HET PORTRET
2jS|
r J
f^Cowrighl M8B
Het geheim van de „Ouwe Molen"
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 10 JUNI 1961
^iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiii
DE kogel was blijven steken ln de rand
van de vensterbank, aan de tuinkant.
MacGregory, politie-lnspecteor in het dis
trict Thornviile, probeerde 'm met een
mes uit het hout te peuteren, en terwijl
hij zich een tikkeltje voorover boog, iel
hij: „Zo te zien is het een narrow esca
pe geweest, Mr. Brown". De man naast
hem gromde. MacGregory vervolgde:
„Als de moordenaar slechts een halve mi-
limeter hoger had aangelegd, was de ko
gel recht door uw hart gegaan en had u
niets meer kunnen navertellen". De man
naast hem gromde voor de tweede maal.
„U heeft ging de politie-lnspecteur on
verstoorbaar verder echt gezwijnd, om
het eens heel populair te zeggen. Een hal
ve millimeter, hoe is het mogelijk, hoe Is
het mogelijk".
LANGZAAM draaide hij het hoofd naar
Mr. Brown, en hij keek hem recht in
het gezicht toen hij zei: ,,U schijnt er niet
erg van overtuigd te zijn, dat u op het nip
pertje aan een moordaanslag bent ontko
men. is het wel?" Mr. Brown haalde de
schouders op. „Ik weet het niet", ant
woordde hij vermoeid, „ik weet het niet.
Ik. Hij kon zijn zin niet afmaken.
MacGregory interrumpeerde hem: „Heeft
u er enig idee van wie het op uw leven
gemunt kan hebben? Heeft u misschien vij
anden?" Mr. Brown dacht een ogenblik
diep na. „Nee", zei hij tenslotte met een
aarzeling, die MacGregory niet ontging,
„nee. voor zover ik weet heb ik geen vij
anden". De politie-inspecteur knikte. „Juist,
juist", mompelde hij. En toen ineens: „Mr.
Brown, mag ik u heel openhartig een vraag
stellen? Wordt u soms gechanteerd?" Mr.
Brown kromp ineen. Zijn gezicht werd as
grauw. „Wat bedoelt u?". bracht hij met
moeite uit. De politie-inspecteur deed alsof
hij de verandering, die zich in het gehele
u gechanteerd zou worden, het schot, dat
op u gelost is. met opzet een misser zou
kunnen zijn". Mr. Brown hapte naar adem.
„Verklaar u nader", zei hij. MacGregory
keek een ogenblik om
we naar binnen gaan", i
VAN uit zijn stoel nam inspecteur Mac
Gregory Mr. Brown met half gesloten
ogen nauwkeurig op. Een krasse knaap,
stelde hij voor zichzelf vast. Een man, die
er met zijn bijna tachtig jaren nog best
mag zijn. En zo te zien nog zo sterk als
een paard. Een tegenstander zou bij een
gevecht op de vuist een harde dobber aan
hem hebben.
MacGregory werd in zijn overpeinzingen
gestoord door de harde stem van Mr.
Brown, die zichzelf weer meester, vroeg:
„En wat had u nu te zeggen?'
ïspecteur haalde
Uitslag 12de serie
lllllillli
boekje met
aantekeningen uit zijn jaszak en terwijl hij
het doorbladerde, zei hij: „Laten we bij
het begin beginnen. Gisteravond om tien
uur. zo heeft u mij verteld, zat u in de
zelfde stoel, waarin u nu bent gezeten, bij
het raam te lezen. U had het raam wijd
open. omdat u last had van de warmte en
wilde profiteren van het koele briesje, dat
begon op te steken. Klopt het tot zover?"
zijn. Ën gelijktijdig hoorde u een harde
tik tegen de vensterbank. Dat het op dat
ogenblik precies tien uur was weet u met
zekerheid, omdat de klok sloeg. Aanvanke
lijk dacht u dat er stropers in de buurt
waren, en schonk u aan het voorval niet
zo'n erge aandacht. U dacht, dat een ver
dwaalde kogel tegen de vensterbank was
afgeketst, meer niet. Intussen vond u het
wel een vervelende geschiedenis. Omdat u
Sewoon bent om tien uur naar bed te gaan.
eeft u kort daarop het raam gesloten, het
licht uitgedraaid en in het donker bent u
naar uw slaapkamer gelopen, u heeft zich
in het donker uitgekleed en is gaan sla
pen. Althans u heeft geprobeerd te sla
pen. Maar dat lukte niet. U bleef denken
aan dat schot. En terwijl uw gedachten
zich daarmee bezig hielden realiseerde u
zich plotseling, dat u geen geweerschot
had gehoord maar een revolverschot. U
zegt. dat u zich daarin niet vergist. Van
morgen heeft u de politie van een en an
der in kennis gesteld, en nu ben ik hier
om de zaak op te lossen. Klopt dat?".
Weer knikte Mr. Brown bevestigend.
weest veranderde voor u de hele situaf
U ging toen rekening houden met de mo
gelijkheid. dat er wel eens bewust op u
gevuurd zou kunnen zijn. Waarom? Dat is
voor u voorlopig nog een raadsel, meen ik
uit uw woorden te moeten opmaken".
Langzaam stond MacGregory op. en met
de handen in de zakken liep hij door de
ruime kamer, terwijl zijn ogen langs de
schilderijen aan de wanden en de kasten
met zilveren voorwerpen gleden.
„Mr. Brown", zei hij, „als ik het zo mag
uitdrukken: hier valt wel een en ander
te halen. In deze kamer alleen al staat en
hangt voor een paar ton aan waarde. En
vermoedelijk heeft u ook veel geld in
„Geld, geld", antwoordde Mr. Brown,
In deze
Putten te
dingen voor de tweede maal de top van de
ladder. De heer P. Verwllllgen. die enkele
ries Uter gestart ls. finishte-*|
dige papieren veilig in een kluis bij de
bank zijn opgeborgen. Maar ik moet toe
geven, dat in mijn bureau een hoeveelheid
bankpapier ligt, die de bezitter er van in
staat stelt een paar gezellige, royale maan-
dacht een ogenblik diep
jy|ACGREGORY
„Mr. Brown", zei hij, „u woont hier vrij
afgelegen, practisch midden in de bossen.
Uw personeel gaat om acht uur naar huis
en komt eerst de volgende morgen terug.
De hele avond en nacht verblijft u dus
alleen, helemaal alleen in deze bungalow.
Dat u hier woont is geen geheim, ook niet,
dat u schat- en schatrijk bent. Het kost
niemand enige moeite tot vlak bij uw
huis door te dringen. Het is best moge
lijk, dat een of andere bende op uw be
zittingen uit is en een aanslag op uw le
ven heeft gepleegd om daarna hier in huis
vrij spel te hebben".
Mr. Brown keek de inspecteur ongelovig
„Waarom", zei hij. „zou die bende mij
eerst doodschieten? Ze kunnen me net zo
goed overvallen, binden, het hele huis door
zoeken en dan met de buit verdwijnen!"
MacGregory fronste de wenkbrauwen.
„Ook een mogelijkheid", zei hij, „maar
vergeet u niet, dat in deze tijd mensen
leven niet meer telt. U leest toch ook de
kranten? En waarom zou men u in le
ven laten en het risico lopen, dat u later
een van de daders herkent?".
Mr. Brown knikte.
Door
Hans van Haefien
Correspondentie betreffende deie rubriek
man de heer W. JurgVrederustlaan 176
Den Haag.
edstrljd
i. «16—«25)
bereikten de heren A. v. d.
Leiden en S. Korpershoek^ te VIaar-
m m OJ
w
B BI!®*
ff ®m__
De volledige «tand riet er na de twaalfde
«ene als volgt uit: A. v. d. Putten 88 (10);
P. Verwllllgen 85 (9): S Korpershoek 79 (10):
J. v. d. Doe 78 (10): A. Droog 78 (10): C. v.
Oostrom 78 (10): W. B. de Knijff 77 (10):
J. Wltt 77 (10): W. v. Ofwegen 74 (8): L. Knol
69 (6): M. v. Dijk 68 (10): P J. Sterrenburg
68 (10): O. v. d. Horst 67 (9): M. Muis 62 (10):
A. v. d. Bosch 58 (10): H. v. Rooden 58 (10):
J. Schop 58 (10): P. v. Noordennen 53 (8):
A. Kammeraat 52 (10): C. v. d. Heyden 51 (7):
J. v. Baardewijk 45 (10): B. v. d. Ble 44 (9):
C. v. Buuren 43 (8): J. v. Vulpen 41 (4): J.
Hakemulder 39 (10); J. A. Kuiper 39 (10);'
T. Ouwerkerk 39 (10): P. G. Pruis 32 (6): J. de
Wilde 29 (10): D. Beekhulzen 28 (10): J. Ree
horst 25 (10); J. W. de Groot 24 (9): J. v. Eke-
lenburg 19 (10): W. Looman 19 (1): G. P.
Sterrenburg 19 (10): M. v. Erkel 14 (10): Mar
E. Masurel 10 (10): P. v. d. Zwart 8 (2); V.
Brinks 10 (10): J. Groeneveld 10 (10): J. M.
Bmlt 4 (2): J. Broekman (Emmerik. Did.) 2 (2).
Tussen haakjes het aantal punten behaald
In de twaalfde serie.
Nieuwe opgaven
Hans Rotteveel brengt met probleem 630 een
aardige bewerking van een vlot verlopend elnd-
'Tn' vraagstuk 631 komt Van Dflk met weinig
materiaal vla een klassieke slagwending tol
gan overbekende slot stand.
No. 631 M. v. Dijk. Dordrecht
«Si
5. SIMM.
gegaan. Op de avond van de tweede dag
was het schot gevallen, en dat had Mr.
Adam Brown de zekerheid gegeven, dal
Sam Ronaldson zijn plan zou uitvoeren.
Want van het eerste ogenblik af had hij
geweten, dat Sam Ronaldson het schot had
afgevuurd. In de nacht op die avond, toen
hij de slaap maar niet kon vatten, had hij
een plan gemaakt. Hij zou de politie van
de aanslag op de hoogte brengen, maar de
naam van de dader niet noemen. Hij zou
de politie waarschuwen opdat zij maatre
gelen zou kunnen nemen, al was hij er van
te voren al van overtuigd, dat ze niet zou
den helpen. Hij wist met zekerheid, dat
hij ten dode was opgeschreven. Want hij
kende Sam Ronaldson.
Mr. Adam Brown sloot de ogen en dacht
aan het verleden. Hij dacht aan Mary Ro
naldson. de zuster van Sam, zijn vrouw.
Het verdriet over de levensgang van haar
broer had haar geknakt. Op jeugdige leef
tijd was zij gestorven, kort nadat het por
tret, dat hij van haar had laten schilderen,
was voltooid. En hij wist, dat hij van
avond zou sterven. Sam Ronaldson had in
zijn misdadigersloopbaan nog nooit zijn
eens gegeven woord gebroken.
Mr. Adam Brown opende de ogen en
keek naar het grote schilderij aan de muur
recht voor hem. Hij zag een jonge vrouw,
die naar hem glimlachte, en hem, dacht
hij, bemoedigend aankeek. Zij had haar
handen gevouwen op haar schoot. Mooie
zachte handen, dacht hij vertederd. Ineens
veerde hij met een schok overeind. Met
opend mond bleef hij naar die handen kij
ken, en hij floot zachtjes tussen de tan-
De avond was gevallen. Van uit de bun
galow van Mr. Adam Brown straalde
het licht in de donkere tuin. Van achter
een boom, vlak bij de bungalow, tuurde
een man de kamer in. Hij zag vlak bij
het open raam een hoge leunstoel, en daar
boven uit een stuk van het grijze hoofd
van Mr. Adam Brown. Hij lachte grimmig.
Nog een seconde, siste hij. dan is het uit.
Dan is Sam Ronaldson gewroken. Hij richt
te een revolver op de stoèl en langzaam
haalde hij de trekker over. Er klonk een
scherpe knal. De man. die het schot had
gelost, wachtte een ogenblik. Toen liep. hij
schieten?
MacGregory wuifde luchtig met de hand.
„Vergeet u dat maar", zei hij, „Dat is
op u niet van toepassing. Dat zou het wel
zijn als u gechanteerd werd. Dan zou het
kunnen, dat de man, die u chanteert met
een zogenaamde misser u tot wat meer
spoed aanmaant als hij tenminste geld van
u wil hebben en u zou in gebreke blijven
hem dat uit te betalen. In de oorlog be
hoorde ik tot een groep scherpschutters, die
een Duitse groep, die zich had ingegraven,
onder vuur hield. Het trucje van ons was
dan expres mis te schieten, alleen om de
Duitsers de stuipen op het lijf te jagen.
Stel, dat er een chanteur op u loert. Die
zou datzelfde trucje kunnen uithalen om
u te tonen, dat u hem nooit zal kunnen
ontsnappen. Maar, zoals ik zei, dat geldt
niet voor u".
TOEN MacGregory afscheid had genomen
met de belofte, dat hij een oogje in het
zeil zou laten houden, zonk Mr. Adam
Brown achterover in zijn stoel en liet hij
de gebeurtenissen van de laatste weken
nog eens de revue passeren. Het was be-
fonnen met dat briefje, dat hij veertien
agen te voren had ontvangen. Leg van
avond, zo stond er in blokletters. vijftigdui
zend gulden in kleine coupures bij de der
de boom aan de beek, van het hek af ge
rekend. En de ondertekening luidde: Sam
Ronaldson. Toen hij het briefje las was hij
eerst geschrokken. Sam Ronaldson was
zijn zwager, een nietsnut van een kerel,
die zijn leven had vergooid, meer in dan
buiten de gevangenis had gezeten, maar
van wie hij in twintig jaar niets had ge
hoord. zodat hij had aangenomen, dat hij
was overleden.
Hij had niet gereageerd. Toen kwam het
tweede briefje. Drie dagen later. De inhoud
was gelijk aan die van het eerste. Alleen
stond er als dreigement bij: Betaal of het
kost je je leven. Weer had hij niet gerea
geerd. Niet omdat hij het geld niet kon
duidelijkheid helemaal niets te
over. Binnen drie dagen geld, luidde het
dreigend, of je zult sterven. Een ogenblik
had hij nog overwogen de politie in te
schakelen, maar de gedachte, dat zijn re
latie met de mislukkeling en gevangenis
boef bekend zou worden, hetgeen naar
hij meende ook over zijn persoon wel
licht allerlei geruchten zou doen versprei
den. had hem daarvan op het laatste
ogenblik weerhouden. Hij besloot te wach
ten op de dingen, die zouden komen en dan
naar bevind van zaken te handelen.
Op de eerste dag na het ontvangen van
het derde briefje gebeurde er niets. Hij
had, als altijd, 's avonds zitten lezen, ge
spannen en op alles bedacht,
No. 630 Hans Rotteveel. Den Haag
de vakantieperiode hopen wi
vatten. Oplossingen van deze laatste wedstrijd-
opgaven gaarne ln te zenden binnen 2 weken
na plaatsing. (Men lette op «e verkorte Inxead-
de richting
het
enkele meters afge-
i Mr. Brown
hoorde die hem toebeet: „MacGregory,
blijf staan, als je leven je lief is." Snel
reageerde hij. Hij liet zich plat op de grond
vallen. Op hetzelfde ogenblik voelde hij
een hevige pijn in de schouder. Toen hij
zich probeerde op te richten kreeg hij met
een hard voorwerp een slag op het hoofd.
Voordat hij wegzonk in een diepe bewuste
loosheid. hoorde hij- mr. Brown zeggen:
„Niet veel beter dan zijn vader".
en baste: „Mijn compliment, Mr. Brown,
maar hoe heeft u die MacGregory feitelijk
ontmaskerd?"
Adam Brown lachte. „Het was meer ge
luk dan wijsheid. Wel viel het me op, dat
hij direct over chantage begon, maar ik
had daaraan niet zo'n aandacht besteed.
Ik zocht er niets achter. Wat mijn aan
dacht trok waren zijn handen. En gek. ik
zag er iets bekends in en tochMet
een vermoeid gebaar streek hij zich langs
de ogen. „Het portret heeft hem verraden.
Het portret....".
„Het portret?", herhaalde commissaris
Johnstone verbaasd.
Mr. Adam Brown knikte.
Hij zei: „Ineens zag ik het. Aan de han
den van het portret. De Ronaldsons had
den merkwaardig gevormde handen. En
toen ik naar het portret van mijn vrouw
keek, gingen mijn ogen open. De handen
waren gelijk. Ik wist, dat Sam Ronald
son een zoon had, al had ik hem nooit
gezien. Zijn handen hebben hem verraden.
Ik maakte een pop, die ik in een stoel zet
te. MacGregory. zoals hij zich was gaan
noemen, vloog er in".
„Uw verstand heeft u gered", zei com
missaris Johnstone vol bewondering.
Mr. Adam Brown schudde het hoofd.
„Nee", zei hij, „niet mijn verstand. Het
portret van mijn vrouw heeft mij gered".
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
W:A
r
o« 6 Copenhegan
34. Kapitein Neushoorn en zijn stuur
man sjouwen ijverig met de kist, waar
op Benjamin Konijn snel de cijfers heeft
geschilderd. „We zullen deze schatkist
eerst aan boord van ons schip bren
gen," beslist de kapitein, „en dan gaan
we op zoek naar Murr en de anderen".
Egel en Murr glunderen over hun list.
„De kist zit vol met stenen. Wij moe
ten nu snel de echte schat in veiligheid
brengen", merkt Egel op. Juist passeren
twee mannen met een draagstoel en
Murr vraagt of ze willen helpen dragen.
Maar een eindje verderop, ziet Benja
min, hoe de kapitein en zijn makker de
stenen ontdekken. De bodem valt name
lijk weg en de stenen rollen over de
weg.
35. De kapitein is woedend. „Jij zei
toch, dat er een schat in zat?" brult
hij. „Ja, maar ik zag toch duidelijk die
cijfers er op staan," antwoordt de stuur
man. Egel vermomt zich snel en de kist
wordt in de draagstoel gezet. Hij ge
draagt zich als een echte edelman, want
als ze kapitein Neushoorn passeren, zegt
Goedemiddag kapitein, het is jam
dat ik zo'n haast heb, anders zou
ik u graag even de hand hebben ge-
(Vervolg)
Met toenemende verba
zing had Dick de bewegin
gen en handelingen vai
man gadegeslagen en toen
hij hem in het gat in de
grond had zien verdwijnen,
maakte grote opwinding
zich van hem meester-
Wat was dit voor een
man? En wat voerde hij
daar uit? Nu kwamen de
vele verhalen over gehei
me onderaardse gangen,
die er bij de „Ouwe Mo
len" moesten zijn, Dick
weer in herinnering. Zou
deze man soms een ge
schiedkundige zijn, die op
eigen houtje en in alle stil
te onderzoekingen hier ver
richtte? En zou het gat in
de grond, waarin hij was
verdwenen, de ingang van
een der in vroeger jaren
zo veelbesproken geheime
onderaardse gangen zijn?
Nee, dat geloofde Dick
niet, want daarvoor lag de
plek te dicht bij de „Ouwe
Molen" en als daar een on
deraardse gang was, zou
men deze beslist bij de
opgravingen, nu jaren ge
leden verricht, hebben ont
dekt. Dan moest het de kel
der zijn, die men toen had
opgegraven en voor een
der gangen had gehouden,
was Dicks conclusie. Die
kelder had men intact ge
laten en er gewoon weer
aarde overheen gedaan,
wist Dick. Maar wat voer-
DOOR A. VAN VLAARDINGEN
de de man daar beneden
dan uit? Nu schoot het hem
te binnen, dat hij de man
iets over een kostganger
had horen mompelen. Dick
kreeg een schok. Zou de
man met die kostganger
een mens hebben bedoeld
en werd er in die kelder
iemand gevangen gehou
den? Maar dan had hij
hier beslist niet met een
geschiedkundige te doen,
maar met iemand, die
dingen deed, die het dag
licht niet konden verdra
gen, want geen enkel eer-
paald niet op et
moment.
„Dick! Dick!"
klonk het
lijk en rechtschapen mens
haalde het in zijn hoofd
een medemens in een don
kere kelder gevangen te
zetten. Als er inderdaad
iemand daar gevangen
werd gehouden, als het
waar was, want bewezen
was het nog niet, dan moest
er gehandeld worden en
moest die iemand worden
bevrijd.
„Dick! Hallo, Dick!
Dick!" klonken verschillen
de stemmen vanuit de ver
te. De jongens, dacht
Dick. Die komen nu be-
„Ja, houden jullie alsje
blieft je grote monden,"
bromde Dick wrevelig. Wat
moest hij doen? Wachten
tot de man tevoorschijn
kwam en wegging? Nee,
dat leek hem niet het bes
te, want het was mogelijk
dat de jongens bleven roe
pen en hem zouden gaan
zoeken. Ze zouden dan de
ze kant op kunnen komen
en door de man worden
ontdekt. En het was be
ter, dat die man in de
waan bleef verkeren, dat
niemand hem had gezien.
„Dick! Hallo, Dick, waar
zit je!?" klonk het weer.
Dick stond op. Hij moest
snel handelen om zijn
vrienden het zwijgen op
te leggen. Daarom sloop
hij langs de „Ouwe Mo
len" en hield de plek,
waar de man in de grond
was verdwenen, goed in
het oog. Om bij het pad,
dat van de „Ouwe Molen"
naar de dijk langs de ri
vier liep, te komen, moest
hij vlak langs deze plek.
(wordt vervolgd)
■irirtrirlrbtrtrtrCrtrirtilrtrlrtrirütr-ü-ü-ü-üïiiillii'tciitiïrft
ONZE BRIEVENBUS
Hallo i
i nichten.
Horizontaal: 1. zeeroof, 5. schram op de huid. 9. gezamenlijk
verteer. 14. ondoorschijnend, 16. tijding, 18. linkerbijrivier v.d. Sei
ne in Normandië, 19. plooi, 21. graafschap in Engeland, 22. puntig
voorwerp, 23. boom. 24. zangwijs, 26. vervoeging van een hulp
werkwoord, 27 vogel. 29. tap met een sleutel, 31. zwemvogel. 32.
voegwoord, 34. boomlot, 35. telwoord, 37. paardeziekte, 39. be
nauwd, 41. bijwoord, 42. voedsel om te lokken, 43. nieuw (Gr.),
45. eind, 46. ik (Lat.), 47. algemeen kiesrecht (afk.), 48. de zo-
mergod (Germ. Myt.). 50. stad in Duitsland, 52. knol. 53. spijsta-
fel, 55. achting, 56. zijtak Moezel. 57. verfstof. 60. strak, 61. water
in N. Brab., 62. gesleten dunne plek in weefsels. 64. lidwoord (Fr.),
65. achting, 66. veel te doen hebbende, 68. naar beneden, 70. me
taalhoudende delfstof, 72. door twee deelbaar, 74. gezondheid (Fr.),
75. gem. in Groningen, 76. slot. 77. water in Limburg.
Verticaal: 1. graan. 2. de heilige stier der oude Egyptenaren, 3.
oude wijnmaat, 4. familielid, 6. adellijke titel op Java (afk.), 11.
vlinderbloemige plant. 12. vogel. 13. gem. in België (kolenmijn),
15. bedehuis, 17. zijtak Donau, 20. vreemde munt, 25. het aanbie
den, 27. akker, 28. rode kleur van het aangezicht, 30. onheilaan
brengende godin, 31. dorp in N. Brab., 32. rijstbrandewijn, 33. schei
kundig element (afk.), 35. familienaam, 36. wel. 37. jongensnaam,
38. koord van een speeltuig, 40. bedrijf, inz. kleinhandel, 41. in-
sekteneter, 44. verouderd woord v. ivoor. 46. lusthof, 48. berrie, 49.
gem. in Gelderland, 51. mount (afk.), 52. gem. in Overijssel, 54.
graanelevator, 56. kubieke meter, 57. Nederl. schilder, 58. rivier in
Duitsland, 59. krijgsmacht. 60. bijelkaar behorende voorwerpen, 61.
vlaktemaat. 63. aanloop. 64. tegenstelling van vroege. 67. steen. 69.
dorpje onder de Overijsselse gem. Gramsbergen, 71. scheikundig
als, 4. na, 5. smet, 6. eelt, 7.
ma, 8. Ede, 9. riem. 10. serge,
14. ben, 15. Eire, 16. die, 19. por
taal, 20. ervaren, 22. terra, 24.
Peter, 25. pad, 26. erf, 27. not,
29. tin. 34. ader, 36. leges, 38.
met, 39. ven, 40. stand, 42. roep,
44. giek, 45. rail, 46. teen, 48.
Mur, 50. tra. 52. w.o., 53. aa.
element (afk.), 73. onbekende.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. pianostem
mers, 11. asla, 12. adie, 13. les,
14. beeld, 17. eer, 18. er, 19. pe
titie. 21. mg, 22. ton, 23. Erp,
25. per, 26. een. 28. vet, 30.
marter, 31. ovatie. 32. dra. 33.
fat, 35. ren. 37. aam. 39. ver. 41.
er. 43. legeren. 46. t.t., 47. gom.
49. tiran, 50. tea. 51. eeuw, 53.
aren, 54. sprokkelmaand.
Verticaal: 1. palet, 2. Iser, 3.
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden„Puzzel-
oplossing". Er zijn drie prijzen
een van 5.en twee van 2.50.
De puzzeloplossing van de
kruiswoordpuzzel met plaat
jes volgt nu hieronder:
1. boot 2. trom 3. mand,
4. dolk, 5. bank, 6. oost, 7.
klok, 8. knop, 9. pijp, 10.
poot, 11. noot, 12. tulp -
tent, 13. pomp, 14. paal, 15.
auto, 16. punt, 17. stam, 18.
maan, 19. band - been en
20. mond.
Bijna alle neven en nich
ten hadden de juiste oplos
sing wel gevonden. Tante
Jos moest dus loten onder de dankt
goede oplossingen en daar
kwam als hoofdprijswinna-
de dag: Rla de wat heb
Terwijl ik de brievenbus behandel, schijnt de zon buiten heerlijk, 't Gaat nu
toch een beetje zocner worden, denk ik. Jammer hè, nichten, dat je nog zo weinig
je zomerjurken hebt kunnen dragen. Maar nu gaat dat natuurlijk wel. Tante Jos
kreeg van verscheidene meisjes brieven met daarin geschreven over nieuwe jurken.
't Zit er al vroeg in. zullen de neven we] mompelen, terwijl ze dit lezen, vrouwen
hebben het altijd over jurken....
Maar jongens, jullie krijgt ook een beurt hoor. Zijn de voetballen al weer in
gebruik genomen? En de badminton-spelen? Want dat is typisch jongenswerk, als
het maar even mooi weer is, zijn er overal in de straten, lanen en wegen weer
voetballende jongens te bekennen. Kijken jullie goed uit voor het verkeer, jongens,
als je een bal achterna loopt?
sta je dan weer in de krant, vriendje ook meegeweest met
Ik ben wel eens op Rozen- de club? Fijn dat je de
burg geweest en vond het er prijs leuk vindt, Ineke Reijn-
prachtig. Ina Lievaart ders. Bedankt nog voor je
heeft al drie neefjes die tan- kaart. Schrijf je me hoe de
te tegen haar moeten zegen, film was? Nico Romeijn
Ga je vaak naar je ge- vorige keer was je letter niet
trouwde zusters toe, Ina, of aan de beurt, vandaar dat je
wonen ze ver weg? Cobie tevergeefs zocht naar je
Luyendijk heeft een reuze naam. Maar nu wel, tot
verjaardag gehad. Ben je schrijfs weer. Ben je al be-
al aan 't borduren geslagen ter Wlm Rotsteege? Zo
Cobie? Leuk dat wij te- jongens en meisjes, dat wa-
gelijk jarig zijn Trudie Mid- ren dan de brieven van jul-
delkoop. Heb je nu al veel lie weer. Volgende week zijn
vis gevangen? - Nieuwe nicht de letters S-Z weer aan de
Nellv Meijer, schrijf je vol» beurt. Schrijven jullie alle-
f;ende keer eens een gezellige maal weer lange brieven?
ange brief? Hartelijk wel-
~t voor je gecucnt Anie j^m üi de brievenbus. Dag
Kleef. Hoe is het giste- Els v. d. Meyde is ook al
geweest? Jan Kraak, een nieuweling. Ook harte-
nichten,
En nu de brieven:
Ria de Jonge gaat vaak
jij oma gegeven üjk welkom Els. In welke
haar verjaardag? Feli- klas zit jij? Janny en
ze nog maar van me, Klement Notenboom schre-
„OQT, al is het dan ook een dag ven een brief vol nieuws. Jul-
te laat- Veel Plezier maan- ue hebt zeker de verkoping,
Nella de Jong uit Ouderkerk dag Martien Kamerlingb enz. al bezocht? Hoe is
t Tceoi Inge Kool tegen een hek gevallen. met vader en moeder. Knap-
Heeft de dokter de kram- pen ze al wat op? Dag.
men al uit de wond gehaald? Marion Pols, je mag me om
Beterschap! Paula Kali- de drie weken schrijven,
man kan al goed lezen, want de Brievenbus is ver- TT
johkc «aai vaar. maar schrijven ook hoor deeld in de letters A-H, I-R Het versje.dat ons nicht*
HeéSjk "fa, weet f- sf" "oort du*bij de Marne Nagtegaal mij «uur-
t-_j ook z, ng. Adriaan van Lange- tweede groep. Bedankt voor
us noe ve,<* schreef me een gezelli- je leuke gedichtje. Jij
Tineke ge brief. Ga je nog meer hebt dus weer een keurig ka-
cnr™. uzer de T.? ,77, 21' Tt* Henrlc"a p^m- J" Het touw is sterk, d. plank
bnar broer Houd hebt dus fijn bij je zus ge- zit dus weer goed in de jjk
naar oroer._ nuuu vniiin i.nthinnni 18 ai*>
EEN VERSJE
je dat Tante Jos dat ook
graag doet? Blijft je
lang in Amerika?
Jeeninga schreef
de, heet:
Schommelen
jij ook van dieren Tineke- ?ie™
Jan de Korte gaat volgende v-°°r 3-e 1-uke
kleren, je hebt je En midden op de plank xit
week op schoolreis. Heb je °°°r'
la» vriwidü» al eens bezocht meegereden met
je vriendje al
in het ziekenhuis?
tje Kamerman
zeker wel
lad? Hartelijk bedankt
tekening
ik.
Ik schommel heerlijk op
- daar ben
nn de «mortdae' Veel scnreei over een neisrii
op dn wortdM.yeel Fijn dat
keer te laat. maar ao je ziet, Eerst dan !neller,
Tante Jos vergeet je niet. «n«»)i»r «nóu
eigen kamertje hebt. Ma- Tot schrijfs weer hè? Dag - sneUer' *nel-
schreef over een fietsrit
«amerije nen. ma- rot scnrijts weer ne? Dag Een vlugge vogel lijk ik wel'
vaak een tent? Truusje. Erica de Raad, ^en vlugge vogei 11JK wei'
het schoolreisje
t Was wel droog Van het zusje van Marrie,
gelukkig. Heb je André van Henny Nagtegaal, kreeg
Jij ik een heel mooi versje. Hier
l Richard al gezien? -
geweest, Ria Rietveld.
je al 14 medaljes?
De namen van friet Rietveld heeft
schoolreis gemaakt. Weet je
de voorwerpen op ai wat je moeder geeft voor
deze tekening haar verjaardag? Van
moeten van 1 tot
Mar- Ken de Heer in al je wegen
Zet geen voetstap zonder
Hem.
Wacht van Hem alleen de ze-
Jan Reljnders kreeg ik
brief die hij 's morgens vroeg
en met 10 onder al had geschreven. Is je
elkaar worden
gezet. Als dat op
de goede manier
wordt gedaan,
vormen de begin
letters van de
woorden een
nieuw woord, dat
vooral in de zo
mermaanden be
langrijk is. Op
lossingen inzen
den vóór 13 juni
irkirkirk
EVENTJES PRET
Piet: „Wat, je was maar
een meter van een leeuw af
en bent niet weggelopen? Ik
geloof dat je jokt."
Karei: Niets hoor, 't ls
werkelijk, want de leeuw zat
in Artis achter de tra-
Juffrouw Muis (heel klein)
tegen meneer Nijlpaard (die
is heel groot): „Heus. me
neer Nijlpaard, als u de laat
ste trein mist. komt u maar
bij mij overnachten."