UW MAAT BESTAAT IN HERENCONFECTIE Uw probleem is het onze KRONIEK Moet bevestigingsformulier diakenen herzien worden? Geref. synode te Assen aanvaardt voorstellen TMEZ Anof-rapport vijfdaagse schoolweek aanvaard Ambtsaanvaarding van dr. J. van den Berg Een kanttekening KINDEREN - LUSTEN EN LASTEN STOER MAAR DOM RTNBENDE'S Stanley Jones naar Nederland Instelling hervormd jongeren diakonaat Een woord voor vandaag Oratie over: „Twee regimenten, één Heer" MAATSTAF VOOR PASSENDE KLEDING s ONZERZIJDS Een laatste categorie, die kritisch staat tegenover het door de regering gevoerde bevolbings- cn ruimtebeleld, wordt gevormd door de tegenstanders van klnderbljslagvoorzieningen. Juist op dit ogenblik, nu een nieuwe kinder- bijslagrcgeling bezig is tot stand te komen, wordt deze kritiek vernomen, soms grof en luid, soms op een voorzichtige toon, die blijk geeft van een doordacht oordeel. Deze groep kritici begaat niet de fout die, zoals wij gisteren zagen, de tegenstanders van de emigratiepolitiek maken. Zij laat zich geen rad voor de ogen draalen door het huidige tekort aan arbeidskrachten. Juist omdat zij beseft, dat dit verschijnsel tijdelijk kan zijn, maar een ander verschijnsel, onze snelle bevolkingsgroei, niet op vrij korte termijn aan wijzigingen onder hevig is, formuleert zij haar kritische wensen. In de vragende vorm uitge drukt komen deze doorgaans hierop neer: „Is het wel juist door middel van kinderbijslagvoorzieningen de gezinsvorming te bevorderen althans niet af te remmen in een land als het onze, dat zich kenmerkt door een zeer grote bevolkingsdichtheid en een zeer snelle bevolkingsgroei?" Twee instanties hebben zich onder dit motto in verband met de behan deling van het wetsontwerp Algemene Kinderbijslagverzekering tot de Tweede Kamer gewend. Het zijn de Stichting Bevolkingsbeleid en de Stich ting Volk en Ruimte. Van deze laatste stichting, die de voorlichting van het Nederlandse volk over het bevolkingsvraagstuk ten doel heeft, is prof. dr. J. P. van Rooljcn, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, vice-voorzitter. De Stichting Bevolkingsbeleid heeft haar standpunt belichaamd in een brochure, getiteld „De betekenis van de kinderbijslag en haar invloed op de bevolkingsaanwas." Zij deed dit op een wijze, die niet alleen ernstige beden kingen oproept, maar waarvan men bijna, gezien de materialistische benade ring, een nare smaak in de mond krijgt. Voor zover op het achterbalcon van de tram wordt gesproken over kinderbijslag en gezinsgrootte, staat de dis cussie vaak wel op hoger peil dan in deze brochure. Bevolkingsbeleid bestrijdt de verzekeringsvorm van het wetsontwerp, omdat men naar haar oordeel zich verzekert tegen zaken, die men niet zelf in de band heeft. De geboorte van een kind is echter van onze wil afhankelijk. De Indruk wordt gewekt, dat men op grond van onze bevolkingsdichtheid onverantwoordelijk handelt, wanneer men een groot gezin vormt. Het zou onjuist zijn, dit onverantwoordelijk gedrag nog extra te belonen in de vorm van kinderbijslag. Wil men een groot aantal kinderen, dan moet men zichzelf maar bepaalde luxe (tv-toestel e.dj ontzeggen. Vervolgens vraagt Bevol kingsbeleid zich af, of het aanvaardbaar is, dat de één betaalt voor de vele kinderen, die de ander zich veroorlooft. Geheel speculatief wordt de brochure, wanneer wordt getracht te „be wijzen" dat het invoeren van kinderbijslag in bepaalde landen, met name Frankrijk, de bevolkingsgroei heeft bevorderd. Als men ziet, dat in een bepaalde periode na het invoeren van een kinderbijslagregeling de bevolking snel gegroeid is, kan de kinderbijslag hiervan een oorzaak zijn. Men kan het echter ook anders stellen: De wens, een kinderbijslagregeling in te voeren, staat niet los van de gedachte, dat dc gezinsvorming bevorderd moet worden. En zo kan men precies omgekeerd als Bevolkingsbeleid stelt, met grond be weren, dat kinderbijslag veeleer een gevolg dan een oorzaak van de lust tot gezinsvorming is. DE Stichting Volk en Ruimte benadert het vraagstuk veel omzichtiger. „Hoewel wij geenszins willen beweren", zo wordt in het adres aan de Tweede Kamer gesteld, „door een strikte bewijsvoering precies te kunnen aantonen in welke mate het bestaan en de hoogte van de kinderbijslag de be volkingstoeneming bevorderen, menen wij, dat de veronderstelling dat een dergelijke relatie in het geheel niet zou bestaan, beslist ongefundeerd is. Wij achten de bevolkingsgroei zo ernstig, dat uit demografisch oogpunt een po litiek, die ertoe kan bijdragen, een daling van het geboortecijfer te ver hinderen of te remmen, uiterst kritisch dient te worden bezien." Nergens in haar adres spreekt Volk en Ruimte zich tegen de voorgestelde kinderbijslagregeling uit. De bedoeling is slechts in het kader van de behan deling van het wetsontwerp meer aandacht te schenken aan de bevolkings ontwikkeling, dan deze tot nu toe heeft gekregen. Gesteld wordt, voor welke grote problemen deze groei ons land stelt: er moet veel werkgelegenheid worden geschapen, dure verkeersvoorzieningen zijn nodig, recreatieruimte mag niet achterwege blijven, de woningnood is mede ten gevolge van onze grote bevolkingstoename nog niet opgelost. In haar adres verklaart Volk en Ruimte uitdrukkelijk, een „gezond gezinsleven" een der pijlers van het volksbestaan te achten. „Wij zijn echter geenszins van mening, dat een „gezond gezin" synoniem is aan een „groot gezin". Wij zijn ervan overtuigd, dat een waarlijk gezond gezinsleven slechts mogelijk is, indien de ouders zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid, die bij de gezinsuitbreiding op hen rust. Dat er aan dit verantwoordelijkheids gevoel dikwijls veel ontbreekt, mag allerminst een reden zijn het nog te verzwakken; deze verzwakking mag worden verondersteld op te treden, wanneer de grotere zorg die de opvoeding van een groot aantal kinderen eist, ten dele wordt weggenomen door het scheppen van een recht om deze zorgen op de gemeenschap af te wentelen. Waar deze gemeenschap tal van personen omvat, die de snelle groei van de Nederlandse bevolking met een zekere mate van ongerustheid vervult en die zichzelf in de gezinsvorming beperkingen opleggen, is het moeilijk te aanvaarden, dat zij mede moeten bijdragen in de kosten, verbonden aan een onbeperkte voortplanting door anderen." De benadering van Volk cn Ruimte verdient ruimere aandacht, omdat hieruit oprechte en welgemeende bezorgdheid spreekt. Dit wil nog niet zeg gen, dat alles wat Volk en Ruimte betoogt zonder meer beaamd moet worden. Met name van christelijke zijde zal men naar voren brengen, dat ook aan dacht geschonken dient te worden aan de godsdienstige motieven, die bij de gezinsvorming een rol kunnen spelen. En ouders met kinderen zullen stellen, dat het opvoeden van een kind veel meer kost dan men op grond van de kinderbijsJagregeling ontvangt. Ook mét kinderbijslag legt het bezit van kinderen aan ouders financiële zelfbeperking op, die niet aanwezig zou zijn bij het ontbreken van kinderen. Wanneer het adres van Volk en Ruimte veronderstelt, dat het verstrekken van kinderbijslag de verantwoordelijkheid van de ouders bij de gezinsvor ming kan verzwakken, willen wij van onze zijde hieraan toevoegen, dat omwille van het mogelijke gebrek aan verantwoordelijkheid de kinderbijslag niet achterwege dient te blijven. De positieve bijdrage, die deze bijslag bij de opvoeding kan leveren, ls daarvoor te groot. (Van onze kerkredacteur) In zijn openingswoord van de negende conferentie van christe- lijk-gereformeerde diakenen vroeg de voorzitter, de heer C. Drieën- huizen zich af of het bevestigings formulier van diakenen niet op de helling moet. Hoewel het formu lier ook spreekt van het spreken van „troostrijke woorden" meende hij toch dat het de taak van inzamelen en uitdelen te zeer be klemtoont. Op het terrein van de diaconie is na de oorlog zeer veel veranderd en volgens de heer Drieënhuizen ten goede. De voorzitter sprak in dit verband zelfs van een „diaconale bewustwor ding". maar hij was van mening dat er nog een heel terrein braak ligt. Er is echter in onze naoorlogse jaren een nieuwe diaconale aanpak gekomen. Het inzicht b :ekt baan dat een diaken ook een geestelijke taak heeft ten opzichte van de kerk en al haar leden. Zo zijn de principes van de oude kerk weer op nieuw ontdekt. Er moeten verschillende voorwaarden gesteld worden. Zo moet een diaken zich geroepen weten, bewegen zijn. Hij moet de gemeente activeren tot dienstbetoon. Daa m is het noodzakelijk dat er stu die gemaakt wordt van de nieuwe ta ken. Een ingewortelde traditie kan scha de doen aan de geestelijke opdracht. Het referaat van de heer P. Wardek- ker uit Groningen was er geheel op ge richt deze studie te bevorderen. Hij bracht vier stellingen naar voren: Een gesprek onderscheidt zich van een conversatie als een huwelijk van een kennismaking. Het beheersen van een goede ge sprekstechniek is even nodig als het bezitten van een rijbewijs bij snel verkeer; maar men bedenke: een rij bewijs geeft nog geen garantie voor een juiste verkeersmentaliteii. De moderne mens verwacht de ambtenaar en sluit zich af; wie bet ambt draagt kan openen. 9 Waar de functionaris komt, heerst vervreemding; wie bij de naaste knielt, maakt zelfs een weg, die tussen ro vers afdaalt, tot een compositie van gemeenschap. Tijdens de vergadering werd opge merkt dat de twee rapporten die op de vorige synode van Rotterdam-C. bespro ken werden in 1962 weer aan de orde zullen worden gesteld. Het betreft hier een rapport dat de verhouding diaco- nie-overheid aan de orde stelt en een rapport dat diakenen vertegenwoordigd wil zien op de meerdere vergaderingen. Op de vergadering werd afscheid ge nomen van de Amsterdamse predikant ds. G. Bilkes, die jarenlang adviseur van de vereniging is geweest en redac teur was van het blad „Diaconaal Con tact". In deze laatste functie zal hij worden opgevolgd door de Groninger diaken, de journalist H. W. v. d. Brink. Dit zet De Volkskrant boven een commentaar van de volgende inbond „Tegen het eenstemmig advies van de Stichting van de Arbeid in en over het hoofd van het College van Rijksbemidde laars heen heeft de regering rechtstreeks ingegrepen in de voorstellen tot arbeids tijdverkorting bij de bouwnijverheid. Haar behoefte om plotseling zo'n stoere, maar te vens bijzonder onverstandige houding ten opzichte van het bedrijfsleven in te ne men, moet voor een belangrijk deel zeker worden toegeschreven aan dc paniek, waarin ze dreigt te geraken door de la- wine-achtige ontwikkeling van de kortere werkweek bij de gemeentes, die ze gaar ne gestopt wil zien. Dit rechtvaardigt ech ter deze ngreep en dc voorstellen aan bet bouwbedrijf in genen dele. Het snelle door zetten van de verkorte werkweek zet onze economie onder hoge druk; door een ver standig hanteren van de spelregels beeft men de zaak toch nog altijd in de band kunnen houden. Nu echter is de volslsgen onaanvaardbare figuur ontstaan, dat de regering bevreesd, dat de toetsende in stantie aan de hand van de bestaande spel regels de voorstellen moet goedkeuren met een nieuwe aanwijzing komt aandra gen. Zo komt er natuurlijk niemand meer uit. Op deze wijze is er geeo enkele ze kerheid op grond waarvan voorstellen nu uiteindelijk getoetst worden. Te vreemder is deze gang van zaken, omdat de rege ring zegt te willen overleggen met de Stich ting, maar ondanks de unanieme afwijzing onmiddellijk daarop met de maatregel komt. Een dergelijke houding kan alleen Advertentie een pittige 'jonge' jonge White Label dubbele klare f 8JS per literfles exclusief glts Tijdens een kort bezoek dat hij aan Nederland brengt, zal de evan gelist dr. E. Stanley Jones op 24 april spreken in de Kloosterkerk in Den Haag. Zijn onderwerp zal zijn: „Is the Christian way, the way?" Nadat hij gesproken heeft zal prof. dr. E. de Vries, rector van het Insti tute of Social Studies, in het Neder lands etn korte samenvatting van de toespnak geven. Ruim een halve eeuw werkte d~ Jones in India. Tot voor zijn komst had hc: zendingswerk zich daar beperkt tot de pariah's en de leden van de laagste kasten. Dr. Jones wist ech ter ook de Intellectuele hindoes van de hogere kasten en een groep islamieten te interesseren. Daarnaast maakte hij vele reizen naar het verre Oosten, Malakka. Noord en Zuid-Amerlka. Europa, Afrika. Australië, Nleuw-Zeeland en Alaska. (Van een onzer verslaggevers) JN HAAR ZITTING van donder dag heeft de generale synode der gereformeerde kerken (vrij gemaakt) de voorstellen aan vaard, die haar al enkele dagen in beslag hadden genomen, na melijk over de vraag of door de vorige synode (Spakenburg 158) ten onrechte een aantal revisie- verzoeken inzake de kwestie- Goossens onontvankelijk waren verklaard. Deze onontvankelijkheidsver- klaring hield verband met het rechtstreeks indienen dezer ver zoeken aan de synode en niet via de mindere vergaderingen. Hiertegen zijn toen bezwaren gere zen en deze bezwaren werden nu door de synode als juist erkend, niettegen staande het verweer daartegen van dc praeses dezer en de vorige syno de, ds. J. van Bruggen te Assen. Deze laatste hield staande dat de geldende kerkenordening geen bepaling kent. dat men rechtstreeks revisieverzoeken kan indienen, al is de praktijk dan wel eens anders geweest. Gereformeerd kerkrecht, aldus ds. Van Bruggen, heeft niet alles Juridisch io onwrikbaar vastgelegd als dat in de wereldlijke rechtspraak gebeurt. By de toepassing van het kerkrecht gaat men ervan uit, dat het gehanteerd wordt on der gelovigen. Ds. J. Faber te Schiebroek. die het voorstel als rapporteur verdedigde, bleex er echter bij dat de synode van Spakenburg ten aanzien van de revi sieverzoeken regelen gegeven heeft in uitgewerkte en bindende vorm. Dit was onjuist. De tweeërlei praktijk dient te blijven gelden. De synode ging (met vier stemmen tegen één onthouding) met het voorstel akkoord, zodat o.m. besloten werd, „dat verzoeken om revisie van beslui ten ener meerdere vergadering recht streeks bij een volgende gelijksoortige vergadering kunnen worden ingediend". De synode beraadde zich voorts over enkele zaken betreffende haar Theolo gische Hogeschool te Kampen. (Advertentie) Advertentie de sigaar waar sheiks voor in doj rij staan AMIGO bijvoorbeeld.-] 'n nieuw 6 cents sigaartje maar tot sociale onrust leiden, omdat alle zekerheid over het lot van voorstellen tot verbetering van arbeidsvoorwaarden op houdt, als de regering het toetsende colle ge naar believen opzij kan schuiven zelf rijksbemiddelaar gaat spelen." De Telegraaf schrijft het volgende: „Met de moed der wanhoop tracht de re gering een dam op te werpen tegen de vloedgolf van de 5-daagse werkweek, die ons land dreigt te overspoelen. Vooral uit concurrentie-overwegingen, om in deze tijd van een groot tekort aan arbeidskrachten te vermijden, dat het per soneel elders gunstiger voorwaarden kan bedingen, haast het bedrijfsleven zich te voldoen aan de eisen der vakbeweging om de 5-daag6e werkweek van 45 our in te voeren. De regering tracht deze ontwikke ling nog enigermate te stuiten door althans nog dit jaar met een werkweek van 46 unr en twee vrije zaterdagen per maand te volstaan. De regering heeft het grootste gelijk van de wereld. Een verkorting van dc werkweek van 48 tot 45 uur betekent een prodnktieverlies meer dan 6 procent. Bovendien moet de nationale economie nog een revaluatie van de gulden met 5 procent verwerken, als mede de loonsverhogingen, die bij bet af lopen van CAO's worden overeengekomen. Als men zich realiseert dat de ruimte in ize nationale economie, gesehapen drtnr de produktiviteitestijging, niet meer dan 5 proeent per jaar bedraagt, dan blijkt* wel, dat men in Nederland bezig 'is te trachten het onmogelijke probleem op te lossen het verdelen van een pond vlees in tien porties van een ons. Wie mocht hebben verwacht, dat leidende figuren in bedrijfsleven en vakverenigin gen, in de politieke partijen en in de pers, dit eenvoudige probleem wel zouden begrij pen, komt bedrogen uit Er wordt aller wegen scherpe kritiek op de regering uit geoefend en er komt na zelfs een inter pellatie in de Kamer, omdat de regering ten aanzien van de bouwvakken het been heeft stijfgehonden, nog wel de bouwvak ken, die moeten voorzien in een nog steeds dringende woningnood. Kort na de oorlog hebben de communii ten in Nederland dc leuze aangeheven van hogere lonen en lagere prijzen. Aan deze leuze was maar een kortstondig succes be schoren, omdat bet Nederlandse volk voor dergelijke onzin te verstandig is. Het blijkt echter dat demagogische len zen ook heden ten dage nog een grote aan trekkingskracht uitoefenen". Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Goutum: R. K. de Jong te Oosterlittens; te Loon op Zand: W. Vroeg- indewey te Bleiswijk; te Zoetermeer: J. R. Cuperus te Waddinxveen. Benoemd tot bijstand in het pastoraat te Bergeijk: dr. M. v. d. Voet, a.s. eme ritus pred. te 's-Gravenhage. Bedankt voor Almen: A. v. Roon te Pijnacker. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Slootdorp: P. van Breugel te Mildam. Bedankt voor Siddeburen: J. Wolven te Urk; voor Schiedam: W. Baas te Am sterdam-W. Benoemd tot hulppred. te Velp: J. Meynen, a.s. em. pred. te 's-Graven- hage-W. Ontslag. De classis Harderwijk heeft aan ds. A. Bolwijn te Werkendam op zfjn verzoek en gehoord de door hem aangevoerde redenen met ingang van heden ontheffing verleend uit zijn amgt als dienaar des woords, naar art. 14 van de k.o. Ds. Bolwijn, die 35 jaar is, was van juni 1958 tot april 1960 predikant te 't Harde. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Beroepen te Culemborg: J. A. de Vries kand. te Krommenie. CHRIST. GEREF. KERKEN Tweetal te Oud-Beijerland: J. W. Gronden te Enschede-O. en J. Kampman te Riinsburg. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen te Krabbendijke voor de 2e maal: Chr. van Dam te Rotterdam-Z. In Den Haag is het jongeren dia konaat tot stand gekomen in de Ne derlands Hervormde Kerk. Vijfen twintig jongeren legden ten over staan van de voorzitter van de cen trale kerkeraad, ds. W. Sijbrandij en de voorzitter van het college van dia kenen, de heer W. Wisman, de be lofte af dat ze zouden meewerken in het jongeren diakonaat en daarover geheimhoading zonden betrachten. Het jongeren diakonaat is ontstaan uit een initiatief van de administrerend diaken, mr. H. Wagenvoort en de jeugd- predikant, ds. H. Sondorp. Het beoogt het intensief en daadwerkelijk deelne men van jongeren aan de centrale dia- konale besturen en commissies, zoals Boete doen, het hoofd buigen en erkennen, dat we ongelijk hebben gehad, is een bijzonder moeilijk ding in ons leven. Eerlijk toegeven, dat we ernaast zijn geweest en dat we ons ernstig hebben vergist: wie kan de zedelijke moed daartoe opbrengen? Liever houden we ons gelijk vol, vaak ondanks de feiten en tegen beter weten in. Wat zijn we toch van ons zelf overtuigd, dat wij alles goed weten en de wijsheid in pacht hebben! Alleen maar een kwestie van karakter? Nee, zelfhandhavingTegenover mensen kunnen we het dikwijls lang volhouden. Tegenover God proberen we het ook, steeds weer. Tot er een moment komt, waarop we er niet meer tus senuit kunnen met onze praatjes en onze pogingen om te be wijzen, dat wij het gelijk aan onze kant hebben. Job heeft ook lang volgehouden, dat hij in zijn recht stond. Aan klach ten en kritiek geen gebrek. Tot tenslotte Gods geduld ten einde liep en Hij zelf ingreep. Dan staat Job met de mond vol tanden en dan is dit eijn laatste en bijkans enige woord: „Ik herroep en doe boete in stof en as". Deze zelfoverwinning gaat ten koste van alle pretenties en betweterij. En zij komt beslist niet tot stand door eigen denken of handelen. Zij wordt gegeven aan ieder, die zich wil laten overwinnen. phE hoofdbesturen van de drie onderwijzersorganisaties, die samenwerken in de „Algemene Nederlandse Onderwijzersfedera tie" (Anof) hebben tijdens een van daag in Utrecht gehouden verga dering hun goedkeuring gehecht aan het interimrapport van een de kerkelijk sociale arbeid, het rusthuis en de ondersteunings-commissie. Deze jongeren verdelen zich twee aan twee over alle besturen en commissies, wisselen na een jaar van plaats en komen zo op de hoogte van het alge mene diakonale werk. Op dezelfde wij ze zullen zij ook deelnemen aan de be sturen van de Hervormde Stichting voor Geestelijke Volksgezondheid en Jeugd-Kerkewerk. Een verband van jongeren-diakenen brengt hen eens in de zes weken bij- een ter uitwisseling van ervaringen en verdere voorlichting over diakonale ar beid. De initiatiefnemers hopen twee erlei doel te bereiken: ten eerste het vormen van jongeren, die later het dia kenambt zullen vervullen en voorts het actief inschakelen van jonge lidmaten. Dr. J. van den Berg, die is benoemd tot hoogleraar aan de Vrije Universiteit voor het onder wijs in de ethiek en de zendings geschiedenis, heeft vanmiddag in hetvWoestduincentrum in Amster dam zijn ambt aanvaard met het uitspreken van een oratie getiteld: Twee regimenten, één Heer". Deze oratie kan als volgt worden sa mengevat: In 1939 uitte Barth een scherpe aan klacht aan het adres van Luther, wiens leer der „twee regimenten" juist ten aanzien van de staatsleer gevaarlijke gevolgen zou hebben gehad. Daarente gen was bisschop Berggrav van tegen overgestelde men'ing: volgens hem kon het geestelijk verzet van zijn dagen zich terecht beroepen op Luther en op diens beklemtoning van het éne regiment. Luther heeft in zijn leer der twee re gimenten een antwoord willen geven op een vraagstuk, dat zo oud is als de kerk; het vraagstuk, dat wordt opgeroepen door het staan van de Christen in het ;eestelijk rijk van Jezus Christus én in iet rijk dezer wereld. De Oude Kerk heeft met dit vraagstuk geworsteld. Ten tijde van Constant'ljn is het opge lost op een wijze, die de ontwikkeling tot aan de 'lijd van de reformatie in sterke mate bepaald heeft, zij het ook dat inzonderheid Augustinus de betrek kelijkheid van de in het corpus christi- anum gegeven eenheid heeft doorzien. Bij Luther Is de leer der twee rijken onafscheidelijk"1 verbonden met die der twee regimenten: in het geestelijk én in het wereldlijk rijk regeert Jezus Christus. Lüther legt sterke nadruk op de gescheidenheid der regimenten, zon der de eenheid te ontkennen: zij zijn op elkaar betrokken, zo, dat wat een dua lisme schijnt te zijn, verzacht wordt tot een dual'.teit, die samenhangt met de ge brokenheid en de voorlopigheid van de ze wereld. Al heefc de leer der twee regimenten bij Luther een eigen gestalte gekregen, toch vinden we haar grondstructuur te rug bij andere reformatoren, zoals Me- lanchton en Calvijn. Wanneer Calvijn in het laatste hoofdstuk van zijn Insiitutie handelt over de vraagstukken rondom de overheid neemt hij, in nauwe aan sluiting aan Luther, zijn u'ltgangspunt in de leer der twee regimenten. Wij zullen, zolang de wereld nog wacht op de ver schijning van Jezus Christus in heerlijk heid, niet geheel kunnen uitkomen boven de dualiteit van het staan in de twee regimenten. Dit geeft aan onze ethiek een element van voorlopigheid en gebro kenheid. Maar niettemin kan de ethiek bij de tweeheid niet berusten: zó sterk is de roep van het éne rijk van de éne Heer. speciale Anofcommissie over het vraagstuk van de vijfdaagse schoolweek. In overleg met de commissie zullen enkele formule ringen worden gewijzigd, waarna het op slechts enkele punten ge wijzigde rapport zal worden ge publiceerd. Het zal o.m. ook aan de regering worden aangeboden. De Anofcommisie is er bij de bestude ring van het vraagstuk van uitgegaan, dat de vijfdaagse schoolweek op grond van sociale motieven aan de orde is ge steld en niet in verband met pedagogi sche en didactische overwegingen, die uit het onderwijs zelf naar voren zijn ge komen. Dit houdt volgens de rapporteurs in, dat er van de zijde van de school zwaarwegende motieven moeten zijn om af te stappen van het algemeen gebrui kelijke patroon van de weekindeling in de school en dat de eventuele bezwaren van pedagogische aard nauwkeurig ge volgd moeten worden. Een aanbeveling tot algemeen invoe- ring van een vijfdaagse schoolweek heeft de commissie dan ook niet gegeven. Wel wordt bedachtzaamheid aangeraden. Vol gens de commissie moet rekening wor den gehouaen met lokale en regionale omstandigheden, waarbij de school zich zal dienen aan te passen aan het daar heersende levenspatroon. Het nagenoeg ontbreken van wetenschappelijke gege vens over de vermoeidheidsfactor, het- rendemênt, het werkritme e.d. beschouwt de Anofcommissie als een ernstig nadeel. De zesde en laatste suggestie vsn de commissie, waarin ter compensatie van verloren uren verlenging van de school tijden wordt aanbevolen boven het laten vervallen van de vrUe woensdagmiddag, heeft de Anof niet zonder meer overge nomen. Over een gewUzigde formulering van deze te ver gaande conclusie zal nog nader contact met de commissie worden opgenomen. De arbeid van de Anof-commissie beperkte zich tot het lager onderwijs. Bij de aanbieding van haar interim rapport kondigde zij een maand gele den reeds aan zich te zijner tijd nader te informeren over de wenselijkheden en mogelijkheden van de vijfdaagse schoolweek bij de verschillende tak ken van voortgezet onderwijs. Zoals bekend is heeft staatssecretaris Stu- benrcmch gisteren in de Eerste Kamer aangekondigd, dat hij niet voornemens is de vijfdaagse schoolweek zonder meer in te voeren. Hij wil dit probleem laten bestuderen door een kleine com missie. Onderwijsbenoemingen Benoemd bij het ulo: aan de Chr. Nat. U.L.O.-school te Bergum (Fr.): J. v. Diggelen te Nun .jeet; aan de Chr. u.l.o.school te Ridderkerk: P. D. v. d. Ven te ILI.Ambacht; aan de Chr. U.L.O. school te Emmen: H. Stellingwerf te Dokkum; aan de 2e Chr. U.L.O.school te Eindhoven: J. Hof er te Middenmeer; aan de Ned. Herv. U.L.O. school te Utrecht:, M. H. Minnaar te Capelle a. d. IJssel. Wetenschappelijk maatsysteem maakt het nu mogelijk 9 van de 10 mannen onberispelijk te kleden. 4D-kledlng is voorlopig nog beperkt verkrijgbaar en is te herkennen aan nevenstaand embleem. n» i* jaami 10 n Vraag: Vorig jaar kreeg ik een fan tastisch mooie plant met twaalf bla deren Eén hiervan moest ik verwij deren en ik sluit het hierbij in. Hoe heet deze plant? Volgens de volks mond luidt de naam „Tien Geboden", maar ik begrijp hiervan de strekking niet. Zij sluit zich knappend met zons ondergang en met zonsopgang opent zij zich ritselend. Zij staat twee meter van het raam af, wel in het licht maar niet in de zon. De kamer ligt op het Zuiden. Elke dag geef ik haar water op temperatuur en eenmaal in de drie weken een pokonbadje. Nu ben ik drie weken weggeweest en de buren hebben haar naar beste weten verzorgd, maar zij is wat gaan kwij nen. Behandel ik haar verkeerd? Een bloemist zei: „Dat ding is te veel ge trokken. Gooi haar maar weg." Maar ik ben er aan gehecht. Antwoord: De tien-geboden-plant komt uit tropische streken. Zij ver langt in huis een warme, vochtige sfeer, beschaduwd tegen de zon. Het beste kweekt men haar op een omge keerd schoteltje in een bakje niet wa ter. zodat er voortdurend rondom ver damping is. Het water mag echter de pot niet raken. Verder moet men de plant geregeld besproeien met de plan tenspuit of met een fijne gieter. Dat is beter dan teveel water op de aarde gieten, vooral in de winter, omdat de plant nog wel eens bij de wortelhals kan rotten. In het voorjaar en de zo mer moet men om de veertien dagen kunstmest geven, 's Winters moet men haar warm en iets vochtig hou den en in het voorjaar zo nodig pot ten en tegelijkertijd scheuren. De plant verlang» een poreus grondmeng- sel en een ondiepe pot of schaal. Eerst moet men flink wat scherven op de boden doen en daarop een mengsel van b.v. turfmolm, grove bos- of blad- zand. Men moet het plantje niet te stevig aandrukken, anders verliest het mengsel zijn poreusheid. Daarna moet men haar op een warme plaats aan de groei brengen, b.v. op de schoor steen of radiator en liefst de eerste tijd met glas bedekken. Vraag: Vorig jaar heb ik postelein ingemaakt volgens de culinaire W.P. (gekookt in flessen, af te sluiten met een kurk en paraffine). De smaak is goea gebleven, maar is er een metho de om de bruine verkleuring tegen te gaan? Die bruine groente ziet er on smakelijk uit. Ik heb de postelein in een donkere kast bij kamertempera tuur bewaard Antwoord: Men kope verse jonge postelein, ontdoe ze van onkruid cn worteltjes, was ze enige malen in een ruime hoeveelheid water en snijd ze fijn. Hierna moet men de postelein opzetten met het aanhangende water, laten slinken, zout toevoegen en bijna gaar koken. De groente moet men ver volgens niet te stijf in de schoonge maakte flessen stampen en groentenat toevoegen. De groente moet onder het vocht staan en de flessen mogen niet verder dan tot 2 cm onder de rand gevuld zijn. Men sluite de flessen op de bekende manier en sterilisere de postelein een uur lang op 100 graden Celsius. Vraag: Op de gesausde muur in mijn keuken zijn vetspatten gekomen. Hoe kan men deze verwijderen zonder de muur te beschadigen? Antwoord: Men kan de vetspatten niet van de gesausde muur verwijde ren zonder deze te beschadigen. Men zal de vlekken moeten afwassen met sop van synthetisch wasmiddel, daar na laten drogen en opnieuw bijsausen. Een behandeling met oud wittebrood wil ook wel eens helpen, maar geheel verdwijnen zullen de vlekken niet Vraag: Hoe kan ik mijn stamboom uitzoeken en hoe duur kost dat? Antwoord; Men kan, wanneer men tijd heeft, dit zelf doen. Bij bevolkings register en burgerlijke stand van uw gemeente beginnen en vervolgens te rugwerken in de gemeenten, waar uw ouders, grootouders enz. geleefd heb ben Wat de tijd voor de totstandko ming van de burgerlijke stand betreft wordt het zoeken in doopsregisters. uit zoeken van oude koop- en procesak ten, leenakten enz. in verschillende gemeenten en op diverse archieven. Voor Hugenootse families kan men bij de Waalse gemeente te Leiden inlich- tingen vragen. Men kan voorts inlich tingen inwinnen bij de Nederlandse Genealogische vereniging, postbus 976 te Amsterdam. Men kan ook een deskundige om hulp vragen. De kosten zijn geheel af hankelijk van de moeite, die deze zal moeten doen. Voorts zijn er nog de kosten, die men heeft te voldoen voor de inlichtingen uit de bevolkingsregis ters Goedkoop wordt het niet, ook als men het zelf uitzoekt, want men moet rekening houden met reis- en verblijfs kosten. Vraag: Kennissen hebben bij het op ruimen van oude kasten 300 in ver lopen bankbiljetten gevonden. Heeft dit geld nog waarde en hoe moet men hiermede handelen? Antwoord: De biljetten moeten aan getekend gezonden worden naar de Nederlandsche Bank, Herengracht 465, Amsterdam. Men moet hierbij een toe- lichting voegen omtrent de wijze waar op het geld gevonden is. De Neder landsche Bank zal te harer tijd mel den of betaling mogelijk is. Vraag: Wat moet ik doen om het glijden van een kokostapijtje op een lmoleumvloer zoveel mogelijk te be perken? Het tapijtje kan aan twee kanten worden gebruikt, zodat het niet mogelijk is er iets tegen aan te plak- kea Ik legde er reeds enige weckrin- gen onder, maar met weinig succes Antwoord: Kokosmatten op linoleum vertonen altijd neiging weg te glijden Een passend stuk viltpapier onder het tapijt kan enige verbetering geven en kokosmat los liggen, behoudt men de kans op wegglijdeji vooral door schuivende voe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2