Hervormde predikanten
over actuele zaken
KRONII
Dimensies der leertucht
- referaat dr. Kr. Strijd
GEREF. (VRIJG.) SYNODE
BEKORT HAAR AGENDUM
In Nederland 400 jaar
geref. protestantisme
KELVINATOR
Vrije -evang. predikanten
spraken over oecumene
Een kanttekening
Presbyteriale structuur van
de kerk in het geding
„Moet er nu nog
meer kapot?"
Een woord voor vandaag
Geen gehoor voor
niet-kerkelijke
instanties
2
AMSTERDAM SLECHT VOORBEELD
Amsterdam heeft wijziging gebracht in de subsidiëring van de militaire
tehuizen en deze wijziging is nogal ingrijpend.
Tot op heden werd de besturen van de drie organisaties, die militaire
Stichting Militaire Tehuizen van het Humanistisch Thuisfront en dc Ko
ninklijke Nederlandse Militaire Bond „Pro Rege" een subsidie toege
kend naar rato van hun aantal tehuizen, een regeling die, naar we menen
te weten, zowel de Rooms-Katholieke als de Protestants-Christelijke orga
nisatie bevredigde. Pro Rege, dat 55 tehuizen in onderhoud heeft, ontving
op deze basis in 1960 een subsidie van 8.534,98.
B. en W. van Amsterdam hebben nu de besturen doen weten, dat met
ingang van 1961 het totaal van de subsidie niet meer naar rato van het
aantal geëxploiteerde tehuizen doch gelijkelijk wordt verdeeld.
Zo ogenschijnlijk is daartegen niets in te brengen. Maar wat betekent
deze nieuwe regeling nu in de praktijk? In de eerste plaats, dat Pro
Rege om ons tot deze vereniging te bepalen dit jaar een subsidie
ontvangt van 5.733 (ofwel ƒ104 per tehuis), hetgeen vergeleken met
1960 voor haar een achteruitgang betekent van ƒ2.801,98 of van ƒ51 per
tehuis. Doch de Stichting Militaire Tehuizen van het Humanistisch Thuis
front, die slechts 4 tehuizen exploiteert, ontvangt eveneens 5.733, of wel
1.433 per tehuis. De feiten zijn dus dat Amsterdam, de hoofdstad des
lands, het Humanistisch Thuisfront sterk bevoordeelt boven de Protestants-
Christelijke en de Rooms-Katholieke organisaties, zó sterk, dat men zon
der overdrijving kan spreken van een discriminatie.
Ieder weldenkend mens zal het er over eens zijn, dat bij een regeling,
waarbij het ene tehuis een subsidie wordt toegekend van 1.433, en het
andere een subsidie van slechts 104, dc verhoudingen volkomen zoek
zijn.
Ons land telt slechts vier militaire tehuizen uitgaande van het Humanis
tisch Verbond, dc beide andere organisaties exploiteren er elk meer dan
vijftig, en het geld daarvoor wordt grotendeels bijeengebracht door par
ticulieren. Ons Christelijk volksdeel heeft dus, als op zovele terreinen, ge
toond bereid te zijn een offer te brengen.
Amsterdam schijnt dat niet te kunnen waarderen. Het straft daarvoor
met verlaging van de subsidie. Om het Humanistisch Verbond te meer
te kunnen steunen. Hierin ligt een onrechtvaardigheid, die een democra
tisch geregeerde stad niet past. En te veroordelen is. Misschien dat Am
sterdam dat ook gaat inzien.
Bijna 600 hervormde dominees zijn op het ogenblik in Tivoli te
Utrecht bezig met besprekingen over zeer actuele zaken die de na
bije toekomst van het kerkelijk leven raken. Gisteren sprak dr. Kr.
Strijd over dimensies der leertucht, een onderwerp dat op 11 april
1961 alle aandacht verdient omdat de hervormde kerk in 1951 be
sliste dat de dusgenaamde justitiële leertucht op 1 mei 1961 in
werking zou treden.
Actueel op iets langere duur waren
de referaten van dinsdagmiddag: Ds.
W. Zijlstra uit Friesland en dr. H.
Schroten van Rotterdam spraken over
de vraag: Komen wij met de tegen-
SURINAME
Vandaag twee commentaren op do Suri
naamse wens om op korte termijn een
rondetafelconferentie tc houden teneinde
«laar in overleg met Nederland en de Ne
derlandse Antillen een herziening van hel
Statuur voor het Koninkrijk aan de orde
lo stellen. De Nieuwe Rotterdam'
ao Courant schrijft hier o.tu.
over: „Weliswaar weet niemand precies
wat de Surinaamse regering met een ronde
tafelconferentie over een mogelijke herzie
ning van het Statuut beoogt, maar men
schijot toch tc mogen aannemen dat het
zwaartepunt van de bezwaren tegen de
huidige stand van zaken ligt in het vlak
van de buitenlandse betrekkingen. Dc
«Irang om meer te worden betrokken bij dc
behartiging van bepaalde belangen in het
buitenland hegrijpen wij. De wensen zou-
«len bijvoorbeeld kunnen gaan in de rich
ting van een eigen Surinaamse vertegen
woordiging bij bepaalde landen of in be
paalde internationale organisaties; ook zou
mon wellicht op het stuk van het opne
men van buitenlandse leningen meer eigen
zeggenschap kunnen verlangen.
Behartiging van de buitenlandse betrek
kingen moge een Koninkrijkszaak zijn, dit
sluit voor Suriname lidmaatschap van of
vertegenwoordiging in internationale organi
saties geenezins onder alle omstandigheden
uit Reeds in de koloniale tijd waren Su
riname en de Nederlandse Antillen geza-
menlijk als zelfstandig lid tot de interna
tionale Postunie toegelaten. Eveneens zijn
beide landen al jarenlang aangesloten bij
do Caraïbische commissie, die binnenkort
een organisatie van Caraïbische staten
zal worden.
Bij de E-C-L.A. (economische raad voor
Latijns-Amerika) heeft dr Koniukrijksre-
gering haar vertegenwoordiging aan een
delegatie van do Amerikaanse rijksdelen
overgelaten. Uier is dus al iets anders aan
de hand: de behartiging van een bepaald
belang van het Koninkrijk als geheel werd
ten volle aan vertegenwoordigers van Su
riname en dc Antillen opgedragen. Prakti
sche oplossingen heeft men ook menigmaal
gevonden door Surinamers of Antilliancn
in Koninkrijksdelegaties bij de Ver. Naties
of andere internationale organisaties op te
nemen.
Kr kan, met andere woorden, veel gere
geld worden zonder wijziging van het Sta
tuut. Na onderling overleg zou er zelfs mis
schien in dit opzicht nog heel wat meer
kunnen gebeuren. Zo vragen wij ons af, of
voor het probleem van de geldleningen niet
eveneens langs de weg van een soepele
interpretatie een bevredigende oplossing
kan worden gevonden. Dit geldt beslist niet
voor volledig zelfstandige Sarinaamse of
Antilliaanse deelneming aan bepaalde be
langrijke internationale organisaties.
De Ver. Naties mogen dan onder haar
leden landen tellen wier volledige onaf
hankelijkheid op materiële of formele gron
den kan worden betwist bijv. de Oe
kraïne het zou voor Nederland toch
wal eens bezwaarlijk kunnen worden om
met een Statnut in de hand toelating van
Suriname of de Nederlandse Antillen tc be
pleiten.
De zaak wordt pas echt ingewikkeld als
Suriname prijs stelt op handhaving van
een slaluutreJatic die niet te zeer van de
tegenwoordige afwijkt, maar ter R.T.C.
meer zou blijken te verlangen dan zonder
verdergaande wijziging van hel Statuut
kan worden ingewilligd. Want dit zou meer
kunnen gaan inhouden dan internationaal
gezien binnen de beslissingsbevoegdheid
van het Koninkrijk blijft."
Het Parool merkt er over op: „Hoe
bet zij, het staat voor ons vast, dat in
Suriname een sterk verlangen leeft naar
er.n eigen internationaal gezicht. Dat deze
wens het voornaamste onderwerp van over
leg zal wezen op de volgende R.T.C.wan
neer die dan ook gehouden moge worden,
en ten slotte, dat Nederland niet alleen
met die wens rekening moet houden, maar
daar bereidwillig open voor moet staan.
Misschien is het mogelijk Suriname
tegemoet te komen binnen dc bepalingen
van het huidige Statuut, en dat zou dan
natuurlijk de eenvoudigste oplossing zijn.
Wij hebben daar evenwel een awaar hoofd
in en vermoedelijk zal dit bestaande hand
vest van het Koninkrijk, nooit trouwens ge
dacht als een „Eeuwig Edict", moeten
worden gewijzigd om aan de Surinaamse
strevingen te kunnen voldoen.
Misschien en het lijkt ons goed dit in
ronde woorden uit te spreken, zal zelfs aan
de dag treden, dat inwilliging van het ver
langen naar een eigen internationaal-poli-
tieke persoonlijkheid voor Suriname alleen
kan worden verwezenlijkt als dit land on
afhankelijk wordt, d.w.z. een eigen soeve
reine ataat, waarvan men dan natuur
lijk hopen moet, dat hij met Nederland
bijzonder vriendschappelijke betrekkingen
ral (willen) onderhouden. Laat Den
Haag daarvoor dan niet terugschrik-
ken. Niet alleen, omdat het zeer wel
dankbaar i», dat ook Nederland en dr
wel denkbaar ia, dat ook Nederland en dc
Antillen onder bepaalde omstandigheden
aan Ueac oplossing de voorkeur souden ge-
Wordt in het belijden niet te
eenzijdig accent gelegd op het
woord en te weinig op de daad?
De onkerkelijke of randkerkelijke
buitenwacht ziet leertuchtproce-
dures alleen als haarkloverij over
secundaire kwesties, getuige van
de introverte habitus der kerk.
Dit geldt eens temeer omdat men
in de kerk te weinig het verlan
gen naar het rijk van Christus
ziet. De leertucht frustreert het
apostolaat. Aldus dr. Kr. Strijd in
zijn rede over Dimensies der leer
tucht. Hij sprak hierover gisteren
in Utrecht voor de hervormde
predikanten vereniging.
Nu de Hervormde kerk nog zozeer het
merktteken draagt van een schuldig ver
schraald belijden zal zij haar onvermo
gen tot het volvoeren van zuivere leer
tucht moeten erkennen, zo zei de pre
dikant. De kerk zal dit onvermogen
kunnen overwinnen vanuit een nieuw
zich laten binden door de Heer der
kerk, een nieuw zich laten richten
door het rijk van God, een nieuw zich
laten stuwen door de Geest
Dit betekent volgens dr. Strijd dat de
hervormde kerk ernst zal moeten maken
met het abc van het christendom. HU
noemde dit de noodzakelijke «plevln; van
het streven van kerkopbouw. Wanneer
dit geschiedt ziet hU in de toekomst ge
ruisloze revoluties ten aanzien van leer
en leven. Dat wil zeggen: er zullen vele
dingen veranderen zónder leertuchtpro-
cedures.
Op deze wijze wordt volgens dc pre
dikant een nieuw „zijn" van de kerk
merkbaar. Dan zal zij ook het doén
van de waarheid moeten tonen, vervol
gens het spreken en tenslotte pas het
leertuchtelijk handhaven van de waar
heid. Hierbij zal men rekening moeten
houden met een aantal dimensies die
spreker vervolgens toelichtte.
Het belangrijkste achtte spreker de
eschatologische dimensie. Hierbij gaat
het immers niet (meer) om het geluid
van de kerk, maar om dat van het rijk
van Christus. Deze dimensie accentueert
het toegesloten worden van het hemel
rijk, het uit het rijk gesloten worden. In
dit verband vroeg dr. Strijd zich af of
de Gereformeerde kerken zich wel be
wust waren van deze eschatologische mo-
Aan het begin van de vergade
ring die de 600 hervormde predi
kanten gisteren en vandaag in
Utrecht hielden, sprak ds. P. G.
van den Hooff, de praeses van de
synode, niet alleen zUn vreugde
uit over de bUeenkomst. HU zei
dat de aard van de onderwerpen
het hem ingaf de conferentiegan
gers ook sterkte toe te wensen.
Er Is een gevaar, aldus ds. Van
den Hooff, dat dc aandacht voor
de te bespreken problemen varf
tucht, ambt en Schrift, introvert
wordt. We houden ons wel heel
erg bezig met onszelf. Maar aan
de andere kant kunnen ln de on
derwerpen oecumenische lUnen
blijken te liggen, zodat we bezig
zijn niet alleen met de Hervormde
kerk, maar veeleer met de We
reldkerk.
Zodra we de dingen oecumenisch
beleven, staan we meteen ook
in de wereld. Ik hoop dat we de
vragen plaatsvervangend voor dc
oecumene mogen bespreken. Dit
betekent immers een bevrUdlng
van de concentratie op onszelf, zo
zei de synodepraeses.
In de tweede plaats signaleerde
h»j bet gevaar dat die aandacht
voor zichzelf, ontrafelend en ver
woestend kan werken. Iemand
zei van de week: Moet er nu nog
meer kapot gemaakt worden?
Maar, zo zei ds. Van den Hooff,
wü treden nu ln de reformatori
sche vrUheld om onszelf kritisch
te hekUkcn. al zit er ln iedere
stelling van de sprekers ook dyna-
et. Het Paasgebeuren geeft ons
kracht en de macht om over
miet.
deze kritisch geladen zaken
spreken. Dit moeten wU ons wel
realiseren, want anders Is deze
vergadering een teken van verval
van de Hervormde kerk. Aldus
ds. Van den Hooff.
ren, maar ook nog om een heel andere
reden.
Ruim 18 jaar geleden, op 6 december
1942, zei onze toenmalige koningin Wilhel-
mina: „Ik weet dat geen politieke eenheid
en verbondenheid op den duur kunnen blij
ven bestaan, die niet gedragen worden door
de vrijwillige aanvaarding en tronw van dr
overgrote meerderheid der burgerij". Wat
Indonesië betreft kwam dat inzicht bij Ne
derland ie laat om de stroom in een vei
lige bedding te leiden. Laat ons daarom de
ze wijze en behartigenswaardige woorden
althans ten aanaien van Suriname tijdig in
toepassing brengen, ongeacht de vorm,
waartoe die vrijwilligheid voeren zou'
menten toen het in 1920 in verband met
ds. Netelenbos ging om de vraag of hij
de Geest teveel boven de Schrift stelde,
in 1926 tijdens de kwestie Geelkerken
(„sprak de slang, al dan niet?"), en in
1944 toen het in verband met Schilder
ging over de al dan niet veronderstelde
wedergeboorte.
Leertucht, zo zei spreker, is beiyden
tot in uiterste consequentie. VerdwUnt
de eschatologische dimensie uit deze
leertucht dan wordt het zwaard een
kartonnen ding. In de praktijk is ge
bleken dat men de eschatologische di
mensie niet aankan omdat het een tc
zware geestelUke ruimtevaart blUkt.
Men zocht daarom zijn heil in een bur-
gerlUke vorm van leertucht, stelde uit
sluiting uit de kerk gelijk aan uitslui
ting uit het rUk.
Vervolgers noemde dr. Strijd de oecu
menische dimensie. Deze doet ons de re
lativiteit en onhoudbaarheid ontdekken
van een leertucht die de eschatologische
ernst mist. Dit blijkt bijvoorbeeld wan
neer iemand, via een leertuchtprocedure
uit ziin kerk gezet en van hervormd
doopsgezind of van gereformeerd her
vormd geworden, in het oecumenisch ge
sprek door degenen die de ban over hem
uitspraken, gezien wordt als volwaardi
ge gesprekspartner.
Profeten veroordeeld
BU de pastorale dimensie komt niet al
leen de leer maar de hele persoon in het
licht, zo zei spreker. In dit verband
noemde hU verschillende vragen. Zullen
de grootste dwaalleraars met het kerke-
IUk-eschatoIogisch oordeel wel getrof
fen worden? Zullen dc gladde alen en
de wisselende kameleons niet steeds aan
leertucht ontkomen?
Men moet zich voorts realiseren dat
Israël en de christelijke godsdienstigheid
steeds profeten veroordeeld hebben. Kan
het ook zijn dat men op een gegeven
moment niet te doen heeft met een dwa
ling maar met een door dc Geest inge-
jeven nieuw stuk waarheid? Tenslotte
ïeeft de negentiende eeuw veel verwor
pen als ketters wat nu geaccepteerd is.
Dr. Strijd zei het eens te zijn met prof.
dr. A. A. van Ruler die wijst op de gro
te waarde van vrijheid in de kerk ten
bate van het experiment. Men moet
niet direct de vinger op de plek leg
gen.
Leertucht zonder goede pastores is vol
gens spreker onmogelijk. Achter theologi
sche ketterijen konden wel eens sociale
ressentimenten, karakterologische aberra
ties en een verlate puberteit blijken
schuil te gaan. Als men al dit soort din
gen niet afweegt, snijdt het mes van de
leertucht wel, maar dan is het een ge
ïnfecteerd mes.
Vervolgens de juridische dimensie.
Enerzijds is het recht blijkens de psal
men wel de grondslag van Gods troon,
maar anderzijds werd Christus ook ge
kruisigd in naam van het recht.
Judiciële leertucht, waarbij men alleen
een af)keurend oordeel uitspreekt over
een bepaalde leer, is volgens dr. Strijd
niets. Als de Geest zozeer werkt dat
iemand uitgesloten kan worden, dan kan
dc eschatologische beslissing worden
vastgeschroefd in het vlak van de em
pirische kerk. Daarom impliceeert de
eschatologische dimensie de justitiële
leertucht, volgens welke men afgezien
van het oordeel ook maatregelen
neemt tegen de persoon.
Alleen al door het ware belijden
wordt er klaarheid gebracht. Dan zal
blijken dat echte leertucht nauwelijks
of niet meer nodig is. We mogen ge
loven, aldus dr. Strijd, in de eigen
kracht van de waarheid. De^e hoeft
men een ander net zo min aan te
praten als de schoonheid van de
bloeiende Betuwe.
woordige presbyteriale structuur van
de kerk nog uit?
Ds. Zijlstra ging er van uit dat de Her
vormde kerk voor drie problemen staat:
de gestremde wisseling in standplaats
van predikanten, de bezetting van de uit
geografisch of pastoraal oogpunt moei
lijke gemeenten, en het personeelsbeleid,
de vraag van de juiste man op de juiste
plaats. Zijns inziens zijn deze problemen
onoplosbaar bij de huidige presbyteriale
vorm van de hervormde kerk. Het is
zelfs de vraag of de beginselen van pres
byteriale kerkstructuur zélf niet op
nieuw getoetst moeten worden aan het
geen de Bijbel zegt
Alle gemeenten en alle ambtsdragers
dragen voor elkaar verantwoordelUkheid.
Waarom zou het onpresbyterlaal zUn, zo
vroeg ds. ZUlstra, als gemeenten geleld
worden by het beroeplngswerk. Wanneer
zU, met een beroep op de autonomie, niet
bereid zyn leiding te aanvaarden, geven
zy het wezeniyke van de presbyteriale
kerkorde prUs.
Onderscheid
Voor goed begrip noemde de predikant
een onderscheid tussen het presbyteriale
en het episcopale systeem. Het beslis
send criterium voor de episcopale struc
tuur is zijns inziens de ambtsgenade die
de priester ontvangt bij zyn ordinatie.
Hij is daardoor in ontologische zin meer
ian een gewoon gemeentelid. Zo is de
scheiding tussen clerus en kerkvolk vol
trokken en wordt de gemeente onmon
dig. De grondgedachte van de presby
teriale kerkstructuur is de vrijheid waar
mee Christus Zijn gemeente heeft vrij
gemaakt. Deze vrijheid nu is de mondig
heid van gemeente en ambtsdragers. Zij
nemen beiden deel aan het handelen,
verkiezen en denken van God. Zo ne
men zij ook deel aan eikaars bestaan, en
hebben zij verantwoordelijkheid voor
elkaar.
De kerkvergadering van Emden be
paalde in 1571 dat de ambtsdragers over
elkaar niet mogen heersen.
Emden beperkte de leiding tot de amb
telijke vergaderingen van de kerk uit
angst voor de hiërarchie van personen.
Maar waarom mag de ene ouderling an
deren niet leiden op grond van een be
paalde genadegave in deze richting. Het
zelfde geldt voor een predikant die daar
toe gekozen zou worden door zijn (jon
gere) collega's.
De hervormde kerk laat op dit punt
haar predikanten in de kou staan. Be
halve natuurlijk als het verkeerd gaat.
Maar dan komt ook meteen het zwaar
dere geschut van visitatie en tucht in het
vizier, zo zei spreker.
Dr. Schroten
Toen ds. Zijlstra deze theoretische
basis gelegd had ging dr. Schroten over
tot de praktische uitwerking. Hij zei dat
ombouw van de prebyteriale structuur
noodzakelijk is voor een doeltreffende
werkwijze en om de besluitvaardigheid
van de kerk te verbeteren.
De uitoefening van het pastoraat wordt
steeds moeilijker door de industrialise
ring (continubedrijven, cursussen, over
werk) en ontkerstening. De bezetting
van de ouderling- en diakenplaatsen
baart steeds meer zorg tengevolge van
onvoldoende (kerkelijke) vooropleiding,
respectievelijk van de voortschrijdende
ontwikkeling van het sociaal-maatschap
pelijk werk.
Volgens dr. Schroten is dit ten dele
op te vangen door speciale krachten als
evangelisten, jeugdleid(st)ers, maatschap
pelijke werk(st)ers.
Voor de leiding der kerk brengt dit
evenwel het „gevaar" mee dat de lei
ding der gemeente in feite in handen
komt van specialisten ook al heten zij
dan adviseurs. Wie durft zich tegen het
advies van de deskundigen verzetten?
Het gewenste tegenwicht ziet dr. Schro
ten in de van oudsher vrijgestelden der
kerk: de predikanten. Zij alleen hebben
alle tijd voor kerkelijk werk: de spe
cialisten zijn gericht op één gebied.
De vrijgestelde krachten kunnen als
full-timers slechts dan op de meest ef
fectieve wijze benut worden wanneer de
kerk een verantwoord personeelsbeleid
voert. Op dit punt loopt de kerk volgens
spreker ver achter.
Dit betekent in de eerste plaats dat -
kerk zorgt voor tijdige planning van de
nodige mankracht en voor de specialis
tische opleiding van haar predikanten,
naast die voor de gewone pastorale ar
beid. Het betekent ook dat zij beide
categorieën of de juiste tijd en plaats
moet weten in te zetten. Daartoe zal de
kerk tenminste driemaal zoveel pastorale
arbeiders moeten inzetten in de grote
stadsgemeenten. Dit zal de „doorstro
ming" bevorderen en aan voldoende mu
tatie ten goede komen. Dr. Schroten zei
in dit verband dat het hele kerkelijke
vraagstuk in wezen een financieel vraag
stuk is: Hoe komt men aan het geld?
Het probleem van de mutatie kan
slechts bevredigend worden opgelost
als de kerk de bevoegdheid heeft om
op strategische punten in te grijpen.
Daartoe moet volgens spreker een be
voegd orgaan worden ingesteld door
benoeming (door dc synode) van een
moderator, een predikant in algemene
dienst. Deze kan een predikant slechts
verplaatsen na goedkeuring van het
breed moderamen der synode, dat zo
doende tevens kan dienen als instantie
voor hoger beroep.
Niet het belang van de predikanten,
maar dat van de kerk moet beslissend
zijn bij deze ombouw der presbyteriale
structuur.
Als het recht wordt teruggedrongen en de waarheid op het
plein struikelt, is het ver gekomen. De spits van het vlam
mende profetische requisitoir van Jesaja reikt over de eeuwen
heen en treft ook ons. Als Gods recht niet wordt erkend en
Gods waarheid wordt geloochend verdort alle menselijke
recht en viert de leugen haar triomfen ook in het gewone
leven. Zware en geladen woorden zegt u misschien. En de
vraag kan worden gesteld, of de redevoeringen van een man,
die eeuwen geleden leefde en onder zeer bepaalde omstandig
heden zijn stem verhief, nu echt nog wel actueel zijn. Mis
schien is het ter zake een wedervraag te stellen, nl. deze, of
de mensen nu zoveel beter zijn dan toen. De Joden hadden
destijds God buitengesloten en negeerden Hem op ontstellende
wijze. Is dat anders tegenwoordig? Natuurlijk: wij handhaven
het recht onder de mensen en zoeken serieus naar de waar
heid. Maar ligt dat dikwijls niet veel meer in de sfeer van de
burgerlijke fatsoenlijkheid dan in de relatie tussen de mens
en God? Op een gegeven moment zegt God tegen Israël, dat
Hij gruwt van hun zich voorbeeldig houden aan de voorschrif-
ten over de offers e.d., maar dat hun hart er mijlen ver van
verwijderd is. Handhaving van het recht en dienen van de
waarheid is méér dan een zaak, die zich afspeelt in het hori
zontale vlak!
(Van een onzer verslaggevers)
By de opening van de generale
synode der Gereformeerde ker
ken (vrijgemaakt) (e Assen, heeft
ds. H. Bouma als praeses van de
kerkeraad ter plaatse een rede
gehouden. Hjj herinnerde er aan,
dat Assen voor de derde maal als
synodestad gekozen is. Eerst in
1888 door de toen nog geheten
chr. geref. kerken en daarna in
1926 door de Gereformeerde ker
ken.
In 1888 kwam de kerkelijke hereniging
van dolerenden (1886> met afgescheide
nen (1834> aan de orde. De synode van
Assen, het nageslacht der afgescheide
nen, stemde toe in deze hereniging, mits
de dolerende zonen zouden breken met de
zonden hunner hervormde vaderen, onder
wier verantwoordelijkheid de schorsingen
en afzettingen van 1834 immers hadden
plaats gevonden.
Ook de huidige synode krijgt te maken
met verzoeken om wat men noemt ker
kelijke hereniging. Zij zal in deze. moeten
Herdenking in november
Ter herdenking van het feit,
dat het op 2 november vierhon
derd jaar geleden is dat de Ne
derlandse Geloofsbelijdenis voor
het eerst als een publiek getui
genis van het gereformeerd pro
testantisme in Nederland werd
Advertentie)
nu overal plaats, nu kunt u beslissen
Dit It de sensationele
Lady-K'
de nieuwe
KELVINATOR-
comprejsorkoel-
kast met een
vloermtat van
48 x 48 cm. Da
koelkast met
4 plaatsings
mogelijkheden.
Oók hangend
aan de muur.
Er zijn KELVINATORS van 90 t/m 270 I. inhoud, waar-
onder 130 liter tafelmodel reeds voor f 498.- en 140 liter
tafelmodel (zelfde afmeting als de 130 I.) met automatische
drukknop-ontdooiing: knop indrukken - slaat na volledige
ontdooiing automatisch weer aan I f 535.-
Uw leverancier zal u graag alle KELVINATOR-voordelen
(en dat zijn er vele) demonstreren.
Win een LADY 'K'; doe mee aan de KELVINATOR-
prijsvraag. Uw dealer heeft gratis formulieren.
DE MODERNSTE KOELKAST VAN 'S WERELDS OUDSTE FABRIKANT
(Van een onzer verslaggevers)
Gelijktijdig met de Hervormde en
Lutherse predikanten kwamen ook de
Vrije-Evangelische predikanten voor hun
jaarlijkse vergadering bUeen cn wel in
Nijverdal. Op deze eerste dag van de
tweedaagse conferentie werd in het bij
zonder gesproken over de oecumenische
beweging zoals die in de Wereldraad en
in de I.C.C-C. naar voren komt en over de
tekenen van dc tijden en de geest van
de moderne tijd. Het was de bedoeling
dat het onderwerp van de oecumene in
geleid zou worden door ds. H. Postma
van Nijverdal. die zou spreken over de
Wereldraad cn door dc Amsterdamse
predikant, ds. P. J Mietes, die zou
refereren over de I.C.C.C. Deze laatste
was evenwel door ziekte verhinderd en
daarom gaf ds. Postma een overzicht
van het ontstaan van beide oecumenische
bewegingen. Via citaten uit publicaties
van Wereldraad en I.C.C.C. gaf hU een
schildering van de achtergrond, grond
slag en doelstelling weer. Er volgde een
langdurige bespreking. Zoals men weet
Is dc Bond van Vrije Evangelische Ge
meenten wel als gast aanwezig bU de
vergaderingen van de Oecumenische
Raad, maar noch officieel t>U de Wereld
raad noch bij de I.C.C.C. aangesloten. In
het verleden zijn cr bij de bond wel voor
stellen ingediend om tot aansluiting bij
de Wereldraad over te gaan. maar een
grote minderheid verzette zich hiertegen.
Duidelijk kwam naar voren dat de bond
zich in de toekomst zal moeten uitspre
ken dat het onmogelijk zal blijven om
buiten de oecumene, in welke vorm dan
ook, te biyven staan. De meerderheid
van de predikanten voelde de noodzaak
van een objectieve voorlichting van ker
keraden en gemeenteleden.
In de middagbijeenkomst sprak de
Rotterdamse journalist Jan J. van Ca-
pclleveen over de tekenen der tijden,
waarover zowel Christus als Paulus
spreken en het hedendaagse wereldbeeld.
Hij vatte de woorden van Christus over
de verleidingen cn oorlogen en geruchten
van oorlogen in Mattheus 24 samen onder
de noemer „Vrijheidsdrang". Het ken
merk van dc cindtyd zal zijn een drang
naar vrijheid van geestelijk en wereld
lijk gezag. Paulus spree-kt in de twee
brieven van Timotheus ook over de laat
ste dagen. Legt hij in de ene brief de na
druk op de geest van het ascetisme, in
de andere spreekt hU juist over de ge
notzucht als een kenmerk van de eind
tijd Naast deze Bijbelse beschrijving
gaf hij in grote lijnen een beschrijving
van onze eeuw, die naar zijn mening in
de eerste plaats gekenmerkt wordt door
een scherpe tegenstelling. Aan de ene
kant is er de angst voor de toekomst,
aan de andere kant juist de welvaart. We
leven in een gespleten wereld, zowel
uiterlijk als innerlijk. Als tweede ken
merk schonk Van Capelleveen aandacht
aan het ontstaan van de staat Israël,
waardoor velen zijn gaan inzien dat de
Bijbel inderdaad zegt dat in heilswerk
van God Israël nog een toekomst heeft.
Als andere kenmerken van onze tyd
noemde hij nog het doorbreken van de
theologische grenzen, het verlies van de
Westerse hegemonie, de doorgaande secu
larisatie en het probleem van een drei
gende overbevolking. Ook over dit refe
raat werd nog uitvoerig gesproken. De
conferentie stond onder leiding van de
Goese predikant ds. J. Karelse, die ook
de zogenaamde dominees-preek hield en
een overzicht gaf van het wel en wee in
de verschillende pastorieën.
Bcrocpingswcrk
GEREFORMEERDE KERKEN
Tweetal te Assen. a.s. vac. D. Scheele:
R. J. Beukema te Ermelo cn A. Vellema
te Eindhoven.
Beroepen te Soesterberg: P. van Breu-
gel te Mildam; te Hasselt: J. de Waard,
kand. te Rijsoord, die geen verdere be
roepen in overweging kan nemen.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Tweetal tc Zeist: D. Henstra te Delft
en M. W. Nieuwenhulze te Amsterdam-
West.
uitgedragen, zal op die dag in de
Grote Kerk in Den Haag een bij
eenkomst gehouden worden. Prof.
dr. J. N. Bakhuizen van den Brink
te Leiden en prof. A. D. R. Pol
man te Kampen zullen dan een
rede uitspreken
Voor deze herdenking is een comité ge
vormd, waarin onder anderen zitting
hebben dr. E. Emmen, dr. J. N. Bak
huizen van den Brink, ds. P. G. van den
Hooff, dr. K. H. E. Gravemeijer, mevr.
K. Beversluis-v. d. Brug. ds. P. N. Kruys-
wyk. prof. dr. D. Nauta. prof. dr. A. D.
R. Polman, dr. A. A. L. Rutgers, mr, dr.
J. Donner. mevr. W. M. Ridderbos-de
Rooy, ds. H. Vogel. dr. R. H. Bremmer,
prof. dr. J. van Genderen, ds. B. van
Smeden en prof. mr. Th. A. Versteeg.
Bovendien maken de minister van eco
nomische zaken, drs. J. W. de Pous en
de minister van financiën, dr. J. Zijlstra.
deel uit van het comité.
Vondst
In de ochtend van 2 november 1561
werd bij het openen van de poort van
het kasteel te Doornik een verzegeld
pakje gevonden, dat ln de nacht over de
buitenste muur was geworpen. Behalve
een begeleidend schrijven bevatte het
een gedrukt exemplaar van de belijdenis
des geloofs, opgesteld door de gelovigen
in de Nederlanden, die begeerden te le
ven naar de zuiverheid van het heilig
evangelie. Daar juist in die dagen twee
gevolmachtigden van de landvoogdes op
het kasteel verbleven, was deze weg
blijkbaar gekozen om aldus de koning
zelf te bereiken.
De opsteller van de geloofsbelijdenis,
Guido de Bres, zegt in het begeleidend
schrijven dat de hervormden niet deze
weg zouden hebben gekozen als de ko
ning hen vergund had zelf voor hem te
verschijnen. Omdat alle wegen daartoe
afgesloten waren, wilden zij, in naam
van meer dan honderdduizend mensen
in de Nederlanden op deze wijze getui
genis afleggen van hun geloof.
De geloofsbelijdenis is niet slechts een
historisch document, maar heeft vorm en
inhoud gegeven aan de diepste geloofs
overtuiging van honderdduizenden Ne
derlandse protestanten gedurende vier
eeuwen.
Surinaamse postzegel
een primeur
De Surinaamse minister-president, mr.
S. D. Emanuels,* heeft van de president
van de Surinam Philateletic Agency in
Pennsylvania, M. Lehman, een schrijven
ontvangen, waarin deze de Surinaamse
premier onder meer dank zegt voor de
historische gegevens betreffende de ves
tiging van Joden in Suriname.
Deze gegevens waren de heer Lehman
toegezonden met het oog op een door
Suriname op lapril jl. uitgegeven post
zegel ter herdenking van het feit, dat
125 Jaar geleden oe synagoge ,,Neve
shalom" in Suriname werd afgebouwd.
De postzegel, waarop deze synagoge is
afgebeeld, werd getekend door de heer
Nic Loning en in geel, blauw, rood' cn
zwart in Nederland gedrukt.
Het is de eerste keer in de wereld
geschiedenis van de postzegel dat buiten
de staat Israël een postzegel is uitge
geven met dc afbeelding van een Joodse
synagoge.
neraal van Haeftenkazerne in Apeldoorn
de derde reünie gehouden van de leden
van het wapen der koninklijke mare
chaussee van voor 1940. (Met de organi-
itie ia belast de heer C. de Pooter,
Postweg 41 in Apeldoorn).
handelen overeenkomstig de bevelen des
Heren.
Ln 1926 hield de buitengewone synode
zitting te Assen, die besloot tot afzetting
van dr. J. G. Geelkerken. Inderdaad had
dr. Geelkerken het gezag der heilige
schrift door zUn leringen ondermUnd, zo
niet losgelaten. Toch maakte aldus ds,
Bouma dc synode zich schuldig aan de
zonde der hiërarchie, omdat zU trad in
de rechten, die alleen de kerkeraad gege-
ven zUn: zU zette Immers dr. Geelkerken
af als dienaar des Woords van Amster
dam-Zuid.
Tegenover de zonde der hiërarchie
staat echter de zonde van het individua
lisme. Ook dit is een kwaad in de kerken.
Ds. Bouma sprak de wens uit dat de nu
bijeengekomen synode veel zou kunnen
doen tot wegneming van de onvrede, die
hier en daar in de gemeenten heerst, blij
kens klaagschriften en appèlzaken welke
op het agendum voorkomen.
Ten aanzien van de zaak der kerkelyke
hereniging verklaarde ds. Bouma, dat de
synode hierin geen oplossing zal kunnen
geven. Hij sprak de hoop uit, „dat velen
die zich nog tegenover ons stellen, tot in
zicht van hun schadeiyke weg zullen ko
men".
Dat men op deze „28ste synode sedert
de hereniging der Gereformeerde kerken
in 1892" de gemeentesecretaris en twee
wethouders van Assen mocht verwelko
men, achtte ds. Bouma een bewijs van de
goede verstandhouding tussen overheid
en kerk in dit gewest, reeds bestaande
in de 17e eeuw en duidelijk gebleken in
1834 en volgende jaren, toen de plaatselij
ke overheid ten aanzien van de afgeschei
denen een soepele houding innam.
Moderamen
De synode werd bij haar constiluering
bijgewoond door zestien ouderlingen (uit
elk der acht particuliere synodes viér
ambtsdragers) en de hoogleraren dr. L.
Doekes, J. Kamphuis en H. J. Schilder
uit Kampen. Van de professoren dr. H. J.
Jager en C. Veenhof was bericht binnen
gekomen, dat zU de synode slechts zou
den bijwonen indien hun advies gewenst
was. De hoogleraren namen niet aan de
verkiezing van het moderamen deel.
De uitslag dezer verkiezing meldden
wij reeds. Volledigheidshalve zij meege
deeld dat na drie stemmingen ds. J. van
Bruggen te Assen tot praeses bleek te
zijn verkozen. Deze presideerde ook de
vorige synode, te Spakenburg.
Er waren wederom drie stemmingen
nodig om tot verkiezing van een assessor
te komen. Dit werd ds. E. Th. van den
Born te Helpman. Na twee stemmingen
kwam ds. M. J. C. Blok te Utrecht-NW.
als eerste scriba „uit de bus". Tweede
scriba werd ds. G. Hagens te Bussum.
Op verzoek van het moderamen nam
ds. H. Bouma te Assen als adviserend lid
zitting.
Niet in behandeling
Aanstonds besloot de synode akkoord
te gaan met een voorstel van de kerk te
Nieuwendam-Amsterdam-Noord, en wel
om geen stukken in behandeling te ne
men, welke door niet-kerkelijke instan
ties zijn ingediend en waarop ook geen
reacties uit de gemeenten zijn gekomen,
nadat de kerkeraden hiervan door rond
zending van het agendum kennis hadden
kunnen nemen.
Hierdoor werden van de tafel geschoven
enige missives van de Vereniging tot her
stel der eenheid onder gereformeerde
belijders, o.a. een blief waarin de synode
gevraagd werd zich niet neer te leggen
bij de geö<eeldheid en al het mogelijke
te doen om het herstel der eenheid te
bevorderen.
Voorts het toegezonden rapport van de
generale synode der Gereformeerde ker
ken (synodaal) te Utrecht over oecume-
niciteit en pluriformiteit met verzoek
hierover een oordeel te geven.
Niet in behandeling kwam eveneens het
rapport „Zondag en zondagsarbeid" van
het Christelijk Nationaal Vakverbond,
waarover de mening der synode was ge
vraagd.
Het moderamen besloot geen stukken
meer aan het agendum toe te voegen, die
na de morgenpost van vrijdag 14 april
binnenkomen.
Uit de synode werden vier commissies
gevormd, respectlevehjk onder voorzit
tersschap staande van de predikanten J.
Meester te Amsterdam-Z.. J. P. van der
Stoel te Amsterdam-C., D. van Houdt te
Uithuizermeeden cn J. de Wolff te En-
schede-N.
Dtokevan'
Jonge communisten
verstoorden paaswake
Amerikaanse studenten hebben ver
teld hoe zondag een paasdienst in de
St. Wladimir Kathedraal in Kiev door
ongeveer duizend jonge communisten
verstoord werd.
In de kathedraal vormden de Jonge
communisten wig-formaties, waardoor zij
de gelovigen wegdrongen. Verder hadden
zij de paaswake verstoord door Komso
mol strijdliederen. De priester was ech
ter verder gegaan met de dienst.
Bij de paaswake waren de jonge Ame
rikanen van de Universiteit van Ford
ham aanwezig met hun intourist gids en
een Amerikaanse r.k. geestelijke.
De studenten, die de plechtigheden
van witte donderdag ln Krakau, meege
maakt hadden, waren zeer onder de in
druk van het diepe godsdienstige leven
in Polen. „Polen was werkelijk een fan
tastische ervaring, omdat de godsdienst
daar zo springlevend is", aldus een van
de studenten.