaar zaken doen nam Den B. e
boekhouder in dienst, doch weigerde
deze de noodzakelijke stukken en infor
matie te geven. De onbeschreven boeken,
die tot het bezit van Socrates behoorden,
bleven onbeschreven. De bedoelingen
Den B. werden vooral duidelijk,
toen hjj tegen zijn nieuwe boekhouder zei
dat niemand iets met zijn zaken te ma
ken had.
„Men kan zo denigrerend over Den B.
oordelen als men wil", was een van de
opmerkingen uit hét peidooi van mr. J.
K. M. Mathuizen, „maar deze man bezit
de eerste plaats creatieve potentie. Als
geen breuk met de Amsterdamsche
nk gekomen was, zou de Socratesaf-
faire in orde gekomen zijn. Den B. heeft
jarenlang getoond tot de zeer werkzamen
te behoren, en hij mist in dit opzicht dan
ook het kenmerk van de oplichter. Deze
laat namelijk altijd anderen voor zich
werken".
Pleiiter noemde het resultaat van alle
onderzoekingen nihil. Op grond van het
feit dat zijn cliënt qualitate qua als fi
er en credietgever gehandeld heeft,
vroeg hij vrijspraak, subsidiair ontslag
rechtsvervolging en onmiddellijk in-
vrijheidsstéRing.
Na raadkamer werd het verzoek van
_t. Maris afgewezen, „hoewel", aldus
president mr. B. van der Waerden, „niet
alle argumenten voor de preventieve
hechtenis meer gelden".
een laatste woord zei Den B.
beste weten te hebben gewerkt. H. merk
te op dat hij na zijn ontslag in 1960 nog
uit volle overtuiging heeft geprobeerd
gunstige afwikkeling van de Socrates-
affaire te bewerkstelligen.
„Wanneer de Amsterdamsche Bank
thans duidelijk verliezen te incasseren
krijgt", zo stelde hij, „mag men deze niet
Waarom
Op de vraag, waarom H. deze o
nige en onverantwoordelijke financiering
zo lang heeft verricht, kon mr. Hartsui
ker geen antwoord geven. Wel wilde hij
aannemen dat de ontslagen onderdirec
teur van de Amsterdamsche Bank geen
direct winstgevend motief had, Zoals de
directie van de Amsterdamsche Bank
had ook hij in de richting van camouflage
van gemaakte fouten gezocht, met het
doel en de hoop eens tot aanzuivering ie
kunnen komen.
Dart de superieuren van H. niet eerder
achter dc waarheid ten aanzien vai
crates waren gekomen, moest volgens de
officier aan verschillende factoren
den geweten. Een van de eerste was wel
dat H. het aureool van onkreukbaarheid
had, en dat men van een goede
net zo slecht af kan komen als var
slechte naam. Verder had H. opzettelijk
heimelijke handelingen verricht, zoals
het verzwijgen en onder zich houden
garanties! alleen ten aanzien van
Rotterdamse Soala-rtihearter een bedrag
van meer dan twee miljoen!) en wille
keurige boekingen. Ten laatste: ook de
organisatie van de Amsterdaimsdhe Bank
was niet in orde. H. droeg de uitsluiten,
de verantwoordelijkheid voor een zo be
langrijke afdeling als die van de kredie
ten.
Door zijn roekeloos handelen had H.
de Amsterdamschè Bank niet alleen een
enorme schadepost bezorgd, do-h ook de
naam van zijn firma in discrediet gebracht
De opzet en de kwade trouw van H.. diens
heimelijkheid en het feit, dat hij met
gelden, hem niet toebehorend, handelde,
bracht mr. Hartsuiker tot de conclusie
dat er van verduistering in dienstbetrek
king sprake was. H. had willens ei
tens zijn limites overschreden, een twee
ledig bevel tot staken van betalingen
genegeerd, en stukken achtergehouden.
een functionaris toerekenen, wiens ge-
gefiatteerd beleid men na zijn ontslag
ging veranderen".
Elke verdachtmaking dat hij buiten de
directie om gehandeld heeft om bepaalde
manipulaties te camoufleren, wees hjj
beslist van de hand. Hij benadrukte geen
man te zijn, die met leugens werkt.
Eichmann zegt ter verdediging:
A DOLF EICHMANN gaat voort met aantonen dat hij „hoegenaamd niets
met de werkelijke Jodenvervolging te maken heeft gehad". Gezeg
den als „mijn afdeling stond buiten de gehele zaak" en „ik handelde uit
sluitend in opdracht van mijn superieuren" liggen in zjjn mond bestorven.
Vanmorgen verklaarde hij, dat hij met het gebruik van gasauto's, die wer
den gebruikt voor het vermoorden van Joden, niets te maken had, en dat
een correspondentie over het gebruik van deze auto's dit uit zou wjjzen.
Geen luxe
De raadsman betwistte dat Den B. een
luxe leven had geleid. Ook zou hij geen
persoonlijke schulden hebben gemaakt.
Zjjn prlvé-uitgaven waren het hoogst in
en toen beliepen ze slechts veertien-
duizend gulden.
Den B. beseft, aldus mr. Mathuizen,
volledig voor de belevenissen van Socra
tes verantwoordelijk te zijn. Niet vol
doende was gebleken dat hij geen boek
houding wenste, teneinde de rechten van
de crediteuren bedriegelijk te bekorten.
De lacunes zouden niet in verwijtbare
liggen, doch in lidhiüvaardiiige slor-
digheid, geheel eigen aan zijn Dersoon-
lijfeheid. Als Den B. een financiële mis
dadiger zou zijn 'geweest, zou hij in een
vliegtuig zijn gestapt en gevlucht zijn,
betoogde pleiter.
Uit het feit dat de Amsterdamsche
Bank zich separist verklaard heeft
het faillissement van Socrates, leidde
mr. Mathuizen af dat ook deze bank
instelling van oordeel is dat er dege
lijke waarde zit- in de erfenis der on
roerende goederen. Hij concludeerde
tot onmiddellijke invrijheidsstelling
van zijn cliënt, omdat deze geen straf
meer nodig had, die langer was dan
de voorlopige hechtenis.
Mr. A. G. Maris, pleitend voor H., be
naderde de zaak formeler. Een van
bers opmerkingen gold de gunstige infor
matie over Socrates, die namens de Am
sterdamsche Bank aan de Rembours- er
Industriebank verstrekt is, toen H. met
vakantie was.
„Het verstrekken van informaties door
;n bank wordt onder deze omstandig,
heden een hachelijke onderneming",
klaarde hij. ,Men balanceert dan voort
durend op de rand van oplichting".
De verklaring van Eichmann had
betrekking op de moorden bedreven
door de Einsatzgruppen, die in de twee
de wereldoorlog achter het Duitse
oostfront ongeveer twee miljoen Jo
den hebben vermoord. Eichmann deel
de mee dat de rapporten over de vor
deringen van deze Einsatzgruppen
niet bij hem kwamen, maar bij een
speciaal afdelingsihoofdkwartier, dat
ressorteerde onder de leider van de
Gestapo, Müller.
Dr. Sesrvatius gaf Eichmann vervol
gens inzage van een document, waarin
voorgesteld wordit de Joden te liquide
ren, inplaats van hen te laten doodhon
geren. Ekhmann verklaarde zich de
brief miert te kunnen 'herinneren en wees
op dat er geen stempels van zijn af
deling op voorkwamen.
Een ander punt dat vanmorgen ter
sprake kwam, was het inbeslagnemen
kunstwerken. Wat dirt betreft ver
klaarde Eichmann, dart Göring zich tot
zijn, bekiaagdes, superieuren had
wend met het verzoek om aan Eichmann
opdracht te geven tot het ner
stappen bij de staatspolitie in Diisseldorf
met betrekking tot de zich daar bevin
dende kunstcollecties. Hert ging hier ech
ter niet om inbeslagneming, doch
trachten deza collecties „tegen goede
voorwaarden" te kopen. Eichmann voeg
de hieraan toe, dat Göring over tal van
deskundigen beschikte, waaronder ook
Joden die hij protegeerde die kunstschat
ten voor hem moesten zien te krijgen.
Dr. Servatius bracht hierna een reeks
nazi-documenten over het aanduiden
de Joden met de „gele ster" ter.sprake
en vroeg Eichmann wat het effect
deze aanduiding was geweest.
„Het valt niet te ontkennen dat elke
uiterlyke aanduiding van een groep per
sonen, die in aanmerking kwamen om te
worpen opgepakt, het werk van de po
litic aanmerkelijk vergemakkelijkte",
zeide Eichmann.
Eichmann verklaarde dat tot'deze aan
duiding was besloten door het rijksmi-
misterie voor propaganda van Jozef Gö-
bels, maar voegdie hieraan toe, dat hij
niet precies wist wat er de reden van
Dr. Servatius vroeg Eichmann welk
aandeel hij had gehad in de opstelling
van een brief van Heydrich aan de
nazi-minister van buitenlandse zaken.
Joachim von Ribbenrtrop, waarin Hey-
ich mededeelde dart hij er maet op zou
staan, dart buitenlandse Joden ook zou-
in worden gedwongen de ster te dragen.
Eichmann begaf zich in een wijd
lopige verklaring, die hem een be
risping van de president van de recht
bank, Mosje Landau, bezorgde.
Landau zeide dat hij geen redevoe
ring moest houden maar eenvoudig de
vraag moest beantwoorden. „Al het
overige is overbodig", aldus Landau.
'Toen Eichmann uitweidde over de
verschillende kleuren, die werden ge
bruikt voor aantekeningen op brieven
met instructies, welke hij ontving,
werd zijn woordenstroom opnieuw
door Landau gestuit.
„Dit doet niet ter zake", zeide Lamdfiu.
Hij herinnerde eraan, dat hem bij zijn
verhoor voor het proces was toegestaan
vrijuit te spreken. „Maar niieit in de
rechtszaal", voegde Landau hieraan toe.
Landau vatte vervolgens zelf de hele
verklaring van Eichmann samen
vroeg:
„Hebt u gezegd dart u de brief hebt
opgesteld volgens instructies van Hey
drich en hem deze vervolgens ter onder
tekening hebt voorgelegd?"
„Jaiwohl, dat JÉm
zo", antwoordde Eich-
(Van een onzer verslaggevers)
In Zuid-Tirol, de Noorditaliaanse
provincie die vroeger tot Oostenrijk
behoorde, is thans de bezetting door
Italiaanse soldaten uit andere delen
het land volledig voltooid. Over
al staan ze, deze soldaten die geen
woord Duits spreken, in dit Dolo-
mieten-vakantiegebied, waar de oor
spronkelijke bevolking zich vanouds
van de Duitse taal bedient. Ze zijn
te vinden langs de wegen en spoor
lijnen, bij elektrische krachtcentrales
en bij tunnels of viaducten, bruggen
en op spoorwegstations, tot de kleine
toe. Het geweer dragen ze losjes over
de schouder, maar men kan ervan
verzekerd zijn dat het met scherpe
patronen is geladen.
Ondergebracht zijn ze bij particu
lieren in de dorpjes of in tenten langs
de verkeersroutes. Oook de drie groot
ste hotels in Bozen, of zoals de Italia
nen zeggen Bolzano, zijn voor deze be
zettingstroepen ontruimd. Staat
even stil voor hotel Mondschein in
Bozen met zÜn 200 bedden, dan krijgt
men direct het „Avanti, avonti"! te
horen, hetgeen zoveel zeggen wil dat
men snel moet doorlopen. In het Dolo
mietendorp Bruneck staan pantser
wagens gereed om zo nodig te worden
V akantiegangers
merken niets
ingezet, terwijl in het nabijgelegen
Franzenfeste hele rijen vrachtwagens
gereed worden gehouden om eventu
eel dienst te kunnen doen.
Men denke echter niet dat het overal
n Zuid-Tirol ongunstig is. Integendeel,
het leven gaat zijn gewone gang: maar
toch merkt men terdege dat er wat
ie is en dat is er ook. Er zijn bom
aanslagen gepleegd waardoor een zestal
elektrische krachtcentrales zijn stilge
legd. Bovendien zijn enkele spoorweg
trajecten tijdelijk uitgevallen en alge-
i houdt men er rekening mee, dat
.neer revolutionaire wandaden zullen
worden gepleegd. Een enkele maal heb-,
ben de soldaten ook gevuurd op mannen
die te dicht bij de bewaakte projecten
kwamen. Er is reeds bloed gevloeid, on
schuldig bloed naar later bleek. Want
ondanks alle maatregelen die de Itali-
regering vanuit Rome heeft ge
troffen, is het haar tot nu toe nog niet
gelukt ook maar één dader of medeplich
tige te pakken te krijgen.
Eerst heeft men de schuldigen onder
de Zuiltirolse bevolking en vooral onder
politie, brandweer en leden van
schutterij gezocht. Dat bleek een fatale
vergissing te zijn. Toen enkele jonge
boeren op een morgen heel vroeg zich
naar een hooiland begaven, werden zij
plotseling gevangen genomen. De avond
tevoren was in de omgeving een elek
trische kabel onklaar gemaakt. Hieraan
hadden de boeren part noch deel. Toch
werden zij de gehele dag vastgehouden
en verhoord, ja. zelfs geslagen. Doch
toen men er eindelijk achter was geko
men dat deze jongemannen niets met
het gebeurde uitstaande hadden, werden
ze weer vrijgelaten onder de belofte dat
zij niet zouden vertellen dat zij tijdens
het verhoor waren mishandeld.
Zij hebben het toch verteld. De Ita
liaanse regering, die een hele serie psy
chologische fouten heeft gemaakt, is
thans enigszins voorzichtiger geworden,
ook nadat dr. S. Magago, die te vergelij
ken is met de commissaris der Koningin
bij ons, de minister van binnenlandse za
ken Scelba heeft gewaarschuwd geen on
doordachte maatregelen meer te nemen.
Er zijn er nL al genoeg door de Ita
liaanse regering vanuit Rome genomen.
men op redelijke gronden kan aan
tonen dat in Bozen drie hotels nodig zijn
voor de onder te brengen Italiaanse sol
daten die de openbare werken moeten
bewaken, vindt men dat op dit ogenblik
Zuid-Tirol begrijpelijk. Maar als drie
?n tevoren officieel vanuit Rome,
AN W B-plan voor grote weg
Drie Groningers hebben zich het officier
vorig jaar beziggehouden met de ver
vaardiging van onderdelen voor wa
pens. Deze wapenonderdelen werden
naar Marokko gezonden. De wapens
waren bestemd voor de F.L.N. in Al
gerije. Gisteren stond het drietal te
recht voor de rechtbank te Groningen
wegens overtreding van de vuurwa-
penwet. Contactman was de Haarlem
se chemigraaf O., die eveneens be
trokken is geweest in de thans te Am
sterdam dienende valsemunstersaffaire
en die thans in Duitsland in de gevan
genis zit.
Allereerst stond terecht de 50-jarige
fabrikant A. J. B. uit Groningen, die in
opdracht van O. uit Haarlem veren
maakte voor machinepistolen. Rond
10.000 stuks waren verzonden, 1250 wer
den er, toen een inspecteur van de rijks
recherche ingreep, in het magazijn aan
getroffen. De fabrikant had offerte ge
daan voor 20.000 stuks. Aanvankelijk, zo
verklaarde hij ter zitting, had hij niet
geweten, waarvoor die veren dienden,
maar toen hij kort nadat de eerste
5.000 naar Marokko waren verzonden be
zoek had gekregen van de voorzitter van
de schietvereniging, waarvan hij ook
lid was, en die hem had gezegd „dat
konden wel eens veren zijn voor een
automatisch pistool", toen had hij arg
waan gekregen Maar hij meende ge
bonden te zijn aan de bestelling, waar
voor hij offerte had gedaan.
De officier van justitie wilde er re
kening mee houden, dat verdachte het
niet heeft gedaan uit enige politieke
overtuiging, doch enkel als een zakelijke
transactie. De Haarlemmer O. was dc
grote man op de achtergrond. Hü had
enkele mensen te Groningen ingescha
keld om allerlei onderdelen te maken. De
justitie eiste tegen hem
boete subsidair 4 maanden
hechtenis, voorts vier maanden gevan
genisstraf voorwaardelijk met een proef
tijd van drie jaar en onttrekking aan het
verkeer van het in beslag genomen ma-
Vervolgens stond terecht de 33-jarige
gereedschappenmaker B. V. uit Gronin
gen, die stempels had gemaakt voor
klemstukken voor lichte mortieren,
stootdoppen voor een mortiergranaat,
metaalhouders voor de patroonopduwer
van een machinepistool en hulzen voor
machinegeweerpatronen. Ook deze ver
dachte kwam in contact met O. Hy
maakte aanvankelijk allerlei dingen
waarvan hij de bedoeling niet begreep,
maar op een gegevei» moment kreeg hij
argwaan.
De officier van justitie was van oor
deel dat verdachte heel goed kon besef
fen dat hij was ingeschakeld in de illegale
wapenproduktie. Tegen hem werd 2500
gulden boete geëist, subsidair 5 maan
den hechtenis en vier maanden gevan
genisstraf voorwaardelijk met een proef
tijd van drie jaar.
Ten slotte stond terecht de 38-jarige
technicus W. van D. uit Groningen bij
wie allerlei bescheiden en tekeningen in
beslag zijn genomen en onderdelen van
een mortiergranaat, van een mortier en
van een machinegeweer. Hij was de tus
senpersoon in Groningen. Details had hij
niet begrepen, zei verdachte, maar wel
had hij door dat het oorlogstuig was.
De officier van justitie eiste tegen hem
5000 gulden boete subsidair vijf maan
den hechtenis en zes maanden gevange
nisstraf voorwaardelijk met een proef
tijd van drie jaar.
De rechtbank zal over veertien dagen
vonnis wijzen.
ANWB-protest
tegen heffing
luchtpassagiers
De A.N.WB. heeft een schrijven ge
richt aan de directie van Schiphol, waar
in zij met de meeste kracht stejling
neemt tegen het besluit om binnéhkort
van de passagiers naar en van Schiphol
een extra heffing te verlangen.
De AN.WB. acht deze maatregel
aanzienlijke aanslag op datgene, wat
land tot nu toe in gunstige zin onder
scheidt van 'het buitenland. Hoewel de
A.N.WE. zich overtuigd houdt, dat een
afweging van de voor- en nadelen van
een „passengers service charge" plaats
vond, ontkomt zij toch niet aan de in
druk. dat men de weg van de minste
weerstand heeft gekozen.
Een zegsman van de bond raakte het
probleem in de kern met de uitpraak
„het argument van de directie van de
luchthaven Schiphol is, dat de buiten
landse luohbhavens ook een toeslag hef
fen.. Dat is geen steekhoudend argument,
als een ander in het water springt, daar
m hoef ik het toch nog niet te doen?"
Ook heeft de A.N.WB. de minister
an verkeer en waterstaat met de meeste
nadruk verzocht zijn invloed te willen
aanwenden, om te voorkomen, dat de
directie van de N.V. Luchtlhaven Schip
hol uitvoering geeft aan de plannen om
de „passengers service charge" te gaan
invoeren. Zoals wij reeds meldden, héb
ben ook de KLM en het ANW tegen de
maatregel geageerd.
de radio, is medegedeeld dat de toeristen
niets maar dan ook niets in de weg wordt
gelegd en dat zij rustig kunnen komen,
dan kan een hotelvordering waarbij alle
gasten binnen twee uur vertrokken moe
ten zijn, weerstanden opwekken
De mededeling van minister Scelba
dat Bozen een tweetalige universiteit
zal krijgen, heeft bovendien een slech
te indruk gemaakt omdat die medede
ling juist nu gekomen is. Tien jaren
hebben de Zuidtirolers daarom ge
vraagd. nimmer is dit verzoek in be
handeling genomen; doch zodra werden
de eerste krachtcentrales vernield of
het besluit viel dat Bozen dan toch zijn
universiteit zal krijgen waar ook in de
Duitse taal onderricht zal worden ge-
Zoals gezegd: men heeft de schuldigen
eerst onder de Zuidtiroolse bevolking ge
zocht. Eindelijk is het zelfs de Italiaanse
regering duidelijk geworden dat zij op
de verkeerde weg was. Men weet nu
vrijwel zeker te doen te hebben met een
groepje fanatiekelingen, die hoogstens
150 man groot is en die vanuit het bui
tenland opereert Doch inmiddels moes
ten de Zuidtirolers, zelfs ook de leden
de schutterij vereniging hun wapens en
munitie inleveren. Dat is vrijwel overal
in de grootste rust en zelfs gemoedelijk
gedaan.
Enkele jongens in een der Dolomieten
dalen vonden het echter nodig de nog
voorhanden zijnde patronen eerst te ver
schieten alsvorens de geweren naar het
politiebureau te brengen. Een groepje
toeristen die de schoten hoorden, grepen
direct hun hebben en houwen bijeen en
vertrokken richting Oostenrijk. Een der
gelijk gebeuren wordt dan verder, ver
en steeds meer aangedikt, en hoewel
de laatste man het zeker nog iets verder
zal hebben verteld, doet dan reeds het
verhaal de ronde dat de toeristen in een
vuurgevecht zijn gewikkeld.
Niels Is echter minder waar. Men kan
gerust zeggen dat het momenteel rustig
is in geheel Zuid-Tirol, al hebben de
maatregelen van de regering cn vooral
ook de wijze waarop deze zijn uitgevoerd,
hier en daar wel verbittering gewekt.
De grenscontrole is wat verscherpt cn
anneer men een grote koffer heeft,
zal die worden onderzocht, doch de toe
rist wordt niets in de weg gelegd.
De revolutionaire acties zijn te ver
oordelen en worden ook door de goed
willende bevolking van Zuid-Tirol
veroordeeld, doch de Italiaanse rege
ring heeft nog niets anders gedaan dan
geweld met geweld beantwoorden. In
middels dreigt Zuid-Tirol het slachtof
fer te worden van een actie van een
handjevol mannen, dat meent met hun
acties Zuid-Tirol een dienst te bewij
zen. Men is, en misschien niet ten on
rechte, bang dat de toeristen deze zo-
wegblijven. En aangezien het toe
ristenverkeer in Zuid-Tirol de voor
naamste inkomstenbron is, kon het wel
eens zijn dat het tegenovergestelde
wordt bereikt van hetgeen men berei
ken wil. De toerist kan echter gerust
en zonder bezwaar komen, want het is
niet zo, zoals vooral de Duitse pers het
doet voorkomen, dat de bezetting van
Zuid-Tirol daar het leven onmogelijk
of onaangenaam maakt. De Zuidtiroler
in het algemeen wil deze acties niet en
daarom zal zij ook niet op iets uit
vaar uitvoerige
studie gaat de A.N.W.B. thans over
tot een fundamentele wijziging van
het systeem van richtingaanduiding
buiten de bebouwde kommen.
Het richtingssysteem in de grote
steden is enige tijd geleden reeds ge
wijzigd, de nieuwe transparante
staidlswegiwijzers, hoog en groot, en
waar mogelijk aangevuld met lage,
blauwe richtingsborden vervangen
de traditionele A.N.W.B.-borden.
Hoewel de A.N.W.B. ervan overtuigd
ls, dat de laaggeplaatste richtinigsbor-
den voor het snelverkeer vaak veel lees
baarder zijn dan de hoge wegwijzers,
hebben de laatste onder zekere om
standigheden ook 'voordelen. Zij zijn als
bebakening op grote afstand reeds zicht
baar, wat voor de weggebruikers die
„er op zitten te wachten" vaak een groot
Het nadeel dat aan de traditionele
wegwijzer kleeft is, dat door de geringe
lettergrootte de vermelde plaatsnamen
eerst op betrekkelijk geringe afstand
kunnen worden gelezen. Bij duisternis
vallen dc onverlichte wegwijzers slecht
op, het iezen van dc plaatsaanduidingen
is vrywel onmogelijk. De A.N.W.B. heeft
zich dan ook afgevraagd, of de moderne
wegwijzer niet is achter gebleven by de
eisen die het moderne verkeer stelt en
of hy bulten de bebouwde kom nog
reden van bestaan heeft, ook al omdat
voor het aflezen van de richting de blik
omhoog moet worden gericht waardoor
de autobestuurder even wordt afgeleid
van het verkeer.
Het systeem dat nu reeds een jaar
wordt toegepast op de autosnelwegen,
blijkt zeer goed te voldoen. Hierbij
wordt een aftakking van een autosnel
weg voorzien van een laaggeplaatst
richtingsbord, in de redhter zijberm.
Een Staphorster-kmising (een plaatse
lijke rijbaaTwerdubbeling in een auto
snelweg) wordt voorzien van drie grote
blauwe voorrichtingsborden. Bovendien
komen op het 'kruispunt zelf nog borden,
zodat bij een dergelijke kruising totaal
20 borden moeten worden geplaatst.
Op een cixoulatieplein zet de bond
in het algemeen een voorriéhtlngsbord
op 1200 meter met een belangrijke
plaatsnaam voor eik der aftakkingen tn
ook nog drie voorrangsborden
1000, 600 en 300 meter. Dat betekent
totaal van 24 borden per plein. Om te ko
men tot een bijzonder duidelijk systeem
van riohtinigsaanduiding buiten de be
bouwde kom, dat volledig aan de hoge
eisen die het hedendaags verkeer stelt
zal voldoen, zal de A.N.WB. nog dit
jaar, ter vervanging van de wegwijzers,
een aanvang maken met een vervolma
king van ihet systeem van ridhtings-
voorliéhtingsborden.
Binnen tien jaar, en indien mogelijk,
zells binnen kortere tijd, ziullen circa
wegwijzers op de belangrijkste routes
buiten da bebouwde kom plaats hebben
gemaakt voor laaggeplaatste riohtings-
borden. In totaal zullen circa 30.000 rich-
tingsborden geplaatst worden. Eén rich
tingsbord komt, met de kosten van de
plaatsing, ongeveer op f 150, dat betekent
dat het hele project plm. 4 tot 4& mil
joen gulden gaat kosten.
KINDERCAKES
pak voldoende voor 14 dagen 78 ct
Happy Food is een product van
Voorlopig verslag Tweede Kamer
In het voorlopig verslag op de in- beid zien. De besteding der algemene
middelen wordt nooit op volkomen ge
lijke mate over elke burger of groeo
gediende regeling van het verstrek
ken van een premie aan kerkgenoot
schappen terzake van de stichting
van kerkgebouwen verklaren vele
leden van de bijzondere commissie
uit de Tweede Kamer met dit wets
ontwerp ingenomen te zijn. Tevens
zeggen zij het redelijk te achten, dat
ook de mogelijkheid tot bijdragen in
het stichten van bezinningscentra
wordt geopend.
Vele andere leden wensen duidelijk
vastgesteld te zien, dat het verlenen
van bijdragen in geen enkel opzicht zal
mogen leiden tot „verstrengeling" van
Kerk en staat noch tot bemoeienis van
de staat met besteding van te verlenen
bijdragen. Het zelfbeschikkingsrecht der
Kerken mag naar mening van vele le
den niet worden aangetast. Gevraagd
wordt voorts of de term bezinningscen
tra voor het buiten-kerkelijk deel van
ons volk, dat niet als humanistisch wil
worden bestempeld, aanvaardbaar zal
zijn. Opnieuw rijst de vraag of alle ker
kelijke bedenkingen tegen het ontvan
gen van overheidssubsidie thans ver
dwenen zyn.
Andere leden keren zich in verschil
lende nuanceringen tegen overheidsbij
dragen aan kerken, omdat een groeiend
deel van ons volk niet meer tot een
kerkgenootschap behoort. Het zou on
juist zijn deze mensen via belastingen
tot bijdragen aan kerkbouw te verplich
ten. Op grond van de overweging, dat
„een krachtig kerkelijk leven een open
baar belang is", konden vele leden hier
in echter geen vorm van rechtsongelijk-
verdeeld.
Verschillende leden bleken van me
ning, dat geen enkel argument voor
steun aan kerkbouw krachtig genoeg ls.
De met name genoemde christelüke
historische unie keert zich tegen iedere
uitkering uit overheidskassen aan bü
voorbeeld het humanistisch verbond, dat
zeer duidelijk Gods naam niet wenst te
bciydcn. Er dient ondubbelzinnig prin
cipieel onderscheid gemaakt te worden
tussen „Godsdienstige aanbidding en
verheerlijking Gods" enerzUds cn levcna-
beschouwelijke bezinning" anderzijds.
Enkele leden wensen dart de regering
duidelijk verklaart, dat de wenselijkheid
van subsidie ook dan blyft bestaan wan
neer een te subsidiëren kerkgenootschap
niet handelt in overeenstemming met
het „door de regering als openbaar be
lang geziene".
Enige leden wensen duidelijk te zien
vastgesteld, dat subsidie uitsluitend zal
worden verstrekt op voorwaarde, dat de
evangelieverkondiging geheel in over
eenstemming zal zyn met de heilige
schrift. Zonder het uitdrukkelijk op
nemen van dit kriterlum in het wets
ontwerp hebben zij er onoverkomelijke
bezwaren tegen.
In het verslag wordt voorts gevraagd
naar belastingfaciliteiten als hulp voor
kerken, het vasststellen van „rechtsper
soonlijkheid" van kerkgenootschappen,
alsmede om de wet met terugwerkende
kraoht tot 1 januari 1956 te laten gel
den. Voorts willen vele leden gemeen
ten en provincies vrijlaten om aanvul
lende subsidies te geven.