ASPRO 2 Duyvis Een leven gewijd aan de medemens Kerk nog altijd aan de markt RENNIES Joodse gemeente nam van haar synagogen afscheid VERLAAGT DE PRIJZEN nu KRONIEK Een procent van inkomen voor jonge volken VERKOUDHEID Voor liet eerst: priester in de Alledagkerk tï ANDERZIJDS VERANDERING - VERBETERING Beroepingswerk Een woord voor vandaag DE WONINGBOUW MAÏZENA DU RYEA 'ASPRO'5 -0nfytfoïttdeeb fit! LEEUWENZEGEL MARGARINE Ds. G. W. Alberts overleden Zondag morgen tussen Elbe en Oder t ME Naar aanleiding van de veran deringen die de gereformeerden in sommige gezangen hebben aangebracht en willen aanbrengen schrijft de dichter A. Wapenaar in het „Centraal Weekblad" het volgende: ONLANGS lazen we dat er bij de gereformeerde deputaten ad hoe een klacht was binnengekomen over de slotregel van Gezang 45: Laat ons niet verloren gaan. Dr. C. N. Impeta heeft die re gel in ..De Bazuin" verdedigd, 't Is te hopen dat zo'n klacht geen weerklank vindt bij wie het heft van de tekst in handen hebben: die zó critiseert heeft niet verstaan dat ook ..kinderen des konink lijks" buitengeworpen kunnen wor den. Of geloven we dat niet meer? Ook schreef dr. Impeta over een aanval op de vierde strofe van Ge zang 51: Neem mijn zilver en mijn goud, dat ik niets daarvan behoud'... Ik moest dat lezende denken aan het verhaal van de rijke jongeling tot wie Jezus zei: „Ga heen, ver koop al wat gij hebt en geef het de armen en kom herwaarts, volg mij". Vermoedelijk heeft de dich teres van dat gezang: F. R. Ha vergal. filantrope, (1836-'79) wier leven een-zich-voor-anderen-offeren betekende, diezelfde eis van de Heiland vernomen en in haar lied als een gebed ver-woord in de ge wraakte regels. De deputaten zijn van plan op die aanval in te gaan door de strofe zó te lezen: Neem mijn zilver en mijn goud. Dat 'k U niets daarvan onthoud. Voor de meeste lezers zal deze verandering niet erg duidelijk we zen: „dat ik niets daarvan be houd" heeft voor hen dezelfde zin als: „dat 'k U niets daarvan ont houd'." Als we belijden dat de Heer ons zilver en ons goud ne men mag, dan is daar geen speld- van-zelf-nog-wat-te-behouden tus sen te krijgen. Als we ons belijden oprecht me nen ten minste. En het verstaan als: zilver en goud te bezitten als niet-bezittende. Een geloofsopgave. Ik heb ook nooit begrepen waarom m het veelgezongen vers van Jac queline y. d. Waals de regel: „schoon ik om mijn zonden ween", de plaatsvervanger moest worden van: „schoon ik ganse nachten ween." De dichteres heeft héél duidelijk in haar gebed beleden dat de zon de haar benauwt (eerste strofe). Het is mogelijk dat de wijziging wil zeggen: wij in het Westen zijn wat nuchterder dan die Ooster se overdrevenheid-in-beeldspraak, maar die kritiek op „ganse nach ten" geldt dan nog veel meer psalm 6 7: „elke nacht doorweek ik mijn sponde, doe ik mijn bed van tranen vloeien." En komt zo'n groot verdriet hier in het Westen met meer voor misschien? 't Is maar een vraag. De tweede regel is slapper dan de oorspronkelijke: let op dat „hopen' ikelijk voorwerp": de vraagt „hopen", min lucht hangend: om een „oorzak* waar óp! De herhaling van „eeuwig" in de vijfde regel is niet meer dan een retorische repetitie. In de oorspronkelijke lezing staat een heel concrete zekerheid, als zodanig meer zeggend dan de „verbetering". En dat „Gods ver loste ramen" zeg je dat wel in geloofstaal: Gods vromen? Nooit van gehoord. De deur dichtdoende vraag aan het eind: „Mijn ziel, wat vraagt gij meer?" geeft onwillekeurig een associatie met: „Mein Liebchen. was willst du noch mehr?" Niet zo zeer stichtelijk. OM te besluiten: Dc eindstrofe van gezang 59 Vind ik in de oorspronkelijke lezing poëtisch sterker, krachtiger van dictie; ik laat zo beide hier vol gen: Houd hoog Uw kruis voor mijn verdonkerd oog, Licht in de schemer, leid mij naar omhoog! De morgen daagt, de schaduw gaat voorbij! in dood en leven, Heer, blijf mij nabij. (gezang 282, hervormde bundel) Gezang 58 onzerzijds geeft: Laat eenmaal, als mijn ogen breken gaan, Uw kruis in 't duister lichtend voor mij staan, 't Hemelse duldt geen aardse schaduw meer; leven of sterven, Gij blijft bij mij, Heer! Let bijvoorbeeld op de derde re gel, die uit de gebedstoon valt, niet alleen, (dat bezwaar heeft ook: de morgen daagt, de schaduw gaat voorbij....) Maar: lelijk en vaag klinkt ,,'t hemelse" als substantief en het zang-ritme geeft een asso ciatie met: (h) emulsie. YY^AT ik vooral betreur Is de wij- J'Sijje y.n gezang 57. laatste strofe die luidde: Niet lang zal 't lijden duren, nog een poos uw kruis: wellicht slechts weinig uren, dan zijn wij eeuwig thuis, verlost van zonde en pijn, als wij met alle vromen m t huis des Vaders komen: wat zal dat zaüg zijn! d hr En gewijzigd A1va" het zwaar te dragen, heet het: blijf hopen onder 't briiisT misschien nog weinig dagen, dan zijn wij eeuwig thuis. Voor eeuwig bij de Heer met Gods verloste vromen in 't Vaderhuis te komen, mijn ziel, wat vraagt gij meer? gezang 171 (hervormde bundel) aan de orde in deze regels der eer ste strofe; Een zondaar, een verlost', o Heer, en nu geen zondaar meer. De zondaar veranderde in een vijand: Voor U geen vijand meer. Wie dit gezang al in zijn jeugd leerde zingen, zal heel licht al zingende in de kerk vanzelf de oude „lezing" mengen in het koor der anderen. De dichter van het gezang ken zich beroepen op o.a. 1 Johannes 2 6: Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; op 1 Johannes 5:18: Wij weten dat een ieder die uit God geboren is, niet zondigt: in Romeinen 7 17 belijdt de apostel Paulus dat zijn „ik", zijn „inwendige mens" de zonde niet meer doet, maar de zonde, die in hem woont. Om kort te gaan: wie in Christus is, is een nieuw schepsel, in Hem dus geen zondaar meer. Helaas, de strijd tussen geest en vlees blijft en tel kens komt weer de oude knecht, de zondaar, voor de dag. Maar dat geldt ook van dat: geen vijand meer. Die geeft nog dagelijks acte de présence! Paulus roept dan ook daaraan denkend uit: „Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods?" Strijd tot het einde toe. „Der langen Rede kurzer Sinn" is: dichterlijk zijn de oude regels harmonisch-verrassend; zondaar? Ja, maar verlost „en nu geen zon daar meer". Wie dus als „geen zondaar meer" zingt, kan er mee door- gaan; hij zondigt daarin tenminste niet. De doe-het-zeiver. De man uit het vak.** Zij verven graag met bÜÊr CETALAC Met het overhandigen door de heer S. A. Themans, voorzitter van het kerkbestuur aan burgemeester mr. G. van Hall van Amsterdam, van de door dr. J. Meyer geschre ven monografie „Het Jonas Daniël Meyerplein", heeft de Joodse ge meente van de hoofdstad gister morgen definitief afscheid geno men van de synagogen en andere gebouwen die toebehoorden aan de Nederlands Israëlitische Hoofd synagoge, die door de decimering van de Joodse gemeenschap over compleet waren geworden. Hiermee heeft de Joodse gemeente de belofte, afgelegd bij de overdracht in 1954 van de synagogen aan de ge meente, ingelost Ter gelegenheid van het 325-jarig bestaan van de Joodse ge meente is het boekje verschenen. Geen droge opsomming van feiten en data is het boek geworden, zo zei de heer The mans bij de overhandiging. Het is ge schreven met een vol gemoed. Defini tief afscheid wordt genomen van oude, historische gebouwen die drie eeuwen Jodendom belichamen. In en rond de. ze gebouwen speelde het Joodse leven zich af in al zijn facetten. Hier van uit gingen de impulsen over geheel Joods Nederland en vaak ook over de gehele wereld. In de figuur van opper rabbijn L. Sarlouis, die als zovelen werd gedeporteerd en niet weerkeerde, herdenken wij de tienduizenden die ons zijn ontvallen. Doch ondanks de cata strofe hebben wij ons weer opgericht in het bewustzijn de wil te volbrengen van hen die heengingen. Tachtigduizend Joden werden letter lijk uit Amsterdam gedecimeerd. Op dc rest ligt dc tienvoudige taak hun taken voort te zetten. Het is symbolisch dat onze gebouwen juist aan de ge meente Amsterdam zijn overgedragen. In deze stad vonden onze voorouders rust in een tijd dat die niet verwacht kon worden. Amsterdam is waarlijk het Jeruzalem van het noorden geweest. Ingaande op de wapenspreuk „Held haftig, vastberaden, barmhartig", zei de heer Themans dat die niet is ver loochend, hetgeen blijkt uit het beeld de Dokwerker ter herinnering aan de februaristaking, welk beeld geplaatst is tegenover de synagogen. De sleutel die de gemeente nog miste, noemde hij de monografie aangezien daarin de historie van het beroemde Joodse Am sterdam is weergegeven. Burgemeester Van Hall ging in het bijzonder in op de betekenis van de Joodse gemeen schap van Amsterdam. Hij meende dat de dank van Amsterdam aan de Joden groter dient te zijn dan omgekeerd, aangezien de Joden kleur aan de hoofd stad hebben gegeven. Dat Amsterdam het cultureel centrum van Nederland is, schreef hij toe aan de Joden. Amster dam en de Joden zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Amsterdam is weliswaar hei Jeruzalem van het noor- Gereformeerde Kerken Beroepen te Schiedam, vac. E. J. Oom- kes: W. Baas te Amsterdam; te Hoogvliet, vac. F. Minnema: Y. J. Tiemersma te Zie- rikzec; tc Rijsoord, vac. H. J. Knauff: Joh. C. Baumfalk te Ommen. Gereformeerde Gemeenten Tweetal te Waardenburg: A. Vergunst te Rotterdam-C. en A. F. Honkoop te Goes. Bedankt voor Vlaardingen: A. Vergunst te Rotterdam-C. Christus eindigt het eerste gedeelte van zijn toespraak ot'ej de laatste dingen met te waarschuwen voor een grote vei\ drukking, die reeds door Daniël is voorspeld. Wat Hij 7iie| profeteert is niet nieuw voor de wereld, het is slechts eej uitbreiding van en een uitleg van wat de profeten reeds hov derden jaren tevoren hadden verkondigd (Mattheus 24 15-22 Is die gruwel van verwoesting in vervulling gegaan in hi jaar 70 toen de tempel werd vernietigd, of kijkt Christus hit naar het einde van de tijden als het herstelde Jeruzalem van Israël opnieuw zal worden belegerd? De bijbelexegete zullen het er wel niet over eens worden. Maar Christus ve\ wacht van Zijn discipelen, dat zij Hem letterlijk gelovei Die verschrikking komt zo zeker, dat Hij zelfs zegt: „Bidt, dq uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat". Wat een wonderlijke macht moet het gebed dan wel zijn Deze afschuwelijke dingen moeten allemaal gebeuren, nié omdat God ze teweeg brengt, maar omdat ze een gevolg zij\ van de zonde. Niet God brengt ellende over de mens, maar d\ mens zelf, omdat hij de reddende hand van God niet aan vaardt. Maar God slaat in die ellende acht op Zijn kinderei Hij kan het oordeel, dat de mens over zichzelf haalt, uitstellei\ Hij zal het uitstellen, omdat eerst Zijn evangelie van genad\ en vergeving gepredikt moet worden. Want Christus heef het oordeel reeds gedragen voor allen die zich laten roepej door Hem. den, maar het werkelijke Jeruzalem is weer door Joden bewoond. De burge meester zei het echter te zullen betreu ren als de huidige Joodse gemeenschap van Amsterdam zou verdwijnen door emigratie naar Israël. Hoewel hij Is raël grote voorspoed toewenste, hoopte hij dat Toden Amsterdam zouden blij ven oevolken, opdat de verliezen voor de hoofdstad niet nog groter zouden worden. (Advertentie) TIJDELIJK Bepaalde opmerkingen van minister Van Aartsen in zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer hebben in enkele bladen kritische commentaren uitgelokt. Zo achrijft bet Algemeen Handels blad: „Wanneer de minister nu zegt, dat een overschrijding van het geraamde aantal van 15 000 woningen in de vrije sec tor „niet onmogelijk en ook niet ongewenst is", dan zal niemand er ons van verden ken dat wij toeneming van het bouwen zonder overheidssteun in principe wèl on gewenst achten. Maar toch kunnen wij de minister niet helemaal volgen in zijn rede nering, dat uitbreiding van de vrije sec tor geen bedreiging zou vormen voor de bouw van goedkopere, gesubsidieerde wo ningen. Gécn bedreiging voor liet reeds vastge stelde aantal van 67.500, akkoord, maar toch wel een bedreiging voor de 2.500 wo ningen waarover nog moet worden gepraat. Dc minister laat er immers geen twijfel aan bestaan dat in 1961 de spanning op de bouwmarkt nog zal toenemen. In alle sec toren zal het geraamde bedrag worden ge baald of overtroffen, zo deelt hij mee. Voor het eerst is de uitgifte van goedkeuringen voor nijverheidsobjecton getemporiseerd. Welnu, met deze gegeveus in de hand kan de minister toch niet ontkennen dat zijn beslissing de eventueel meer te bou wen 2.500 gcsabsidicerde woningen, wuar- over nog met de Tweede Kamer moet wor den gepraat, mede zal worden beïnvloed door dc toestand in alle sectoren van dc bouwnijverheid? Ook in dit blad is bij herhaling sympa thie uitgesproken voor hel bouwen in dc vrije sector, maar evenmin als dat in de cember het geval was, zijn 2.500 woningen ons in de nabije toekomst een kabinets crisis (om bet erg-te te noemen) waard. Het kan natuurlijk heel goed zijn dat „de beoordeling van de conjuncturele si tuatie" leidt tot de conclusie, dat het dit jaar inderdaad bij 67.500 gesubsidieerde woningen moet blijven, maar als het uit lopen van de vrije sector een belangrijke rol speelt, voorspellen wij de minister we derom ernstige moeilijkheden met een meerderheid in de Tweede Kamer. Minis ter Van Aartsen kan opnieuw in de peri kelen komen". En Dc Volkskrant zegt o.m.: „Mi nister Van Aartsen weet, dat van hem verwacht wordt, dat hij zeker tijdig de bouw van dure buizen in do vrije sector moet beperken als hij merkt, dat het an ders niet mogelijk zou zijn om aan de eis van nog 2.500 goedkope woningen te vol doen. Het verontrust ons daarom, dat de minister nu in de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer zegt, dat het zelfs onmogelijk zou zijn om „een scherpe li miet te atellen ten aanzien van de in de vrije sector te bouwen woningen". En als Ae minister dan ook al aankondigt, dat er Spontane daad van studenten Ongeveer 200 studenten van de Vrije Universiteit in Amsterdam hebben zich sinds zaterdag tijdens een congres in het conferentie oord „Woudschoten" te Zeist beziggehouden met het thema „De verre naaste". De conferentie stond onder voorzitterschap van prof mr. W. F. de Gaay Fortman, hoogleraar in het staatsrecht aan de Vrije Universiteit. Tijdens het congres, dat gewijd was aan de problematiek van de ontwikke lingslanden, werd het „vraagstuk van de verre naaste" bestudeerd. Naast de inleidingen van verscheidene hoogleraren, die de onderscheiden pro blemen in de ontwikkelingslanden on der He loeD namen, bleef er ruimschoots gelegenheid voor discussies en bespre kingen in werkgroepen. Gisteren, tijdens de laatste dag van de conferentie, ontvingen alle congres gangers een oproep, ondertekend door enige studenten, om een procent van de eigen persoonlijke middelen af te zonderen voor de internationale hulp verlening en zich daartoe aan te slui ten bij de actie „daadwerkelijke ge rechtigheid". Vele congresleden gaven zich direct op om deze actie te steu nen. Qp voorstel van het corpscongres werd overgegaan tot de oprichting van een werkgroep, die zich onder meer tot taak stelt: Uitbreiding van deze actie onder de Vrüe-Universiteitsstudenten, het zoe ken van mogelijkheden om tot een natio nale studentenactie te geraken, bestude ring van de problemen der ontwikke lingsgebieden en bezinning op de taak (Advertentie) maakt Uw groenten zo lekker. dit jaar mogelijk zelfs meer dan 15.000 woningen in de vrije sector gebonwd zul len worden, hetgeen hij zelfs „niet onge wenst" zou vinden, dan is er voorshands reden tc over om zich af te vragen of de minister wel begrijpt welk beleid van hem gevraagd wordt. De geruststelling van de minister, dat het aantal gesubsidieerde woningen geen scha de van uitbreiding van de vrije sector zal hebben, zegt natuurlijk niets. Het is al erg genoeg, dat de groeiende activiteit in de vrije sector in toenemende mate beslag legt op bouwcapaciteit en daardoor de mo gelijkheden in de goedkope bouw, waar ze het hardst nodig is, beperkt. De uitspraak van de minister, dat In de ze vrije sector een vierde deel als volkswo ningen moet worden beschouwd, zouden we graag wat nader toegelicht zien. Als op het ogenblik de woningwetbouw ondanks de subsidie van de overheid voor vele werkne mers onbetaalbaar is, is het niet moeilijk te gissen, welke huren deze vrije bouw vergt, waaraan dns geen enkele subsidie te pas komt. Het lijkt ons dat de minister een erg ruime opvatting heeft over het be grip volkswoningen." In memoriam dr. J. Lammerts van Bueren (van een medewerker) Het heengaan van dr. J. Lam merts van Bueren herinnert de ouderen onder ons aan een tijd dat deze man mede leiding gaf op zo verschillend gebied. Lam merts van Bueren was een man van formaat. Zijn rijzige gestal te, zijn metalen stem, zijn sterke persoonlijkheid, ze zijn ten goede gekomen aan het werk waaron der hij onverdroten zijn krachtige schouders heeft gezet. Als deze' man de jaarvergadering van de Ned. Middernachtzending Ver eniging presideerde, zette zijn openingswoord een stempel cp de bijeenkomst tyiet driejarige cursus en internaat ont stond en verschillende nieuwe stichtingen n„ Ac r>„v.n0fr„ iwamëri tot aanzien. Wij noemen Pelfa. De bestrijding van de publieke ontueht het twee(je huis voor ongehuwde moe- hct obaervatiehuis, de ArendsKofjt. enz- Óok in het buitenland werd dr. -r-,r> rr.o„_ Laminerts van Bueren een bekende fi guur. Bij herhaling vertegenwoordigde ;ke onluéht aan'al- zijn hart. Hier wist hij niet van mar chanderen. Reeds zijn proefschrift wees er op dat de bestrijding van het Nieuw-Malthusianisme zijn levendige be langstelling had. En als man van de Heldringh-gestichten heeft hij Pierson's werk nieuwe impulsen gegeven. Wie Lammerts van Bueren gekend hebben op de kansels van Rotterdam en Amsterdam bewaren aan deze pastor onuitwisbare herinneringen. Hij was een levend en bezielend getuige van de boodschap die hij bracht. Maar als hij in 1914 geroepen wordt leiding te geven der Vrije Universiteit op dit gebied en te stimuleren, dat studenten zich voor bereiden op een taak in de ontwikke lingsgebieden. De politieke werkgroep kwam deze laatste congresdag tot de conclusie, dat het in hoge mate gewenst is, dat de Nederlandse regering een procent van het nationaal Inkomen ter beschikking stelt voor bij voorkeur multilaterale hulp buiten het koninkrijk. Deze mening bleek te worden gedeeld door de andere congresgangers. Voorts werd aanbevolen een regeringsmaatregel. Inhoudende kwijtschelding van studievoorschotten op grond van in het kader van de tech nische hulpverlening der Verenigde Na ties in onderontwikkelde gebieden door gebrachte praktijkdagen. Een en ander overeenkomstig de regeling, zoals deze in sommige gevallen reeds geldt bU het onderwijs. aan de Heldringh-gestichten, na 9 jaar in de hoofdstad predikant geweest te zijn, sluit hij zich niet op in dit bepaal de werk, dat overigens toch wel zijn ge hele persoon vroeg. Bereidheid Christelijk Volksonderwijs, de Neder landse predikanten-vereniging, de Ne derlandse Zondagsschoolvereniging, het Nederlands Bijbelgenootschap, de Cen trale Bond van chr. philantropische in richtingen, zij allen hebben een plaats gehad in zijn warme hart, vol bereid heid zich te geven aan zijn medemens. Drie en twintig jaar was dr. Lammerts van Bueren president-directeur van de Heldringh-gestichten en onder zijn lei ding is het werk krachtig uitgegroeid tot een breedvertakt instituut met tal van internaten. Het landbouwhuishoud- Advertentie) Voorkom neem Als U zich maar even rillerig of onprettig voelt: A "Dip Ha-a D Pau I Li Hjd< te Cl in l hij de Nederlandse regering op buiten landse congressen die tot doel hadden de bestrijding van de publieke ontucht Het werk van de Federatie van Inrich tingen van ongehuwde moeders had eveneens zijn bijzondere belangstelling en ook daaraan gaf hij als voorzitter leiding. De Rekkense inrichtingen dan ken aan zijn vruchtbaar initiatief mede hun ontstaan. Na emeritaat Deze man bruiste aan alle kanten van leven en toen hij in 1937 met emeritaat was daar geen stilzitten bij. In bracht de Chr. Historische Unie hem in de gemeenteraad, die hem tot wethouder van sociale zaken koos. Hier was hij deskundig als weinigen. De bezetter joeg hem van zijn post, maar aan het burgerlijk armbestuur bleef Lammerts van Bueren leiding ge ven. Thans is aan dit vruchtbare leven een einde gekomen. In hoge ouderdom mocht hij ontslapen en zijn reiskleed wordt ge borgen op het viuchtheuvelkerkhof te Zrtten. waar zo velen van zijn voorgan gers en medewerkers rusten. Zijn leven stond in het teken van de beker koud water, gegeven in de naam van de Op gestane Levensvorst, die haar loon met zich heeft. Christelijk Nederland be waart aan deze grote zoon een eerbie dige herinnering. (Advertentie) GEZIN \v f U merkt het: hakken en braden gaat veel prettiger met Leeuwenzegel marga rine. Alléén die bevat immers het natuurzuivere middel, dat spatten voorkomt! En iedereen roemt de ècht-lekkere, natuurlijke smaak. Onthoud het als morgen uw melk handelaar komt: Leeuwenzegel margarine 1 Leeuwenzegels hebben waarde. Vraag uw melkhandelaar een Leeuwenzegel- spaarmapfe. BRINKERS' MARGARINE- FABRIEKEN ZOETERMEER passielied van pater Brugman „ik ,wi mij gaan vertroosten in Jesus liidei.... groot", dat ook in de hervormde gezang' genbundel voorkomt, en na de tocspraar"?1 het koraal van Bach „O hoofd vol bloei St en wonden". Het gebed des Heren wer|<14 gemeenschappelijk gebeden. Ds. Smi Ti sprak de zegenbede uit. *waa Voor het eerst in de geschiedenis van.ven des Heren. Men zong vooraf hi de Alledagkerk te Amsterdam, heeft in r» ri de wekelijkse diensten op woensdag als spreker een rooms-katholiek geestelijke op de kansel gestaan. Beide malen was de Engelse kerk op het Bagijnhof stampvol toen deze pries ter. rector J. M. E. Keet, zijn toespraak hield over „Leven 'uit de dood" Ds. W. A. Smit, predikant van de Oude kerk, leidde de samenkomsten. Bij herinnerde eraan,dat. hij in. de advent-1960.'.als Predikant Vhn' de her vormde Oude- of St'. Nicólaaskerfc was uitgenodigd om té preken in de rooms- katholieke nieuwe St.- Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station. Dat was eon korte weg. Maar nog kleiner is de afstand tussen de oude Bagijnhofkcrk de Engelse kerk naar de r.k. Bagijnhofkerk. die recht daartegenover ligt: het is maar één stap. Toch heeft het lang geduurd voordat die ene stap gezet werd. Rector Keet begon zijn sermoen met de aanspraak „Dierbare broeders en zusters in Christus". Hij achtte zijn ver- j schijnen op deze kansel ..een getuigenis, van ons beider ernst rondom de oecu-1 mene". En hij liet er de verklaring op volgen: „Als wij ooit één zullen zijn. dan zal het wezen aan de voet van het Kruis. Deze eenheid is echter niet te verkrijgen door onze inspanning maar door Zijn genade." Daarna hield rector Keet een diep in dringende verkondiging over het ster- Woensdagavond is in Vlaardingen over leden de Christelijke-gereformeerde pre dikant, ds. G. W. Alberts, die al jaren met emeritaat was, maar de kerken overal in het land nog diende. Ds. Al berts werd op 30 januari 1886 in Witha gen geboren. Hij bracht het grootste deel van zijn jeugd in Amerika door. Daar kwam hij ook tot de grote verandering in zijn leven, die hem deed besluiten predikant te worden. Hij diende slechts een gemeente, na melijk Zutphen van 1923 tot i929. Zijn gezondheid dwong hem met emeritaat te gaan. Hij woonde achtereenvolgens in Gorinchem, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen. In verschillende vakante gemeenten gaf hy catechisatie. Hij hielp de Vlaardingse predikant met ziekenbe zoek. In de oorlog heeft hij vele Joden geholpen. In bet gedenkbos te Israël staat dan ook nog een boom die zijn naam draagt. Het is nog niet bekend wanneer ds. Alberts begraven zal worden. Aan de begrafenis zal in ieder geval een uit vaartdienst vooraf gaan in de Nieuwe kerk aan de Binnensingel te Vlaardin gen. Aan de Technische Hogeschool te Delft is benoemd tot buitengewoon hoogleraar: dr. S. O. van Poelje, die onderwijs zal geven in het bouwrecht en het stedebouwkundig recht. De heer Van Poelje had toe dusver een onder wijsopdracht. jV/TASSASAMENKOMSTZon- i-'-t dagmorgen om tien uur op het marktplein! Zo staat het met grote letters op de aanplakbiljetten, die reeds dagenlang onze stad sieren. Het marktplein is groot ge noeg om de dnizenden die op deze samenkomst verwacht worden te bevatten. Niemand zal een woord var de spre ker missen, want om het plein hangen overal grote luidsprekers aan de lichtmas ten. Ze zijn eigenlijk in de masten ingebouwd, want ze moeten telkens weer opnieuw gebruikt worden, voor politie ke bijeenkomsten, voor de monstraties; zelfs worden ze gebruikt om het lawaai van de kerstmarkt en kermis nog wat te doen aanzwellen. Midden voor het marktplein, lngebonwd tussen de andere bnizen en winkelpanden staat ook de oude stadskerk. Zij beheerst met haar machtige toren het stadsbeeld en in het bijzonder het beeld van het marktplein. En Iedere zondag ochtend, of er nu massasa menkomsten zijn of niet, be gint om tien uur daar de ge meente van Christus te zin gen, te bidden en te luisteren naar de verkondiging van het Woord van God. Ilct is waar. vergeleken bij de menigte op het marktplein is het maar een klein groepje mensen, maar de dienst gaat door cn de gelovigen blijven tronw ko men, wat er ook op het plein zelf te doen is. HET is een geluk dat de oude kerk dikke muren neeft. En ook door de hoge ramen dringt het rumoer bui ten slechts gedempt tot in dc kerk door. Tegen de ruisende klanken van het machtige or gel kunnen de luidsprekers niet op en als het orgel zwijgt en de predikant begint te spreken, worden zijn woorden door het lawaai toch niet overstemd. Nog nimmer werd een eredienst afgelast. In de loop der jaren Is de gemeente gewoon geraakt aan dergelijke samenkomsten bul ten op het plein en ook aan de vlaggen die wapperen op de toren van de kerk. Het zijn geen kerkelijke vlaggen. Hun kleuren zijn zwart, rood en goud of rood en blauw, de kleuren van de Oostdultse staat en van de communistl- sche partij. Wie tot de ge meente behoort, weet dat de kerk van oudsher niet het ei gendom is van de kerkelijke gemeente, maar van de bur gerlijke, die ook de kosten van onderhoud draagt en die be slist welke vlaggen zullen wor den nitgestoken. NOG MAAR enkele jaron geleden weerklonk over het marktplein niet slechts de blikken luidsprekerklank, maar iedere zondagavond ook net baznlngeklank van het kerkelijke „posauncnchor", dat blies van de bovenste to rentrans. Het geluid droeg ver •jver de daken van de stad. Maar op den duur spraken dc vooraanstaande partijleden aun misnoegen uit over deze muziek en kort geleden heeft dc burgemeester bepaald dat de blazers niet meer in dc toren mogen komen. Maai de godsdienstoefenin gen in de kerk g3an gewoon door. En hoewel uitgezon derd dan de orgelmuziek □lets van die dienst bulten te horen is, staat dat Godshuis toch midden voor het markt plein ais een getuigenis. voor Brandend Maagzuur Als U maar Bennies bij de band hebt L/an dooft U 't vuur in 'n oog wenk, stilt U de snerpendste pijn nog vóór ze goed kan door» zetten. Steek daarom altijd 'n paar Rennies bij U. Ze zijn een voor een hygiënisch verpakt en U kunt ze innemen zonder dat iemand er weet van heeft. Geen glaasje water, geen vieze smaak. Integendeel, doodgewoon laten smelten op Uw tong. En als Uw speeksel met de wondere Rennies-oplossing i Uw maag bereikt, is de brand op slag ge- i doofd. tegen brandendmaagzuur

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2