BOSCH koe Uw probleem is het onze Is woningbouw speelbal politieke controversen TIP VAN BOOTZ Jaarverslag van de CEC: emigratie blijft dalen ABASIN Bewogen vergadering nam belangrijke besluiten Pleidooi voor collectieve verantwoordelijkheid bij experimenteel onderzoek Een kanttekening NIEUW A.R.-BEGINSELPROGRAM (2) Voorzitter Chr. aannemersbond Achterblijven premiebouw UNIECOLLECTE Conferentie van de gereformeerden in niet-geref. zending Prot. Chr. Nazorgverband Een woord voor vandaag MAÏZENA DU RYEA „Jonge Kerk" bestaat 20 jaar s T^R IS REDEN, te vragen wat de zin, de betekenis is van een beginselpro gram. Wanneer men het nieuwe antirevolutionair beginsel- en algemeen staatkundig program beschouwt, treft men drie elementen aan. In de eerste plaats wordt omschreven, wat volgens antirevolutionaire op vatting ten grondslag ligt aan de politieke activiteiten in het algemeen eu de taak van de overheid in het bijzonder. Dit zijn de beginselen in strikte zin, waarvan men kan aannemen, dat ze niet of nauwelijks aan wijzigingen onderhevig zijn. Ze hebben aJi.w. eeuwige gelding. In de tweede plaats wordt weergegeven, welke positieve elementen ons staatsleven bevat, die het behouden, het handhaven waard zijn: de gelijk stelling van het openbaar en bijzonder onderwijs, de zelfstandigheid van de provincies en de gemeenten, de duurzaamheid van volledige werkgelegen heid en welvaart om enkele voorbeelden te noemen. Globale richtlijnen leren voor de overheid, hoe deze verworvenheden te bewaren. Tenslotte en hier komt men aan de eigenlijke betekenis van het woord „program" wordt ontvouwd, op welke wijze kan worden verder gebouwd aan de samenleving op grondslag van hetgeen in de eerste twee onderdelen is uiteengezet. De bouwstenen, die aldus worden aangedragen, zijn zeer algemeen geformuleerd. Dit ligt ook in de aard van het program. Details zijn steeds te vinden in de programs van actie, die telkens aan de vooravond van de verkiezingen worden opgesteld. In het nieuwe a.r. program worden enkele van deze bouwstenen genoemd: het langs wettige weg ontwikkelen en hervormen van onze staatsinstellingen overeenkomstig de eis van het antirevolutionair of christelijk-historisch beginsel; het bevorderen van al wat het zedelijk bewustzijn der natie kan versterken; het streven naar een rechtsorde van de arbeid; een zo snel mo gelijke ontwikkeling van Nederlands Nieuw-Guinea naar zelfbeschikking; het streven naar internationale gecontroleerde ontwapening. TV/TEN IS ALLICHT geneigd om, na het lezen van deze beginselen, zich af te vragen, welke nu de specifieke lijnen zijn, die vanuit deze beginselen, met behoud van de bestaande verworvenheden, worden getrokken naar de maatschappij van de toekomst. Welnu, wanneer men tracht, een specifiek antirevolutionaire toekomstvisie te vinden, zal men teleurstelling niet kunnen onderdrukken. Veel van wat men wellioht graag zou hebben gezien, zoekt men vergeefs, veel van wnt men vindt, kan in zijn oorsprong nauwelijks specifiek antirevolutionair worden genoemd. Dit smart temeer omdat in weinig sectoren van de samen leving meer aan de toekomst wordt gebouwd dan in de politiek. Concrete voorbeelden zijn met weinig moeite te vinden. In het artikel over de arbeid wordt terecht geschreven, dat gestreefd moet worden naar een rechtsorde van de arbeid. De wijze waarop dit zou kunnen gebeuren, de her ziening van de rechtsvorm van de onderneming, sedert decennia een christe- lijk-sociale gedachte met rijke en diepe inhoud, treft men in het ontwerp- program niet aan. Zeker, in het ontwerp van 1960 werd een plaats ingeruimd voor het streven naar een herziening van het ondernemingsrecht. Thans, in 1961, verschijnt slechts een zwakkere versie: „Het ondernemingsrecht waarborge aan allen, die rechtstreeks bij de onderneming betrokken zijn, de hun toekomende plaats en verantwoordelijkheid." Vernieuwingsdrang ontbreekt. Jammer! Een tweede voorbeeld biedt het artikel over de strijdkrachten. In het oude program werd het instandhouden van een krijgsmacht vooral noodza kelijk geacht in het belang van de nationale zelfstandigheid. In het nieuwe program is de doelstelling iets gewijzigd: de krijgsmacht dient naar ver mogen onrechtmatig buitenlands geweld te weerstaan, de handhaving van orde en rust binnenslands te waarborgen en ons land in staat te stellen, zijn taak in de internationale samenleving te vervullen. Ook in het nieuwe program Is de krijgsmacht nog ingedeeld in het artikel, waarin tot verster king van het nationale besef wordt opgeroepen. Een zeer christelijke gedachte, die juist in deze tijd zoveel weerklank vindt, namelijk de bescherming van de geestelijke vrijheid en de gerechtigheid juist de laatste decennia bedreigd door allerlei totalitaire stelsels, zoekt men in het artikel over de krijgsmacht tevergeefs. Het christelijk-historisch program van beginselen noemt wél als taak van de krijgsmacht de beveiliging van geeste lijke goederen. Nu in het Westen niet zozeer nationale staten maar veeleer levensovertuigingen tegenover elkaar staan, was verwijzing hiernaar in het aj. program niet misplaatst geweest. IntegendeeL Een derde uitdaging, waarop het program een antwoord vrijwel schuldig blijft is wat wel wordt genoemd de schaalvergroting in onze samen leving. Op beperkt gebied, dat van de gemeenten en provincies, dient zij zich aan in de vorming van agglomeraties, die speciale bestuursvoorzlenlngen eisen. Deze schaalvergroting tast de oude structuren grondig aan, dient zich op steeds intensiever wijze aan, zal wellicht de toekomst beheersen en schept nieuwe problemen voor bestuur en democratie. Het a.r. program spreekt echter alleen nog maar van de zelfstandigheid van gemeenten en provincies. Schaalvergroting ook bulten de grenzen. De Integratie van Europa is al zover voortgeschreden, dat een weg terug niet denkbaar is. Aan de christen appel leert deze Europese integratie, omdat juist West-Europa de bakermat van de christelijke beschaving was. Talrijke, ook a.r. leiders zien in een Europese eenheid nieuwe mogelijkheden voor een gezamenlijk christelijk appèl. Het nieuwe a.r. program is in zoverre al verder dan het oude, dat zij het nogal aarzelend de mogelijkheid wordt opengelaten om bepaalde nationale bevoegdheden aan supranationale organen over te dragen. Een verwijzing naar de Europese Integratie, laat staan het uitspreken van de wenselijkheid ervan, komt in het nieuwe program niet voor. Ook hier blijkt het c.h. program reëler. Daar klinkt het: „Inzonderheid worde gestreefd naar verwezenlijking van federatieve samenwerking op democratische grondslag binnen Euro pa", etc. pR IS nog meer te noemen. Men kan zich afvragen, of ook in het beginsel- "k program niet uitdrukking had moeten worden gegeven aan de wens, positief bij te dragen tot de arbeid van de Verenigde Naties, of de formu lering „Naar vermogen verlene Nederland bijstand aan de minder-ontwik- kelde gebieden" niet veel te zwak is, of een heel ander onderwerp het juist in deze tijd niet wenselijk is, in het beginselprogram aan de overheid op te dragen een kader te scheppen, waarin het gezin zich kan ontplooien, temeer waar de aj. partij, gezien haar oude voorkeur voor het huismanskies recht, steeds aan een goed functionerend gezin grote waarde heeft toegekend. Reeds is gewezen op het laatste artikel van het program, waarin melding wordt gemaakt van het streven naar een gezamenlijk optreden van de refor matorische partijen. In het bovenstaande is in enkele gevallen bet program van beginsel van de C.H.U. aangehaald. Wanneer men beide programs naast elkaar legt, blijkt overigens, dat ondanks enkele verschillen de overeen stemming groter is. Deze omstandigheid noodt tot een suggestie. Het moge algemeen bekend zxjn, dat eenheid meer gediend is door het samenwerken dan door het op schrijven van goede bedoelingen. Waar nog zoveel toekomstvragen onbeant woord blijven, ware het wenselijk, wanneer beide partijen gezamenlijk trachten, specifieke antirevolutionaire en christelijk-historische lijnen naar de toekomst te trekken, en op deze wijze streven naar coördinatie van hun programs. Ook hierdoor groeit de eenheid. irrng van ae -w-w s^C christelijke VClTl gOedltOpe In de gisteren in Rotterdam ge houden jaarvergadering van de bouwondernemers in dc Nederlandse aannemers- en bouwvakpatroons bond heeft de voorzitter, de heer T. Gaastra uit Zeist, aandacht ge schonken aan de jongste ontwik keling van het overheidsbeleid met betrekking tot de woning bouw. Hij stelde vast, dat het bedrijfsle ven volledig gehoor heeft gegeven aan de oproep gedaan door de regering en volksvertegenwoordiging om te ko men tot de bouw van een groot aan tal gesubsidieerde woningen in de goedkope sector. In 1960 werden ex- echter voor deze sector slechts 30.500 premiebeschikkingen afgege ven, hoewel het door het parlement aanvaarde budget ruimte bood voor 40.000 woningen. De heer Gaastra toonde zich over deze ontwikkeling verbaasd, temeer omdat deze kwestie bij de parlementaire be handeling, volgens hem, geen aandacht genoot. Dit in tegenstelling tot het con tingent extra gesubsidieerde woningwet woningen dat door de minister voor 1961 met 2500 werd verhoogd toen uit de Kamer naar voren werd gebracht dat dit contingent voor 1961 tekort was gedaan. In dit verband vroeg de heer Gaastra zich af, wat de achtergrond van deze ongelijke en onrechtvaardige behande ling was. Hij deelde voorts mede, dat in het eerste kwartaal 1961 slechts voor 6153 premiewoningen bouwvergun ningen zijn afgegeven, dat is circa 3000 minder dan in het overeen komstige kwartaal van 1960. De vrees is gewettigd, aldus de heer Gaastra, of ook in dit jaar wel het vastgestelde kwantum zal worden bereikt. In dit verband stelde hij de vraag, welke waarde moet worden gehecht aan het voorstel om het contingent premiewoningen nog eens met 1250 te verhogen, indien het maximum aantal toch niet wordt toegekend. Met betrekking tot de op 20 april ge nomen maatregelen meende de heer Gaastra, dat het zwaartepunt niet zo zeer op de uitbreiding van het contin gent als wel op het nieuwe distributie systeem voor vrije sectorwoningen ligt. Niet alleen deze sector, doch ook de zo genaamde onderhoudsbedrijven «uilen van de distributie de gevolgen onder vinden. Het nieuwe systeem betekent een principiële koerswijziging in het bouwbeleid. Nog onlangs betoogde de minister, dat de uitloop in de vrije sec tor, waarin ook een groot aantal wo ningen wordt gerealiseerd, die tot de zogenaamde volkswoningen kunnen wor den gerekend, een uitvloeisel was van het beleid. Vele ondernemers hebben mede door hun teleurstellende erva ringen in de premiesector zich op deze sector gericht, doch moeten thans onder vinden dat ook hierin de mogelijkheden worden beperkt. De schade, die door de ministeriële koerswijziging in deze sector dreigt te ontstaan, zal niet gering zijn. Spreker toonde zich niet alleen over de drei gende schade doch vooral door de on gemotiveerde koerswijziging zelf, die strijdt met het aanvankelijk door het bedrijfsleven met sympathie begroete beleid van minister Van Aartsen, teleurgesteld. In vele projecten in de distributie-sector zijn thans reeds grote kapitalen geïnvesteerd. De heer Gaastra zei voorts, dat het grijpen in de vrije sector niet nodig zou zijn geweest, indien de premieaanvragen naar behoren gehonoreerd waren. Dan De jaarcollecte voor de scholen met de Bijbel heeft de volgende bedragen opgebracht: in Groningen 6.028,78; in Meeden 174,Uithuizen 420, Hindeloopen 133,10, Wanswerd a. d. Streek f 740,Winsum 200,Laag- halerveen 200,—, Meppel 1.200,—, Zwartemeer 120,50, Bruchterveld 185,—, Dalfsen 1.077,27, Grafhorst 452,50, Nijverdal 1.473,80, Wijhe 339,50. Hoevelaken 395,36. Voorthui zen 776,50, Nigtevecht ƒ209,80, Zeist 2.174,36, Den Helder 2.401,69. Aspe- ren 400,Gouderak 622,Hazers- woude 374.45, Leiderdorp 942,78, Noordwijk Binnen 260,Eindhoven 2.757,71. Totaal van 600 lokale comi- té's 376.857,92, vorig jaar 330.942,88. zou de capaciteit zelf een te grote uit loop van de vrije sector hebben voor komen. Een van de ernstigste gevaren, die het bedrijfsleven en derhalve de voorziening in de volkshuisvesting bedreigt, is, vol gens hem, de discontinuïteit in het overheidsbeleid. De heer Gaastra vreesde dat de woningbouw de speelbal van politieke tegenstellingen is. Het soms aan kwaadwilligheid grenzende gebrek aan kennis van zaken bij sommige politici geeft voet aan deze vrees, zo zei hij ten slotte. Zaterdag 13 mei wordt in het Zen dingscentrum te Baarn weer een confe rentie belegd voor gereformeerde perso nen, die m niet-gereformeerde zendings- dienst zullen worden uitgezonden of met verlof in Nederland zijn. De sprekers zijn: ds. P. J. Luijendijk, mejuffrouw L. Goemaat en ds. B. Rich ters. Het doel van de conferentie is het leggen van contacten met de zendings arbeiders, welke contacten in de toe komst kunnen worden onderhouden. Directeuren -'an de Vrije Universiteit hebben dr. C. L Rlimke te Badhoeve dorp benoemd tot lector in de faculteit der geneeskunde voor het onderwijs in de algemene -farmacologie en de me dische statistiek. Sinds 1 juni 1955 is dr. Rümke als wetenschappelijk hoofdambtenaar ver bonden aan het pharmacologisch labo-a torium der Vrije Universiteit. In 1957 verkreeg hii op zijn verzoek toelating als privaatdocent aan de Vrije Univer siteit voor het onderwijs in de medische statistiek. Het aperitief voor dames en heren Zo pittig! Zo opwekkend! Per hele fles f 6.15 Advertentie kalmeert de zenuwen zonder slaap te verwekken! Beroepingswcrk GEREFORMEERDE KERKEN Examens: aan het Zendingsseminarie te Baarn slaagde voor het zendmgsexa- men: ds. C. M. Overdulve te Ant werpen. CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Vineland. Ontario-Canada. Old Christ. Ref. Church: W. van 't Spijker te Drogeham. (Van onze sociaal-econ. redactie) Meldden zich gedurende 1959 onder de normale programma's 29.058 personen aan voor emi gratie, in 1960 bedroeg dit aantal 22.521. Rekening zal moeten wor den gehouden met een voort gaande daling gedurende 1961, tenzij de omstandigheden zich wijzigen. Aldus de secretaris-direc teur van de Christelijke Emigratie Centrale, de heer T. Cnossen, in zijn heden verschenen jaarverslag over 1960. In genoemde cijfers zijn niet begre pen de aanmeldingen in het kader van de Pastore Walter Act, die aan uit In donesië gerepatrieerden de gelegenheid biedt onder een speciaal schema naar de Verenigde Staten te emigreren. Telt men deze aanmeldingen bij genoemde cijfers, dan blijkt het totaal aantal over 1960 30.556 te bedragen tegen 40.607 in 1959. Uit het verslag blijkt dat de Christe lijke Emigratie Centrale zich op het standpunt heeft gesteld dat het beleid en de organisatie van de emigratie in we zen en opzet gehandhaafd dient te blij- Zoals bekend zijn er de laatste tijd stemmen opgegaan, die het tot nu Er lag een sfeer van bewogenheid over de jaarlijkse leden vergadering van het Prot. Chr. Nazorgverband, die gisteren in Utrecht werd gehouden, een sfeer die veroorzaakt werd door ernstige gebeurtenissen in de organisatie. Het overlijden van de heer G. J. van der Ploeg (altijd de ziel van deze vergaderingen) heeft de vereniging beroofd van zijo secretaris, tevens directeur van het bureau en ernstige ziekte noopte de voorzitter, drs. R. Westera, zijn-functie neer te leggen. Ds. L. J. de Goede uit Aalten presi deerde als vice-voorzitter de vergadering en stelde in zijn openingswoord vast. dat het PCNV zijn werk niet anders kan doen dan In geloofsverbondenheid met Chris tus en Zijn opdracht tot ontferming over hulpbehoevenden, in dit geval geestelijk minder begaafden. Ds. De Goede her innerde aan de bijzonder toegewijde ar beid van de overleden secretaris-direc teur. die hij de pionier van de BLO-na- zorg noemde en uitte de grote dankbaar heid welke niet alleen de organisatie, maar ook vele geestelijk gehandicapte kinderen en volwassenen aan zijn nage dachtenis zijn verschuldigd. Staande her dacht de vergadering de heer Van der Ploeg. Hartelijke dankwoorden sprak ds. De Goede tot drs. Westera. die de vergade ring bijwoonde, voor diens verdienste- :rk: van de oprichting van het af was hij bestuurslid en sinds lijk wi PCNV 1953 de onvermoeibare voorzitter, die zich voor zijn taak grote persoonlijke op offeringen getroostte. De vergadering be noemde drs. Westera eenstemming tot erelid van het PCNV en ds. De Goede overhandigde hem een geschenk onder enveloppe. Drs. Westera zeide in zijn dankwoord dat het werk. waarvan hij noodgedwon gen afscheid moest nemen. ..een verrij king van zijn leven" voor hem is ge weest De vergadering had voorts belang rijke besluiten te nemen. Op bestuurs- voordracht koos men ds. De Goede tot voorzitter. Moeilijker was het, een be slissing te nemen omtrent de benoe ming van een nieuwe bureau-directeur, aangezien deze functie tot nu toe sa menviel met die van secretaris en men Juist dient te omlijnen. Een besluit us eerst deze taak (na het overlijden waargenomen door drs. De Goede en de penningmeester de heer H. P. Cor- dia) juist dient te omlijnen. Een be sluit hierover zal nader worden geno men. Besloten werd voorts, met het oog op de uitbreiding van de werkzaamheden die nu niet meer alleen de nazorg voor oud-leerlingen betreft, de naam van de organisatie te veranderen in „Prot. Chr. vereniging tot bevordering van de so ciale en pedagogische zorg". Ook bleek statutenwijziging nodig te zijn. waarover zeer lang werd gediscus sieerd. Tenslotte werd de vergadering het eens over de nieuwe omschrijving van het doel der vereniging, die haar werkzaamheden ziet toenemen en uit groeien. Die omschrijving luidt nu: „De vereniging stelt zich ten doel de bevor dering van de sociale en pedagogische zorg voor hen. die zich uit hoofde van een minder gunstige geestelijke, zintuig lijke of lichamelijke ontwikkeling niet of moeilijk zonder hulp in de maatschap pij staande kunnen houden". Tevens biedt statutenherziening nu de mogelijkheid dat regionale en provinciale organisaties die in de loop der jaren meer en meer het uitvoerende werk ter hand hebben genomen, lid van de ver eniging kunnen worden. Er zal dan sa menwerking zijn met besturen van scho- Ier en de onderwijzersvereniging(en) voor het BLO en met de verenigingen van ouders en vrienden van het afwij kende kind (Philadelphia), zulks met eerbiediging van de taak die zij hebben. De jaarverslagen welke ter tafel kwamen spraken van rustige voor uitgang en ontwikkeling van het werk, al worden op sommige pun ten de activiteiten nog gestimu leerd. De organisatie telt nu 53 leden en er bestaat bevredigende samenwerking met andere instel lingen en met de overheid. toe gevoerde emigratiebeleid drastisch willen wijzigen in verband met de schaarste aan arbeidskrachten hier te lande. Minister Van Rooij (sociale za ken) heeft naar men weet inmiddels de Raad voor de Emigratie verzocht hem advies uit te brengen over de grond slagen van het emigratiebeleid. In het gedeelte van het verslag dat handelt over de emigratie naar de Ver enigde Staten, wordt meegedeeld dat de Christelijke Emigratie Centrale met belangstelling heeft kennis genomen van de uitlatingen van president Ken nedy, dat hij de immigratie-wetgeving ir. zijn totaliteit wil herzien. De cen trale zou het toejuichen indien de na delige gevolgen voor Nederland, verbon den aan het quotum-systeem, opgehe ven zouden kunnen worden. Morgenmiddag wordt in Utrecht de jaarlijkse algemene vergadering van de Christelijke Ei~: Emigratie Centrale gehou- De apostel Paulus en zijn medewerker Silas worden in Phi- lippi gevangen gezet en opgesloten in de binnenste kerker. En om elke ontvluchtingspoging radicaal onmogelijk te maken worden zij met de voeten in een zwaar blok vastgezet. Het is een situatiedie op z'n minst weinig bemoedigend mag wor den genoemd. In volstrekte eenzaamheid en hermetisch afge sloten van de buitenwereld moeten zij de nacht doorbrengen en het ziet er niet naar uit, dat zij spoedig weer onder de open hemel zullen staan. Zitten zij zichzelf en elkaar te be klagen? Midden in de nacht worden de andere gevangenen wakker. Zoiets hebben zij nog nooit gehoord: door de dikke muren van de cellen horen zij zingen en bidden! Gods lof wordt gezongen door die twee vreemde gevangenen, die zo'n onrust in de stad hebben verwekt. U weet, dat later tengevolge van een aardbeving de deuren als vanzelf opengaan en de bewaker christen wordt, na een door Paulus verijdelde poging tot zelfmoord. Maar het gaat ons nu om dat zingen en bidden, in de allergrootste ellende. Het blijkt tóch mogelijk te zijn, dwars tegen de uiterlijke omstandigheden van zwarte misère in, te zingen en te bidden! En het gebeurt nog: hoevelen zijn er in de oorlog, toen zij door de bezetters waren opgesloten, niet zingend en biddend de dood ingegaan? Als dat kan, zou- den wij dan niet in onze staat van vrijheid en welvaart meer gaan zingen en bidden? Onder de titel „De morele ver antwoording van het experiment in de wetenschap" heeft de Unitas Studiosorum Amstelodamensium vandaag ter gelegenheid van haar tiende lustrum in het Tropen museum te Amsterdam een forum discussie belegd onder leiding van prof dr. L. Jongkees. PROF. DR. H. STELLWAG, hoogle raar in de pedagogiek aan de u"»versi- van Amsterdam, stelde zich de vraag of het pedagogisch experiment mogelijk is en moreel verantwoord. Een opvoedkundig experiment moet niet in dezelfde zin worden begrepen als een natuurwetenschappelijke proefneming. Het is niet herhaalbaar ei. niet volledig controleerbaar; een pedagogische situa tie is een historische situatie. Onder een pedagogisch experiment kan dus slechts worden verstaan het opzettelijk aan brengen van wijzigingen in een bepaal de situatie op grond van een vooral op- estelde hypothese en een geformuleer de doelstelling, waarvan men het ka rakter en het effect zo nauwkeurig mo gelijk met behulp van wetenschappelij ke begrippen tracht te omschrijven. De pedagogische situatie, de verhouding docentleerling, -ouderkind mag niet worden verstoord. Men kan moreel ge zien slechts verantwoord experimente ren door vergelijking van een wel en een niet bewerkte groep. DR. L. VAN DER HORST, hoogleraar in de zenuw- en geestesziek ten aan de Universiteit Van Amsterdam, meent, dat een wetenschappelijke voor uitgang niet -mogelijk is zonder risico's in de experimenten. Vele therapieën in de psychiatrie zijn ontdekt bij toeval, in experimentele situaties. Natuurlijk kan de gemeenschap én het individu schade lijden en dit impliceert de noodzaak van een uiterste voorzichtigheid en deskun digheid bij de experimentatoren. Maar naast een morele verantwoordelijkheid moet er voor de vooruitgang van de wetenschap ook een morele vrijheid mo gelijk zijn. PROF DR. L. HULST, hoogleraar in de interne geneeskunde aan de Rijks universiteit van Utrecht, betoogde dat op het ogenblik dat men een mens aan een experiment onderwerpt tal van nor men geëerbiedigd móeten worden. In feite is overigens iedere therapeutische ingreep bij een patiënt een experiment. Aan het experiment moeten gezonde ge dachten ten grondslag liggen en zo vraagt ieder experiment een planning die vaak in groepsverband moet worden opgesteld. Dit voorkomt op zichzelf reeds excessen. Dat een patiënt volledig moet worden ingelicht over de aard van het experiment en volledig moet worden ingelicht over de mogelijke consequen ties. staat vast. Bovendien is de toe stemming var de patiënt vereist. PROF. DR. J. KISTEMAKER, hoog leraar in de methodiek der natuurkunde aan de Rijksuniversiteit van Leiden, stelde, dat ieder mens slechts een onbe tekenend radertje is in de grote men sengemeenschap en dat niemand, ook niet de grootste geleerde een monopolie positie heeft. De morele verantwoording voor de bekendmaking van elke nieuwe vondst is daardooi altijd de verantwoor ding van een grote groep mensen die in netzelfde vakgebied werken. Nimmer zal een wetenschappelijk werker zich geremd mogen voelen bij zijn werk of de escapades van zijn geest De vrij heid van de geest staat hierbij op het spel. Natuurlijk Is het wel onverantwoorde lijk te achten indien een individu zonder controle van superieuren of teamgeno ten zijn individuele lusten op de mens heid zou kunnen botvieren. Daarom moet in teamverband worden gewerkt. Om in het grotere geheel tot een collec tieve verantwoordelijkheid te geraken is een integratie tot grotere politieke j en economische eenheden noodzakelijk. Dan wordt het verrassingselement tot een minimum teruggebracht. Dit laat ste onderstreepte prof. Klstemaker voorat uit hoofde van zijn ambt als kernfysicus. PROF. DR. b. ZUIDEMA, hoogleraar in de filosofie en de geschiedenis van de moderne wijsbegeerte aan de Vrije I Universiteit, constateerde, dat de we- tenschapsontwikkeling een bedenkelijke machtsuitbreiding tot gevolg had. Vol gens hem was een verantwoorde be- j neersing van de wetenschappelijke mo gelijkheden nooit goed opgelost en thans steeds minder mogelijk. Een metawe- tenschappelijk geloof heeft plaats moe ten maken voor een verwetenschappe lijkt geloof of een geloof in de weten schap. (Advertentie) Waakt Uw groenten zo lekker. Op het recreatiecentrum „Het Grote Bos" te Driebergen wordt van vrijdag 28 april 's avonds tot zondagavond 30 april een feestelijk weekend gehouden ter gelegenheid van het feit, dat het werk onder de naam „Jonge Kerk" twin tig jaar bestaat. De bezettende macht verbood destijds de Federatie van Hervormde Jongeren, een organisatie ter activering van de jonge hervormde gemeenteleden. Het. werk is toen onder de naam „Jonge Kerk" voortgezet. De jonge kerk brengt in de heiVormde gemeente de jongeren bijeen ter versterking van het hervormd kerkbesef. Het werk bestaat momenteel in ongeveer zeshonderd kerkelijke ge meenten. Het centraal georganiseerde vakantiewerk brengt jaarlijks ongeveer 1200 jongeren byeen. fféfc hteejt y&ikocfte m&Ji Ui SuAofn Alleenvert. N.V.Willem van Rijn, Amsterdam-W. - Postbus 8005 Vraag: Een moeder wordt op kosten van Sociale Zaken verpleegd in een rusthuis. Op haar spaarbankboekje staat een bedrag van 3000. Haar dochter in Canada wil hiervan de helft hebben, omdat zij dit geld hard nodig heeft. Komt nu de moeder te overlij den en hoort Sociale Zaken hiervan, kan Sociale Zaken eisen, dat uit dit spaargeld de kosten van de verpleging terugbetaald zullen worden? In dat ge val zou de zoon in Nederland wel voor een zware last komen te staan, om dat er ook nog begrafeniskosten be taald zullen moeten worden. Is het dus wel verantwoord dit geld nu reeds te verdelen? Antwoord: Moest van dit spaargeld geen opgave worden gedaan aan Soci ale Zaken? Ieder mag met zijn geld doen wat hij wil, mits hij zijn schuld eisers niet te kort doet. In dit geval aan het spaargeld van de stiefmoeder komen, dat op haar eigen naam op haar spaarbankboekje staat en kun nen zij ook dergelijke aanspraken ma ken op de spaarbankboekjes van min derjarige kinderen uit het tweede hu welijk? Wat is hiertegen te doen. aan gezien de stiefmoeder zelf werkt en geld verdient? Antwoord: Indien de stiefmoeder in gemeenschap van goederen gehuwd is, kunnen kinderen uit het eerste huwe lijk in geval van overlijden van hun vader inderdaad aanspraak maken op het spaarbankgeld van de stiefmoeder. Immers dit spaargeld valt in de te verdelen boedel. Als de man nog niet overleden is, is het zaak zo spoedig mogelijk een notaris te raadplegen en te trachten Ilot een billijke regeling te komen. Is zou er een schuld bestaan aan Socia- de man overleden, dan is in elk geval le Zaken wanneer de moeder komt te overlijden. Voordat dit geld verdeeld worde, zal alles met Sociale Zaken in het reine moeten zijn en het is wel raadzaam een voorziening tegen be grafeniskosten te treffen. Vraag: Is het mogelijk bij verhui zing colovinyltegels los te maken zon der ze te beschadigen en in het nieu we huls gebruiken Antwoord: In het algemeen is het on doenlijk colovinyltegels los te maken zonder ze te beschadigen. Het is ech ter mogelijk, dat de tegels gelegd zijn op een ondergrond van hardboardpla ten, hetgeen vaak gebeurt met vloeren, die niet volkomen vlak zijn. In dit ge val kan u de boardplaten in hun geheel opnemen en dit geeft veel minder be schadigingen. Vraag: Kunnen kinderen uit het eer de huiD van een notaris nodig, aan gezien er minderjarige kinderen zijn. De notaris zal dan eveneens raad kun nen geven, teneinde te zorgen, dat al les op zo billijk mogelijke wijze wordt afgewikkeld. Ook 'en aanzien van de spaarbankboekjes van de kinderen uit het tweede huwelijk ls de toestand niet zonder gevaar, omdat dit geld onttrokken is aan de huwelijksgemeen schap. Is de moeder op huwelijkse voor waarden getrouwd, dan zal de toestand wel veilig zijn, doch overleg met een notaris kan nooit kwaad. Vraag: Hoe kan ik te weten komen of door mij te kopen meubelen echt van teakhout zijn? Antwoord: Het is voor een leek bij zonder moeilijk om met zekerheid een bepaalde houtsoort te herkennen, daar het uiterlijk nogal eens variaties voor komen. Bovendien zijn eigenschappen en uiterlijk ook nog afhankelijk van de landstreek, waaruit het hout komt. Bij meubelen past men tegenwoordig veel meubelplaat toe, vooral voor gro te delen, zoals afelbladen, voetborden van ledikanten, en ook voor delen, die sterk gebogen moeten worden. Dit meu belplaat wordt voorzien van een fineer- laag van de gewenste fijne houtsoort. Dit is niet alleen goedkoper dan mas sief hout van bijzondere kwaliteit, maar dikwijls ook beter, omdat de meubelplaat minder last van trekken heeft dan massief hout en in vormen verwerkt kan worden, die men van massief hout bijna niet maken kan. Indien u meer wilt weten van hout soorten en gekleurde foto's wilt zien, dan raden wij het boekje Houtvade mecum" deel I, houtsoorten, uitgave P. N. van Kampen Zoon te Amster dam aan. Vraag: Bestaan er ook groene bloe men b.v. bij de orchideeën? Antwoord: In de natuur bestaan zelfs zeer veel groene bloemen. Men denke eens aan de vele graansoorten, de katjesdragers zoals noten, hazelaar, elzen, de brandbctel, enz. Deze bloe men hebben een eigenschap, die goe de bestuiving waarborgt. Het stuifmeel is namelijk zeer licht, zodat het door de wind verspreid wordt (de zg. wind bloemen). De kleur van dc meeste bloemen dient om insecten te lokken, b.v. als het stuifmeel kleverig is en niet door de wind verspreid kan wor den. In dit geval moeten de insecten het overbrengen, b.v. bijen. Toch zijn er uitzonderingen, b.v. de z.g. groe ne roos (rosa virids)ook bij de or chideeën ziet men soms bijna groene «te huwelijk van de overleden vader hout een natuurprodukt is zodat er in bloemen, o.a. bij de cypriperium (cy- pripeditum), die de laatste jaren ook wel paphiopedilum wordt genoemd. Voor de nodige bestuiving beschikken deze planten gewoonlijk over andere middelen om insecten te lokken, b.v. geur en honig. Vraag: De bovenste deur van onze haard heeft vijftien ruitjes. Eenmaal I heeft mijn vrouw de ruitjes met spi- ritus schoongemaakt en daarna ver- j toonde zich een blauwe gloed, die niet meer is weg te krijgen. Weet u hier tegen een middel? Antwoord: Naar onze mening kunt u die blauwe gloed niet meer wegkrijgen, j maar wellicht kunt u een kleine ver- j betering in de toestand brengen door de ruitjes voorzichtig te bewerken met heel fijne staalwol. Het is aan te be- I velen de ruitjes regelmatig schoon te houden, maar dit moet men doen wan neer de ruitjes koud zijn. Men neme 1 daarvoor liever een doekje met lauw water en vege van boven naar bene den nadat het stof verwijderd is. Vraag: Ik werk sinds geruime tijd I ongeveer twee of drie dagen in de week bij een ander. Er worden geen ziekte- of ongevallenzegels uitgereikt. Ik verdien 1.75 per uur en bij over werk ƒ2. Is dit wel volgens de norm i en heb ik recht op vakantie? Wie is aansprakelijk voor ziekte en ongeval? Antwoord: In de eerste plaats moet er worden uitgemaakt of hier sprake is van een arbeidsovereenkomst. Zon der nadere gegevens valt dit niet uit te maken. In de tweede plaats moet worden medegedeeld in welke bedrijfs tak er gewerkt wordt, zodat ook hier elk antwoord zonder nadere gegevens I uitgesloten is. Men wende zien tot de bedrijfsvereniging en, als men georga- niseerd is, tot de vakvereniging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2