HET PORTRET 2jS| r J f^Cowrighl M8B Het geheim van de „Ouwe Molen" KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZATERDAG 10 JUNI 1961 ^iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiii DE kogel was blijven steken ln de rand van de vensterbank, aan de tuinkant. MacGregory, politie-lnspecteor in het dis trict Thornviile, probeerde 'm met een mes uit het hout te peuteren, en terwijl hij zich een tikkeltje voorover boog, iel hij: „Zo te zien is het een narrow esca pe geweest, Mr. Brown". De man naast hem gromde. MacGregory vervolgde: „Als de moordenaar slechts een halve mi- limeter hoger had aangelegd, was de ko gel recht door uw hart gegaan en had u niets meer kunnen navertellen". De man naast hem gromde voor de tweede maal. „U heeft ging de politie-lnspecteur on verstoorbaar verder echt gezwijnd, om het eens heel populair te zeggen. Een hal ve millimeter, hoe is het mogelijk, hoe Is het mogelijk". LANGZAAM draaide hij het hoofd naar Mr. Brown, en hij keek hem recht in het gezicht toen hij zei: ,,U schijnt er niet erg van overtuigd te zijn, dat u op het nip pertje aan een moordaanslag bent ontko men. is het wel?" Mr. Brown haalde de schouders op. „Ik weet het niet", ant woordde hij vermoeid, „ik weet het niet. Ik. Hij kon zijn zin niet afmaken. MacGregory interrumpeerde hem: „Heeft u er enig idee van wie het op uw leven gemunt kan hebben? Heeft u misschien vij anden?" Mr. Brown dacht een ogenblik diep na. „Nee", zei hij tenslotte met een aarzeling, die MacGregory niet ontging, „nee. voor zover ik weet heb ik geen vij anden". De politie-inspecteur knikte. „Juist, juist", mompelde hij. En toen ineens: „Mr. Brown, mag ik u heel openhartig een vraag stellen? Wordt u soms gechanteerd?" Mr. Brown kromp ineen. Zijn gezicht werd as grauw. „Wat bedoelt u?". bracht hij met moeite uit. De politie-inspecteur deed alsof hij de verandering, die zich in het gehele u gechanteerd zou worden, het schot, dat op u gelost is. met opzet een misser zou kunnen zijn". Mr. Brown hapte naar adem. „Verklaar u nader", zei hij. MacGregory keek een ogenblik om we naar binnen gaan", i VAN uit zijn stoel nam inspecteur Mac Gregory Mr. Brown met half gesloten ogen nauwkeurig op. Een krasse knaap, stelde hij voor zichzelf vast. Een man, die er met zijn bijna tachtig jaren nog best mag zijn. En zo te zien nog zo sterk als een paard. Een tegenstander zou bij een gevecht op de vuist een harde dobber aan hem hebben. MacGregory werd in zijn overpeinzingen gestoord door de harde stem van Mr. Brown, die zichzelf weer meester, vroeg: „En wat had u nu te zeggen?' ïspecteur haalde Uitslag 12de serie lllllillli boekje met aantekeningen uit zijn jaszak en terwijl hij het doorbladerde, zei hij: „Laten we bij het begin beginnen. Gisteravond om tien uur. zo heeft u mij verteld, zat u in de zelfde stoel, waarin u nu bent gezeten, bij het raam te lezen. U had het raam wijd open. omdat u last had van de warmte en wilde profiteren van het koele briesje, dat begon op te steken. Klopt het tot zover?" zijn. Ën gelijktijdig hoorde u een harde tik tegen de vensterbank. Dat het op dat ogenblik precies tien uur was weet u met zekerheid, omdat de klok sloeg. Aanvanke lijk dacht u dat er stropers in de buurt waren, en schonk u aan het voorval niet zo'n erge aandacht. U dacht, dat een ver dwaalde kogel tegen de vensterbank was afgeketst, meer niet. Intussen vond u het wel een vervelende geschiedenis. Omdat u Sewoon bent om tien uur naar bed te gaan. eeft u kort daarop het raam gesloten, het licht uitgedraaid en in het donker bent u naar uw slaapkamer gelopen, u heeft zich in het donker uitgekleed en is gaan sla pen. Althans u heeft geprobeerd te sla pen. Maar dat lukte niet. U bleef denken aan dat schot. En terwijl uw gedachten zich daarmee bezig hielden realiseerde u zich plotseling, dat u geen geweerschot had gehoord maar een revolverschot. U zegt. dat u zich daarin niet vergist. Van morgen heeft u de politie van een en an der in kennis gesteld, en nu ben ik hier om de zaak op te lossen. Klopt dat?". Weer knikte Mr. Brown bevestigend. weest veranderde voor u de hele situaf U ging toen rekening houden met de mo gelijkheid. dat er wel eens bewust op u gevuurd zou kunnen zijn. Waarom? Dat is voor u voorlopig nog een raadsel, meen ik uit uw woorden te moeten opmaken". Langzaam stond MacGregory op. en met de handen in de zakken liep hij door de ruime kamer, terwijl zijn ogen langs de schilderijen aan de wanden en de kasten met zilveren voorwerpen gleden. „Mr. Brown", zei hij, „als ik het zo mag uitdrukken: hier valt wel een en ander te halen. In deze kamer alleen al staat en hangt voor een paar ton aan waarde. En vermoedelijk heeft u ook veel geld in „Geld, geld", antwoordde Mr. Brown, In deze Putten te dingen voor de tweede maal de top van de ladder. De heer P. Verwllllgen. die enkele ries Uter gestart ls. finishte-*| dige papieren veilig in een kluis bij de bank zijn opgeborgen. Maar ik moet toe geven, dat in mijn bureau een hoeveelheid bankpapier ligt, die de bezitter er van in staat stelt een paar gezellige, royale maan- dacht een ogenblik diep jy|ACGREGORY „Mr. Brown", zei hij, „u woont hier vrij afgelegen, practisch midden in de bossen. Uw personeel gaat om acht uur naar huis en komt eerst de volgende morgen terug. De hele avond en nacht verblijft u dus alleen, helemaal alleen in deze bungalow. Dat u hier woont is geen geheim, ook niet, dat u schat- en schatrijk bent. Het kost niemand enige moeite tot vlak bij uw huis door te dringen. Het is best moge lijk, dat een of andere bende op uw be zittingen uit is en een aanslag op uw le ven heeft gepleegd om daarna hier in huis vrij spel te hebben". Mr. Brown keek de inspecteur ongelovig „Waarom", zei hij. „zou die bende mij eerst doodschieten? Ze kunnen me net zo goed overvallen, binden, het hele huis door zoeken en dan met de buit verdwijnen!" MacGregory fronste de wenkbrauwen. „Ook een mogelijkheid", zei hij, „maar vergeet u niet, dat in deze tijd mensen leven niet meer telt. U leest toch ook de kranten? En waarom zou men u in le ven laten en het risico lopen, dat u later een van de daders herkent?". Mr. Brown knikte. Door Hans van Haefien Correspondentie betreffende deie rubriek man de heer W. JurgVrederustlaan 176 Den Haag. edstrljd i. «16—«25) bereikten de heren A. v. d. Leiden en S. Korpershoek^ te VIaar- m m OJ w B BI!®* ff ®m__ De volledige «tand riet er na de twaalfde «ene als volgt uit: A. v. d. Putten 88 (10); P. Verwllllgen 85 (9): S Korpershoek 79 (10): J. v. d. Doe 78 (10): A. Droog 78 (10): C. v. Oostrom 78 (10): W. B. de Knijff 77 (10): J. Wltt 77 (10): W. v. Ofwegen 74 (8): L. Knol 69 (6): M. v. Dijk 68 (10): P J. Sterrenburg 68 (10): O. v. d. Horst 67 (9): M. Muis 62 (10): A. v. d. Bosch 58 (10): H. v. Rooden 58 (10): J. Schop 58 (10): P. v. Noordennen 53 (8): A. Kammeraat 52 (10): C. v. d. Heyden 51 (7): J. v. Baardewijk 45 (10): B. v. d. Ble 44 (9): C. v. Buuren 43 (8): J. v. Vulpen 41 (4): J. Hakemulder 39 (10); J. A. Kuiper 39 (10);' T. Ouwerkerk 39 (10): P. G. Pruis 32 (6): J. de Wilde 29 (10): D. Beekhulzen 28 (10): J. Ree horst 25 (10); J. W. de Groot 24 (9): J. v. Eke- lenburg 19 (10): W. Looman 19 (1): G. P. Sterrenburg 19 (10): M. v. Erkel 14 (10): Mar E. Masurel 10 (10): P. v. d. Zwart 8 (2); V. Brinks 10 (10): J. Groeneveld 10 (10): J. M. Bmlt 4 (2): J. Broekman (Emmerik. Did.) 2 (2). Tussen haakjes het aantal punten behaald In de twaalfde serie. Nieuwe opgaven Hans Rotteveel brengt met probleem 630 een aardige bewerking van een vlot verlopend elnd- 'Tn' vraagstuk 631 komt Van Dflk met weinig materiaal vla een klassieke slagwending tol gan overbekende slot stand. No. 631 M. v. Dijk. Dordrecht «Si 5. SIMM. gegaan. Op de avond van de tweede dag was het schot gevallen, en dat had Mr. Adam Brown de zekerheid gegeven, dal Sam Ronaldson zijn plan zou uitvoeren. Want van het eerste ogenblik af had hij geweten, dat Sam Ronaldson het schot had afgevuurd. In de nacht op die avond, toen hij de slaap maar niet kon vatten, had hij een plan gemaakt. Hij zou de politie van de aanslag op de hoogte brengen, maar de naam van de dader niet noemen. Hij zou de politie waarschuwen opdat zij maatre gelen zou kunnen nemen, al was hij er van te voren al van overtuigd, dat ze niet zou den helpen. Hij wist met zekerheid, dat hij ten dode was opgeschreven. Want hij kende Sam Ronaldson. Mr. Adam Brown sloot de ogen en dacht aan het verleden. Hij dacht aan Mary Ro naldson. de zuster van Sam, zijn vrouw. Het verdriet over de levensgang van haar broer had haar geknakt. Op jeugdige leef tijd was zij gestorven, kort nadat het por tret, dat hij van haar had laten schilderen, was voltooid. En hij wist, dat hij van avond zou sterven. Sam Ronaldson had in zijn misdadigersloopbaan nog nooit zijn eens gegeven woord gebroken. Mr. Adam Brown opende de ogen en keek naar het grote schilderij aan de muur recht voor hem. Hij zag een jonge vrouw, die naar hem glimlachte, en hem, dacht hij, bemoedigend aankeek. Zij had haar handen gevouwen op haar schoot. Mooie zachte handen, dacht hij vertederd. Ineens veerde hij met een schok overeind. Met opend mond bleef hij naar die handen kij ken, en hij floot zachtjes tussen de tan- De avond was gevallen. Van uit de bun galow van Mr. Adam Brown straalde het licht in de donkere tuin. Van achter een boom, vlak bij de bungalow, tuurde een man de kamer in. Hij zag vlak bij het open raam een hoge leunstoel, en daar boven uit een stuk van het grijze hoofd van Mr. Adam Brown. Hij lachte grimmig. Nog een seconde, siste hij. dan is het uit. Dan is Sam Ronaldson gewroken. Hij richt te een revolver op de stoèl en langzaam haalde hij de trekker over. Er klonk een scherpe knal. De man. die het schot had gelost, wachtte een ogenblik. Toen liep. hij schieten? MacGregory wuifde luchtig met de hand. „Vergeet u dat maar", zei hij, „Dat is op u niet van toepassing. Dat zou het wel zijn als u gechanteerd werd. Dan zou het kunnen, dat de man, die u chanteert met een zogenaamde misser u tot wat meer spoed aanmaant als hij tenminste geld van u wil hebben en u zou in gebreke blijven hem dat uit te betalen. In de oorlog be hoorde ik tot een groep scherpschutters, die een Duitse groep, die zich had ingegraven, onder vuur hield. Het trucje van ons was dan expres mis te schieten, alleen om de Duitsers de stuipen op het lijf te jagen. Stel, dat er een chanteur op u loert. Die zou datzelfde trucje kunnen uithalen om u te tonen, dat u hem nooit zal kunnen ontsnappen. Maar, zoals ik zei, dat geldt niet voor u". TOEN MacGregory afscheid had genomen met de belofte, dat hij een oogje in het zeil zou laten houden, zonk Mr. Adam Brown achterover in zijn stoel en liet hij de gebeurtenissen van de laatste weken nog eens de revue passeren. Het was be- fonnen met dat briefje, dat hij veertien agen te voren had ontvangen. Leg van avond, zo stond er in blokletters. vijftigdui zend gulden in kleine coupures bij de der de boom aan de beek, van het hek af ge rekend. En de ondertekening luidde: Sam Ronaldson. Toen hij het briefje las was hij eerst geschrokken. Sam Ronaldson was zijn zwager, een nietsnut van een kerel, die zijn leven had vergooid, meer in dan buiten de gevangenis had gezeten, maar van wie hij in twintig jaar niets had ge hoord. zodat hij had aangenomen, dat hij was overleden. Hij had niet gereageerd. Toen kwam het tweede briefje. Drie dagen later. De inhoud was gelijk aan die van het eerste. Alleen stond er als dreigement bij: Betaal of het kost je je leven. Weer had hij niet gerea geerd. Niet omdat hij het geld niet kon duidelijkheid helemaal niets te over. Binnen drie dagen geld, luidde het dreigend, of je zult sterven. Een ogenblik had hij nog overwogen de politie in te schakelen, maar de gedachte, dat zijn re latie met de mislukkeling en gevangenis boef bekend zou worden, hetgeen naar hij meende ook over zijn persoon wel licht allerlei geruchten zou doen versprei den. had hem daarvan op het laatste ogenblik weerhouden. Hij besloot te wach ten op de dingen, die zouden komen en dan naar bevind van zaken te handelen. Op de eerste dag na het ontvangen van het derde briefje gebeurde er niets. Hij had, als altijd, 's avonds zitten lezen, ge spannen en op alles bedacht, No. 630 Hans Rotteveel. Den Haag de vakantieperiode hopen wi vatten. Oplossingen van deze laatste wedstrijd- opgaven gaarne ln te zenden binnen 2 weken na plaatsing. (Men lette op «e verkorte Inxead- de richting het enkele meters afge- i Mr. Brown hoorde die hem toebeet: „MacGregory, blijf staan, als je leven je lief is." Snel reageerde hij. Hij liet zich plat op de grond vallen. Op hetzelfde ogenblik voelde hij een hevige pijn in de schouder. Toen hij zich probeerde op te richten kreeg hij met een hard voorwerp een slag op het hoofd. Voordat hij wegzonk in een diepe bewuste loosheid. hoorde hij- mr. Brown zeggen: „Niet veel beter dan zijn vader". en baste: „Mijn compliment, Mr. Brown, maar hoe heeft u die MacGregory feitelijk ontmaskerd?" Adam Brown lachte. „Het was meer ge luk dan wijsheid. Wel viel het me op, dat hij direct over chantage begon, maar ik had daaraan niet zo'n aandacht besteed. Ik zocht er niets achter. Wat mijn aan dacht trok waren zijn handen. En gek. ik zag er iets bekends in en tochMet een vermoeid gebaar streek hij zich langs de ogen. „Het portret heeft hem verraden. Het portret....". „Het portret?", herhaalde commissaris Johnstone verbaasd. Mr. Adam Brown knikte. Hij zei: „Ineens zag ik het. Aan de han den van het portret. De Ronaldsons had den merkwaardig gevormde handen. En toen ik naar het portret van mijn vrouw keek, gingen mijn ogen open. De handen waren gelijk. Ik wist, dat Sam Ronald son een zoon had, al had ik hem nooit gezien. Zijn handen hebben hem verraden. Ik maakte een pop, die ik in een stoel zet te. MacGregory. zoals hij zich was gaan noemen, vloog er in". „Uw verstand heeft u gered", zei com missaris Johnstone vol bewondering. Mr. Adam Brown schudde het hoofd. „Nee", zei hij, „niet mijn verstand. Het portret van mijn vrouw heeft mij gered". VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN W:A r o« 6 Copenhegan 34. Kapitein Neushoorn en zijn stuur man sjouwen ijverig met de kist, waar op Benjamin Konijn snel de cijfers heeft geschilderd. „We zullen deze schatkist eerst aan boord van ons schip bren gen," beslist de kapitein, „en dan gaan we op zoek naar Murr en de anderen". Egel en Murr glunderen over hun list. „De kist zit vol met stenen. Wij moe ten nu snel de echte schat in veiligheid brengen", merkt Egel op. Juist passeren twee mannen met een draagstoel en Murr vraagt of ze willen helpen dragen. Maar een eindje verderop, ziet Benja min, hoe de kapitein en zijn makker de stenen ontdekken. De bodem valt name lijk weg en de stenen rollen over de weg. 35. De kapitein is woedend. „Jij zei toch, dat er een schat in zat?" brult hij. „Ja, maar ik zag toch duidelijk die cijfers er op staan," antwoordt de stuur man. Egel vermomt zich snel en de kist wordt in de draagstoel gezet. Hij ge draagt zich als een echte edelman, want als ze kapitein Neushoorn passeren, zegt Goedemiddag kapitein, het is jam dat ik zo'n haast heb, anders zou ik u graag even de hand hebben ge- (Vervolg) Met toenemende verba zing had Dick de bewegin gen en handelingen vai man gadegeslagen en toen hij hem in het gat in de grond had zien verdwijnen, maakte grote opwinding zich van hem meester- Wat was dit voor een man? En wat voerde hij daar uit? Nu kwamen de vele verhalen over gehei me onderaardse gangen, die er bij de „Ouwe Mo len" moesten zijn, Dick weer in herinnering. Zou deze man soms een ge schiedkundige zijn, die op eigen houtje en in alle stil te onderzoekingen hier ver richtte? En zou het gat in de grond, waarin hij was verdwenen, de ingang van een der in vroeger jaren zo veelbesproken geheime onderaardse gangen zijn? Nee, dat geloofde Dick niet, want daarvoor lag de plek te dicht bij de „Ouwe Molen" en als daar een on deraardse gang was, zou men deze beslist bij de opgravingen, nu jaren ge leden verricht, hebben ont dekt. Dan moest het de kel der zijn, die men toen had opgegraven en voor een der gangen had gehouden, was Dicks conclusie. Die kelder had men intact ge laten en er gewoon weer aarde overheen gedaan, wist Dick. Maar wat voer- DOOR A. VAN VLAARDINGEN de de man daar beneden dan uit? Nu schoot het hem te binnen, dat hij de man iets over een kostganger had horen mompelen. Dick kreeg een schok. Zou de man met die kostganger een mens hebben bedoeld en werd er in die kelder iemand gevangen gehou den? Maar dan had hij hier beslist niet met een geschiedkundige te doen, maar met iemand, die dingen deed, die het dag licht niet konden verdra gen, want geen enkel eer- paald niet op et moment. „Dick! Dick!" klonk het lijk en rechtschapen mens haalde het in zijn hoofd een medemens in een don kere kelder gevangen te zetten. Als er inderdaad iemand daar gevangen werd gehouden, als het waar was, want bewezen was het nog niet, dan moest er gehandeld worden en moest die iemand worden bevrijd. „Dick! Hallo, Dick! Dick!" klonken verschillen de stemmen vanuit de ver te. De jongens, dacht Dick. Die komen nu be- „Ja, houden jullie alsje blieft je grote monden," bromde Dick wrevelig. Wat moest hij doen? Wachten tot de man tevoorschijn kwam en wegging? Nee, dat leek hem niet het bes te, want het was mogelijk dat de jongens bleven roe pen en hem zouden gaan zoeken. Ze zouden dan de ze kant op kunnen komen en door de man worden ontdekt. En het was be ter, dat die man in de waan bleef verkeren, dat niemand hem had gezien. „Dick! Hallo, Dick, waar zit je!?" klonk het weer. Dick stond op. Hij moest snel handelen om zijn vrienden het zwijgen op te leggen. Daarom sloop hij langs de „Ouwe Mo len" en hield de plek, waar de man in de grond was verdwenen, goed in het oog. Om bij het pad, dat van de „Ouwe Molen" naar de dijk langs de ri vier liep, te komen, moest hij vlak langs deze plek. (wordt vervolgd) ■irirtrirlrbtrtrtrCrtrirtilrtrlrtrirütr-ü-ü-ü-üïiiillii'tciitiïrft ONZE BRIEVENBUS Hallo i i nichten. Horizontaal: 1. zeeroof, 5. schram op de huid. 9. gezamenlijk verteer. 14. ondoorschijnend, 16. tijding, 18. linkerbijrivier v.d. Sei ne in Normandië, 19. plooi, 21. graafschap in Engeland, 22. puntig voorwerp, 23. boom. 24. zangwijs, 26. vervoeging van een hulp werkwoord, 27 vogel. 29. tap met een sleutel, 31. zwemvogel. 32. voegwoord, 34. boomlot, 35. telwoord, 37. paardeziekte, 39. be nauwd, 41. bijwoord, 42. voedsel om te lokken, 43. nieuw (Gr.), 45. eind, 46. ik (Lat.), 47. algemeen kiesrecht (afk.), 48. de zo- mergod (Germ. Myt.). 50. stad in Duitsland, 52. knol. 53. spijsta- fel, 55. achting, 56. zijtak Moezel. 57. verfstof. 60. strak, 61. water in N. Brab., 62. gesleten dunne plek in weefsels. 64. lidwoord (Fr.), 65. achting, 66. veel te doen hebbende, 68. naar beneden, 70. me taalhoudende delfstof, 72. door twee deelbaar, 74. gezondheid (Fr.), 75. gem. in Groningen, 76. slot. 77. water in Limburg. Verticaal: 1. graan. 2. de heilige stier der oude Egyptenaren, 3. oude wijnmaat, 4. familielid, 6. adellijke titel op Java (afk.), 11. vlinderbloemige plant. 12. vogel. 13. gem. in België (kolenmijn), 15. bedehuis, 17. zijtak Donau, 20. vreemde munt, 25. het aanbie den, 27. akker, 28. rode kleur van het aangezicht, 30. onheilaan brengende godin, 31. dorp in N. Brab., 32. rijstbrandewijn, 33. schei kundig element (afk.), 35. familienaam, 36. wel. 37. jongensnaam, 38. koord van een speeltuig, 40. bedrijf, inz. kleinhandel, 41. in- sekteneter, 44. verouderd woord v. ivoor. 46. lusthof, 48. berrie, 49. gem. in Gelderland, 51. mount (afk.), 52. gem. in Overijssel, 54. graanelevator, 56. kubieke meter, 57. Nederl. schilder, 58. rivier in Duitsland, 59. krijgsmacht. 60. bijelkaar behorende voorwerpen, 61. vlaktemaat. 63. aanloop. 64. tegenstelling van vroege. 67. steen. 69. dorpje onder de Overijsselse gem. Gramsbergen, 71. scheikundig als, 4. na, 5. smet, 6. eelt, 7. ma, 8. Ede, 9. riem. 10. serge, 14. ben, 15. Eire, 16. die, 19. por taal, 20. ervaren, 22. terra, 24. Peter, 25. pad, 26. erf, 27. not, 29. tin. 34. ader, 36. leges, 38. met, 39. ven, 40. stand, 42. roep, 44. giek, 45. rail, 46. teen, 48. Mur, 50. tra. 52. w.o., 53. aa. element (afk.), 73. onbekende. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. pianostem mers, 11. asla, 12. adie, 13. les, 14. beeld, 17. eer, 18. er, 19. pe titie. 21. mg, 22. ton, 23. Erp, 25. per, 26. een. 28. vet, 30. marter, 31. ovatie. 32. dra. 33. fat, 35. ren. 37. aam. 39. ver. 41. er. 43. legeren. 46. t.t., 47. gom. 49. tiran, 50. tea. 51. eeuw, 53. aren, 54. sprokkelmaand. Verticaal: 1. palet, 2. Iser, 3. INZENDINGEN Inzendingen worden vóór don derdag a.s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden„Puzzel- oplossing". Er zijn drie prijzen een van 5.en twee van 2.50. De puzzeloplossing van de kruiswoordpuzzel met plaat jes volgt nu hieronder: 1. boot 2. trom 3. mand, 4. dolk, 5. bank, 6. oost, 7. klok, 8. knop, 9. pijp, 10. poot, 11. noot, 12. tulp - tent, 13. pomp, 14. paal, 15. auto, 16. punt, 17. stam, 18. maan, 19. band - been en 20. mond. Bijna alle neven en nich ten hadden de juiste oplos sing wel gevonden. Tante Jos moest dus loten onder de dankt goede oplossingen en daar kwam als hoofdprijswinna- de dag: Rla de wat heb Terwijl ik de brievenbus behandel, schijnt de zon buiten heerlijk, 't Gaat nu toch een beetje zocner worden, denk ik. Jammer hè, nichten, dat je nog zo weinig je zomerjurken hebt kunnen dragen. Maar nu gaat dat natuurlijk wel. Tante Jos kreeg van verscheidene meisjes brieven met daarin geschreven over nieuwe jurken. 't Zit er al vroeg in. zullen de neven we] mompelen, terwijl ze dit lezen, vrouwen hebben het altijd over jurken.... Maar jongens, jullie krijgt ook een beurt hoor. Zijn de voetballen al weer in gebruik genomen? En de badminton-spelen? Want dat is typisch jongenswerk, als het maar even mooi weer is, zijn er overal in de straten, lanen en wegen weer voetballende jongens te bekennen. Kijken jullie goed uit voor het verkeer, jongens, als je een bal achterna loopt? sta je dan weer in de krant, vriendje ook meegeweest met Ik ben wel eens op Rozen- de club? Fijn dat je de burg geweest en vond het er prijs leuk vindt, Ineke Reijn- prachtig. Ina Lievaart ders. Bedankt nog voor je heeft al drie neefjes die tan- kaart. Schrijf je me hoe de te tegen haar moeten zegen, film was? Nico Romeijn Ga je vaak naar je ge- vorige keer was je letter niet trouwde zusters toe, Ina, of aan de beurt, vandaar dat je wonen ze ver weg? Cobie tevergeefs zocht naar je Luyendijk heeft een reuze naam. Maar nu wel, tot verjaardag gehad. Ben je schrijfs weer. Ben je al be- al aan 't borduren geslagen ter Wlm Rotsteege? Zo Cobie? Leuk dat wij te- jongens en meisjes, dat wa- gelijk jarig zijn Trudie Mid- ren dan de brieven van jul- delkoop. Heb je nu al veel lie weer. Volgende week zijn vis gevangen? - Nieuwe nicht de letters S-Z weer aan de Nellv Meijer, schrijf je vol» beurt. Schrijven jullie alle- f;ende keer eens een gezellige maal weer lange brieven? ange brief? Hartelijk wel- ~t voor je gecucnt Anie j^m üi de brievenbus. Dag Kleef. Hoe is het giste- Els v. d. Meyde is ook al geweest? Jan Kraak, een nieuweling. Ook harte- nichten, En nu de brieven: Ria de Jonge gaat vaak jij oma gegeven üjk welkom Els. In welke haar verjaardag? Feli- klas zit jij? Janny en ze nog maar van me, Klement Notenboom schre- „OQT, al is het dan ook een dag ven een brief vol nieuws. Jul- te laat- Veel Plezier maan- ue hebt zeker de verkoping, Nella de Jong uit Ouderkerk dag Martien Kamerlingb enz. al bezocht? Hoe is t Tceoi Inge Kool tegen een hek gevallen. met vader en moeder. Knap- Heeft de dokter de kram- pen ze al wat op? Dag. men al uit de wond gehaald? Marion Pols, je mag me om Beterschap! Paula Kali- de drie weken schrijven, man kan al goed lezen, want de Brievenbus is ver- TT johkc «aai vaar. maar schrijven ook hoor deeld in de letters A-H, I-R Het versje.dat ons nicht* HeéSjk "fa, weet f- sf" "oort du*bij de Marne Nagtegaal mij «uur- t-_j ook z, ng. Adriaan van Lange- tweede groep. Bedankt voor us noe ve,<* schreef me een gezelli- je leuke gedichtje. Jij Tineke ge brief. Ga je nog meer hebt dus weer een keurig ka- cnr™. uzer de T.? ,77, 21' Tt* Henrlc"a p^m- J" Het touw is sterk, d. plank bnar broer Houd hebt dus fijn bij je zus ge- zit dus weer goed in de jjk naar oroer._ nuuu vniiin i.nthinnni 18 ai*> EEN VERSJE je dat Tante Jos dat ook graag doet? Blijft je lang in Amerika? Jeeninga schreef de, heet: Schommelen jij ook van dieren Tineke- ?ie™ Jan de Korte gaat volgende v-°°r 3-e 1-uke kleren, je hebt je En midden op de plank xit week op schoolreis. Heb je °°°r' la» vriwidü» al eens bezocht meegereden met je vriendje al in het ziekenhuis? tje Kamerman zeker wel lad? Hartelijk bedankt tekening ik. Ik schommel heerlijk op - daar ben nn de «mortdae' Veel scnreei over een neisrii op dn wortdM.yeel Fijn dat keer te laat. maar ao je ziet, Eerst dan !neller, Tante Jos vergeet je niet. «n«»)i»r «nóu eigen kamertje hebt. Ma- Tot schrijfs weer hè? Dag - sneUer' *nel- schreef over een fietsrit «amerije nen. ma- rot scnrijts weer ne? Dag Een vlugge vogel lijk ik wel' vaak een tent? Truusje. Erica de Raad, ^en vlugge vogei 11JK wei' het schoolreisje t Was wel droog Van het zusje van Marrie, gelukkig. Heb je André van Henny Nagtegaal, kreeg Jij ik een heel mooi versje. Hier l Richard al gezien? - geweest, Ria Rietveld. je al 14 medaljes? De namen van friet Rietveld heeft schoolreis gemaakt. Weet je de voorwerpen op ai wat je moeder geeft voor deze tekening haar verjaardag? Van moeten van 1 tot Mar- Ken de Heer in al je wegen Zet geen voetstap zonder Hem. Wacht van Hem alleen de ze- Jan Reljnders kreeg ik brief die hij 's morgens vroeg en met 10 onder al had geschreven. Is je elkaar worden gezet. Als dat op de goede manier wordt gedaan, vormen de begin letters van de woorden een nieuw woord, dat vooral in de zo mermaanden be langrijk is. Op lossingen inzen den vóór 13 juni irkirkirk EVENTJES PRET Piet: „Wat, je was maar een meter van een leeuw af en bent niet weggelopen? Ik geloof dat je jokt." Karei: Niets hoor, 't ls werkelijk, want de leeuw zat in Artis achter de tra- Juffrouw Muis (heel klein) tegen meneer Nijlpaard (die is heel groot): „Heus. me neer Nijlpaard, als u de laat ste trein mist. komt u maar bij mij overnachten."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 20