Wi
Schokland waar hen je
mm i
1 m
m ki
m m
mwSm
p tr m ij
m mmrnwm
M
C
Het geheim van de „Ouwe Molen"
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 3 JUNI 1961 f-
ZONDAGSBLAD
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
fIJ ZATEN op een van Schoklands wa
terputten die nog bewaard ifln geble
ven. toen de oude zeeman naast mU zijn ver
haal begon. Het Ijzeren deksel dat de mon
ding van de put afsloot rammelde zacht
jes onder het avondbriesje en achter ons
noorden we het geroezemoes van de toe
risten. ,,'t Was daar ongeveer, meneer,
daar waar die vogel opvliegt". Heel ln de
verte zag lk Inderdaad een zwarte stip
los komen van de aarde. Nu, ging hij
verder, daar lag de z.g. makjan.
ALS JE vroeger als visserman eenmaal
die makjan bereikt had was de rest maar
kinderspel. Tenminsteinde zomermaan
den. Hij sprong van de waterput en ging
wijdbeens voor mij staan, een hand tus
sen de zoom van zijn broek gestoken en
met de andere druk gebaren makend. Een
houding die oude vissers eigen is als ze
een aandachtig gehoor tegenover zich we
ten. Die makjan kon ook wel eens het be
gin van de misère betekenen. Dat onder
vonden wij in de winter van '90. Wij had
den een tijdlang in open water kunnen
varen en we dachten zonder veel hinder
nissen het Schokker haventje te bereiken.
Maar hoe dichter we de makjan nader
den, hoe hoger de ijsbergen werden, die
zich al op kilometers afstand als wazige
schimmen hadden aangediend. De eerste
losgeslagen stukken zeilden ons weldra te
gemoet en het vereiste stuurmanskunst en
oplettendheid ze mis te varen.
Hoe moest dat straks gaan wanneer we
ons midden in de grote ijsbergen zouden
bevinden? Achter de over elkaar gescho
ven massa's wisten we het veilige Schok
land. Zo dikwijls hadden we hier in de
buurt van die makjan gezworven, maar
dan was het eiland vlakbij.
Dan konden we zijn pinkende havenlicht
jes wel in de hand nemen. Maar nu!
De griezels liepen me over de rug al* ik
naar die dreigende ijsbarrière keek. En
toch. we moesten er door. Reeds drong het
gekraak tot ons door. Het zou niet lang
meer duren dan zou de stompe snuit van
het zwakke houten bottertje met de eerste
obstakels in aanraking komen. Voorop de
plecht stond een jongen van een jaar of
veertien. Ik zag hem rillen in zijn baadje.
Al zijn lef was verdwenen, 't Was of hij
voelde dat dit een vuurproef zou worden.
Nu en dan gebaarde hij met de hand hoe
ik varen moest. Het scheepje moest zoveel
mogelijk voor harde botsingen behoed blij-
gen.
r dan genoeg a
gen. Maar i
X
A E
AA A A
A A
V
- s r -
A
om in het kerkje God te danken. Het t
rees daar op het hoogste punt van Schok
land, helemaal niet bouwvallig of aftands
en het leek wel of het trots neerzag op het
dorre paalscherm onder aan zijn voet, dat
stilletjes staarde naar de bloelende ver-
5 eetmij nietjes, mijmerend over vroeger
a gen toen de dartele golven het keer op
keer besprongen.
kerkje heen keek, zoekend naar de omtrek
ken van het vroegere eiland.
De middelbuurt, de noordpunt, ik vond
ze niet terug. Geheel door de polder inge
sloten is Schokland een deel van het nieuwe
land geworden. Als een kind dat van zijn
liefste stuk speelgoed wordt beroofd, zo
staarden de half-vergane scheepsresten
over de groene vlakte, waar eens het wa
ter kolkte. Ik zag sporen van tractoren op
dezelfde plaats waar vroeger de witte en
bruine zeiltjes bolden in de wind.
De oude vertelde verder. Wij waren al meer
dan vier en twintig uur in touw geweest
en ik vreesde dat het daar niet bij blijven
zou. Uit vroeger jaren kende ik het zware
en afmattende werk in het ijs. De jongen
die ik aan boord had was nog een oner
varen broekje. De hoopte en bad dat de
wind ons gunstig gezind zou zijn en de weg
naar het eiland ijsvrij zou laten. Maar het
leek er niet op meneer, het leek er niet
op. Mijn knechtje zeurde maar steeds om
pokkoek. Ik geloof dat hij niet eens be
sefte in wat voor misère we waren te
recht gekomen. Straks in de Schokker kerk
krijg je pokkoek, zei ik om van hem af
te wezen en tevens om hem wat op te
monteren. Het viel me niet gemakkelijk
om me er zo goedkoop van af te maken.
i krij-
Steeds dichter naderden we de grillige
Ijsbergen. Mysterieuze geluiden achter de
kolossen vandaan werden door de
wind aangedragen. Verbeten hield ik het
vast. Ik voer nog steeds de
js me nog rr~* -
Lng te verani
echter rees een dichte
over elkaar geschoven ijsschotsen omhoog.
Als die muur er niet geweest was, zou het
een kwestie van een half uur varen zijn
geweest. Ik liet het roer even los en ging
naast de jongen op de plecht staan. Sa
men speurden we naar open plekken en
geultjes waar we het schuitje door heen
konden loodsen. Alles aan boord was kurk
droog en er woei een straffe noordooster die
het ijs rondom ons nog versterkte. De
jongen kwam dicht bij me staan en ik
hoorde zijn tanden klapperen.
,,'k Heb zin in pokkoek, schipper", fluis
terde hij. Een schok voer door me heen.
Ook dat nog. De jongen had de hele dag
nog niets gegeten. De honger liet zich
natuurlijk gelden. Ik dacht aan de lege
etenskist.
De lippen van het kind waren zo blauw
•ls potlood en hij kon nauwelijks zijn vin
gers nog bewegen. Peinzend keek ik naar
de zware geribbelde ijsblokken. Als er nu
eens een wonder gebeurde en die muur
krakend in tweeën spleet en zich oost- en
westwaarts verwijderde? Dan zou de vaart
naar Schokland vrij zijn en dan zou ik
mijn knechtje pokkoek kunnen geven.
DE OUDE onderbrak zijn vertelling
even en stak een verse pruim achter
zijn kiezen. Als om nieuwe stof te ver
garen keek hij geruime tijd pruimend
naar het oosten. Hij scheen mijn aanwe
zigheid vergeten te zijn. Ook ik keek naar
het oosten. De wuivende halmen, de grazen
de koeien, het vormde alles een oord van
rust. Ik kon wel raden wat er in de oude
visser omging. Want daar op die zelfde
plek waar een vogel begerig naar een
wormpje dook en waar een boer met gebo
gen rug zijn gewas keurde, daar was het
waar hij en de zijnen vaak met levens
gevaar hun brood verdienden in hun ran
ke primitieve bootjes. Hoe dikwijls zou niet
dit stille vergeten Schokker kerkje als een
baken in zee hebben gestaan wanneer door
storm overvallen vissers worstelden in de
branding? In gedachten zag ik de blijde
en dankbare gezichten
SCHAAKRUBRIEK
Correspondentie en oplossingen aan de
heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinet-
•traat 125, Den Haag.
Dr. Euwe 60 jaar
s dr. M. Euwe zestig
n van gelukwensen:
per telegram, artike-
Door
J. de Boer
Maar wat moest ik dan doen? Moest ik
het kind zeggen dat de kans om Schokland
te bereiken maar uiterst klein was en dat
het wel eens zou kunnen gebeuren dat
straks als het ijs ging schuiven onze note-
dop als een lucifersdoosje in elkaar gekne
pen zou worden? Bij die gedachte sloot ik
zelf de ogen. Ik hoorde het mastwerk steu
nen en bij elke beweging die het scheepje
maakte zag ik de waterbalk uit elkaar
gaan. Meer inspanning moest ik werkelijk
niet van het bottertje vergen. Voor en ach
ter, aan stuurboord en aan bakboordzijde
rezen de bergen op en de losgeslagen stuk
ken ijs kwamen naar ons toe drijven als
waren het de voorposten van een vrese
lijke vijand.
De scherpe kanten schuurden langs de
zijden en ik droeg mijn knechtje op ze
met de vaarboom af te zetten. Gelukkig
zag de jongen het nut van dat werk in.
Hij vergat zijn pokkoek -en begon ijverig
de schotsen weg te duwen. Ik hoopte in
stilte, dat zo het zeewater bij Schokland dat
niet vrij zou zijn, het ijs dan toch van een
slechte kwaliteit zou zijn, zodat het spoe
dig onder onze actie zou bezwijken. Het
voortdurend en harde afketsen van de sta
len haak op de -ijsbrokken deed deze hoop
teniet en was bijna in staat me te ontmoe
digen. Het is niet te geloven, zo ver volg
de de oude, wat voor visioenen een mens
onder zulke omstandigheden voor ogen ko-
Op zaterdag 20
Er brief, per brlefki
i ln dag- en weekbladen
vakpers heeft ervan getuigd noezeer ur.
Euwe ln de loop der Jaren ver Ls uitgegroeid bo-
zou kunnen noemen. Het zou moeite kosten in
ons land een burger te noemen die meer popu
lair is en meer bekendheid geniet dan Euwe, en
zeker, waneer men niet de kortzichtigheid be
gaat populariteit en bekendheid binnen al te enge
fijdgrenzen te bepalen.
Ruim 40 Jaar heeft Euwe ln binnen- en buiten
land aan de top gestaan. In het buitenland ls
zijn faam zo mogelijk nog groter dan ln Neder
land. HIJ heeft zich nu zo langzamerhand uit
het actieve schaakleven teruggetrokken, doch
voornamelijk omdat rijn werkkring hem niet
voldoende tijd laat om zich door studie en trai
ning voldoende op peil te houden. Maar zijn be
langstelling is nog altijd onverflauwd.
WIJ kunnen helaas in dit bescheiden rubriekje
geen lofzang op onze grote landgenoot gaan zin-
wei wülen wij enkele zijner presta-
twee partljstelllngen uit de Jaren
twee composities uit 1912, toen
nog slechts 11 Jaar oud was. WIJ zouden
j dit opzettelijk niet om duidelijk
te maken hoe lang geleden Euwe reeds het
peil bereikt had dat voor anderen nooit ls weg-
rx de partij EuweSpeyer, Amsterdam 1924.
'■AI AAll
a n i
mm m m
«ia® m üSa
.1» ITr'H
3. Probleem
1
lfl
3?
A
p jpj
S
A I
i« I
gg
r mm
Mat ln twee zetten.
JÉ.
X
Oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen der vier par-
tijstelUngen („Kleine actualiteiten"), welke wij
ln onze rubriek van 20 irei Jl. publiceerden.
1. Walther—Lange weg. Na 4.Txh7t gaf zwart
het op. Hij moet op h7 slaan en verliest dan
door 5Lxf5t zijn dame.
2. DonnerSpanja
TxcJ) 2.DXC3I Dxc3 3.è
t ondekbaar
Er volgde (na 1....
Da5 4-LxcS Zf8 5-Tbll
_i pot-remise 1.. KJ4 2Le2 (Gedwongen:
2. Lb7 gS en 3g4 ls nóg simpeler) 2.
Ke3 3. Ldl Kd2 remise. Deze ..opgave" was de
i het toernooi te Mar del Plata.
er nog hulp opdagen. Het maanlicht gaf
de dreigende ijsmassa's een geheimzinnig
aanzien en steeds dichter kwamen ze van
uit de duisternis naar ons toe. Het vaar
water waarin we lagen was niet meer dan
een smalle strook van een paar meter
breedte. We gingen nog steeds vooruit.
Maar straks? Nog nooit had ik een derge
lijke situatie meegemaakt. Ik liet het roer
los en sloeg mijn armen om de schouders
van de jongen. Daarna bad ik nogmaals
vurig om uitkomst. Ik bleef een tijdje
werkloos zitten. Het roer hield op met
knarsen omdat het geheel werd vastge
schroefd in de ijsbrokken die het als leg
kaartstukken omsloten. Het voorschip rees
nog eenmaal omhoog maar het betekende
een laatste stuiptrekken want slechts moei
zaam zakte het weer weg in het water om
direkt te worden vastgeklemd in het opstu
wende ijs.
Ik stond voor een moeilijke keus. Aan
boord te blijven en de dag af te wachten
met de kans dat we tussentijds door het
ijs bedolven zouden worden of over boord
te stappen en een weg naar het eiland pro
beren te zoeken. Ik inspecteerde het ver
ouderde groen uitgeslagen lantarentje dat
we op onze tocht zouden nodig hebben.
Als we werkelijk de grens van het ijs zou
den bereiken zou het nog de vraag zijn of
het primitieve ding voldoende licht zou ge
ven om de aandacht van de Schokkers te
trekken. Zou het niet beter zijn aan boord
de nieuwe dag af te wachten? Het ant
woord op die laatste vraag kwam vlugger
dan ik verwachtte, want met donderend ge
kraak vielen een paar stukken ijs van de
dichtstbijzijnde berg op het dek.
Aan overnachten in het scheepje viel dus
niet meer te denken. Mankracht schoot ver
uit tekort het binnenste van de schuit ijs
vrij te houden. Als een wonder uitbleef
zouden er over korte tijd nog wat splinters
op het ijs zijn overgebleven. De zeilen flad
derden machteloos in de- wind en waren
niet meer in staat het bottertje voort te
stuwen. Ik maakte de vallen los en liet ze
vieren. Daarna maakten de zeilen hun
laatste zweeftocht over het bun. Ik hoopte
de toestand in elk geval nog een paar uur
heit hoofd te kunnen bieden, daarom kleed
de ik de jongen uit, wreef hem warm en
stopte hem in de kooi, wel wetend dat de
tocht over het ijs weer de nodige frisheid
zou vergen. Langzaam schoof het ijs ver
der op. Om de haverklap vielen de stukken
op de plecht. Het was nutteloos ze weg te
werpen daarom gebruikte ik mijn overge
bleven energie voor het klaar maken van
de lijnen en de andere spullen die we op
onze voetreis over het ijs nodig zouden
hebben. Ik beproefde het lantarentje en
zocht de warme wanten onder de kooien
vandaan. Nu het avond geworden was, was
de aanblik van het verwoestende ijs nog
dreigender, waren de geluiden die er uit
opkwamen nog mysterieuzer geworden.
Sommige stukken vormden het silhouet van
een wild dier dat bloeddorstig de klauwen
naar ons uitstak. Schokland was het beloof
de land. Een warme kachel, een pot pokkoek
en omringd te worden door de eenvoudige
Schokkers met hun stroeve koppen en hun
warme harten, meer wenste ik niet. Maar
het scheen een weldaad die zelfs de hemel
niet vermocht te geven. Het scheepje werd
verder door het ijs ingebouwd en ik zag
in dat het tijd werd het te verlaten en de
barre tocht te beginnen. Het was levensge
vaarlijk maar er bleef niets anders over.
De gangboorden scheurden op vele plaat
sen en ik verwachtte dat het rommelende
grondijs wel sloedig een gat in de bodem
zou stoten.
gen, laat Je geluid eens horen! Kijk eens
wat daar naar ons toe komt. Zijn jon
gensstem gilde door de Ijle lucht. Is daar
volluuk? In spanning wachtten wij op het
wederwoord. Als ik mis had gezien zou er
geen reaotie op onze roep te verwachten
zijn. Maar alles was levende werkelijkheid.
Onmiddellijk werd onze roep beantwoord.
Ja ja, klonk het over het ijs, wij zijn
Urkers en Volendammers en we komen
jullie helpen. Ik had zoveel gebeden in de
voorbije uren en nu in mijn grote blijd
schap vergat ik bijna te danken.
Ik keek maar naar dat groepje man
nen alsof het wezens uit een andere we
reld waren. De jongen naast mij, hoe stijf
van de kou hij ook was begon te dansen
van blijdschap. Daar, al heel dichtbij wa
ren Urkers en Volendammers, pientere
kerels, die ons kwamen redden. Enkele
enthousiaste jongens liepen de ouderen
vooruit. De wind bolde hun wijde broeken.
„Heb dank o God", stamelde ik diep uit
mijn hart.
Spoedig klommen de jongens aan boord.
Even later kwamen de anderen. Zij droe
gen lange ladders en grote trawlmanden.
Hun ogen tintelden van ondernemingslust.
Het schuitje was weldra vol mannen die
brood en warme punch voor ons tussen
hun baadjes hadden. In Schoklands'kerkje
hadden ze zich geschoeid voor de barre
tocht over het ijs. Om beurten hadden ze
dag en nacht op het dak van het kerkje
de wacht gehouden en uitgezien over het
ijs of nog vermiste makkers kwamen op
dagen en hun hulp nodig hadden. Het ijs
begon nu nog krachtiger te schuiven. Haas
tig zetten we de manden en ladders weer
over boord. Het was niet raadzaam langer
aan boord te blijven. Wij, mijn knechtje
en ik hielden ons even als de anderen
aan een sport van een der ladders vast.
Daar boven op stonden de trawlmanden.
De jongeren gingen met het kompas en de
lantaren voorop. Het werd voor mij een
uiterst vermoeiende tocht, die ons berg op
berg af voerde.
Ik kon het niet meer volhouden en alle
gevoel was uit mijn voeten geweken. Hal
verwege een ijsberg viel ik neer op het
gestolde water. Ik trachtte weer op te staan
maar mijn krachten waren uitgeput. Het
ging niet langer. De mannen tilden me op
en zetten me in een trawlmand. Het moet
weer uit. Als een gevangen dodelijk
vermoeide vogel zat ik rillende in de mand
en trachtte door de reten de lichtjes van
Schokland te vinden. De mannen onder mij
spraken weinig en sjouwden regelrecht naar
hun doel. Bij de makjan bleven ze staan
en verwisselden ze van plaats. Ik weet niet
meej hoe lang ik in de mand heb gezeten
maar plotseling schrok ik op door Mokge-
lui. De Urkers en Volendammers, hoewel
door het moeilijke lopen door het barre be
sneeuwde ijs, uiterst vermoeid, versnelden
hun pas. De kerk van Schokland het zijn
stem over het ijs klinken om ons, schip
breukelingen en redders tot zich te roepen
en ons voor dwalen te behoeden.
vrouwen, die onze redders op
zij duwden en hun taak overnamen. De Ur
kers stonden er ontroerd bij en de Volen
dammers sloegen een kruis. Ik probeerde
uit de trawl-mand te kruipen maar inplaats
van dat ze me daartoe de gelegenheid ga
ven namen ze mij hoog op de schouders.
Het duurde niet lang of we stonden voor
het paalscherm. Weggedoken in de mand
werd ik tot vlak bij de warme kachel in
het vertrouwde Schokker kerkje gedragen.
Een grote pot pokkoek stond er op te prut
telen. Schokker vrouwen dekten een tafel
dicht bij de kachel. Het ging alles gemoe
delijk en hartelijk bij deze eenvoudige men
sen. Nauwelijks kon ik mijn ontroering ver
bergen. 's Avonds kon ik mijn verstijfde le
dematen uitstrekken in een heerlijk bed.
Wat waren we rijk, mijn knechtje en ik. De
oude zweeg weer even. Zijn ogen dwaalden
weer over het landschap, naar de plaats
waar eens de makjan deinend in de golven
stond. „Ja ja, meneer, zei hij toen, God.
kan soms wonderlijk uitredden. Als die Ur
kers en Volendammers niet op het dak van
dat kerkje de wacht hadden gehouden dan
zouden we nooit het eilandje terug hebben
gezien."
r het stenen ge-
_>en en we gingen
binnen. Allerlei voorwerpen uit de
oudheid die door de zeebodem waren prijs
gegeven, lagen uitgestald. De oude kwam
niet uitgepraat. Wij dwaalden in het vroe
gere bedehuis rond totdat de ondergaande
zon, precies als in vroeger dagen het licht
door de hoge raampjes wegtrok. Toen stap
ten we in de auto en reden nog eenmaal
langs de moderne boerderijen die de plaats
van Schoklands lage huisjes hebben inge-
Jiomen. Niets, behalve het kerkje met zijn
beide waterputten herinnerde nog aan het
kleine gastvrije oord, dat eenmaal door de
oude man naast mij, als een weldaad van
boven werd gezien. Terwijl het nieuwe
land snel onder de wielen weg schoof
kwam opnieuw de vraag bij me op:
„Schokland waar ben je?".
i het ijs te
Vaak meende ik mensen op het i
zien, altijd in de vorm van kleine
te poppetjes en een keer kwam ik zo ver
dat ik de Schokker kerk hoorde luiden. Ik
hoorde zelfs de stemmen van in Schokland
uitbevroren vissers die in het kerkje op
stormachtige zondagavonden, boven het
golfgedruis traag hun verzen zongen.
Maar dat alles bracht ons geen stap ver
der. We moesten manoeuvreren en bomen
om onze belager te ontlopen. De zon ging
onder en straks in het duister met de
verraderlijke ijsbergen om ons heen zou
het avontuur veel angstiger, veel gevaarlij
ker worden. We zaten letterlijk en figuur
lijk in het schuitje en moesten varen zo
goed en kwaad als het ging. De jongen gaf
zijn pogingen om het drijfijs op een afstand
te houden op en wierp de haak in de zij
de. Moedeloos kwam hij bij me staan. Hij
keek mij aan alsof hij het van mij verwacht
te zonder dat hij vermoedde dat de wan
hoop zich ook reeds in mijn hart genes
teld had. Een ogenblik overwoog ik hem
naar kooi te sturen. Maar neen, ik moest
iemand op de uitkijk hebben. Op het meest
onverwachte ogenblik kon zo'n ijsberg te
gen het scheepje op varen om het daarna
stuurde ik hem
STRAKS IN het Schokker kerkje krijg je
de pokkoek, zei ik, de zoveelste vraag
naar pokkoek voorkomend. Het was inmid
dels geheel donker geworden. Terwijl de
jongen dicht naast me zat draaide ik met
gen te waarschuwen. Naar vissermans
gewoonte overzag ik, eer ik naar beneden
ging, nog eens de hele omgeving.
Opnieuw moest ik me ergeren aan de
vreemde verschijnselen die de schaduwen
op het ijs voor ogen toverden. Lang bleef
ik staan. Een flikkerend lichtje begeleidde
de zwarte figuurtjes die ik meende te zien.
Wanneer ik het bedrieglijke spel niet be
ter had gekend, zou ik er op hebben dur
ven zweren dat ik mannen zag. Het licht
je werd groter en de poppetjes bewogen
zich steeds duidelijker in de richting van
mijn ondergaande scheepje.
Zij hadden moeite op het gladde ijs
staande te blijven. Zwierend kwamen ze
dichterbij. Nog kon ik het niet geloven. Ik
bracht mijn hand voor de mond en
schreeuwde zo hard ik kon. Is daar vol
luuk?? Zo hard brulde ik dat de jongen
geschrokken naar boven vloog. Toe jon-
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
33. De kaperkapitein en zijn stuurman
lopen met de zware kist in de richting
van het huis. Plotseling knipt er iets en
het deksel van de kist zwaait open. Ka
pitein Neushoorn is woest als hij ziet,
wat de inhoud in werkelijkheid is. Het
is helemaal geen schat, maar het was
goed, van de waard uit de herberg. Zijn
gezicht klaart op, als hij de andere kist
ziet met het grote getal erop en opge
wonden roept hij: „Kijk eens, wat een
cijfers, die kist moet vol met goud zit
ten."
(Vervolg)
Nooit geweten aat nïer ha
zen voorkwamen, dacht
Dick. Zou die haas hier in
de buurt zijn leger hebben?
Misschien had hij wel jon
gen. Toch eens zoeken. Een
poosje liep Dick zoekend
door het hoge gras rond,
maar toen dit niets ople
verde, besloot hij zijn fiets
te gaan ophalen en i
huis terug te keren,
plaats van dit te doen, liet
hij zich echter eensklaps
languit in het hoge gras
vallen, zodat hij volkomen
onzichtbaar werd. Hij had
gerucht gehoord. Zeker de
jongens, die mij komen
zoeken, dacht Dick. Ik zal
ze eens lekker goed laten
zoeken. Maar wie schetste
zijn verbazing toen niet een
der jongens vanachter de
afgebrokkelde muur tevoor
schijn kwam, maar een
man, die in zijn hand een
tas droeg.
„Pfff, wat ls het ver
vloekt heet vandaag", hoor
de Dick hem mompelen.
DOOR A. VAN VLAARDINGErN
Nadat de man omzichtig
naar alle kanten had geke
ken, liet hij zich in het
gras neer en begon
Dick i
wrijven,
man eens op.
Hij was van middelmatige
lengte en droeg een groen
costuum. Dick schatte zijn
leeftijd even in de veertig.
De man had een week ge
zicht met kleine toegekne
pen ogen, maar dit kon
zijn oorzaak wel vinden in
het feit dat de zon nog zo
fel scheen. Dick vroeg zich
af wat de man hier kwam
doen. De „Ouwe Molen"
bekijken? Nou, dan was hij
gauw uitgekeken. Toen be
dacht Dick met schaamte
dat het niet netjes was wat
hij nu deed. De man waan
de zich natuurlijk helemaal
alleen en hij lag hem hier
in het gras stiekem te be
loeren. Dick wilde opstaan,
maar toch weerhield iets
hem ervan dit te doen. Hij
wist niet of het schaamte
was, omdat hij zich geen
houding tegenover de man
zou weten te geven of dat
iets anders, wat hij niet
wist te verklaren, hem er
van terughield. De man
stond nu op. „Zo en nu
eens even voor onze kost
ganger zorgen", zei hij
zachtjes tot zichzelf. Hij
nam de tas op, die hij
naast zich had neergelegd
en maakte haar open. Hij
haalde er een voorwerp uit
en na enig turen zag Dick
dat het een zaklantaarn
was. Wat moest de man
daar nu mee op klaarlichte
dag? De man keek weer
naar alle kanten om zich
heen en liep daarna naar
een plek, welke dicht bij
een groepje struiken lag.
Daar bukte hij zich en trok
aan het gras dat daar groei
de en onmiddellijk mee
gaf. Het waren losse gras
zoden! Na zo'n stuk of
tien graszoden naast zich te
hebben neergelegd, richtte
de man zich uit zijn buk
kende houding op en spied
de weer omzichtig naar al
le kanten. Daarna boog hij
zich opnieuw voorover en
trok met enige krachtsin
spanning ergens aan. Een
groot rechthoekig vlak
kwam omhoog. Het was
een luik! Nadat de man
nog eenmaal had rondgeke
ken, verdween hij langzaam
in de aarde, waarna het
luik, dat rechtop had ge
staan, werd gesloten.
(wordt vervolgd)
üü-tctcCrtrtrtrCi-trirtrtrirerttirtrirttirttlrtcertrtrtrttüü-üüttütiüirtrtrtiüütiitü'iriririrtetririrerCrtrirtrtrtr^
ONZE BRIEVENBUS
Hallo allemaal,
t Was ditmaal geen gemakkelijke puzzel, dat schreven verschillende neven en
nichten me tenminste. Maar de meesten van jullie konden de oplossing toch wel
vinden, als je maar tven goed keek en nadacht. De plaatsnamen op de wegwijzer
waren Zevenaar, Almelo en Deventer. Elly van Elderen nlt Berkel heeft ditmaal de
hoofdprijs gewonnen, Gera Brandwijk, Trudi de Graaf en Nico Bezemer de troost
prijzen. Gefeliciteerd hoor.
De plaatsnamen doen je echt al aan vakanti? denken, vinden jullie ook niet?
De plaatsen liggen nogal een eindje hier vandaan. In Deventer kun je lekkere
Deventer koek kopen en bi Zevenaar zit je niet ver van de Duitse grens vandaan.
Hebben jullie al vakantieplannen? 't Duurt nu niet zo lang meer en je hebt weer
fijn vijf of zes weken vrij. Dat ls me even een tijd! Dan kunnen jullie me prachtig
lange brieven schrijven, afgesproken?
Je i
ïaal bij
heel de kale boomgaard, jai
'eel bonnetjes ver- blijft.
glnnen me
ven die
Nine Aalbersbcrg opent
ditmaal. Jij schreef c
poesjes, zijn ze nog allei
jullie? Tot schrijfs w
Hennle Akse schreef r
wat bijzonderheden. Wat zegt'de dat "hè" Hi
Krklet allemaal
b je al veel L_.
kocht?. Eddy Broer is in
Pinkster-vakantie fijn uitge
weest. Zijn jullie met een bu<
gegaan Eddy? Je krijgt zekei
wel mooie kaarten van vadei
en moeder ln Canada? Adj
Bos is fijn uitgeweest naar Tan
te Corrie en Oom John. 't Wai
zeker een hele klim die torer
op, Ada? Hartelijk bedankt vooi
je mooie kaart. Janneke Baak Anneke Bos
schreef een gezellige brief met weest. Daar
mooie tekeningen versierd. Je tuin hè?
Leo Biest
ïr fijn voetballer
Berg
cadeaus gekregen. In a
hrijfs weer. Ineke Brc
schreef over broers
Lacht Mieke al? Mi
al Fennle Bot
het nest. Plet
i flinke jongen.
nooit hij helpt
de Best, boodschappen doen. Jenneke
lk zal je heus niet plagen
bed, (maar een
ich wel). Weet je ballonnenwedstrijd Jenny
was vorige keer
het feest ln Katwijk
Blijenlevcn klein beetje
- Fijn
jrdt ge- Heuvel. Schrijf je
heeft al heel wat gemaakt
Lego. Je brief was jammer ge- houdt...
noeg te laat Hans. Leny de prettige schoolreis
Boer, wat ga JIJ grootvader ge- maakt Lenle Coenradl. Hoe ls net als haar zusjes. GefeUci-
- jaardag? 't met moeder? Adri Dan- teerd hoor, dat je het diploma
Drievllet ge- *er« ls fijn naar Utrecht ge- hebt behaald. En met zo weinig
mooie speel-*- J- -■ *—*--• S=J"- J
Breeder laad
rland. Volgende keer
Pinkster
het verschiet, Ineke -
Jullie hebt
t schoolreisje. Je Van ina
veer thuis Inge? ik
„u verjaardag gehad Adrlaan van
knapenver- prachtige brief kreeg lk van Houwelingen? Gerda d
burg. Hartelijk be- Hond heeft een zusje gekreg.
Horizontaal: 1. mannelijk beroep (meerv.), 11. deel van ccu
kachel, 12. vaarwel, 13. onderricht, 14. zichtbare voorstelling, 17.
achting, 18. bijwoord, 19. verzoekschrift, 21. gewicht (afk.), 22.
inhoudsmaat v. schepen, -23. gem. in N. Brab., 25. voorzetsel,
26. telwoord, 28. tegenstelling van mager, 30. wezelachtig ver
scheurend dier met kostbaar bont, 31. openlijk huldebetoon, 32.
spoedig, 33. modepop, 35. kippenloop, 37. oude vochtmaat, 39. af
gelegen, 41. bijwoord, 43. ergens kamperen, 46. geheel de uwe
(afk. Lat.), 47. kleefmiddel, 49. dwingeland, 50. thee (Eng.), 51.
zeker tijdperk, 53. palmboom, 54. februari.
Verticaal: 1. gereedschap v. d. kunstschilder. 2. zijtak Elbe, 3.
voegwoord, 4. voorzetsel, 5. vlek, 6. verdikking der opperhuid,
7. familielid, 8. gem. in Gelderl., 9. gordel, 10. gekeperde wollen
stof, 14. mandje, 15. Ierland, 16. aanwijzend voornaamw., 19. in
gang, 20. door ondervinding leren, 22. aarde, grond, 24. jongens
naam. 25. smalle weg, 26. grond die bij een hoeve behoort, 27.
ontkenning (Eng.), 29. metaalsoort, 34. bloedhuis, 36. schrijfkos-
ten, 38. voorzetsel, 39. meertje, 40. rang in de maatschappij, 42.
faam, roem, 44. roeiboot, 45. spoorrichel, 46. twijg, 48. hnkerbij-
rivier van de Drau in Stiermarken, 50. baan voor balspel, 52.
waaronder (afk.), 53. van elk evenveel (afk. op recepten).
De eniging Kees d. Boog aart. AnnekeT D(
d- HooS"rt kreeg dankt. Hoe is het' JC
iT bi1' Rjn d«t 3e 20' tje? 0ok hartelijk bedankt
•eel hebt gekregen. Annama- je kaart Anneke. Zijn
isteljn schreef over _de nieuwe vogeltje
2de Pinksterdag.
je gedichtje. Joi
Joop v. d. Berg. Ben je
Does- n°S naar 't hooiland gi
Erg leuk postpapier Schrijft Anja den Boi
lj. Willy Driessen. Je hebt gende keer eens een briefje?
tend veel gekregen voor Wat jammer van je poesje Cor-
rjaardag. Dus jullie hebt
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. aks, 3. donor,
7. sla, 10. ar, 11. top, 12. bel,
14. e.a., 15. pegel, 18. Lopik,
20. nar, 21. Eos. 23. kan, 24.
Oss, 25. rebel, 27. neg, 29. toer,
31. mand, 33. ga. 34. de, 35.
v.o., 36. do, 37. vest, 39. bank,
41. ego, 43. takel. 45. ent, 47.
are, 49. mos. 50. Leo, 51. Bre
da. 53. peper, 55. e.o., 56. elk,
58. bak, 59. si, 60. den, 61.
graaf, 62. ets.
Verticaal! 1. aap, 2. krens,
3. dol, 4. op, 5. Ob. 6. rel, 8.
Leine, 9. aak, 11. ter, 13. lok,
16. gast, 17. rob, 19. pand, 21.
eer, 22. Sem, 24. orgie. 25.
Reest, 26. Laval, 28. groet, 30.
ode, 32. non, 37. vore, 38. tam,
39. bes, 40. keep, 42. garoe, 44.
kol, 46. noest, 48. Ede, 50. Lek,
51. bed, 52. alg, 53. paf, 54.
ris, 57. kr, 58. ba.
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden„Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen
een van 5.— en twee van 2.50.
We hebben hier
een kruiswoord
puzzel waarbij de
woorden diago
naal moeten wor
den ingevuld (dus
allemaal schuin).
B\j de afbeeldin
gen er omheen
staan cijfers met
een pijltje. Dat
pijltje geeft pre-
de richting
hoe jullie
moeten invullen.
De oplossing in
zenden vóór 6
juni.
fijn kappertje gespeeld.
Dijkxhoorn.
gelen heeft
m^HPHSÜPgbterei
"Kees van Dron- der eei
fiets gekregen. Tru
cadej
het zeker goed i
had? Misschle
Es binnenkort oc..
prijs. Gelukkig dat lk i
i je 1
min-
krant. Ma-
je spiegel stae
teltje af isl
lakte
als
Eljgenraam vond het DorP
dat Wat leuk dat er nu drie vogel-
>rla- tJes 213,1 Lldy' Hoe gaat het °P
ken, Veldweg 22. te Rijswijk N. school? Jij zult er wel keu-
Br. (oud 15 jaar) wil graa* oor. rle uitzien in ai hi* maim,.
responderen, schreef Thei
Wie schrijft Willy
lenderrg
Willy
Hermti
al een
Hans vai
Leuk da
Corrie Goes s
rgrleten al
len Laura Bijl. Schiet je tas al
Grootveld woont pas op? Zo Jongens en meisjes.
:uw huis. Fijn dat Je de brievenbus ls weer leeg. Vol-
oSStiUKa.7 zl)" let«™ I-
je me weer schreef. m weer aan de beurt. SchriJ-
it ven jullie allemaal? Dag, tot de
- volgende week,
ft