De Kankasische krijtkriiig CULTUUR POPULAIR Beeldhouwers in Beeld' Kat in de kunst s Kent U Zeeland ook zó? s ZATERDAG 10 JUM 1961 BERTOLT BRECHTS STUK DEZE MAAND IN NEDERLAND „Was da ist, soli denen gehören, die für es gut sind" Brecht is altijd een groot „nemer" geweest il prend son bien oü il le trouve, kan men ongetwijfeld van hem zeggen en zo komt de vraag op: Is de geschiedenis van de Kauka- sische krijtkring 1) een variant op de beschikking van Salomo over het door twee vrouwen opgeëiste kind of is het geïnspireerd door het verhaal, dat Brechts vriend Klabund uit het Chinees heeft vertaald (Der Kreidekreis)? Hoe het ook zü, Brecht heeft daarvan iets zeer eigens gemaakt, en nu het stuk in Nederland wordt opgevoerd, is het wellicht passend, juist in deze dagen hieraan aandacht te schenken. Het verhaal van de krijtkring wordt door een Kaukasisch volkszanger verteld en gespeeld ter ere van een delegatie, die zich beraadt over de toewijzing van grond aan een door de Duitsers verwoeste kolchose in een totnogtoe dor dal. Wie moet dit dal bezitten? De vroegere eige naren hebben het gebruikt als weideplaats voor hun schapen en willen het niet af staan aan de kolchose, die het voor fruit teelt nodig heeft. Als Nederlandse toneelmanifestatie in het Hol land Festival van dit jaar is gekozen „De Kauka- sische Krijtkring" van Bertolt Brecht. Onder regie van Richard Flink zullen prominente actrices en acteurs uit de grote gezelschappen hieraan mede werken. Dit massale toneelspel komt 15 juni te Arnhem in première; daarna volgen Hilversum (16), Amsterdam (17), Den Haag (20), Tilburg (22), Den Haag (23), Utrecht (24), Deventer (26) Rotterdam (27) en Amsterdam 29 juni. Ook zal een televisie-uitzending worden verzorgd. Aan de Duitser Brecht, die een van de belangrijkste to neelvernieuwers wordt geacht en aan zijn spel dat tot zijn beste werken behoort, wijdt onze medewerker J. H. Schouten vandaag een interes sante beschouwing. reldliteratuur 2) spreekt Grimm wel over Brechts levenslange buitengewoon gecompliceerde Brechts levenslangi De zanger, die van mening is, dat de „stem van de oude Chi nese dichter ook in de schaduw van de Sowjettractoren moet klinken", gelooft dat de wijsheid uit vroeger eeuwen ook hier een oplossing kan brengen en zo krij gen we een Chinees stuk in een Russisch kader. Een wreed en despotisch gou verneur, plaatsvervanger van een grootvorst, gaat met zijn vrouw en een klein zoontje, dat hij als zijn oogappel behoedt en door twee doktoren laat verzorgen, naar de kerk en daarna aan het diner. Hij wil niets weten van onrustbarende meldingen over een opstand tegen de grootvorst, die hem gebracht worden, wil gaan eten, maar „de middag is niet meer de tijd om te eten, de middag is de tijd om te der ven" hij wordt door de horde vermoord. Zijn vrouw, die geen enkel begrip heeft voor wat er eigenlijk gaande is. deelt aan haar personeel nog bevelen uit over haar japonnen, bontjassen en sieraden, die ze op haar vlucht moet meenemen, klaagt over haar migrai ne. maar bekom- mert zich niet om haar zoontje. Dit wordt op het laat ste ogenblik gered door haar dienst meisje Grusche „als een buit pakte ze het. als een die vegge sloop ze weg" want de gepantserde ruiters van de vorst die nu de macht heeft, willen haar het jongetje ontnemen. Van „deftige" da mes, die eveneens zijn gevlucht, krijgt ze als dienstbode (is: slavin!) geen enkele steun. Het jongetje geeft ze uit voor haar eigen kind, maar wat te doen. als haar ver loofde, die in de oorlog is, terug keert? Als de vervol gers haar op de hielen zijn, rent ze met het kind weg, waagt zich op een wankele plank die over een afgrond ligt, en bereikt zo de veilige oever, tot ze na een tocht van zeven dagen bij haar broer komt, waar ze ge durende de winter blijft. Ze offert zelfs haar liefde en trouwt met een boer, die haar on verschillig is, al leen om het kind veilig te stellen en hem een vader te geven. De gepant- serde ruiters heb ben echter haar spoor gevonden; „wij hebben het bevel om het kind, aangetroffen onder jouw hoede, naar de stad te brengen, daar de verdenking bestaat, dat het de zoon van de gouverneur is. Hier is het papier met de zegels" vroegere rechter van hun cliënte, van wie wij ech ter al spoedig bemerken, dat het haar niet om haar kind, maar om de rijke erfenis te doen is. Bij de vlucht heeft ze immers alleen om haar kleren en juwe len gedacht. Offer Grusche kon het niet laten, zich te offeren voor het kind. („Schrecklich ist die Verführing zur Güte"). „Wat voor een kind is het?" vraagt Azdak haar. „Is het van deftige afkomst?" „Dat doet er niet toe," zegt ze. ..Het is gewoon. Het heeft een neus in 't gezicht". „Dat beschouw ik als nzn gewichtig antwoord", oor deelt de rechter. Brecht bedoelt: oorspronkelijk zijn de mensen ge lijk, het sociale verschil is een politiek en historisch verschijn sel. Het menselijke alleen moet de doorslag geven. Azdak laat BERTOLT BRECHT met krijt een kring op de grond tekenen, het kind daarin plaat sen en beveelt de beide vrou wen, het uit de kring te trek ken. De moeder trekt het naar zich toe, Grusche laat het los. Bij de tweede proef gaat het „Ik heb het opgekweekt. daarmee heeft de rechtbank vast- gesteld, wie de ware moeder is. rusche, neem het kind mee. De erfenis vervalt aan de stad, op dat daarvoor een tuin voor kin deren wordt aangelegd". Het ter wille van het kind gesloten huwe lijk, dat geen intermenselijke ba sis had, wordt ontbonden en Gru sche trouwt met haar inmiddels teruggekeerde verloofde. Geen sociale of juridische ge zichtspunten beslissen, maar uit- De verd, eindigt met de moraal: Nehmt zur Kenntnls die Meinung der Alten; Pass da gehören soil, was da 1st, denen, die für es gut sind, Die Kinder den Mütterlichen, mlt sie gedeihen Die Wagen den guten Fahrern, damlt gut gefahren wird Und das Tal den Bewasserern, damit es Frucht bringt. De draagwijdte van deze woorden is zeer groot: ze kan als motivering voor alle onteige ningen dienen. De laatste zin sluit aan op het begin, de vraag, wel ke kolchose recht heeft op het betwiste dal. Overigens staat de eerste akte slechts in een zeer los verband met het geheel, een compositiefout, die ook blijkt uit de los-naast-elkaar staande Gru sche- en Azdakhandelingen, die elkaar pas ontmoeten bij de rechtzitting. Het motief In het begin van dit artikel werd de vraag gesteld, waaraan Brecht het motief van de krijt kring had ontleend. In zijn gede gen studie over Brecht en de we- hankelijkheid van de Bijbel, gelooft toch, dat we in dit ge val met een Chinese fabel te doen hebben. In bedoeld werkje, dat Van filologische acribie getuigt, behandelt Grimm de manier, waarop Brecht stoffen en motie ven overneemt, o.a. van Marlo we (in Das Leben Eduards des Zweiten von England), van Sha kespeare („Shakespeare was óók een dief," zegt Brecht) en na tuurlijk speciaal van John Gays Beggar's Opera uit 1728. Hij ver andert menigmaal de strekking in belangrijke mate: Gay geeft een gecamoufleerde kritiek op duidelijke misstanden en ver klaart die uit de ondeugden, Brecht een openlijke kritiek op gecamoufleerde misstanden en verklaart de ondeugden uit de omstandigheden. Vaak neemt hij over zonder bronvermelding: ik herinner aan het veelbesproken plagiaat van de vertaling van Villons balladen. Over zijn paro- ken. 3) In een ander, aan te bevelen werkje heeft Grimm 4) het epische theater en het z.g. Verfremdungseffekt (V- Effekt) van Brecht behandeld. Het essentiële in zijn stukken is niet de handeling, maar de ver telling: de alwetende verteller in de Krijtkring introduceert de spelers, hij vertelt wat in „nor male" stukken blijkt uit de ex positie, hij is alwetend en open baart soms ook de verborgen ge dachten van de „held" of „hei- Hoort nu, wat de toornige dacht, niet zelde. Van hoger standpunt standpunt, toont een nieuw soort van wijsheid, een houding, die berust op een nieuwe structuur van de maatschappij. Een toe schouwer. die Heijermans' Op hoop van zegen ziet spelen, kan soms menen, dat het toneel een echte vissershut is geworden, waar omheen de storm loeit: bij Brecht mag de toeschouwer geen ogenblik vergeten, dat hij zich in een schouwburg van deze tijd bevindt Brecht schept geen il lusie, maar geeft kritische de monstratie met het doel, de toe hoorder te activeren, hem aan het denken te zetten. Deze moet niet meer geloven in holle leu zen T- behalve als deze marxis tisch zijn! Brecht bestrijdt het Christen dom, kant zich tegen het idealis me van de klassieke tijd en ziet in deze chaotische wereld de mens alleen als gevangene van de realiteit. De enige werkelijk heid is de mens in zijn aardse levensloop hij is een hulpe loos wezen in de donkere wereld van het bestaan. Af en toe glijdt een licht van dit duister land schap, zoals van het dienstmeis je Grusche in haar aandoenlijke liefde voor het kind van haar on derdrukker. In zulke gestalten toont Brecht, dat hij een groot dichter is. J. H. SCHOUTEN 1. Bertolt Brecht: Der kauka- sische Kreidekreis. Aufbau Ver lag, Berlin en Suhrkamp Verlag, Frankfurt am Main. 2. Dr. Reinhold Grimm: Ber tolt Brecht und die Weltllteratur 96 biz. 1961. Prijs Dm 6.50. Uitg. Hans Carl. Nürnberg. 16 juli 4. Dr. Reinhold Grimm: Ber- tolt Brecht. Die Struktur seines Werks 85 biz. 1959. Dm 9.50 Uitg. Hans Carl. Nürnberg. Wiegel en Angclika Hut uit De Kaukasische Krijtkring van Bertolt Brecht. VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST Tussen alsluildammen en Deliadijken Noord-Beveland, sinds eind april eiland-af, heeft een uit voerige en interessante be schrijving gekregen in een kloek boekwerk van twee Zeeuwse auteurs, deskundigen bij uitstek op historisch en wa terstaatkundig gebied: de he ren M. P. de Bruin en M. H. Wilderom, respectievelijk ver bonden aan het Rijksarchief te Middelburg en aan de Studie dienst van de Rijkswaterstaat te Vlissingen. Noord-Beve land" is het eerste deel van een serie, die de auteurs de wel zeer toepasselijke titel „Tussen afsluitdammen en Delta- dijken" hebben gegeven. valt met een goede polderorganisatie, spe len de gemeenten een rol, die ook* nauw samenhangt met het karakter van het eiland. Boerde rijen, molens, havens, wegen, oever- en bodemonderzoek e.d. krijgen ook veel, aandacht in dit Naast dit alles zijn hoofdstuk ken gewijd aan de overzetveren, aan de Noordbevelandse brug die voor nog geen 1,4 miljoen gul den op 8 mei 1940 werd aanbe steed, maar die vanwege de oor logsomstandigheden niet kon wor den gebouwd en aan de beteke nis van het Deltaplan voor Noord- Beveland, dat 4000 ha van het buitenwater afsluit. Men ziet: het boek is tot het laatste moment bijgewerkt. Wie zich op de hoogte wil stel len van de strijd, die de lage landen tegen him erfvijand heb ben gevoerd, kan hier terecht. Het goed verzorgde en van vele foto's en van een groot aantal uitstekende kaarten voorziene boek is gedrukt door de firma Llttooy en Olthoff te Middelburg. China fen en de kwalijke gevolgen van het stadsleven, dit alles trekt de lezer voorbij Kent u Zeeland ook zó?, door G. A. de Kok. Uitg.: Nederlands In stituut voor Bcdrijfspedagogie te Zeist. Zeeland laat de laatste tijd door verschillende activiteiten wèl van zich horen. Een vergeten provincie is het al geruimte tijd met meer, maar toch is het volgens de jour nalist De Kok nog het land van de misverstanden, het land van de „gehuifde deerns met kersfris- se gezichten achter de gouden hangijzers". Het land ook nog altijd volgens De Kok van men sen met klederdrachten en door paarden getrokken ploegen. Hij vertelt het verhaaltje van de Zeeuwse autoriteit, die na bespre kingen in Den Haag door een Haagse heer wordt gevraagd, of hij nog veel moet varen. De Zeeuw knikte: „En bij Bergen op Zoom nog verkleden." ..Verkle den?" „Jawel. Bij ons dragen we alleen maar koolbladeren." Met dit soort „misverstanden" wil de auteur voorgoed afrekenen. En wij geven hem een goede kans, dat-hij succes zal hebben, als ve le nlet-Zeeuwen zijn. boekje lezen! De Kok is erin geslaagd van het journalistieke en van het poëti sche element één geheel te maken. Het resultaat is een knappe com positie geworden, van een eigen stijl en van een woordkeus, die de roos m het midden treft. Zeeland komt de lezer zeer veel nader. Dit boekje, puntig en veelzijdig, zoekt de Zeeuwse mens in zijn vele goede en ook minder goede hoedanigheden, verklaart de ach terstanden op sommige gebieden, maar geeft vooral de perspectie ven aan, welke er voor deze pro vincie in grote gevarieerdheid lig gen. Hoe leefden de Chinezen aan - spreekt hem aan m begnjpehj- de vooravond van de inval der ke taal Zeer be>list hjj Mongolen en die vooravond (en zij) er veel van opsteken van de jaren 1250 tot 1276 dan en dan tot verdere verkenning genomen? Dat is lang O^tieigd zijn. raeei van au wem., aai nei n talloze archieven verspreide geleden en China ligt ver van gegevens en in een groot aantal het bed, zegt u misschien. Maar sfisrsr&n v,rss? Rubens kleine, maar zo bijzonder vrucht- raadselachtige situatie van het bare Zeeuwse eiland, np logische hede„ de ,lell(eI verborgen ligt Als deel 50 in de reek, Phoe- en prettig leesbare wijze bijeen- _L nur-pockcls van W. de Haan is brengt en op deze wijze een" in- "t het verleden. Ook indien te re ss a nt brok lokale^ geschiede- bedenkt dat China want af standen spel meer wel Strijd Wat in dit boek haast op elke bladzijde blijkt is de eeuwenlan ge strijd tegen het water, een strijd van overwinning en van nederlaag. Bijna zeventig jaar lang 1530 tot 1598 - erschenen Rubensvan Ja cob Burckhardt. Deze cultuur- haast geen rol historicus en hoogleraar (te Ba- s dichterbij zou zei) leefde van 18181897 en kunnen komen, krijgt het zin, steeds zal geen vorser op zich in de Chinese geschiedenis te verdiepen. xe gaan door middel van diens De Nederlands lezende is dit nagelaten publicaties, in populaire trant mogelijk "et 's. daarom toe te juichen o___ echter opge hangen: als zijn plaatsvervanger wordt een vroegere dorpsschrijver Azdak aangesteld. De wetboeken gebruikt hij alleen om er op te gaan zitten, hij velt vonnissen los van de paragrafen, steeds ten gunste van de armen, tegen overlevering en wetten in. „En hij nam het van de rijken •n hij gaf het zijns gelijken". Richtsnoer? Wat is zijn richtsnoer? Dat wat redelijk is: de rede is het zien van datgene, wat in een gegeven situatie passend is. Daarom be leeft het volk onder zijn recht spraak een korte gouden tijd. bij na van gerechtigheid. Waarom bijna? Omdat de omstandigheden somtijds verhinderen, dat het Werkelijke recht zijn loop neemt. Voor Azdak verschijnt de gou verneursvrouw. die na het her stellen van de rust teruggekomen is en eist haar zoontje op. Gru sche wil het niet geven: „het is van mij. ik heb het verzorgd, ik heb alles verdragen om het te redden". De twee duurbetaal de advokaten van de gouverneurs- Vrouw leggen in gezwollen taal 4* nadruk op de moederrechten BELASTINGTARIEVEN, 6e druk, uitg, L. J. Veen, Amster dam 1961. In dit boekje zijn de tarieven opgenomen, die thans voor ver schillende belastingen gelden. Te vens zijn de tarieven vermeld voor de premieheffing A.O.W. en A.W.W.. voor zover deze premies bij aanslag worden opgelegd. De anonieme samensteller heeft de tabellen voor de loonbelasting weggelaten, omdat hij van de voorbarige veronderstelling is uit- laagd. De korte toelichtingen, die dik wijls met voorbeelden zijn ver duidelijkt, geven inzicht in de wijze, waarop de tarieven moe ten worden gehanteerd en die het mogelijk maken om vast te stel len hoeveel belasting er bij een bepaald belastbaar bedrag moet worden voldaan. Zij bevatten ech ter te weinig gegevens om dit belastbaar bedrag zelf te bepalen. Als leidraad bij het invullen van aangifteformulieren voor bijv. de Inkomstenbelasting is dit boekje niet geschikt, maar dit was ook niet de bedoeling van de samen steller. laai veel in raadsels toch al voortdurend groei ende belangstelling Voor de kunst vindt een extra stimulans in de vele „pockets" die het terrein van de cultuur voor steeds breder wordende lagen van de bevolking toegankelijk maken. Dat de interesse in het bijzonder uitgaat naar de popu lair onderrichtende lectuur is begrijpelijk en gelukkig. Deze vorm van „cultuurspreiding" immers doet niet slechts de on kunde verminderen, doch maakt het ook mogelijk, wan begrip en vooroordelen te laten verdwijnen, mits de tegenargu menten kracht van overtuiging bezitten. Soms strijkt een wat vreemde eend in de pocketkunstbijt neer. Beter is het, te spreken van de circuspiste, want het gaat nu om een van de „Zwar te Beertjes", namelijk „Beeld houwers in beeld". Dit beeld boekje toont 93 door Herman Hahndieck artistiek gefotogra- veerde werken van Nederlandse beeldhouwers. Verklaard wordt, dat geen andere bedoeling heeft voorgezeten dan te laten zien wat het plastisch effect is zoals dit door de foto wordt overgebracht. Daarom zijn vermeldingen omtrent voorstel ling, materiaal e.d. achterwege gelaten, aldus de toelichting. Hoewel deze opzet de instructie ve waarde van dit beeldboekje vrijwel te niet doet. zou men er nog vrede mee kunnen heb ben als er niet een inleiding aan vooraf zou gaan van de Haagse schilder George Lampe die moeilijk te combineren is met een dergelijke opzet. Bovendien is de toon, die ge tuigt van een zekere minach ting voor wie zich nog niet aan de moderne kunst heeft overge geven. niet de meest geëigende om de oningewijde leek er toe In een artikel, waarin de schrij ver. zonder tegenspraak te dulden, heftig poneert dat het zoeken naar nieuwe vormen een worsteling van de geest is, doet het niet bepaald fijngees- tig aan te lezen: „Veel van het mystisch gewauwel over de verscheurdheid van onze tijd richt zich in wezen tegen de -J—js>' stellingen soms zijn die de kun stenaar zich daarvan maakt. Die verbeelding is ten slotte een reflexie van eigen geest. Het is echter nogal hovaardig, te menen dat alle uitingen van de moderne geest zo duidelijk „spreken" dat zij andere gees ten zonder meer zouden kun nen overtuigen. T. H. het eiland „drijvend" en meestal gemaakt met de vertaling van dat met de prettig leesbare was het zo, dat hetgeen de mens, jaCques Gernets boek ..La vie vertaling van „Erinnerungen In ol?z? °^en PnmJtieve auotidïenne en Chine a la veil- aus Rubens" verzorgd door %\dr?"ó.ïoür\ ohM°.r,"; .S Hff"ZZv Zngole'-. ve,- A. Coken - ve" br,opsteller. weer verloren ging. Sprekend zijn schenen in de „Zo Ieefden"-se- de leken h™sf moeiteloos en de vertogen van de bewoners rie van Hollandia te Baarn. V°or cfn 'uttc* bedrag tot deze aan de autoriteiten buiten het Dank zij mr. dr. J. H. Bast zal klare. bron van kunstgenot en eiland om hulp en steun tot het het vrijwel iedere volwassene kennis kunnen doordringen. behoud van hun srond Tol in de wei„,s moeite koslt„ om mee n voor'j»lder" het "TZÏÏ iï?Jk'ke%'g°",ï, "2* derheden soms mochten vervelen, hoofdstad te volgen. dan is daar soms plotseling een jn ^it boek komt China op SSSTd".? een S we"? de mens, die vecht voor het be- doen ve!e interessante ontdek- houd van zijn erfdeel. En zo kingen in de samenleving, de krijgt een misschien dorre op- hoog ontwikkelde bestuursorga- I On6€l somming van jaartallen en feite- nisatie en in het denkpatroon lijke gegevens over lengten van van de Chinees. Wij treden zijn De goedkope uitgave bevat 48 reproducties in zwart-wit van Rubens' werken die naast de le- dijken en afmetingen van stroom- woning binnen gaten iets van een document hu- Tussen de Zwitserse bergen maken de zag Willy Rieser op 18 februari het leven mee. 1927 het levenslicht; bij kunst- «- Elders betitelt Lampe de niet- meelopors als tragen van geest die buiten adem raken en als luiaards die zich tegen de mo derne vormexpressie verzetten uit angst, het vertrouwde we reldbeeld in elkaar te zien stor ten. Neen, dit is niet de manier om een leek in de moderne kunst binnen te leiden. Enfin, het we reldbeeld stort echt niet in el kaar, hoe vreemd ook de voor- a. kringloop H De jaargetijden, het leven van licht bracht hij sedert 1948 V eeizifaig alledag, de feesten van de Chi- belangrijk deel van zijn dagen Op de waterstaatkundige aspec- vees en zijn godsdienst, de bloei door tussen de coulissen van ten moge dan het accent liggen, van kunst en cultuur, de geneug- Nederlandse theaters. Hij leeft daar op gespannen voet met de tijd. want soms krijgt deze teke- m ■""•"«"K nmn n 1 w naar slechts enkele seconden om met penseel en inkt een fa cet van het leven te vangen zo als het door kunstenaars in houding of gebaar wordt opge roepen. Rieser heeft zich tot taak ge steld, te ivediijveren met fotogra fen en cameralieden. Ook hij staat klaar om een ondeelbaar ogenblik vast te leggen, maar daarvoor kan hij geen automati sche handeling, geen maniertje, bedenken. Hij wacht op het meest karakteristieke moment en eerst dan kan de impuls op treden die zijn handen in bewe ging brengt. Dat gebeurt pas wanneer hetgeen hem frappeer* de al lang voorbij is. Bij dc Uitgeverij Stols-Barth in Den Haag is een bundel met tachtig toneeltekeningen van Rie ser verschenen. Voor regelmati ge theaterbezoekers schuVt daar in het plezier, een bepaalde kunstenaar, ja zelfs het moment uit de voorstelling te herkennen, maar zeker ook voor anderen is deze collectie een interessant bezit omdat dit vluchtig liinen- spel spreekt tot de verbeelding van een ieder die de kunst ver staat, in het schrift van de teke naar een stukje van het leven te ontdekken. TON HYDRA „Man", riep de Egyptenaar In het grijs verleden tegen zijn als heilige vereerde kat. „Mau Mau" luidt daarom de titel van een kostelijke bloemlezing over katten in de beeldende kunst en in dc literatuur. Wat dit laatste betreft springt de kat naar voren uit de didactische, de epische, de lyrische en de dramatische hoek. Uit het verzamelwerk van Ralmond Bernard blijkt dat de kat vrijwel overal is binnengedrongen: in mythe, fabel en dierenepos, in parabel, essay, leerdicht en in de wetenschap pelijke verhandeling. Een epische benadering ondergaat de kat in sprookjes, volks- en cultuurverhalen, in romans en memoires. Dichters hebben het dier al evenmin kunnen ontwijken als de toneel schrijvers; Herman Heijermans heeft de kat zelfs een rol op het lijf geschreven voor zijn sociale satire „De wijze ka ter" en ook dit toneelwerk is in „Mau Mau" opgenomen. Dc „kattenkljk" van beeldende kunstenaars is vastgelegd in een groot aantal reproducties van rake typeringen, eerder geëxposeerd In de kunstzaal van mevrouw Sothmann te Amsterdam. Wat deze Phoenix-pocket over katten onthult, is echt niet voor dc poes. T. H. ...U

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 21