Stil
pijn
Leertucht stelt de kerk
voor een zware opgave
i
Meningen van anderen
TUMEZ
ZWITSAL
Communicatie heeft
karakter van dialoog
Wetenschappelijke staf TH
sprak over didactiek
Enquête onder medewerkers
van de zondagsscholen
Een kanttekening
BUITENLAND ALS VOORBEELD
VORMING BEDRIJFSJEUGD
DAT DE gereformeerde predi-
RGTERDDN
ZELFBESCHIKKING
WELVAARTSSTAAT
Nimmer leervrijheid
MOEDER WORDEN...
Kerk en oorlog
Een woord voor vandaag
Conferentie Studentenzendingscommissie
Prof. Bordet in
Kisene overleden
Gereformeerde Kerk
van Transvaal ook
uit Wereldraad?
X
ONZERZIJDS
Het lijkt ons een hoogst belangrijke zaak, dat het vormingswerk voor de
bedrijfsjeugd doorgang vindt en dat in de toekomst nog meer jongelui, die zo
van de (lagere) school naar het bedrijfsleven overgeplant worden, van dit
vormingswerk profiteren. Dit geldt zowel voor de jongens als de meisjes be
neden de leeftijd van 18 jaar. Wat betreft de meisjes blijkt er bij de leiding
van de ondernemingen sterk de neiging te bestaan deze groep maar aan het
vormingswerk te onttrekken als het gaat om de verhoging van de produktie
in eigen bedrijf ter realisering van de vijfdaagse werkweek. De werkgevers
lijken eerder geneigd iets voor de jongens te doen dan voor de meisjes, omdat
de Iaatsten meestal geen „blijvertjes" zijn voor de bedrijven.
Maatschappelijk gaat het hier echter om grote belangen, die de leiding
van de betreffende ondernemingen zich zal moeten realiseren bij het in
dienst nemen van jong vrouwelijk personeel. Deze meisjes, die dikwijls zo
van de lagere school komen, zijn namelijk mentaal in het geheel niet in staat
de confrontatie met het bedrijfsmilleu van volwassenen goed te doorstaan.
Hier moet het jonge meisje geholpen worden bij de overgang van schoolkind
naar werkneemster. Gelet op het vormend karakter van het werk zijn er dan
ook drieërlei instituten, namelijk rooms-katholieke, protestants-christelijke en
openbare. Het is een verblijdend teken dat de Kamer van Koophandel van
Utrecht zijn studiecommissie voor onderwijszaken heeft opgedragen de ge
rezen moeilijkheden nader te bestuderen.
Het buitenland kan ons in dit opzicht tot voorbeeld zijn. Engeland kent
een leerplicht tot 15 jaar en voor jeugdige arbeiders in handel en industrie
moet een deel van de werktijd uitgetrokken worden voor vorming (tot 18
jaar één dag per week met een minimum van 330 uur per jaar). Bepaalde
groepen meisjes in Frankrijk zijn tot haar 17de jaar verplicht 300 uur aan
vullend onderwijs per jaar te volgen. Ook in Duitsland bestaat er een plicht
tot het volgen van vormingsonderwijs, dat gedeeltelijk in de arbeidstijd wordt
gegeven. Nederland heeft hier nog iets goed te maken, zeker als we letten
op de wfjze, waarop in sommige bedrijven de invoering van de vrije zaterdag
wordt mogelijk gemaakt!
Verkorting van de werktijd en invoering van een vijfdaagse werkweek
krijgen op het ogenblik in Nederland in een zeer hoog tempo haar beslag. Dit
tempo ligt zo hoog, dat men zich wel eens afvraagt, of de werktijdverkorting
niet gaat ten koste van de produktivlteit in de bedrijven.
De minister van sociale zaken heeft als voorwaarde voor de Invoering
van de vrije zaterdag gesteld, dat de omvang van de produktie hieronder nieti
mag lijden. Het bedrijfsleven ls echter zeer vindingrijk gebleken als het gaati
om het treffen van maatregelen, die een teruglopen van de produktie moeten
tegenhouden. Daaronder zijn zeer efficiënte maatregelen, die alleen maar
toe te juichen vaUen, maar er zijn ook maatregelen bij, die duidelijk een zei
kere krampachtigheid bij de invoering van de vijfdaagse werkweek verraden.
Toegegeven moet werden, dat sommige bedrijven, gelet op de werkgele
genheidssituatie, wel gedwongen zijn de werkweek te verkorten, willen zij hun
personeel behouden. Hier gaan bedrijven tot werktijdverkorting over, hoewel
zij er bedrijfseconomisch nog niet aan toe zijn. Maatregelen om een dergelijke
werktijdverkorting voor het bedrijf toch aanvaardbaar te maken zijn dan bijv.
het niet meer laten deelnemen van jongere (met name vrouwelijke) werk
nemers aan vormingscursussen in de tijd van het bedrijf.
Zo hebben enige tijd geleden vier bedrijven In Utrecht de plaatselijke
commissie voor ontwikkeling en ontspanning voor meisjes werkzaam in on
dernemingen en bedrijven, meegedeeld dat zij niet langer van deze vorming
voor hun personeel gebruik zouden maken. Voorheen werkten de meisjes in
deze bedrijven 44 uur per week en was er vier uur uitgetrokken voor de vor-i
mlngscursus, thans werken ze 45 uur per week en als zij de vormingscursus
nog willen volgen dan moeten zij dit maar op eigen gelegenheid op de vrij©
zaterdagmorgen doen. Vanzelfsprekend komt hier niets van terecht.
Op het ogenblik heeft deze situatie zich nog alleen maar in Utrecht
voorgedaan, waarschijnlijk omdat de werkgelegenheidssituatie hier wel erg
nijpend is. De jaarverslagen van de voorzitters van de Kamers van Koophan
del in Utrecht en Amersfoort zijn hiervan getuige. Dat dezelfde moeilijkheden
zich ook in andere delen van het land zullen gaan voordoen, lijkt niet uitgeA
sloten, vooral omdat de vormingscursussen in het hele land thans slechts
op de eerste vijf dagen van de week gegeven worden.
Dr. Koolhaas tot gereformeerde dominees
t 7 7 heid over de mogelij]
Verhouding tussen
heide kerken
heeft geleden
kantenvergadering te Utrecht
tot het laatst toe druk bezocht
bleef, is geen wonder wanneer
men weet dat dr. A. A. Koolhaas,
conrector van het seminarie der
hervormde kerk te Driebergen en
tot voor kort praeses van de
generale synode dezer kerk als
spreker optrad. Hij kwam uit
leggen hoe het opzicht in de
hervormde kerk fungeert, anders
gezegd: hoe de toepassing der leer
tucht is. In het bijzonder natuur
lijk ten aanzien van de zaak-prof.
dr. P. Smits.
De wijze waarop de hervormde syno
de zich het laatst uitte over de kwes
tie-Smits heeft ook velen in de gerefor
meerde kerken beroerd, zei dr. Kool
haas. Gesterkt in hun mening zijn zij,
die het allang wisten, dat het in de her
vormde kerk niets worden zou. Teleur
gesteld zijn anderen, die hoopten op een
beslissing, waaruit inderdaad zou blij
ken dat de hervormde kerk weert wat
haar belijden weerspreekt. Weer ande
ren zijn verontrust over de gang van
Advertentie
fHWUauTISCHF MIRIEK llROTeBll HIIVVMUH
Do (r.k.) Do Tijd Maai bode wil
raar aanleiding van dc installatie van de
Nieuw-Guinearaad de misvatting ontzenu
wen, als zou Nederland deze raad alleen
in het leven hebben geroepen om zeveel
mogelijk bondgenoten hun instemming tc
laten betuigen niet het Nederlandse beleid.
Het blad schrijftdc werkelijkheid is an
ders. Do Nieuw-Guinearaad is een parle
mentair college met reële bevoegdhedi
die zich straks nog zullen uitbreiden. Aan
vankelijk zal hij misschien wat moeite heb
ben zich de ietwat bedaagde gewoonten van
een westers parlement aan te meten. Het
gouvernement van zijn kant zal overigens
ook nog wel moeten wennen aan de om
gang met Papoea-ministeriabelen. Maar
hoofdzaak is, dat de Nieuw-Guinearaad zich
in de dialoog met Nederland niet onbetuigd
zal laten. En daar staan de Papoea's, die
de meerderheid in de raad vormen (en die
zich van die meerderheid gouw genoeg be
wust zullen worden) borg voor.
De Telegraaf noemt de installatie
van de Nieuw-Guinearaad een gewichtige
•tap op dc weg naar zelfbeschikking.
Wat Nederland betreft, zo schrijft het
bind, is nu nog eens onderstreept, dat wij
inderdaad geen ander doel bezitten. Indo
nesië voert een totaal ander beleid, een be
leid gericht op verovering, dat slechts ver
geleken kan worden met de koloniale of
imperialistische politiek, die het beweert
zozeer tc verfoeien.
Do wereld weet dit natuurlijk wel, maar
geeft er do voorkeur aan, dc kop in het
zand te steken. Australië dat er het aller
grootste belang bij heeft dat westelijk
Nieuw-Guioea niet in Indonesische handen
komt, laat weten dat het do Indonesische
verzekering aanvaardt dat geen geweld zal
worden gebruikt en dat het dus geen ge
weld verwacht, en Australische ambtenaren
leggen zelfs do verklaring of, dat zij zich
door de. aan staatssecretaris toegesf li roven
verklaring over militaire steun „gesrhokt
gevoelen en in verlegenheid gebracht". De
le stniisvogelhouding van Australië, dat er
zozeer toe heeft bijgedragen dat de huidige
situatie is ontstaan, verdient weinig bewon
dering.
(Advertentie)
sigaar waarmee
His Lordsl ip zich zo
van adel voelt
HONNEUR een hoog-
gelclasseerde
s/gaar voor3Icf^
In de ..Gereformeerde Kerk
bode" voor de classes Baren-
drecht en Dordrecht, vertelt „De
Koster", die zo langzamerhand
een zekere vermaardheid begint
te krijgen in ons land, dat hij met
zijn dominee is gaan praten, om
dat hij het niet eens was met diens
preek over de welvaartsstaat:
ALS ik het goed begrepen heb.
zijn de welvaartsstaat en de
dominee geen dikke vrienden. Ais
het wèl zo is, had hij anders uit de
hoek moeten komen! We werden
maar verzorgd van de wieg tot het
graf, zei de dominee, we lieten
ons maar inpakken in een rose pa-
pierje met een mooi lintje erom
neen, maar we konden tegen de
dood toch lekker niet. Alsof iemand
dat ooit beweerd had! We begon
nen al moord en brand te schreeu
wen ais er in de verte een buitje
hing. We waren minder dan ooit
tevreden en de welvaartsstaat
maakte ons tot een stelletje half
zachte creaturen, die geen pit meer
kennen en die vooral geen risico
meer durven nemen. Wie uit de
hand van de staat leeft, zei de do
minee, leert het af om uit de hand
Gods te leven. En er werd maar
onverantwoordelijk met de welvaart
omgesprongen. En de Kerk moest
nog meer bedelen dan vroeger. En
de luxe maakte ons tot keiharde
egoïsten. Enfin, de bromfiets dreig
de te zullen doorrazen totdat de
benzine verbruikt zou zijn.
Ik heb nog eens goed de kerk
doorgekeken, maar ik zag nergens
de welvaartsstaat zitten. Wèl men
sen die erin leven. En dat leek mij
nu de fout. De welvaartsstaat komt
toch niet in de kerk, de mensen
wel. En als je dan meent, dat het
niet goed gaat, dan moet je niet
de tijd critiseren of de staat maar
de ménsen in die tijd en in die
staat. Houdt ze dan de oude waar
heid voor dat weelde verslappen
kan en dat wij niet meer weten
wat rentmeesterschap is. Maar ge.
bruikt dan in elk geval de wel
vaartsstaat niet als de kop van
Jut. Die voelt er toch niets van!
OF de mensen dan geen fikse
poeier nodig hebben? Misschien
wel. sommigen althans. Maar het
leek me toch schromelijk overdre
ven. Dat komt natuurlijk daarvan
dat onze dominee nog niet eens een
aanvallige baby was toen W.J met
z'n allen in de niet-welvaartsstaat
leefden. Ik weet het nog best Lo
nen op het randje of aan de bin
nenkant van het randje, geen geld
als er ziekte heerste en natuurlijk
helemaal geen loon. geen vorst- of
regenverlet, en in het verkeerde sei
zoen maar naar het armbestuur en
de diaconie. En als de mensen
krom gewerkt waren en niet meer
konden, zei de werkgever: het was
toch een knoerharde werker in z'n
goeie tijd! Verder deed hij natuur
lijk niets. Het kan best zijn dat er
nu hier en daar een luxe is die
niet of nog niet verantwoord is,
maar de niet-welvaartsstaat ont
hield de mensen zelfs 't allernodig-
ste, en de onverschilligheid was niet
minder groot dan nu. Want dat is
óók alweer zoiets. Men klaagt nu
wel over de afbrokkeling van de
kerk, maar in mijn jeugd was het
verloop nog veel erger. De zorgen
hadden het geestelijk leven dood
gedrukt Armoede bracht heus niet
altijd dichter bij God. Ik denk niet
dat er véél oudere mensen zullen
zijn, die bereid zijn om de wel
vaartsstaat te vloeken. Trouwens
de dominees hadden het vroeger
ook maar magertjes van de weer.
omstuit, maar dan moet je er ook
bij zeggen, wat je nu, met een en
kele uitzondering, niet meer kunt
zeggen: ze kwamen bijna allemaal
uit de gegoede en heel vaak uit de
zéér gegoede boerenstand. Daar
hebben de kerken terecht of ten on
rechte niet zo zuinig van geprofi
teerd.
TVTAT ik maar wilde zeggen: er
W rullen best hier en daar een
paar hinderlijke uitwassen uitste
ken. maar het zou het ons tegen
over God niet voegen om Hem
eens ronduit te danken voor onze
welvaartsstaat en er niet altijd ach
teraan te jagen met preken? Ik
vind het prachtig zoals het nu is.
De arbeid is misschien een beetje
dooierig met al die machines en zo,
maar mij dunkt zo dat er nu op
gewekter gewerkt wordt. En dat er
een uitgerust volk telkens weer
klaar staat om opnieuw te begin
nen. Niet meer gehinderd door de
zorgen over een gezin dat men nau
welijks voor de ondergang kan be
hoeden. Onze dominee mag van
mij best zeggen, dat we met al
Gods zegeningen voorzichtig en
verantwoord hebben om te gaan.
Maar. laat hij er dan bij vertel
len dat die beroemde goeie ouwe
tijd op een andere manier de ze
geningen wel eens misbruikt heeft
Ik denk dat onze God dat ook
heeft willen zeggen, toen Hij on
ze onvergetelijke Hazenbosch reeds
in dit, helaas zo korte, leven met
ere heeft gekroond!
Dat heb ik allemaal tegen onze
dominee gezegd, want eerlijk: :k
zat vol! Maar onze dominee is een
fijne man en een eerlijk christen.
We werden het in het eind best
eens.
Gelukkig maar. Wat moet er
van een gemeente terecht komen.
als de dominee en de koster niet
op één stoel zitten?
(Van een onzer verslaggevers)
zaken, die men hierdoor in de toe
komst in de hervormde kerk verwach
ten kan.
Uit reacties in de gereformeerde ker
kelijke pers, hoe begrijpelijk ook, was
dr. Koolhaas gebleken, dat noch prof.
Ridderbos, noch ds. Lammers om
twee bekende penvoerders te noemen
op de hoogte waren van de onderschei
dingen der kerkorde.
Van hervormde zijde was de voorlich
ting echter al evenmin juist. Door een
en ander is grote verwarring ontstaan.
Er zijn ook allerlei elementen in het
spel gebracht, die daarin niet thuisho
ren.
Zo zei dr. Koolhaas het te betreuren,
dat men van hervormde zijde de gere
formeerden verweten heeft, dat zij al
evenmin gelukkig zijn met hun tucht
oefening, zie 1926 en 1944. Dit verwijt
was hier niet terzake. Het is gevaarlijk
om te gaan leven van eikaars fouten.
En dr. Koolhaas achtte het zeker een
veeg teken, dat vele hervormden het
niet kunnen verdragen, dat anderen hun
fouten aanwijzen.
Door deze verwikkelingen heen heeft
de verhouding tussen beide kerken
geleden. Hetgeen volgens dr. Kool
haas te meer te betreuren is, wan
neer men zoals hijzelf er van
uitgaat, dat de hereniging van de her
vormde kerk met de gereformeerde
kerken het eerste en grootste oecume
nische vraagstuk in Nederland Is.
Daarvoor moeten beide kerken stap
pen doen, en het is alleen maar jam
mer als deze stappen verhinderd wor
den.
De hervormde kerk, zo betoogde dr.
Koolhaas, heeft nimmer leervrijheid ge
kend, ook met in de vorige eeuw. Het
was niemand geoorloofd om maar te le
ren wat hij wilde. Toch hebben sommi
gen dit straffeloos gedaan, ofschoon de
SroponeiMsformule toch een duidelijke
inding aan het evangelie gaf. Er
heerste in de hervormde kerk echter
tuchteloosheid.
Hieraan moet men wel denken bij de
beoordeling van de procedure-Smits en
bij de uitoefening der leertucht. Een
kerk, die anderhalve eeuw lang in tuch
teloosheid leefde, is er niet aanstonds
aan gewend om ordelijk te handelen.
Het is in deze tijd voor een kerk,
die openbaring wil zijn van de ene
heilige katholieke christelijke kerk
een bijzonder zware opgave om op de
rechle wijze opzicht en tucht te oefe
nen.
Tuchtoefening is belijden tot het
uiterste. Maar dit is zeer moeilijk.
Want wie tucht wil oefenen, niet in
do zin van razzia-houden, kan dit be
zwaarlijk doen wanneer het geloofs
leven der gemeenten zoveel blijken
van ingezonkenheid vertoont. Zonder
geloof wordt tuchtiging een ongeeste
lijke zaak.
Dr. Koolhaas zette vervolgens uiteen
wat de kerkorde, speciaal in ordinan
tie 11 over het opzicht zegt. De 'zo ver
drietige gang van zaken bij de behande
ling van de publicaties van prof. Smits
komt voort uit een mate van onzeker-
_i_
Advertentie
Dit is de titel van het nieuwe boek van
Dr.W. de Kok. Alles over zwangerschap,
geboorte, babyverzorging en kleuter
opvoeding. Dit waardevolle boek (184
pagina's in fraaie omslag) krijgt U ten
geschenke bij aanschaffing van een
BABYSET DE LUXE M
heid over de mogelijkheid tot het be-
gewezen in deze
jp zijn verzoek
eervol van zijn ambt ontheven predi
kant, aan wie de rechten als van een
emeritus zijn verleend, inzake publica
ties in de kerkelijke pers.
Het is onjuist, aldus dr. Koolhaas,
om uit de behandeling van deze publi
caties door de ambtelijke vergaderingen
en haar commissies voor het opzicht
de conclusie te trekken, ..dat het op
zicht over de dienst des Woords en der
catechese" (dit is de leertucht) in de
hervormde kerk niet functioneert. Want
deze weg in hoofdstuk IV van ordi-
nantie 11 is nog niet ten einde toe
bewandeld.
Om te voorkomen, dat een stroom
van aanklachten tegen predikanten zou
beginnen te vloeien, heeft de synode in
1951 de tuchtprocedures over predikan
ten in handen gelegd van de provinciale
kerkvergaderingen en niet bij de grond-
vergaderuigen der kerk: de classicale
vergaderingen.
Tot grote verbazing heeft sinds 1951
geen enicele p.k.v. stappen tot oefening
der leertucht ondernomen. Dit was na
melijk van stonde aan mogelijk, alleen
de justitiële leertucht het afzetten van
predikanten werd tien jaar opge
schort.
Dr. Koolhaas noemde het belache
lijkdat sommigen in de hervormde
kerk. wekelijks kolommen volschrij
ven, waarin zij roepen om leertucht,
maar dat zij zelf nimmer aanklach
ten hebben ingediend. Dit komt omdat
veel ambtsdragers, ook al roepen ze
luidkeels om leertucht in werkelijk
heid geen ernst maken met de we
gen, die de kerk wijst. Wat echter de
zaak-Smits betrof, meende dr. Kool
haas dat de synode gedaan heeft wat
zij kon, namelijk wat zij kerkordelijk
vermocht te doen. Daarmee is de
zaak-Smits niet ten einde. De weg
naar een nieuwe procedure blijft open.
Prof. dr. I. A Diepenhorst te Amster
dam heeft op de predikantenvergadering
zeer langdurig gesproken over het
„stuk van kerk en oorlog. Hij ging
in den brede na hoe de kerk zich in het
verleden over de oorlog uitgesproken
heeft en wat de moderne oorlog eigen
lijk inhoudt.
De gedachte van de „rechtvaardige
oorlog" achtte hij niet verwerpelijk. Al
leen is het teleurstellend, dat de be
reidheid om zich tot in de grond toe
te bezinnen op de zin van de oorlog en
het gebruik van atoomwapens bij de
humanisten gioter blijkt te zijn dan bij
de christenen.
Op dit ogenblik is de kerk niet in
staat hier reeds het afdoende woord
te spreken. Daarvoor is het vraag
stuk te omvangrijk. Ook over de sla
vernij, over de scheiding -der rassen
en over de positie der vrouw is heel
lang nagedacht en soms heeft men
Als het besluit tot definitief vertrek is genomen volgt er een
vreemde tijd met zijn eigen spanningen. Degenen, die achter
blijven, weten, dat het niet lang meer duurt, maar het lijkt
wel, of de banden losser worden en de gesprekken een andera
toon krijgen. Voor de discipelen van Jezus moet het zo'n
wonderlijke periode zijn geweest tussen de opstanding van
hun Meester en Zijn hemelvaart. Hij is niet meer elke dag
met hen op de weg en toch weten zij, dat Hij er nog is.
Plotseling verschijnt Hij in hun kring, zichtbaar en tastbaar.
Hij is dezelfde, maar toch anders. En Zijn vredegroet is nog
indringender. Wat Hij hun zegt klinkt zo gewoon, maar het
heft hen op boven de tijd en de dagelijkse beslommeringen.
Alle deuren en vensters van de plaats van samenkomst zijn
dicht, uit vrees voor de Joden, maar ineens is daar de Meester.
En zelfs gebeurt het, op het strand, dat Hij er staat en dat
allen weten, dat het Jezus is, maar dat niemand durft te
vragen öf Hij het werkelijk is. Dan neemt Jezus brood en vis
en deelt het uit. En dan is het, of daar aan het meer van
Tiberias de tijd stil staat. Mensen, vervuld van zorgen, eten
samen met Jezus. Hij deelt de gaven uit, brood en vis, want
4 alles is van Hem. En er ontstaat een nieuwe, wonderlijke
kracht in het leven van eenvoudige mensen. Een kracht, die
hen maakt tot bouwers van een Koninkrijk, dat alle plaatsen
en alle tijden omspant.
(Van een onzer medewerkers)
Onder zeer grote belangstelling
is gisteravond op het zendings
centrum te Oegstgeest de confe
rentie van de Studentenzendings
commissie begonnen. Bij de ope
ning waren meer dan 100 studen
ten aanwezig. In zijn openings
woord lichtte de praeses, de heer
A. Schipper, het thema van de
conferentie: „Communicatie" toe.
Verder verwelkomde hij de bui
tenlandse sprekers, mr. H. Makulu,
assistant-director van het oecume
nisch instituut te Bossey en de
heer Risk uit Egypte, en met name
een aantal buitenlandse studenten
uit Tanganyika, Amerika, Zuid-
Afrika en Duitsland die de confe
rentie hopen mee te maken.
De eerste lezing werd vanavond gehou
den door ds. C. Petri, die prof. dr.
H. Kramer verving, over het thema
„Communicatie". Spreker betoogde
dat het woord in het Engels en
Frans veel meer inhoud heeft dan in
het Nederlands, en dat het tot een mo
dewoord geworden is.
Het woord zelf kan echter met een zeer
reële Bijbelse inhoud gevuld worden.
Om het met een beeld uit de natuur
kunde duidelijk te maken: Het duidt
altijd een wisselstroom aan, nooit een
gelijkstroom, d.w.z., het heeft altijd
het karakter van dialoog.
De moeilijkheden waarvoor de wester
ling komt te staan in een niet-westers
land liggen allereerst op het terrein
van het verschil in cultuur, niet in de
eerste plaats op het verschil in gods
dienst. Dit heeft belangrijke conse
quenties, bijvoorbeeld voor de hulp
aan onderontwikkelde gebieden. Het
mag nooit technische hulp zonder
meer zijn, maar moet gepaard gaan
met geioof.
Een ander belangrijk punt is de com
municatie tussen ae godsdiensten: het
mag nooit een eenzijdige woordver
kondiging zijn. Dit houdt in: een
nauw contact met de reeds bestaande
inheemse kerk, een voldoen van de
westerse zending aan de behoefte
die er is aan thecuogie. Bovendien
brengt de zelfstandigwording van ve
te landen in Azië en Afrika een geheel
ander klimaat, waarin het gesprek
plaats vindt.
Zonder schade voor de prediking van
het evangelie kan men aan deze pun
ten niet voorbij gaan.
De levendigheid van de discussie na
deze leving werd verhoogd doordat
daaraan ook werd deelgenomen door
enkele moslims uit Nederland,
waaronder de Imam van de Moskee
in Den Haag.
de bezinning hierop nog niet beëin
digd.
De moderne oorlog brengt sommi
gen in gewetensnood en wordt door
anderen als vanzelfsprekend aanvaard.
Wel een bewijs dat de kerk met de
ze vragen ernst moet maken. Want
nooit is er* zulk een behoefte aan
doorzicht geweest als heden.
Ter gelegenheid van het derde
lustrum van de vereniging
„Wetenschappelijke staf der Tech
nische Hogeschool" te Delft wordt
er een interacademiaal congres ge
houden, dat gewijd is aan de
didactiek van het wetenschappe
lijk onderwijs. Dit congres werd
gistermorgen geopend door mr.
H. J. Woltjer, raadadviseur in
algemene dienst bij het ministerie
van onderwijs, kunsten en weten
schappen.
Drs. E. Velema, adjunctdirecteur van
het Nutsseminarium voor pedagogiek aan
de Universiteit van Amsterdam, hield
hierna eon inleiding over het onderwerp:
„Enige didactische problemen van het
wetenschappelijk onderwijs in Neder
land". Hij wees er op, dat het bij de di
dactiek van het onderwijs niet in de eer-
Veel enthousiasme, weinig huisbezoek
De Nederlandse Natuurkundige Ver-
eniging bestaat thans 40 jaar. Zij viert
dit met een lustrum vergadering jp
22 april in ..Esplanade" te Utrecht
waarvan speciaal het ochtendgedeelte een
feestelijk karakter zal hebben. Aan dr.
]J. Beekman, directeur van de stich
ting F.O.M. (Fundamenteel Onderzoek
der Materie), zal het erelidmaatschap der
jubilerende vereniging worden aangebo
den nadat prof. dr. P. M. Endt diens be
tekenis voor de Nederlandse natuurkunde
en voor de vereniging heeft belicht.
De Britse Nationale Vereniging van
Onderwijzers, die 23.000 leden telt, is
voornemens In de komende maanden
symbolische stakingen te organiseren tot
dat haar het recht zal zijn verleend
onderhandelingen over de onderwijzers-
salarissen te voeren.
De Nationale Vakbond van Onderwij
zers, waarbij de meeste Britse onderwij
zers zijn aangesloten, heeft met een
staking gedreigd uit protest tegen de te
werkstelling van onbevoegde leerkrach
ten. Ook de Schotse onderwijzers hebben
od dezelfde grond met een staking ge
dreigd.
In een zondagsschoolklas zitten
gemiddeld niet meer dan dertig
kinderen, enkele ongunstige uitzon
deringen daargelaten. Er zijn maar
betrekkelijk weinig klassen waarin
iedere zondag door dezelfde onder
wijzer of onderwijzeres wordt ver
teld; men doet dit meestal om
beurten. Hoewel steeds meer wordt
ingezien dat een voorbereidings
avond waarop de leerkrachten
samen het programma van de
komende zondag door kunnen
spreken, zeer zéker gewenst is,
wordt deze over het algemeen nog
maar zeer weinig gehouden. Ook
van het huisbezoek komt tot nog
toe in de praktijk weinig terecht.
Dit zijn enkele resultaten van een
enquête die dc Nederlandse Zondags
school Vercenlging onder haar leer
krachten heeft gehouden. De uitslag
van deze enquête publiceerde de ver
eniging in haar maandblad „Kind en
Zondag".
Op de vraag wat men in de dienst
het prettigst vond. werd zeer verschil
lend geantwoord. Velen vonden het ver
tellen het mooiste ogenblik; zij hebben
het gevoel dat ze in de vertelling iets
van zichzelf kwijt kunnen. Onder het
vertellen is er dan ook vaak de mees
te aandacht en zijn de kinderen stil
Ook over het zingen en het vieren van
verjaardagen waren velen enthousiast.
Het gesprek met de klas en het pra
ten over het jaarboekje, de meer di
recte omgang met de kinderen dus, ble
ken bij velen bovenaan te staan.
Dat het aantal kinderen per klas
gemiddeld dertig of minder blijkt te
zijn valt bijzonder mee, aangezien
men tot nog toe algemeen dacht dat
de klassen veel te groot waren. Het
is van groot belang dat een groep
niet te groot is. Met een kleine
groep, kan men veel meer doen, en
hierin is het contact veel beter. Men
kan meer samen praten en men kan
voor ieder kind meer persoonlijk
zijn, beter letten op het individu, be
ter overzien wie er wel en wie
niet is, wie er ziek is en wat
thuis gebeurt.
Helaas blijken er ook nog wel zeer
grote klassen te zijn. Hier heeft de
leerkracht wel een zeer zware taak.
contact en veel minder belangstelling.
Het is te hopen dat er in de toekomst
ook voor deze klassen een oplossing
wordt gevonden.
Vertellen
Er zijn' maar betrekkelijk weinig on
derwijskrachten die iedere zondag ver
tellen. Het is de bedoeling dat zij de
zondagen waarop ze zelf niet vertellen,
wel aanwezig zijn om aandachtig met
de kinderen mee te luisteren om zo
evenzeer iets van het gehoorde te Ie-
ren: het verbeteren van de eigen ver
teltrant. Wanreer men dan de vertel
ling thuis wel heeft voorbereid, heeft
men bovendien prachtig vergelijkings
materiaal.
Naar aanleiding van de vraag of er
ste plaats van belang is het intelligentie
niveau van de student te kennen, of het
milieu waaruit hij is voortgekomen. Men
zal zich dienen af te vragen, of de vrije
en open methode van het onderwijs aan
hogescholen en universiteiten wel goed
aansluit bij de methoden van het voorbe
reidend hoger en middelbaar onderwijs.
Het verstrekken van informaties over stu
diebeurzen is bepaald niet voldoende. De
aankomende student zou ook een intro
ductie moeten krijgen in de steeds om
vangrijker wordende studieprogramma's.
Sprekende over de docenten zei drs.
Velema, dat de docent er rekening
mee moet houden, dat gebruik van
vaktaal niet zo snel het eigendom kan
worden van de jonge student. Het is
niet denkbeeldig, dat het wetenschap
pelijk onderwijs te veel lijdt aan het
kwaad van „over de hoofden heen
praten". Alle slechte tentamen- en
examenresultaten zijn zeker niet uit
sluitend aan de student toe te schrij
ven. Was de informatie, die hem werd
verstrekt, en de didactiek wel de
juiste? Zo kan men zich afvragen. Drs.
Velema pleitte voor het instellen van
een internationale, wetenschappelijke
didactische research om een breder
inzicht te krijgen in de eisen van de
didactiek.
Karakterverandering
In zijn openingstoespraak had mr
tjer er op gewezen, dat het van veel bete
kenis is, dat de didactiek van het weten
schappelijk onderwijs in het middelpunt
van de belangstelling wordt geplaatst.
De Belgische hoogleraar Jules Bor
det, die in 1919 de Nobelprijs voor ge
neeskunde won, is donderdagmiddag
In Elsene bij Brussel overleden.
Prof. Bordet werd in 1870 in het Bel
gische plaatsje Zinnik geboren. Na zijn
promotie toe doctor in de geneeskunde
aan de Vrije Universiteit te Brussel was
hij vele jaren verbonden aan het Pasteur-
Instituut te Brussel na van 1894 tot 1901
te hebben gewerkt op het Pasteur-Insti
tuut in Parijs. Hij was lid van de Bel
gische Akademie van geneeskunde en
Wetenschappen en van talrijke buiten
landse genootschappen. Verscheidene
buitenlandse universiteiten verleenden
hem het ere-doctoraat.
Zijn wetenschappelijk werk was vooral
gericht op de studie van besmettings
elementen en de reacties van het orga
nisme op microben. Hij is de ontdekker
van de microbe van de kinkhoest als
mede van de hemolytieke serums en de
serodiagnostiek van de besmettelijke
ziekten. Zijn naam is ook verbonden aan
de diagnose van syfilis, de Bordet-Was-
serman reactie.
Lange tijd hééft prof. Bordet zich ook
bezig gehouden met de studie van het
stollen van bloed. Hij schreef talrijke
wetenschappelijke werken, die zijn faam
over de gehele 'wereld verspreidden.
C
Voor de oorlog was dit nauwelijks een be
wust probleem. De omstandigheden zijn
sindsdien echter gewijzigd, zowel bij het
onderwijs als bij de wetenschap. De grote
stroom van studenten liet het onderwijs
niet onberoerd. De verwording tot onper
soonlijk opleidingsinstituut en de karak
terverandering van het academisch onder
wijs zouden bedenkelijke verschijnselen
kunnen worden.
De methoden van onderwijs verschillen
in alle landen van de wereld en wijzigen
zich naar tijd en omstandigheden. Het
zwaarste verwijt van het nageslacht zal
naar de mening van mr. Woltjer niet zijn,
dat we onze problemen niet hebben op
gelost, maar wel, dat we niet naar een
oplossing hebben gezocht.
dig is. Er waren er velen die schre
ven: „Daar moeten we weer aan be
ginnen".
Het huisbezoek is een bedenkelijker
zaak. Hoewel velen dit wel noodzakelijk
achtten voor een grotere binding met
de kinderen, bleek nagenoeg niemand
dit in de praktijk ook toe te passen.
Het huisbezoek heeft ten doel de bin
ding met de kinderen te versterken,
aangezien deze binding de eerste voor
waarde ls om op de kinderen een in
vloed ten goede uit te kunnen oefenen
Helaas is dit een zeer tijdrovende be
zigheid voor de zondagsschoolonder
wijzers en onderwijzeressen, die naast
het werk voor de zondagsschool een
volledige dagtaak hebben.
Het is verheugend dat er nog altijd
voorbereid in gsa vonden worden gehou- mensen voor het werk van de zon-
Een speciale commissie van Je
Nederduits Gereformeerde Kerk van
Transvaal heeft donderdagavond in
een rapport aan de provinciale synode
te Pretoria aanbevolen uit de Wereld
raad van Kerken te treden.
Het lidmaatschap van de Wereld
raad levert volgens de commissie ge
vaar op voor de Nederduits Gerefor
meerde Kerk. Volgens het rapport
schijnt de Wereldraad sterke liberalis
tische, humanistische, kosmopolitische,
socialistische en collectivistische nei
gingen te hebben.
Advertentie
den, werd er over het algemeen ont
kennend geantwoord. Toch bleek uit de
opmerkingen die er bij dit antwoord
werden gemaakt, dat langzamerhand
steeds meer zondagsscholen ln gaan
zien dat een voorbereidingsavond no-
dagsschool gevonden kunnen worden,
mensen die dit werk vol liefde en
vaak op bijzonder enthousiaste wijze
doen, zoals dat weer duidelijk uit de
enquête is gebleken.
Beroepingswcrk
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Wierden (toez.): G.
Westland te Driesum.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Oostvoorne: J. de Waard,
kand. te Rijsoord.
GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT)
Aangenomen naar Bunschoten-Spa
kenburg: C. J. Smelik te VeenendaaL