De Kankasische krijtkriiig
CULTUUR POPULAIR
Beeldhouwers in Beeld'
Kat in de kunst
s Kent U Zeeland ook zó?
s
ZATERDAG 10 JUM 1961
BERTOLT BRECHTS STUK DEZE MAAND IN NEDERLAND
„Was da ist, soli denen gehören, die für es gut sind"
Brecht is altijd een groot „nemer"
geweest il prend son bien oü il le
trouve, kan men ongetwijfeld van
hem zeggen en zo komt de vraag
op: Is de geschiedenis van de Kauka-
sische krijtkring 1) een variant op de
beschikking van Salomo over het door
twee vrouwen opgeëiste kind of is het
geïnspireerd door het verhaal, dat
Brechts vriend Klabund uit het Chinees
heeft vertaald (Der Kreidekreis)? Hoe
het ook zü, Brecht heeft daarvan iets
zeer eigens gemaakt, en nu het stuk
in Nederland wordt opgevoerd, is het
wellicht passend, juist in deze dagen
hieraan aandacht te schenken.
Het verhaal van de krijtkring wordt
door een Kaukasisch volkszanger verteld
en gespeeld ter ere van een delegatie, die
zich beraadt over de toewijzing van
grond aan een door de Duitsers verwoeste
kolchose in een totnogtoe dor dal. Wie
moet dit dal bezitten? De vroegere eige
naren hebben het gebruikt als weideplaats
voor hun schapen en willen het niet af
staan aan de kolchose, die het voor fruit
teelt nodig heeft.
Als Nederlandse toneelmanifestatie in het Hol
land Festival van dit jaar is gekozen „De Kauka-
sische Krijtkring" van Bertolt Brecht. Onder regie
van Richard Flink zullen prominente actrices en
acteurs uit de grote gezelschappen hieraan mede
werken. Dit massale toneelspel komt 15 juni te
Arnhem in première; daarna volgen Hilversum
(16), Amsterdam (17), Den Haag (20), Tilburg
(22), Den Haag (23), Utrecht (24), Deventer (26)
Rotterdam (27) en Amsterdam 29 juni. Ook zal
een televisie-uitzending worden verzorgd. Aan de
Duitser Brecht, die een van de belangrijkste to
neelvernieuwers wordt geacht en aan zijn spel
dat tot zijn beste werken behoort, wijdt onze
medewerker J. H. Schouten vandaag een interes
sante beschouwing.
reldliteratuur 2) spreekt Grimm
wel over Brechts levenslange
buitengewoon gecompliceerde
Brechts levenslangi
De zanger, die van mening is,
dat de „stem van de oude Chi
nese dichter ook in de schaduw
van de Sowjettractoren moet
klinken", gelooft dat de wijsheid
uit vroeger eeuwen ook hier een
oplossing kan brengen en zo krij
gen we een Chinees stuk in een
Russisch kader.
Een wreed en despotisch gou
verneur, plaatsvervanger van een
grootvorst, gaat met zijn vrouw
en een klein zoontje, dat hij als
zijn oogappel behoedt en door
twee doktoren laat verzorgen,
naar de kerk en daarna aan het
diner. Hij wil niets weten van
onrustbarende meldingen over
een opstand tegen de grootvorst,
die hem gebracht worden, wil
gaan eten, maar „de middag
is niet meer de tijd om te eten,
de middag is de tijd om te der
ven" hij wordt door de horde
vermoord. Zijn vrouw, die geen
enkel begrip heeft voor wat er
eigenlijk gaande is. deelt aan
haar personeel nog bevelen uit
over haar japonnen, bontjassen
en sieraden, die ze op haar
vlucht moet meenemen, klaagt
over haar migrai
ne. maar bekom-
mert zich niet om
haar zoontje. Dit
wordt op het laat
ste ogenblik gered
door haar dienst
meisje Grusche
„als een buit pakte
ze het. als een die
vegge sloop ze
weg" want de
gepantserde ruiters
van de vorst die
nu de macht heeft,
willen haar het
jongetje ontnemen.
Van „deftige" da
mes, die eveneens
zijn gevlucht, krijgt
ze als dienstbode
(is: slavin!) geen
enkele steun. Het
jongetje geeft ze
uit voor haar eigen
kind, maar wat te
doen. als haar ver
loofde, die in de
oorlog is, terug
keert?
Als de vervol
gers haar op de
hielen zijn, rent ze
met het kind weg,
waagt zich op een
wankele plank die
over een afgrond
ligt, en bereikt zo
de veilige oever,
tot ze na een tocht
van zeven dagen
bij haar broer
komt, waar ze ge
durende de winter
blijft. Ze offert
zelfs haar liefde en
trouwt met een
boer, die haar on
verschillig is, al
leen om het kind
veilig te stellen en
hem een vader te
geven. De gepant-
serde ruiters heb
ben echter haar
spoor gevonden;
„wij hebben het
bevel om het kind,
aangetroffen onder
jouw hoede, naar
de stad te brengen,
daar de verdenking
bestaat, dat het de
zoon van de gouverneur is. Hier is
het papier met de zegels"
vroegere rechter
van hun cliënte, van wie wij ech
ter al spoedig bemerken, dat het
haar niet om haar kind, maar
om de rijke erfenis te doen is.
Bij de vlucht heeft ze immers
alleen om haar kleren en juwe
len gedacht.
Offer
Grusche kon het niet laten, zich
te offeren voor het kind.
(„Schrecklich ist die Verführing
zur Güte"). „Wat voor een kind
is het?" vraagt Azdak haar. „Is
het van deftige afkomst?" „Dat
doet er niet toe," zegt ze. ..Het
is gewoon. Het heeft een neus in
't gezicht". „Dat beschouw ik als
nzn gewichtig antwoord", oor
deelt de rechter. Brecht bedoelt:
oorspronkelijk zijn de mensen ge
lijk, het sociale verschil is een
politiek en historisch verschijn
sel. Het menselijke alleen moet
de doorslag geven. Azdak laat
BERTOLT BRECHT
met krijt een kring op de grond
tekenen, het kind daarin plaat
sen en beveelt de beide vrou
wen, het uit de kring te trek
ken. De moeder trekt het naar
zich toe, Grusche laat het los.
Bij de tweede proef gaat het
„Ik heb het opgekweekt.
daarmee heeft de rechtbank vast-
gesteld, wie de ware moeder is.
rusche, neem het kind mee. De
erfenis vervalt aan de stad, op
dat daarvoor een tuin voor kin
deren wordt aangelegd". Het ter
wille van het kind gesloten huwe
lijk, dat geen intermenselijke ba
sis had, wordt ontbonden en Gru
sche trouwt met haar inmiddels
teruggekeerde verloofde.
Geen sociale of juridische ge
zichtspunten beslissen, maar uit-
De
verd, eindigt met de moraal:
Nehmt zur Kenntnls die Meinung
der Alten;
Pass da gehören soil, was da
1st, denen, die für es gut sind,
Die Kinder den Mütterlichen,
mlt sie gedeihen
Die Wagen den guten Fahrern,
damlt gut gefahren wird
Und das Tal den Bewasserern,
damit es Frucht bringt.
De draagwijdte van deze
woorden is zeer groot: ze kan
als motivering voor alle onteige
ningen dienen. De laatste zin sluit
aan op het begin, de vraag, wel
ke kolchose recht heeft op het
betwiste dal. Overigens staat de
eerste akte slechts in een zeer
los verband met het geheel, een
compositiefout, die ook blijkt uit
de los-naast-elkaar staande Gru
sche- en Azdakhandelingen, die
elkaar pas ontmoeten bij de
rechtzitting.
Het motief
In het begin van dit artikel
werd de vraag gesteld, waaraan
Brecht het motief van de krijt
kring had ontleend. In zijn gede
gen studie over Brecht en de we-
hankelijkheid van de Bijbel,
gelooft toch, dat we in dit ge
val met een Chinese fabel te doen
hebben. In bedoeld werkje, dat
Van filologische acribie getuigt,
behandelt Grimm de manier,
waarop Brecht stoffen en motie
ven overneemt, o.a. van Marlo
we (in Das Leben Eduards des
Zweiten von England), van Sha
kespeare („Shakespeare was óók
een dief," zegt Brecht) en na
tuurlijk speciaal van John Gays
Beggar's Opera uit 1728. Hij ver
andert menigmaal de strekking
in belangrijke mate: Gay geeft
een gecamoufleerde kritiek op
duidelijke misstanden en ver
klaart die uit de ondeugden,
Brecht een openlijke kritiek op
gecamoufleerde misstanden en
verklaart de ondeugden uit de
omstandigheden. Vaak neemt hij
over zonder bronvermelding: ik
herinner aan het veelbesproken
plagiaat van de vertaling van
Villons balladen. Over zijn paro-
ken. 3)
In een ander,
aan te bevelen werkje heeft
Grimm 4) het epische theater en
het z.g. Verfremdungseffekt (V-
Effekt) van Brecht behandeld.
Het essentiële in zijn stukken is
niet de handeling, maar de ver
telling: de alwetende verteller in
de Krijtkring introduceert de
spelers, hij vertelt wat in „nor
male" stukken blijkt uit de ex
positie, hij is alwetend en open
baart soms ook de verborgen ge
dachten van de „held" of „hei-
Hoort nu, wat de toornige
dacht, niet zelde.
Van hoger standpunt
standpunt, toont een nieuw soort
van wijsheid, een houding, die
berust op een nieuwe structuur
van de maatschappij. Een toe
schouwer. die Heijermans' Op
hoop van zegen ziet spelen, kan
soms menen, dat het toneel een
echte vissershut is geworden,
waar omheen de storm loeit: bij
Brecht mag de toeschouwer geen
ogenblik vergeten, dat hij zich in
een schouwburg van deze tijd
bevindt Brecht schept geen il
lusie, maar geeft kritische de
monstratie met het doel, de toe
hoorder te activeren, hem aan
het denken te zetten. Deze moet
niet meer geloven in holle leu
zen T- behalve als deze marxis
tisch zijn!
Brecht bestrijdt het Christen
dom, kant zich tegen het idealis
me van de klassieke tijd en ziet
in deze chaotische wereld de
mens alleen als gevangene van
de realiteit. De enige werkelijk
heid is de mens in zijn aardse
levensloop hij is een hulpe
loos wezen in de donkere wereld
van het bestaan. Af en toe glijdt
een licht van dit duister land
schap, zoals van het dienstmeis
je Grusche in haar aandoenlijke
liefde voor het kind van haar on
derdrukker. In zulke gestalten
toont Brecht, dat hij een groot
dichter is.
J. H. SCHOUTEN
1. Bertolt Brecht: Der kauka-
sische Kreidekreis. Aufbau Ver
lag, Berlin en Suhrkamp Verlag,
Frankfurt am Main.
2. Dr. Reinhold Grimm: Ber
tolt Brecht und die Weltllteratur
96 biz. 1961. Prijs Dm 6.50. Uitg.
Hans Carl. Nürnberg.
16 juli
4. Dr. Reinhold Grimm: Ber-
tolt Brecht. Die Struktur seines
Werks 85 biz. 1959. Dm 9.50 Uitg.
Hans Carl. Nürnberg.
Wiegel en Angclika Hut
uit De Kaukasische Krijtkring van Bertolt Brecht.
VERLEDEN,
HEDEN
EN TOEKOMST
Tussen
alsluildammen
en Deliadijken
Noord-Beveland, sinds eind
april eiland-af, heeft een uit
voerige en interessante be
schrijving gekregen in een
kloek boekwerk van twee
Zeeuwse auteurs, deskundigen
bij uitstek op historisch en wa
terstaatkundig gebied: de he
ren M. P. de Bruin en M. H.
Wilderom, respectievelijk ver
bonden aan het Rijksarchief te
Middelburg en aan de Studie
dienst van de Rijkswaterstaat
te Vlissingen. Noord-Beve
land" is het eerste deel van
een serie, die de auteurs de
wel zeer toepasselijke titel
„Tussen afsluitdammen en Delta-
dijken" hebben gegeven.
valt met
een goede polderorganisatie, spe
len de gemeenten een rol, die
ook* nauw samenhangt met het
karakter van het eiland. Boerde
rijen, molens, havens, wegen,
oever- en bodemonderzoek e.d.
krijgen ook veel, aandacht in dit
Naast dit alles zijn hoofdstuk
ken gewijd aan de overzetveren,
aan de Noordbevelandse brug die
voor nog geen 1,4 miljoen gul
den op 8 mei 1940 werd aanbe
steed, maar die vanwege de oor
logsomstandigheden niet kon wor
den gebouwd en aan de beteke
nis van het Deltaplan voor Noord-
Beveland, dat 4000 ha van het
buitenwater afsluit. Men ziet: het
boek is tot het laatste moment
bijgewerkt.
Wie zich op de hoogte wil stel
len van de strijd, die de lage
landen tegen him erfvijand heb
ben gevoerd, kan hier terecht.
Het goed verzorgde en van vele
foto's en van een groot aantal
uitstekende kaarten voorziene
boek is gedrukt door de firma
Llttooy en Olthoff te Middelburg.
China
fen en de kwalijke gevolgen van
het stadsleven, dit alles trekt
de lezer voorbij
Kent u Zeeland ook zó?, door G.
A. de Kok. Uitg.: Nederlands In
stituut voor Bcdrijfspedagogie te
Zeist.
Zeeland laat de laatste tijd door
verschillende activiteiten wèl van
zich horen. Een vergeten provincie
is het al geruimte tijd met meer,
maar toch is het volgens de jour
nalist De Kok nog het land van
de misverstanden, het land van
de „gehuifde deerns met kersfris-
se gezichten achter de gouden
hangijzers". Het land ook nog
altijd volgens De Kok van men
sen met klederdrachten en door
paarden getrokken ploegen. Hij
vertelt het verhaaltje van de
Zeeuwse autoriteit, die na bespre
kingen in Den Haag door een
Haagse heer wordt gevraagd, of
hij nog veel moet varen. De
Zeeuw knikte: „En bij Bergen op
Zoom nog verkleden." ..Verkle
den?" „Jawel. Bij ons dragen we
alleen maar koolbladeren." Met
dit soort „misverstanden" wil de
auteur voorgoed afrekenen. En
wij geven hem een goede kans,
dat-hij succes zal hebben, als ve
le nlet-Zeeuwen zijn. boekje lezen!
De Kok is erin geslaagd van het
journalistieke en van het poëti
sche element één geheel te maken.
Het resultaat is een knappe com
positie geworden, van een eigen
stijl en van een woordkeus, die de
roos m het midden treft. Zeeland
komt de lezer zeer veel nader.
Dit boekje, puntig en veelzijdig,
zoekt de Zeeuwse mens in zijn
vele goede en ook minder goede
hoedanigheden, verklaart de ach
terstanden op sommige gebieden,
maar geeft vooral de perspectie
ven aan, welke er voor deze pro
vincie in grote gevarieerdheid lig
gen.
Hoe leefden de Chinezen aan -
spreekt hem aan m begnjpehj-
de vooravond van de inval der ke taal Zeer be>list hjj
Mongolen en die vooravond (en zij) er veel van opsteken
van de jaren 1250 tot 1276 dan en dan tot verdere verkenning
genomen? Dat is lang O^tieigd zijn.
raeei van au wem., aai nei n
talloze archieven verspreide geleden en China ligt ver van
gegevens en in een groot aantal het bed, zegt u misschien. Maar
sfisrsr&n v,rss? Rubens
kleine, maar zo bijzonder vrucht- raadselachtige situatie van het
bare Zeeuwse eiland, np logische hede„ de ,lell(eI verborgen ligt Als deel 50 in de reek, Phoe-
en prettig leesbare wijze bijeen- _L nur-pockcls van W. de Haan is
brengt en op deze wijze een" in- "t het verleden. Ook indien
te re ss a nt brok lokale^ geschiede- bedenkt dat China want af
standen spel
meer wel
Strijd
Wat in dit boek haast op elke
bladzijde blijkt is de eeuwenlan
ge strijd tegen het water, een
strijd van overwinning en van
nederlaag. Bijna zeventig jaar
lang
1530 tot 1598 -
erschenen Rubensvan Ja
cob Burckhardt. Deze cultuur-
haast geen rol historicus en hoogleraar (te Ba-
s dichterbij zou zei) leefde van 18181897 en
kunnen komen, krijgt het zin, steeds zal geen vorser op
zich in de Chinese geschiedenis
te verdiepen. xe gaan door middel van diens
De Nederlands lezende is dit nagelaten publicaties,
in populaire trant mogelijk "et 's. daarom toe te juichen
o___ echter opge
hangen: als zijn plaatsvervanger
wordt een vroegere dorpsschrijver
Azdak aangesteld. De wetboeken
gebruikt hij alleen om er op te
gaan zitten, hij velt vonnissen
los van de paragrafen, steeds ten
gunste van de armen, tegen
overlevering en wetten in.
„En hij nam het van de rijken
•n hij gaf het zijns gelijken".
Richtsnoer?
Wat is zijn richtsnoer? Dat wat
redelijk is: de rede is het zien
van datgene, wat in een gegeven
situatie passend is. Daarom be
leeft het volk onder zijn recht
spraak een korte gouden tijd. bij
na van gerechtigheid. Waarom
bijna? Omdat de omstandigheden
somtijds verhinderen, dat het
Werkelijke recht zijn loop neemt.
Voor Azdak verschijnt de gou
verneursvrouw. die na het her
stellen van de rust teruggekomen
is en eist haar zoontje op. Gru
sche wil het niet geven: „het is
van mij. ik heb het verzorgd,
ik heb alles verdragen om het
te redden". De twee duurbetaal
de advokaten van de gouverneurs-
Vrouw leggen in gezwollen taal
4* nadruk op de moederrechten
BELASTINGTARIEVEN, 6e
druk, uitg, L. J. Veen, Amster
dam 1961.
In dit boekje zijn de tarieven
opgenomen, die thans voor ver
schillende belastingen gelden. Te
vens zijn de tarieven vermeld
voor de premieheffing A.O.W. en
A.W.W.. voor zover deze premies
bij aanslag worden opgelegd.
De anonieme samensteller heeft
de tabellen voor de loonbelasting
weggelaten, omdat hij van de
voorbarige veronderstelling is uit-
laagd.
De korte toelichtingen, die dik
wijls met voorbeelden zijn ver
duidelijkt, geven inzicht in de
wijze, waarop de tarieven moe
ten worden gehanteerd en die het
mogelijk maken om vast te stel
len hoeveel belasting er bij een
bepaald belastbaar bedrag moet
worden voldaan. Zij bevatten ech
ter te weinig gegevens om dit
belastbaar bedrag zelf te bepalen.
Als leidraad bij het invullen van
aangifteformulieren voor bijv. de
Inkomstenbelasting is dit boekje
niet geschikt, maar dit was ook
niet de bedoeling van de samen
steller.
laai veel
in raadsels
toch al voortdurend groei
ende belangstelling Voor de
kunst vindt een extra stimulans
in de vele „pockets" die het
terrein van de cultuur voor
steeds breder wordende lagen
van de bevolking toegankelijk
maken. Dat de interesse in het
bijzonder uitgaat naar de popu
lair onderrichtende lectuur is
begrijpelijk en gelukkig. Deze
vorm van „cultuurspreiding"
immers doet niet slechts de on
kunde verminderen, doch
maakt het ook mogelijk, wan
begrip en vooroordelen te laten
verdwijnen, mits de tegenargu
menten kracht van overtuiging
bezitten.
Soms strijkt een wat vreemde
eend in de pocketkunstbijt
neer. Beter is het, te spreken
van de circuspiste, want het
gaat nu om een van de „Zwar
te Beertjes", namelijk „Beeld
houwers in beeld". Dit beeld
boekje toont 93 door Herman
Hahndieck artistiek gefotogra-
veerde werken van Nederlandse
beeldhouwers. Verklaard wordt,
dat geen andere bedoeling
heeft voorgezeten dan te laten
zien wat het plastisch effect
is zoals dit door de foto wordt
overgebracht. Daarom zijn
vermeldingen omtrent voorstel
ling, materiaal e.d. achterwege
gelaten, aldus de toelichting.
Hoewel deze opzet de instructie
ve waarde van dit beeldboekje
vrijwel te niet doet. zou men
er nog vrede mee kunnen heb
ben als er niet een inleiding
aan vooraf zou gaan van de
Haagse schilder George Lampe
die moeilijk te combineren
is met een dergelijke opzet.
Bovendien is de toon, die ge
tuigt van een zekere minach
ting voor wie zich nog niet aan
de moderne kunst heeft overge
geven. niet de meest geëigende
om de oningewijde leek er toe
In een artikel, waarin de schrij
ver. zonder tegenspraak te
dulden, heftig poneert dat het
zoeken naar nieuwe vormen
een worsteling van de geest is,
doet het niet bepaald fijngees-
tig aan te lezen: „Veel van
het mystisch gewauwel over
de verscheurdheid van onze
tijd richt zich in wezen tegen
de -J—js>'
stellingen soms zijn die de kun
stenaar zich daarvan maakt.
Die verbeelding is ten slotte
een reflexie van eigen geest.
Het is echter nogal hovaardig,
te menen dat alle uitingen van
de moderne geest zo duidelijk
„spreken" dat zij andere gees
ten zonder meer zouden kun
nen overtuigen. T. H.
het eiland „drijvend" en meestal gemaakt met de vertaling van dat met de prettig leesbare
was het zo, dat hetgeen de mens, jaCques Gernets boek ..La vie vertaling van „Erinnerungen
In ol?z? °^en PnmJtieve auotidïenne en Chine a la veil- aus Rubens" verzorgd door
%\dr?"ó.ïoür\ ohM°.r,"; .S Hff"ZZv Zngole'-. ve,- A. Coken - ve" br,opsteller.
weer verloren ging. Sprekend zijn schenen in de „Zo Ieefden"-se- de leken h™sf moeiteloos en
de vertogen van de bewoners rie van Hollandia te Baarn. V°or cfn 'uttc* bedrag tot deze
aan de autoriteiten buiten het Dank zij mr. dr. J. H. Bast zal klare. bron van kunstgenot en
eiland om hulp en steun tot het het vrijwel iedere volwassene kennis kunnen doordringen.
behoud van hun srond Tol in de wei„,s moeite koslt„ om mee n
voor'j»lder" het
"TZÏÏ iï?Jk'ke%'g°",ï, "2*
derheden soms mochten vervelen, hoofdstad te volgen.
dan is daar soms plotseling een jn ^it boek komt China op
SSSTd".? een S we"?
de mens, die vecht voor het be- doen ve!e interessante ontdek-
houd van zijn erfdeel. En zo kingen in de samenleving, de
krijgt een misschien dorre op- hoog ontwikkelde bestuursorga- I On6€l
somming van jaartallen en feite- nisatie en in het denkpatroon
lijke gegevens over lengten van van de Chinees. Wij treden zijn
De goedkope uitgave bevat 48
reproducties in zwart-wit van
Rubens' werken die naast de le-
dijken en afmetingen van stroom- woning binnen
gaten iets van een document hu-
Tussen de Zwitserse bergen
maken de zag Willy Rieser op 18 februari
het leven mee. 1927 het levenslicht; bij kunst-
«-
Elders betitelt Lampe de niet-
meelopors als tragen van geest
die buiten adem raken en als
luiaards die zich tegen de mo
derne vormexpressie verzetten
uit angst, het vertrouwde we
reldbeeld in elkaar te zien stor
ten.
Neen, dit is niet de manier om
een leek in de moderne kunst
binnen te leiden. Enfin, het we
reldbeeld stort echt niet in el
kaar, hoe vreemd ook de voor-
a.
kringloop H
De jaargetijden, het leven van licht bracht hij sedert 1948
V eeizifaig alledag, de feesten van de Chi- belangrijk deel van zijn dagen
Op de waterstaatkundige aspec- vees en zijn godsdienst, de bloei door tussen de coulissen van
ten moge dan het accent liggen, van kunst en cultuur, de geneug- Nederlandse theaters. Hij leeft
daar op gespannen voet met de
tijd. want soms krijgt deze teke-
m ■""•"«"K nmn n 1 w naar slechts enkele seconden
om met penseel en inkt een fa
cet van het leven te vangen zo
als het door kunstenaars in
houding of gebaar wordt opge
roepen.
Rieser heeft zich tot taak ge
steld, te ivediijveren met fotogra
fen en cameralieden. Ook hij
staat klaar om een ondeelbaar
ogenblik vast te leggen, maar
daarvoor kan hij geen automati
sche handeling, geen maniertje,
bedenken. Hij wacht op het
meest karakteristieke moment
en eerst dan kan de impuls op
treden die zijn handen in bewe
ging brengt. Dat gebeurt pas
wanneer hetgeen hem frappeer*
de al lang voorbij is.
Bij dc Uitgeverij Stols-Barth
in Den Haag is een bundel met
tachtig toneeltekeningen van Rie
ser verschenen. Voor regelmati
ge theaterbezoekers schuVt daar
in het plezier, een bepaalde
kunstenaar, ja zelfs het moment
uit de voorstelling te herkennen,
maar zeker ook voor anderen
is deze collectie een interessant
bezit omdat dit vluchtig liinen-
spel spreekt tot de verbeelding
van een ieder die de kunst ver
staat, in het schrift van de teke
naar een stukje van het leven
te ontdekken.
TON HYDRA
„Man", riep de Egyptenaar In het grijs verleden tegen zijn
als heilige vereerde kat. „Mau Mau" luidt daarom de titel
van een kostelijke bloemlezing over katten in de beeldende
kunst en in dc literatuur. Wat dit laatste betreft springt de
kat naar voren uit de didactische, de epische, de lyrische en
de dramatische hoek.
Uit het verzamelwerk van Ralmond Bernard blijkt dat de
kat vrijwel overal is binnengedrongen: in mythe, fabel en
dierenepos, in parabel, essay, leerdicht en in de wetenschap
pelijke verhandeling.
Een epische benadering ondergaat de kat in sprookjes,
volks- en cultuurverhalen, in romans en memoires. Dichters
hebben het dier al evenmin kunnen ontwijken als de toneel
schrijvers; Herman Heijermans heeft de kat zelfs een rol
op het lijf geschreven voor zijn sociale satire „De wijze ka
ter" en ook dit toneelwerk is in „Mau Mau" opgenomen.
Dc „kattenkljk" van beeldende kunstenaars is vastgelegd
in een groot aantal reproducties van rake typeringen, eerder
geëxposeerd In de kunstzaal van mevrouw Sothmann te
Amsterdam. Wat deze Phoenix-pocket over katten onthult, is
echt niet voor dc poes.
T. H.
...U