Kunstzinnige
waard
ultra-moderne stad
met een achternaam
ZONDAGS-
BLAD
VW,
Maastricht
is Irots op
erelilel
M';
Jeff Mordang maakt er wat van
Jlieuiur Ccifisrl)e Cffoiironl
TJ77IE straks met vakantie
naar het oosten gaat op
loek naar bezienswaardige
dingen, zal het zeker de
moeite waard vinden ook
eens een kijkje te nemen in
een zeer merkwaardige stad.
Ze is gelegen in de buurt van
het veel besproken ijzeren
gorden en heet Wolfsburg.
Ze is alleen al merkwaardig,
omdat ze een zeer jonge stad
is, als het ware uit het niet
gestampt. Midden in een
zuiver agrarische omgeving
staat ze daar: spiksplinter
nieuw van staal en beton en
glas. Alles modern, hyper
modern. Geen stukje geschie
denis is er te vinden. En dat
zo plompverloren in een
eeuwenoud cultuurgebied: de
omgeving van Hannover en
Bronswijk.
De geschiedenis van Wolfsburg
is bij allen wel zo'n beetje be
kend. Het plan stamt van vóór de
oorlog. Wolfsburg is dus nog een
zeer jonge stad. Wij kennen zulke
gevallen óók. bijvoorbeeld Em-
meloord. Maar tóch is Wolfsburg
héél anders. Omdat Wolfsburg
eigenlijk nog een achternaam
heeft ook! En die achternaam,
weliswaar lang niet altijd uitge
sproken, komt toch op alle uren
van de dag (en zelfs van de
nacht) om de hoek kijken. Die
achternaam is: Volkswagen. Mis
schien is het ook wel haar voor
naam. Want wie Wolfsburg zegt,
zegt Volkswagen.
Groei
De burgerij van Wolfsburg is
tussen 1945 en 1960 gegroeid van
16.000 tot 59.000 inwoners en nóg
bouwt men door in een tempo
van 1600 woningen per jaar.
Dat is op zich zelf al iets bijzon
ders, maar wat meer zegt: van
de werknemers uit Wolfsburg
werkt er 65 pet. in de Volkswa
genfabriek en de rest 35 pet.
is daarvan direkt of indirekt
afhankelijk. Wat dit zeggen wil?
Wel, dat de mensen, die in hun
arbeid bij één baas werken, el
kaar als ze vrij zijn wéér zien,
tegenkomen, spreken. Ze kunnen
elkaar als het ware niet ontlopen,
want ze werken bij ,,de Volkswa
gen" maar wonen ook in een huis
van ,,de Volkswagen" en kopen
bij „de Volkswagen", gaan in
het theater van de VW enzo
voorts, omdat van de begroting
van Wolfsburg (55 miljoen mark)
niet minder dan 95 pet. van de
bedrijfsbelasting, welke de VW-
fabriek inbrengt, komt.
Getal
Ja, eigenlijk heerst het getal
in Wolfsburg, omdat het getal
heerst In de fabriek. De VW-fa
briek, in Duitsland bekend als
„Volkswagenwerk" en straks
voor een deel eigendom van ve
le kleine burgers der Bondsrepu
bliek. Dan heeft niet meer de
Staat maar hebben duizenden
Duitsers de aandelen van het
„Werk" in handen. En die willen
natuurlijk wel graag dividend
zien. Zoiets als 12 pet! Dat is de
nieuwste opdracht, welke direc
teur Nordhoff op de schouders
heeft gekregen.
Die VW-fabriek is een wonder
op zichzelf. Het front van de fa
briek is. 1 Vi km lang en wordt
in het westen afgesloten door een
modern administratie-gebouw en
in het oosten door het „Kraft-
werk". Men kan niet anders zeg
gen, dan dat men hier te doen
heeft met een wel hypermoderne
fabriek: licht en luchtig, zeer or
delijk aangelegd en met een
vriendelijk tintje aangebracht
door groene grasstroken.
In 1938
In 1938 werd met de bouw er
van begonnen, doch in 1944 wer
den de gebouwen door een bom
bardement voor 70 pet. verwoest.
In 1952 waren de oorspronkelijke
fabriekshallen weer opgebouwd
en sedertdien is de totale opper
vlakte meer dan verdubbeld. Ge
tallen? Welnu: op een oppervlak
te van 3,2 miljoen m2 staan hal
len met een oppervlakte van
800.000 m2 of 9 ha. In die hallen
staan 5000 machines, die de on
derdelen van de verschillende ty
pen Volkswagens produceren. De
lopende band heeft een lengte van
100 km. Een eigen gieterij (de
grootste magnesium-verbruiker
ter wereld!» maakt de motoren
en het „Kraftwerk" (centrale)
zorgt voor stroom en warmte
voor fabriek en stad.
Maar 80 pet. van alle stroom
wordt door de fabriek gebruikt!
Als u nagaat dat dus een stad
van meer dan 60.000'inwoners toe
kan met 20 pet. van die stroom
dan hebt u enig idee van het ver
bruik door de fabriek.
Aan de noordzijde is een station,
vanwaar de bekende goederenwa-
gens-met-verdieping de gerede
produkten vervoeren naar de
plaatsen van bestemming of ver-
verschepingshavens. Ook hier
kan men indrukwekkende getallen
noemen, want dit VW-spoorweg-
emplacement heeft een totale
spoorlengte van 45 km. Aardig is
zeker ook te vermelden, dat de
diesellocomotieven. welke voor
het rangeren gebruikt worden,- al
le uitgerust zijn met radio-zend
en ontvangstations.
Natuurlijk wordt voor de 38.000
werknemers goed gezorgd.
Twaalf keukens bereiden elke
dag middagmaaltijden en overal
staan automaten opgesteld, waar
men dranken, versnaperingen,
rookwaren e.d. kan kopen. Ver
der dan 60 m staan deze nergens
van het werk opgesteld.
twee letters
die leven
beheersen
Nog meer
werd, zoals bekend, door de
Bondsregering de zaak eindelijk
geregeld: de republiek is eigena
resse geworden en de zaak is in
een naamloze vennootschap om
gezet. 60 pet. van het 600 mil
joen DM tellende aandelenkapi
taal zal in handen van partikulie-
ren komen. De resultaten kent
men. Er was heel veel belang
stelling voor. De Bondsrepubliek
behoudt 20 pet. der aandelen,
evenals de Staat Nedersaksen.
Dat er belangstelling voor dit
de-nationaliseren bestaat is geen
wonder, wanneer men de pro-
duktie-sfijging .bekijkt, welke in
1948 ruim 19.000 voertuigen be
droeg. Voor dit jaar is de pro--
duktie vastgesteld op 800.000
stuks!
Nordhoff
Dit alles is vnl. werk van één
man: prof. Heinz Nordhoff die
Een fraai flatgebouw, dal een riante woonplaats biedt aun de gezi
van tientallen VW •werknemers in Wolfsburg.
Ultra-modern zijn de gebouwen
en de straten van VW-stad Wolfs
burg. Er ontbreekt één ding:
sfeer!
De hemel is rood
De hemel is rood, door dr.
W. Aalders. Uitgave J. N. Voor
hoeve, Den Haag.
Zinvol en vaak diepzinnig zijn
in dit boekje de overpeinzingen
van de auteur rondom de centra
le heilsfeiten van de nederige ge
boorte van Christus tot Zijn we
derkomst In deze donkere we
reld zijn Weg, Waarheid en Leven
zoek, en daarom wil dit boekje er
op wijzen dat boven Bethlehem en
Jeruzalem de hemel rood is van
verwachting door het werk van
Hem die waarlijk is de Waarheid,
de Weg en het Leven.
Alleen de fabriek in Wolfs
burg is niet de enige VW-fabriek
in Duitsland want er werken nóg
drie andere fabrieken (Hannover.
Kassei en Brunswijk». In het ge
heel hebben de 4 fabrieken 65.000
man in dienst.
Men kende dat is zeker óok
een bijzonderheid tot vorig
jaar en vanaf 1945 géén eigenaar
van de fabrieken! Vorig jaar
Nee. dit is niet het VW-fabrie-
kencomplex in Wolfsburg, maar
in Hannoverwaar de Volkswa
gen pok een volledig productie
apparaat heeft.
Sluitstuk
Dit ereburgerschap doet als
sluitstuk ook alweer denken aan
..de" fabriek, want zij is het be
gin en zij is het einde van de
stad. De stad bestaat en groeit
bij de gratie van de VW-fabriek,
die haar moderne uiterlijk be
paalt. Mogelijk, dat u als bewo
ner van een normale „oude" stad
of dorp u in dit rechtlijnige
kraakheldere, doorzichtige Wo.iis-
burg niet thuis zult voelen. Mis
schien bent u niet de enige,
want het is erg ..Amerikaans".
Een stad zonder historie, al zijn
die er tegenwoordig wel meer,
maar wat zelden voorkomt is dat
stad en fabriek niet los van el
kaar te denken zijn. Als de fa
briek begint loopt de stad bij
wijze van spreken leeg. Hele
maal juist is dit niet want er
wordt in de fabriek in twee ploe
gen gewerkt (van half 6 tot 2 uur
en van 2 tot half 11 en 's nachts
dus niet).
Geen sfeer
Wolfsburg bestaat eigenlijk uit
twee delen: een werkgedeelte
(de fabriek) en een woongedeelte
(de stad» en in die tweedelige
stad wordt per jaar een produkfie
bereikt van 3^ miljard mark.
Alles gigantisch. Zeer modern,
maar men zegt, dat de bewo
ners. werknemers van Dr. Nord
hoff. zich voor 'n groot deel niet
thuis voelen in het zo moderne
Wolfsburg. Men zegt. dat het
komt omdat van de 37.000 werk
nemers (of daaromtrent) er ruim
20.000 uit de landelijke omgeving
stammen en in hun hart toch ei
genlijk ..boer" zijn gebleven Zij
is het zo verwonderlijk?
missen in die stad-zonder-fouten
iets, waaraan de bouwmeesters
niet gedacht hebben (en dat ze
er vermoedelijk ook niet in zou
den hebben kunnen brengen) en
dat is: sfeer!
door de concurrenten zelfs ,.de
meest succesvolle autobouwer
ter wereld" wordt genoemd.
Vandaar dat hem de hoogste
onderscheiding op technisch ge
bied, de Elmer A. Sperry-Prijs,
door de Amerikanen werd toege
kend.
Onder de vele onderscheidin
gen, die deze zeer bijzonder knap
pe figuur ten deel vielen, was ook
het ere-burgerschap van „zijn"
stad Wolfsburg. Al heeft Nordhoff
de stad dan niet gesticht met het
tegenwoordige uiterlijk heeft hij
wel degelijk veel van doen ge
had. Zij het alleen maar omdat
de gelden tenslotte beschikbaar
kwamen door zijn initiatieven,
werklust, zakeninstinkt en be
kwaamheid op technisch gebied.
[ISSCHIEN lijkt het mooi
er dan het is.
Misschien komt het, omdat
we er meer tegenaan kyken
dan er dwars doorheen.
Maar een feit is het, dat
wanneer we in het roomse
Zuiden vertoefd hebben, we
altijd met het gevoel naar
huis gaan, dat de mensen
daar méér voor elkaar willen
betekenen dan hier in het Westen; of elders in het land. Men leeft er on
bezorgder, de vriendschap onder elkaar schijnt er minder gecompliceerd en
meer ongeveinsd, ja de een kan de ander zo echt doen blijken, dat hy het
hem van harte gunt: zyn plaatsje onder de zon. Leven en laten leven!
Kijlije in de eeuwenoude speeldoos. Op zo'n koperen
plaat zijn tal van lieflijke melodietjes vastgelegd. Jcf wil
het apparaat voor geen goud missen.
Wie die sfeer ook eens wil proe
ven en we geven u gaarne de
verzekering dat het een mens
goed doet moet, als hij in
Maastricht komt, eens een bab
beltje gaan maken met dat klei
ne, donkere mannetje van ,.de
Bonte Koe" of „de Boonté Kooj",
zoais de 17e eeuwse gevel van
die taveerne, annex kunstzaal, ver
meldt. Met de heer Jeff Mordang
(50), een zeldzaam gastvrije,
praatgrage, kunstzinnige en intel
ligente Maastrichtenaar, die er in
de loop der jaren in geslaagd is,
de schilder, de schrijver en de
beeldhouwer, de dokter en de no
taris, de officier van justitie en
de burgemeester tot zich te trek
ken. Ais een magneet. En als ge
volg daarvan ook de vooraan
staande zakenmensen, de indus
triëlen graag, daar deze nu een
maal het meeste geld hebben om
te kunnen laten rollen.
Dus het draait bij Jeff Mor
dang dan toch oók om de „ping
ping!", zult u zeggen.
Maar dan vergist u zich werke
lijk. Wie bij Jetf binnenstapt en
geen trek heeft in koffie, kan een
glaasje wijn krijgen. Zo maar, he
lemaal voor niemendal. En het
tweede geeft hij eveneens weg.
Mits u belangstelling toont voor
een mooi schilderstukje of een fij
ne aquarel. Want dan zal hij er
wel voor zorgen, dat er ergens
bij u een vonk overspringt, die
u vandaag of morgen doet beslui
ten, zélf eens een mooi stukje
kunst aan te schaffen, zij het
niet in Maastricht, dan in een
andere stad, wanneer u tegen iets
goeds aanloopt.
Meieen wèg
Jeff is namelijk meteen wèg
van een goed getroffen schilde
rij. onverschillig of het nu een
open en eerlijk kinderkopje, of
een schemerig landschap aan de-
Maas-in-de-regen betreft.
„Verduveld mooi hè!", kan hij
plotseling uitroepen, als u er sa
men met hem naar hebt staan
kijken, terwijl 'het daar rustig in
dat zwaar met eiken betimmerde
zijzaaltje hangt, waar het dag
licht door kleine glas-en-lood-
raampjes binnenvalt.
En dan laat hij er sterk gear
ticuleerd op volgen: „Is het geen
schknde, dat kunstenaars van dit
kaliber in deze tijd van wèlvaart
en voorspoed nog vaak met moei
te door het leven moeten gaan
Als ik alleen ben en hun werk
zo voor me zelf sta te bewonde
ren, en ik zie dan opeens de ma
ker weer voor me, die me zon
der een spier te vertrekken ver
telde, dat hij nog dertig stuk
ken thuis heeft, omdat hij er geen
kopers voor weet en hij het schil
deren niet kan laten, moet ik
soms hardop huilen. En ik denk:
zo'n kerel zou toch moeten zwèm-
men in z'n geld. Dat is hij waard.
Dat verdient hij toch! Wie kan
iets op het linnen brengen zoals
hij dat doet? Iets, waarop je
nooit uitgekeken raakt, iets dat
te boeit en aangrijpt, telkens als
et door je blikken wordt gevan
gen
Hij zwaait wat met zijn dikke
uilebril in het rond, zet die dan
schielijk weer op en grijpt ter
hoogte van zijn schouder in zijn
zware zwarte trui, die hij een
ogenblik snel heen en weer
schuurt. Alleen maar een ge
woontegebaar. evenals dat scheef
houden van het hoofd als hij weer
een ander schilderij liefdevol bekijkt.
„Hoe krijgen ze 't zo hè?", zijn z'n volgende woorden
gesproken met de hand om de kin en een glimlach
op de wangen.
Op die manier gaat hij wel een uur met u door, net
zo lang, tot al die vijftien of twintig stukken, welke hij
exposeert, een beurt hebben gehad. En vervolgens
schuift hij met u achter een tafeltje, vlak voor een
raam, pakt u een moment bij de pols, opdat u toch
vooral maar geen woord zult missen, om daarna zacht
jes te fluisteren: „U moest eens weten hoe dankbaar
zo'n schilder is. als je hem laat weten, dat je weer
wat voor hem aan de man hebt gebracht. Iedere
Maastrichtenaar, die zich zelf
namelijk al eens wat bij me ge
kocht. Doch de prijzen die de
schilders vragen zijn dan ook
heel, héél matig. Dat gaat nu
eenmaal zo als het a.mbod de
vraag ver overtreft. Niettemin
voel ik me gelukkig, wanneer ik
op deze manier wat voor die ke
rels kan doen. U wil er geen spat
van hebben. Wèl probeer ik een
ingezetene, van wie me bekend
is dat hij net zo goed vijfhon
derd gulden als honderd kan be
talen, een gróót stuk te verko
pen. Op die manier kan een schil
der inplaats van een week weer
een maandje vooruit."
Van 1935 af
Als we Jeff vragen, wanneer
hij zich als impressario voor zijn
kunstvrienden is gaan opwerpen
vertelt hij ons, dat hij vóór de
oorlog, van 1935 af, al een kunst
zaal had Niet hier in de Koe
straat 14—16. maar in het oude
raadhuis, het zgn. „Dinghuis",
Kleine Staat 1. „Daar was ik gé
rant van de „Stadstaveerne",
destijds een raadskelder. Zoals u
weet", zegt hij, „hadden we in
die dagen drie jaadskelders in
ons land: een in Utrecht, een in
Den Bosch en eer bij ons. Die in
Utrecht is door de crisis in de
jaren dertig ter ziele gegaan. Den
Bosch verliep ook. En in Maas
tricht moest ik eruit, omdat de
luchtbescherming een onderdak
nodig had. Tegenwoordig is hel
een poesjenellenkelder. Daar moet
u beslist eens héén. Daar
lach-ie-je een breuk. Elke don
derdagavond is er politieke pop
penkast. Alles wat in de gemeen
teraad geweest is wordt in die
kelder onder het mes genomen.
Vlijmscherp! Men steekt de
draak met de vele katholieke
splinterpartijtjes die wc in het
Zuiden hebben, men tapt grollen
op de bureaucratie, kortom men
spaart niemand. En 't is ontzet
tend geestig, 't Is altijd raak. en
't staat op niveau. Het is Pieke
Dassen die 'm dat versiert.
's Woensdagsmiddags zorgt hij
voorts voor sprookjes voor de
kinderen. Dat gaat ook geweldig.
Ja. die Piet weet het wel. Hij
heeft die kelder gehuurd van de
gemeente, maar trekt zich van
geen enkel raadslid wat aan
Kunstzaal
Doch dit er even tussendoor
lk had dus die „Stadstaveerne"
met die kunstzaal, die een offi
cieel tintje vertoonde en waar
doorlopend tentoonstellingen wer
den gehouden, die de burgemees
ter of de wethouder opende. Maar
de luchtbescherming verdreef me
na;y boven. Niet naar de par
terre. omdat daar de diverse
diensten van de gemeente ge
vestigd waren. Dat was, zoals wij
het noemden, het „aait stadhoes",
het eigenlijke stadhuis. Ik kreeg
de eerste etage voor m'n zaak
en de tweede als expositiezaal.
Daar heb ik het tot 1942 volge
houden. 't Was toch al lang niet
leuk meer, met al die rot-N.S.B-
ers onder je, maar toen ze me
kwamen vertellen, dat ik me
aansluiten moest bij de „Kultuur
kamer" van mijnheer Goedewaa-
gen dacht ik: „Jullie kunnen
barsten. Ik stap er uit. Zodoen
de ben ik in de Koestraat terecht
gekomen, in een bouwvallig huis
van ruim drie eeuwen oud, waar
ik voor het oog van de macht
hebbers alleen maar een klein
cafeetje dreef, maar uiteraard
mijn liefde voor de kunst tracht
te uit te leven. Te schenken viel
al gauw bitter weinig meer, doch
de schilders, die niet werken
mochten als ze geen lid werden
van die beruchte instelling, gin
gen in alle stilte rustig door En
ik verkocht clandestien hun stuk
ken. Ophet laatst werd dit zo
bekend, dat men openlijk van
„het Engelse hol" ging spreken
Iets, waarop ik nu niet zo erg
gebrand was. Maar goed. we zijn
er doorheen gerold en ik ben hier
blijven zitten, daar ik vernomen
had. dat dit huis op de lijst van
„Monumentenzorg" was geplaatst.
In 1948 is het keurig gerestau
reerd, d.w.z. de gevel, want die
alleen moest intact blijven. Bin
nen was ik vrij te doen wat ik
wilde en dat heb ik dan ook ge
daan. 'k Heb het aangrenzende
pand erbij gekocht. En dit is nu
het resultaat."
respecteert, heeft
En dan schuift hij met u achter een tafeltje, vlak
voor een
Allemaal kostbaar eikenhout van voor de oorlog, ,,'t Is er nu eenvoudig
niet meer". En aan de wanden schilderijen en uquarellen van Maastrichtse
kunstenaars.
Vorstelijk
't Ziet er inderdaad vorstelijk
uit, dat interieurtje van „de Bon
te Koe". Geen tapijten op de
vloer, geen gobelins aan de wan
den, doch alle* prachtig eiken
hout. dat elke dag opnieuw weer
ijverig met was geboend en ge
wreven wordt. Het blad van dc
tapkast cn de bladen van de lan
ge tafels zijn wel vijf centimeter
dik. „Allemaal nog prima ma
teriaal van vóór de oorlog, dat
schrijnwerkers in de bezettings
tijd hadden weggestopt en ik al
kocht vóór de oorlog op z'n end
liep", zegt Jeff Mordang met een
knipoogje. „Niets is schoner dan
zuik eiken", vervolgt hij, terwijl
hij een fraai gevlamd blad
streelt met de hand. Maar je
moet het bijhouden." En met
vreugdestralen in de ogen kijkt
hij naar boven, naar de dikke
balken van dc zoldering, de glim
mende koperen kronen die eraan
hangen en dc rode plavuizen,
waaruit dc vloer vervaardigd is.
Het is over déze vloer, dat ze
van tijd tot tijd hun schreden
richten: Han Jelinger, een 65-ja-
rige schilder die zich hoofdzake
lijk bezighoudt met het schilde
ren van stadsgezichten in België
en natuurlijk ook in Maas
tricht; Jan Vinken, portretschil
der en schilder van stillevens;
Jules Berkhof, Lou van der Be
zen, Jeff van Honten en nog en
kele tientallen. Maastricht her
bergt immers relatief heel veel
schilders, knappe schilders. Ak
leen: ze zijn zó bescheiden, dat
men van velen hunner weinig of
niets hoort.
Wat echter maar doet alsof, dus
die lui met die baardjes en snor
retjes die in feite meestal grote
knoeiers zijn, krijgen bij Jeff.
Mordang geen voet aan de grond.
„Hier wordt het koren van het
kaf geschift", zegt hij op beslis
te toon. „Maar de jongens, die
het métier onder de knie hebben,
zijn bij mij allemaal hartelijk
welkom, 'k Had het hier een tijd
je terug vol hangen met werk
van dc Zeeuwse schilder Teun
Gijssen, een kunstenaar bij de
gratie Gods. Hij werd vijftig jaar
en we wilden hem eens openlijk
eren, zodat we een comité sticht
ten „Vrienden van Teun Gijs
sen". Daar zat de burgemeester
van Breda in, de burgemeester
van Geldrop waar Teun woont,
al is hij er zelden de burge
meester van Kruiningen-Hans-
weert, z'n geboorteland. de
auteur Antoon Coolen, mr. A J.
Guépin. lid van de raad van be
stuur van Philips, de Helmondse
drukker en uitgever dr. H. F. A.
M. van der Grinten, de schrij
vers Gerard Knuvelder en Ga
briel Smit en ook tal van buiten
landse figuren. Dat kwam nm-
dat Gijssen meestal buiten onze
grenzen werkt: in Oostenrijk, in
Italië, in het Franse bergland,
enz. Zijn huis neemt hij als 't
ware mee, daar hij altijd rond
reist in een Volkswagenbusje.
Daarin slaapt hij, daarin mag hij
graag kokkerellen en als het weer
buiten niet zo best is, werkt hij
er tevens z'n schetsen in uit. Al
dus kon het gebeuren, dat ook per
soonlijkheden als dr. W. Heilige
en dr. Alf. Hagen, respect, direc
teur en assistent-directeur van
het Stedelijk Museum in Göttin-
gen (Did hier kwamen meehul-
digen, alsmede andere kunst
kenners. uit België, Frankrijk;
Engeland etc. Uit een en ander
zal u duidelijk zijn, dat het heus
geen amateurwerk is waarvoor
ik me druk maak.
Charles Holleman is helaas 7
jaar geleden gestorven. Ook zo'n
Drachtschilder. Een groot impres
sionist. die bij voorkeur Parijse
stadsgezichten schilderde. Daarin
was hij een specialiteit. Zijn hele
nalatenschap is in m'n bezit."
En zo praat Jeff Mordang
maar door, zonder u één ogen
blik te vervelen. Het uur voor
het avondeten is zelfs al verstre
ken
Heel die middag heeft men ons
met rust gelaten, doch nu komen
ze druppelsgewijs binnen: de van
origine Japanse dokter Ch. G.
Njiokiktjen met zijn zoon, de let
terkundige en criticus Lou Maas.
een lid van de Maastrichtse balie
enz
Speeldoos
„Blijf nou nog even zitten",
zegt Jeff Mordang, „dan zal ik
ii nog iets moois laten horen
ook."
Hij bukt zich voor een dood-
ouderwetse kast. doet de deur
open, pakt een kwartje dat hij in
een gleuf stopt en jawel, daar be
gint een juweel van een speeldoos
zijn klanken te verspreiden. Nim
mer hoorden we het mooier dan
nu.
De eerbiedwaardige bezoekers,
toch allen mannen van middelba
re leeftijd, zijn weliswaar op een
kruk of stoel neergestreken, maar
haast om bediend te worden heeft
or niemand. Omdat ze die speel
doos kénnen en dus precies we
ten. welke fraaie melodieën hen
te wachten staan. Ze houden zich
dus stil. zodra de eerste tonen
door „de Bonte Koe" dwarrelen.
Wij volgen hun goede voorbeeld.
Maar Jeff zwijgt niet alleen, hij
verroert zelfs geen vin.
„Als het eerste melodietje uit
is zegt hij slechts:
„Zo zijn er nog maar twee in
Nederland. Daarom wil ik dat
ding nooit kwijt. Nog voor geen
miljoen
ZATERDAG 29 APRIL 1961