BOSCH koe
Uw probleem is het onze
Is woningbouw speelbal
politieke controversen
TIP VAN BOOTZ
Jaarverslag van de CEC:
emigratie blijft dalen
ABASIN
Bewogen vergadering nam
belangrijke besluiten
Pleidooi voor collectieve
verantwoordelijkheid bij
experimenteel onderzoek
Een kanttekening
NIEUW A.R.-BEGINSELPROGRAM (2)
Voorzitter Chr. aannemersbond
Achterblijven
premiebouw
UNIECOLLECTE
Conferentie van de
gereformeerden in
niet-geref. zending
Prot. Chr. Nazorgverband
Een woord voor vandaag
MAÏZENA
DU RYEA
„Jonge Kerk"
bestaat 20 jaar
s
T^R IS REDEN, te vragen wat de zin, de betekenis is van een beginselpro
gram. Wanneer men het nieuwe antirevolutionair beginsel- en algemeen
staatkundig program beschouwt, treft men drie elementen aan.
In de eerste plaats wordt omschreven, wat volgens antirevolutionaire op
vatting ten grondslag ligt aan de politieke activiteiten in het algemeen eu
de taak van de overheid in het bijzonder. Dit zijn de beginselen in strikte
zin, waarvan men kan aannemen, dat ze niet of nauwelijks aan wijzigingen
onderhevig zijn. Ze hebben aJi.w. eeuwige gelding.
In de tweede plaats wordt weergegeven, welke positieve elementen ons
staatsleven bevat, die het behouden, het handhaven waard zijn: de gelijk
stelling van het openbaar en bijzonder onderwijs, de zelfstandigheid van de
provincies en de gemeenten, de duurzaamheid van volledige werkgelegen
heid en welvaart om enkele voorbeelden te noemen. Globale richtlijnen
leren voor de overheid, hoe deze verworvenheden te bewaren.
Tenslotte en hier komt men aan de eigenlijke betekenis van het woord
„program" wordt ontvouwd, op welke wijze kan worden verder gebouwd
aan de samenleving op grondslag van hetgeen in de eerste twee onderdelen
is uiteengezet. De bouwstenen, die aldus worden aangedragen, zijn zeer
algemeen geformuleerd. Dit ligt ook in de aard van het program. Details
zijn steeds te vinden in de programs van actie, die telkens aan de vooravond
van de verkiezingen worden opgesteld.
In het nieuwe a.r. program worden enkele van deze bouwstenen genoemd:
het langs wettige weg ontwikkelen en hervormen van onze staatsinstellingen
overeenkomstig de eis van het antirevolutionair of christelijk-historisch
beginsel; het bevorderen van al wat het zedelijk bewustzijn der natie kan
versterken; het streven naar een rechtsorde van de arbeid; een zo snel mo
gelijke ontwikkeling van Nederlands Nieuw-Guinea naar zelfbeschikking; het
streven naar internationale gecontroleerde ontwapening.
TV/TEN IS ALLICHT geneigd om, na het lezen van deze beginselen, zich af
te vragen, welke nu de specifieke lijnen zijn, die vanuit deze beginselen,
met behoud van de bestaande verworvenheden, worden getrokken naar de
maatschappij van de toekomst.
Welnu, wanneer men tracht, een specifiek antirevolutionaire toekomstvisie
te vinden, zal men teleurstelling niet kunnen onderdrukken. Veel van wat
men wellioht graag zou hebben gezien, zoekt men vergeefs, veel van wnt
men vindt, kan in zijn oorsprong nauwelijks specifiek antirevolutionair
worden genoemd. Dit smart temeer omdat in weinig sectoren van de samen
leving meer aan de toekomst wordt gebouwd dan in de politiek.
Concrete voorbeelden zijn met weinig moeite te vinden. In het artikel over
de arbeid wordt terecht geschreven, dat gestreefd moet worden naar een
rechtsorde van de arbeid. De wijze waarop dit zou kunnen gebeuren, de her
ziening van de rechtsvorm van de onderneming, sedert decennia een christe-
lijk-sociale gedachte met rijke en diepe inhoud, treft men in het ontwerp-
program niet aan.
Zeker, in het ontwerp van 1960 werd een plaats ingeruimd voor het streven
naar een herziening van het ondernemingsrecht. Thans, in 1961, verschijnt
slechts een zwakkere versie: „Het ondernemingsrecht waarborge aan allen,
die rechtstreeks bij de onderneming betrokken zijn, de hun toekomende
plaats en verantwoordelijkheid." Vernieuwingsdrang ontbreekt. Jammer!
Een tweede voorbeeld biedt het artikel over de strijdkrachten. In het
oude program werd het instandhouden van een krijgsmacht vooral noodza
kelijk geacht in het belang van de nationale zelfstandigheid. In het nieuwe
program is de doelstelling iets gewijzigd: de krijgsmacht dient naar ver
mogen onrechtmatig buitenlands geweld te weerstaan, de handhaving van
orde en rust binnenslands te waarborgen en ons land in staat te stellen, zijn
taak in de internationale samenleving te vervullen. Ook in het nieuwe
program Is de krijgsmacht nog ingedeeld in het artikel, waarin tot verster
king van het nationale besef wordt opgeroepen.
Een zeer christelijke gedachte, die juist in deze tijd zoveel weerklank vindt,
namelijk de bescherming van de geestelijke vrijheid en de gerechtigheid juist
de laatste decennia bedreigd door allerlei totalitaire stelsels, zoekt men in het
artikel over de krijgsmacht tevergeefs. Het christelijk-historisch program van
beginselen noemt wél als taak van de krijgsmacht de beveiliging van geeste
lijke goederen. Nu in het Westen niet zozeer nationale staten maar veeleer
levensovertuigingen tegenover elkaar staan, was verwijzing hiernaar in het
aj. program niet misplaatst geweest. IntegendeeL
Een derde uitdaging, waarop het program een antwoord vrijwel schuldig
blijft is wat wel wordt genoemd de schaalvergroting in onze samen
leving. Op beperkt gebied, dat van de gemeenten en provincies, dient zij zich
aan in de vorming van agglomeraties, die speciale bestuursvoorzlenlngen eisen.
Deze schaalvergroting tast de oude structuren grondig aan, dient zich op
steeds intensiever wijze aan, zal wellicht de toekomst beheersen en schept
nieuwe problemen voor bestuur en democratie. Het a.r. program spreekt
echter alleen nog maar van de zelfstandigheid van gemeenten en provincies.
Schaalvergroting ook bulten de grenzen. De Integratie van Europa is al zover
voortgeschreden, dat een weg terug niet denkbaar is. Aan de christen appel
leert deze Europese integratie, omdat juist West-Europa de bakermat van de
christelijke beschaving was. Talrijke, ook a.r. leiders zien in een Europese
eenheid nieuwe mogelijkheden voor een gezamenlijk christelijk appèl.
Het nieuwe a.r. program is in zoverre al verder dan het oude, dat zij het
nogal aarzelend de mogelijkheid wordt opengelaten om bepaalde nationale
bevoegdheden aan supranationale organen over te dragen. Een verwijzing
naar de Europese Integratie, laat staan het uitspreken van de wenselijkheid
ervan, komt in het nieuwe program niet voor. Ook hier blijkt het c.h. program
reëler. Daar klinkt het: „Inzonderheid worde gestreefd naar verwezenlijking
van federatieve samenwerking op democratische grondslag binnen Euro
pa", etc.
pR IS nog meer te noemen. Men kan zich afvragen, of ook in het beginsel-
"k program niet uitdrukking had moeten worden gegeven aan de wens,
positief bij te dragen tot de arbeid van de Verenigde Naties, of de formu
lering „Naar vermogen verlene Nederland bijstand aan de minder-ontwik-
kelde gebieden" niet veel te zwak is, of een heel ander onderwerp het
juist in deze tijd niet wenselijk is, in het beginselprogram aan de overheid
op te dragen een kader te scheppen, waarin het gezin zich kan ontplooien,
temeer waar de aj. partij, gezien haar oude voorkeur voor het huismanskies
recht, steeds aan een goed functionerend gezin grote waarde heeft toegekend.
Reeds is gewezen op het laatste artikel van het program, waarin melding
wordt gemaakt van het streven naar een gezamenlijk optreden van de refor
matorische partijen. In het bovenstaande is in enkele gevallen bet program
van beginsel van de C.H.U. aangehaald. Wanneer men beide programs naast
elkaar legt, blijkt overigens, dat ondanks enkele verschillen de overeen
stemming groter is.
Deze omstandigheid noodt tot een suggestie. Het moge algemeen bekend zxjn,
dat eenheid meer gediend is door het samenwerken dan door het op
schrijven van goede bedoelingen. Waar nog zoveel toekomstvragen onbeant
woord blijven, ware het wenselijk, wanneer beide partijen gezamenlijk
trachten, specifieke antirevolutionaire en christelijk-historische lijnen naar de
toekomst te trekken, en op deze wijze streven naar coördinatie van hun
programs. Ook hierdoor groeit de eenheid.
irrng van ae -w-w
s^C christelijke VClTl gOedltOpe
In de gisteren in Rotterdam ge
houden jaarvergadering van de
bouwondernemers
in dc Nederlandse
aannemers- en bouwvakpatroons
bond heeft de voorzitter, de heer
T. Gaastra uit Zeist, aandacht ge
schonken aan de jongste ontwik
keling van het overheidsbeleid
met betrekking tot de woning
bouw.
Hij stelde vast, dat het bedrijfsle
ven volledig gehoor heeft gegeven aan
de oproep gedaan door de regering
en volksvertegenwoordiging om te ko
men tot de bouw van een groot aan
tal gesubsidieerde woningen in de
goedkope sector. In 1960 werden ex-
echter voor deze sector slechts
30.500 premiebeschikkingen afgege
ven, hoewel het door het parlement
aanvaarde budget ruimte bood voor
40.000 woningen.
De heer Gaastra toonde zich over deze
ontwikkeling verbaasd, temeer omdat
deze kwestie bij de parlementaire be
handeling, volgens hem, geen aandacht
genoot. Dit in tegenstelling tot het con
tingent extra gesubsidieerde woningwet
woningen dat door de minister voor
1961 met 2500 werd verhoogd toen uit de
Kamer naar voren werd gebracht dat dit
contingent voor 1961 tekort was gedaan.
In dit verband vroeg de heer Gaastra
zich af, wat de achtergrond van deze
ongelijke en onrechtvaardige behande
ling was.
Hij deelde voorts mede, dat in het
eerste kwartaal 1961 slechts voor
6153 premiewoningen bouwvergun
ningen zijn afgegeven, dat is circa
3000 minder dan in het overeen
komstige kwartaal van 1960. De
vrees is gewettigd, aldus de heer
Gaastra, of ook in dit jaar wel het
vastgestelde kwantum zal worden
bereikt. In dit verband stelde hij de
vraag, welke waarde moet worden
gehecht aan het voorstel om het
contingent premiewoningen nog eens
met 1250 te verhogen, indien het
maximum aantal toch niet wordt
toegekend.
Met betrekking tot de op 20 april ge
nomen maatregelen meende de heer
Gaastra, dat het zwaartepunt niet zo
zeer op de uitbreiding van het contin
gent als wel op het nieuwe distributie
systeem voor vrije sectorwoningen ligt.
Niet alleen deze sector, doch ook de zo
genaamde onderhoudsbedrijven «uilen
van de distributie de gevolgen onder
vinden. Het nieuwe systeem betekent
een principiële koerswijziging in het
bouwbeleid. Nog onlangs betoogde de
minister, dat de uitloop in de vrije sec
tor, waarin ook een groot aantal wo
ningen wordt gerealiseerd, die tot de
zogenaamde volkswoningen kunnen wor
den gerekend, een uitvloeisel was van
het beleid. Vele ondernemers hebben
mede door hun teleurstellende erva
ringen in de premiesector zich op deze
sector gericht, doch moeten thans onder
vinden dat ook hierin de mogelijkheden
worden beperkt.
De schade, die door de ministeriële
koerswijziging in deze sector dreigt te
ontstaan, zal niet gering zijn. Spreker
toonde zich niet alleen over de drei
gende schade doch vooral door de on
gemotiveerde koerswijziging zelf, die
strijdt met het aanvankelijk door het
bedrijfsleven met sympathie begroete
beleid van minister Van Aartsen,
teleurgesteld. In vele projecten in de
distributie-sector zijn thans reeds grote
kapitalen geïnvesteerd.
De heer Gaastra zei voorts, dat het
grijpen in de vrije sector niet nodig zou
zijn geweest, indien de premieaanvragen
naar behoren gehonoreerd waren. Dan
De jaarcollecte voor de scholen met
de Bijbel heeft de volgende bedragen
opgebracht: in Groningen 6.028,78; in
Meeden 174,Uithuizen 420,
Hindeloopen 133,10, Wanswerd a. d.
Streek f 740,Winsum 200,Laag-
halerveen 200,—, Meppel 1.200,—,
Zwartemeer 120,50, Bruchterveld
185,—, Dalfsen 1.077,27, Grafhorst
452,50, Nijverdal 1.473,80, Wijhe
339,50. Hoevelaken 395,36. Voorthui
zen 776,50, Nigtevecht ƒ209,80, Zeist
2.174,36, Den Helder 2.401,69. Aspe-
ren 400,Gouderak 622,Hazers-
woude 374.45, Leiderdorp 942,78,
Noordwijk Binnen 260,Eindhoven
2.757,71. Totaal van 600 lokale comi-
té's 376.857,92, vorig jaar
330.942,88.
zou de capaciteit zelf een te grote uit
loop van de vrije sector hebben voor
komen.
Een van de ernstigste gevaren, die het
bedrijfsleven en derhalve de voorziening
in de volkshuisvesting bedreigt, is, vol
gens hem, de discontinuïteit in het
overheidsbeleid.
De heer Gaastra vreesde dat de
woningbouw de speelbal van politieke
tegenstellingen is. Het soms aan
kwaadwilligheid grenzende gebrek
aan kennis van zaken bij sommige
politici geeft voet aan deze vrees, zo
zei hij ten slotte.
Zaterdag 13 mei wordt in het Zen
dingscentrum te Baarn weer een confe
rentie belegd voor gereformeerde perso
nen, die m niet-gereformeerde zendings-
dienst zullen worden uitgezonden of met
verlof in Nederland zijn.
De sprekers zijn: ds. P. J. Luijendijk,
mejuffrouw L. Goemaat en ds. B. Rich
ters. Het doel van de conferentie is het
leggen van contacten met de zendings
arbeiders, welke contacten in de toe
komst kunnen worden onderhouden.
Directeuren -'an de Vrije Universiteit
hebben dr. C. L Rlimke te Badhoeve
dorp benoemd tot lector in de faculteit
der geneeskunde voor het onderwijs in
de algemene -farmacologie en de me
dische statistiek.
Sinds 1 juni 1955 is dr. Rümke als
wetenschappelijk hoofdambtenaar ver
bonden aan het pharmacologisch labo-a
torium der Vrije Universiteit. In 1957
verkreeg hii op zijn verzoek toelating
als privaatdocent aan de Vrije Univer
siteit voor het onderwijs in de medische
statistiek.
Het aperitief voor dames en heren
Zo pittig! Zo opwekkend!
Per hele fles f 6.15
Advertentie
kalmeert de zenuwen
zonder slaap te verwekken!
Beroepingswcrk
GEREFORMEERDE KERKEN
Examens: aan het Zendingsseminarie te
Baarn slaagde voor het zendmgsexa-
men: ds. C. M. Overdulve te Ant
werpen.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Vineland. Ontario-Canada.
Old Christ. Ref. Church: W. van
't Spijker te Drogeham.
(Van onze sociaal-econ. redactie)
Meldden zich gedurende 1959
onder de normale programma's
29.058 personen aan voor emi
gratie, in 1960 bedroeg dit aantal
22.521. Rekening zal moeten wor
den gehouden met een voort
gaande daling gedurende 1961,
tenzij de omstandigheden zich
wijzigen. Aldus de secretaris-direc
teur van de Christelijke Emigratie
Centrale, de heer T. Cnossen, in
zijn heden verschenen jaarverslag
over 1960.
In genoemde cijfers zijn niet begre
pen de aanmeldingen in het kader van
de Pastore Walter Act, die aan uit In
donesië gerepatrieerden de gelegenheid
biedt onder een speciaal schema naar
de Verenigde Staten te emigreren. Telt
men deze aanmeldingen bij genoemde
cijfers, dan blijkt het totaal aantal over
1960 30.556 te bedragen tegen 40.607
in 1959.
Uit het verslag blijkt dat de Christe
lijke Emigratie Centrale zich op het
standpunt heeft gesteld dat het beleid
en de organisatie van de emigratie in we
zen en opzet gehandhaafd dient te blij-
Zoals bekend zijn er de laatste
tijd stemmen opgegaan, die het tot nu
Er lag een sfeer van bewogenheid over de jaarlijkse leden
vergadering van het Prot. Chr. Nazorgverband, die gisteren in
Utrecht werd gehouden, een sfeer die veroorzaakt werd door ernstige
gebeurtenissen in de organisatie.
Het overlijden van de heer G. J. van der Ploeg (altijd de ziel
van deze vergaderingen) heeft de vereniging beroofd van zijo
secretaris, tevens directeur van het bureau en ernstige ziekte noopte
de voorzitter, drs. R. Westera, zijn-functie neer te leggen.
Ds. L. J. de Goede uit Aalten presi
deerde als vice-voorzitter de vergadering
en stelde in zijn openingswoord vast. dat
het PCNV zijn werk niet anders kan doen
dan In geloofsverbondenheid met Chris
tus en Zijn opdracht tot ontferming over
hulpbehoevenden, in dit geval geestelijk
minder begaafden. Ds. De Goede her
innerde aan de bijzonder toegewijde ar
beid van de overleden secretaris-direc
teur. die hij de pionier van de BLO-na-
zorg noemde en uitte de grote dankbaar
heid welke niet alleen de organisatie,
maar ook vele geestelijk gehandicapte
kinderen en volwassenen aan zijn nage
dachtenis zijn verschuldigd. Staande her
dacht de vergadering de heer Van der
Ploeg.
Hartelijke dankwoorden sprak ds. De
Goede tot drs. Westera. die de vergade
ring bijwoonde, voor diens verdienste-
:rk: van de oprichting van het
af was hij bestuurslid en sinds
lijk wi
PCNV
1953 de onvermoeibare voorzitter, die
zich voor zijn taak grote persoonlijke op
offeringen getroostte. De vergadering be
noemde drs. Westera eenstemming tot
erelid van het PCNV en ds. De Goede
overhandigde hem een geschenk onder
enveloppe.
Drs. Westera zeide in zijn dankwoord
dat het werk. waarvan hij noodgedwon
gen afscheid moest nemen. ..een verrij
king van zijn leven" voor hem is ge
weest
De vergadering had voorts belang
rijke besluiten te nemen. Op bestuurs-
voordracht koos men ds. De Goede tot
voorzitter. Moeilijker was het, een be
slissing te nemen omtrent de benoe
ming van een nieuwe bureau-directeur,
aangezien deze functie tot nu toe sa
menviel met die van secretaris en men
Juist dient te omlijnen. Een besluit
us eerst deze taak (na het overlijden
waargenomen door drs. De Goede en
de penningmeester de heer H. P. Cor-
dia) juist dient te omlijnen. Een be
sluit hierover zal nader worden geno
men.
Besloten werd voorts, met het oog op
de uitbreiding van de werkzaamheden
die nu niet meer alleen de nazorg voor
oud-leerlingen betreft, de naam van de
organisatie te veranderen in „Prot. Chr.
vereniging tot bevordering van de so
ciale en pedagogische zorg".
Ook bleek statutenwijziging nodig te
zijn. waarover zeer lang werd gediscus
sieerd. Tenslotte werd de vergadering
het eens over de nieuwe omschrijving
van het doel der vereniging, die haar
werkzaamheden ziet toenemen en uit
groeien. Die omschrijving luidt nu: „De
vereniging stelt zich ten doel de bevor
dering van de sociale en pedagogische
zorg voor hen. die zich uit hoofde van
een minder gunstige geestelijke, zintuig
lijke of lichamelijke ontwikkeling niet of
moeilijk zonder hulp in de maatschap
pij staande kunnen houden".
Tevens biedt statutenherziening nu de
mogelijkheid dat regionale en provinciale
organisaties die in de loop der jaren
meer en meer het uitvoerende werk ter
hand hebben genomen, lid van de ver
eniging kunnen worden. Er zal dan sa
menwerking zijn met besturen van scho-
Ier en de onderwijzersvereniging(en)
voor het BLO en met de verenigingen
van ouders en vrienden van het afwij
kende kind (Philadelphia), zulks met
eerbiediging van de taak die zij hebben.
De jaarverslagen welke ter tafel
kwamen spraken van rustige voor
uitgang en ontwikkeling van het
werk, al worden op sommige pun
ten de activiteiten nog gestimu
leerd. De organisatie telt nu 53
leden en er bestaat bevredigende
samenwerking met andere instel
lingen en met de overheid.
toe gevoerde emigratiebeleid drastisch
willen wijzigen in verband met de
schaarste aan arbeidskrachten hier te
lande. Minister Van Rooij (sociale za
ken) heeft naar men weet inmiddels de
Raad voor de Emigratie verzocht hem
advies uit te brengen over de grond
slagen van het emigratiebeleid.
In het gedeelte van het verslag dat
handelt over de emigratie naar de Ver
enigde Staten, wordt meegedeeld dat de
Christelijke Emigratie Centrale met
belangstelling heeft kennis genomen
van de uitlatingen van president Ken
nedy, dat hij de immigratie-wetgeving
ir. zijn totaliteit wil herzien. De cen
trale zou het toejuichen indien de na
delige gevolgen voor Nederland, verbon
den aan het quotum-systeem, opgehe
ven zouden kunnen worden.
Morgenmiddag wordt in Utrecht de
jaarlijkse algemene vergadering van de
Christelijke Ei~:
Emigratie Centrale gehou-
De apostel Paulus en zijn medewerker Silas worden in Phi-
lippi gevangen gezet en opgesloten in de binnenste kerker. En
om elke ontvluchtingspoging radicaal onmogelijk te maken
worden zij met de voeten in een zwaar blok vastgezet. Het is
een situatiedie op z'n minst weinig bemoedigend mag wor
den genoemd. In volstrekte eenzaamheid en hermetisch afge
sloten van de buitenwereld moeten zij de nacht doorbrengen
en het ziet er niet naar uit, dat zij spoedig weer onder de
open hemel zullen staan. Zitten zij zichzelf en elkaar te be
klagen? Midden in de nacht worden de andere gevangenen
wakker. Zoiets hebben zij nog nooit gehoord: door de dikke
muren van de cellen horen zij zingen en bidden! Gods lof
wordt gezongen door die twee vreemde gevangenen, die zo'n
onrust in de stad hebben verwekt. U weet, dat later tengevolge
van een aardbeving de deuren als vanzelf opengaan en de
bewaker christen wordt, na een door Paulus verijdelde poging
tot zelfmoord. Maar het gaat ons nu om dat zingen en bidden,
in de allergrootste ellende. Het blijkt tóch mogelijk te zijn,
dwars tegen de uiterlijke omstandigheden van zwarte misère
in, te zingen en te bidden! En het gebeurt nog: hoevelen zijn
er in de oorlog, toen zij door de bezetters waren opgesloten,
niet zingend en biddend de dood ingegaan? Als dat kan, zou-
den wij dan niet in onze staat van vrijheid en welvaart meer
gaan zingen en bidden?
Onder de titel „De morele ver
antwoording van het experiment
in de wetenschap" heeft de Unitas
Studiosorum Amstelodamensium
vandaag ter gelegenheid van haar
tiende lustrum in het Tropen
museum te Amsterdam een forum
discussie belegd onder leiding van
prof dr. L. Jongkees.
PROF. DR. H. STELLWAG, hoogle
raar in de pedagogiek aan de u"»versi-
van Amsterdam, stelde zich de
vraag of het pedagogisch experiment
mogelijk is en moreel verantwoord. Een
opvoedkundig experiment moet niet in
dezelfde zin worden begrepen als een
natuurwetenschappelijke proefneming.
Het is niet herhaalbaar ei. niet volledig
controleerbaar; een pedagogische situa
tie is een historische situatie. Onder een
pedagogisch experiment kan dus slechts
worden verstaan het opzettelijk aan
brengen van wijzigingen in een bepaal
de situatie op grond van een vooral op-
estelde hypothese en een geformuleer
de doelstelling, waarvan men het ka
rakter en het effect zo nauwkeurig mo
gelijk met behulp van wetenschappelij
ke begrippen tracht te omschrijven. De
pedagogische situatie, de verhouding
docentleerling, -ouderkind mag niet
worden verstoord. Men kan moreel ge
zien slechts verantwoord experimente
ren door vergelijking van een wel en
een niet bewerkte groep.
DR. L. VAN DER HORST,
hoogleraar in de zenuw- en geestesziek
ten aan de Universiteit Van Amsterdam,
meent, dat een wetenschappelijke voor
uitgang niet -mogelijk is zonder risico's
in de experimenten. Vele therapieën in
de psychiatrie zijn ontdekt bij toeval, in
experimentele situaties. Natuurlijk kan
de gemeenschap én het individu schade
lijden en dit impliceert de noodzaak van
een uiterste voorzichtigheid en deskun
digheid bij de experimentatoren. Maar
naast een morele verantwoordelijkheid
moet er voor de vooruitgang van de
wetenschap ook een morele vrijheid mo
gelijk zijn.
PROF DR. L. HULST, hoogleraar in
de interne geneeskunde aan de Rijks
universiteit van Utrecht, betoogde dat
op het ogenblik dat men een mens aan
een experiment onderwerpt tal van nor
men geëerbiedigd móeten worden. In
feite is overigens iedere therapeutische
ingreep bij een patiënt een experiment.
Aan het experiment moeten gezonde ge
dachten ten grondslag liggen en zo
vraagt ieder experiment een planning
die vaak in groepsverband moet worden
opgesteld. Dit voorkomt op zichzelf
reeds excessen. Dat een patiënt volledig
moet worden ingelicht over de aard van
het experiment en volledig moet worden
ingelicht over de mogelijke consequen
ties. staat vast. Bovendien is de toe
stemming var de patiënt vereist.
PROF. DR. J. KISTEMAKER, hoog
leraar in de methodiek der natuurkunde
aan de Rijksuniversiteit van Leiden,
stelde, dat ieder mens slechts een onbe
tekenend radertje is in de grote men
sengemeenschap en dat niemand, ook
niet de grootste geleerde een monopolie
positie heeft. De morele verantwoording
voor de bekendmaking van elke nieuwe
vondst is daardooi altijd de verantwoor
ding van een grote groep mensen die in
netzelfde vakgebied werken. Nimmer
zal een wetenschappelijk werker zich
geremd mogen voelen bij zijn werk of
de escapades van zijn geest De vrij
heid van de geest staat hierbij op het
spel.
Natuurlijk Is het wel onverantwoorde
lijk te achten indien een individu zonder
controle van superieuren of teamgeno
ten zijn individuele lusten op de mens
heid zou kunnen botvieren. Daarom
moet in teamverband worden gewerkt.
Om in het grotere geheel tot een collec
tieve verantwoordelijkheid te geraken
is een integratie tot grotere politieke j
en economische eenheden noodzakelijk.
Dan wordt het verrassingselement tot
een minimum teruggebracht. Dit laat
ste onderstreepte prof. Klstemaker
voorat uit hoofde van zijn ambt als
kernfysicus.
PROF. DR. b. ZUIDEMA, hoogleraar
in de filosofie en de geschiedenis van
de moderne wijsbegeerte aan de Vrije I
Universiteit, constateerde, dat de we-
tenschapsontwikkeling een bedenkelijke
machtsuitbreiding tot gevolg had. Vol
gens hem was een verantwoorde be- j
neersing van de wetenschappelijke mo
gelijkheden nooit goed opgelost en thans
steeds minder mogelijk. Een metawe-
tenschappelijk geloof heeft plaats moe
ten maken voor een verwetenschappe
lijkt geloof of een geloof in de weten
schap.
(Advertentie)
Waakt Uw groenten zo lekker.
Op het recreatiecentrum „Het Grote
Bos" te Driebergen wordt van vrijdag
28 april 's avonds tot zondagavond 30
april een feestelijk weekend gehouden
ter gelegenheid van het feit, dat het
werk onder de naam „Jonge Kerk" twin
tig jaar bestaat.
De bezettende macht verbood destijds
de Federatie van Hervormde Jongeren,
een organisatie ter activering van de
jonge hervormde gemeenteleden. Het.
werk is toen onder de naam „Jonge
Kerk" voortgezet. De jonge kerk brengt
in de heiVormde gemeente de jongeren
bijeen ter versterking van het hervormd
kerkbesef. Het werk bestaat momenteel
in ongeveer zeshonderd kerkelijke ge
meenten. Het centraal georganiseerde
vakantiewerk brengt jaarlijks ongeveer
1200 jongeren byeen.
fféfc hteejt y&ikocfte m&Ji Ui SuAofn
Alleenvert. N.V.Willem van Rijn,
Amsterdam-W. - Postbus 8005
Vraag: Een moeder wordt op kosten
van Sociale Zaken verpleegd in een
rusthuis. Op haar spaarbankboekje
staat een bedrag van 3000. Haar
dochter in Canada wil hiervan de helft
hebben, omdat zij dit geld hard nodig
heeft. Komt nu de moeder te overlij
den en hoort Sociale Zaken hiervan,
kan Sociale Zaken eisen, dat uit dit
spaargeld de kosten van de verpleging
terugbetaald zullen worden? In dat ge
val zou de zoon in Nederland wel voor
een zware last komen te staan, om
dat er ook nog begrafeniskosten be
taald zullen moeten worden. Is het
dus wel verantwoord dit geld nu reeds
te verdelen?
Antwoord: Moest van dit spaargeld
geen opgave worden gedaan aan Soci
ale Zaken? Ieder mag met zijn geld
doen wat hij wil, mits hij zijn schuld
eisers niet te kort doet. In dit geval
aan het spaargeld van de stiefmoeder
komen, dat op haar eigen naam op
haar spaarbankboekje staat en kun
nen zij ook dergelijke aanspraken ma
ken op de spaarbankboekjes van min
derjarige kinderen uit het tweede hu
welijk? Wat is hiertegen te doen. aan
gezien de stiefmoeder zelf werkt en
geld verdient?
Antwoord: Indien de stiefmoeder in
gemeenschap van goederen gehuwd is,
kunnen kinderen uit het eerste huwe
lijk in geval van overlijden van hun
vader inderdaad aanspraak maken op
het spaarbankgeld van de stiefmoeder.
Immers dit spaargeld valt in de te
verdelen boedel.
Als de man nog niet overleden is,
is het zaak zo spoedig mogelijk een
notaris te raadplegen en te trachten
Ilot een billijke regeling te komen. Is
zou er een schuld bestaan aan Socia- de man overleden, dan is in elk geval
le Zaken wanneer de moeder komt te
overlijden. Voordat dit geld verdeeld
worde, zal alles met Sociale Zaken in
het reine moeten zijn en het is wel
raadzaam een voorziening tegen be
grafeniskosten te treffen.
Vraag: Is het mogelijk bij verhui
zing colovinyltegels los te maken zon
der ze te beschadigen en in het nieu
we huls gebruiken
Antwoord: In het algemeen is het on
doenlijk colovinyltegels los te maken
zonder ze te beschadigen. Het is ech
ter mogelijk, dat de tegels gelegd zijn
op een ondergrond van hardboardpla
ten, hetgeen vaak gebeurt met vloeren,
die niet volkomen vlak zijn. In dit ge
val kan u de boardplaten in hun geheel
opnemen en dit geeft veel minder be
schadigingen.
Vraag: Kunnen kinderen uit het eer
de huiD van een notaris nodig, aan
gezien er minderjarige kinderen zijn.
De notaris zal dan eveneens raad kun
nen geven, teneinde te zorgen, dat al
les op zo billijk mogelijke wijze wordt
afgewikkeld. Ook 'en aanzien van de
spaarbankboekjes van de kinderen uit
het tweede huwelijk ls de toestand
niet zonder gevaar, omdat dit geld
onttrokken is aan de huwelijksgemeen
schap.
Is de moeder op huwelijkse voor
waarden getrouwd, dan zal de toestand
wel veilig zijn, doch overleg met een
notaris kan nooit kwaad.
Vraag: Hoe kan ik te weten komen
of door mij te kopen meubelen echt
van teakhout zijn?
Antwoord: Het is voor een leek bij
zonder moeilijk om met zekerheid een
bepaalde houtsoort te herkennen, daar
het uiterlijk nogal eens variaties voor
komen. Bovendien zijn eigenschappen
en uiterlijk ook nog afhankelijk van
de landstreek, waaruit het hout komt.
Bij meubelen past men tegenwoordig
veel meubelplaat toe, vooral voor gro
te delen, zoals afelbladen, voetborden
van ledikanten, en ook voor delen, die
sterk gebogen moeten worden. Dit meu
belplaat wordt voorzien van een fineer-
laag van de gewenste fijne houtsoort.
Dit is niet alleen goedkoper dan mas
sief hout van bijzondere kwaliteit,
maar dikwijls ook beter, omdat de
meubelplaat minder last van trekken
heeft dan massief hout en in vormen
verwerkt kan worden, die men van
massief hout bijna niet maken kan.
Indien u meer wilt weten van hout
soorten en gekleurde foto's wilt zien,
dan raden wij het boekje Houtvade
mecum" deel I, houtsoorten, uitgave
P. N. van Kampen Zoon te Amster
dam aan.
Vraag: Bestaan er ook groene bloe
men b.v. bij de orchideeën?
Antwoord: In de natuur bestaan
zelfs zeer veel groene bloemen. Men
denke eens aan de vele graansoorten,
de katjesdragers zoals noten, hazelaar,
elzen, de brandbctel, enz. Deze bloe
men hebben een eigenschap, die goe
de bestuiving waarborgt. Het stuifmeel
is namelijk zeer licht, zodat het door
de wind verspreid wordt (de zg. wind
bloemen). De kleur van dc meeste
bloemen dient om insecten te lokken,
b.v. als het stuifmeel kleverig is en
niet door de wind verspreid kan wor
den. In dit geval moeten de insecten
het overbrengen, b.v. bijen. Toch zijn
er uitzonderingen, b.v. de z.g. groe
ne roos (rosa virids)ook bij de or
chideeën ziet men soms bijna groene
«te huwelijk van de overleden vader hout een natuurprodukt is zodat er in bloemen, o.a. bij de cypriperium (cy-
pripeditum), die de laatste jaren ook
wel paphiopedilum wordt genoemd.
Voor de nodige bestuiving beschikken
deze planten gewoonlijk over andere
middelen om insecten te lokken, b.v.
geur en honig.
Vraag: De bovenste deur van onze
haard heeft vijftien ruitjes. Eenmaal I
heeft mijn vrouw de ruitjes met spi-
ritus schoongemaakt en daarna ver- j
toonde zich een blauwe gloed, die niet
meer is weg te krijgen. Weet u hier
tegen een middel?
Antwoord: Naar onze mening kunt u
die blauwe gloed niet meer wegkrijgen, j
maar wellicht kunt u een kleine ver- j
betering in de toestand brengen door
de ruitjes voorzichtig te bewerken met
heel fijne staalwol. Het is aan te be- I
velen de ruitjes regelmatig schoon te
houden, maar dit moet men doen wan
neer de ruitjes koud zijn. Men neme 1
daarvoor liever een doekje met lauw
water en vege van boven naar bene
den nadat het stof verwijderd is.
Vraag: Ik werk sinds geruime tijd I
ongeveer twee of drie dagen in de
week bij een ander. Er worden geen
ziekte- of ongevallenzegels uitgereikt.
Ik verdien 1.75 per uur en bij over
werk ƒ2. Is dit wel volgens de norm i
en heb ik recht op vakantie? Wie is
aansprakelijk voor ziekte en ongeval?
Antwoord: In de eerste plaats moet
er worden uitgemaakt of hier sprake
is van een arbeidsovereenkomst. Zon
der nadere gegevens valt dit niet uit
te maken. In de tweede plaats moet
worden medegedeeld in welke bedrijfs
tak er gewerkt wordt, zodat ook hier
elk antwoord zonder nadere gegevens I
uitgesloten is. Men wende zien tot de
bedrijfsvereniging en, als men georga-
niseerd is, tot de vakvereniging.