Opnieuw levenslang tegen Berkelse arts geëist <^'Rx RUILBUREAU OLIFANT De Zon gaat op 'z°ll Geen scherp licht op mate van toerekeningsvatbaarheid r Prins bij lezing KLM-\ -vliegt ers Moties Van Vliet aanvaard Garage (net klaar) plots ingestort Voedingspercentage moet omhoog" Kamer gereserveerd over Financ. Verhoudingswet NIEUWE LEIDSCHE COURANT 9 VRIJDAG 17 MAART 1961 Schaak-vraag 73 In een, omstreeks een jaar geleden 'te Neustadt gespeelde, partij tussen de heren Arnold met wit en Nikulski ont- Istond onderstaande stelling: Vonnis zal op 30 maart vallen Wit: Ke3, Dc3, Tel, Pe6, pi a3, b4, d5, e4, f3 en g5. Zwart: Ke7, Dh4, Th2, Pa6, pi a7, b7, d6, e5 en g7. Wit speelde Tfl en ging ten onder zwart antwoordde Ta2. Latere I Wl toen lanab lanalyses toonden aan dat wit op ele gante wijze remise .had kunnen be reiken. De opgave luidt dus: wit speelt 'en maakt remise. Dam-vraaq 72 De stand in het probleem van de heren van Tol en van Prooyen te Rot terdam was deze: Zwart: 7, 9. 10, 19, 20, 22, 25, 26, 38. Wit: 17, 28, 30. 31, 34, 36, 37, 45, 46. De oplossing: 3127, 22x42; 36—31, 26x37; 46—41, 37x46; 17—11, 46x40; 11X2, 25x34: 2x33 (via 19, 34, 42, 9, |10, 20), 38x29; 45x23. Bridge 75 HVB92 O V 8 3 «f» 642 n li B 9 3 2 87 63 O 10 l B 10 7 V10 6 C? A 10 5 4 O A 5 A V 8 3 A H 8 4 O HB9762 H 9 5 Zuid £T>eelt een contract van 3 rui ten (9 slagen). West komt uit met ruitenaas en speelt ruiten na, in Noord genomen met de vrouw. Hoe kan Zuid hierna het spel maken, ondanks de beste verdediging? l Jack Diamond. (Van onze speciale verslaggever) /~AP 30 njaart zal vonnis worden gewezen in de tweede zaak O., die elf VJ maanden lang heeft gesleept. Dit besloot de Leeuwarder rechtbank gistermiddag onder leiding van mr. H. J. van Maanen, na een laatste zitting, die voor 't grootste deel met gesloten deuren gehouden werd. Duidelijk is in ieder geval geworden dat het psychiatrische rapport van de Groningse hoogleraar prof. dr. mr. P. A. H. Baan geen scherp licht werpt op de mate van toerekeningsvatbaarheid van de vroeger in Berkel praktizerende arts. Als overweging voor de schorsing op 2 mei 1960 was juist naar voren gebracht dat de rechtbank beter geïnformeerd wilde worden over de geestelijke gesteldheid van de verdachte, zoals zijn gees telijke begaafdheid, de graad van overwicht op anderen, en de mate van toerekeningsvatbaarheid. Kr ti is woord puzzel Horizontaal: 1. droom (Fr.); 5. foefje (Ind.); 9. in de gedachte; inwendig; 11. onbep. voornaamw.; 13. vettige zelf standigheid; 15. gekheid; 17. republiek in Z. Amerika; 18. bolrond vruchtje (spreekt.); 19. rund (meerv.); 21. be kend Nederl. schilder; 22. Frans bac terioloog; 24. tussenzetsel; 26. jaar (Lat.); 27. ruwe soda; 28. gem. in Gro ningen; 30. plaats in België bij Brugge; 31. binnenkort; 32. rivier in Italië; 33. wang. Verticaal: 2. muggenlarve; 3. wrok; 4. zijtak Donau; 5. voedsel om te'lok ken; 6. gem. in Overijssel; 7. alvorens; 8. soort van antilope; 10. stadje a. d. Bidassoa door de Spaanse opstandelin gen in 1936 verwoest; 12. land in Eu ropa; 14. zegepalm; 16. vis; 19. socië teit (afk.); 20. Europeaan; 21. hinde ren; 22. tweetal; 23. gevlochten koord; 24. stad in Lippe ten O. van Detmold; 25. komt van het varken; 27. bootje; 29. voor; 30. bedekking van een ge bouw. OPLOSSING VORIGE PUZZEL 1. E.K., 2. sek, 3. stek, 4. kaste, 5. staker. 6 knaster, 7. katern, 8. raket, 9. krat, 10. ark, 11. ka. Prins Bemand heeft gisteravond In het Amsterdamse Carltonhotel een lezing bijgewoond, die de Engelse oud-gezag voerder A. M. A. Majendie daar hield op uitnodiging van de vereniging van K.L.M-vliegers. De Prins werd verwel komd door de voorzitter van de vereni ging, gezagvoerder H. A. Hartog Heys. Vijfde honderdjarige In het Pro testants tehuis voor ouden van dagen heeft de Rotterdamse burgemeester gis teren de vijfde 100-jarige in zijn stad de heer A. Salij, met zijn verjaardag gefeliciteerd. Een tweede, belangrijk punt, dat duister is gebleven, is de graad van overwicht, die O. op anderen zou hebben. Ook ten aanzien van deze vraag wenste professor Baan geen oordeel te vellen. Gezien de omstan digheden er is nog geen vonnis lag deze meer op het terrein van de opsporing dan op dat van de psy chiatrie. De voortgezette behandeling van de zaak tegen de thans 44-jarige arts A. M. O. begon gistermorgen om kwart voor tien en eindigde gistermid dag om vier uur. De achtentwintig ge tuigen. die tijdens het op 2 mei van het vorig jaar afgesloten onderzoek waren gehoord, waren niet voor een tweede keer opgeroepen. Het ging om het ho ren van de vier getuigen-deskundlgen, die het psychiatrische rapport hadden opgesteld, nl. prof. dr. mr. P. A. H. Baan. prof. dr. G. T. Kempe, hoogle raar in de criminologie te Utrecht, drs. E. Boeke, hoofd afdeling klinische psychiatrie van de psychiatrische kli niek van de Rijksuniversiteit te Gro ningen en d£ zenuwarts W K. van Dijk. chef van voornoemde kliniek. Zoals bekend, wordt O. ervan ra- dacht zijn medegevangene A. Lodder op 4 februari 1958 door toediening van cyaankali van het leven te hebben be roofd. Vend, was toen al tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld wegens moord op zijn vrouw in 1952 in Berkel. In 1953 diende deze zaak zowel voor de rechtbank als voor hert Gerechtshof te 's-Gravenhage. In 1954 werd een beroep in oassatie door de Hoge Raad verwor pen. In deze tweede zaak O. heeft de offi cier van justitie te Leeuwarden, mr. M. H. Gelinek, opnieuw levenslange gevan genisstraf geëist. In zijn elf maanden geleden gehouden requisitoir stelde hij o.m. dat O. zijn eveneens aan moord op zijn vrouw schuldig bevonden mede gevangene Lodder door middel van een geraffineerd rechtbankspelletje van het leven heeft beroofd. Hjj zou hem cyaan kali in de vorm van een medicinaal poeder hebben toegediend, nadat hij het slachtoffer eerst zover heeft gekregen een brief te schrijven, waarin deze zich ais de moordenaar van mevrouw O. aandiende. Hoe de cyaankali, waarover O. beschikt zou hebben, de gevangenis is binnengesmokkeld, kwam. ondanks de meer dan scherpe kruisverhoren, niet uit de doeken. De zitting van gisteren stond uit sluitend in het teken van het psychia trisch rapport, dat 152 pagina's telde Behalve een uitvoerige levensbeschrij ving, waren er een sociaal, een crimi neel, een psychiatrisch en een psycho somatisch hoofdstuk in opgenomen. Tijdens het openbare gedeelte van de zitting: sprak O. in totaal misschien vijf tig woorden. Hij gedroeg zich rustig, interrumpeerde geen enkele maal, en zag, ondanks herhaalde aandrang, zelfs af van zijn recht op het laatste woord. Om gewichtige redenen, aldus de pre sident van de rechtbank, moest een groot deel van deze voortgezette behan deling van de zaak achter gesloten deu ren plaatsvinden. Het vertrouwelijke karakter, dat elk medisch onderzoek kenmerkt, de delicate kwesties welke zouden worden aangesneden, zomede de geremdheid, die bij de getuigen-deskun digen (de opstellers van het rapport) zou kunnen optreden, had hem tot dit besluit gebracht. Ten behoeve van de openbaarheid gaf mr. Van Maanen eerst enkele korte sa menvattingen van het rapport. O., die er veel beter uitzag dan elf maanden geleden, werd gevraagd, of hij zich in1 versiteit te Groningen, bracht bij monde staat voelde tijdens de voorlezing te staan. ..Ik voel me prima, meneer de presi dent", luidde hert rappe antwoord van verd., die echter toch een stoel kreeg aangeboden. Alvorens tot zijn conclusies te komen, had prof Baan enkele opmerkingen in zijn deel van het rapport geplaatst. Hij liet hierin uitkomen, waarom hij zijn bevindingen met de nodige omzichtig heid moest stellen. Zijn voornaamste uitgangspunten waren: I. Verdachte is reeds zes jaar geleden veroordeeld. 2. Verdachte ontkent het misdrijf waar voor hij terecht staat, evenals het mis drijf waarvoor hij reeds veroordeeld is 3. Verdachte is al acht jaar gedetineerd geweest. 4. Het bewijs voor het laatste misdrijf, waarvoor verdachte terecht staat, is nog niet geleverd. Vooral het laatste punt achtte prof. Baan zeer belemmerend voor zijn on derzoek. In veertien gesprekken van een uur, die in een vriendelijke sfeer hadden plaats gehad, was hij tot de con clusie gekomen, dat er, ondanks alle vlotheid, geen openheid was Verdachte had steeds op dezelfde wijze gereageerd, nJ. angstig, verdrietig of afwijzend De Groningse psychiater had ernstige stoornissen in het gevoelsleven van O geconstaiteerd. Achter het masker, dat de laatste had opgezet, bevond zich een sterke afweer tussen het eigen innerlijk en de als een bedreiging gevoelde bui tenwereld. Er was achterdocht, ook be hoedzaamheid. De verhalen van ver dachte waren wonderlijk, twijfelachtig, soms apert onjuist. Opvallend was de cllché-achtige wijze van vertellen. Het leek wel of er vol gens een bestaand patroon werd gewerkt- O, was volgens prof. Baan een zeer in telligent man. Hij had zichzelf geclas sificeerd als scherp, cynisch, prikkelbaar, ongeduldig en wantrouwend. Zijn zeer goede intellectuele begaafdheid kreeg door zijn innerlijk vaak een heel ander cachet. Over het overwicht van O, op andere mensen wilde prof. Baan geen oordeel vellen. Hij vond dit meer op het terrein van de opsporing liggen. Ook over de toerekeningsvatbaarheid van ver. dachte verkeerde de Groningse psychia ter in het ongewisse. Hij achtte het niet mogelijk de vraag te beantwoorden of O ten volle verantwoordelijk moet wor den gesteld voor de eventueel door hem gepleegde moord op Lodder Wel was verdachte volgens hem een sterk ge stoorde persoonlijkheid. De vraag of de lange gevangenisstraf, welke O. reeds eerder achter de rug heeft, deformerend op diens persoonlijk heid had gewerkt, kon prof. Baan even min beantwoorden. De verdachte, ,zo stelde hij in zijn rapport, was de hele dag met zichzelf bezig en daarom kon op dit punt geen klaarheid worden gebracht. Alvorens met het door prof. Kempe opgestelde deel van het rapport te be ginnen (de levensgeschiedenis van O.) sprak de president van de rechtbank er zijn verwondering over uit, dat de duiste re figuur van Piet Berger, die een rela tie met de vrouw van O. zou hebben ge had, nergens wordt genoemd. Hier en daar zouden ook aperte tegenstrijdighe. den zijn geconstateerd. Wat de gedragingen van O. in de Leeuwarder strafgevangenis betreft, kwam prof. Kempe tot de conclusie dat verdachte bezeten was van de gedachte revisie van zijn eerste vonnis te krijgen en dat al zijn daden hierdoor beïnvloed werden. Zowel innerlijk als uiterlijk, al dus de Utrechtse criminoloog, leek O. op zijn inmiddels overleden vader, die mm- tegenspraak duldde, het ene conflict na het andere uitlokte, en die als een bruut, een fantast, een tiran en een ko loniale bulderbas werd afgeschilderd. O. had een diepere binding met zijn vader dan met zyn moeder, wat ook al bleek uit het feit, dat hy met eerbied en ge negenheid over de eerste praatte. Verdachte was altijd een toonbeeld van ijver geweest. Hij had de neiging tot het vertellen van fantastische verhalen en was nooit in staat gebleken werkelijk ge- voelswarme bindingen te maken. Het was onbetwistbaar dat hij een ten diepste gestoord mens moest worden genoemd ten aanzien met zijn betrekkingen tot anderen. Hy was zeer materialistisch in gesteld en weinig toegankelijk voor ho gere, ethische idealen. Tegenover zijn vrouw en zijn kinderen was hij vaak ruw en onverschillig geweest. Prof. Kempe kenschetste O. als agressief, rancuneus, vol ressentimenten, zelfingenomen en eigenwijs en als een querulant met een grote mond. Volgens de Groningse zenuwarts W. K. van Dijk vertoonde verdachte de voort durende neiging tot ontkenning-en over compensatie. Hij kon zich niet echt geven en leed aan een alerte gespannenheid. Drs. P. E. Boeke. het hoofd van de afdeling klinische psychiatrie van de psychiatrische kliniek van de Rijksuni- van de president in zyn rapportdeel naar voren, dat verdachte vreesde dat zijn ge heugen hier en daar tekort zou schieten toen hij hem onderzocht. Hij gebruikte dit van tevoren al als een excuus, voor het geval hij mocht falen. Het intelligen- tie-quotient van O. was volgens de heer Boeke zeer hoog, nl. 128. In zijn reacties herinnerde hij hem echter aan mensen met paranoide trekken. O. was. aldus nog steeds de heer Boeke in zijn deel van het rapport, krampachtig in zijn houding tegenover de buitenwe reld. Zijn prestatiedrang richtte zich op een vrij hoog aspiratie-niveau. Hij had een verborgen angst voor kritiek en af wijzing, en stond onvolwassen tegenover de wereld en de mensen. Zijn gevoelsle ven zou zeer kinderlijk ontwikkeld zijn. In een zitting achter gesloten deuren liahtten de vier getuigen-deskundigen het rapport nader toe. Openbaar was weer het gedeelte, waarin de officier van justitie, mr. M. H. Gelinek, een aanvulling op zijn requisitoir van elf maanden geleden gaf, en de verdediger. H. Schootstra, een aanvulling op zijn pleidooi. De eerste persisteerde bij zijn eis (levenslang); de ander bij zijn pleidooi. Mr. Gelinek sprak uit dat hij niet van plan was veel op te rakelen. De feiten van dit tweede proces-O. waren volgens hem afdoende behandeld en besproken, uit het door prof. Baan uitgebrachte, psychiatrische rapport waren geen dui delijke conclusies te trekken. Verd. was misschien wel geestelijk gestoord, maar diit zei nog niets van zijn toerekenings vatbaarheid. Hoewel prof. Baan niets wilde zeggen over het overwicht van O. op anderen, was de officier van justitie van mening dat dit er wel degelijk was. Als arts had verd. intellectueel overwicht. Hij paarde dit bovendien nog aan een gro te mate vasthoudendheid, terwijl hij zijn mening ook met veel overtuiging naar voren bracht. Dat, zoals O. had verklaard, in de gevangenis alleen maar lichaamskracht als bron van overwicht gold, verwees mr. Gelinek als stelling naar het rijk der fabelen. Vele leugens De levensbeschrijving, die, komend uirt de mond van O., in het rapport WoS opgenomen, wemelde van leugens, on waarheden, weglatingen en verdraaiin gen. Dit betrof alleen nog maar het con troleerbare gedeelte. In het niet-contro- leerbare gedeelte moest ruimte voor tenminste eenzelfde percentage fanta sieën worden gelaten. Als een van de meest treffende voor beelden haalde de officier aan dat O. op de ene pagina van het rapport ver klaart - dat het altijd in z'n bedoeling heeft gelegen als arts naar de tropen te gaan, op een andere pagina naar vo- brengt dait hij een praktijk op het plartteland ambieerde, en op weer een derde pagina stelt dat hij kinderarts wilde worden. _,A1 pratende en zdch geheel aanpas send aan de vragen, welke hem werden gesteld, merkte verdachte niet eens dat hij voortdurend met zichzelf in tegen spraak was". De verdediger, mr. H. Schootstra, had Iets meer tijd dan de officier nodig om zijn aanvullingen te geven. HU stelde voorop, dat de zaak juridisch vrij slm- pe lag. Slechts het bewUs behoefde te worden geleverd dal O. Lodder vergif tigd had. Pleiter handhaafde zUn elf maanden geleden uitgesproken conclusie, die op vrUspraak neerkwam. Niet alleen om dat het bewijs niet geleverd was dat O. Lodder vermoord had, maar ook omdat Lodder door zyn dood het bewUs van zijn gewilde zelfmoord heeft achterge laten. Het beeld, dat de getuigen-deskundl gen van O. hadden geschilderd, ver stoorde in genen dele het beeld, dat mr. Schootstra de rechtbank had trachten te geven. Ook al door de conclusies van het rapport was pleiter hoe langer hoe meer tot het inzicht gekomen dal nie mand ten diepste weet wat de zienswjj- van een verd. is. „Wij weten niet hoe iemand rea geert", verklaarde hij. De een ervaart iets van een heel andere positie uit dan de ander. De verdraaiingen, welke de officier van justitie signaleert, be twist ik dan ook". Mr. Schootstra besloot met een serie vragen uit zijn vorige pleidooi. Zij kwamen hierop neer dat het Lodder en niemand anders dan Lodder was. die cyoankali de gevangenis wilde bin nensmokkelen, die voor een tussen- adres in Voorburg zorgde, die steeds naar de aankomst van het vergif in formeerde, die vóór het innemen van cyaankali al van vergiftiging sprak en die de gevangenisdirecteur een beken- tenisbrief schreef. STAAT WEER VOOR U OPEN 1 Van nu af aan ontvangt U dc plaatjes voor het boek „Zo leeft de Hoge Veluwe" niet meer van Uw leverancier. Hoe U ze wel krijgt? Elk pakje Rama is voorzien van een zegeltje met een hertekop. Deze hertekopjes kimt U inwisselen tegen plaatjes bij het RAMA RUILBUREAU postbus 99 - Rotterdam Een ruilformulier, dat U bij Uw Rama leve rancier krijgt, kunt U hiervoor gebruiken. Dit formulier dient ook voor het inwisselen van plaatjes die U dubbel hebt. Zo zal het U niet moeilijk vallen de serie plaatjes voor het prachtige boek snel compleet te krijgen! (Van onze parlementsredactie) De Tweede Kamer heeft gister middag met 92 stemmen voor en 28 tegen de motie-Van Vliet (kath. v.) aangenomen, waarin de regering wordt uitgenodigd met ingang van volgend jaar aan alle met groot ver lof afzwaaiende militairen een uit kering-ineens te verstrekken van tien gulden voor elke maand dienst tijd, zodat zij nieuwe burgerkleding kunnen aanschaffen. Vóór stemden de KVP, PvdA, CPN, PSP, SGP en de heer Kikkert (c.h.). Tegen de AR. CHU en WD. Vóór de stemming verklaarde de c.h. fractieleider dr. Tilanus dat hij en zijn fractie de huidige regeling zeker niet be vredigend aohten, maar in overgrote meerderheid toch niet voor de motie zullen stemmen, omdat de uitvoering er van een niet-verantwoorde kostenver- meerdering met zich zou brengen. De c.h. willen de regering de gelegenheid geven volgend jaar met een bebere regeling te komen. Namens de a.r. fractie verklaar de de heer Kieft geen steun aan de motie te kunnen geven, omdat staatssecretaris Calmeyer „positief van goede wil is ge bleken". Minister Visse; (defensie) moest de aanvaarding /an de motie nog eens ernstig ontraden, gezien de beperkte middelen en de aandrang vanuit de Ka mer om ook op andere gebieden grotere uitgaven te doen. Voorts werd met b(jna algemene stem. men de motie-Van Vliet (kath. v aan genomen. waarin de minister van defen- sie wordt uitgenodigd overleg te plegen met zijn ambtgenoot van volkshuisves ting en bouwnijverheid, opdat meer ningen beschikbaar komen voor militair personeel. Alleen de CPN stemde tegen. Minister Visser bad gisteren tegen de motie geen bezwaar gemaakt. Hert socialistisch amendement-Sdhou- wenaar waarin werd voorgesteld begro- tingsgelden voor de aanbouw van een tankervoorraadsemp over te hevelen naar de post voor gepantserde voertuigen voor het eerste legerkorps, werd bij zit ten en opstaan verworpen. Alleen de PvdA stemde voor. Ten slotte werd de begroting van de fensie zonder hoofdelijke stemming aangenomen (tegenstemmers CPN en PSP). Mede namens zyn fractiegenoten Koopman en Franssen verklaarde de heer Schurer (soc.) tegen het artikel be treffende de atoombewapening van het Nederlandse leger en de opslag van kern wapens in ons land te zullen stemmen. In Dinteloord waren gisteren vijf ar beiders bijna klaar met het bespannen van het dak van een pas gereedgekomen garage, toen plotseling het gebouw in stortte. De heer Machielsen uit Etten kon de stenen niet ontwijken, werd geraakt en moest per ambulance naar huis wor den gebracht. De andere vier kwamen met de schrik vrij. De arbeidsinspectie stelt een onderzoek in. (Van onze parlementsredactie) MET gemengde gevoelens heeft de Tweede Kamer het ontwerp Finan- ciële-Verhoudingswet 1960 ontvangen. Dit bleek gisteren bij de open bare parlementaire behandeling, die van de kant van de Kamer een reeks technische betogen opleverde, waarop de ministers Zijlstra (financiën) en Toxopeus (binnenl. zaken) volgende week zullen antwoorden. Naast waar dering hadden de verschillende sprekers nogal wat kritiek op de nieuwe regeling, die een belangrijk aantal wensen onvervuld laat. Vele van de bezwaren, die o.m. door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar voren zijn gebracht, werden door de Kamer gedeeld. Het was gisteren echter nog niet duidelijk in hoeverre getracht zal worden door amendering correcties aan te brengen. Over de inhoud van de Financiële-Ver-I behoefte voor elk jaar verschillend kan -CA j;. iaoen houdingswet '60 die op 10 april 1959 werd ingediend het volgende. Het Ge meentefonds blijft gehandhaafd en zal worden gevoed door een aandeel in de op- brengst der rijksbelastingen van 12.53 pet. Een grotere objectivering van de fonds- uitikeringen aan de gemeenten wordt ver kregen door bij de bepaling daarvan o. rekening be houden met de kosten van hetroncj f lager onderwijs (waarvoor 'n aparte tit-i der zijn. Aangenomen wordt, dat het eerste Jaar de uitkeringen uit het Gemeentefonds volgens de nieuwe wet in totaal onge veer f 14 miljoen hoge' zullen liggen dan onder de bestaande regeling 't geval zou zijn. De in dit uitzicht gestelde sub- jeotieve verhogingen ten bedrage van 'n mannelijke borrel voor mensen met pit kering) en van de sociale zorg. Op het schaalbedr-ag-<per-inwoner. dat als onder deel van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordrt verstrekt, kan een verfijning worden toegepast wegens bij zondere omstandigheden (snelle bevol kingsgroei, ongewoon verloop inwoner- aantal e.d.). In de uitkeringsregeling is daardoor de mogelijkheid gelegd om de uitkeriingsmaatstaven voortdurend te ver beteren, zodat de zg subjectieve verho ging van de algemene uitkering tot de werkelijke uitzonderingsgevallen beperkt kan blijven. Zonodig wordt een aanvullende belas- tinguitkenng toegekend aan die gemeen ten, waar de capaciteit van de grond- en personele belasting, per inwoner bere kend, lager is dan de gemiddelde lande lijke capaciteit. Ter aanpassing aan dc bestaande regeling zijn in de nieuwe wet een garantie- en een limiebbepaling opgenomen. De garantieuitkering is be- stemd voor gemeenten, die er in ver gelijking met de hans geldende regeling op achteruitgaan. Ze loopt na vijf jaar geleidelijk af. De limietbepaling behelst een geleidelijk aflopende aftrek voor de gemeenten waarvan het inkomstenpeil door de invoering van de nieuwe rege ling stijgt. Naast de uitkering uit het Gemeentefonds zullen de gemeenten voor de kosten van het nijverheidson derwijs rechtstreeks een aanvullende uitkering uirt 's Rijks kas ontvangen. De aanvullende uitkeringen uit het Ge meentefonds worden verstrekt op voor stel van een Raad voor de gemeentefl- nanciën, die wordit benoemd door de Vereniging van Nederlandse Gemeen ten. In de nieuwe wet wordt de mogelijk heid geopend de naar objectieve maat staven vastgestelde uitkeringen voor be paalde gemeenten op subjectieve gron den be herzien. Gedurende ten hoogste drie jaar kan aan een gemeente een jaarlijks vast te stellen bijdrage uit het Gemeentefonds worden verleend. Zo no dig wordt daarna voor één of meer volgende jaren een verhoging van de algemene uitkering gegeven, die naar miljoen worden nog in het ka. de oude legeling toegekend 43 „Neen, zij hebben 's winters een speciale route, over een meer hoog in het noorden. Hij heeft ge zegd,'dat jij maar naar Akkafjall moest komen, als je gezelschap wilde hebben." „En dat zeg je me nu pas!" „Jij wilde immers helemaal niets weten van de mensen van Akkafjall!" Erlands gezicht betrok. „Dat lieg je", zei hij heftig. „Hoe kan ik ooit in Noorwegen komen, als zij al weg zyn". Imber stelde hem gerust. Het duurde nog een paar dagen, eer het volle maan was. De volgende maandag, eerder niet, zouden de mannen van Ak kafjall vertrekken. Het was, alsof Erland die middag iets wilde goed maken. Tot Imbers verbazing haalde hij hout en zijn stem was even vriendelijk, als toen zij hem voor het eerst hoorde. Hij overlegde met Imber, wat zy zouden kopen voor hun buiden en hoen ders en hij beloofde haar, dat hij niet zou ver geten een stuk zachte wollen stof mee te brengen, een schaar, naalden en garen. Erlands goede humeur gaf Imber de moed tot een vraag, die haar op de lippen brandde. Kon zij niet meegaan naar Akkafjall en daar blijven tijdens zijn afwezigheid? Erland wilde er nierts van weten. „Maar ik zou je toch kunnen helpen dragen, op de heenweg en ook op de terugweg Erland antwoordde, dat hij het wel alleen af kon. Bovendien was de afstand niet zo groot, dat hij niet desnoods twee keer kon gaan. Imber wilde zeggen, dat zij ernaar hunkerde eens mensen te zien, maar dergelijke woorden mocht zij niet uitspreken. Zij vond het meer dan dwaas, dat hij twee maal zou moeten gaan. ter wijl zij hem kon helpen. „Neen, het is veel beter, dat jij thuis blijft. Er zou onderweg iets kunnen gebeuren en in de sneeuw kun je niets doen." Imber wierp tegen, dat die kans heel klein was. zij verwachtte het kind immens pas in met Maar al haar pleiten was vergeefs. Erland liet zich niet vermurwen. Hoe kwam zy in vredesnaam op de gedachte naar Akkafjall te willen? Alsof er thuis niet genoeg te doen was. De strik- in Gulbrandstal a DOOR BERNHARD NORDH ken voor de sneeuwhoenders moesten toch zeker elke dag gecontroleerd worden en wie zou een waakzaam oog houden op de vossevallen? Zij kon den het zich heus niet veroorloven hun vossen terecht te laten komen in de klauwen van wolf en veelvraat. Imber had hem wel het een en ander over vos sevallen kunnen vertellen, maar zij zweeg. Zij begreep, dat Erland haar het genoegen andere mensen te zien niet gunde. Het laatste rendier in de bergen stond in elkaar gedoken op een rots boven op de eenzame helling. De stier was aan een lawine van gevaren ontko men. Verschillende van zijn metgezellen waren omlaag gestort, toen zij in de rotskloven voedsel hadden gezocht. In één nacht waren er zeven omgekomen, toen zij door twee veelvraten naar een hoge top waren gedrongen, vanwaar zy blin delings in het niets hadden moeten springen. Ve le hadden de dood gevonden tussen de openge sperde kaken van een wolf en twee waren het slachtoffer geworden van Erlands kogels. Nog geen maand geleden had de stier bijna hetzelfde lot getroffen, maar hij was ontsnapt met een schampschot langs zijn flanken. De stier liet de kop hangen. Er stond groen achtig schuim op zyn bek hij spuwde dit uit, tel kens als hij hoestte als een longpatiënt. Het vel hing hem met dikke plooien om zijn beenderen. De vette stier van het najaar was een mager schar minkel geworden, zijn paar kilo vlees interesseer de de wilde dieren en de kolonisten nauwelijks meer. Zijn voorpoten zaten vol schrammen en sneden door de strijd tegen de harde sneeuw, die hij moest wegkrabben om nog een beetje mos te vinden. Het rendier krabde met de poot. Hij slaagde er nog niet eens in een kras te geven in het harde blauwe ijs. Hij deed een paar stappen, hoestte en bleef staan met bloedrode ogen, die niets sche nen te zien. De stier tilde de ene voorpoot op en scheen iets te overdenken. Maar ten slotte werd het gebaar niets anders dan het stomme getuige nis van de in zijn ingewanden brandende honger. Het lichaam was kennelijk niet meer in staat tot het werk, dat het bloed nieuw leven had moeten verschaffen. Plotseling trok er een siddering door het uitge mergelde rendierlichaam. De neusgaten werden wijder opengesperd; er steeg een zwaar gerochel uit zijn borst, hijgend stiet hij de adem uit, het schuim spette in het rond. Een seconde later dreunden zijn hoeven over het ijs. De stier kwam niet ver. Hij struikelde en viel. sidderend stond hij weer op, maar op hetzelfde ogenblik werd hij tegen de grond gestoten. Nog geen minuut later bloedde hij uit zijn doorgebeten nek. Een grote zwartbruine veelvraat zoog zijn bloed op en begon onmiddellijk het vlees van de botten te trekken. Het roofdier beet de wervel kolom door, tegelijk een paar brokken vlees los rukkend. Toen het rendier in stukken was gebe ten, sleepte de veelvraat de achterste helft naar een overhangende sneeuwklomp, meer dan hon derd meter van de plek, waar hij het dier gedood had. Hij krabde een gat in de hard-bevroren sneeuw en begroef zijn buit. Hij dekte de berg plaats met sneeuw af, rolde zich er over heen en besprenkelde de plek ten slotte nog met een paar druppels urine. De veelvraat wilde zo snel mogelijk terug zijn. Hij joeg voort over het blauwe ijs, zo hard zijn korte poten hem maar konden dragen. Hij begon weer te vreten, hij rukte en scheurde als een ra zende aan het kadaver; binnen een paar minuten had hij alles binnen, wat de maag van een veel vraat kon verdragen. Hij likte zijn bebloede muil •af, wiegelde zijn kop naar alle kanten, trok de nog niet aangeraakte rendierschedel naar zich toe en draafde weg in de richting van de top. Eenzaam en verlaten lag het gebergte daar.een wereld van rotsen en ijs, gehuld in een grijswit zwijgen (Wordt vervolgd) de vier volgende jaren zullen de uit keringen jaarlijks met ongeveer f14 miljoen stijgen. Bezwaren De zes sprekers van gisteren, de heren Venverloo (soc.), Geertsema (lib.). Van Hel voort (kaith. v.). Kodde (s.g.). Ver kerk (a.r.) en Beerninik (cih.). wensten hun eindoordeel over het ontwerp op te schorten in afwachting /an het ant woord der regering. Zij achtten bepaalde wijzigingen noodzakelijk De nieuwe re geling bevat naar hun mening weliswaar verbeteringen (de subjectieve uitke ringsnormen worden b.v terecht vervan gen door objectieve), maar ze gaat he laas niet ver genoeg en wijkt in meer dan één opzicht ongunstig af van wat de commissie-Oud destijds heeft voor gesteld. De bezwaren van de Kamerleden kwa- men grotendeels op hetzelfde neer. Mr. Beernink (cii.) gaf er als laatste spre ker, min of meer een samenvatting van. Hij stelde vast, dat ongeveer de helft van de gemeenten er door de nieuwe rege ling op achteruitgaan. De gevaarlijke kant van het wetsontwerp achtte Jiij, dat de gemeentelijke uitgaven op niet-eco- nomisch gebied (cultureel, sociaal en maatschappelijk werk, sport) in het ge drang komen. Het bedrag, dat de rege ring in het Gemeentefonds denkt te storten, is volstrekt onvoldoende. Verho ging van het aandeelpercentage van het fonds in de rijksbelastingen (volgens het ontwerp 12.53) s beslist noodzakelijk (alle zes sprekers waren deze mening toegedaan). Een financieel beleid op langere termijn ontbreekt in het ont werp. Van een algehele sanering van de gemeentefinanciën kan niet worden ge sproken. De regering verschaft geen in zicht in de werking van het „verfijnings stelsel" Door het uitblijven van wets voorstellen met betrekking tot het eigen gemeentelyk belastinggebied en de we genfinanciering heerst er over deze za ken onzekerheid. Mr. Beernink zei enigszins huiverig te staan tegenover de voorgenomen uit breiding van het gemeentelijk belasting, gebied, omdat er ongemotiveerde fiscale verschillen door kunnen ontstaan. Maar mr. Geertsema (lib.) achtte zonder die uitbreiding herstel (in nieuwe stijl) van de financiële zelfstandigheid der ge meenten niet mogelijk en daarom drong hij. met andere sprekers, aan op een spoedige indiening van de desbetreffende voorstellen. Van verschillende kanten werd nog ge pleit voor een verhoging van het sohaal- bedrag-per-inwoner ten behoeve van de grote gemeenten. Dc socialist Ververloo ging hierin voor. Hij achtte het onjuist, dat de uitkenngsgrens voor de grote ge meenten in het ontwerp ophoudt bij f50 per inwoner. Voor steden met meer dan 200.000 inwoners wilde hy de uitkering stellen op f50 per inwoner, voor steden met meer dan 300.000 inwoners op f 55. voor steden met meer dan 400.000 op f60 Minister Luns naar V.S. De minister van buitenlandse zaken, r. J. M. A. H. Luns, zal begin april naar de Verenigde Staten vertrekken. Het ligt in het voornemen van de mi nister op 6 april in de Verenigde Staten te arriveren en daar tot 17 april te blij ven. Hij zal besprekingen voeren te Washington en daarna de zitting van dc Algemene Vergadering der Verenigde Naties gedurende enkele dagen bijwo- Reizigers naar Spanje pokkenbriefjes mee Tot nader order van de Franse gezond heidsdienst moeten alle reizigers, die Frankrijk vanuirt Spanje binnenkomen, aan de grens een bewijs van inenting tegen pokken overleggen Deze maatre gel treft ook de Nederlandse vakantie gangers. die aan Spanje een bezoek hebben gebracht en op de terugreis dc Franse grens passeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 9