UW MAAT BESTAAT
IN HERENCONFECTIE
Uw probleem is het onze
KRONIEK
Moet bevestigingsformulier
diakenen herzien worden?
Geref. synode te Assen
aanvaardt voorstellen
TMEZ
Anof-rapport vijfdaagse
schoolweek aanvaard
Ambtsaanvaarding van
dr. J. van den Berg
Een kanttekening
KINDEREN - LUSTEN EN LASTEN
STOER MAAR DOM
RTNBENDE'S
Stanley Jones
naar Nederland
Instelling hervormd
jongeren diakonaat
Een woord voor vandaag
Oratie over: „Twee regimenten, één Heer"
MAATSTAF
VOOR
PASSENDE
KLEDING
s
ONZERZIJDS
Een laatste categorie, die kritisch staat tegenover het door de regering
gevoerde bevolbings- cn ruimtebeleld, wordt gevormd door de tegenstanders
van klnderbljslagvoorzieningen. Juist op dit ogenblik, nu een nieuwe kinder-
bijslagrcgeling bezig is tot stand te komen, wordt deze kritiek vernomen,
soms grof en luid, soms op een voorzichtige toon, die blijk geeft van een
doordacht oordeel.
Deze groep kritici begaat niet de fout die, zoals wij gisteren zagen, de
tegenstanders van de emigratiepolitiek maken. Zij laat zich geen rad voor
de ogen draalen door het huidige tekort aan arbeidskrachten. Juist omdat
zij beseft, dat dit verschijnsel tijdelijk kan zijn, maar een ander verschijnsel,
onze snelle bevolkingsgroei, niet op vrij korte termijn aan wijzigingen onder
hevig is, formuleert zij haar kritische wensen. In de vragende vorm uitge
drukt komen deze doorgaans hierop neer: „Is het wel juist door middel van
kinderbijslagvoorzieningen de gezinsvorming te bevorderen althans niet af
te remmen in een land als het onze, dat zich kenmerkt door een zeer grote
bevolkingsdichtheid en een zeer snelle bevolkingsgroei?"
Twee instanties hebben zich onder dit motto in verband met de behan
deling van het wetsontwerp Algemene Kinderbijslagverzekering tot de
Tweede Kamer gewend. Het zijn de Stichting Bevolkingsbeleid en de Stich
ting Volk en Ruimte. Van deze laatste stichting, die de voorlichting van het
Nederlandse volk over het bevolkingsvraagstuk ten doel heeft, is prof. dr.
J. P. van Rooljcn, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, vice-voorzitter.
De Stichting Bevolkingsbeleid heeft haar standpunt belichaamd in een
brochure, getiteld „De betekenis van de kinderbijslag en haar invloed op de
bevolkingsaanwas." Zij deed dit op een wijze, die niet alleen ernstige beden
kingen oproept, maar waarvan men bijna, gezien de materialistische benade
ring, een nare smaak in de mond krijgt. Voor zover op het achterbalcon van
de tram wordt gesproken over kinderbijslag en gezinsgrootte, staat de dis
cussie vaak wel op hoger peil dan in deze brochure.
Bevolkingsbeleid bestrijdt de verzekeringsvorm van het wetsontwerp,
omdat men naar haar oordeel zich verzekert tegen zaken, die men niet zelf in
de band heeft. De geboorte van een kind is echter van onze wil afhankelijk.
De Indruk wordt gewekt, dat men op grond van onze bevolkingsdichtheid
onverantwoordelijk handelt, wanneer men een groot gezin vormt. Het zou
onjuist zijn, dit onverantwoordelijk gedrag nog extra te belonen in de vorm
van kinderbijslag. Wil men een groot aantal kinderen, dan moet men zichzelf
maar bepaalde luxe (tv-toestel e.dj ontzeggen. Vervolgens vraagt Bevol
kingsbeleid zich af, of het aanvaardbaar is, dat de één betaalt voor de vele
kinderen, die de ander zich veroorlooft.
Geheel speculatief wordt de brochure, wanneer wordt getracht te „be
wijzen" dat het invoeren van kinderbijslag in bepaalde landen, met name
Frankrijk, de bevolkingsgroei heeft bevorderd. Als men ziet, dat in een
bepaalde periode na het invoeren van een kinderbijslagregeling de bevolking
snel gegroeid is, kan de kinderbijslag hiervan een oorzaak zijn. Men kan het
echter ook anders stellen: De wens, een kinderbijslagregeling in te voeren,
staat niet los van de gedachte, dat dc gezinsvorming bevorderd moet worden.
En zo kan men precies omgekeerd als Bevolkingsbeleid stelt, met grond be
weren, dat kinderbijslag veeleer een gevolg dan een oorzaak van de lust tot
gezinsvorming is.
DE Stichting Volk en Ruimte benadert het vraagstuk veel omzichtiger.
„Hoewel wij geenszins willen beweren", zo wordt in het adres aan de
Tweede Kamer gesteld, „door een strikte bewijsvoering precies te kunnen
aantonen in welke mate het bestaan en de hoogte van de kinderbijslag de be
volkingstoeneming bevorderen, menen wij, dat de veronderstelling dat een
dergelijke relatie in het geheel niet zou bestaan, beslist ongefundeerd is. Wij
achten de bevolkingsgroei zo ernstig, dat uit demografisch oogpunt een po
litiek, die ertoe kan bijdragen, een daling van het geboortecijfer te ver
hinderen of te remmen, uiterst kritisch dient te worden bezien."
Nergens in haar adres spreekt Volk en Ruimte zich tegen de voorgestelde
kinderbijslagregeling uit. De bedoeling is slechts in het kader van de behan
deling van het wetsontwerp meer aandacht te schenken aan de bevolkings
ontwikkeling, dan deze tot nu toe heeft gekregen. Gesteld wordt, voor welke
grote problemen deze groei ons land stelt: er moet veel werkgelegenheid
worden geschapen, dure verkeersvoorzieningen zijn nodig, recreatieruimte
mag niet achterwege blijven, de woningnood is mede ten gevolge van onze
grote bevolkingstoename nog niet opgelost.
In haar adres verklaart Volk en Ruimte uitdrukkelijk, een „gezond
gezinsleven" een der pijlers van het volksbestaan te achten. „Wij zijn echter
geenszins van mening, dat een „gezond gezin" synoniem is aan een „groot
gezin". Wij zijn ervan overtuigd, dat een waarlijk gezond gezinsleven slechts
mogelijk is, indien de ouders zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid,
die bij de gezinsuitbreiding op hen rust. Dat er aan dit verantwoordelijkheids
gevoel dikwijls veel ontbreekt, mag allerminst een reden zijn het nog te
verzwakken; deze verzwakking mag worden verondersteld op te treden,
wanneer de grotere zorg die de opvoeding van een groot aantal kinderen eist,
ten dele wordt weggenomen door het scheppen van een recht om deze
zorgen op de gemeenschap af te wentelen. Waar deze gemeenschap tal van
personen omvat, die de snelle groei van de Nederlandse bevolking met een
zekere mate van ongerustheid vervult en die zichzelf in de gezinsvorming
beperkingen opleggen, is het moeilijk te aanvaarden, dat zij mede moeten
bijdragen in de kosten, verbonden aan een onbeperkte voortplanting door
anderen."
De benadering van Volk cn Ruimte verdient ruimere aandacht, omdat
hieruit oprechte en welgemeende bezorgdheid spreekt. Dit wil nog niet zeg
gen, dat alles wat Volk en Ruimte betoogt zonder meer beaamd moet worden.
Met name van christelijke zijde zal men naar voren brengen, dat ook aan
dacht geschonken dient te worden aan de godsdienstige motieven, die bij de
gezinsvorming een rol kunnen spelen. En ouders met kinderen zullen stellen,
dat het opvoeden van een kind veel meer kost dan men op grond van de
kinderbijsJagregeling ontvangt. Ook mét kinderbijslag legt het bezit van
kinderen aan ouders financiële zelfbeperking op, die niet aanwezig zou zijn
bij het ontbreken van kinderen.
Wanneer het adres van Volk en Ruimte veronderstelt, dat het verstrekken
van kinderbijslag de verantwoordelijkheid van de ouders bij de gezinsvor
ming kan verzwakken, willen wij van onze zijde hieraan toevoegen, dat
omwille van het mogelijke gebrek aan verantwoordelijkheid de kinderbijslag
niet achterwege dient te blijven. De positieve bijdrage, die deze bijslag bij
de opvoeding kan leveren, ls daarvoor te groot.
(Van onze kerkredacteur)
In zijn openingswoord van de
negende conferentie van christe-
lijk-gereformeerde diakenen vroeg
de voorzitter, de heer C. Drieën-
huizen zich af of het bevestigings
formulier van diakenen niet op de
helling moet. Hoewel het formu
lier ook spreekt van het spreken
van „troostrijke woorden" meende
hij toch dat het de taak van
inzamelen en uitdelen te zeer be
klemtoont. Op het terrein van de
diaconie is na de oorlog zeer veel
veranderd en volgens de heer
Drieënhuizen ten goede.
De voorzitter sprak in dit verband
zelfs van een „diaconale bewustwor
ding". maar hij was van mening dat
er nog een heel terrein braak ligt. Er
is echter in onze naoorlogse jaren een
nieuwe diaconale aanpak gekomen. Het
inzicht b :ekt baan dat een diaken ook
een geestelijke taak heeft ten opzichte
van de kerk en al haar leden. Zo zijn
de principes van de oude kerk weer op
nieuw ontdekt.
Er moeten verschillende voorwaarden
gesteld worden. Zo moet een diaken zich
geroepen weten, bewegen zijn. Hij moet
de gemeente activeren tot dienstbetoon.
Daa m is het noodzakelijk dat er stu
die gemaakt wordt van de nieuwe ta
ken. Een ingewortelde traditie kan scha
de doen aan de geestelijke opdracht.
Het referaat van de heer P. Wardek-
ker uit Groningen was er geheel op ge
richt deze studie te bevorderen. Hij
bracht vier stellingen naar voren:
Een gesprek onderscheidt zich van
een conversatie als een huwelijk van
een kennismaking.
Het beheersen van een goede ge
sprekstechniek is even nodig als het
bezitten van een rijbewijs bij snel
verkeer; maar men bedenke: een rij
bewijs geeft nog geen garantie voor
een juiste verkeersmentaliteii.
De moderne mens verwacht de
ambtenaar en sluit zich af; wie bet
ambt draagt kan openen.
9 Waar de functionaris komt, heerst
vervreemding; wie bij de naaste knielt,
maakt zelfs een weg, die tussen ro
vers afdaalt, tot een compositie van
gemeenschap.
Tijdens de vergadering werd opge
merkt dat de twee rapporten die op de
vorige synode van Rotterdam-C. bespro
ken werden in 1962 weer aan de orde
zullen worden gesteld. Het betreft hier
een rapport dat de verhouding diaco-
nie-overheid aan de orde stelt en een
rapport dat diakenen vertegenwoordigd
wil zien op de meerdere vergaderingen.
Op de vergadering werd afscheid ge
nomen van de Amsterdamse predikant
ds. G. Bilkes, die jarenlang adviseur
van de vereniging is geweest en redac
teur was van het blad „Diaconaal Con
tact". In deze laatste functie zal hij
worden opgevolgd door de Groninger
diaken, de journalist H. W. v. d. Brink.
Dit zet De Volkskrant boven
een commentaar van de volgende inbond
„Tegen het eenstemmig advies van de
Stichting van de Arbeid in en over het
hoofd van het College van Rijksbemidde
laars heen heeft de regering rechtstreeks
ingegrepen in de voorstellen tot arbeids
tijdverkorting bij de bouwnijverheid. Haar
behoefte om plotseling zo'n stoere, maar te
vens bijzonder onverstandige houding ten
opzichte van het bedrijfsleven in te ne
men, moet voor een belangrijk deel zeker
worden toegeschreven aan dc paniek,
waarin ze dreigt te geraken door de la-
wine-achtige ontwikkeling van de kortere
werkweek bij de gemeentes, die ze gaar
ne gestopt wil zien. Dit rechtvaardigt ech
ter deze ngreep en dc voorstellen aan bet
bouwbedrijf in genen dele. Het snelle door
zetten van de verkorte werkweek zet onze
economie onder hoge druk; door een ver
standig hanteren van de spelregels beeft
men de zaak toch nog altijd in de band
kunnen houden. Nu echter is de volslsgen
onaanvaardbare figuur ontstaan, dat de
regering bevreesd, dat de toetsende in
stantie aan de hand van de bestaande spel
regels de voorstellen moet goedkeuren
met een nieuwe aanwijzing komt aandra
gen. Zo komt er natuurlijk niemand meer
uit. Op deze wijze is er geeo enkele ze
kerheid op grond waarvan voorstellen nu
uiteindelijk getoetst worden. Te vreemder
is deze gang van zaken, omdat de rege
ring zegt te willen overleggen met de Stich
ting, maar ondanks de unanieme afwijzing
onmiddellijk daarop met de maatregel
komt. Een dergelijke houding kan alleen
Advertentie
een pittige 'jonge'
jonge
White Label dubbele klare
f 8JS per literfles exclusief glts
Tijdens een kort bezoek dat hij
aan Nederland brengt, zal de evan
gelist dr. E. Stanley Jones op 24
april spreken in de Kloosterkerk in
Den Haag. Zijn onderwerp zal zijn:
„Is the Christian way, the way?"
Nadat hij gesproken heeft zal prof.
dr. E. de Vries, rector van het Insti
tute of Social Studies, in het Neder
lands etn korte samenvatting van de
toespnak geven. Ruim een halve eeuw
werkte d~ Jones in India. Tot voor zijn
komst had hc: zendingswerk zich daar
beperkt tot de pariah's en de leden van
de laagste kasten. Dr. Jones wist ech
ter ook de Intellectuele hindoes van de
hogere kasten en een groep islamieten
te interesseren.
Daarnaast maakte hij vele reizen
naar het verre Oosten, Malakka. Noord
en Zuid-Amerlka. Europa, Afrika.
Australië, Nleuw-Zeeland en Alaska.
(Van een onzer verslaggevers)
JN HAAR ZITTING van donder
dag heeft de generale synode
der gereformeerde kerken (vrij
gemaakt) de voorstellen aan
vaard, die haar al enkele dagen
in beslag hadden genomen, na
melijk over de vraag of door de
vorige synode (Spakenburg 158)
ten onrechte een aantal revisie-
verzoeken inzake de kwestie-
Goossens onontvankelijk waren
verklaard.
Deze onontvankelijkheidsver-
klaring hield verband met het
rechtstreeks indienen dezer ver
zoeken aan de synode en niet via
de mindere vergaderingen.
Hiertegen zijn toen bezwaren gere
zen en deze bezwaren werden nu door
de synode als juist erkend, niettegen
staande het verweer daartegen van dc
praeses dezer en de vorige syno
de, ds. J. van Bruggen te Assen. Deze
laatste hield staande dat de geldende
kerkenordening geen bepaling kent.
dat men rechtstreeks revisieverzoeken
kan indienen, al is de praktijk dan wel
eens anders geweest.
Gereformeerd kerkrecht, aldus ds.
Van Bruggen, heeft niet alles Juridisch
io onwrikbaar vastgelegd als dat in de
wereldlijke rechtspraak gebeurt. By de
toepassing van het kerkrecht gaat men
ervan uit, dat het gehanteerd wordt on
der gelovigen.
Ds. J. Faber te Schiebroek. die het
voorstel als rapporteur verdedigde,
bleex er echter bij dat de synode van
Spakenburg ten aanzien van de revi
sieverzoeken regelen gegeven heeft in
uitgewerkte en bindende vorm. Dit was
onjuist. De tweeërlei praktijk dient te
blijven gelden.
De synode ging (met vier stemmen
tegen één onthouding) met het voorstel
akkoord, zodat o.m. besloten werd,
„dat verzoeken om revisie van beslui
ten ener meerdere vergadering recht
streeks bij een volgende gelijksoortige
vergadering kunnen worden ingediend".
De synode beraadde zich voorts over
enkele zaken betreffende haar Theolo
gische Hogeschool te Kampen.
(Advertentie)
Advertentie
de sigaar waar
sheiks voor in doj
rij staan
AMIGO bijvoorbeeld.-]
'n nieuw 6 cents
sigaartje
maar tot sociale onrust leiden, omdat alle
zekerheid over het lot van voorstellen tot
verbetering van arbeidsvoorwaarden op
houdt, als de regering het toetsende colle
ge naar believen opzij kan schuiven
zelf rijksbemiddelaar gaat spelen."
De Telegraaf schrijft het volgende:
„Met de moed der wanhoop tracht de re
gering een dam op te werpen tegen de
vloedgolf van de 5-daagse werkweek, die
ons land dreigt te overspoelen.
Vooral uit concurrentie-overwegingen,
om in deze tijd van een groot tekort aan
arbeidskrachten te vermijden, dat het per
soneel elders gunstiger voorwaarden kan
bedingen, haast het bedrijfsleven zich te
voldoen aan de eisen der vakbeweging om
de 5-daag6e werkweek van 45 our in te
voeren. De regering tracht deze ontwikke
ling nog enigermate te stuiten door althans
nog dit jaar met een werkweek van 46
unr en twee vrije zaterdagen per maand
te volstaan. De regering heeft het grootste
gelijk van de wereld.
Een verkorting van dc werkweek van 48
tot 45 uur betekent een prodnktieverlies
meer dan 6 procent. Bovendien moet de
nationale economie nog een revaluatie van
de gulden met 5 procent verwerken, als
mede de loonsverhogingen, die bij bet af
lopen van CAO's worden overeengekomen.
Als men zich realiseert dat de ruimte in
ize nationale economie, gesehapen drtnr
de produktiviteitestijging, niet meer dan 5
proeent per jaar bedraagt, dan blijkt* wel,
dat men in Nederland bezig 'is te trachten
het onmogelijke probleem op te lossen
het verdelen van een pond vlees in tien
porties van een ons.
Wie mocht hebben verwacht, dat leidende
figuren in bedrijfsleven en vakverenigin
gen, in de politieke partijen en in de pers,
dit eenvoudige probleem wel zouden begrij
pen, komt bedrogen uit Er wordt aller
wegen scherpe kritiek op de regering uit
geoefend en er komt na zelfs een inter
pellatie in de Kamer, omdat de regering
ten aanzien van de bouwvakken het been
heeft stijfgehonden, nog wel de bouwvak
ken, die moeten voorzien in een nog steeds
dringende woningnood.
Kort na de oorlog hebben de communii
ten in Nederland dc leuze aangeheven van
hogere lonen en lagere prijzen. Aan deze
leuze was maar een kortstondig succes be
schoren, omdat bet Nederlandse volk voor
dergelijke onzin te verstandig is.
Het blijkt echter dat demagogische len
zen ook heden ten dage nog een grote aan
trekkingskracht uitoefenen".
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Goutum: R. K. de Jong te
Oosterlittens; te Loon op Zand: W. Vroeg-
indewey te Bleiswijk; te Zoetermeer: J.
R. Cuperus te Waddinxveen.
Benoemd tot bijstand in het pastoraat
te Bergeijk: dr. M. v. d. Voet, a.s. eme
ritus pred. te 's-Gravenhage.
Bedankt voor Almen: A. v. Roon te
Pijnacker.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Slootdorp: P. van Breugel
te Mildam.
Bedankt voor Siddeburen: J. Wolven
te Urk; voor Schiedam: W. Baas te Am
sterdam-W.
Benoemd tot hulppred. te Velp: J.
Meynen, a.s. em. pred. te 's-Graven-
hage-W.
Ontslag. De classis Harderwijk heeft
aan ds. A. Bolwijn te Werkendam op
zfjn verzoek en gehoord de door hem
aangevoerde redenen met ingang van
heden ontheffing verleend uit zijn amgt
als dienaar des woords, naar art. 14 van
de k.o. Ds. Bolwijn, die 35 jaar is, was
van juni 1958 tot april 1960 predikant
te 't Harde.
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
Beroepen te Culemborg: J. A. de Vries
kand. te Krommenie.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Tweetal te Oud-Beijerland: J. W.
Gronden te Enschede-O. en J. Kampman
te Riinsburg.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Krabbendijke voor de 2e
maal: Chr. van Dam te Rotterdam-Z.
In Den Haag is het jongeren dia
konaat tot stand gekomen in de Ne
derlands Hervormde Kerk. Vijfen
twintig jongeren legden ten over
staan van de voorzitter van de cen
trale kerkeraad, ds. W. Sijbrandij en
de voorzitter van het college van dia
kenen, de heer W. Wisman, de be
lofte af dat ze zouden meewerken in
het jongeren diakonaat en daarover
geheimhoading zonden betrachten.
Het jongeren diakonaat is ontstaan
uit een initiatief van de administrerend
diaken, mr. H. Wagenvoort en de jeugd-
predikant, ds. H. Sondorp. Het beoogt
het intensief en daadwerkelijk deelne
men van jongeren aan de centrale dia-
konale besturen en commissies, zoals
Boete doen, het hoofd buigen en erkennen, dat we ongelijk
hebben gehad, is een bijzonder moeilijk ding in ons leven.
Eerlijk toegeven, dat we ernaast zijn geweest en dat we ons
ernstig hebben vergist: wie kan de zedelijke moed daartoe
opbrengen? Liever houden we ons gelijk vol, vaak ondanks
de feiten en tegen beter weten in. Wat zijn we toch van ons
zelf overtuigd, dat wij alles goed weten en de wijsheid in
pacht hebben! Alleen maar een kwestie van karakter? Nee,
zelfhandhavingTegenover mensen kunnen we het dikwijls
lang volhouden. Tegenover God proberen we het ook, steeds
weer. Tot er een moment komt, waarop we er niet meer tus
senuit kunnen met onze praatjes en onze pogingen om te be
wijzen, dat wij het gelijk aan onze kant hebben. Job heeft
ook lang volgehouden, dat hij in zijn recht stond. Aan klach
ten en kritiek geen gebrek. Tot tenslotte Gods geduld ten
einde liep en Hij zelf ingreep. Dan staat Job met de mond vol
tanden en dan is dit eijn laatste en bijkans enige woord: „Ik
herroep en doe boete in stof en as". Deze zelfoverwinning
gaat ten koste van alle pretenties en betweterij. En zij komt
beslist niet tot stand door eigen denken of handelen. Zij
wordt gegeven aan ieder, die zich wil laten overwinnen.
phE hoofdbesturen van de drie
onderwijzersorganisaties, die
samenwerken in de „Algemene
Nederlandse Onderwijzersfedera
tie" (Anof) hebben tijdens een van
daag in Utrecht gehouden verga
dering hun goedkeuring gehecht
aan het interimrapport van een
de kerkelijk sociale arbeid, het rusthuis
en de ondersteunings-commissie.
Deze jongeren verdelen zich twee aan
twee over alle besturen en commissies,
wisselen na een jaar van plaats en
komen zo op de hoogte van het alge
mene diakonale werk. Op dezelfde wij
ze zullen zij ook deelnemen aan de be
sturen van de Hervormde Stichting
voor Geestelijke Volksgezondheid en
Jeugd-Kerkewerk.
Een verband van jongeren-diakenen
brengt hen eens in de zes weken bij-
een ter uitwisseling van ervaringen en
verdere voorlichting over diakonale ar
beid. De initiatiefnemers hopen twee
erlei doel te bereiken: ten eerste het
vormen van jongeren, die later het dia
kenambt zullen vervullen en voorts het
actief inschakelen van jonge lidmaten.
Dr. J. van den Berg, die is
benoemd tot hoogleraar aan de
Vrije Universiteit voor het onder
wijs in de ethiek en de zendings
geschiedenis, heeft vanmiddag in
hetvWoestduincentrum in Amster
dam zijn ambt aanvaard met het
uitspreken van een oratie getiteld:
Twee regimenten, één Heer".
Deze oratie kan als volgt worden sa
mengevat:
In 1939 uitte Barth een scherpe aan
klacht aan het adres van Luther, wiens
leer der „twee regimenten" juist ten
aanzien van de staatsleer gevaarlijke
gevolgen zou hebben gehad. Daarente
gen was bisschop Berggrav van tegen
overgestelde men'ing: volgens hem kon
het geestelijk verzet van zijn dagen zich
terecht beroepen op Luther en op diens
beklemtoning van het éne regiment.
Luther heeft in zijn leer der twee re
gimenten een antwoord willen geven op
een vraagstuk, dat zo oud is als de kerk;
het vraagstuk, dat wordt opgeroepen
door het staan van de Christen in het
;eestelijk rijk van Jezus Christus én in
iet rijk dezer wereld. De Oude Kerk
heeft met dit vraagstuk geworsteld.
Ten tijde van Constant'ljn is het opge
lost op een wijze, die de ontwikkeling
tot aan de 'lijd van de reformatie in
sterke mate bepaald heeft, zij het ook
dat inzonderheid Augustinus de betrek
kelijkheid van de in het corpus christi-
anum gegeven eenheid heeft doorzien.
Bij Luther Is de leer der twee rijken
onafscheidelijk"1 verbonden met die der
twee regimenten: in het geestelijk én
in het wereldlijk rijk regeert Jezus
Christus. Lüther legt sterke nadruk op
de gescheidenheid der regimenten, zon
der de eenheid te ontkennen: zij zijn op
elkaar betrokken, zo, dat wat een dua
lisme schijnt te zijn, verzacht wordt tot
een dual'.teit, die samenhangt met de ge
brokenheid en de voorlopigheid van de
ze wereld.
Al heefc de leer der twee regimenten
bij Luther een eigen gestalte gekregen,
toch vinden we haar grondstructuur te
rug bij andere reformatoren, zoals Me-
lanchton en Calvijn. Wanneer Calvijn in
het laatste hoofdstuk van zijn Insiitutie
handelt over de vraagstukken rondom
de overheid neemt hij, in nauwe aan
sluiting aan Luther, zijn u'ltgangspunt in
de leer der twee regimenten. Wij zullen,
zolang de wereld nog wacht op de ver
schijning van Jezus Christus in heerlijk
heid, niet geheel kunnen uitkomen boven
de dualiteit van het staan in de twee
regimenten. Dit geeft aan onze ethiek
een element van voorlopigheid en gebro
kenheid. Maar niettemin kan de ethiek
bij de tweeheid niet berusten: zó sterk
is de roep van het éne rijk van de éne
Heer.
speciale Anofcommissie over het
vraagstuk van de vijfdaagse
schoolweek. In overleg met de
commissie zullen enkele formule
ringen worden gewijzigd, waarna
het op slechts enkele punten ge
wijzigde rapport zal worden ge
publiceerd. Het zal o.m. ook aan de
regering worden aangeboden.
De Anofcommisie is er bij de bestude
ring van het vraagstuk van uitgegaan,
dat de vijfdaagse schoolweek op grond
van sociale motieven aan de orde is ge
steld en niet in verband met pedagogi
sche en didactische overwegingen, die
uit het onderwijs zelf naar voren zijn ge
komen. Dit houdt volgens de rapporteurs
in, dat er van de zijde van de school
zwaarwegende motieven moeten zijn om
af te stappen van het algemeen gebrui
kelijke patroon van de weekindeling in
de school en dat de eventuele bezwaren
van pedagogische aard nauwkeurig ge
volgd moeten worden.
Een aanbeveling tot algemeen invoe-
ring van een vijfdaagse schoolweek heeft
de commissie dan ook niet gegeven. Wel
wordt bedachtzaamheid aangeraden. Vol
gens de commissie moet rekening wor
den gehouaen met lokale en regionale
omstandigheden, waarbij de school zich
zal dienen aan te passen aan het daar
heersende levenspatroon. Het nagenoeg
ontbreken van wetenschappelijke gege
vens over de vermoeidheidsfactor, het-
rendemênt, het werkritme e.d. beschouwt
de Anofcommissie als een ernstig nadeel.
De zesde en laatste suggestie vsn de
commissie, waarin ter compensatie van
verloren uren verlenging van de school
tijden wordt aanbevolen boven het laten
vervallen van de vrUe woensdagmiddag,
heeft de Anof niet zonder meer overge
nomen. Over een gewUzigde formulering
van deze te ver gaande conclusie zal nog
nader contact met de commissie worden
opgenomen.
De arbeid van de Anof-commissie
beperkte zich tot het lager onderwijs.
Bij de aanbieding van haar interim
rapport kondigde zij een maand gele
den reeds aan zich te zijner tijd nader
te informeren over de wenselijkheden
en mogelijkheden van de vijfdaagse
schoolweek bij de verschillende tak
ken van voortgezet onderwijs. Zoals
bekend is heeft staatssecretaris Stu-
benrcmch gisteren in de Eerste Kamer
aangekondigd, dat hij niet voornemens
is de vijfdaagse schoolweek zonder
meer in te voeren. Hij wil dit probleem
laten bestuderen door een kleine com
missie.
Onderwijsbenoemingen
Benoemd bij het ulo: aan de Chr. Nat.
U.L.O.-school te Bergum (Fr.): J. v.
Diggelen te Nun .jeet; aan de Chr.
u.l.o.school te Ridderkerk: P. D. v. d.
Ven te ILI.Ambacht; aan de Chr. U.L.O.
school te Emmen: H. Stellingwerf te
Dokkum; aan de 2e Chr. U.L.O.school
te Eindhoven: J. Hof er te Middenmeer;
aan de Ned. Herv. U.L.O. school te
Utrecht:, M. H. Minnaar te Capelle a.
d. IJssel.
Wetenschappelijk maatsysteem maakt het nu mogelijk 9 van de 10 mannen
onberispelijk te kleden. 4D-kledlng is voorlopig nog beperkt verkrijgbaar en is
te herkennen aan nevenstaand embleem.
n» i* jaami 10 n
Vraag: Vorig jaar kreeg ik een fan
tastisch mooie plant met twaalf bla
deren Eén hiervan moest ik verwij
deren en ik sluit het hierbij in. Hoe
heet deze plant? Volgens de volks
mond luidt de naam „Tien Geboden",
maar ik begrijp hiervan de strekking
niet. Zij sluit zich knappend met zons
ondergang en met zonsopgang opent
zij zich ritselend. Zij staat twee meter
van het raam af, wel in het licht
maar niet in de zon. De kamer ligt
op het Zuiden. Elke dag geef ik haar
water op temperatuur en eenmaal in
de drie weken een pokonbadje. Nu
ben ik drie weken weggeweest en de
buren hebben haar naar beste weten
verzorgd, maar zij is wat gaan kwij
nen. Behandel ik haar verkeerd? Een
bloemist zei: „Dat ding is te veel ge
trokken. Gooi haar maar weg." Maar
ik ben er aan gehecht.
Antwoord: De tien-geboden-plant
komt uit tropische streken. Zij ver
langt in huis een warme, vochtige
sfeer, beschaduwd tegen de zon. Het
beste kweekt men haar op een omge
keerd schoteltje in een bakje niet wa
ter. zodat er voortdurend rondom ver
damping is. Het water mag echter de
pot niet raken. Verder moet men de
plant geregeld besproeien met de plan
tenspuit of met een fijne gieter. Dat
is beter dan teveel water op de aarde
gieten, vooral in de winter, omdat de
plant nog wel eens bij de wortelhals
kan rotten. In het voorjaar en de zo
mer moet men om de veertien dagen
kunstmest geven, 's Winters moet
men haar warm en iets vochtig hou
den en in het voorjaar zo nodig pot
ten en tegelijkertijd scheuren. De
plant verlang» een poreus grondmeng-
sel en een ondiepe pot of schaal. Eerst
moet men flink wat scherven op de
boden doen en daarop een mengsel
van b.v. turfmolm, grove bos- of blad-
zand. Men moet het plantje niet te
stevig aandrukken, anders verliest het
mengsel zijn poreusheid. Daarna moet
men haar op een warme plaats aan
de groei brengen, b.v. op de schoor
steen of radiator en liefst de eerste
tijd met glas bedekken.
Vraag: Vorig jaar heb ik postelein
ingemaakt volgens de culinaire W.P.
(gekookt in flessen, af te sluiten met
een kurk en paraffine). De smaak is
goea gebleven, maar is er een metho
de om de bruine verkleuring tegen te
gaan? Die bruine groente ziet er on
smakelijk uit. Ik heb de postelein in
een donkere kast bij kamertempera
tuur bewaard
Antwoord: Men kope verse jonge
postelein, ontdoe ze van onkruid cn
worteltjes, was ze enige malen in
een ruime hoeveelheid water en snijd
ze fijn. Hierna moet men de postelein
opzetten met het aanhangende water,
laten slinken, zout toevoegen en bijna
gaar koken. De groente moet men ver
volgens niet te stijf in de schoonge
maakte flessen stampen en groentenat
toevoegen. De groente moet onder het
vocht staan en de flessen mogen niet
verder dan tot 2 cm onder de rand
gevuld zijn. Men sluite de flessen op
de bekende manier en sterilisere de
postelein een uur lang op 100 graden
Celsius.
Vraag: Op de gesausde muur in
mijn keuken zijn vetspatten gekomen.
Hoe kan men deze verwijderen zonder
de muur te beschadigen?
Antwoord: Men kan de vetspatten
niet van de gesausde muur verwijde
ren zonder deze te beschadigen. Men
zal de vlekken moeten afwassen met
sop van synthetisch wasmiddel, daar
na laten drogen en opnieuw bijsausen.
Een behandeling met oud wittebrood
wil ook wel eens helpen, maar geheel
verdwijnen zullen de vlekken niet
Vraag: Hoe kan ik mijn stamboom
uitzoeken en hoe duur kost dat?
Antwoord; Men kan, wanneer men
tijd heeft, dit zelf doen. Bij bevolkings
register en burgerlijke stand van uw
gemeente beginnen en vervolgens te
rugwerken in de gemeenten, waar uw
ouders, grootouders enz. geleefd heb
ben Wat de tijd voor de totstandko
ming van de burgerlijke stand betreft
wordt het zoeken in doopsregisters. uit
zoeken van oude koop- en procesak
ten, leenakten enz. in verschillende
gemeenten en op diverse archieven.
Voor Hugenootse families kan men bij
de Waalse gemeente te Leiden inlich-
tingen vragen. Men kan voorts inlich
tingen inwinnen bij de Nederlandse
Genealogische vereniging, postbus 976
te Amsterdam.
Men kan ook een deskundige om
hulp vragen. De kosten zijn geheel af
hankelijk van de moeite, die deze zal
moeten doen. Voorts zijn er nog de
kosten, die men heeft te voldoen voor
de inlichtingen uit de bevolkingsregis
ters Goedkoop wordt het niet, ook als
men het zelf uitzoekt, want men moet
rekening houden met reis- en verblijfs
kosten.
Vraag: Kennissen hebben bij het op
ruimen van oude kasten 300 in ver
lopen bankbiljetten gevonden. Heeft
dit geld nog waarde en hoe moet men
hiermede handelen?
Antwoord: De biljetten moeten aan
getekend gezonden worden naar de
Nederlandsche Bank, Herengracht 465,
Amsterdam. Men moet hierbij een toe-
lichting voegen omtrent de wijze waar
op het geld gevonden is. De Neder
landsche Bank zal te harer tijd mel
den of betaling mogelijk is.
Vraag: Wat moet ik doen om het
glijden van een kokostapijtje op een
lmoleumvloer zoveel mogelijk te be
perken? Het tapijtje kan aan twee
kanten worden gebruikt, zodat het niet
mogelijk is er iets tegen aan te plak-
kea Ik legde er reeds enige weckrin-
gen onder, maar met weinig succes
Antwoord: Kokosmatten op linoleum
vertonen altijd neiging weg te glijden
Een passend stuk viltpapier onder het
tapijt kan enige verbetering geven
en kokosmat
los liggen, behoudt men de kans op
wegglijdeji vooral door schuivende voe-