DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
DE WERELD
25 JAAR
GELEDEN
4
ZATERDAG 1 APRIL 1961
door
G. PUCHINGER
„De staatsman Ruys de Beerenbrouck moge liet verzoenend vergelijk bijwijlen
met een iets te gemakkelijke virtuositeit hebben toegepast, als strikt geloovig
man moet hem alles tvat maar ztveemde naar schipperen met zijn ideaal, een
gruwel zijn geweest."
„Algemeen Handelsblad"
Avondblad zaterdag 18 april 1936.
„Uij streefde naar overleg, meer dan naar doorzetten van eigen ivi
il"
Prof. mr. R. Kranenburg
Vergadering der Vrijzinnig Democratische Bond te Utrecht.
18 April 1936
Charles Ruys de Beerenbrouck
Ap vrijdag 17 april 1936 stierf nog plotseling in Utrecht in het Anthoniusziekenhuis de minister
van staat jhr. dr. Charles Joseph Marie Ruys de Beerenbrouck, Voorzitter der Tweede Kamer,
die tot driemaal toe minister-president was geweest (1918-1922; 1922-1925; 1929-1933). Afkom
stig uit een oud geslacht dat tot wapenspreuk bezat „Beter sterven dan verrader zijn", had hij
zijn kinderen geleerd: adel geeft geen rechten, maar plichten!
Hij hechtte aan traditie, maar liet er zich niet op voorstaan; hij was voornaam, maar in de
omgang gemoedelijk; hiLwas aristocraat die geen familiariteit toestond, maar ging desondanks
met groot gemak met zifn medemensen om.
De vader. jhr. mr. Gustave
Jan Marie Hubert Ruys de Bee
renbrouck. was een man uit één
stuk. die onder Mackay een waar-
d'.ge minister van justitie was ge
weest (1888—1891). Eens moest
hij op een vrijdag bij de oude
koning Willem III te gast zijn.
maar hij eiste van de hofmaar
schalk dat hij geen vlees kreeg.
Na zijn ministerschap in 1893
tot commissaris van Zuid-Lim
burg benoemd, is het hem gege
ven geweest in die functie de
sfeer van Zuid-Limburg Neder
lands te maken. Toen hij in 1918
aftrad uitte hij de wens dat zijn
zoon Charles hem zou opvolgen,
heigeen mede dank zij Nolens
werd mogelijk gemaakt.
,,Als ik het niet deed voor mijn
vader, dan was ik nooit gouver
neur gewordensprak de zoon.
maar hij zou slechts gedurende
enkele maanden de hoge zetel van
lijn vader innemen.
De zoon
Reeds als kind ging Charles,
die op 1 december 1873 te Roer
mond geboren werd. iedere dag
ter kerke. Zijn jeugd was streng
gedisciplineerd. ..Je wil staat in
de hoek boven", placht de vader
Tot de kinderen te zeggen, als ze
lastig waren. De dienstboden
vroegen wel eens aan de devote
knaap: ..Gaat ge niet in het
klooster?" ..Ja, dat weet ik niet",
luidde het antwoord. Maar de
jonge Charles ging in Leiden
rechten studeren. ..Denk aan mij"
sprak hij bij zijn vertrek tot de
dienstboden, en vroeg ze dage
lijks voor hem te bidden.
Reeds in 1893 ontmoette hij
Aalbersc. en arbeidde met hem
aan de pas opgerichte rooms-ka-
tholieke studentenvereniging. Ro
ken. drinken en dansen deed de
jonge Charles niet; naast zijn
studie wijdde hij zich aan orga-
n.satorische arbeid, en studeer
de hard onder Van der Hoeven.
Drucker. Oppenheim en Van der
Vlugt. Op 17 december 1895 pro
moveerde hij te Leiden op een
proefschrift: „Het strafrecht in
het oude Maastricht."
Sociaal werk
Hij werd advocaat, maar vóór
alles legde hij zich toe op soci
aal werk. en streefde ernaar van
Maastricht een flinke stad te
maken. Nóg waren het de jaren
dat Zuid-Limburg betiteld werd
als ..het donkere Zuiden". en
Maastricht als ..de slapende
stad". Uit die tijd dateert Ruys'
uitspraak: ..Men moest Maas
tricht eens wakker kunnen schud
den."
De sociale toestanden waren
nog heel slecht, en de jonge
Ruys was vrijwel de enige edel
man die zich het lot van de ar
beiders aantrok. Tegenover de
machtige grootindustriëlen koos
hij voor de arbeiders, voor wier
zware arbeid en karakter hij
groot respect had: „Dat waren
pas kerels!"
Bewonderenswaardig is wat de
Jonge Ruys binnen enkele jaren
aanpakte in het Zuiden: hij be
vorderde een betere woningbouw,
hij stichtte vakorganisaties.
E.H.B.O.-cursussen. het Groene
Kruis, vroedvrouwenscholen,
wijkverpleging, kraam verzorging,
stimuleerde de volkszang, het bi
bliotheekwezen, de rooms-katho-
lieke pers. de arbeidersretraite,
en nam deel aan de oprichting
van het rooms-katholiek werklie
denverbond. En bovenal wenste
hij dat de arbeiders, waar moge
lijk. door mensen uit eigen mi
lieu bestuurd werden. Zijn slag
zin aangaande de arbeiders was
er één die in die dagen ook in
het rooms-katholieke Zuiden
nieuw was: ..Die mensen hebben
toch ook zielen." En zo vaak hij
weer iets nieuws aanpakte, ver
zuchtte hij ..Onze lieve Heer zal
wel meehelpen."
Zijn crltlek was dat de Intellec
tuelen en studenten nauwelijks
Interesse hadden voor de ontwik
keling van de arbeider, maar on
danks de tegenstand der hogere
klassen zette hij door, omdat hij
rich ook als edelman aangetrok
ken gevoelde tot de armen en
kleinen.
Volksvertegen
woordiger
Reeds jong kwam de vooruit
strevende edelman in de gemeen
teraad. waar hij beroering bracht
in het conservatieve vaarwater.
Toch hield hij zich meestal op
de achtergrond, al bevorderde hij
achter de schermen hardnekkig
wat hij noodzakelijk achtte, zo
als de oprichting van het pen
sioenfonds der ambtenaren. Som-
rtvgen wantrouwden hem om zijn
„rode idealen, maar zijn per
soonlijkheid boezemde vertrouwen
ip, en sijn stilzwijgendheid ver
oorzaakte dat men hem moeilijk
aan kon vallen. Daarbij wist men
dat hij steeds het goede voorhad.
In Limburg bestreed hij op de
ze wijze in positieve vorm de
S.D.A.P. Met Nolens was hij in
staat de Limburgse mijnstreek
rooms-katholiek te houden. in
plaats van deze te doen verove
ren door de socialisten. Tot in
zijn laatste levensjaren bleef
Ruys ijveren voor de belangen
van Limburg en Maastricht. Tij
dens zijn laatste ministerschap zei
Ruys tot de minister van water
staat Reymer. naar aanleiding
van het op te stellen Rijkswegen-
ontwerp; „Denk aan Limburg!
Vergeet Limburg niet!" Minister
Verschuur getuigde «ens dat de
Limburgse periode in feite de
vruchtbaarste periode van het le
ven van Ruys was geweest.
En toch is het wonder van
Ruys' loopbaan dat hij van pro
vinciale streekautoritelt de eer
ste nationale magistraat werd!
Dit is mede mogelijk gemaakt
doordat hij in 1905 gekozen werd
tot lid van de Tweede Kamer.
Sindsdien vertoefde hij van dins
dag tot vrijdag in Den Haag. en
leerde er de landelijke autoritei
ten in persoonlijke omgang ken
nen. Hij sprak als Kamerlid zel
den. en had weinig interesse voor
de technische wetgeving, maar
zijn wat hoekige omgang werd
milder, en men leerde zijn zuive
re menselijkheid alom waarderen.
Minister-president
Toen in 1918 Nederland geen
minister-president kon leveren,
aangezien alle beschikbare candi-
daten bedankten, koos Nolens
hém! Hij werd de eerste rooms-
katholickc minister-president van
Nederland. Juist geïnstalleerd
tot gouverneur van Zuid-Limburg,
moest hij nu voor goed terug
naar Den Haag om heel Neder
land te gaan regeren.
Hij wist zich als minister-presi
dent ongeschikt om grote wetten
te'maken, maar daartoe koos hij
in zijn kabinetten knappe juris
ten als minister van justitje
(Heemskerk en Donner). en met
graagte splitste hij de nieuwe de
partementen onderwijs, kunsten
en wetenschappen alsmede arbeid
af van het oude departement van
binnenlandse zaken.
Hij was geen wettenmaker. al
heeft hij de grondwetwijziging
van 1922 voortreffelijk verdedigd,
maar hij was een hoogstaand re
gent die veel aan zijn collega's
overliet en zelf de hoge directie
In handen hield. Soms wees hij
op het portret van Thorbecké,
en zei: „Zoo geleerd als diëen
ben ik niet", en dat was ook in
derdaad de crltiek van Nolens;
dat Ruys te weinig studeerde. In
derdaad was zijn wetenschappe
lijke bagage gering, maar hij
wist met grote soepelheid zijn
ministers bijeen te houden, cn
als hij in zijn ministerie minis-
Jhr. dr. Charles Ruys de Beeren
brouck
ters verloor, wist hij de overblij-
venden vastbesloten aan te zetten
tot doorwerken. Toen hij in 1922
zijn tweede kabinet vormde,
sprak iemand: „Je zult zien, na
vier jaar zit hij er zelf nog, al
zijn ook alle anderen verdwe
nen!"
Onder het laatste kabinet (1929
1933) ontving hij veel critiek,
en men scheen hem tegen het
einde van zijn regeerperiode wat
moe te zijn, maar daar kan te
genover worden gesteld dat hij
als minister eigenlijk geen enkele
persoonlijke nederlaag ooit gele
den heeft. Anders dan Colijn wise
hij als jurist dc verantwoordelijk
heden voortreffelijk af te bake
nen, en Ruys heeft zijn slagzin:
.Samen uit, samen thuis" zoveel
mogelijk bewaarheid.
Hij was kortom een leider van
formaat, maar geheel anders dan
Thorbecke. Kuyper, Cort van der
Linden en Colijn geweest zijn.
Hij wist zich zelf op de ach
tergrond te houden, om anderen
te stimuleren en aan het werk te
zetten. Hij luisterde naar deskun
digen. overwoog en volgde!
Ook in eigen rooms-katholieke
kring deed hij zich nooit als
leermeester gelden, ook niet je
gens de jongeren, hoogstens als
belangstellende partner. Hij gaf
kortom leiding door er te zijn,
en door zo min mogelijk leiding
op te leggen. Het was een leider
schap waarvan door het publiek
erkende leiders meestal geen weet
hebben.
Sommige collega's hebben zich
er over verwonderd hoe het hem
gelukte zoveel conflicten binnen
de boezem van zijn kabinetten
te boven te komen. Ruys streed
zo min mogelijk met zijn colle
ga's. stelde bij onenigheid de be
slissingen veelal uit en wachtte
tot de betrokken ministers bij
een
hem langs kwamen
compromis voor te leggen.
Dat alles dankte hij aan zijn
oijzondere persoonlijkheid.
Hij bezat een opgewekt hu
meur, was een hard werker,
maar ook in dezen zonder over
drijving; was zelden neerslachtig;
had voor sommige zaken wellicht
een matig talent, maar wist er
mee te woekeren. Hij kon critiek
verdragen, en men kom hem open
de waarheid zeggen, ook toen hij
minister was. Kwaadspreken deed
hij nooit; na een conflict zweeg
hij liever dan het conflict te la
ten voortbestaan. Terecht sprak
hij eens: „Hoed u voor slechte
humeuren."
Aanvankelijk heette hij driftig,
lastig en waren zijn ondergeschik
ten wat bevreesd voor hem;
maar het leven maakte hem
vreedzaam en bezonken. Zijn ha-
ge positie veredelde hem meer
dan dat zij hem hautain maakte.
Daardoor bezat hij het respect
van iedere tegenstander, niemand
haatte hem. Van belang was de
morele sfeer die hij rondom zich
\yist te scheppen. Typerend is het
woord dat hem tot richtsnoer
was: „Boekenkennis is goed,
mensenkennis is beter, zelfken
nis het best."
Christendom
Dat alles sprak met name aan
omdat hij de eerste rooms-katho-
.ieke prenjier van Nederland
-vas!
Hij bezat een Christendom zon
der vertoon, hoewel hij een vu
rig gelovige was. Hij gevoelde
zich instrument der voorzienig
heid, maar hij sprak ongaarne
over zijn geloof. Daarom stootte
zijn geloof niemand af, maar
trok door zijn persoonlijkheid
aan. De anti-revolntionaire
Heemskerk sprak eens: „Onze
president vindt zijn kracht in
zijn geloof." En zo was het: het
gebedsleven nam een grote
plaats ln zijn leven in. Iedere
dag ging hij ter communie, en
in zijn huis werd dagelijks met
het personeel de rozenkrans ge
beden. Toch stelde hij anderen
inzake dc dagelijkse kerkgang
geen overmatige eisen. Tot een
indergeschikte sprak hij eens:
„Eerst plicht; naar dc kerk
gaan is gemakkelijk, maar jc
moet er t(jd voor hebbenwer
ken Is ook bidden."
Hij legde in eigen kring de na-
Jruk op de eenheid der rooms-ka-
thoiieken. maar wenste hun isole
ment in den lande niet te bevor
deren. wetende dat ze daar niet
beter van werden. Eens sprak
oij„Nederland heeft elf provin
cies en vijf bisdommen. Laten de
elf een eenheid zijn en blijven,
.•n laten de vijf bisdommen het
worden."
Vat hij kon bevorderde hij in
eigen kring communie en retrai
te, vooral ook onder de arbeiders.
Wanneer er grote moeilijkheden
waren, kon Ruys zeggen tót een
vertrouwde: „De voorzienigheid
moet er maar voor zorgen, wij
nebben ons best gedaan."
Dat alles was de reden dat hij
met iedereen in overleg kon tre
den. Hij bewonderde Kuyper, die
op zijn beurt sympathie had voor
Je Limburgse edelman. De so
cialisten wisten dat hij sinds
1918 niet haatdragend was, en
menig liberaal vereerde hem. Hij
stond nooit afwijzend tegenover
medemensen, en in de Tweede
Kamer droegen zelfs de commu
nisten hem persoonlijke sympa
thie toe. Ruys begreep opperbest
dat ons land merendeels antipa
pistisch was, en maakte door
zijn optreden en de kijk op men
sen, samenwerking mogelijk waar
deze geboden was. De handhaving
van de coalitie zag hij als le
venstaak, evenals de handhaving
van het Huis van Oranje. In 1929
deed hij een geslaagde poging de
in 1925 verbroken coalitie weer
tijdelijk te herstellen door de for
matie van zijn derde kabinet. In
eigen kring kon hij kritisch
zijn. Hij stond afwijzend tegen
over geestelijken die op te grote
voet leefden, en sprak eens: „Ik
kan geen respect hebben voor die
dikke heren met hun sigaren in
de mond." Directe invloed van
rooms-katholieke geestelijken op
de politiek omdat zij geestelijken
waren, duldde hij niet.
Maar voor de stille, devote, so
ciale werker Ariëns had hij gro
te bewondering; hij bad de rozen
krans aan diens sterfbed, en
deed later veel om hem heilig te
verklaren.
Ruys' moeilijkheden met Nolens
vormen een hoofdstuk op zich zelf.
De bevoogding van de oude pre
laat duldde hij niet, maar toen
het in 1929 eenmaal tot een
breuk gekomen was, ging hij het
zelf weer goed maken, onderweg
naar Monseigneur de rozenkrans
biddende, opdat de verzoening
mocht slagen, wat inderdaad het
geval was. Ruys was geen geheel
onthouder, maar een principieel
drankbestrijder. Hij zag de drank
bestrijding in het licht van een al
gehele versobering, die hij nood
zakelijk achtte voor het Christe
lijk leven. Roken en dineren wa
ren geen liefhebberijen van Ruys.
Rijk zijnde leefde hij sober, te
gen het einde zijns levens bijna
ascetisch.
Kamerpresident
Zo groeide Charles Ruys de
Beerenbrouck uit tot een natio
nale figuur. Was hij geen minis
ter-president, dan was hij presi
dent van de Tweede Kamer (1925
-1929; 1933—1936), en een ieder
vond hem ook op die stoel een
voortreffelijk leider. Zijn persoon
lijke invloed strekte zich uit tot
de verst van hem verwijderde
Kamerleden. Vanuit de voorzit-
tersstoel wist hij zich snel reken
schap te geven van de situaties
in de Kamer. Hij hield het de
corum hoog, al wist hij alle over
drijving te voorkomen. Hij kon
vlot beslissen, maar nooit zonder
voldoende overleg. Was hij streng,
dan kon hij er later onder vier
ogen om lachen met de griffier,
omdat hij de humor van menige
situatie in stilte wist te genieten.
En dat alles is mogelijk ge
weest omdat zijn leven steunde
op godsdienst, arbeidszin, ver
draagzaamheid, en het dienen
van het algemeen belang. Hij
wist niet één volksgroep te die
nen, maar het totale gemene
best, en wenste daarbij het gehe
le volk te betrekken!
Hij sprak daarbij niet veel
óver de religie, maar leefde ge
durig vanuit de religie, die hij
als rooms-katholiek met name be
leefde in communie, gebed en
retraite
Herdenking
Toen eindelijk de ziekte kwam
die hem zou vellen, sprak hij de
ivond voor zijn heengaan: „Le
ven zonder te werken, dat kan ik
niet, dan heb ik liever dat God
mij roept."
Op vrijdag 17 april 1936 riep
God hem" plotseling weg. en mis-
scnien niet door Nederland als
geneel. maar wel door allen die
met hem gewerkt hadden, uit al-
,e standen en partijen, voer een
tchok van ontroering dat hij was
neengegaan.
Men begreep toen plots hóé on
vervangbaar hij was. niet alleen
voor het rooms-katholieke volks
deel, maar voor geheel Neder
land, omdat hij de verbinding
had gelegd tussen een herboren
Limburg en Nederland, tussen
de Rooms-Katholieken en de rest
van Nederland, tussen de nog
wel eens aarzelende geestelijkheid
der Roomse Kerk en het Huis
van Oranje.
Men herinnerde zich weer de
wijze waarop hij in 1918 de re
volutie van Troelstra weerstaan
had, en hoe hij met kracht en
heleid zich had gekeerd tegen de
Belgische annexatiepogingen na
de Eerste Wereldoorlog.
De angst die de oude Lobman
nog koesterde bij zijn optreden
als minister-president in 1918, dal
hij vooral Roomse zaken zou be
vorderen. met name door middel
van eenzijdige burgemeestersbe
noemingen. was bij zijn heengaan
reeds lang weggevaagd. Men was
in hem een stabiliserende factor
gaan waarderen in de Nederland
se politiek, ook van protestantse
zijde. Na zijn dood schreef mi
nister Colijn op 21 april 1936
aan gouverneur-generaal Dc Jon
ge: ,Het plotseling overlijden van
Ruys kan niet onbelangrijke po
litieke gevolgen medebrengen.
Ruys was nog een vertegenwoor
diger uit de oude school, die gc
hecht was aan de samenwerking
van de vroegere rechtse partijen
en gekant tegen een samengaan
van roomsch en rood. Zijn heen-
aan zou daarom in 1937 wel eens
van invloed kunnen blijken.'
Wij weten thans dat Colijn zich
slechts twee jaar vergiste!
Op maandagmiddag 20 april
1936 kwam de Tweede Kamer in
oprechte rouw bijeen, en de
tweede voorzitter J. J. C. van
Dijk sprak: „Hij heeft gestreefd,
gelijk hij beloofde. Hij heeft ten
volle «bereikt, waarnaar hij streef
de. Alle partijdigheid bleef verre
van hem. En voor overwegingen,
die afweken van de zijne, had hij
steeds open oor Wij onder
wierpen ons gaarne aan zijn lei
ding. omdat wij gevoelden dat
die leiding een eerlijke was,
waarbij niemand werd ontzien en
□iemand met opzet werd belast,
en omdat wij. wisten, dat die
Jing gericht was op het hoog
houden van het parlement.
Zijn beeld blijft ons voor de
geest staan. En dan zien wij hem
als een oprecht Christen, diep
belevend het geloof, dat zijn
olechtanker was in leven e
sterven, daarnaast ten volle
biedigend de levensovertuiging
van anderen."
Minister Colijn sprak onder
meer namens het kabinet: „Het
voorrecht gehad hebbende met
den nu ontslapen staatsman
een kabinet te hebben gezeten,
zou het een tekortkoming mi
nerzijds zijn, indien ik niet oo
getuigde van zijn voortreffelijke
gaven om meningsverschillen in
de boezem van den minister
raad tot overeenstemming
brengen. In dat opzicht was hij
onbetwist primus inter pares."
Koningin Wilhelniina zond aa:
de weduwe het volgende rouwte-
lcgram: „Zeer getroffen door de
droeve tijding van het overlijden
van Uwen echtgenoot betuig ik
•J en Uwen kinderen mijn harte
lijke deelneming. Met bijzondere
waardering en dankbaarheid ge
denk ik het vele, dat-Uw echtge
noot in het belang van ons Land
en ons Volk gedaan heeft.
Het voltallige kabinet Colijn,
alle nog in leven zijnde oud-mi
nisters van zijn drie kabinetten
en de vrijwel voltallige Tweede
Kamer volgden zijn stoffelijk
overschot, toen dat op dins
dag 21 april 1936 uit zijn buiten
„Suderas" werd uitgedragen.
Men droeg niet slechts de Lim
burger uit, maar de nationaal
vertrouwde figuur, die niet door
grote d„Jen en sterke woorden,
maar door zuivere menselijkheid
zich de dank had verworven van
allen die met hem hadden samen
gewerkt.
Wanneer verschijnt een aan
hem gewijde biografie??
Zwaard van Damocles nog niet verdwenen - Wachten
op wapenstilstand in Laos - België zoekt naar (nieuwe)
coalitie - Spaak zet z'n beste beentje voor - Onder
handelingen in Kongo.
onder de gegeven omstandighe- de oude voet verder te gaan.
den noodzakelijk zal blijken. Dit gesteld dat daartoe aan beide
is evenwel niet meer dan een kanten de bereidheid zou be-
principe-verklaring en het is staan,
duidelijk, dat een nieuwe bijeen-
komst van de Zoavoraad nodig H°c moeilijk het ook zal zijn,
zal zijn om tot een militair in- zich er bij neer te leggen ook
grijpen in Laos te kunnen de cVP-leiders zullen tot de con-
overgaan, als de communisten
het onder de voet dreigen te lo- cl"»le moït™ komen, dat er ln
pen. Daar komt nog bij, dat de gegeven omstandigheden
niet alle leden van de Zoavo njets anders opzit dan samen
f,'eUte '"actii? te^ndernemer?,3 die
onder de gegeven omstandighe- het land ln pojitiek en econo-
den noodzakelijk kan blijken." mlsch opzicht over de grote
moeilijkheden heen te helpen,
Het lijdt geen twijfel of Fr.nk- waarvoor hEt Ilch ecpl„,s, ,|„t.
rijk heeft zich ook ln dit opzicht
van het optreden van de andere
partners ln de Zoavo gedistan
tieerd. Mocht het onverhoopt tot De grote vraag is dan: wie
een militair conflict in Laos ko- moet aan het hoofd staan van
men, dan zal Frankrijk niet van een rooms-rood kabinet, waarin
De premier
de partij zijn en hoogstens een
de CVP als grootste partij de
symbolische e.rtjdm.ch, .ended,
China
Dan is er volgens Indische di-
len. De socialisten zullen onge
twijfeld trachten, Paul Henri
Spaak als nationale figuur naar
KENNEDY r j j. 'voren te schuiven en op die ma-
plomatieke' kringen' overleg .In »e trachten, de invloed dre
de gang tussen Russen en Chi- ziJ ongeveer drie jaar geleden
HET klinkt misschien wat nezen over een v^apenstilstands- verloren, volledig terug te win-
a maar het is vrijwel akkoord in Laos. WeUicht is er nen. Het aanwijzen van de pre-
vreemd maar het Iajr||WM meer over bekend gU de le_ mier van dlt rooms.rode kabinet
zeker, dat de situatie, zoals die zgr deze regeis onder de ogen kan wel eens de grootste hinder-
zich op het ogenblik in Laos krijgt, maar op het moment dat paal zijn bij de tot stand bren-
voordoet, niet slechter zou zijn we dit schrijven is dit nog niet ging van deze combinatie, ook
J. Ammri het geval. Er moet wel iets aan al, omdat moeilijk kan worden
geweest, wanneer de Amer - de band zijni dat chroesjtsjef het aangenomen dat Gaston Eys-
kaanse president Kennedy vori- nodjg gevonden heeft, de Chine- kens, die vroeger hoog geno-
ge week niet zou hebben ge- zen te raadplegen. Want hij heeft teerd stond bij de socialisten,
rtreiP-,1 met eenzliditre militaire in de afgelopen maanden steeds nu nog door Spaak en de zijnen
dreigd met eenzguige militaire tracht*Peking buiten het avon. zal worden geaccepteerd als
interventie. Van een wapenstil- {uur jn Laos te houden. Blijk- aanvoerder van een rooms-rood
stand was op het ogenblik dat baar is men het in communis- team.
we deze regels schreven nog tisch China niet eens met het
Russische voornemen, geen mi
geen sprake. Dat er slechts ilch btair av0ntuur fti Laos en de
te patrouille-activiteit valt waar res^ van Zuidoost-Azië te be
te nemen is voornamelijk het ginnen.
gevolg van het feit, dat de re-
Mogelijk is men in nw- listen Deseirena, aat zij aan
bellen juist een grootscheepse VJetnam ook nlet tTg geiukklg het langste eind zullen trekken
campagne achter de rug e b cventueel staken van de zo lang mogelijk de kandi
en dus wat tijd nodig hebb n Jn Laog oberen de datuur van Spaak zullen blUven
om zich te hergroeperen en om
„„„„„H. „hicH.n Chinezen nn hun Invloed ln d.t rerdedigen.
De CVP heeft nog wel enke
le andere capabele figuren,
maar dat doet waarschijnlijk
weinig ter zake, omdat de socia-
Noord- iistcn beseffend, dat zij aan
de opnieuw veroverde gebieden
zo stevig in handen te krijgen,
terug te winnen door zich tegen,
dat zij met sueces eventuele kr,
deel van het vroegere Indochina
Spaak
aantallen van de regering, verzetten. En de enige conclusie, beentje zl voorgezet. Hij heeft
troepen kunnen afweren of zich voprshands uit het Ru5sfsch. verklaard, dat alleen een rooms-
ui ren nlenw militair avontuur ch,n(,se 00Illl0t tan „,orden rode coalitie een oplossing kan
kunnen storten. En zolang er dan i>t brengen voor de grote politieke.
economische en sociale proble-
voor een wer- men waarv(w BelglÉ gich 2ie,
vaar als het zwaard van Damo- kcllJke wapenstilstand er niet geplaatst De regering van mor-
cles bovrn Laos hungrn ,n kan op "J" kC»»rd"'- gen moet. «ldus Spaak, een re-
r> gering van sociale vrede zijn.
er nog van alles gebeuren In Bülgte Hij hepleitto hervorming van
dit verband is het opvallend, het regerjngSapparaat door de-
dal de Russische luchtbrug, naar qc politieke wapenstilstand, politisering, hervorming van de
liet gebied van de rebellen nog die op het ogenblik in België parlementaire werkzaamheden
heerst kan na de verkiezingen en vermindering van het aantal
r«n°"p;f.&eW;S, °S?eiï- volksvertegenwoordigers. Voorts
slag van de verkiezingen heeft besprak hij m een artikel in Le
Peuple, een aantal maatregelen
die ook in de Eenheidswet t-an
(A"-Eyskens aan de orde zijn gesteld,
mgHi-----
de plannen van Chroesjtsjef te Spaak zelf heeft zijn beste
geen officiële wapenstilstand is
gesloten, blijft het oorlogsgc-
steeds*„intact" is.
Nietszeggend
Dit alles moeten we goed voor
ogen houden, als we een juiste
indruk willen krijgen van de si
tuatie met betrekking tot Laos.
Nadarpresident Kennedy had
laten weten, dat Amerika be
reid was te vechten voor de on
afhankelijkheid en neutraliteit
van Laos, heeft Chroesjtsjef
hem de wind uit de zeilen ge
haald of liever nog de loef afge
stoken, door Gromyko naar
hem toe te sturen en in een ge
zellig onderonsje in de tuin van
liet Witte Huis te laten vertellen
dat er echt wel over Laos te pra
ten valt.
Alleen dit nietszeggende ge
baar is al voldoende geweest om
de wereld gerust te stellen en
het dreigende karakter van de
toestand ln Laos weg te nemen.
De Rus deed geen enkele toezeg
ging, ook niet naar aanleiding
van de in de Britse nota neerge
legde en door de Verenigde Sta
ten gesteunde eis, dat een wa
penstilstand moet worden geslo
ten, voordat tot politieke bespre
kingen kan worden overgegaan.
Alles hangt dus nog in de lucht.
Frankrijk
Op de Zoavo-conferentie, die
in de afgelopen week in Bang
kok werd gehouden was de in
vloed van het optreden van
Chroesjtsjef helaas reeds merk
baar. Frankrijk weigerde een
resolutie te steunen. waarin
openlijk werd gedreigd met mi
litaire interventie van de zijde
van de landen van de Zuidoost-
Aziatische verdragsorganisatie.
Het maakte daarbij dankbaar
gebruik van de ontspanning, die
na het gesprek tussen Kennedy
en Gromyko was ingetreden. Dc
Fransen hebben in de afgelopen
maanden in Indochina een zeer
eigenaardige rol gespeeld.
Men weet, dat dit gebied vroe
ger een Franse kolonie was en
dat de Fransen in de afgelopen
jaren met lede ogen hebben ge
zien, hoe zij langzaam maar ze
ker hun invloed in Azië moesten
prijsgeven en dat de Amerika
nen de opengevallen plaatsen
gingen innemen. Bovendien
heeft generaal De Gaulle de ge
legenheid aangegrepen om te
demonstreren, dat Frankrijk er
een eigen mening op na houdt en
niet achter Amerika of Enge
land aanloopt.
Niet alle
In de resolutie, die tenslotte
door de Zoavoraad werd aan
vaard wordt niet met zoveel
woorden gezegd, dat de leden-
staten tot militaire actie zullen
overgaan, als de onafhankelijk
heid en neutraliteit van Laos
zouden wort'en bedreigd. Wel is
er sprake van een bereidheid om
elke actie te ondernemen, die
de Christelijke Volkspartij van
premier Eysftens helaas geen
winst maar verlies gebracht.
Geen der grote politieke par
tijen heeft nu nog een meerder
heid in een van de kamers van
het parlement. In de afgelopen
maanden is de Christelijke
volkspartij ernstig teleurgesteld
in de betrouwbaarheid van
haar liberale regeringspartners.
En het is nogal onwaarschijnlijk,
dat de CVP-leiders er iets voor
zullen voelen, nogmaals met de
liberalen in zee te gaan.
Het mag evenmin als waar
schijnlijk worden beschouwd,
dat dc socialisten warm lopen
voor een samengaan met de li-
heralen, afgezien nog van het
feit, dat een socialistisch-libera-
le coalitie in de Kamer van
volksvertegenwoordigers een te
geringe meerderheid zou hebben
om het land een krachtig regeer-
bcleid te kunnen geven.
Rooms-rood
Blijft dus over een rooms-rode
coalitie of wat minder waar
schijnlijk is een rooms-rood-
liberale combinatie. Er moet
heel wat zelfverloochening opge
bracht worden bij de CVP-lei
ders om na alles wat er gebeurd
is een coalitie aan te gaan met
de socialisten. De verkiezings
uitslag kan bepaald niet worden
uitgelegd als een doodvonnis
over dc maatregelen, die pre
mier Eyskens door middel van
de veelbesproken Eenheidswet
wilde doorvoeren om België in
economisch opzicht over het ver
hes van Kongo heen te helpen.
Evenmin kan zij worden be
schouwd als een votum van
vertrouwen en ook al om deze
reden zou het geen aanbeveling
verdienen, de oude rooms-libera-
le coalitie op te lappen om op
zoals de bevordering van de
economische ontwikkeling van
België en de begrotingspolitiek.
En nu wacht Spaak met de
rest van onze Zuiderburen af,
wat er gaat gebeuren. Laten we
hopen, dat belde partijen er toe
zullen medewerken, dat er niet
teveel tijd verloren gaat.
Kongo
Rest ons nog de situatie
Kongo, die even onoverzichtelijk
blijft als zij al wekenlang
weest is. Het is moeilijk,
reeds uit te maken, wat het ef
fect zal zijn van de besprekin
gen, die aan de gang zijn tussen
vertegenwoordigers van generaal
Moboetoe (die achter de centra
le regering van president Kasa-
voeboe in Leopoldstad staat) en
die van generaal Loendoela (die
het rebellenbewind in Stanley-
stad steunt). We zijn geneigd er
niet veel van tc verwachten, om
dat wat de laatste groep betreft
een militair akkoord geen enke
le zin heeft, zolang de leiders te
Stanleystad niet bereid zijn, een
politieke wapenstilstand te slui
ten en samenwerking te zoeken
met de centrale regering in
Léopoldstad.
Deze regering heeft nog altijd
niet opgehouden te bestaan, on
danks de besluiten van de con
ferentie van Tananarive op Ma
dagascar die van Kongo een
confederatie van staten moeten
maken. Over deze nieuwe vorm
van samenleven binnen de huidi
ge grenzen van Kongo valt te
praten. Ook en vooral met de
rebellen in Ooetprovincie en Ki-
voe. Maar voorlopig ziet het cr
niet naar uit, dat dit zal gebeu
ren.