Opnieuw levenslang tegen
Berkelse arts geëist
<^'Rx
RUILBUREAU
OLIFANT
De Zon gaat op
'z°ll
Geen scherp licht op mate van
toerekeningsvatbaarheid
r
Prins bij lezing
KLM-\
-vliegt
ers
Moties Van Vliet
aanvaard
Garage (net klaar)
plots ingestort
Voedingspercentage moet omhoog"
Kamer gereserveerd over
Financ. Verhoudingswet
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
9
VRIJDAG 17 MAART 1961
Schaak-vraag 73
In een, omstreeks een jaar geleden
'te Neustadt gespeelde, partij tussen de
heren Arnold met wit en Nikulski ont-
Istond onderstaande stelling:
Vonnis zal op 30 maart vallen
Wit: Ke3, Dc3, Tel, Pe6, pi a3, b4,
d5, e4, f3 en g5.
Zwart: Ke7, Dh4, Th2, Pa6, pi a7,
b7, d6, e5 en g7.
Wit speelde Tfl en ging ten onder
zwart antwoordde Ta2. Latere
I Wl
toen
lanab
lanalyses toonden aan dat wit op ele
gante wijze remise .had kunnen be
reiken. De opgave luidt dus: wit speelt
'en maakt remise.
Dam-vraaq 72
De stand in het probleem van de
heren van Tol en van Prooyen te Rot
terdam was deze:
Zwart: 7, 9. 10, 19, 20, 22, 25, 26, 38.
Wit: 17, 28, 30. 31, 34, 36, 37, 45, 46.
De oplossing: 3127, 22x42; 36—31,
26x37; 46—41, 37x46; 17—11, 46x40;
11X2, 25x34: 2x33 (via 19, 34, 42, 9,
|10, 20), 38x29; 45x23.
Bridge
75
HVB92
O V 8 3
«f» 642
n li
B 9 3 2
87 63
O
10 l
B 10 7
V10 6
C? A 10 5 4
O A 5
A V 8 3
A H 8 4
O HB9762
H 9 5
Zuid £T>eelt een contract van 3 rui
ten (9 slagen).
West komt uit met ruitenaas en
speelt ruiten na, in Noord genomen
met de vrouw.
Hoe kan Zuid hierna het spel maken,
ondanks de beste verdediging?
l Jack Diamond.
(Van onze speciale verslaggever)
/~AP 30 njaart zal vonnis worden gewezen in de tweede zaak O., die elf
VJ maanden lang heeft gesleept. Dit besloot de Leeuwarder rechtbank
gistermiddag onder leiding van mr. H. J. van Maanen, na een laatste
zitting, die voor 't grootste deel met gesloten deuren gehouden werd.
Duidelijk is in ieder geval geworden dat het psychiatrische rapport van
de Groningse hoogleraar prof. dr. mr. P. A. H. Baan geen scherp licht
werpt op de mate van toerekeningsvatbaarheid van de vroeger in Berkel
praktizerende arts. Als overweging voor de schorsing op 2 mei 1960 was
juist naar voren gebracht dat de rechtbank beter geïnformeerd wilde
worden over de geestelijke gesteldheid van de verdachte, zoals zijn gees
telijke begaafdheid, de graad van overwicht op anderen, en de mate van
toerekeningsvatbaarheid.
Kr ti is woord puzzel
Horizontaal: 1. droom (Fr.); 5. foefje
(Ind.); 9. in de gedachte; inwendig; 11.
onbep. voornaamw.; 13. vettige zelf
standigheid; 15. gekheid; 17. republiek
in Z. Amerika; 18. bolrond vruchtje
(spreekt.); 19. rund (meerv.); 21. be
kend Nederl. schilder; 22. Frans bac
terioloog; 24. tussenzetsel; 26. jaar
(Lat.); 27. ruwe soda; 28. gem. in Gro
ningen; 30. plaats in België bij Brugge;
31. binnenkort; 32. rivier in Italië; 33.
wang.
Verticaal: 2. muggenlarve; 3. wrok;
4. zijtak Donau; 5. voedsel om te'lok
ken; 6. gem. in Overijssel; 7. alvorens;
8. soort van antilope; 10. stadje a. d.
Bidassoa door de Spaanse opstandelin
gen in 1936 verwoest; 12. land in Eu
ropa; 14. zegepalm; 16. vis; 19. socië
teit (afk.); 20. Europeaan; 21. hinde
ren; 22. tweetal; 23. gevlochten koord;
24. stad in Lippe ten O. van Detmold;
25. komt van het varken; 27. bootje;
29. voor; 30. bedekking van een ge
bouw.
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
1. E.K., 2. sek, 3. stek, 4. kaste, 5.
staker. 6 knaster, 7. katern, 8. raket,
9. krat, 10. ark, 11. ka.
Prins Bemand heeft gisteravond In het
Amsterdamse Carltonhotel een lezing
bijgewoond, die de Engelse oud-gezag
voerder A. M. A. Majendie daar hield op
uitnodiging van de vereniging van
K.L.M-vliegers. De Prins werd verwel
komd door de voorzitter van de vereni
ging, gezagvoerder H. A. Hartog Heys.
Vijfde honderdjarige In het Pro
testants tehuis voor ouden van dagen
heeft de Rotterdamse burgemeester gis
teren de vijfde 100-jarige in zijn stad
de heer A. Salij, met zijn verjaardag
gefeliciteerd.
Een tweede, belangrijk punt, dat
duister is gebleven, is de graad van
overwicht, die O. op anderen zou
hebben. Ook ten aanzien van deze
vraag wenste professor Baan geen
oordeel te vellen. Gezien de omstan
digheden er is nog geen vonnis
lag deze meer op het terrein van
de opsporing dan op dat van de psy
chiatrie.
De voortgezette behandeling van de
zaak tegen de thans 44-jarige arts
A. M. O. begon gistermorgen om
kwart voor tien en eindigde gistermid
dag om vier uur. De achtentwintig ge
tuigen. die tijdens het op 2 mei van het
vorig jaar afgesloten onderzoek waren
gehoord, waren niet voor een tweede
keer opgeroepen. Het ging om het ho
ren van de vier getuigen-deskundlgen,
die het psychiatrische rapport hadden
opgesteld, nl. prof. dr. mr. P. A. H.
Baan. prof. dr. G. T. Kempe, hoogle
raar in de criminologie te Utrecht, drs.
E. Boeke, hoofd afdeling klinische
psychiatrie van de psychiatrische kli
niek van de Rijksuniversiteit te Gro
ningen en d£ zenuwarts W K. van Dijk.
chef van voornoemde kliniek.
Zoals bekend, wordt O. ervan ra-
dacht zijn medegevangene A. Lodder
op 4 februari 1958 door toediening van
cyaankali van het leven te hebben be
roofd. Vend, was toen al tot levenslange
gevangenisstraf veroordeeld wegens
moord op zijn vrouw in 1952 in Berkel.
In 1953 diende deze zaak zowel voor de
rechtbank als voor hert Gerechtshof te
's-Gravenhage. In 1954 werd een beroep
in oassatie door de Hoge Raad verwor
pen.
In deze tweede zaak O. heeft de offi
cier van justitie te Leeuwarden, mr. M.
H. Gelinek, opnieuw levenslange gevan
genisstraf geëist. In zijn elf maanden
geleden gehouden requisitoir stelde hij
o.m. dat O. zijn eveneens aan moord
op zijn vrouw schuldig bevonden mede
gevangene Lodder door middel van een
geraffineerd rechtbankspelletje van het
leven heeft beroofd. Hjj zou hem cyaan
kali in de vorm van een medicinaal
poeder hebben toegediend, nadat hij het
slachtoffer eerst zover heeft gekregen
een brief te schrijven, waarin deze zich
ais de moordenaar van mevrouw O.
aandiende. Hoe de cyaankali, waarover
O. beschikt zou hebben, de gevangenis
is binnengesmokkeld, kwam. ondanks de
meer dan scherpe kruisverhoren, niet
uit de doeken.
De zitting van gisteren stond uit
sluitend in het teken van het psychia
trisch rapport, dat 152 pagina's telde
Behalve een uitvoerige levensbeschrij
ving, waren er een sociaal, een crimi
neel, een psychiatrisch en een psycho
somatisch hoofdstuk in opgenomen.
Tijdens het openbare gedeelte van de
zitting: sprak O. in totaal misschien vijf
tig woorden. Hij gedroeg zich rustig,
interrumpeerde geen enkele maal, en
zag, ondanks herhaalde aandrang, zelfs
af van zijn recht op het laatste woord.
Om gewichtige redenen, aldus de pre
sident van de rechtbank, moest een
groot deel van deze voortgezette behan
deling van de zaak achter gesloten deu
ren plaatsvinden. Het vertrouwelijke
karakter, dat elk medisch onderzoek
kenmerkt, de delicate kwesties welke
zouden worden aangesneden, zomede de
geremdheid, die bij de getuigen-deskun
digen (de opstellers van het rapport)
zou kunnen optreden, had hem tot dit
besluit gebracht.
Ten behoeve van de openbaarheid gaf
mr. Van Maanen eerst enkele korte sa
menvattingen van het rapport. O., die
er veel beter uitzag dan elf maanden
geleden, werd gevraagd, of hij zich in1 versiteit te Groningen, bracht bij monde
staat voelde tijdens de voorlezing te
staan.
..Ik voel me prima, meneer de presi
dent", luidde hert rappe antwoord van
verd., die echter toch een stoel kreeg
aangeboden.
Alvorens tot zijn conclusies te komen,
had prof Baan enkele opmerkingen in
zijn deel van het rapport geplaatst. Hij
liet hierin uitkomen, waarom hij zijn
bevindingen met de nodige omzichtig
heid moest stellen. Zijn voornaamste
uitgangspunten waren:
I. Verdachte is reeds zes jaar geleden
veroordeeld.
2. Verdachte ontkent het misdrijf waar
voor hij terecht staat, evenals het mis
drijf waarvoor hij reeds veroordeeld
is
3. Verdachte is al acht jaar gedetineerd
geweest.
4. Het bewijs voor het laatste misdrijf,
waarvoor verdachte terecht staat, is
nog niet geleverd.
Vooral het laatste punt achtte prof.
Baan zeer belemmerend voor zijn on
derzoek. In veertien gesprekken van
een uur, die in een vriendelijke sfeer
hadden plaats gehad, was hij tot de con
clusie gekomen, dat er, ondanks alle
vlotheid, geen openheid was Verdachte
had steeds op dezelfde wijze gereageerd,
nJ. angstig, verdrietig of afwijzend
De Groningse psychiater had ernstige
stoornissen in het gevoelsleven van O
geconstaiteerd. Achter het masker, dat
de laatste had opgezet, bevond zich een
sterke afweer tussen het eigen innerlijk
en de als een bedreiging gevoelde bui
tenwereld. Er was achterdocht, ook be
hoedzaamheid. De verhalen van ver
dachte waren wonderlijk, twijfelachtig,
soms apert onjuist.
Opvallend was de cllché-achtige wijze
van vertellen. Het leek wel of er vol
gens een bestaand patroon werd gewerkt-
O, was volgens prof. Baan een zeer in
telligent man. Hij had zichzelf geclas
sificeerd als scherp, cynisch, prikkelbaar,
ongeduldig en wantrouwend. Zijn zeer
goede intellectuele begaafdheid kreeg
door zijn innerlijk vaak een heel ander
cachet. Over het overwicht van O, op
andere mensen wilde prof. Baan geen
oordeel vellen. Hij vond dit meer op
het terrein van de opsporing liggen. Ook
over de toerekeningsvatbaarheid van ver.
dachte verkeerde de Groningse psychia
ter in het ongewisse. Hij achtte het niet
mogelijk de vraag te beantwoorden of
O ten volle verantwoordelijk moet wor
den gesteld voor de eventueel door hem
gepleegde moord op Lodder Wel was
verdachte volgens hem een sterk ge
stoorde persoonlijkheid.
De vraag of de lange gevangenisstraf,
welke O. reeds eerder achter de rug
heeft, deformerend op diens persoonlijk
heid had gewerkt, kon prof. Baan even
min beantwoorden.
De verdachte, ,zo stelde hij in zijn
rapport, was de hele dag met zichzelf
bezig en daarom kon op dit punt geen
klaarheid worden gebracht.
Alvorens met het door prof. Kempe
opgestelde deel van het rapport te be
ginnen (de levensgeschiedenis van O.)
sprak de president van de rechtbank er
zijn verwondering over uit, dat de duiste
re figuur van Piet Berger, die een rela
tie met de vrouw van O. zou hebben ge
had, nergens wordt genoemd. Hier en
daar zouden ook aperte tegenstrijdighe.
den zijn geconstateerd.
Wat de gedragingen van O. in de
Leeuwarder strafgevangenis betreft,
kwam prof. Kempe tot de conclusie dat
verdachte bezeten was van de gedachte
revisie van zijn eerste vonnis te krijgen
en dat al zijn daden hierdoor beïnvloed
werden. Zowel innerlijk als uiterlijk, al
dus de Utrechtse criminoloog, leek O. op
zijn inmiddels overleden vader, die mm-
tegenspraak duldde, het ene conflict
na het andere uitlokte, en die als een
bruut, een fantast, een tiran en een ko
loniale bulderbas werd afgeschilderd. O.
had een diepere binding met zijn vader
dan met zyn moeder, wat ook al bleek
uit het feit, dat hy met eerbied en ge
negenheid over de eerste praatte.
Verdachte was altijd een toonbeeld
van ijver geweest. Hij had de neiging tot
het vertellen van fantastische verhalen en
was nooit in staat gebleken werkelijk ge-
voelswarme bindingen te maken. Het
was onbetwistbaar dat hij een ten diepste
gestoord mens moest worden genoemd
ten aanzien met zijn betrekkingen tot
anderen. Hy was zeer materialistisch in
gesteld en weinig toegankelijk voor ho
gere, ethische idealen. Tegenover zijn
vrouw en zijn kinderen was hij vaak ruw
en onverschillig geweest. Prof. Kempe
kenschetste O. als agressief, rancuneus,
vol ressentimenten, zelfingenomen en
eigenwijs en als een querulant met een
grote mond.
Volgens de Groningse zenuwarts W. K.
van Dijk vertoonde verdachte de voort
durende neiging tot ontkenning-en over
compensatie. Hij kon zich niet echt geven
en leed aan een alerte gespannenheid.
Drs. P. E. Boeke. het hoofd van de
afdeling klinische psychiatrie van de
psychiatrische kliniek van de Rijksuni-
van de president in zyn rapportdeel naar
voren, dat verdachte vreesde dat zijn ge
heugen hier en daar tekort zou schieten
toen hij hem onderzocht. Hij gebruikte
dit van tevoren al als een excuus, voor
het geval hij mocht falen. Het intelligen-
tie-quotient van O. was volgens de heer
Boeke zeer hoog, nl. 128. In zijn reacties
herinnerde hij hem echter aan mensen
met paranoide trekken.
O. was. aldus nog steeds de heer Boeke
in zijn deel van het rapport, krampachtig
in zijn houding tegenover de buitenwe
reld. Zijn prestatiedrang richtte zich op
een vrij hoog aspiratie-niveau. Hij had
een verborgen angst voor kritiek en af
wijzing, en stond onvolwassen tegenover
de wereld en de mensen. Zijn gevoelsle
ven zou zeer kinderlijk ontwikkeld zijn.
In een zitting achter gesloten deuren
liahtten de vier getuigen-deskundigen
het rapport nader toe. Openbaar was
weer het gedeelte, waarin de officier
van justitie, mr. M. H. Gelinek, een
aanvulling op zijn requisitoir van elf
maanden geleden gaf, en de verdediger.
H. Schootstra, een aanvulling op
zijn pleidooi. De eerste persisteerde bij
zijn eis (levenslang); de ander bij zijn
pleidooi.
Mr. Gelinek sprak uit dat hij niet van
plan was veel op te rakelen. De feiten
van dit tweede proces-O. waren volgens
hem afdoende behandeld en besproken,
uit het door prof. Baan uitgebrachte,
psychiatrische rapport waren geen dui
delijke conclusies te trekken. Verd. was
misschien wel geestelijk gestoord, maar
diit zei nog niets van zijn toerekenings
vatbaarheid.
Hoewel prof. Baan niets wilde zeggen
over het overwicht van O. op anderen,
was de officier van justitie van mening
dat dit er wel degelijk was. Als arts
had verd. intellectueel overwicht. Hij
paarde dit bovendien nog aan een gro
te mate vasthoudendheid, terwijl hij
zijn mening ook met veel overtuiging
naar voren bracht. Dat, zoals O. had
verklaard, in de gevangenis alleen maar
lichaamskracht als bron van overwicht
gold, verwees mr. Gelinek als stelling
naar het rijk der fabelen.
Vele leugens
De levensbeschrijving, die, komend
uirt de mond van O., in het rapport WoS
opgenomen, wemelde van leugens, on
waarheden, weglatingen en verdraaiin
gen. Dit betrof alleen nog maar het con
troleerbare gedeelte. In het niet-contro-
leerbare gedeelte moest ruimte voor
tenminste eenzelfde percentage fanta
sieën worden gelaten.
Als een van de meest treffende voor
beelden haalde de officier aan dat O.
op de ene pagina van het rapport ver
klaart - dat het altijd in z'n bedoeling
heeft gelegen als arts naar de tropen
te gaan, op een andere pagina naar vo-
brengt dait hij een praktijk op het
plartteland ambieerde, en op weer een
derde pagina stelt dat hij kinderarts
wilde worden.
_,A1 pratende en zdch geheel aanpas
send aan de vragen, welke hem werden
gesteld, merkte verdachte niet eens dat
hij voortdurend met zichzelf in tegen
spraak was".
De verdediger, mr. H. Schootstra, had
Iets meer tijd dan de officier nodig om
zijn aanvullingen te geven. HU stelde
voorop, dat de zaak juridisch vrij slm-
pe lag. Slechts het bewUs behoefde te
worden geleverd dal O. Lodder vergif
tigd had.
Pleiter handhaafde zUn elf maanden
geleden uitgesproken conclusie, die op
vrUspraak neerkwam. Niet alleen om
dat het bewijs niet geleverd was dat O.
Lodder vermoord had, maar ook omdat
Lodder door zyn dood het bewUs van
zijn gewilde zelfmoord heeft achterge
laten.
Het beeld, dat de getuigen-deskundl
gen van O. hadden geschilderd, ver
stoorde in genen dele het beeld, dat mr.
Schootstra de rechtbank had trachten
te geven. Ook al door de conclusies van
het rapport was pleiter hoe langer hoe
meer tot het inzicht gekomen dal nie
mand ten diepste weet wat de zienswjj-
van een verd. is.
„Wij weten niet hoe iemand rea
geert", verklaarde hij. De een ervaart
iets van een heel andere positie uit
dan de ander. De verdraaiingen, welke
de officier van justitie signaleert, be
twist ik dan ook".
Mr. Schootstra besloot met een serie
vragen uit zijn vorige pleidooi. Zij
kwamen hierop neer dat het Lodder
en niemand anders dan Lodder was.
die cyoankali de gevangenis wilde bin
nensmokkelen, die voor een tussen-
adres in Voorburg zorgde, die steeds
naar de aankomst van het vergif in
formeerde, die vóór het innemen van
cyaankali al van vergiftiging sprak en
die de gevangenisdirecteur een beken-
tenisbrief schreef.
STAAT WEER VOOR U OPEN 1
Van nu af aan ontvangt U dc plaatjes voor
het boek „Zo leeft de Hoge Veluwe" niet
meer van Uw leverancier. Hoe U ze wel
krijgt? Elk pakje Rama is voorzien van een
zegeltje met een hertekop. Deze hertekopjes
kimt U inwisselen tegen plaatjes bij het
RAMA RUILBUREAU
postbus 99 - Rotterdam
Een ruilformulier, dat U bij Uw Rama leve
rancier krijgt, kunt U hiervoor gebruiken.
Dit formulier dient ook voor het inwisselen
van plaatjes die U dubbel hebt. Zo zal het
U niet moeilijk vallen de serie plaatjes voor
het prachtige boek snel compleet te krijgen!
(Van onze parlementsredactie)
De Tweede Kamer heeft gister
middag met 92 stemmen voor en 28
tegen de motie-Van Vliet (kath. v.)
aangenomen, waarin de regering
wordt uitgenodigd met ingang van
volgend jaar aan alle met groot ver
lof afzwaaiende militairen een uit
kering-ineens te verstrekken van
tien gulden voor elke maand dienst
tijd, zodat zij nieuwe burgerkleding
kunnen aanschaffen. Vóór stemden
de KVP, PvdA, CPN, PSP, SGP en
de heer Kikkert (c.h.). Tegen de AR.
CHU en WD.
Vóór de stemming verklaarde de c.h.
fractieleider dr. Tilanus dat hij en zijn
fractie de huidige regeling zeker niet be
vredigend aohten, maar in overgrote
meerderheid toch niet voor de motie
zullen stemmen, omdat de uitvoering er
van een niet-verantwoorde kostenver-
meerdering met zich zou brengen. De c.h.
willen de regering de gelegenheid geven
volgend jaar met een bebere regeling te
komen. Namens de a.r. fractie verklaar
de de heer Kieft geen steun aan de motie
te kunnen geven, omdat staatssecretaris
Calmeyer „positief van goede wil is ge
bleken". Minister Visse; (defensie) moest
de aanvaarding /an de motie nog eens
ernstig ontraden, gezien de beperkte
middelen en de aandrang vanuit de Ka
mer om ook op andere gebieden grotere
uitgaven te doen.
Voorts werd met b(jna algemene stem.
men de motie-Van Vliet (kath. v aan
genomen. waarin de minister van defen-
sie wordt uitgenodigd overleg te plegen
met zijn ambtgenoot van volkshuisves
ting en bouwnijverheid, opdat meer
ningen beschikbaar komen voor militair
personeel. Alleen de CPN stemde tegen.
Minister Visser bad gisteren tegen de
motie geen bezwaar gemaakt.
Hert socialistisch amendement-Sdhou-
wenaar waarin werd voorgesteld begro-
tingsgelden voor de aanbouw van een
tankervoorraadsemp over te hevelen
naar de post voor gepantserde voertuigen
voor het eerste legerkorps, werd bij zit
ten en opstaan verworpen. Alleen de
PvdA stemde voor.
Ten slotte werd de begroting van de
fensie zonder hoofdelijke stemming
aangenomen (tegenstemmers CPN en
PSP). Mede namens zyn fractiegenoten
Koopman en Franssen verklaarde de
heer Schurer (soc.) tegen het artikel be
treffende de atoombewapening van het
Nederlandse leger en de opslag van kern
wapens in ons land te zullen stemmen.
In Dinteloord waren gisteren vijf ar
beiders bijna klaar met het bespannen
van het dak van een pas gereedgekomen
garage, toen plotseling het gebouw in
stortte. De heer Machielsen uit Etten kon
de stenen niet ontwijken, werd geraakt
en moest per ambulance naar huis wor
den gebracht. De andere vier kwamen
met de schrik vrij. De arbeidsinspectie
stelt een onderzoek in.
(Van onze parlementsredactie)
MET gemengde gevoelens heeft de Tweede Kamer het ontwerp Finan-
ciële-Verhoudingswet 1960 ontvangen. Dit bleek gisteren bij de open
bare parlementaire behandeling, die van de kant van de Kamer een reeks
technische betogen opleverde, waarop de ministers Zijlstra (financiën) en
Toxopeus (binnenl. zaken) volgende week zullen antwoorden. Naast waar
dering hadden de verschillende sprekers nogal wat kritiek op de nieuwe
regeling, die een belangrijk aantal wensen onvervuld laat. Vele van de
bezwaren, die o.m. door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar
voren zijn gebracht, werden door de Kamer gedeeld. Het was gisteren
echter nog niet duidelijk in hoeverre getracht zal worden door amendering
correcties aan te brengen.
Over de inhoud van de Financiële-Ver-I behoefte voor elk jaar verschillend kan
-CA j;. iaoen
houdingswet '60 die op 10 april 1959
werd ingediend het volgende. Het Ge
meentefonds blijft gehandhaafd en zal
worden gevoed door een aandeel in de op-
brengst der rijksbelastingen van 12.53 pet.
Een grotere objectivering van de fonds-
uitikeringen aan de gemeenten wordt ver
kregen door bij de bepaling daarvan o.
rekening be houden met de kosten van hetroncj f
lager onderwijs (waarvoor 'n aparte tit-i der
zijn.
Aangenomen wordt, dat het eerste Jaar
de uitkeringen uit het Gemeentefonds
volgens de nieuwe wet in totaal onge
veer f 14 miljoen hoge' zullen liggen
dan onder de bestaande regeling 't geval
zou zijn. De in dit uitzicht gestelde sub-
jeotieve verhogingen ten bedrage van
'n mannelijke borrel
voor mensen met pit
kering) en van de sociale zorg. Op het
schaalbedr-ag-<per-inwoner. dat als onder
deel van de algemene uitkering uit het
Gemeentefonds wordrt verstrekt, kan een
verfijning worden toegepast wegens bij
zondere omstandigheden (snelle bevol
kingsgroei, ongewoon verloop inwoner-
aantal e.d.). In de uitkeringsregeling is
daardoor de mogelijkheid gelegd om de
uitkeriingsmaatstaven voortdurend te ver
beteren, zodat de zg subjectieve verho
ging van de algemene uitkering tot de
werkelijke uitzonderingsgevallen beperkt
kan blijven.
Zonodig wordt een aanvullende belas-
tinguitkenng toegekend aan die gemeen
ten, waar de capaciteit van de grond- en
personele belasting, per inwoner bere
kend, lager is dan de gemiddelde lande
lijke capaciteit. Ter aanpassing aan dc
bestaande regeling zijn in de nieuwe
wet een garantie- en een limiebbepaling
opgenomen. De garantieuitkering is be-
stemd voor gemeenten, die er in ver
gelijking met de hans geldende regeling
op achteruitgaan. Ze loopt na vijf jaar
geleidelijk af. De limietbepaling behelst
een geleidelijk aflopende aftrek voor de
gemeenten waarvan het inkomstenpeil
door de invoering van de nieuwe rege
ling stijgt. Naast de uitkering uit het
Gemeentefonds zullen de gemeenten
voor de kosten van het nijverheidson
derwijs rechtstreeks een aanvullende
uitkering uirt 's Rijks kas ontvangen.
De aanvullende uitkeringen uit het Ge
meentefonds worden verstrekt op voor
stel van een Raad voor de gemeentefl-
nanciën, die wordit benoemd door de
Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten.
In de nieuwe wet wordt de mogelijk
heid geopend de naar objectieve maat
staven vastgestelde uitkeringen voor be
paalde gemeenten op subjectieve gron
den be herzien. Gedurende ten hoogste
drie jaar kan aan een gemeente een
jaarlijks vast te stellen bijdrage uit het
Gemeentefonds worden verleend. Zo no
dig wordt daarna voor één of meer
volgende jaren een verhoging van de
algemene uitkering gegeven, die naar
miljoen worden nog in het ka.
de oude legeling toegekend
43
„Neen, zij hebben 's winters een speciale route,
over een meer hoog in het noorden. Hij heeft ge
zegd,'dat jij maar naar Akkafjall moest komen,
als je gezelschap wilde hebben."
„En dat zeg je me nu pas!"
„Jij wilde immers helemaal niets weten van de
mensen van Akkafjall!"
Erlands gezicht betrok.
„Dat lieg je", zei hij heftig. „Hoe kan ik ooit in
Noorwegen komen, als zij al weg zyn".
Imber stelde hem gerust. Het duurde nog een
paar dagen, eer het volle maan was. De volgende
maandag, eerder niet, zouden de mannen van Ak
kafjall vertrekken.
Het was, alsof Erland die middag iets wilde
goed maken. Tot Imbers verbazing haalde hij hout
en zijn stem was even vriendelijk, als toen zij hem
voor het eerst hoorde. Hij overlegde met Imber,
wat zy zouden kopen voor hun buiden en hoen
ders en hij beloofde haar, dat hij niet zou ver
geten een stuk zachte wollen stof mee te brengen,
een schaar, naalden en garen.
Erlands goede humeur gaf Imber de moed tot
een vraag, die haar op de lippen brandde. Kon
zij niet meegaan naar Akkafjall en daar blijven
tijdens zijn afwezigheid? Erland wilde er nierts
van weten.
„Maar ik zou je toch kunnen helpen dragen,
op de heenweg en ook op de terugweg
Erland antwoordde, dat hij het wel alleen af
kon. Bovendien was de afstand niet zo groot, dat
hij niet desnoods twee keer kon gaan.
Imber wilde zeggen, dat zij ernaar hunkerde
eens mensen te zien, maar dergelijke woorden
mocht zij niet uitspreken. Zij vond het meer dan
dwaas, dat hij twee maal zou moeten gaan. ter
wijl zij hem kon helpen.
„Neen, het is veel beter, dat jij thuis blijft. Er
zou onderweg iets kunnen gebeuren en in de
sneeuw kun je niets doen."
Imber wierp tegen, dat die kans heel klein was.
zij verwachtte het kind immens pas in met
Maar al haar pleiten was vergeefs. Erland liet
zich niet vermurwen.
Hoe kwam zy in vredesnaam op de gedachte
naar Akkafjall te willen?
Alsof er thuis niet genoeg te doen was. De strik-
in Gulbrandstal
a DOOR BERNHARD NORDH
ken voor de sneeuwhoenders moesten toch zeker
elke dag gecontroleerd worden en wie zou een
waakzaam oog houden op de vossevallen? Zij kon
den het zich heus niet veroorloven hun vossen
terecht te laten komen in de klauwen van wolf
en veelvraat.
Imber had hem wel het een en ander over vos
sevallen kunnen vertellen, maar zij zweeg. Zij
begreep, dat Erland haar het genoegen andere
mensen te zien niet gunde.
Het laatste rendier in de bergen stond in elkaar
gedoken op een rots boven op de eenzame helling.
De stier was aan een lawine van gevaren ontko
men. Verschillende van zijn metgezellen waren
omlaag gestort, toen zij in de rotskloven voedsel
hadden gezocht. In één nacht waren er zeven
omgekomen, toen zij door twee veelvraten naar
een hoge top waren gedrongen, vanwaar zy blin
delings in het niets hadden moeten springen. Ve
le hadden de dood gevonden tussen de openge
sperde kaken van een wolf en twee waren het
slachtoffer geworden van Erlands kogels. Nog
geen maand geleden had de stier bijna hetzelfde
lot getroffen, maar hij was ontsnapt met een
schampschot langs zijn flanken.
De stier liet de kop hangen. Er stond groen
achtig schuim op zyn bek hij spuwde dit uit, tel
kens als hij hoestte als een longpatiënt. Het vel
hing hem met dikke plooien om zijn beenderen.
De vette stier van het najaar was een mager schar
minkel geworden, zijn paar kilo vlees interesseer
de de wilde dieren en de kolonisten nauwelijks
meer. Zijn voorpoten zaten vol schrammen en
sneden door de strijd tegen de harde sneeuw, die
hij moest wegkrabben om nog een beetje mos te
vinden.
Het rendier krabde met de poot. Hij slaagde er
nog niet eens in een kras te geven in het harde
blauwe ijs. Hij deed een paar stappen, hoestte en
bleef staan met bloedrode ogen, die niets sche
nen te zien. De stier tilde de ene voorpoot op en
scheen iets te overdenken. Maar ten slotte werd
het gebaar niets anders dan het stomme getuige
nis van de in zijn ingewanden brandende honger.
Het lichaam was kennelijk niet meer in staat tot
het werk, dat het bloed nieuw leven had moeten
verschaffen.
Plotseling trok er een siddering door het uitge
mergelde rendierlichaam. De neusgaten werden
wijder opengesperd; er steeg een zwaar gerochel
uit zijn borst, hijgend stiet hij de adem uit, het
schuim spette in het rond. Een seconde later
dreunden zijn hoeven over het ijs.
De stier kwam niet ver. Hij struikelde en viel.
sidderend stond hij weer op, maar op hetzelfde
ogenblik werd hij tegen de grond gestoten. Nog
geen minuut later bloedde hij uit zijn doorgebeten
nek. Een grote zwartbruine veelvraat zoog zijn
bloed op en begon onmiddellijk het vlees van de
botten te trekken. Het roofdier beet de wervel
kolom door, tegelijk een paar brokken vlees los
rukkend. Toen het rendier in stukken was gebe
ten, sleepte de veelvraat de achterste helft naar
een overhangende sneeuwklomp, meer dan hon
derd meter van de plek, waar hij het dier gedood
had. Hij krabde een gat in de hard-bevroren
sneeuw en begroef zijn buit. Hij dekte de berg
plaats met sneeuw af, rolde zich er over heen en
besprenkelde de plek ten slotte nog met een paar
druppels urine.
De veelvraat wilde zo snel mogelijk terug zijn.
Hij joeg voort over het blauwe ijs, zo hard zijn
korte poten hem maar konden dragen. Hij begon
weer te vreten, hij rukte en scheurde als een ra
zende aan het kadaver; binnen een paar minuten
had hij alles binnen, wat de maag van een veel
vraat kon verdragen. Hij likte zijn bebloede muil
•af, wiegelde zijn kop naar alle kanten, trok de nog
niet aangeraakte rendierschedel naar zich toe en
draafde weg in de richting van de top. Eenzaam
en verlaten lag het gebergte daar.een wereld
van rotsen en ijs, gehuld in een grijswit zwijgen
(Wordt vervolgd)
de vier volgende jaren zullen de uit
keringen jaarlijks met ongeveer f14
miljoen stijgen.
Bezwaren
De zes sprekers van gisteren, de heren
Venverloo (soc.), Geertsema (lib.). Van
Hel voort (kaith. v.). Kodde (s.g.). Ver
kerk (a.r.) en Beerninik (cih.). wensten
hun eindoordeel over het ontwerp op te
schorten in afwachting /an het ant
woord der regering. Zij achtten bepaalde
wijzigingen noodzakelijk De nieuwe re
geling bevat naar hun mening weliswaar
verbeteringen (de subjectieve uitke
ringsnormen worden b.v terecht vervan
gen door objectieve), maar ze gaat he
laas niet ver genoeg en wijkt in meer
dan één opzicht ongunstig af van wat
de commissie-Oud destijds heeft voor
gesteld.
De bezwaren van de Kamerleden kwa-
men grotendeels op hetzelfde neer. Mr.
Beernink (cii.) gaf er als laatste spre
ker, min of meer een samenvatting van.
Hij stelde vast, dat ongeveer de helft van
de gemeenten er door de nieuwe rege
ling op achteruitgaan. De gevaarlijke
kant van het wetsontwerp achtte Jiij, dat
de gemeentelijke uitgaven op niet-eco-
nomisch gebied (cultureel, sociaal en
maatschappelijk werk, sport) in het ge
drang komen. Het bedrag, dat de rege
ring in het Gemeentefonds denkt te
storten, is volstrekt onvoldoende. Verho
ging van het aandeelpercentage van het
fonds in de rijksbelastingen (volgens het
ontwerp 12.53) s beslist noodzakelijk
(alle zes sprekers waren deze mening
toegedaan). Een financieel beleid op
langere termijn ontbreekt in het ont
werp. Van een algehele sanering van de
gemeentefinanciën kan niet worden ge
sproken. De regering verschaft geen in
zicht in de werking van het „verfijnings
stelsel" Door het uitblijven van wets
voorstellen met betrekking tot het eigen
gemeentelyk belastinggebied en de we
genfinanciering heerst er over deze za
ken onzekerheid.
Mr. Beernink zei enigszins huiverig te
staan tegenover de voorgenomen uit
breiding van het gemeentelijk belasting,
gebied, omdat er ongemotiveerde fiscale
verschillen door kunnen ontstaan. Maar
mr. Geertsema (lib.) achtte zonder die
uitbreiding herstel (in nieuwe stijl) van
de financiële zelfstandigheid der ge
meenten niet mogelijk en daarom drong
hij. met andere sprekers, aan op een
spoedige indiening van de desbetreffende
voorstellen.
Van verschillende kanten werd nog ge
pleit voor een verhoging van het sohaal-
bedrag-per-inwoner ten behoeve van de
grote gemeenten. Dc socialist Ververloo
ging hierin voor. Hij achtte het onjuist,
dat de uitkenngsgrens voor de grote ge
meenten in het ontwerp ophoudt bij f50
per inwoner. Voor steden met meer dan
200.000 inwoners wilde hy de uitkering
stellen op f50 per inwoner, voor steden
met meer dan 300.000 inwoners op f 55.
voor steden met meer dan 400.000 op f60
Minister Luns naar V.S.
De minister van buitenlandse zaken,
r. J. M. A. H. Luns, zal begin april
naar de Verenigde Staten vertrekken.
Het ligt in het voornemen van de mi
nister op 6 april in de Verenigde Staten
te arriveren en daar tot 17 april te blij
ven. Hij zal besprekingen voeren te
Washington en daarna de zitting van dc
Algemene Vergadering der Verenigde
Naties gedurende enkele dagen bijwo-
Reizigers naar Spanje
pokkenbriefjes mee
Tot nader order van de Franse gezond
heidsdienst moeten alle reizigers, die
Frankrijk vanuirt Spanje binnenkomen,
aan de grens een bewijs van inenting
tegen pokken overleggen Deze maatre
gel treft ook de Nederlandse vakantie
gangers. die aan Spanje een bezoek
hebben gebracht en op de terugreis dc
Franse grens passeren.