(M)
ri
VERSCHENEN
..Inter li lm* zag vijf films
voor kerkelijke arbeid
Grenzen van staatstaak
in a.r.-staatsleer
WITTE KRUIS
ANDERZIJDS
„Vijfdaagse'" ook
in de mijnen
Een woord voor vandaag
T!I
Met aantal predikanten
niet aan plafond
nog
Geeft dokter het zijn eigen kinderen?
l/o&tang.&(ls
en
DE OVERVLOED AAN GELD
F.en van dc vreemdsoortigste verschijnselen in onze hausse is de enorme
toevloed aan geld en de hieruit voortvloeiende druk op de ren^e. Vreemd,
omdat in een oplopende conjunctuur eerder een tekort aan geldkapitaal en
een stijgende renten voor de hand zouden liggen. Het verschijnsel is echter heel
goed te verklaren. Een belangrijke bron was (en is nog altijd; de verkoop
van Nederlandse effecten naar het buitenland. In 1959 werd er na aftrek
van de aankoop van effecten in het buitenland voor 1014 miljoen netto
door de verkoop van effecten ontvangen; in 1960 was dit 652 miljoen. In
de tweede plaats ls die overvloed te danken aan het in de pas lopen van de
bestedingen. Tot nu toe zijn zij binnen de perken van de produktie gebleven,
waardoor er veel ruimte overbleef voor besparingen. En in de derde plaats
doet het bedrijfsleven regelmatig een beroep op dc banken. De kredietver
lening aan de bedrijven neemt dan ook van maand tot maand toe.
Het zou natuurlijk denkbaar zijn, dat die grote kapitaalstroom geheel
of nagenoeg geheel naar overheid en bedrijfsleven vloeide. Dit is echter niet
het geval geweest. Het bedrijfsleven is betrekkelijk bescheiden, omdat de
ondernemers bij ons gewend zijn de investeringen in de eerste plaats te
financieren uit winstinhoudingen. Voor zover die onvoldoende zijn, worden de
geldbeleggers te hulp geroepen. Wij lezen inderdaad in de krant regelmatig
van emissies maar zij vormen toch nog maar een deel van het bedrag dat
voor de ondernemingen beschikbaar zou zijn.
Ook de rijksoverheid zat niet direct om geld te springen o.a. door de
vele belastinggelden die binnen kwamen en het van tijd tot tijd uitschrijven
van kort- en langlopende leningen. Afgelopen maandag zat er in de schatkist
nog 595 miljoen. Teveel moeten wij ons hier weer niet op verkijken, omdat
deze voorraad in de komende weken grotendeels zal verdwijnen wegens
betalingen aan de gemeenten en aflossingen van kortlopende leningen, zodat
binnenkort op enigerlei wijze voor aanvulling moet worden gezorgd. Er is een
tijd geweest, dat de vlottende schuld van de gemeenten voortdurend opliep.
Dank zij de geforceerde leningpolitiek van de Bank voor Nederlandse Ge
meenten is deze schuld echter zeer sterk teruggelopen, zodat het peil van
deze schuld thans wel aanvaardbaar is. De BNG staat dan ook niet meer te
trappelen om geld aan te trekken.
De kapitaalovervloed zette vanzelfsprekend de rente onder druk. Dit
blijkt ln de eerste plaats uit de voorwaarden bij het uitschrijven van obligatie
leningen. Een jaar geleden kwam het rendement op leningen van de BNG uit
op 4,72 en bij de laatste lening van februari 1961 op 4,27 Deze kracht
werkt echter ook door op de koersen van de obligatieleningen. De geleidelijke
stijging betekent automatisch een daling van het rendement.
De minister van financiën heeft al enkele malen gepoogd de druk te ver
lichten door een obligatielening uit te schrijven, hoewel de schatkist het geld
niet nodig had. Zijn opzet was alleen om een deel van het overtollige geld te
bevriezen. Pal voor Pasen ging het gerucht dat ook zijn weg naar de pers
heeft gevonden dat de minister van financiën onmiddellijk na Pasen ander
maal met een lening voor de dag zou komen. Inderdaad ligt dit ook in de lijn
der verwachting maar op dit ogenblik is hier nog niets van bekend. Wel kan
aangenomen worden, dat het rendement weer lager zal liggen dan voor de
lening van eind februari (43%).
Er zijn nog wel meer wapens in de strijd tegen de geldovervloed, welke
wapens door de Nederlandsche Bank worden gevoerd. Wij noemen in de
eerste plaats de verhoging van het kasreservepercentage (een bepaald per
centage van de aan haar toevertrouwde middelen) dat de banken bij de
Nederlandsche Bank moeten deponeren. Hoe hoger dit percentage, hoe meer
geld er bevroren wordt.
Deze week heeft de centrale bank een ander wapen in de strijd gebracht.
Al geruime tijd wordt er voor gepleit om het buitenland weer in de gelegen
heid te stellen leningen op de Nederlandse markt te plaatsen. Hiervoor is
een speciale vergunning van de Nederlandsche Bank nodig, welke sedert 1955
niet meer is gegeven. Zij was namelijk bevreesd voor kapitaalvlucht en voor
het verstoren van het evenwicht op de kapitaalmarkt, waardoor de gemeenten
onvoldoende geld zouden kunnen aantrekken. Hier staat echter tegenover
dat een deel van het overtollige geld een rentegevende bestemming zou
krijgen en dat het buitenland jaarlijks voor die rente zou zorgen. Deze week
nu heeft onze centrale bank besloten openbare emissies van het buitenland
weer toe te staan, zij het dat zij van geval tot geval goedgekeurd moeten
worden. De lening moet in guldens luiden terwijl de opbrengst op een gul
densrekening wordt geboekt. Het geld lenende land krijgt derhalve de be
schikking over convertibele guldens.
Afgewacht moet worden of het buitenland van de nu geschapen mogelijk
heid gebruik zal maken. Uitgesloten is dit niet. omdat de rente bij ons lager
ligt dan bulten onze grenzen. Of die buitenlandse obligaties in de gratie van
de Nederlandse beleggers zullen vallen, is vers twee. De goedkeuring van de
Nederlandsche Bank moet namelijk niet als een aanbeveling worden be
schouwd. zodat de belegger zelf de stukken op hun waarde moet beoordelen.
Al met al, het vieren van de teugels door de Nederlandsche Bank is
principieel natuurlijk van belang, ook al omdat Amsterdam als financieel
centrum hiermee gebaat is. Het is echter moeilijk te zeggen of ook de prak
tische betekenis voor het bevriezen van geld zo groot zal zijn.
Nauwelijks had Interfilm op zijn
conferentie in Utrecht zijn prijs
voor de goede speelfilm aan Ing-
mar Bergmann toegekend voor zijn
„Wilde Aardbeien", of het interna
tionale gezelschap zette zich tot de
taak zijn houding te bepalen ten
opzichte van de film, die van spe
ciaal belang is voor de kerkelijke
arbeid. Gisteren op de eerste con
ferentiedag zag men liefst vijf
films achter elkaar, die in aanmer
king zouden kunnen komen, al
thans daartoe waren ingezonden,
voor de prijs voor die film, die
het beste beantwoordt aan de
eisen, die voor een film gemaakt
voor een kerkelijk doel gesteld
kunnen worden.
Allereerst introduceerde de heer R
G. Ellen uit Engeland de film van het
Publicity Committee of the bisdom Can
terbury Faith in your Fingers", een
kleurenfilm, die het dagelijks leven van
de mens in beeld brengt door enkel zijn
handen te laten zien. Toch kunnen deze
handen, die zo druk bezig zijn het werk
van „Martha" te verrichten, ook getui
gen van het werk van „Maria", n.l. daar
waar zij gebruikt worden in dienst van
de medemens. Dan straalt als het ware
het Geloof af van de vingers, die zor
gend in de wereld zijn. De film is spe
ciaal bedoeld voor mensen, die niet be
paald godsdienstig zyn om hen er bij
te bepalen, dat men in het leven van
alle dag het Evangelie daadwerkelijk,
als met de handen kan uitdragen.
In de discussie werd er algemeen op
gewezen, dat deze film wel een eenzij
dig aspect van het menselijk leven en
bedrijf toonde. Juist het grote van het
evangelie. de boodschap van zonde
en genade werd gemist. Wel werden
de lieflijke handen van de zorgende
moeder getoond, maar niet de handen
van de zondaar en naar hem toch
gaat Gods Hand op een zeer bijzondere
Advertentie
DE PIJNSTILLER
Kiespijn, hoofdpijn of griep onder
de leden? Neem Witte Kruis en u
bent het snel kwijt.
wijze uit. Overigens voldeed dit werk
van de Engelse regisseur R. E. Sloman
als film wel.
De tweede film, die vertoond werd
was het werk van de Franse filmpredi
kant ds. Henri de Tienda „Huguenots".
Een film, die het vorig jaar op de In-
terfilmconferentie te Hamburg ook al
was vertoond, zodat vele deelnemers
hem al kenden. Het is niet zozeer een
evangelisatorische film, als meer een
filmreportage van de viering van het
vierde eeuwfeest van de Franse Her
vormde Kerk in 1959 in Noyens en Pa
rijs gehouden. Deze film munt in het
bijzonder uit door de geïnspireerde wijze,
waarop onze Franse geloofsgenoten de
oude psalmen van Marot kunnen zingen.
Verrukkelijk en verfrissend zo de psal
men als strijdliederen der Kerk te be
luisteren.
Adam en Eva
Diepe indruk op vele aanwezigen
maakte de Zweedse experimentele film
„Adam en Eva". Een theologiestudent
uit Uppsala, de heer Sjöderberg, beeldt
in dit merkwaardige filmwerkje de zon
deval in het Paradijs uit. Niet echter
op de gebruikelijke wijze, maar fasci
nerend en actueel of de zondeval nu en
in onze tijd plaats vindt: twee kinderen,
een jongen en een meisje spelen in een
bos, waarin iemand met draaiende gla
zen bollen een soort planetarium heeft
ingericht Vol verbazing staan zij te kij
ken naar deze merkwaardige tuin. totdat
het meisje een van de bollen in haar
handen neemt en haarzelf daarin be
kijkt.
Het is alsof- Eva opnieuw de appel
heeft geplukt. De eigenaar van de tuin
komt boos aangelopen, de kinderen
vluchten weg en laten de bol vallen
het is een atoombom en een enorme
explosie maakt de aarde weer woest en
ledig. Even later ziet men twee jongens
spelen aan de oever van een meer. Zij
hebben een speelgoeddorp gebouwd,
waarin zij met dinky-toys „verkeertje"
spelen. Er ontstaat een autobotsing. De
jongens krijgen ruzie. Zij nemen een
plank en delen daarmee het dorp in
tweeën, in een Oost- en een Westge
deelte, een Kaïnszone en een Abelszone,
waaruit zij elkaar met speelgoedkanon
netjes beschieten. Ook hier is het einde
de totale verwoesting, want het water
uit het meer spoelt over het land en het
eens zo schone dorp wordt weggevaagd.
Algemeen werd deze film (die veel
wegheeft van de experimentele films
van de Nederlandse cineast Jan van
Hillo) beschouwd als een uitnemend
middel om bij een intellectueel publiek
de discussies op gang te brengen om
trent de zondeval van de mens en zijn
verwoestende uitwerking voor de mens
heid. De film werd Zweeds gesproken
en was daardoor niet geheel voor het
publiek toegankelijk, ware dit wel het
geval geweest, dan zouden de bedoelin
gen van de maker nog duidelijker tot
hun recht zijn gekomen.
WERKEN IN
DE BOUW
Ook vandaag nog enkele commentaren op
het regering-ibeeluit inzake de vijfdaagse
werkweek iu de bouwvakken. Het A 1 g e-
meen Handelsblad schrijft o.a.
„Een vijfdaagse werkweek is in deze tak
van industrie geen novum. Reeds vele ja
ren geleden bestond deze bij werken, die
veel niet-autochtone arbeidskrachten te
werk hadden gesteld; so b-v. bij de her-
stelwerksaamheden na de waterramp in
Zeeland. Bij sommige sectoren zoals de we
genbouw is de vrije zaterdag, om bedrijfs
economische redenen, reeds lang regel. De
bouwnijverheid stond dus voor de moeilijk
heid, dat terwijl in vele takken van be
drijf de vrije zaterdag werd ingevoerd of
stond te worden ingevoerd, zij zich kwalijk
aan deze algemene stroming kon onttrek
ken. terwijl bovendien binnen de bedrijfs
tak reeds ecu discriminatie op dit punt be
stond.
Hoewel wij de snelle invoering van de
verkorte werkweek en vrije zaterdag niet
zonder bezorgdheid waarnemen, moeten wij
in dit geval de vraag stellen wat de rege
ring met deze maatregel denkt te berei
ken. Een nieuwe richtlijn in het kader van
dc „vrijere" loonpolitiek, die de verant
woordelijkheid voor He loonvorming zoveel
mogelijk op het bedrijfsleven wil leggen, is
niet populair. In dit geval te minder, om
dat, zoals reeds gezegd, de vrije zaterdag
in de bouwnijverheid lang geen onbekend
verschijnsel was.
Hoopt de regering de capariteit van de
hnuwnijverheid hierdoor op peil tc houden?
Wij denken don aan liet spreekwoord dal
het met onwillige honden slecht hazen van
gen is. Uit psychologische overwegingen
lijkt ons deze beslissing daarom onjuist. Zij
zal eerder wrevel dan verhoogde werklust
veroorzaken."
Dat ook H et r ij e V o 1 k geen goed
woord heeft voor het regeringsbesluit ligt
voor de hand. Het blad zegt o.m.: „In dc
eerste plaats kunnen wij niet inzien, waar
om de regering nu met een nieuwe aan
wijzing moet komen. Zij schept daarmee
een ongelijkheid van behandeling tussen
dc bedrijfstakken en ondernemingen die er
vroeg bij zijn geweest met het aanvragen
van een verkorting van de arbeidstijd .en
de bedrijfstakken die er nu aan toekomen.
Tot nu toe is het mogelijk geweest, dat
het College van Rijksbcmiddelaars zijn
goedkeuring hechtte aan een verkorting
van de arbeidstijd tot 45 uur per week.
Dat gebeurde dan op grond van de be
staande algemene aanwijzing. Maar in het
vervolg kan dat niet meer. Tot bet einde
van de lopende c.a.o.'s kan de arbeidstijd
tot niet verder dan 46'^ uur worden terug
gebracht
Intussen is op een groot aantal werken
de vijfdaagse werkweek al ingevoerd. De
arbeidsinspectie beeft daartoe vergunning
gegeven en zij kan dat doen. al» de totale
werktijd niet wordt verkort. Straks aal dus
op deze werken 46'uur in vijf dagen wor
den gewerkt, of wel 1 uur en 18 minuten
per dag. Zou men nu in Den Haag werke
lijk menen, dat op bouwwerken een ar
beidstijd van "J uur co 18 minuten te ver-
weaenlijken ia?
GEZAMENLIJKE KERKBOUW
Enkele jaren geleden bleek dat
in de Noordoostpolder enige dor
pen een zeer gering aantal inwo
ners zou krijgen. Het gevolg
hiervan was dat de hervormde
en de gereformeerde groepjes in
Espel, Tollebeek en Kraggeburg
te klein waren om zelfstandig
een nieuwe kerk te kunnen bou
wen en onderhouden. In Kragge
burg, waar de hervormde kerk
reeds was gebouwd, werkte men
jaarlijks met een tekort. De op
lossing van deze problemen werd
de samenwerking van hervormd
en gereformeerd. In het her
vormd maandblad „De Kerkvoog
dij" schrijft Th. A. v. Hulst hier
over onder meer het volgende:
JURISTEN van beide kanten wer-
J den ingeschakeld en langzaam
maar zeker ontstond een concept
contract. Het prettige hierbij was
wel. dat altijd alle bezwaren aan
beide kanten dezelfde waren. Tegen
een stichtingsvorm waren grote be
zwaren, omdat bij problemen een
stichtingsbestuur zelfstandig zou
kunnen handelen, terwijl wij wil
den dat alleen de kerkeraden zou
den kunnen beslissen. Tegen het
eigendomsrecht van één der beide
kerken op een bepaald gebouw wa
ren Ln de gemeenten bezwaren,
daar één der beide gemeenten dan
altijd het gevoel zou hebben, slechts
gast ;e zijn, in het kerkgebouw.
De oplossing was feitelijk een-
voudig, n.l. gezamenlijk eigendom
van Gereformeerd en Hervormd
van een kerkgebouw. Beide kerken
oetalen dus evenveel aan een nieu
we Kerk en zijn gezamenlijk eige-
naar hiervan. Daar men in de dor-
oen een nieuwe kerk over het al
gemeen geen naam geeft, werd als
naam gekozen: Het „Protestants
kerkcentrum" te...
De overeenkomst zelf bestaat uit
10 artikelen, waaruit wij hieronder
een icort uittreksel zullen geven:
ART. I t.m. III
In artikel I wordt de samenwer
king omschreven voor de dorpen
EsdcI, Tollebeek en Kraggenburg
en wordt vermeld, dat in de eer
ste twee dorpen gezamenlijk een
kerk gebouwd zal worden, terwijl
in II vermeld wordt dat de Her
vormde Kerk haar kerk ln Krag
genburg voor de helft zal overdra
gen aan de Gereformeerde Kerk.
In III wordt omschreven, dat de
nieuwbouw te Espel en Tollebeek
voor de helft door beide Kerken be
taald zal worden.
ABT. IV
Hierin vinden we de clausule,
dat voor onderhoud en vernieuwing
beide Kerken de helft moeten bij
dragen.
ART. V EN VI
De leiding van de bouw en het
beneer in de toekomst zal worden
gevoerd door een beheerscommis
sie van zes leden, waarvan beide
Kerken drie leden zullen benoe
men. Deze besluiten bij meerder
heid van stemmen. Indien een lid
verhinderd is kan hij een secundus
zenden of een mede-commissielid
volmacht geven voor hem te stem
men.
Hierdoor kunnen dus onder alle
omstandigheden zes stemmen uit
gebracht worden. Verder wordt er
een huishoudelijk reglement in be
sproken. De kerkeraden kunnen
steeds commissieleden ontslaan en
vervangen door andere.
Indien er een geschil ontstaat
wat niet plaatselijk opgelost kan
worden, komt een conflictencom
missie in actie, bestaande uit 3 le
den aangewezen door de classis
der Gereformeerde Kerk en 3 be
noemd door de centrale Hervorm
de gemeente ..De Noordoostpol
der". Mocht ook deze commissie
geen oplossing vinden, dan wordt
de kwestie bindend beslist door
drie arbiters, waarvan beide Ker
ken 1 benoemen en deze beide sa
men de derde.
ART. VIII
Een der grootste problemen, nl.
het nu reeds vaststellen van een
redelijk bedrag wat uitbetaald moet
worden als één der twee Kerken
de combinatie wil verlaten, is ge
regeld in artikel VIII. Dit bepaalt
dat in een dergelijk geval de to
tale stichtingkosten inclusief de
grondaankoop verminderd worden
met 0,75 pet. per jaar gedurende
het aantal jaren dat de kerk in ge
bruik is.
De uitkomst hiervan wordt ver
menigvuldigd met een breuk, waar
van de teller is het bouwindexcij-
fer van het jaar van scheiding cn
de noemer is dit cijfer gedurende
het jaar van stichting. Van het be
drag wat dan ontstaat moet de
uittredende Kerk de helft ontvan
gen van de Kerk welke het gebouw
bemudt.
ARTIKEL IX
Dit is een garantie zowel van de
classis Emmeloord der Gerefor
meerde Kerk als van het college
van kerkvoogden der Hervormde
gemeente.
NAAST deze grote overeenkomst
is er een huishoudelijk regle
ment. waarin het aantal vergade
ringen van de beheerscommissie
en de orde van deze vergaderingen
bepaald wordt. Verder wordt het
gebruik van het kerkgebouw en de
nevenruimten bepaald.
De koster wordt om de beurt uit
beide Kerken benoemd.
Tenslotte worden hierin de begro
ting en rekening omschreven.
De kerkgebouwen zelf worden al
le net een bepaald aantal neven-
ruimten gebouwd en wel zodanig,
dat beide Kerken de beschikking
over een eigen kerkeraadskamer
heoben. Hierin worden tevens de
catechisaties gehouden.
Verder is er steeds een grote
zaal, met variërend naar de groot
te van het dorp 120200 zitplaat
sen, daarnaast een klein zaaltje
met ongeveer 20 plaatsen. Deze
beide laatste zalen zijn steeds drie
dagen per week ter beschikking
van teide Kerken.
De Kerk van Kraggenburg welke
reeds gebouwd was is einde de
cember voor de helft overgedragen
aan de Gereformeerde Kerk. Hier
wordt nog een verenigingszaal bij-
ge oouwd.
De kerk van Espel werd eind de
cember aanbesteed. Die van Tolle-
neek zal als u dit leest vermoede
lijk reeds aanbesteed zijn.
Beide Kerken gaan in goed ver
trouwen met elkaar in zee en het
prettige is wel. dat ln dc bouw
commissies niets te merken valt
van de verschillende Kerken. Het
is werkelijk zo, dat eendrachtig
wordt samengewerkt.
Voor hen, die interesse hebben in
de gesloten overeenkomst is op het
bureau der Vereniging van Kerk
voogdijen een exemplaar ter be
schikking.
vrede van Jeruzalem" klonk jammer ge
noeg niet door en daartoe had men wel
de kans gehad.
De vijfde en laatste mededinger is de
film van Jan van Hillo over het werk
van „Kerk en Wereld", geheten „Gfj zult
Mfjn getuigen zfjn". Een bijzonder goed
gemaakte film. waarin de onrust en de
onvrede van de moderne wereld gecon
fronteerd wordt met de vrede der Kerk.
echter een vrede, die er slechts is.
opdat de wereld haar ontmoete. En dit
toch de taak van „Kerk en Wereld",
dat speciaal de kerkelijke werkers wil
opleiden voor het getuigen in onze mo
derne wereld.
Deze film werd Nederlands gespro
ken. zodat vele buitenlandse deelnemers
moesten bekennen de bedoelingen niet
begrepen te hebben.
Naar algemeen werd aangenomen zal
de Zweedse inzending „Adam en Eva"
wel de prijswinnaar worden van de In
terfilm a%vard for the film in the ser
vice of the Church, maar daarover wordt
vanavond beslist, zodat u nog even ge
duld moet hebben.
Ev. Grolle.
De Mijnindustrieraad zal maandag
morgen a.s. in Heerlen vergaderen om
de nieuwe verordening tot invoering der
vijfdaagse werkweek in de mijnen en
de omvorming van de bijzondere pre-
ie in het openbaar vast te stellen.
Verwacht mag worden, dat dit una
niem zal geschieden, waarna de veror
dening nog ministeriële goedkeuring be
hoeft om met ingang van 15 mei van
kracht te worden.
De 58-jarige Kornelis Poot uit IJmui-
den is in de haven van Everett in de
Amerikaanse staat Washington verdron
ken. Hij was lid van de bemanning
van de zeesleper ..Utrecht" uit IJmui-
den Poot zou in het water zijn geval
len toen 'hij van de steiger aan dek
van de „Utrecht" wilde springen.
NED. HF.RV. KERK
Bermepen te Middelharnis: Iz. Kok te
Zegveld.
GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT)
Beroepen te Zalk en Veecaten: K. B.
Holwerda, kand. te Kampen.
Jeruzalem
De vierde film werd ingeleid door
drs. P. H. van Gorkum, directeur van
de Cefa, welke instantie de films van de
Lutheran Church of America uitbrengt.
Dit zijn films, die- speciaal bedoeld zijn
voor het zondagsschoolwerk. De ver
toonde film in casu, geheten: „Jeruzalem,
heilige stad" laat beelden zien van oud-
Jeruzalem, waar de z.g. „heilige" plaatsen
Selegen zijn. Deze film werd gesproken
oor een Arabisch jongetje, die al pra
tende zijn toeschouwers meeneemt naar
de bekende plaatsen in Jeruzalem. Het
was een enigszins touristisch filmpje over
de heilige plaatsen. Niet van een bepaald
sterke religieuze betekenis. Het be
zwaar, dat er een Arabisch en niet een
Joods jongetje sprekende wordt inge
voerd, heeft helaas te maken met de
„gespletenheid" van Jeruzalem. Juist in
dit oude gedeelte van Jeruzalem wonen
geen Joden, omdat het in Arabische
(Jordaanse) handen is. Op de gespleten
heid van Jeruzalem werd helaas niet ge
wezen en dat moet bepaald als een mis
ser worden beschouwd. Het „bidt om de
(Advertentie)
t
Gisteren promoveerde in Am
sterdam aan de V.U. de griffier
van de Tweede Kamer, mr. A. C.
de Ruiter. Na de promotie felici
teerde minister J. van Aartsen
de jonge doctor.
Het is niet zo best, als van iemand wordt gezegd, dot hij
praat over dingen waar hij geen verstand van heeft. Er zijn
maar heel weinig mensen (als zij er al zijn), die zich er nooit
aan schuldig maken. Als we ons eens bepaalden tot het pra
ten over zaken, waarvan we, door ons werk of door onze
opleiding, wèl iets afweten, don zou er heel wat minder ge
kletst worden en zou er ook heel wat minder onenigheid zijn
op de wereld! En dat geldt dan nog maar het verkeer tussen
mensen onderling. Veel erger is, dat we er zo vaak het handje
van hebben meningen te verkondigen over wat God doet of
niet doet, maar eigenlijk móest doen. En dat kan een hele
tijd doorgaan! In het leven van Job maakt God er op een ge
geven moment een eind. aan. Alleen maar door enkele vragen
te stellen. Job ontdekt wat hij in feite heeft gedaan •en hij
komt tot deze uitspraak: „Ik verkondigde zonder inzicht, din
gen, mij te wonderbaar en die ik niet begreep." Dat is een
ruiterlijke erkenning, maar zij kwam ten koste van heel wat!
Denkt u toch niet, dat u God kunt narekenen en Hem hebt
te vertellen wat Hij moet doen, met u-zelf en met de wereld.
Die vergissing, dat praten over dingen, die u niet begrijpt en
die u bovendien niets aangaan, kan u in de allergrootste
moeilijkheden brengen!
FONGERS
geeft de moderne toen aan!
Stem in en koop een FONGERS
de keus voor
hei leven!
Mr. De Ruiter promoveerde aan V.U.
Parlement toonde
belangstelling
(Van onze parlcmentsredactie)
MR. A. C. DE RUITER, commies
griffier van de Tweede-
Kamer, is gistermiddag aan de
Vrije Universiteit gepromoveerd
de stalenboeken van
de unieke nieuwe
R D-collectie behang
jaargang 1961.
Onbegrensde mogelijk
heden voor een prach-
tige begrenzing van
„Uw kamer van Ik"
Vraag de boeken (ge
heel vrijblijvend) ter
Inzage aan Uw behang-
leverancier.
RATH DOODEHEEFVER
Dc regering «tuurt aan op maatregelen I «wakt «ij haar geiag en tegelijkertijd
die niet worden uitgevoerd. Daarmee ver-1 brengt tij onruat in de bouwwereld."
Ds. J. van Bruggen op Asser synode
onzer verslaggevers)
Na afdoening van enige stukken
inzake de Theologische Hogeschool
der gereformeerde kerken (vrijge
maakt) te Kampen, op de te Assen
vergaderende synode van deze
kerken, heeft de praeses, ds. J.
van Bruggen, herinnerd aan een
uitspraak van de rapporteur,
ouderling G. Grasdijk: „Er loopt
door de verslagen der hogeschool
een gouden draad der dankbaar
heid."
Ds. Van Bruggen meende dat het goed
is om daarop te letten. Dat een kleine
kerkgemeenschap deze hogeschool mag
bezitten en onderhouden is een grote
genade. Daarna nodigde hij jonge mensen
uit om zich beschikbaar te stellen voor
de dienst van God in het predikambt
Nu schijnt daarin een crisis te zijn
aangebroken. Sommigen zijn spoedig ge
neigd te zeggen: we hebben niet zoveel
theologische studenten meer nodig, want
alle plaatsen zijn bezet.
Ds. Van Bruggen stemde daarmee niet
in. Als men ervan uitgaat dat zeven
honderd zielen het maximum is voor de
bearbeiding door één predikant, dan zijn
er nog verscheidene gemeenten, waar
men twee drie predikanten méér kan
gebruiken. „Wij zitten aan het plafond",
verklaarde ds. Van Bruggen.
Het is trouwens een droeve zaak. „In
dertijd hebben we voor onze hogeschool
gebeden. God heeft die gebeden willen
verhoren. Maar nu komen we in een
situatie als vóór de tweede wereldoorlog,
dat wanneer de gaven geschonken zijn,
zij enigermate beschouwd worden.als iets
waarmee men niet goed weg meer weet."
Daarom adviseerde ds. Van Bruggen
aan te houden in het gebed of God wegen
wil openen, waardoor alle afgestudeer
den aan de hogeschool een plaats in de
kerken kunnen krijgen.
'Jnderwijsbennemingen
Benoemd tot onderwijzeres; aan de
Marijkeschool te 's-Gravenzande: J.
dijkma te Leiden; aan de le Park Ro
zenburg-school te Rotterdam-Kr.A,
Bijlsma te Rotterdam: aan de T.H. v
Eeghen-school te Aerdenhout: L. Struyk
te Haarlem; aan de Pr. Irene-school te
Goes: N. Bosselaar te Ellewoutsdijk;
tot doctor in de rechtsgeleerdheid.
Tijdens de promotieplechtigheid
in het Amsterdamse Woestduin-
centrum verdedigde hij zijn proef
schrift, getiteld „De grenzen van
de overheidstaak in de anti
revolutionaire staatsleer".
De dissertatie, die bij de uitgevers-
mij. J. H. Kok te Kampen is versche
nen, wordt voor het grootste deel 'in
beslag genorpen door een historisch
overzicht, waarin de denkbeelden over
de staatstaak van o.m. Groen van Prin-
sterer, Kuyper, De Savornin Lohman,
Fabius en Colijn worden behandeld. De
meeste aandacht krijgen de geschrif
ten van dr. A. Kuyper, die door het
poneren van het beginsel van de „soe
vereiniteit in eigen kring" van grote
invloed is geweest op het a.r.-denken
en -handelen. Van de nog in leven zijn
de auteurs staan vooral de ideeën van
prof. Dooyeweerd in het middelpunt.
Ook wordt aandacht geschonken aan
de discussie over de staatstaak, die
prof. Van Riessen en minister Zijlstra
enkele jaren geleden voerden.
Dr. De Ruiter verwerpt de opvat
ting dat er bepaalde terreinen zijn,
waarop overheidsbemoeiing a prio
ri ontoelaatbaar is. De principiële be
grenzing van de overheidstaak zoekt
hij in de constante structuur van de
staat, die de publieke gerechtigheid
tot leidend beginsel heeft. Dit impli
ceert volgens hem, dat het algemeen
belang de overheid steeds tot richt
snoer behoort te dienen. Een belang
rijke beperking voor het staatsingrij-
pen is naar zijn mening gelegen in
de wezenlijke zelfstandigheid van de
niet-statelijke gemeenschappen en
structuren.
Tegen het proefschrift en de eraan
toegevoegde stellingen werden beden
kingen aangevoerd door mr. L. G. Wan-
sink, plaatsvervangend directeur-gene
raal van economische zaken, prof. mr.
dr. I. A. Diepenhorst en prof. mr. W.
F. de Gaay Fortman. In zijn stellin
gen verwerpt dr. De Ru'iter o.m. de
Zuidafrikaanse wet tot „apartheid" in
de kerken als in strijd met de aard en
de wezenlijke zelfstandigheid van de
kerk. Ook aeht hij verplicht onderwijs
in de staatsinrichting op het gymnasi
um wenselijk.
De promotor prof. mr. dr. L. W. G.
Scholten, gaf na de promotieplechtig-
he^d uiting aan zijn waardering voor
het werkstuk van dr. De Ruiter. Zo
ook prof. Diepenhorst, die, vol scherts,
niet kon nalaten erop te wijzen, dat
de meeste oppositie tegen het proef
schrift van een promovendus, die nauw
verbonden is aan de Tweede Kamer,
door Eerste-Kamerleden (Diepenhorst,
De Gaay Fortman) was gevoerd.
Uiteraard bestond voor deze promo
tie grote belangstelling. Minister Van
Aartsen was aanwezig met zijn echtge
note. voorts o.m. dr. J. Schouten, dr.
L. G. Kortenhorst, voorzitter van de
Tweede Kamer, dr. H. W. Tilanus, dr.
J. A. H. J. S. Bruins Slot en met hen
nog talrijke andere Tweede-Kamerle
den, griffie-functionarissen van be'ide
Kamers en vertegenwoordigers van de
A.R.-Partij en de Dr. A. Kuyperstich-
ting.
Met PRACHTBIJTS,
Ja, dat weet ik thansj
krijgt al het hout
zó'n milde glans.
W/ACI1TKAMERS VAN DOKTOREN en tandart-
sen maken een mens onzeker. Dan kunnen er
modern „verantwoorde" meubeltjes staan in geel
en grijs, je zit er toch nooit lekker. Dan kunnen
er high-brow periodieken liggen voor particuliere
en beduimelde leesportefeuilles voor fondspatiën
ten. niets vermag de gespannen sfeer te breken.
Veel patiënten doen een poging zich al pratende
van hun onrust te bevrijden, waardoor de ver
krampte gezichten van de toehoorders nog bleker
worden. Tot dat de eigenaar van het verkrampte
gezicht zelf de gelegenheid krijgt zijn sensationeel
ziektebeeld te spuien. Zijn verhaal is als tonicum,
doch uitsluitend voor eigen gebruik.
Iedere steenpuist, iedere bloedarmoede schijnt
van wereld-betekenis te worden, zodra het mijn
steenpuist en mijn bloedarmoede is.
Ik zit nu in de wachtkamer van mijn huisarts
en kijk de rij eens langs en vraag me af wie zal
starten. En ja hoor, nummer één begint. Hij on
derstreept zijn verhaal met veelbetekenende blik
ken op de deur van de spreekkamer„Hij begint
natuurlijk weer te laat. Hij had al vijf minuten
bezig moeten zijnO, hij is kundig hoor, nie
mand zal mij horen zeggen, dat hij niet kundig is,
maar iJc blijf zeggen, dat ie ruw is. Want neem
nou die spit van mij hè, mens wat heb ik een
pijn geleden, waarom moet zo'n dokter nou, ter
wijl hij wéét dat ik zo'n pijn heb. een dikke naald
gebruiken voor een injectie? Of hij met een dun
ne naald niet even goed kan spuiten, terwijl een
kind snapt, dat een dunne naald minder pijnlijk is
dan een dikke. Daarom zeg ik: hij is kundig, zeg
ik, maar ruw, dat is ie.
Dan is er een bleke juffrouw, die met zachte lij-
densstem vertelt over haar duizelingen en geen-
trek-in-eten. Het is haar niet gegund haar verhaal
af te makenwant het zoontje van de dokter komt
binnen en slaat alle relazen stuk met zijn zorgen.
Hij zou zo graag een trein willen hebben, maar
„ik heb geen trein, want mijn vader is erg arm
en zodoende. Maar hij is wel aan het sparen voor
een trein, dat wel. Hij moet nog tien nieuwe pa
tiënten hebben en twee „vervallingen" doen, dan
heeft hij genoeg, maar ja, dat duurt natuurlijk
nog hèééèl lang".
Dan komt er een meisje binnen, kennelijk door
haar moeder voor het eerst alleen op de dokter
afgestuurd. Ze is wat beverig en de onrust straalt
haar uit de ogen.
Zij wordt door de vierjarige op wrede wijze ver
welkomd: „Moet jij naar mijn vader? Nou als je
maar weet, dat hij iedereen in zijn billen prikt
hoor. Met een naald!
Voordat iemand de situatie heeft kunnen redden
is het meisje verdwenen. Angst voor medische
mishandeling heeft haar snelheid tot het uiterste
opgevoerd.
Ik vrees, dat de trein van het jongetje nooit bij
elkaar gespaard wordt. Want hoe krijgt deze dok
ter ooit tien nieuwe patiënten, als hij iedereen
maar prikt? En dan nog wel met een dikke naald!
Hoewel hij is kundig, niemand zal van mij ho
ren, dat hij niet kundig is.
MINK VAN RIJSDIJK.