Hervormde predikanten over actuele zaken KRONII Dimensies der leertucht - referaat dr. Kr. Strijd GEREF. (VRIJG.) SYNODE BEKORT HAAR AGENDUM In Nederland 400 jaar geref. protestantisme KELVINATOR Vrije -evang. predikanten spraken over oecumene Een kanttekening Presbyteriale structuur van de kerk in het geding „Moet er nu nog meer kapot?" Een woord voor vandaag Geen gehoor voor niet-kerkelijke instanties 2 AMSTERDAM SLECHT VOORBEELD Amsterdam heeft wijziging gebracht in de subsidiëring van de militaire tehuizen en deze wijziging is nogal ingrijpend. Tot op heden werd de besturen van de drie organisaties, die militaire Stichting Militaire Tehuizen van het Humanistisch Thuisfront en dc Ko ninklijke Nederlandse Militaire Bond „Pro Rege" een subsidie toege kend naar rato van hun aantal tehuizen, een regeling die, naar we menen te weten, zowel de Rooms-Katholieke als de Protestants-Christelijke orga nisatie bevredigde. Pro Rege, dat 55 tehuizen in onderhoud heeft, ontving op deze basis in 1960 een subsidie van 8.534,98. B. en W. van Amsterdam hebben nu de besturen doen weten, dat met ingang van 1961 het totaal van de subsidie niet meer naar rato van het aantal geëxploiteerde tehuizen doch gelijkelijk wordt verdeeld. Zo ogenschijnlijk is daartegen niets in te brengen. Maar wat betekent deze nieuwe regeling nu in de praktijk? In de eerste plaats, dat Pro Rege om ons tot deze vereniging te bepalen dit jaar een subsidie ontvangt van 5.733 (ofwel ƒ104 per tehuis), hetgeen vergeleken met 1960 voor haar een achteruitgang betekent van ƒ2.801,98 of van ƒ51 per tehuis. Doch de Stichting Militaire Tehuizen van het Humanistisch Thuis front, die slechts 4 tehuizen exploiteert, ontvangt eveneens 5.733, of wel 1.433 per tehuis. De feiten zijn dus dat Amsterdam, de hoofdstad des lands, het Humanistisch Thuisfront sterk bevoordeelt boven de Protestants- Christelijke en de Rooms-Katholieke organisaties, zó sterk, dat men zon der overdrijving kan spreken van een discriminatie. Ieder weldenkend mens zal het er over eens zijn, dat bij een regeling, waarbij het ene tehuis een subsidie wordt toegekend van 1.433, en het andere een subsidie van slechts 104, dc verhoudingen volkomen zoek zijn. Ons land telt slechts vier militaire tehuizen uitgaande van het Humanis tisch Verbond, dc beide andere organisaties exploiteren er elk meer dan vijftig, en het geld daarvoor wordt grotendeels bijeengebracht door par ticulieren. Ons Christelijk volksdeel heeft dus, als op zovele terreinen, ge toond bereid te zijn een offer te brengen. Amsterdam schijnt dat niet te kunnen waarderen. Het straft daarvoor met verlaging van de subsidie. Om het Humanistisch Verbond te meer te kunnen steunen. Hierin ligt een onrechtvaardigheid, die een democra tisch geregeerde stad niet past. En te veroordelen is. Misschien dat Am sterdam dat ook gaat inzien. Bijna 600 hervormde dominees zijn op het ogenblik in Tivoli te Utrecht bezig met besprekingen over zeer actuele zaken die de na bije toekomst van het kerkelijk leven raken. Gisteren sprak dr. Kr. Strijd over dimensies der leertucht, een onderwerp dat op 11 april 1961 alle aandacht verdient omdat de hervormde kerk in 1951 be sliste dat de dusgenaamde justitiële leertucht op 1 mei 1961 in werking zou treden. Actueel op iets langere duur waren de referaten van dinsdagmiddag: Ds. W. Zijlstra uit Friesland en dr. H. Schroten van Rotterdam spraken over de vraag: Komen wij met de tegen- SURINAME Vandaag twee commentaren op do Suri naamse wens om op korte termijn een rondetafelconferentie tc houden teneinde «laar in overleg met Nederland en de Ne derlandse Antillen een herziening van hel Statuur voor het Koninkrijk aan de orde lo stellen. De Nieuwe Rotterdam' ao Courant schrijft hier o.tu. over: „Weliswaar weet niemand precies wat de Surinaamse regering met een ronde tafelconferentie over een mogelijke herzie ning van het Statuut beoogt, maar men schijot toch tc mogen aannemen dat het zwaartepunt van de bezwaren tegen de huidige stand van zaken ligt in het vlak van de buitenlandse betrekkingen. Dc «Irang om meer te worden betrokken bij dc behartiging van bepaalde belangen in het buitenland hegrijpen wij. De wensen zou- «len bijvoorbeeld kunnen gaan in de rich ting van een eigen Surinaamse vertegen woordiging bij bepaalde landen of in be paalde internationale organisaties; ook zou mon wellicht op het stuk van het opne men van buitenlandse leningen meer eigen zeggenschap kunnen verlangen. Behartiging van de buitenlandse betrek kingen moge een Koninkrijkszaak zijn, dit sluit voor Suriname lidmaatschap van of vertegenwoordiging in internationale organi saties geenezins onder alle omstandigheden uit Reeds in de koloniale tijd waren Su riname en de Nederlandse Antillen geza- menlijk als zelfstandig lid tot de interna tionale Postunie toegelaten. Eveneens zijn beide landen al jarenlang aangesloten bij do Caraïbische commissie, die binnenkort een organisatie van Caraïbische staten zal worden. Bij de E-C-L.A. (economische raad voor Latijns-Amerika) heeft dr Koniukrijksre- gering haar vertegenwoordiging aan een delegatie van do Amerikaanse rijksdelen overgelaten. Uier is dus al iets anders aan de hand: de behartiging van een bepaald belang van het Koninkrijk als geheel werd ten volle aan vertegenwoordigers van Su riname en dc Antillen opgedragen. Prakti sche oplossingen heeft men ook menigmaal gevonden door Surinamers of Antilliancn in Koninkrijksdelegaties bij de Ver. Naties of andere internationale organisaties op te nemen. Kr kan, met andere woorden, veel gere geld worden zonder wijziging van het Sta tuut. Na onderling overleg zou er zelfs mis schien in dit opzicht nog heel wat meer kunnen gebeuren. Zo vragen wij ons af, of voor het probleem van de geldleningen niet eveneens langs de weg van een soepele interpretatie een bevredigende oplossing kan worden gevonden. Dit geldt beslist niet voor volledig zelfstandige Sarinaamse of Antilliaanse deelneming aan bepaalde be langrijke internationale organisaties. De Ver. Naties mogen dan onder haar leden landen tellen wier volledige onaf hankelijkheid op materiële of formele gron den kan worden betwist bijv. de Oe kraïne het zou voor Nederland toch wal eens bezwaarlijk kunnen worden om met een Statnut in de hand toelating van Suriname of de Nederlandse Antillen tc be pleiten. De zaak wordt pas echt ingewikkeld als Suriname prijs stelt op handhaving van een slaluutreJatic die niet te zeer van de tegenwoordige afwijkt, maar ter R.T.C. meer zou blijken te verlangen dan zonder verdergaande wijziging van hel Statuut kan worden ingewilligd. Want dit zou meer kunnen gaan inhouden dan internationaal gezien binnen de beslissingsbevoegdheid van het Koninkrijk blijft." Het Parool merkt er over op: „Hoe bet zij, het staat voor ons vast, dat in Suriname een sterk verlangen leeft naar er.n eigen internationaal gezicht. Dat deze wens het voornaamste onderwerp van over leg zal wezen op de volgende R.T.C.wan neer die dan ook gehouden moge worden, en ten slotte, dat Nederland niet alleen met die wens rekening moet houden, maar daar bereidwillig open voor moet staan. Misschien is het mogelijk Suriname tegemoet te komen binnen dc bepalingen van het huidige Statuut, en dat zou dan natuurlijk de eenvoudigste oplossing zijn. Wij hebben daar evenwel een awaar hoofd in en vermoedelijk zal dit bestaande hand vest van het Koninkrijk, nooit trouwens ge dacht als een „Eeuwig Edict", moeten worden gewijzigd om aan de Surinaamse strevingen te kunnen voldoen. Misschien en het lijkt ons goed dit in ronde woorden uit te spreken, zal zelfs aan de dag treden, dat inwilliging van het ver langen naar een eigen internationaal-poli- tieke persoonlijkheid voor Suriname alleen kan worden verwezenlijkt als dit land on afhankelijk wordt, d.w.z. een eigen soeve reine ataat, waarvan men dan natuur lijk hopen moet, dat hij met Nederland bijzonder vriendschappelijke betrekkingen ral (willen) onderhouden. Laat Den Haag daarvoor dan niet terugschrik- ken. Niet alleen, omdat het zeer wel dankbaar i», dat ook Nederland en dr wel denkbaar ia, dat ook Nederland en dc Antillen onder bepaalde omstandigheden aan Ueac oplossing de voorkeur souden ge- Wordt in het belijden niet te eenzijdig accent gelegd op het woord en te weinig op de daad? De onkerkelijke of randkerkelijke buitenwacht ziet leertuchtproce- dures alleen als haarkloverij over secundaire kwesties, getuige van de introverte habitus der kerk. Dit geldt eens temeer omdat men in de kerk te weinig het verlan gen naar het rijk van Christus ziet. De leertucht frustreert het apostolaat. Aldus dr. Kr. Strijd in zijn rede over Dimensies der leer tucht. Hij sprak hierover gisteren in Utrecht voor de hervormde predikanten vereniging. Nu de Hervormde kerk nog zozeer het merktteken draagt van een schuldig ver schraald belijden zal zij haar onvermo gen tot het volvoeren van zuivere leer tucht moeten erkennen, zo zei de pre dikant. De kerk zal dit onvermogen kunnen overwinnen vanuit een nieuw zich laten binden door de Heer der kerk, een nieuw zich laten richten door het rijk van God, een nieuw zich laten stuwen door de Geest Dit betekent volgens dr. Strijd dat de hervormde kerk ernst zal moeten maken met het abc van het christendom. HU noemde dit de noodzakelijke «plevln; van het streven van kerkopbouw. Wanneer dit geschiedt ziet hU in de toekomst ge ruisloze revoluties ten aanzien van leer en leven. Dat wil zeggen: er zullen vele dingen veranderen zónder leertuchtpro- cedures. Op deze wijze wordt volgens dc pre dikant een nieuw „zijn" van de kerk merkbaar. Dan zal zij ook het doén van de waarheid moeten tonen, vervol gens het spreken en tenslotte pas het leertuchtelijk handhaven van de waar heid. Hierbij zal men rekening moeten houden met een aantal dimensies die spreker vervolgens toelichtte. Het belangrijkste achtte spreker de eschatologische dimensie. Hierbij gaat het immers niet (meer) om het geluid van de kerk, maar om dat van het rijk van Christus. Deze dimensie accentueert het toegesloten worden van het hemel rijk, het uit het rijk gesloten worden. In dit verband vroeg dr. Strijd zich af of de Gereformeerde kerken zich wel be wust waren van deze eschatologische mo- Aan het begin van de vergade ring die de 600 hervormde predi kanten gisteren en vandaag in Utrecht hielden, sprak ds. P. G. van den Hooff, de praeses van de synode, niet alleen zUn vreugde uit over de bUeenkomst. HU zei dat de aard van de onderwerpen het hem ingaf de conferentiegan gers ook sterkte toe te wensen. Er Is een gevaar, aldus ds. Van den Hooff, dat dc aandacht voor de te bespreken problemen varf tucht, ambt en Schrift, introvert wordt. We houden ons wel heel erg bezig met onszelf. Maar aan de andere kant kunnen ln de on derwerpen oecumenische lUnen blijken te liggen, zodat we bezig zijn niet alleen met de Hervormde kerk, maar veeleer met de We reldkerk. Zodra we de dingen oecumenisch beleven, staan we meteen ook in de wereld. Ik hoop dat we de vragen plaatsvervangend voor dc oecumene mogen bespreken. Dit betekent immers een bevrUdlng van de concentratie op onszelf, zo zei de synodepraeses. In de tweede plaats signaleerde h»j bet gevaar dat die aandacht voor zichzelf, ontrafelend en ver woestend kan werken. Iemand zei van de week: Moet er nu nog meer kapot gemaakt worden? Maar, zo zei ds. Van den Hooff, wü treden nu ln de reformatori sche vrUheld om onszelf kritisch te hekUkcn. al zit er ln iedere stelling van de sprekers ook dyna- et. Het Paasgebeuren geeft ons kracht en de macht om over miet. deze kritisch geladen zaken spreken. Dit moeten wU ons wel realiseren, want anders Is deze vergadering een teken van verval van de Hervormde kerk. Aldus ds. Van den Hooff. ren, maar ook nog om een heel andere reden. Ruim 18 jaar geleden, op 6 december 1942, zei onze toenmalige koningin Wilhel- mina: „Ik weet dat geen politieke eenheid en verbondenheid op den duur kunnen blij ven bestaan, die niet gedragen worden door de vrijwillige aanvaarding en tronw van dr overgrote meerderheid der burgerij". Wat Indonesië betreft kwam dat inzicht bij Ne derland ie laat om de stroom in een vei lige bedding te leiden. Laat ons daarom de ze wijze en behartigenswaardige woorden althans ten aanaien van Suriname tijdig in toepassing brengen, ongeacht de vorm, waartoe die vrijwilligheid voeren zou' menten toen het in 1920 in verband met ds. Netelenbos ging om de vraag of hij de Geest teveel boven de Schrift stelde, in 1926 tijdens de kwestie Geelkerken („sprak de slang, al dan niet?"), en in 1944 toen het in verband met Schilder ging over de al dan niet veronderstelde wedergeboorte. Leertucht, zo zei spreker, is beiyden tot in uiterste consequentie. VerdwUnt de eschatologische dimensie uit deze leertucht dan wordt het zwaard een kartonnen ding. In de praktijk is ge bleken dat men de eschatologische di mensie niet aankan omdat het een tc zware geestelUke ruimtevaart blUkt. Men zocht daarom zijn heil in een bur- gerlUke vorm van leertucht, stelde uit sluiting uit de kerk gelijk aan uitslui ting uit het rUk. Vervolgers noemde dr. Strijd de oecu menische dimensie. Deze doet ons de re lativiteit en onhoudbaarheid ontdekken van een leertucht die de eschatologische ernst mist. Dit blijkt bijvoorbeeld wan neer iemand, via een leertuchtprocedure uit ziin kerk gezet en van hervormd doopsgezind of van gereformeerd her vormd geworden, in het oecumenisch ge sprek door degenen die de ban over hem uitspraken, gezien wordt als volwaardi ge gesprekspartner. Profeten veroordeeld BU de pastorale dimensie komt niet al leen de leer maar de hele persoon in het licht, zo zei spreker. In dit verband noemde hU verschillende vragen. Zullen de grootste dwaalleraars met het kerke- IUk-eschatoIogisch oordeel wel getrof fen worden? Zullen dc gladde alen en de wisselende kameleons niet steeds aan leertucht ontkomen? Men moet zich voorts realiseren dat Israël en de christelijke godsdienstigheid steeds profeten veroordeeld hebben. Kan het ook zijn dat men op een gegeven moment niet te doen heeft met een dwa ling maar met een door dc Geest inge- jeven nieuw stuk waarheid? Tenslotte ïeeft de negentiende eeuw veel verwor pen als ketters wat nu geaccepteerd is. Dr. Strijd zei het eens te zijn met prof. dr. A. A. van Ruler die wijst op de gro te waarde van vrijheid in de kerk ten bate van het experiment. Men moet niet direct de vinger op de plek leg gen. Leertucht zonder goede pastores is vol gens spreker onmogelijk. Achter theologi sche ketterijen konden wel eens sociale ressentimenten, karakterologische aberra ties en een verlate puberteit blijken schuil te gaan. Als men al dit soort din gen niet afweegt, snijdt het mes van de leertucht wel, maar dan is het een ge ïnfecteerd mes. Vervolgens de juridische dimensie. Enerzijds is het recht blijkens de psal men wel de grondslag van Gods troon, maar anderzijds werd Christus ook ge kruisigd in naam van het recht. Judiciële leertucht, waarbij men alleen een af)keurend oordeel uitspreekt over een bepaalde leer, is volgens dr. Strijd niets. Als de Geest zozeer werkt dat iemand uitgesloten kan worden, dan kan dc eschatologische beslissing worden vastgeschroefd in het vlak van de em pirische kerk. Daarom impliceeert de eschatologische dimensie de justitiële leertucht, volgens welke men afgezien van het oordeel ook maatregelen neemt tegen de persoon. Alleen al door het ware belijden wordt er klaarheid gebracht. Dan zal blijken dat echte leertucht nauwelijks of niet meer nodig is. We mogen ge loven, aldus dr. Strijd, in de eigen kracht van de waarheid. De^e hoeft men een ander net zo min aan te praten als de schoonheid van de bloeiende Betuwe. woordige presbyteriale structuur van de kerk nog uit? Ds. Zijlstra ging er van uit dat de Her vormde kerk voor drie problemen staat: de gestremde wisseling in standplaats van predikanten, de bezetting van de uit geografisch of pastoraal oogpunt moei lijke gemeenten, en het personeelsbeleid, de vraag van de juiste man op de juiste plaats. Zijns inziens zijn deze problemen onoplosbaar bij de huidige presbyteriale vorm van de hervormde kerk. Het is zelfs de vraag of de beginselen van pres byteriale kerkstructuur zélf niet op nieuw getoetst moeten worden aan het geen de Bijbel zegt Alle gemeenten en alle ambtsdragers dragen voor elkaar verantwoordelUkheid. Waarom zou het onpresbyterlaal zUn, zo vroeg ds. ZUlstra, als gemeenten geleld worden by het beroeplngswerk. Wanneer zU, met een beroep op de autonomie, niet bereid zyn leiding te aanvaarden, geven zy het wezeniyke van de presbyteriale kerkorde prUs. Onderscheid Voor goed begrip noemde de predikant een onderscheid tussen het presbyteriale en het episcopale systeem. Het beslis send criterium voor de episcopale struc tuur is zijns inziens de ambtsgenade die de priester ontvangt bij zyn ordinatie. Hij is daardoor in ontologische zin meer ian een gewoon gemeentelid. Zo is de scheiding tussen clerus en kerkvolk vol trokken en wordt de gemeente onmon dig. De grondgedachte van de presby teriale kerkstructuur is de vrijheid waar mee Christus Zijn gemeente heeft vrij gemaakt. Deze vrijheid nu is de mondig heid van gemeente en ambtsdragers. Zij nemen beiden deel aan het handelen, verkiezen en denken van God. Zo ne men zij ook deel aan eikaars bestaan, en hebben zij verantwoordelijkheid voor elkaar. De kerkvergadering van Emden be paalde in 1571 dat de ambtsdragers over elkaar niet mogen heersen. Emden beperkte de leiding tot de amb telijke vergaderingen van de kerk uit angst voor de hiërarchie van personen. Maar waarom mag de ene ouderling an deren niet leiden op grond van een be paalde genadegave in deze richting. Het zelfde geldt voor een predikant die daar toe gekozen zou worden door zijn (jon gere) collega's. De hervormde kerk laat op dit punt haar predikanten in de kou staan. Be halve natuurlijk als het verkeerd gaat. Maar dan komt ook meteen het zwaar dere geschut van visitatie en tucht in het vizier, zo zei spreker. Dr. Schroten Toen ds. Zijlstra deze theoretische basis gelegd had ging dr. Schroten over tot de praktische uitwerking. Hij zei dat ombouw van de prebyteriale structuur noodzakelijk is voor een doeltreffende werkwijze en om de besluitvaardigheid van de kerk te verbeteren. De uitoefening van het pastoraat wordt steeds moeilijker door de industrialise ring (continubedrijven, cursussen, over werk) en ontkerstening. De bezetting van de ouderling- en diakenplaatsen baart steeds meer zorg tengevolge van onvoldoende (kerkelijke) vooropleiding, respectievelijk van de voortschrijdende ontwikkeling van het sociaal-maatschap pelijk werk. Volgens dr. Schroten is dit ten dele op te vangen door speciale krachten als evangelisten, jeugdleid(st)ers, maatschap pelijke werk(st)ers. Voor de leiding der kerk brengt dit evenwel het „gevaar" mee dat de lei ding der gemeente in feite in handen komt van specialisten ook al heten zij dan adviseurs. Wie durft zich tegen het advies van de deskundigen verzetten? Het gewenste tegenwicht ziet dr. Schro ten in de van oudsher vrijgestelden der kerk: de predikanten. Zij alleen hebben alle tijd voor kerkelijk werk: de spe cialisten zijn gericht op één gebied. De vrijgestelde krachten kunnen als full-timers slechts dan op de meest ef fectieve wijze benut worden wanneer de kerk een verantwoord personeelsbeleid voert. Op dit punt loopt de kerk volgens spreker ver achter. Dit betekent in de eerste plaats dat - kerk zorgt voor tijdige planning van de nodige mankracht en voor de specialis tische opleiding van haar predikanten, naast die voor de gewone pastorale ar beid. Het betekent ook dat zij beide categorieën of de juiste tijd en plaats moet weten in te zetten. Daartoe zal de kerk tenminste driemaal zoveel pastorale arbeiders moeten inzetten in de grote stadsgemeenten. Dit zal de „doorstro ming" bevorderen en aan voldoende mu tatie ten goede komen. Dr. Schroten zei in dit verband dat het hele kerkelijke vraagstuk in wezen een financieel vraag stuk is: Hoe komt men aan het geld? Het probleem van de mutatie kan slechts bevredigend worden opgelost als de kerk de bevoegdheid heeft om op strategische punten in te grijpen. Daartoe moet volgens spreker een be voegd orgaan worden ingesteld door benoeming (door dc synode) van een moderator, een predikant in algemene dienst. Deze kan een predikant slechts verplaatsen na goedkeuring van het breed moderamen der synode, dat zo doende tevens kan dienen als instantie voor hoger beroep. Niet het belang van de predikanten, maar dat van de kerk moet beslissend zijn bij deze ombouw der presbyteriale structuur. Als het recht wordt teruggedrongen en de waarheid op het plein struikelt, is het ver gekomen. De spits van het vlam mende profetische requisitoir van Jesaja reikt over de eeuwen heen en treft ook ons. Als Gods recht niet wordt erkend en Gods waarheid wordt geloochend verdort alle menselijke recht en viert de leugen haar triomfen ook in het gewone leven. Zware en geladen woorden zegt u misschien. En de vraag kan worden gesteld, of de redevoeringen van een man, die eeuwen geleden leefde en onder zeer bepaalde omstandig heden zijn stem verhief, nu echt nog wel actueel zijn. Mis schien is het ter zake een wedervraag te stellen, nl. deze, of de mensen nu zoveel beter zijn dan toen. De Joden hadden destijds God buitengesloten en negeerden Hem op ontstellende wijze. Is dat anders tegenwoordig? Natuurlijk: wij handhaven het recht onder de mensen en zoeken serieus naar de waar heid. Maar ligt dat dikwijls niet veel meer in de sfeer van de burgerlijke fatsoenlijkheid dan in de relatie tussen de mens en God? Op een gegeven moment zegt God tegen Israël, dat Hij gruwt van hun zich voorbeeldig houden aan de voorschrif- ten over de offers e.d., maar dat hun hart er mijlen ver van verwijderd is. Handhaving van het recht en dienen van de waarheid is méér dan een zaak, die zich afspeelt in het hori zontale vlak! (Van een onzer verslaggevers) By de opening van de generale synode der Gereformeerde ker ken (vrijgemaakt) (e Assen, heeft ds. H. Bouma als praeses van de kerkeraad ter plaatse een rede gehouden. Hjj herinnerde er aan, dat Assen voor de derde maal als synodestad gekozen is. Eerst in 1888 door de toen nog geheten chr. geref. kerken en daarna in 1926 door de Gereformeerde ker ken. In 1888 kwam de kerkelijke hereniging van dolerenden (1886> met afgescheide nen (1834> aan de orde. De synode van Assen, het nageslacht der afgescheide nen, stemde toe in deze hereniging, mits de dolerende zonen zouden breken met de zonden hunner hervormde vaderen, onder wier verantwoordelijkheid de schorsingen en afzettingen van 1834 immers hadden plaats gevonden. Ook de huidige synode krijgt te maken met verzoeken om wat men noemt ker kelijke hereniging. Zij zal in deze. moeten Herdenking in november Ter herdenking van het feit, dat het op 2 november vierhon derd jaar geleden is dat de Ne derlandse Geloofsbelijdenis voor het eerst als een publiek getui genis van het gereformeerd pro testantisme in Nederland werd Advertentie) nu overal plaats, nu kunt u beslissen Dit It de sensationele Lady-K' de nieuwe KELVINATOR- comprejsorkoel- kast met een vloermtat van 48 x 48 cm. Da koelkast met 4 plaatsings mogelijkheden. Oók hangend aan de muur. Er zijn KELVINATORS van 90 t/m 270 I. inhoud, waar- onder 130 liter tafelmodel reeds voor f 498.- en 140 liter tafelmodel (zelfde afmeting als de 130 I.) met automatische drukknop-ontdooiing: knop indrukken - slaat na volledige ontdooiing automatisch weer aan I f 535.- Uw leverancier zal u graag alle KELVINATOR-voordelen (en dat zijn er vele) demonstreren. Win een LADY 'K'; doe mee aan de KELVINATOR- prijsvraag. Uw dealer heeft gratis formulieren. DE MODERNSTE KOELKAST VAN 'S WERELDS OUDSTE FABRIKANT (Van een onzer verslaggevers) Gelijktijdig met de Hervormde en Lutherse predikanten kwamen ook de Vrije-Evangelische predikanten voor hun jaarlijkse vergadering bUeen cn wel in Nijverdal. Op deze eerste dag van de tweedaagse conferentie werd in het bij zonder gesproken over de oecumenische beweging zoals die in de Wereldraad en in de I.C.C-C. naar voren komt en over de tekenen van dc tijden en de geest van de moderne tijd. Het was de bedoeling dat het onderwerp van de oecumene in geleid zou worden door ds. H. Postma van Nijverdal. die zou spreken over de Wereldraad cn door dc Amsterdamse predikant, ds. P. J Mietes, die zou refereren over de I.C.C.C. Deze laatste was evenwel door ziekte verhinderd en daarom gaf ds. Postma een overzicht van het ontstaan van beide oecumenische bewegingen. Via citaten uit publicaties van Wereldraad en I.C.C.C. gaf hU een schildering van de achtergrond, grond slag en doelstelling weer. Er volgde een langdurige bespreking. Zoals men weet Is dc Bond van Vrije Evangelische Ge meenten wel als gast aanwezig bU de vergaderingen van de Oecumenische Raad, maar noch officieel t>U de Wereld raad noch bij de I.C.C.C. aangesloten. In het verleden zijn cr bij de bond wel voor stellen ingediend om tot aansluiting bij de Wereldraad over te gaan. maar een grote minderheid verzette zich hiertegen. Duidelijk kwam naar voren dat de bond zich in de toekomst zal moeten uitspre ken dat het onmogelijk zal blijven om buiten de oecumene, in welke vorm dan ook, te biyven staan. De meerderheid van de predikanten voelde de noodzaak van een objectieve voorlichting van ker keraden en gemeenteleden. In de middagbijeenkomst sprak de Rotterdamse journalist Jan J. van Ca- pclleveen over de tekenen der tijden, waarover zowel Christus als Paulus spreken en het hedendaagse wereldbeeld. Hij vatte de woorden van Christus over de verleidingen cn oorlogen en geruchten van oorlogen in Mattheus 24 samen onder de noemer „Vrijheidsdrang". Het ken merk van dc cindtyd zal zijn een drang naar vrijheid van geestelijk en wereld lijk gezag. Paulus spree-kt in de twee brieven van Timotheus ook over de laat ste dagen. Legt hij in de ene brief de na druk op de geest van het ascetisme, in de andere spreekt hU juist over de ge notzucht als een kenmerk van de eind tijd Naast deze Bijbelse beschrijving gaf hij in grote lijnen een beschrijving van onze eeuw, die naar zijn mening in de eerste plaats gekenmerkt wordt door een scherpe tegenstelling. Aan de ene kant is er de angst voor de toekomst, aan de andere kant juist de welvaart. We leven in een gespleten wereld, zowel uiterlijk als innerlijk. Als tweede ken merk schonk Van Capelleveen aandacht aan het ontstaan van de staat Israël, waardoor velen zijn gaan inzien dat de Bijbel inderdaad zegt dat in heilswerk van God Israël nog een toekomst heeft. Als andere kenmerken van onze tyd noemde hij nog het doorbreken van de theologische grenzen, het verlies van de Westerse hegemonie, de doorgaande secu larisatie en het probleem van een drei gende overbevolking. Ook over dit refe raat werd nog uitvoerig gesproken. De conferentie stond onder leiding van de Goese predikant ds. J. Karelse, die ook de zogenaamde dominees-preek hield en een overzicht gaf van het wel en wee in de verschillende pastorieën. Bcrocpingswcrk GEREFORMEERDE KERKEN Tweetal te Assen. a.s. vac. D. Scheele: R. J. Beukema te Ermelo cn A. Vellema te Eindhoven. Beroepen te Soesterberg: P. van Breu- gel te Mildam; te Hasselt: J. de Waard, kand. te Rijsoord, die geen verdere be roepen in overweging kan nemen. CHRIST. GEREF. KERKEN Tweetal tc Zeist: D. Henstra te Delft en M. W. Nieuwenhulze te Amsterdam- West. uitgedragen, zal op die dag in de Grote Kerk in Den Haag een bij eenkomst gehouden worden. Prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink te Leiden en prof. A. D. R. Pol man te Kampen zullen dan een rede uitspreken Voor deze herdenking is een comité ge vormd, waarin onder anderen zitting hebben dr. E. Emmen, dr. J. N. Bak huizen van den Brink, ds. P. G. van den Hooff, dr. K. H. E. Gravemeijer, mevr. K. Beversluis-v. d. Brug. ds. P. N. Kruys- wyk. prof. dr. D. Nauta. prof. dr. A. D. R. Polman, dr. A. A. L. Rutgers, mr, dr. J. Donner. mevr. W. M. Ridderbos-de Rooy, ds. H. Vogel. dr. R. H. Bremmer, prof. dr. J. van Genderen, ds. B. van Smeden en prof. mr. Th. A. Versteeg. Bovendien maken de minister van eco nomische zaken, drs. J. W. de Pous en de minister van financiën, dr. J. Zijlstra. deel uit van het comité. Vondst In de ochtend van 2 november 1561 werd bij het openen van de poort van het kasteel te Doornik een verzegeld pakje gevonden, dat ln de nacht over de buitenste muur was geworpen. Behalve een begeleidend schrijven bevatte het een gedrukt exemplaar van de belijdenis des geloofs, opgesteld door de gelovigen in de Nederlanden, die begeerden te le ven naar de zuiverheid van het heilig evangelie. Daar juist in die dagen twee gevolmachtigden van de landvoogdes op het kasteel verbleven, was deze weg blijkbaar gekozen om aldus de koning zelf te bereiken. De opsteller van de geloofsbelijdenis, Guido de Bres, zegt in het begeleidend schrijven dat de hervormden niet deze weg zouden hebben gekozen als de ko ning hen vergund had zelf voor hem te verschijnen. Omdat alle wegen daartoe afgesloten waren, wilden zij, in naam van meer dan honderdduizend mensen in de Nederlanden op deze wijze getui genis afleggen van hun geloof. De geloofsbelijdenis is niet slechts een historisch document, maar heeft vorm en inhoud gegeven aan de diepste geloofs overtuiging van honderdduizenden Ne derlandse protestanten gedurende vier eeuwen. Surinaamse postzegel een primeur De Surinaamse minister-president, mr. S. D. Emanuels,* heeft van de president van de Surinam Philateletic Agency in Pennsylvania, M. Lehman, een schrijven ontvangen, waarin deze de Surinaamse premier onder meer dank zegt voor de historische gegevens betreffende de ves tiging van Joden in Suriname. Deze gegevens waren de heer Lehman toegezonden met het oog op een door Suriname op lapril jl. uitgegeven post zegel ter herdenking van het feit, dat 125 Jaar geleden oe synagoge ,,Neve shalom" in Suriname werd afgebouwd. De postzegel, waarop deze synagoge is afgebeeld, werd getekend door de heer Nic Loning en in geel, blauw, rood' cn zwart in Nederland gedrukt. Het is de eerste keer in de wereld geschiedenis van de postzegel dat buiten de staat Israël een postzegel is uitge geven met dc afbeelding van een Joodse synagoge. neraal van Haeftenkazerne in Apeldoorn de derde reünie gehouden van de leden van het wapen der koninklijke mare chaussee van voor 1940. (Met de organi- itie ia belast de heer C. de Pooter, Postweg 41 in Apeldoorn). handelen overeenkomstig de bevelen des Heren. Ln 1926 hield de buitengewone synode zitting te Assen, die besloot tot afzetting van dr. J. G. Geelkerken. Inderdaad had dr. Geelkerken het gezag der heilige schrift door zUn leringen ondermUnd, zo niet losgelaten. Toch maakte aldus ds, Bouma dc synode zich schuldig aan de zonde der hiërarchie, omdat zU trad in de rechten, die alleen de kerkeraad gege- ven zUn: zU zette Immers dr. Geelkerken af als dienaar des Woords van Amster dam-Zuid. Tegenover de zonde der hiërarchie staat echter de zonde van het individua lisme. Ook dit is een kwaad in de kerken. Ds. Bouma sprak de wens uit dat de nu bijeengekomen synode veel zou kunnen doen tot wegneming van de onvrede, die hier en daar in de gemeenten heerst, blij kens klaagschriften en appèlzaken welke op het agendum voorkomen. Ten aanzien van de zaak der kerkelyke hereniging verklaarde ds. Bouma, dat de synode hierin geen oplossing zal kunnen geven. Hij sprak de hoop uit, „dat velen die zich nog tegenover ons stellen, tot in zicht van hun schadeiyke weg zullen ko men". Dat men op deze „28ste synode sedert de hereniging der Gereformeerde kerken in 1892" de gemeentesecretaris en twee wethouders van Assen mocht verwelko men, achtte ds. Bouma een bewijs van de goede verstandhouding tussen overheid en kerk in dit gewest, reeds bestaande in de 17e eeuw en duidelijk gebleken in 1834 en volgende jaren, toen de plaatselij ke overheid ten aanzien van de afgeschei denen een soepele houding innam. Moderamen De synode werd bij haar constiluering bijgewoond door zestien ouderlingen (uit elk der acht particuliere synodes viér ambtsdragers) en de hoogleraren dr. L. Doekes, J. Kamphuis en H. J. Schilder uit Kampen. Van de professoren dr. H. J. Jager en C. Veenhof was bericht binnen gekomen, dat zU de synode slechts zou den bijwonen indien hun advies gewenst was. De hoogleraren namen niet aan de verkiezing van het moderamen deel. De uitslag dezer verkiezing meldden wij reeds. Volledigheidshalve zij meege deeld dat na drie stemmingen ds. J. van Bruggen te Assen tot praeses bleek te zijn verkozen. Deze presideerde ook de vorige synode, te Spakenburg. Er waren wederom drie stemmingen nodig om tot verkiezing van een assessor te komen. Dit werd ds. E. Th. van den Born te Helpman. Na twee stemmingen kwam ds. M. J. C. Blok te Utrecht-NW. als eerste scriba „uit de bus". Tweede scriba werd ds. G. Hagens te Bussum. Op verzoek van het moderamen nam ds. H. Bouma te Assen als adviserend lid zitting. Niet in behandeling Aanstonds besloot de synode akkoord te gaan met een voorstel van de kerk te Nieuwendam-Amsterdam-Noord, en wel om geen stukken in behandeling te ne men, welke door niet-kerkelijke instan ties zijn ingediend en waarop ook geen reacties uit de gemeenten zijn gekomen, nadat de kerkeraden hiervan door rond zending van het agendum kennis hadden kunnen nemen. Hierdoor werden van de tafel geschoven enige missives van de Vereniging tot her stel der eenheid onder gereformeerde belijders, o.a. een blief waarin de synode gevraagd werd zich niet neer te leggen bij de geö<eeldheid en al het mogelijke te doen om het herstel der eenheid te bevorderen. Voorts het toegezonden rapport van de generale synode der Gereformeerde ker ken (synodaal) te Utrecht over oecume- niciteit en pluriformiteit met verzoek hierover een oordeel te geven. Niet in behandeling kwam eveneens het rapport „Zondag en zondagsarbeid" van het Christelijk Nationaal Vakverbond, waarover de mening der synode was ge vraagd. Het moderamen besloot geen stukken meer aan het agendum toe te voegen, die na de morgenpost van vrijdag 14 april binnenkomen. Uit de synode werden vier commissies gevormd, respectlevehjk onder voorzit tersschap staande van de predikanten J. Meester te Amsterdam-Z.. J. P. van der Stoel te Amsterdam-C., D. van Houdt te Uithuizermeeden cn J. de Wolff te En- schede-N. Dtokevan' Jonge communisten verstoorden paaswake Amerikaanse studenten hebben ver teld hoe zondag een paasdienst in de St. Wladimir Kathedraal in Kiev door ongeveer duizend jonge communisten verstoord werd. In de kathedraal vormden de Jonge communisten wig-formaties, waardoor zij de gelovigen wegdrongen. Verder hadden zij de paaswake verstoord door Komso mol strijdliederen. De priester was ech ter verder gegaan met de dienst. Bij de paaswake waren de jonge Ame rikanen van de Universiteit van Ford ham aanwezig met hun intourist gids en een Amerikaanse r.k. geestelijke. De studenten, die de plechtigheden van witte donderdag ln Krakau, meege maakt hadden, waren zeer onder de in druk van het diepe godsdienstige leven in Polen. „Polen was werkelijk een fan tastische ervaring, omdat de godsdienst daar zo springlevend is", aldus een van de studenten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2