Kunstzinnige waard ultra-moderne stad met een achternaam ZONDAGS- BLAD VW, Maastricht is Irots op erelilel M'; Jeff Mordang maakt er wat van Jlieuiur Ccifisrl)e Cffoiironl TJ77IE straks met vakantie naar het oosten gaat op loek naar bezienswaardige dingen, zal het zeker de moeite waard vinden ook eens een kijkje te nemen in een zeer merkwaardige stad. Ze is gelegen in de buurt van het veel besproken ijzeren gorden en heet Wolfsburg. Ze is alleen al merkwaardig, omdat ze een zeer jonge stad is, als het ware uit het niet gestampt. Midden in een zuiver agrarische omgeving staat ze daar: spiksplinter nieuw van staal en beton en glas. Alles modern, hyper modern. Geen stukje geschie denis is er te vinden. En dat zo plompverloren in een eeuwenoud cultuurgebied: de omgeving van Hannover en Bronswijk. De geschiedenis van Wolfsburg is bij allen wel zo'n beetje be kend. Het plan stamt van vóór de oorlog. Wolfsburg is dus nog een zeer jonge stad. Wij kennen zulke gevallen óók. bijvoorbeeld Em- meloord. Maar tóch is Wolfsburg héél anders. Omdat Wolfsburg eigenlijk nog een achternaam heeft ook! En die achternaam, weliswaar lang niet altijd uitge sproken, komt toch op alle uren van de dag (en zelfs van de nacht) om de hoek kijken. Die achternaam is: Volkswagen. Mis schien is het ook wel haar voor naam. Want wie Wolfsburg zegt, zegt Volkswagen. Groei De burgerij van Wolfsburg is tussen 1945 en 1960 gegroeid van 16.000 tot 59.000 inwoners en nóg bouwt men door in een tempo van 1600 woningen per jaar. Dat is op zich zelf al iets bijzon ders, maar wat meer zegt: van de werknemers uit Wolfsburg werkt er 65 pet. in de Volkswa genfabriek en de rest 35 pet. is daarvan direkt of indirekt afhankelijk. Wat dit zeggen wil? Wel, dat de mensen, die in hun arbeid bij één baas werken, el kaar als ze vrij zijn wéér zien, tegenkomen, spreken. Ze kunnen elkaar als het ware niet ontlopen, want ze werken bij ,,de Volkswa gen" maar wonen ook in een huis van ,,de Volkswagen" en kopen bij „de Volkswagen", gaan in het theater van de VW enzo voorts, omdat van de begroting van Wolfsburg (55 miljoen mark) niet minder dan 95 pet. van de bedrijfsbelasting, welke de VW- fabriek inbrengt, komt. Getal Ja, eigenlijk heerst het getal in Wolfsburg, omdat het getal heerst In de fabriek. De VW-fa briek, in Duitsland bekend als „Volkswagenwerk" en straks voor een deel eigendom van ve le kleine burgers der Bondsrepu bliek. Dan heeft niet meer de Staat maar hebben duizenden Duitsers de aandelen van het „Werk" in handen. En die willen natuurlijk wel graag dividend zien. Zoiets als 12 pet! Dat is de nieuwste opdracht, welke direc teur Nordhoff op de schouders heeft gekregen. Die VW-fabriek is een wonder op zichzelf. Het front van de fa briek is. 1 Vi km lang en wordt in het westen afgesloten door een modern administratie-gebouw en in het oosten door het „Kraft- werk". Men kan niet anders zeg gen, dan dat men hier te doen heeft met een wel hypermoderne fabriek: licht en luchtig, zeer or delijk aangelegd en met een vriendelijk tintje aangebracht door groene grasstroken. In 1938 In 1938 werd met de bouw er van begonnen, doch in 1944 wer den de gebouwen door een bom bardement voor 70 pet. verwoest. In 1952 waren de oorspronkelijke fabriekshallen weer opgebouwd en sedertdien is de totale opper vlakte meer dan verdubbeld. Ge tallen? Welnu: op een oppervlak te van 3,2 miljoen m2 staan hal len met een oppervlakte van 800.000 m2 of 9 ha. In die hallen staan 5000 machines, die de on derdelen van de verschillende ty pen Volkswagens produceren. De lopende band heeft een lengte van 100 km. Een eigen gieterij (de grootste magnesium-verbruiker ter wereld!» maakt de motoren en het „Kraftwerk" (centrale) zorgt voor stroom en warmte voor fabriek en stad. Maar 80 pet. van alle stroom wordt door de fabriek gebruikt! Als u nagaat dat dus een stad van meer dan 60.000'inwoners toe kan met 20 pet. van die stroom dan hebt u enig idee van het ver bruik door de fabriek. Aan de noordzijde is een station, vanwaar de bekende goederenwa- gens-met-verdieping de gerede produkten vervoeren naar de plaatsen van bestemming of ver- verschepingshavens. Ook hier kan men indrukwekkende getallen noemen, want dit VW-spoorweg- emplacement heeft een totale spoorlengte van 45 km. Aardig is zeker ook te vermelden, dat de diesellocomotieven. welke voor het rangeren gebruikt worden,- al le uitgerust zijn met radio-zend en ontvangstations. Natuurlijk wordt voor de 38.000 werknemers goed gezorgd. Twaalf keukens bereiden elke dag middagmaaltijden en overal staan automaten opgesteld, waar men dranken, versnaperingen, rookwaren e.d. kan kopen. Ver der dan 60 m staan deze nergens van het werk opgesteld. twee letters die leven beheersen Nog meer werd, zoals bekend, door de Bondsregering de zaak eindelijk geregeld: de republiek is eigena resse geworden en de zaak is in een naamloze vennootschap om gezet. 60 pet. van het 600 mil joen DM tellende aandelenkapi taal zal in handen van partikulie- ren komen. De resultaten kent men. Er was heel veel belang stelling voor. De Bondsrepubliek behoudt 20 pet. der aandelen, evenals de Staat Nedersaksen. Dat er belangstelling voor dit de-nationaliseren bestaat is geen wonder, wanneer men de pro- duktie-sfijging .bekijkt, welke in 1948 ruim 19.000 voertuigen be droeg. Voor dit jaar is de pro-- duktie vastgesteld op 800.000 stuks! Nordhoff Dit alles is vnl. werk van één man: prof. Heinz Nordhoff die Een fraai flatgebouw, dal een riante woonplaats biedt aun de gezi van tientallen VW •werknemers in Wolfsburg. Ultra-modern zijn de gebouwen en de straten van VW-stad Wolfs burg. Er ontbreekt één ding: sfeer! De hemel is rood De hemel is rood, door dr. W. Aalders. Uitgave J. N. Voor hoeve, Den Haag. Zinvol en vaak diepzinnig zijn in dit boekje de overpeinzingen van de auteur rondom de centra le heilsfeiten van de nederige ge boorte van Christus tot Zijn we derkomst In deze donkere we reld zijn Weg, Waarheid en Leven zoek, en daarom wil dit boekje er op wijzen dat boven Bethlehem en Jeruzalem de hemel rood is van verwachting door het werk van Hem die waarlijk is de Waarheid, de Weg en het Leven. Alleen de fabriek in Wolfs burg is niet de enige VW-fabriek in Duitsland want er werken nóg drie andere fabrieken (Hannover. Kassei en Brunswijk». In het ge heel hebben de 4 fabrieken 65.000 man in dienst. Men kende dat is zeker óok een bijzonderheid tot vorig jaar en vanaf 1945 géén eigenaar van de fabrieken! Vorig jaar Nee. dit is niet het VW-fabrie- kencomplex in Wolfsburg, maar in Hannoverwaar de Volkswa gen pok een volledig productie apparaat heeft. Sluitstuk Dit ereburgerschap doet als sluitstuk ook alweer denken aan ..de" fabriek, want zij is het be gin en zij is het einde van de stad. De stad bestaat en groeit bij de gratie van de VW-fabriek, die haar moderne uiterlijk be paalt. Mogelijk, dat u als bewo ner van een normale „oude" stad of dorp u in dit rechtlijnige kraakheldere, doorzichtige Wo.iis- burg niet thuis zult voelen. Mis schien bent u niet de enige, want het is erg ..Amerikaans". Een stad zonder historie, al zijn die er tegenwoordig wel meer, maar wat zelden voorkomt is dat stad en fabriek niet los van el kaar te denken zijn. Als de fa briek begint loopt de stad bij wijze van spreken leeg. Hele maal juist is dit niet want er wordt in de fabriek in twee ploe gen gewerkt (van half 6 tot 2 uur en van 2 tot half 11 en 's nachts dus niet). Geen sfeer Wolfsburg bestaat eigenlijk uit twee delen: een werkgedeelte (de fabriek) en een woongedeelte (de stad» en in die tweedelige stad wordt per jaar een produkfie bereikt van 3^ miljard mark. Alles gigantisch. Zeer modern, maar men zegt, dat de bewo ners. werknemers van Dr. Nord hoff. zich voor 'n groot deel niet thuis voelen in het zo moderne Wolfsburg. Men zegt. dat het komt omdat van de 37.000 werk nemers (of daaromtrent) er ruim 20.000 uit de landelijke omgeving stammen en in hun hart toch ei genlijk ..boer" zijn gebleven Zij is het zo verwonderlijk? missen in die stad-zonder-fouten iets, waaraan de bouwmeesters niet gedacht hebben (en dat ze er vermoedelijk ook niet in zou den hebben kunnen brengen) en dat is: sfeer! door de concurrenten zelfs ,.de meest succesvolle autobouwer ter wereld" wordt genoemd. Vandaar dat hem de hoogste onderscheiding op technisch ge bied, de Elmer A. Sperry-Prijs, door de Amerikanen werd toege kend. Onder de vele onderscheidin gen, die deze zeer bijzonder knap pe figuur ten deel vielen, was ook het ere-burgerschap van „zijn" stad Wolfsburg. Al heeft Nordhoff de stad dan niet gesticht met het tegenwoordige uiterlijk heeft hij wel degelijk veel van doen ge had. Zij het alleen maar omdat de gelden tenslotte beschikbaar kwamen door zijn initiatieven, werklust, zakeninstinkt en be kwaamheid op technisch gebied. [ISSCHIEN lijkt het mooi er dan het is. Misschien komt het, omdat we er meer tegenaan kyken dan er dwars doorheen. Maar een feit is het, dat wanneer we in het roomse Zuiden vertoefd hebben, we altijd met het gevoel naar huis gaan, dat de mensen daar méér voor elkaar willen betekenen dan hier in het Westen; of elders in het land. Men leeft er on bezorgder, de vriendschap onder elkaar schijnt er minder gecompliceerd en meer ongeveinsd, ja de een kan de ander zo echt doen blijken, dat hy het hem van harte gunt: zyn plaatsje onder de zon. Leven en laten leven! Kijlije in de eeuwenoude speeldoos. Op zo'n koperen plaat zijn tal van lieflijke melodietjes vastgelegd. Jcf wil het apparaat voor geen goud missen. Wie die sfeer ook eens wil proe ven en we geven u gaarne de verzekering dat het een mens goed doet moet, als hij in Maastricht komt, eens een bab beltje gaan maken met dat klei ne, donkere mannetje van ,.de Bonte Koe" of „de Boonté Kooj", zoais de 17e eeuwse gevel van die taveerne, annex kunstzaal, ver meldt. Met de heer Jeff Mordang (50), een zeldzaam gastvrije, praatgrage, kunstzinnige en intel ligente Maastrichtenaar, die er in de loop der jaren in geslaagd is, de schilder, de schrijver en de beeldhouwer, de dokter en de no taris, de officier van justitie en de burgemeester tot zich te trek ken. Ais een magneet. En als ge volg daarvan ook de vooraan staande zakenmensen, de indus triëlen graag, daar deze nu een maal het meeste geld hebben om te kunnen laten rollen. Dus het draait bij Jeff Mor dang dan toch oók om de „ping ping!", zult u zeggen. Maar dan vergist u zich werke lijk. Wie bij Jetf binnenstapt en geen trek heeft in koffie, kan een glaasje wijn krijgen. Zo maar, he lemaal voor niemendal. En het tweede geeft hij eveneens weg. Mits u belangstelling toont voor een mooi schilderstukje of een fij ne aquarel. Want dan zal hij er wel voor zorgen, dat er ergens bij u een vonk overspringt, die u vandaag of morgen doet beslui ten, zélf eens een mooi stukje kunst aan te schaffen, zij het niet in Maastricht, dan in een andere stad, wanneer u tegen iets goeds aanloopt. Meieen wèg Jeff is namelijk meteen wèg van een goed getroffen schilde rij. onverschillig of het nu een open en eerlijk kinderkopje, of een schemerig landschap aan de- Maas-in-de-regen betreft. „Verduveld mooi hè!", kan hij plotseling uitroepen, als u er sa men met hem naar hebt staan kijken, terwijl 'het daar rustig in dat zwaar met eiken betimmerde zijzaaltje hangt, waar het dag licht door kleine glas-en-lood- raampjes binnenvalt. En dan laat hij er sterk gear ticuleerd op volgen: „Is het geen schknde, dat kunstenaars van dit kaliber in deze tijd van wèlvaart en voorspoed nog vaak met moei te door het leven moeten gaan Als ik alleen ben en hun werk zo voor me zelf sta te bewonde ren, en ik zie dan opeens de ma ker weer voor me, die me zon der een spier te vertrekken ver telde, dat hij nog dertig stuk ken thuis heeft, omdat hij er geen kopers voor weet en hij het schil deren niet kan laten, moet ik soms hardop huilen. En ik denk: zo'n kerel zou toch moeten zwèm- men in z'n geld. Dat is hij waard. Dat verdient hij toch! Wie kan iets op het linnen brengen zoals hij dat doet? Iets, waarop je nooit uitgekeken raakt, iets dat te boeit en aangrijpt, telkens als et door je blikken wordt gevan gen Hij zwaait wat met zijn dikke uilebril in het rond, zet die dan schielijk weer op en grijpt ter hoogte van zijn schouder in zijn zware zwarte trui, die hij een ogenblik snel heen en weer schuurt. Alleen maar een ge woontegebaar. evenals dat scheef houden van het hoofd als hij weer een ander schilderij liefdevol bekijkt. „Hoe krijgen ze 't zo hè?", zijn z'n volgende woorden gesproken met de hand om de kin en een glimlach op de wangen. Op die manier gaat hij wel een uur met u door, net zo lang, tot al die vijftien of twintig stukken, welke hij exposeert, een beurt hebben gehad. En vervolgens schuift hij met u achter een tafeltje, vlak voor een raam, pakt u een moment bij de pols, opdat u toch vooral maar geen woord zult missen, om daarna zacht jes te fluisteren: „U moest eens weten hoe dankbaar zo'n schilder is. als je hem laat weten, dat je weer wat voor hem aan de man hebt gebracht. Iedere Maastrichtenaar, die zich zelf namelijk al eens wat bij me ge kocht. Doch de prijzen die de schilders vragen zijn dan ook heel, héél matig. Dat gaat nu eenmaal zo als het a.mbod de vraag ver overtreft. Niettemin voel ik me gelukkig, wanneer ik op deze manier wat voor die ke rels kan doen. U wil er geen spat van hebben. Wèl probeer ik een ingezetene, van wie me bekend is dat hij net zo goed vijfhon derd gulden als honderd kan be talen, een gróót stuk te verko pen. Op die manier kan een schil der inplaats van een week weer een maandje vooruit." Van 1935 af Als we Jeff vragen, wanneer hij zich als impressario voor zijn kunstvrienden is gaan opwerpen vertelt hij ons, dat hij vóór de oorlog, van 1935 af, al een kunst zaal had Niet hier in de Koe straat 14—16. maar in het oude raadhuis, het zgn. „Dinghuis", Kleine Staat 1. „Daar was ik gé rant van de „Stadstaveerne", destijds een raadskelder. Zoals u weet", zegt hij, „hadden we in die dagen drie jaadskelders in ons land: een in Utrecht, een in Den Bosch en eer bij ons. Die in Utrecht is door de crisis in de jaren dertig ter ziele gegaan. Den Bosch verliep ook. En in Maas tricht moest ik eruit, omdat de luchtbescherming een onderdak nodig had. Tegenwoordig is hel een poesjenellenkelder. Daar moet u beslist eens héén. Daar lach-ie-je een breuk. Elke don derdagavond is er politieke pop penkast. Alles wat in de gemeen teraad geweest is wordt in die kelder onder het mes genomen. Vlijmscherp! Men steekt de draak met de vele katholieke splinterpartijtjes die wc in het Zuiden hebben, men tapt grollen op de bureaucratie, kortom men spaart niemand. En 't is ontzet tend geestig, 't Is altijd raak. en 't staat op niveau. Het is Pieke Dassen die 'm dat versiert. 's Woensdagsmiddags zorgt hij voorts voor sprookjes voor de kinderen. Dat gaat ook geweldig. Ja. die Piet weet het wel. Hij heeft die kelder gehuurd van de gemeente, maar trekt zich van geen enkel raadslid wat aan Kunstzaal Doch dit er even tussendoor lk had dus die „Stadstaveerne" met die kunstzaal, die een offi cieel tintje vertoonde en waar doorlopend tentoonstellingen wer den gehouden, die de burgemees ter of de wethouder opende. Maar de luchtbescherming verdreef me na;y boven. Niet naar de par terre. omdat daar de diverse diensten van de gemeente ge vestigd waren. Dat was, zoals wij het noemden, het „aait stadhoes", het eigenlijke stadhuis. Ik kreeg de eerste etage voor m'n zaak en de tweede als expositiezaal. Daar heb ik het tot 1942 volge houden. 't Was toch al lang niet leuk meer, met al die rot-N.S.B- ers onder je, maar toen ze me kwamen vertellen, dat ik me aansluiten moest bij de „Kultuur kamer" van mijnheer Goedewaa- gen dacht ik: „Jullie kunnen barsten. Ik stap er uit. Zodoen de ben ik in de Koestraat terecht gekomen, in een bouwvallig huis van ruim drie eeuwen oud, waar ik voor het oog van de macht hebbers alleen maar een klein cafeetje dreef, maar uiteraard mijn liefde voor de kunst tracht te uit te leven. Te schenken viel al gauw bitter weinig meer, doch de schilders, die niet werken mochten als ze geen lid werden van die beruchte instelling, gin gen in alle stilte rustig door En ik verkocht clandestien hun stuk ken. Ophet laatst werd dit zo bekend, dat men openlijk van „het Engelse hol" ging spreken Iets, waarop ik nu niet zo erg gebrand was. Maar goed. we zijn er doorheen gerold en ik ben hier blijven zitten, daar ik vernomen had. dat dit huis op de lijst van „Monumentenzorg" was geplaatst. In 1948 is het keurig gerestau reerd, d.w.z. de gevel, want die alleen moest intact blijven. Bin nen was ik vrij te doen wat ik wilde en dat heb ik dan ook ge daan. 'k Heb het aangrenzende pand erbij gekocht. En dit is nu het resultaat." respecteert, heeft En dan schuift hij met u achter een tafeltje, vlak voor een Allemaal kostbaar eikenhout van voor de oorlog, ,,'t Is er nu eenvoudig niet meer". En aan de wanden schilderijen en uquarellen van Maastrichtse kunstenaars. Vorstelijk 't Ziet er inderdaad vorstelijk uit, dat interieurtje van „de Bon te Koe". Geen tapijten op de vloer, geen gobelins aan de wan den, doch alle* prachtig eiken hout. dat elke dag opnieuw weer ijverig met was geboend en ge wreven wordt. Het blad van dc tapkast cn de bladen van de lan ge tafels zijn wel vijf centimeter dik. „Allemaal nog prima ma teriaal van vóór de oorlog, dat schrijnwerkers in de bezettings tijd hadden weggestopt en ik al kocht vóór de oorlog op z'n end liep", zegt Jeff Mordang met een knipoogje. „Niets is schoner dan zuik eiken", vervolgt hij, terwijl hij een fraai gevlamd blad streelt met de hand. Maar je moet het bijhouden." En met vreugdestralen in de ogen kijkt hij naar boven, naar de dikke balken van dc zoldering, de glim mende koperen kronen die eraan hangen en dc rode plavuizen, waaruit dc vloer vervaardigd is. Het is over déze vloer, dat ze van tijd tot tijd hun schreden richten: Han Jelinger, een 65-ja- rige schilder die zich hoofdzake lijk bezighoudt met het schilde ren van stadsgezichten in België en natuurlijk ook in Maas tricht; Jan Vinken, portretschil der en schilder van stillevens; Jules Berkhof, Lou van der Be zen, Jeff van Honten en nog en kele tientallen. Maastricht her bergt immers relatief heel veel schilders, knappe schilders. Ak leen: ze zijn zó bescheiden, dat men van velen hunner weinig of niets hoort. Wat echter maar doet alsof, dus die lui met die baardjes en snor retjes die in feite meestal grote knoeiers zijn, krijgen bij Jeff. Mordang geen voet aan de grond. „Hier wordt het koren van het kaf geschift", zegt hij op beslis te toon. „Maar de jongens, die het métier onder de knie hebben, zijn bij mij allemaal hartelijk welkom, 'k Had het hier een tijd je terug vol hangen met werk van dc Zeeuwse schilder Teun Gijssen, een kunstenaar bij de gratie Gods. Hij werd vijftig jaar en we wilden hem eens openlijk eren, zodat we een comité sticht ten „Vrienden van Teun Gijs sen". Daar zat de burgemeester van Breda in, de burgemeester van Geldrop waar Teun woont, al is hij er zelden de burge meester van Kruiningen-Hans- weert, z'n geboorteland. de auteur Antoon Coolen, mr. A J. Guépin. lid van de raad van be stuur van Philips, de Helmondse drukker en uitgever dr. H. F. A. M. van der Grinten, de schrij vers Gerard Knuvelder en Ga briel Smit en ook tal van buiten landse figuren. Dat kwam nm- dat Gijssen meestal buiten onze grenzen werkt: in Oostenrijk, in Italië, in het Franse bergland, enz. Zijn huis neemt hij als 't ware mee, daar hij altijd rond reist in een Volkswagenbusje. Daarin slaapt hij, daarin mag hij graag kokkerellen en als het weer buiten niet zo best is, werkt hij er tevens z'n schetsen in uit. Al dus kon het gebeuren, dat ook per soonlijkheden als dr. W. Heilige en dr. Alf. Hagen, respect, direc teur en assistent-directeur van het Stedelijk Museum in Göttin- gen (Did hier kwamen meehul- digen, alsmede andere kunst kenners. uit België, Frankrijk; Engeland etc. Uit een en ander zal u duidelijk zijn, dat het heus geen amateurwerk is waarvoor ik me druk maak. Charles Holleman is helaas 7 jaar geleden gestorven. Ook zo'n Drachtschilder. Een groot impres sionist. die bij voorkeur Parijse stadsgezichten schilderde. Daarin was hij een specialiteit. Zijn hele nalatenschap is in m'n bezit." En zo praat Jeff Mordang maar door, zonder u één ogen blik te vervelen. Het uur voor het avondeten is zelfs al verstre ken Heel die middag heeft men ons met rust gelaten, doch nu komen ze druppelsgewijs binnen: de van origine Japanse dokter Ch. G. Njiokiktjen met zijn zoon, de let terkundige en criticus Lou Maas. een lid van de Maastrichtse balie enz Speeldoos „Blijf nou nog even zitten", zegt Jeff Mordang, „dan zal ik ii nog iets moois laten horen ook." Hij bukt zich voor een dood- ouderwetse kast. doet de deur open, pakt een kwartje dat hij in een gleuf stopt en jawel, daar be gint een juweel van een speeldoos zijn klanken te verspreiden. Nim mer hoorden we het mooier dan nu. De eerbiedwaardige bezoekers, toch allen mannen van middelba re leeftijd, zijn weliswaar op een kruk of stoel neergestreken, maar haast om bediend te worden heeft or niemand. Omdat ze die speel doos kénnen en dus precies we ten. welke fraaie melodieën hen te wachten staan. Ze houden zich dus stil. zodra de eerste tonen door „de Bonte Koe" dwarrelen. Wij volgen hun goede voorbeeld. Maar Jeff zwijgt niet alleen, hij verroert zelfs geen vin. „Als het eerste melodietje uit is zegt hij slechts: „Zo zijn er nog maar twee in Nederland. Daarom wil ik dat ding nooit kwijt. Nog voor geen miljoen ZATERDAG 29 APRIL 1961

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17