ASPRO
2
Duyvis
Een leven gewijd
aan de medemens
Kerk nog altijd aan de markt
RENNIES
Joodse gemeente nam van
haar synagogen afscheid
VERLAAGT
DE PRIJZEN
nu
KRONIEK
Een procent van inkomen
voor jonge volken
VERKOUDHEID
Voor liet eerst: priester
in de Alledagkerk
tï
ANDERZIJDS
VERANDERING - VERBETERING
Beroepingswerk
Een woord voor vandaag
DE WONINGBOUW
MAÏZENA
DU RYEA
'ASPRO'5 -0nfytfoïttdeeb fit!
LEEUWENZEGEL MARGARINE
Ds. G. W. Alberts
overleden
Zondag
morgen tussen
Elbe en Oder
t
ME
Naar aanleiding van de veran
deringen die de gereformeerden
in sommige gezangen hebben
aangebracht en willen aanbrengen
schrijft de dichter A. Wapenaar
in het „Centraal Weekblad" het
volgende:
ONLANGS lazen we dat er bij de
gereformeerde deputaten ad
hoe een klacht was binnengekomen
over de slotregel van Gezang 45:
Laat ons niet verloren gaan.
Dr. C. N. Impeta heeft die re
gel in ..De Bazuin" verdedigd, 't
Is te hopen dat zo'n klacht geen
weerklank vindt bij wie het heft
van de tekst in handen hebben:
die zó critiseert heeft niet verstaan
dat ook ..kinderen des konink
lijks" buitengeworpen kunnen wor
den. Of geloven we dat niet meer?
Ook schreef dr. Impeta over een
aanval op de vierde strofe van Ge
zang 51:
Neem mijn zilver en mijn goud,
dat ik niets daarvan behoud'...
Ik moest dat lezende denken aan
het verhaal van de rijke jongeling
tot wie Jezus zei: „Ga heen, ver
koop al wat gij hebt en geef het
de armen en kom herwaarts, volg
mij". Vermoedelijk heeft de dich
teres van dat gezang: F. R. Ha
vergal. filantrope, (1836-'79) wier
leven een-zich-voor-anderen-offeren
betekende, diezelfde eis van de
Heiland vernomen en in haar lied
als een gebed ver-woord in de ge
wraakte regels. De deputaten zijn
van plan op die aanval in te gaan
door de strofe zó te lezen:
Neem mijn zilver en mijn goud.
Dat 'k U niets daarvan onthoud.
Voor de meeste lezers zal deze
verandering niet erg duidelijk we
zen: „dat ik niets daarvan be
houd" heeft voor hen dezelfde zin
als: „dat 'k U niets daarvan ont
houd'." Als we belijden dat de
Heer ons zilver en ons goud ne
men mag, dan is daar geen speld-
van-zelf-nog-wat-te-behouden tus
sen te krijgen.
Als we ons belijden oprecht me
nen ten minste. En het verstaan
als: zilver en goud te bezitten als
niet-bezittende. Een geloofsopgave.
Ik heb ook nooit begrepen waarom
m het veelgezongen vers van Jac
queline y. d. Waals de regel:
„schoon ik om mijn zonden ween",
de plaatsvervanger moest worden
van: „schoon ik ganse nachten
ween."
De dichteres heeft héél duidelijk
in haar gebed beleden dat de zon
de haar benauwt (eerste strofe).
Het is mogelijk dat de wijziging
wil zeggen: wij in het Westen zijn
wat nuchterder dan die Ooster
se overdrevenheid-in-beeldspraak,
maar die kritiek op „ganse nach
ten" geldt dan nog veel meer
psalm 6 7: „elke nacht doorweek
ik mijn sponde, doe ik mijn bed
van tranen vloeien." En komt zo'n
groot verdriet hier in het Westen
met meer voor misschien? 't Is
maar een vraag.
De tweede regel is slapper dan
de oorspronkelijke: let op dat
„hopen'
ikelijk voorwerp":
de
vraagt
„hopen", min
lucht hangend:
om een „oorzak*
waar óp!
De herhaling van „eeuwig" in
de vijfde regel is niet meer dan
een retorische repetitie.
In de oorspronkelijke lezing
staat een heel concrete zekerheid,
als zodanig meer zeggend dan de
„verbetering". En dat „Gods ver
loste ramen" zeg je dat wel
in geloofstaal: Gods vromen? Nooit
van gehoord.
De deur dichtdoende vraag aan
het eind:
„Mijn ziel, wat vraagt gij
meer?" geeft onwillekeurig een
associatie met: „Mein Liebchen.
was willst du noch mehr?"
Niet zo zeer stichtelijk.
OM te besluiten:
Dc eindstrofe van gezang 59
Vind ik in de oorspronkelijke lezing
poëtisch sterker, krachtiger van
dictie; ik laat zo beide hier vol
gen:
Houd hoog Uw kruis voor mijn
verdonkerd oog,
Licht in de schemer, leid mij naar
omhoog!
De morgen daagt, de schaduw
gaat voorbij!
in dood en leven, Heer, blijf mij
nabij.
(gezang 282, hervormde bundel)
Gezang 58 onzerzijds geeft:
Laat eenmaal, als mijn ogen
breken gaan,
Uw kruis in 't duister lichtend
voor mij staan,
't Hemelse duldt geen aardse
schaduw meer;
leven of sterven, Gij blijft bij mij,
Heer!
Let bijvoorbeeld op de derde re
gel, die uit de gebedstoon valt, niet
alleen, (dat bezwaar heeft ook: de
morgen daagt, de schaduw gaat
voorbij....) Maar: lelijk en vaag
klinkt ,,'t hemelse" als substantief
en het zang-ritme geeft een asso
ciatie met: (h) emulsie.
YY^AT ik vooral betreur Is de wij-
J'Sijje y.n gezang 57. laatste
strofe die luidde:
Niet lang zal 't lijden duren,
nog een poos uw kruis:
wellicht slechts weinig uren,
dan zijn wij eeuwig thuis,
verlost van zonde en pijn,
als wij met alle vromen
m t huis des Vaders komen:
wat zal dat zaüg zijn!
d hr
En gewijzigd
A1va" het zwaar te dragen,
heet het:
blijf hopen onder 't briiisT
misschien nog weinig dagen,
dan zijn wij eeuwig thuis.
Voor eeuwig bij de Heer
met Gods verloste vromen
in 't Vaderhuis te komen,
mijn ziel, wat vraagt gij meer?
gezang 171 (hervormde bundel)
aan de orde in deze regels der eer
ste strofe;
Een zondaar, een verlost', o Heer,
en nu geen zondaar meer.
De zondaar veranderde in een
vijand:
Voor U geen vijand meer.
Wie dit gezang al in zijn jeugd
leerde zingen, zal heel licht al
zingende in de kerk vanzelf de
oude „lezing" mengen in het koor
der anderen. De dichter van het
gezang ken zich beroepen op o.a.
1 Johannes 2 6: Een ieder, die uit
God geboren is, doet geen zonde;
op 1 Johannes 5:18: Wij weten dat
een ieder die uit God geboren is,
niet zondigt: in Romeinen 7 17
belijdt de apostel Paulus dat zijn
„ik", zijn „inwendige mens" de
zonde niet meer doet, maar de
zonde, die in hem woont. Om kort
te gaan: wie in Christus is, is een
nieuw schepsel, in Hem dus geen
zondaar meer. Helaas, de strijd
tussen geest en vlees blijft en tel
kens komt weer de oude knecht, de
zondaar, voor de dag. Maar dat
geldt ook van dat: geen vijand
meer. Die geeft nog dagelijks acte
de présence! Paulus roept dan ook
daaraan denkend uit: „Ik ellendig
mens, wie zal mij verlossen van
het lichaam dezes doods?" Strijd
tot het einde toe.
„Der langen Rede kurzer Sinn"
is: dichterlijk zijn de oude regels
harmonisch-verrassend; zondaar?
Ja, maar verlost „en nu geen zon
daar meer".
Wie dus als „geen zondaar
meer" zingt, kan er mee door-
gaan; hij zondigt daarin tenminste
niet.
De doe-het-zeiver.
De man uit het vak.**
Zij verven graag
met bÜÊr CETALAC
Met het overhandigen door de
heer S. A. Themans, voorzitter van
het kerkbestuur aan burgemeester
mr. G. van Hall van Amsterdam,
van de door dr. J. Meyer geschre
ven monografie „Het Jonas Daniël
Meyerplein", heeft de Joodse ge
meente van de hoofdstad gister
morgen definitief afscheid geno
men van de synagogen en andere
gebouwen die toebehoorden aan
de Nederlands Israëlitische Hoofd
synagoge, die door de decimering
van de Joodse gemeenschap over
compleet waren geworden.
Hiermee heeft de Joodse gemeente
de belofte, afgelegd bij de overdracht
in 1954 van de synagogen aan de ge
meente, ingelost Ter gelegenheid van
het 325-jarig bestaan van de Joodse ge
meente is het boekje verschenen. Geen
droge opsomming van feiten en data is
het boek geworden, zo zei de heer The
mans bij de overhandiging. Het is ge
schreven met een vol gemoed. Defini
tief afscheid wordt genomen van oude,
historische gebouwen die drie eeuwen
Jodendom belichamen. In en rond de.
ze gebouwen speelde het Joodse leven
zich af in al zijn facetten. Hier van
uit gingen de impulsen over geheel
Joods Nederland en vaak ook over de
gehele wereld. In de figuur van opper
rabbijn L. Sarlouis, die als zovelen
werd gedeporteerd en niet weerkeerde,
herdenken wij de tienduizenden die ons
zijn ontvallen. Doch ondanks de cata
strofe hebben wij ons weer opgericht
in het bewustzijn de wil te volbrengen
van hen die heengingen.
Tachtigduizend Joden werden letter
lijk uit Amsterdam gedecimeerd. Op
dc rest ligt dc tienvoudige taak hun
taken voort te zetten. Het is symbolisch
dat onze gebouwen juist aan de ge
meente Amsterdam zijn overgedragen.
In deze stad vonden onze voorouders
rust in een tijd dat die niet verwacht
kon worden. Amsterdam is waarlijk het
Jeruzalem van het noorden geweest.
Ingaande op de wapenspreuk „Held
haftig, vastberaden, barmhartig", zei de
heer Themans dat die niet is ver
loochend, hetgeen blijkt uit het beeld
de Dokwerker ter herinnering aan de
februaristaking, welk beeld geplaatst
is tegenover de synagogen. De sleutel
die de gemeente nog miste, noemde hij
de monografie aangezien daarin de
historie van het beroemde Joodse Am
sterdam is weergegeven. Burgemeester
Van Hall ging in het bijzonder in op
de betekenis van de Joodse gemeen
schap van Amsterdam. Hij meende dat
de dank van Amsterdam aan de Joden
groter dient te zijn dan omgekeerd,
aangezien de Joden kleur aan de hoofd
stad hebben gegeven. Dat Amsterdam
het cultureel centrum van Nederland is,
schreef hij toe aan de Joden. Amster
dam en de Joden zijn onverbrekelijk
met elkaar verbonden. Amsterdam is
weliswaar hei Jeruzalem van het noor-
Gereformeerde Kerken
Beroepen te Schiedam, vac. E. J. Oom-
kes: W. Baas te Amsterdam; te Hoogvliet,
vac. F. Minnema: Y. J. Tiemersma te Zie-
rikzec; tc Rijsoord, vac. H. J. Knauff:
Joh. C. Baumfalk te Ommen.
Gereformeerde Gemeenten
Tweetal te Waardenburg: A. Vergunst
te Rotterdam-C. en A. F. Honkoop te
Goes.
Bedankt voor Vlaardingen: A. Vergunst
te Rotterdam-C.
Christus eindigt het eerste gedeelte van zijn toespraak ot'ej
de laatste dingen met te waarschuwen voor een grote vei\
drukking, die reeds door Daniël is voorspeld. Wat Hij 7iie|
profeteert is niet nieuw voor de wereld, het is slechts eej
uitbreiding van en een uitleg van wat de profeten reeds hov
derden jaren tevoren hadden verkondigd (Mattheus 24 15-22
Is die gruwel van verwoesting in vervulling gegaan in hi
jaar 70 toen de tempel werd vernietigd, of kijkt Christus hit
naar het einde van de tijden als het herstelde Jeruzalem
van Israël opnieuw zal worden belegerd? De bijbelexegete
zullen het er wel niet over eens worden. Maar Christus ve\
wacht van Zijn discipelen, dat zij Hem letterlijk gelovei
Die verschrikking komt zo zeker, dat Hij zelfs zegt: „Bidt, dq
uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat".
Wat een wonderlijke macht moet het gebed dan wel zijn
Deze afschuwelijke dingen moeten allemaal gebeuren, nié
omdat God ze teweeg brengt, maar omdat ze een gevolg zij\
van de zonde. Niet God brengt ellende over de mens, maar d\
mens zelf, omdat hij de reddende hand van God niet aan
vaardt. Maar God slaat in die ellende acht op Zijn kinderei
Hij kan het oordeel, dat de mens over zichzelf haalt, uitstellei\
Hij zal het uitstellen, omdat eerst Zijn evangelie van genad\
en vergeving gepredikt moet worden. Want Christus heef
het oordeel reeds gedragen voor allen die zich laten roepej
door Hem.
den, maar het werkelijke Jeruzalem is
weer door Joden bewoond. De burge
meester zei het echter te zullen betreu
ren als de huidige Joodse gemeenschap
van Amsterdam zou verdwijnen door
emigratie naar Israël. Hoewel hij Is
raël grote voorspoed toewenste, hoopte
hij dat Toden Amsterdam zouden blij
ven oevolken, opdat de verliezen voor
de hoofdstad niet nog groter zouden
worden.
(Advertentie)
TIJDELIJK
Bepaalde opmerkingen van minister Van
Aartsen in zijn memorie van antwoord
aan de Eerste Kamer hebben in enkele
bladen kritische commentaren uitgelokt. Zo
achrijft bet Algemeen Handels
blad: „Wanneer de minister nu zegt,
dat een overschrijding van het geraamde
aantal van 15 000 woningen in de vrije sec
tor „niet onmogelijk en ook niet ongewenst
is", dan zal niemand er ons van verden
ken dat wij toeneming van het bouwen
zonder overheidssteun in principe wèl on
gewenst achten. Maar toch kunnen wij de
minister niet helemaal volgen in zijn rede
nering, dat uitbreiding van de vrije sec
tor geen bedreiging zou vormen voor de
bouw van goedkopere, gesubsidieerde wo
ningen.
Gécn bedreiging voor liet reeds vastge
stelde aantal van 67.500, akkoord, maar
toch wel een bedreiging voor de 2.500 wo
ningen waarover nog moet worden gepraat.
Dc minister laat er immers geen twijfel
aan bestaan dat in 1961 de spanning op de
bouwmarkt nog zal toenemen. In alle sec
toren zal het geraamde bedrag worden ge
baald of overtroffen, zo deelt hij mee. Voor
het eerst is de uitgifte van goedkeuringen
voor nijverheidsobjecton getemporiseerd.
Welnu, met deze gegeveus in de hand
kan de minister toch niet ontkennen dat
zijn beslissing de eventueel meer te bou
wen 2.500 gcsabsidicerde woningen, wuar-
over nog met de Tweede Kamer moet wor
den gepraat, mede zal worden beïnvloed
door dc toestand in alle sectoren van dc
bouwnijverheid?
Ook in dit blad is bij herhaling sympa
thie uitgesproken voor hel bouwen in dc
vrije sector, maar evenmin als dat in de
cember het geval was, zijn 2.500 woningen
ons in de nabije toekomst een kabinets
crisis (om bet erg-te te noemen) waard.
Het kan natuurlijk heel goed zijn dat
„de beoordeling van de conjuncturele si
tuatie" leidt tot de conclusie, dat het dit
jaar inderdaad bij 67.500 gesubsidieerde
woningen moet blijven, maar als het uit
lopen van de vrije sector een belangrijke
rol speelt, voorspellen wij de minister we
derom ernstige moeilijkheden met een
meerderheid in de Tweede Kamer. Minis
ter Van Aartsen kan opnieuw in de peri
kelen komen".
En Dc Volkskrant zegt o.m.: „Mi
nister Van Aartsen weet, dat van hem
verwacht wordt, dat hij zeker tijdig de
bouw van dure buizen in do vrije sector
moet beperken als hij merkt, dat het an
ders niet mogelijk zou zijn om aan de eis
van nog 2.500 goedkope woningen te vol
doen. Het verontrust ons daarom, dat de
minister nu in de memorie van antwoord
aan de Eerste Kamer zegt, dat het zelfs
onmogelijk zou zijn om „een scherpe li
miet te atellen ten aanzien van de in de
vrije sector te bouwen woningen". En als
Ae minister dan ook al aankondigt, dat er
Spontane daad van studenten
Ongeveer 200 studenten van de
Vrije Universiteit in Amsterdam
hebben zich sinds zaterdag tijdens
een congres in het conferentie
oord „Woudschoten" te Zeist
beziggehouden met het thema „De
verre naaste". De conferentie
stond onder voorzitterschap van
prof mr. W. F. de Gaay Fortman,
hoogleraar in het staatsrecht aan
de Vrije Universiteit. Tijdens het
congres, dat gewijd was aan de
problematiek van de ontwikke
lingslanden, werd het „vraagstuk
van de verre naaste" bestudeerd.
Naast de inleidingen van verscheidene
hoogleraren, die de onderscheiden pro
blemen in de ontwikkelingslanden on
der He loeD namen, bleef er ruimschoots
gelegenheid voor discussies en bespre
kingen in werkgroepen.
Gisteren, tijdens de laatste dag van
de conferentie, ontvingen alle congres
gangers een oproep, ondertekend door
enige studenten, om een procent van
de eigen persoonlijke middelen af te
zonderen voor de internationale hulp
verlening en zich daartoe aan te slui
ten bij de actie „daadwerkelijke ge
rechtigheid". Vele congresleden gaven
zich direct op om deze actie te steu
nen.
Qp voorstel van het corpscongres werd
overgegaan tot de oprichting van een
werkgroep, die zich onder meer tot taak
stelt: Uitbreiding van deze actie onder
de Vrüe-Universiteitsstudenten, het zoe
ken van mogelijkheden om tot een natio
nale studentenactie te geraken, bestude
ring van de problemen der ontwikke
lingsgebieden en bezinning op de taak
(Advertentie)
maakt Uw groenten zo lekker.
dit jaar mogelijk zelfs meer dan 15.000
woningen in de vrije sector gebonwd zul
len worden, hetgeen hij zelfs „niet onge
wenst" zou vinden, dan is er voorshands
reden tc over om zich af te vragen of de
minister wel begrijpt welk beleid van hem
gevraagd wordt.
De geruststelling van de minister, dat het
aantal gesubsidieerde woningen geen scha
de van uitbreiding van de vrije sector
zal hebben, zegt natuurlijk niets. Het is al
erg genoeg, dat de groeiende activiteit in
de vrije sector in toenemende mate beslag
legt op bouwcapaciteit en daardoor de mo
gelijkheden in de goedkope bouw, waar ze
het hardst nodig is, beperkt.
De uitspraak van de minister, dat In de
ze vrije sector een vierde deel als volkswo
ningen moet worden beschouwd, zouden we
graag wat nader toegelicht zien. Als op
het ogenblik de woningwetbouw ondanks de
subsidie van de overheid voor vele werkne
mers onbetaalbaar is, is het niet moeilijk
te gissen, welke huren deze vrije bouw
vergt, waaraan dns geen enkele subsidie
te pas komt. Het lijkt ons dat de minister
een erg ruime opvatting heeft over het be
grip volkswoningen."
In memoriam dr. J. Lammerts van Bueren
(van een medewerker)
Het heengaan van dr. J. Lam
merts van Bueren herinnert de
ouderen onder ons aan een tijd
dat deze man mede leiding gaf
op zo verschillend gebied. Lam
merts van Bueren was een man
van formaat. Zijn rijzige gestal
te, zijn metalen stem, zijn sterke
persoonlijkheid, ze zijn ten goede
gekomen aan het werk waaron
der hij onverdroten zijn krachtige
schouders heeft gezet. Als deze'
man de jaarvergadering van de
Ned. Middernachtzending Ver
eniging presideerde, zette zijn
openingswoord een stempel cp de
bijeenkomst
tyiet driejarige cursus en internaat ont
stond en verschillende nieuwe stichtingen
n„ Ac r>„v.n0fr„ iwamëri tot aanzien. Wij noemen Pelfa.
De bestrijding van de publieke ontueht het twee(je huis voor ongehuwde moe-
hct obaervatiehuis, de ArendsKofjt.
enz- Óok in het buitenland werd dr.
-r-,r> rr.o„_ Laminerts van Bueren een bekende fi
guur. Bij herhaling vertegenwoordigde
;ke onluéht
aan'al-
zijn hart. Hier wist hij niet van mar
chanderen. Reeds zijn proefschrift
wees er op dat de bestrijding van het
Nieuw-Malthusianisme zijn levendige be
langstelling had. En als man van de
Heldringh-gestichten heeft hij Pierson's
werk nieuwe impulsen gegeven.
Wie Lammerts van Bueren gekend
hebben op de kansels van Rotterdam
en Amsterdam bewaren aan deze pastor
onuitwisbare herinneringen. Hij was een
levend en bezielend getuige van de
boodschap die hij bracht. Maar als hij
in 1914 geroepen wordt leiding te geven
der Vrije Universiteit op dit gebied en
te stimuleren, dat studenten zich voor
bereiden op een taak in de ontwikke
lingsgebieden.
De politieke werkgroep kwam deze
laatste congresdag tot de conclusie, dat
het in hoge mate gewenst is, dat de
Nederlandse regering een procent van
het nationaal Inkomen ter beschikking
stelt voor bij voorkeur multilaterale
hulp buiten het koninkrijk. Deze mening
bleek te worden gedeeld door de andere
congresgangers. Voorts werd aanbevolen
een regeringsmaatregel. Inhoudende
kwijtschelding van studievoorschotten op
grond van in het kader van de tech
nische hulpverlening der Verenigde Na
ties in onderontwikkelde gebieden door
gebrachte praktijkdagen. Een en ander
overeenkomstig de regeling, zoals deze
in sommige gevallen reeds geldt bU het
onderwijs.
aan de Heldringh-gestichten, na 9 jaar
in de hoofdstad predikant geweest te
zijn, sluit hij zich niet op in dit bepaal
de werk, dat overigens toch wel zijn ge
hele persoon vroeg.
Bereidheid
Christelijk Volksonderwijs, de Neder
landse predikanten-vereniging, de Ne
derlandse Zondagsschoolvereniging, het
Nederlands Bijbelgenootschap, de Cen
trale Bond van chr. philantropische in
richtingen, zij allen hebben een plaats
gehad in zijn warme hart, vol bereid
heid zich te geven aan zijn medemens.
Drie en twintig jaar was dr. Lammerts
van Bueren president-directeur van de
Heldringh-gestichten en onder zijn lei
ding is het werk krachtig uitgegroeid
tot een breedvertakt instituut met tal
van internaten. Het landbouwhuishoud-
Advertentie)
Voorkom
neem
Als U zich maar even rillerig of
onprettig voelt:
A
"Dip
Ha-a
D
Pau
I Li
Hjd<
te
Cl
in l
hij de Nederlandse regering op buiten
landse congressen die tot doel hadden
de bestrijding van de publieke ontucht
Het werk van de Federatie van Inrich
tingen van ongehuwde moeders had
eveneens zijn bijzondere belangstelling
en ook daaraan gaf hij als voorzitter
leiding. De Rekkense inrichtingen dan
ken aan zijn vruchtbaar initiatief mede
hun ontstaan.
Na emeritaat
Deze man bruiste aan alle kanten van
leven en toen hij in 1937 met emeritaat
was daar geen stilzitten bij. In
bracht de Chr. Historische Unie
hem in de gemeenteraad, die hem tot
wethouder van sociale zaken koos.
Hier was hij deskundig als weinigen.
De bezetter joeg hem van zijn post,
maar aan het burgerlijk armbestuur
bleef Lammerts van Bueren leiding ge
ven.
Thans is aan dit vruchtbare leven een
einde gekomen. In hoge ouderdom mocht
hij ontslapen en zijn reiskleed wordt ge
borgen op het viuchtheuvelkerkhof te
Zrtten. waar zo velen van zijn voorgan
gers en medewerkers rusten. Zijn leven
stond in het teken van de beker koud
water, gegeven in de naam van de Op
gestane Levensvorst, die haar loon met
zich heeft. Christelijk Nederland be
waart aan deze grote zoon een eerbie
dige herinnering.
(Advertentie)
GEZIN \v f
U merkt het: hakken en
braden gaat veel prettiger
met Leeuwenzegel marga
rine. Alléén die bevat
immers het natuurzuivere
middel, dat spatten voorkomt! En
iedereen roemt de ècht-lekkere, natuurlijke
smaak. Onthoud het als morgen uw melk
handelaar komt: Leeuwenzegel margarine 1
Leeuwenzegels
hebben waarde.
Vraag uw
melkhandelaar
een Leeuwenzegel-
spaarmapfe.
BRINKERS'
MARGARINE-
FABRIEKEN
ZOETERMEER
passielied van pater Brugman „ik ,wi
mij gaan vertroosten in Jesus liidei....
groot", dat ook in de hervormde gezang'
genbundel voorkomt, en na de tocspraar"?1
het koraal van Bach „O hoofd vol bloei St
en wonden". Het gebed des Heren wer|<14
gemeenschappelijk gebeden. Ds. Smi Ti
sprak de zegenbede uit. *waa
Voor het eerst in de geschiedenis van.ven des Heren. Men zong vooraf hi
de Alledagkerk te Amsterdam, heeft in r» ri
de wekelijkse diensten op woensdag als
spreker een rooms-katholiek geestelijke
op de kansel gestaan.
Beide malen was de Engelse kerk op
het Bagijnhof stampvol toen deze pries
ter. rector J. M. E. Keet, zijn toespraak
hield over „Leven 'uit de dood"
Ds. W. A. Smit, predikant van de
Oude kerk, leidde de samenkomsten.
Bij herinnerde eraan,dat. hij in. de
advent-1960.'.als Predikant Vhn' de her
vormde Oude- of St'. Nicólaaskerfc was
uitgenodigd om té preken in de rooms-
katholieke nieuwe St.- Nicolaaskerk
tegenover het Centraal Station.
Dat was eon korte weg. Maar nog
kleiner is de afstand tussen de oude
Bagijnhofkcrk de Engelse kerk
naar de r.k. Bagijnhofkerk. die recht
daartegenover ligt: het is maar één stap.
Toch heeft het lang geduurd voordat
die ene stap gezet werd.
Rector Keet begon zijn sermoen met
de aanspraak „Dierbare broeders en
zusters in Christus". Hij achtte zijn ver- j
schijnen op deze kansel ..een getuigenis,
van ons beider ernst rondom de oecu-1
mene". En hij liet er de verklaring op
volgen: „Als wij ooit één zullen zijn.
dan zal het wezen aan de voet van het
Kruis. Deze eenheid is echter niet te
verkrijgen door onze inspanning maar
door Zijn genade."
Daarna hield rector Keet een diep in
dringende verkondiging over het ster-
Woensdagavond is in Vlaardingen over
leden de Christelijke-gereformeerde pre
dikant, ds. G. W. Alberts, die al jaren
met emeritaat was, maar de kerken
overal in het land nog diende. Ds. Al
berts werd op 30 januari 1886 in Witha
gen geboren. Hij bracht het grootste deel
van zijn jeugd in Amerika door. Daar
kwam hij ook tot de grote verandering
in zijn leven, die hem deed besluiten
predikant te worden.
Hij diende slechts een gemeente, na
melijk Zutphen van 1923 tot i929. Zijn
gezondheid dwong hem met emeritaat te
gaan. Hij woonde achtereenvolgens in
Gorinchem, Rotterdam, Schiedam en
Vlaardingen. In verschillende vakante
gemeenten gaf hy catechisatie. Hij hielp
de Vlaardingse predikant met ziekenbe
zoek. In de oorlog heeft hij vele Joden
geholpen. In bet gedenkbos te Israël
staat dan ook nog een boom die zijn
naam draagt.
Het is nog niet bekend wanneer ds.
Alberts begraven zal worden. Aan de
begrafenis zal in ieder geval een uit
vaartdienst vooraf gaan in de Nieuwe
kerk aan de Binnensingel te Vlaardin
gen.
Aan de Technische Hogeschool te
Delft is benoemd tot buitengewoon
hoogleraar: dr. S. O. van Poelje, die
onderwijs zal geven in het bouwrecht
en het stedebouwkundig recht. De heer
Van Poelje had toe dusver een onder
wijsopdracht.
jV/TASSASAMENKOMSTZon-
i-'-t dagmorgen om tien uur
op het marktplein! Zo staat
het met grote letters op de
aanplakbiljetten, die reeds
dagenlang onze stad sieren.
Het marktplein is groot ge
noeg om de dnizenden die op
deze samenkomst verwacht
worden te bevatten. Niemand
zal een woord var de spre
ker missen, want om het
plein hangen overal grote
luidsprekers aan de lichtmas
ten. Ze zijn eigenlijk in de
masten ingebouwd, want ze
moeten telkens weer opnieuw
gebruikt worden, voor politie
ke bijeenkomsten, voor de
monstraties; zelfs worden ze
gebruikt om het lawaai van
de kerstmarkt en kermis nog
wat te doen aanzwellen.
Midden voor het marktplein,
lngebonwd tussen de andere
bnizen en winkelpanden staat
ook de oude stadskerk. Zij
beheerst met haar machtige
toren het stadsbeeld en in het
bijzonder het beeld van het
marktplein. En Iedere zondag
ochtend, of er nu massasa
menkomsten zijn of niet, be
gint om tien uur daar de ge
meente van Christus te zin
gen, te bidden en te luisteren
naar de verkondiging van het
Woord van God. Ilct is waar.
vergeleken bij de menigte op
het marktplein is het maar
een klein groepje mensen,
maar de dienst gaat door cn
de gelovigen blijven tronw ko
men, wat er ook op het plein
zelf te doen is.
HET is een geluk dat de
oude kerk dikke muren
neeft. En ook door de hoge
ramen dringt het rumoer bui
ten slechts gedempt tot in dc
kerk door. Tegen de ruisende
klanken van het machtige or
gel kunnen de luidsprekers
niet op en als het orgel zwijgt
en de predikant begint te
spreken, worden zijn woorden
door het lawaai toch niet
overstemd. Nog nimmer werd
een eredienst afgelast.
In de loop der jaren Is de
gemeente gewoon geraakt aan
dergelijke samenkomsten bul
ten op het plein en ook aan
de vlaggen die wapperen op
de toren van de kerk. Het zijn
geen kerkelijke vlaggen. Hun
kleuren zijn zwart, rood en
goud of rood en blauw, de
kleuren van de Oostdultse
staat en van de communistl-
sche partij. Wie tot de ge
meente behoort, weet dat de
kerk van oudsher niet het ei
gendom is van de kerkelijke
gemeente, maar van de bur
gerlijke, die ook de kosten van
onderhoud draagt en die be
slist welke vlaggen zullen wor
den nitgestoken.
NOG MAAR enkele jaron
geleden weerklonk over het
marktplein niet slechts de
blikken luidsprekerklank,
maar iedere zondagavond ook
net baznlngeklank van het
kerkelijke „posauncnchor",
dat blies van de bovenste to
rentrans. Het geluid droeg ver
•jver de daken van de stad.
Maar op den duur spraken
dc vooraanstaande partijleden
aun misnoegen uit over deze
muziek en kort geleden heeft
dc burgemeester bepaald dat
de blazers niet meer in dc
toren mogen komen.
Maai de godsdienstoefenin
gen in de kerk g3an gewoon
door. En hoewel uitgezon
derd dan de orgelmuziek
□lets van die dienst bulten te
horen is, staat dat Godshuis
toch midden voor het markt
plein ais een getuigenis.
voor Brandend Maagzuur
Als U maar Bennies
bij de band hebt
L/an dooft U 't vuur in 'n oog
wenk, stilt U de snerpendste
pijn nog vóór ze goed kan door»
zetten. Steek daarom altijd 'n
paar Rennies bij U. Ze zijn een
voor een hygiënisch verpakt en
U kunt ze innemen zonder dat
iemand er weet van heeft. Geen
glaasje water, geen vieze smaak.
Integendeel, doodgewoon laten
smelten op Uw tong. En als
Uw speeksel met de wondere
Rennies-oplossing
i Uw maag bereikt, is
de brand op slag ge-
i doofd.
tegen brandendmaagzuur