Toekomst van luchtmacht
bepaald niet zo somber
Is positie van arbeider
werkelijk verbeterd?
Minder Nederlandse
vliegtuigen nodig
Militaire hulp morele
plicht van Amerika
Nieuwe organen voor
maatschappelijke hulp
GEBRUIKSGOEDEREN 13-18 MAART'
\ywT\yvmw^ïï^ï*T^i n
iJ\PJ/\rl l/\ rl T - IjJ 1: f j
INDUSTRIE EN SCHEEPSBOUW 13-22 MAART
Arts gaf onjuiste
verklaring van
overlijden af
Vrije zaterdag per 1 mei
Vele gemeenten negeren
oproep van minister
Ontwikkeling loonpeil na de oorlog
Sociale verzekering nam deel
loonstijging weer weg
Kader voor Papoea-bataljon
MAÏZENA
DU RYEA
Minister Klompé in Eerste Kamer
Omvang gezinsuitgaven
11
WOENSDAG 15 MAART 1961
Do op hef Jaarbeurs-terrein Croesefaan ondergebrachte groepen
Elektrische huishoudelijke apparaten - Verlichting - Verwarmings- en
kookapparaten - Sanitair - Gereedschappenexposeren t/m 22 maart.
Staatssecretaris Calmeijer
(Van onze parlementsredacbie)
DE vooruitzichten voor de Koninklijke Luchtmacht zijn bepaald niet zo
somber als men de laatste tijd heeft doen voorkomen. Het bestaande
NAVO-luchtmachtplan loopt ten einde. Er staat een nieuw plan op stapel,
dat zich uitstrekt tot 1966. Dit vraagt van ons een vermeerdering van het
aantal geleide projectielen, maar het voorziet tevens in een zeer belang
rijke vermindering van he aantal vliegtuigen, dat in het oude plan van
ons werd verlangd. Door dit laatste wordt de drastische beperking van
de Amerikaanse hulp voor ons Starfighter-project aanzienlijk gecompen
seerd. Daar komt bij, dat naast de Starfigh ter onze F 84 F Thunderstreak
nog enige jaren zeer goed kan worden gehandhaafd.
Staatssecretaris Calmeyer (land-
luchtmacht) heeft dit gisteravond in de
Tweede Kamer verklaard b(j de voort
gezette behandeling van de defensie-
begroting. Tijdens de middagvergadering
hadden de heren Schouwenaar (soc.),
Roosjen (a.r.). Moorman (kath. v.)
Couzy (lib.) zich zeer bezorgd getoond
over de toekomst van onze luchtmacht,
nu als gevolg van de nieuwe Amerikaan
se bezuinigingspölitlek ons Starfighter-
project tot 120 toestellen moest worden
beperkt.
De heer Sdhouwenaar zei, dat er een
gat in oraze luchtvendedigórag is gevallen
en de heer Roosjen vond de nood
gedwongen wijziging van onze lucht-
maohtplanmen het meest benauwende
probleem waar onze defensie zich voor
ziet gesteld. Met de heren Moorman en
Gouzy vroegen zij zioh af of wij nu nog
wel aan onze NAVO-verplachtingen kun
nen voldoen.
De staatssecretaris gaf hier een be
vestigend antwoord op. Volgens de
nieuwe NAVO-conceptie hoeven we dus
minder vliegtuigen bij te dragen en de
verlangde vermeerdering van het aan
tal geleide projectielen, die daarvoor in
de plaaits komt, kunnen we zeker aan. In
plaats van twee zijn er nu drie Hawk-
eenheden geprojecteerd en door de ver
wachte vermindering van de vliegtuigen
zullen we stellig ook in staat zijn een
tweede Nilkè-afdeling te bemannen. Met
Starfighter (uitmuntend!) en Thunder
streak (geen verouderd type, maar een
toestel dat nog verschillende jaren zijn
taak zeer redelijk kan volbrengen!) zul
len we ten volle aan de gestelde eisen
kunnen voldoen.
Een vraag van de heer Moorman be
antwoordend bevestigde minister Vis
ser, dat de 95 voor eigen rekening
te bouwen Starfighters per stuk
900.000 duurder uitkomen dan de
25 die de V.S. voor ons zullen finan
eieren (f6,2 tegen 5,3 min p.s.) Op
de „Nederlandse" Starfighter drukt
een belasting van f 500.000 en een
extra-onderdelenvoorziening van
f 400.000 over 18 maanden (bij de Am-
Starfigther over 12 maanden). „Als
ik weer zou moeten kiezen, dan zou
ik opnieuw aan de Starfighter de
voorkeur geven boven andere typen",
aldus ir. Visser. Hij stond afwijzend
tegenover het verzoek van de heer
Moorman op het departement van de
fensie een derde staatssecretaris te
benoemen, speciaal belast met lucht
macht-aangelegenheden.
Ongerust
Niet alleen over de luchtmacht, ook
over de ontwikkeling van land- en zee
macht bleek in de Kamer enige ongerust
heid te bestaan. Die kwam overigens in
geheel verschillende toonaarden lot
uiting.
De socialist Schouwenaar vond, dat aan
de marine te veel aandaoht wordt be
steed ten koste van bijv. de modernise
ring van het legerkorps. Aan de „om-
wapening" van de beide kruisers kan
de P.v.<LA.-fractie „tot haar spijt" geen
medewerking verlenen. De heer Schou
wenaar diende een min of meer symbo
lisch amendement in om gelden, be
stemd voor de aanbouw van een tank er-
voorraadschip voor de marine, over te
hevelen naar de begrotingspost voor het
aanschaffen van gepantserde personeels-
voerbuigen bij het legerkorps.
Minister Visser moest de aanvaarding
van dit voorstel ernstig ontraden, omdat
het een stukje internationaal overleg
doorkruist, waarin het pamlemertt niet
behoort te treden. Met deze argumentatie
waren de heren Moorman (kath. v.) en
Roosjen (ar.) het niet eens, wat hen
overigens niet belette zich van het socia
listisch amendement en deszelfs achter
grond (het terugdringen van de zee
macht) te ddstanciëren.
Bezorgd toonden vrijwel alle sprekers,
maar met name de heer Roosjen, zich
ook over het trage tempo, waarin de me
chanisering en motorisering van het
legerkorps zich voltrekt.
De ar. woordvoerder achtte deze gang
van zaken niet verantwoord en hij meen
de, dat wanneer de nationale industrie
hier met voldoende kan helpen, bestel
lingen in het buitenland zullen moeten
worden gedaan. Staatssecretaris Cal
meyer moest echter meedelen, dat het
tempo de eerstkomende drie jaar onmo
gelijk kan worden opgevoerd. Dit ligt
niet aan gebrek aan geld, maar aan ge
brek aan geschoold personeel en oefen-
mogelijkheid. Het aanschaffen van ver
bindingsmiddelen ondervindt geen moei
lijkheden
Staatssecretaris De Jong (marine) sprak
om. over de modernisering van die beide
kruisers, waarover ook voor de KVP-er
Moorman inlichtingen waren gevraagd.
Naar de bewindsman meedeelde is nog
steeds geen definitieve beslissing geno
men over de ,,omwapening" van de
tweede kruiser (De Ruyter). Een Ameri
kaans aanbod terzake is nog in studie in
verband met de interne afweging van
prioriteiten. Intussen is het bepaald niet
zeker, dat de Amerikaanse steun ook
werkelijk zal worden verleend.
Eerder had minister Visser verklaard
er niet aan te' denken om de kruisers
uit de sterkte af te voeren. Beide sche
pen passen volkomen in NAVO-verband.
In deze opvatting was de minister nog
versterkt door het feat, dat de V.S. een
zo groot bedrag voor de verbouwing be
schikbaar willen stellen.
De ch. fractieleider dr. Tilanus vond
het vliegfkampschip „Karei Doorman",
dat nu weer verbouwd en gerepareerd
moet worden, wel een „erg duur
paardje op stal". „Als we dit schip
niet hadden zouden we er niet aan
denken het aan te schaffen", zo zed
hij, maar staatssecretaris De Jong
moest dit met nadruk ontkennen. De
reparaties, zo legde hij uit, zijn aan-
passingswerkzaaimheden, noodzakelijk
in verband met de overgang naar een
oieuw type vliegtuig.
De KVP-er Moorman vond, dat de
regering het vraagstuk van de nucleaire
voortstuwing van mar ine-vaartuigen niet
fors genoeg aanpakt. Waarom wordt er
geen haast gemaakt met de geprojeoteer.
de nucleaire onderzeeboot? Staatssecre
taris De Jong antwoordde, dat het stand
punt van de regering te dezen ongewij
zigd is, maar dat niet meer gesproken
lean worden van urgentie. Het is be
paald niet zo, dat de conventionele duik
boten met de dag verouderen. Voorlopig
zullen ze niet door de nucleaire worden
verdrongen. Van Amerikaanse zijde
wordt intussen een aanbod verwacht
voor een nucleaire onderzeeër. Wanneer
het er is, zal het in studie worden ge
nomen.
In antwoord op vragen van de heer
Roosjen (a.r.) zei staatssecretaris Cal
meyer nog alle beletselen voor de Natio
nale Reserve te hebben weggenomen.
De rest zal men aan de mensen zelf moe
ten overlaten. Op suggestie van de heer
Roosjen' om de N.R. aantrekkelijker te
maken (o.m. door het doen vervallen
van de basistraining van twee maanden)
ging de bewindsman niet in.
De Groningse politierechter heeft de
chirurg aan het academisch ziekenhuis
A. P. B., conform de eis van de officier
van justitie, veroordeeld tot f 200 boete,
subsidiair een hechtenis van 40 dagen,
wegens het tekenen van een onjuiste
verklaring van overlijden. B. had name
lijk verklaard dat een 74-jarige patiënte,
die na door een bromfietser te zijn aan
gereden in het ziekenhuis was opgeno
men, door natuurlijke oorzaak was over
leden. Er was operatief ingegrepen bij
deze patiënte en er traden enkele weken
later complicaties op. waarna de pa
tiënte overleed. De arts had geen ver
band gelegd tussen het overlijden en de
aanrijding, qiaar enkel tussen de opera
tie en het overlijden en verkeerde in
de overtuiging, dat de doodsoorzaak na
tuurlijk was. Hij bleef bij deze mening
ook toen de ziekenhuisadministratie op
deze fout attendeerde. Ter zitting ga'
hij toe, dat hij niet juist had gerede
neerd en gehandeld
(Van onze sociaal-econ. redactie)
De invoering van de vijfdaagse
werkweek voor het overheidsperso
neel dreigt de regering over het
hoofd te lopen. Ondanks het beroep,
dat minis-ter Toxopeus (binnenlandse
zaken) onlangs op de provinciale en
gemeentelijke overheden heeft ge
daan om zich te houden aan de re
geringsrichtlijnen, gaan steeds meer
provincies en gemeenten over tot het
besluit de vrije zaterdag volledig in
te voeren per 1 mei aanstaande of
zelfs eerder.
Door deze ontwikkeling, die een ge
volg is van de drastische wijze waarop
de werktijdverkorting in hei bedrijfsle-
De circulaire, die de minister onlangs
aan de colleges van B. en W. en G.S.
stuurde, wijst ook meer in die richting.
Daarin stelde mr. Toxopeus onder meer
dat niet kan worden berust in een door
kruising van het regeringsbeleid om
door een zoveel mogelijke geleidelijke
invoering van de vijfdaagse werkweek,
de drukkende invloed, die deze invoe
ring heeft op de ontwikkeling van de
economie en het wetvaartspeil. enigszins
te verzachten
Daarbij werd nogmaals een beroep op
de colleges gedaan om de regeling voor
het rijkspersoneel te volgen en alleen
daarvan af te wijken indien de situatie
op de arbeidsmarkt dit noodzokelijk
maakt:
UITVOERINGEN
Vele colleges achten blijkbaar een der
gelijke situatie in hun gemeenten aan
VV/E LEVEN in een tijd van hoogconjunctuur. Algemeen bestaat de op-
W vatting dat vrijwel iedereen profiteert van de huidige welvaart.
Enkele rekensommetjes maken het echter duidelijk dat men van dat pro
fiteren geen al te grote gedachten moet hebben. Een ongeschoolde in-'
dustrie-arbeider werkzaam in een eerste klasse gemeente kreeg in de
jaren 1938'39 gemiddeld per week in handen 24,Het brutoloon
bedroeg 24,91. Op het ogenblik is dit netto-bedrag gemiddeld ruim drie
maal zo groot, circa 75,maar het prijsindexcijfer voor de kosten van
levensonderhoud is dan ook gestegen van 38 tot 122, dus meer dan ver
drievoudigd, zodat de ongeschoolde arbeider voor zijn netto-inkomen thans
niet meer kan kopen dan in 1938.
De vraag:, of de bruto-lonen dan toch; De wijze waarop de heer Massizo tot
naar verhouding niet meer gestegen zijn, dit bedrag komt is uiteraard aanvecht-
moet Inderdaad bevestigend beantwoord baar Men zou sommige posten lager
worden. Maar wat de lonen bruto meer kunnen stellen, maar met evenveel recht
gestegen zijn, dat wordt op het ogenblik anderen weer hoger. Het schatten van
weer afgerond door de gestegen loonbe- bedragen blijft altijd subjectief en hangt
ZONWERING GEEFT
's Zomers koelte
's Winters warmte
Door isolatie van de vensters.
Postbus 52
- —".J—» v.. 111 lltl JCUl lJiCyiC- - 7.
ven wordt doorgevoerd, komt het rijks-1 weziJg- Neemt men bijvoorbeeld de pro-
personeel achterop te liggen. AfspraakXT~n""J J-~
is immers dat het voorlopig nog genoe
gen moet nemen met èèn vrije zaterdag
per veertien dagen. Hier en daar gaan
al stemmen op die menen dat ook het
rijkspersoneel vlugger een volledige vijf
daagse werkweek moet krijgen en dat
niet gewacht moet worden tot 1 mei 1962.
Een dergelijk besluit van de regering
wordt evenwel in Haagse departemen
tale kringen niet waarschijnlijk geacht.
Veel meer houdt men rekening met de
mogelijkheid dat de minister de beslui
ten van meerdere provinciale en ge
meentelijke bestuurscolleges zal schor
sen en ter vernietiging voordragen aan
de Kroon. Hij heeft dat indertijd ook
gedaan toen de gemeente Rotterdam be
sloot ondanks de bezwaren van rege
ringszijde haar personeel gratificatie
verschaffen.
(Van onze parlemcntsredactie)
„De militaire hulp van de Verenigde
Staten is geen recht in die zin, dal wij
by de opzet van onze defensieplannen
en de besteding van onze militaire uit
gaven rekening mee mogen houden. We
kunnen echter evenmin spreken van een
gunst, want Amerika heeft zich moreel
tot die hulp verplicht. Vanuit deze op
vatting zal ik straks de Amerikaanse au
toriteiten benaderen".
Zo verklaarde minister Visser gister
middag bij de voortzetting van het Twee
de-Kamerdebat over de defensiebegro
ting. Vorige week had de bewindsman
gesteld, dat de Amerikaanse hulp niet
iets is, waarop wij recht kunnen doen
gelden. Hij bleek met deze uitlating de
KVPwoordvoerder, viceadmiraal Moor
man aan het schrikken te hebben ge
bracht. De heer Moorman meende, dat
de hulpverlening van de V.S. is vastge
legd in het NAVO-verdrag van 1949 en
dus verankerd is in de Amerikaanse wet.
Daarom hoeft de minister tegenover
Amerikanen niet te staan als bedelaar
of gunstbedinger. Hij is hun partne. en
hij kan hen wijzen op gemaakte afspra
ken, geregeld in een bilaferiaal verdrag.
Minister Visser erkende dit en hij ver
duidelijkte zijn uitspraak van vorige
week. Naar zijn persoonlijk oordeel heb
ben de V.S. een zware verantwoordelijk
heid op zich geladen voor wat betreft
de hulp aan de NAVO-partners, wier
veiligheid ook voor Amerika van essen
tieel belang is.
De a.r. mr. Roosjen adstrueerde deze
middag zijn opvatting, dat het percentage
van het nationaal inkomen, bestemd voor
de defensie, te laag is. Hij had daarmee
allerminst willen zeggen, dat een stijging tabiliteitswet zijn reeds aanbevelingen
op dit stuk nooit worden voldaan. Met de
nu beschikbaar gestelde gelden zullen
we het echter moeten doen. Een andere
vraag van de heer Roosjen beantwoor
dend betoogde de minister dat de NAVO
voor wat conventionele strijdkrachten
aangaat nooit met de Sovjetunie zal kun
nen wedijveren. Dan zou men hier een
diensttijd van vijf jaar moeten invoeren.
Versterking van de NAVO zal dan ook
niet gezocht moeten worden in het in
lopen van de achterstand in de conventio
nele bewapening, maar in versterking
van de organisatie van het bondgenoot
schap.
In antwoord op vragen van de heer
Tilanus deelde de minister mee, dat be
sloten is 38 officieren en onderofficieren
beschikbaar te stellen als kader voor het
Papoea-bataljon op Nw.-Guinea. Er is
in tegenstelling tot persberichten, in re
geringskring geen onenigheid over deze
zaak geweest Het ligt in de bedoeling
te zijner tijd ook Papoea-kader voor het
bataljon te vormen.
Aan het slot van het eerste deel van
dit defensiedebat nam de Kamer zonder
hoofdelijke stemming een motie-Koersen
(kath. v.) aan, waarin er bij de minister
op werd aangedrongen geen overmatig
gebruik te maken van wettelijke moge
lijkheid om niet-bestede bcgrotingsgel-
den zonder nadere aanwijzing over te
hevelen naar de defensiebegroting van
een volgend jaar („overloop"). De motie
spreekt uit, dat dit voor wat betreft dc
begroting van 1962 beperkt dient te blij
ven tot investeringsuitgaven. In het rap
port van de Commissie Militair Aan
koopbeleid en in dat van de commissie-
Simons tot herziening van de Comp-
van het nationaal inkomen gepaard moet
gaan met een evenredige stijging van de
defensieuitgaven. Het ging hem er alleen
om. dat aan de NAVO-verplichtingen
moet worden voldaan. In het rijtje der
nalatigen mag men een welvarend land
als het onze niet aantreffen.
De mening van de minister was, dat de
vraag of de militaire uitgaven te laag
zijn slechts relatief kan worden beant
woord. In feite kan aan de behoeften
in deze richting gedaan. De motie was
medeondertekend door de heren Wierda
(soc.), Roosjen (a.r.), Couzy (lib.) en
Van de Wetering (c.h.).
Minister Visser beloofde „met alle
macht" te zullen streven naar uitvoering
van deze motie „in de geest waarin ze
is bedoeld". Hij zegde tevens toe de vaste
Kamercommissie voor defensie over dit
beleidspunt de nodige inlichtingen te
zullen verschaffen.
vincie Zuid-Holland, dan blijkt voor he.
merendeel van het gemeentepersonee.
althans een volledig vrije zaterdag voor
de deur te staan, zo die er al niet ia
Delft kent reeds de vijfdaagse werk-
week sinds 1 feDruari en Rijswijk
sinds 1 maart.
Per 1 mei volgen Rotterdam, Den
Haag, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis,
Dordrecht en Zwijndrecht. In Lelden ls
nog overleg gaande tussen gemeentebe
stuur, bedrijfsleven en personeelsverte-
genwoordlgers over Invoering per 1 mei.
Dat ls eveneens het geval over een werk.
weekverkortlng voor het personeel van
de provincie Zuid-Holland. Waar de
provincies Noordholland en Overijssel al
zijn voorgegaan (per 1 mei), zal Zuid-
Holland wel niet achterblijven.
Van verschillende gemeentebesturen ls
het bekend dat zij er de voorkeur aan
geven de vrije zaterdag in een keer in
te voeren inplaats van om de andere
week. Niet alleen zijn zij er wel toe ge
dwongen, willen zij hun personeel niet
kwijtraken aan het bedrijfsleven, boven
dien geeft een invoering ineens veel
minder rompslomp en moeilijkheden ter
zake van verlofregelingen, bureau-uren
en dergelijke. Ook acht men het juister
dat het pulbliek weet waaraan het toe
is. Als men de ene week de gemeen
telijke bureaus sluit en de andere week
openstelt, ontstaan verwarringen.
In kringen van het overheidsperso
neel houdt men als gevolg van deze
snelle ontwikkeling rekening met een
kleine vermindering van de dienst
verlening. De gemeentelijke service
bedrijven, zoals de reinigingswerken
(45 uur), hetgeen betekent dat er bij
de huidige schaarste aan personeel
niet zoveel kan worden gedaan als
voorheen.
lasting en de zeer sterk gestegen post
sociale verzekering.
Het gemiddelde bruto-loon van de on
geschoolde industrie-arbeider le gem.
klasse bedraagt op het ogenblik f88.42,
maar hiervan moet ongeveer f 12.50 af
getrokken worden voor sociale verzeke
ring en belasting (bij een gezin bestaan
de uit man, vrouw en twee kinderen),
terwijl dit in 1938 op een bruto-weekin-
komen van f29.41 niet meer dan 91 cent
bedroeg. Tengevolge van de in het leven
geroepen sociale verzekeringen is de po
sitie van de ongeschoolde arbeider wel
verbeterd, maar het reële netto-week.
inlkomen, dat hij besteden kan is onge
veer gelijk gebleven. Afgezien van kin-
derbijslagen en vakantiegeld.
In vrijwel gelijke mate geldt dit voor
de basisionen van de geschoolde en de
geoefende arbeiders. De bruto-weekin-
komens voor geschoolde arbeiders waren
in 1938 en in 1959 gemiddeld resp. 31,50
en 104,95 en voor de geoefenden 27,""
en 95,99.
Daarbij -kan nog opgemerkt worde
dat zich in geringe mate een nivellering
voltrokken heeft; de lonen van de onge-
sdhoolden zijn naar verhouding nog iets
meer opgetrokken dan van de geschool
den.
DE WINST
De winst van de na-oorlogse pe
riode is geweest de aanzienlijke ver
betering van de sociale verzekering
en als belangrijkste voordeel moet
waarschijnlijk wel genoemd worden
de vrijwel volledige werkgelegenheid.
Dank zij de grote vraag naar arbeids
krachten, kan bijna iedere arbeider
werk krijgen en kunnen gezinnen met
grotere kinderen in hoge mate pro
fiteren van de ruime werkgelegen
heid. Een belangrijk factor is ook de
omvang van overwerk in de bedrij
ven om over zogenaamde zwarte lo
nen nog maar niet te spreken.
Als gunstig resultaat van de na
oorlogse welvaart mag bovendien
niet vergeten worden de aanmerkelij
ke verbeteringen van de verschillen
de voorzieningsregelingen ten behoe
ve van de minst draagkrachtige groe
pen.
Het is echter onjuist te menen, dat
in de eerste plaats de nettolonen m
de gunstige gevolgen van de conjunc
tuur hebben gedeeld. De koopkracht
hiervan is vrijwel niet gestegen
In het laatst verschenen nummer
van het Sociaal Maandblad Arbeid
publiceert de heer A. I. V. Massizzo,
medewerker van het Centraal Plan
bureau, het resultaat van een inter
essant onderzoek naar het werke
lijke en naar het wenselijke inkomen
van de ongeschoolde arbeider in Ne
derland. De heer Massizzo heeft de
naar zijn mening redelijke gezinsuit
gaven voor een gezin bestaande uit
man, vrouw en twee kinderen en
wonend in een grote stad, opgeteld
en komt dan tot een bedrag van
f 4985 per jaar.
samen m©t de hele welvaartssituatie. In-
dien over 10 jaar de welvaart weer aan
zienlijk zou zijn toegenomen, dan zal
men ongetwijfeld het bedrag voor rede
lijke gezinsuitgaven ook automatisch ho
ger stellen
Het bedrag van f4985— per jaar voor
een gezin van een ongeschoolde arbeider
lijkt thans vry aannemelijk.
AFROMING
Het gemiddelde loon, dat een onge
schoolde arbeider, werkzaam in de nij
verheid (dus landbouw en dienstensec
tor buiten beschouwing gelaten) in een
eerste klas gemeente per week verdient
bedraagt bruto f88.42. En al voegen we
hieraan de kinderbijslag en het vakantie
geld nog toe, dan blijft het eindresultaat
aanzienlijk beneden het bedrag, dat de
heer Massizzo wenselijk acht. Voor een
grain met twee kinderen komt er per
week aan kinderbijslag en vakantietoe
slag nog ongeveer f 12.50 bij, zodat het
bruto-woekmkomen circa f 101.— wordt,
per jaar betekent dit een inkomen van
f5252.—. Maar wat krijgt de ongeschool
de gemiddeld netto in handen?
De post voor sociale verzekeringen en
belastingen doet bet netto-Inkomen aan
zienlijk dalen, beneden het redelijk peil
van f 4985, dat de heer Massizzo aangeeft.
Netto blijft er namelijk per week onge
veer f 87 over, dat ls circa f 9 minder dan
de f 95.86, die de heer Massizzo berekend
heeft. Het gezin van de ongeschoolde ar
beider moet het dus gemiddeld met f9
per week minder doen, dan de heer Mas-
sizzo redelijk acht. Ook hier blijkt, dat
de naoorlogse welvaart de arbeider, ook
de ongeschoolde arbeldet wel het rede
lijk Inkomen heeft opgeleverd, maar dat
de sociale verzekering cn de belastingen
weer veel van de verhoging hebben af
geroomd.
De officier van justitie bij de Maas
trichtse rechtbank heeft acht maanden
gevangenisstraf geëist tegen de 42-jarlge
opperman A. K. uit Maastricht, die op
21 januari bij de burgerlijke stand de
geboorte van een dochter had aangege
ven, terwijl daarvan geen sprake was.
K. had de geboorte verzonnen met de
bedoeling van het ziekenfonds een
kraamgelduitkering van f55 te krijgen,
daar hij een groot deel van zijn loon aan
drank had besteed. Hij vulde het ont
brekende aan met het kraamgeld.
(Advertentie)
maakt Uw groanten zo lekker.
(Van onze parlementsredactie)
TVrOGMAALS heeft minister Klompé benadrukt, dat de sooiale raden,
die bij het uitvoeren van de Armenwet zoveel nuttig werk hebben
gedaan, qua doelstelling en werkwijze niet geschikt zijn om voor over
heid en particulier initiatief te dienen als overlegorgaan ten behoeve van
het maatschappelijk opbouwwerk. Tijdens de behandeling van de begro
ting van maatschappelijk werk in de Eerste Kamer hadden vooral mej.
mr. M. Tjeenk Willink (soc.) en de heer J. Schipper (a.r.) gevraagd om
een toelichting van het ministeriële standpunt
BÜ 2Ün onderzoek kwam de heer Massizzo tot een totaal bedrag per jaar
van 4985— voor redelijke uitgaven van een gezin met twee kinderen, van
een ongeschoolde arbeider in een grote stad (prijzen 1959). We laten hier
onder de opbouw van het bedrag volgen, met daarachter de bedragen die
de heer Massizzo berekend heeft voor de uitgaven, die thans gemiddeld door
deze gezinnen werkelijk gedaan worden,
in guldens
Voeding
Huur en water
Personele belasting
Instandhouding van de woning
Woninginrichting en huisraad
Verwarming, verlichting
Reiniging van de woning
Huishoudelijke hulp
Kleding
Schoeisel
Reiniging kleding enz
Lichamelijke verzorging
Gezondheidszorg (excl. ziekenfonds)
Ontwikkeling, ontspanning
Lectuur
Onderwijs en opleiding
Verkeer
Verzekeringen
Liefdadigheid, geschenken
Godsdienst
Planten en dieren
Roken
Onvoorziene uitgaven
Besparingen
redelijk
werkelijk
1965
1890
600
525
20
15
25
25
310
260
300
330
15
15
25
5
460
350
120
105
65
85
60
60
35
30
285
230
70
75
30
30
115
105
50
105
75
70
50
50
20
20
140
140
75
75
4985
4520
Mejuffrouw Klompé antwoordde, te
beseffen, dat vele Sociale Raden zich
reeds bezig houden met het maatschap
pelijk werk in ruimere zin. Als er raden
vervallen ten gevolge van de vervanging
van de Armenwet door de nieuwe wet
Bijstand Levensonderhoud, die momen
teel op het ministerie in de maak is. zou
een vacuum ontstaan. De bewindsvrouwe
gaat daarom na welke mogelijkheden er
bestaan om nieuwe overlegorganen
het leven te roepen.
Natuurlijk kwam bij deze begrotings
behandeling ook weer de afgrenzing
van de taken van dit departement en
die van andere, met name dat van so
ciale zaken en volksgezondheid ter
sprake. Mejuffrouw Tjeenk Willink
bepleitte de instelling van een n let-
ambtelijke commissie om deze gren
zen af te bakenen. De minister ant
woordde, dat de Kamerleden dit on
derwerp ter sprake moeten brengen,
als ook de andere ministers, die deze
zaak aangaat, aanwezig zijn.
Mejuffrouw Tjeenk Willink, hoewel
behorend tot de oppositie, was gul met
haar lof voor het beleid van mejuffrouw
Klompé. Kritiek kwam veel meer van
's ministers partijgenoot, de Eindhovense
wethouder van sociale zaken N. Schuur-
mans. Hij gispte de trage besluitvorming
op het departement en meende, dat meer
vaart nodig is in de wetgevende arbeid.
Mejuffrouw Klompé beaamde dit laatste,
maar, zei ze, er zijn veel vacatures. De
ambtenaren zijn overbelast. Bovendien
maakt de stormachtige ontwikkeling van
het maatschappelijk werk een snelle be
sluitvorming moeilijk.
Subsidies
Van vele zijden was aangedrongen op
spoed bU dc voorbereiding van een wet
telijke regeling van dc overheidssubsi
diëring. Als de minister haar zin krijgt,
wordt de subsidiëring van maatschappe
lijk werk, volksgezondheid cn jeugdzorg
in één wet geregeld. De staatssecretaris
van onderwijs, kunsten en wetenschap
pen vindt het echter nog te vroeg voor
een dergelijke alles omvattende wette
lijke regeling. De tot stand koming van
zo'n regeling zou ook veel te lang duren,
meende de heer Schuurmans kritisch.
_!ln de regeling, die de minister op het
oog heeft, wil zij de decentralisatiege
dachte zoveel mogelijk toepassen. „Toch
moet men niet alles aan de gemeenten
overlaten. Ik wil de decentralisatie en
ook de snelheid bij de wetgeving niet zo
ver doorvoeren, dat een deel van het
maatschappelijk werk te gronde gaat".
Mejuffrouw Klompé wees erop. dat
het woord „decentralisatie", bij haar geen
lippendienst ze zei letterlijk „lippen-
service" ls. Ten bewijze voerde ze aan,
dat de decentralisatiegedachte duidelijk
wordt gesteld in de nieuwe wet Bijstand
Levensonderhoud.
Ook de tatogelden kwamen bij dolt
debat ter sprake. De heer Schipper
had de minister gevraagd, bij de te
ontwerpen subsidieregeling de sub
sidiëring niet te koppelen aan de
opbrengst van de toto en het aan
vaarden van gelden uit de voetbal-
Dool. Hij kreeg ten antwoord, dat de
minister, hoewel zij niet alles wat
hij heeft gesteld onderschrijft, zijn
wensen in haar beschouwing zal be
trekken.
Mejuffrouw Tjeenk Willink meende
een oplossing voor de besteding van de
totogelden gevonden te hebben met haar
suggestie, dat de toto-opbrengst die ten
deel valt aan de instellingen van maat
schappelijk werk, moet worden besteed
voor het wetenschappelijk onderzoek ten
dienste van dit werk. Op deze wijze
wordt tegemoet gekomen aan de bezwa
ren tegen de financiering van het directe
maatschappelijk werk met de toto-op
brengst. De minister antwoordde hierop,
dat de instelling van ro'n wetenschappe
lijk onderzoekcentrum een zaak is van
het particulier initiatief „Hieraan moet
Ik als overheid niet beginnen".
De minister deelde verder aan de Ka
mer mee. dat het bedrag van tien mil
joen gulden, voor de komende jaren
tot 1963 uitgetrokken voor de aanleg
van sportvelden en zwembaden in de
probleemgebieden, maar lot nu toe ge
blokkeerd, zal worden vrijgegeven en ver
deeld over de provincies, waarin de pro
bleemgebieden liggen.
De organisaties, die maatschappelijk
werk verrichten ten behoeve van de
thuislozen, ontvangen een subsidie van
maximaal veertig procent, vervolgde
de minister. In samenwerking met het
particuliere Initiatief zal worden na
gegaan, wat kan worden gedaan, opdat
de buitenlandse arbeidskrachten die
in ons land werken, zich thuis voelen.
Bedoeld worden de Italianen en de
Spanjaarden.
De minister wees erop, dat de woning
nood het onmogelijk maakt alle gerepa-
trieerden binnen twee Jaar lnu zelfstan
dige woningen te huisvesten. Zij ver
klaarde voorts, dat het aantal Ambone
zen, dat zonder maatschappelijke bege
leiding zijn leven weet te leiden, zeer ge
ring ls.
Prof. mr. I. A. Diepenhorst (ar.) be
steeg het spreekgestoelte om de minister
te bedanken voor de subsidie aan de
Centraal Bond voor Inwendige Zending
en Maatschappelijk Werk. Drs. J. W. van
Hulst (c.h.) bracht onder de aandacht,
dat de bedragen, die In deze tüd van
welvaart voor de hulp aan de misdeelde
groepen worden uitgetrokken, nauwe
lijks de naam van „offer" kunnen dra
gen.