PI Zijn wij toekomstige ruimtevaarders? De forumleden zijn: VRAAG AAN FORUM Bemande ruimtevaart misdadig en in feite ook onmogelijk? Fantasie en werkelijkheid Kunnen we ons geld beter besteden? HIER hebt u twee zinnen, respectievelijk in ons blad geschreven rubriek „Bij ons te gast" door prof. Van den Bergh en ir. Wittenberg 9 „Over ruimtereizen naar Mars of andere planeten acht ik een ernstige gedachtenwisseling nauwelijks mogelijk 6 „Bij de huidige stand van de techniek zal een toekomstige retourreis naar de dichtstbijzijnde planeten Mars of Venus verscheidene jaren duren Die zinnen geven in een notedop aan waarover door dit forum onder het motto „Worden wij straks ruimte vaarders?" fel is gedebatteerd. Wat is er nu waar? Kort gezegddat mag u zelf zeggen. Juist dat is het aardige van elk controversieel forum deskundigen helpen u een handje, maar het komt toch aan op de „Doe het zelf-methode". We zijn blij, dat we dit gezelschap bijeen hebben gekregen helemaal niet zo eenvoudig, want de heren hebben méér te doen, zoals u begrijpen zult. We zijn dankbaar voor hun bereidwilligheid en nog dankbaarder voor de vriendelijke ontvangst van dit forum in de grote studeerkamer aan de Amsterdamse Van Eeghen- straat, die prof. Van den Bergh voor de ontmoeting be schikbaar stelde. Want of het nu pers, radio of televisie is, die van de medewerking van deze charmante en veelzijdige zeventigjarige wil profiteren, hij ontvangt ze het liefste thuis. En daar heeft hij ook wel recht op, dunkt ons. Bovendien het was wél zo gezellig. Prof. dr. J. Jongbloed te Utrecht VOORZITTER: Het woord ruimte- daarentegen elektronische instru- tot de verbeelding, menten, die niet behoeven terug te ke- Dit forum organiseerden wij, omdat die niet behoeven te eten, te over dit onderwerp wel enige bezinning drinken, te ademen; die bovendien feil- nodig is, want er worden nogal wat loos kunnen fantasieën over verkondigd. Nuchterheid nische wetenschap staat lijkt geen overbodige luxe. We prijzen voor niets dan is dat sen: daar alleen zijn De ruimtevaart zal ons leren hoe zaam onze positie hier eigenlijk is. En dan het nut. Niemand zal zeg- de elektro- gen, dat het nuttig is de Mount Ever nemers zijn dan de mens. Dat is een sterke bewering: natuurlijk, als je weet welke grootheid je wilt meten, dan is daar bijna altijd wel een instru ment voor te construeren, dat het be ter doet. Maar je wéét het van tevo ren niet wat je zou willen meten, wel- Dr. E. DIEMER, ke combinatie (s) van omstandigheden je zou willen bekijken. Dat laatste kan de mens beter. VAN DEN BERGH: De mens een gespionneerd zou kunnen worden betere waarnemer? De slechtst denk- voorbeelden te noe- bare! Ik las een toekomstbeeld in een kunnen der Amerikaanse magazines: Trof. dr. J. JONGBLOED (1895) te Utrecht, art», is hoogleraar in de fysiologie aan de rijksuniversiteit te Utrecht. Van 1916 tot 1939 was hij reserve officier-vlieger, lö 1929 promoveerde hij op het proefschrift „Bijdrage tot de physiologic der vlieger» op grote hoogten". In het buitenland werkte hij in 1934 bij prof. Heymans te Gent, in 1935 bij prof. Pavlov te Leningrad, in 1948 als Rockefeller-fellow in Amerika, Van zijn vele functies noemen wij: lid van de Raad voor de Luchtvaart, luchtvaart- geneeskundig adviseur san het ministerie van Verkeer en Waterstaat, lid van de Commissie van Toezicht der Nationale Luchtvaartsehool, voorzitter Nationaal Lucht vaart Geneeskundig Centrum. Prof. Jongbloed is lid van de Koninklijke Nederlandse Akadctnie van Wetenschappen. Prof. mr. dr. G. VAN DEN BERGH (1890) te Amsterdam» tjic verleden jaar afscheid nam als hoogleraar in het staatsrecht aan de Gemeentelijke Universiteit aldaar, is een veelzijdig man. Behalve staatsgeleerde is hij ook politicus lid van de Amsterdamse raad van 1923 tot 1932 en lid van de Tweede Kamer vaft J925 lot 19J3 yoor dc toenmalige S.D.A.P. èn een gezaghebbend amateur-astronoom, wiens oordcel over de ruimtevaart bekendheid gekregen heeft, nadat hij er via radio, t.v. cn pers herhaaldelijk getuigenis van heeft afgelegd. Op astronomisch gebied heeft hij van zich doen spreken door zijn ontdekking van een wet over dc periodiciteit van zons- en maansverduisteringen. Van zijn talrijke publikaties is voor velen wel de bekendste „Aarde en Wereld in Ruimte en Tijd", een populair-wetenschappelijk werk, dat vele herdrukken beleefde, Ilij is o.m. bestuurslid van de vereniging voor Weer- en Sterrekunde. Ir. dr. J. M. J. KOOY (1902) te Breda studeerde, na zijn middelbare opleiding in Delft af als elektrotechnisch ingenieur en promoveerde vervolgens iu Leiden tot doctor in de wis- en natuurkunde. Hij is lector aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda cn van de oprichting af voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Ruimtevaart. Verleden jaar werd hij als eerste Nederlander benoemd tot Academician of the International Academy of Astronautics. Prof. dr. II. C. VAN DE HULST (1918) te Leiden studeerde iia zijn gymnasiale opleiding astronomie aan de rijksuniversiteit te Utrecht, waar hij in 1946 cum laude promoveerde. Twee jaar werkte hij op het Yerkea Observatorium van de Chicago University; in 1948 werd hij lector in de sterrekunde aan de rijksuniversiteit te Leiden; in 1952 buitengewoon hoogleraar en in 1955 gewoon hoogleraar in dit vak. Hij maakte vele buitenlandse studiereizen, is oprichter en bestuurslid van de Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg en voorzitter van Cospar, een internationale organisatie, die als voortzetting beschouwd kan worden van de organisatie van het Internationale Geofysische Jaar. Prof. Van de Hulst, die een zoon is van de bekende auteur W. G. van de Hulst, heeft verscheidene publikaties op zijn naam staan. Ir. H. WITTENBERG (1925) te Voorburg behaalde in 1948 het diploma voor vlieg tuigbouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool te Delft. In 1950 werd hij wetenschappelijk ambtenaar bij dc onderafdeling der Vliegtuigbouwkundo aan ge noemde hogeschool als medewerker van prof. dr. ir. II. J. van der Maas. In 1954 werd hij benoemd tot lector aan deze onderafdeling, waar zijn werkzaamheden in liet bijzonder betrekking hebben op het onderwijs en onderzoek betreffende de prestaties en voortstuwing van vliegtuigen en raketten. hoofdredacteur, i dit forti Mensen die dit opzicht est te bestijgen; je kunt er gemakke- Weten. zullen die denkbeelden onmid- teiliet met gro- lijker overheen vliegen. Toch beschou- gelukkig hier, ten huize van prof. te betekenis voor de wetenschap. Heeft Van den Bergh, een aantal deskundi- er een meteorieteninslag plaats, nu 0 gen bijeen te hebben. Niemand beter ja, dan gaat zo'n instrument verloren, mande ruimtevaart ook: er dan zij kunnen ons inlichten over de maar bet kost geen leven! Terwijl het maal die typisch irrationele menselij- vraag, die we aan de orde willen stel- opofferen van „slechts" één mensen- ke drijfveer, die hem ertoe aanzet len: ,,Zal het onderzoek van C' *----■ -* te alléén voor de wetenschap lang blijken te zijn. of moeten ruimtevaart beschikbaar kunnen stel- len, door dergelijke meningen worden tot stand wordt gebracht. „U bent i boord draait de aarde: elke 80 minuten maakt hij een reis om de wereld. De hele pers is aanwezig als de radioverbin ding met deze eerste „ruimtevaarder" leven, vooral be- zoals ik schetste, een afschuwelijke discussiëren, maar dat feit praat je ons zaak geacht moet worden. Daarom ben niet weg. J VAN DE HULST: Ik ga bijna hele- gebiologeerd. Laten de eerste mens die in de ruimte is. mogelijk en onmogelijk al of niet inkomen. Ik vind ruimtereizen door de mens onderno men zullen worden?" Misschien wil brengt het grote woord moet prof. Van den Bergh enkele inleiden- misdadig te achten, de opmerkingen hierover maken, ook al. omdat hij zich altijd het meest kri tisch heeft uitgelaten ten opzichte van de ruimtevaart VAN DEN BERGH: Ons eerste punt hierbij moet het onderscheid sèn ruimteonderzoek er zijn. Ik zou het laatste willen gebruiken in de zi de ruimtevaart en vooi van ruimteonderzoek willen spreken buitensporig groot risico met zich halve dan dat men, dat moet ik eerst pieel ligt het JONGBLOED: Daar sluit ik mij niet Prof. Van den Bergh had het IIBIIilBl»,..- daar blij te beleven. Je kunt erover zijn: op die manier worden miljoenen Vertelt mm an de bewapeningsWedloop onttrok- waarnemingen? De hele wereld luis- en voor een heel wat beter doel! tert naar u....", zo wordt gevraagd. Verder zie je de tendens, dat het: En dan komt het antwoord: ,,0, laat maal akkoord met de heer Kooij, be- ,,Wie zal het eerst de bemande ruim- mij toch alstublieft met rust, want ik <*-» op de maan ko- tevaart realiseren?" en het: „Wie zal heb zo'n verschrikkelijke hoofdpijn; ik rst zienPrinci- het eerst in de onmiddellijke nabij- de mogelijkheden.hdd van de zon kunnen fotograferen?" eeQ belangrijk element is gaan vor- de „koude oorlog." Wel, zeg vreselijke omstandigheden, die voor het" gaan beschouwen inplaats Zo is het toch ook met luchtvaart: vervoer van mensen door de lucht is luchtvaart, maar het oplaten van een weerballon zal niemand als luchtvaart beschouwen: dat is atmosferisch on derzoek. Dit dus wat de terminolo gie betreft. JONGBLOED: Daar ga ik mee ak koord. Luchtvaart en scheepvaart ver onderstellen transport van mensen van de ene plaats naar de andere. Bij ruimtevaart dus ook: één mens of mensen gaan de ruimte in naar een ander hemellichaam en keren weer te rug op de aarde. Het afschieten van een onbemande ruimteraket mogen we eigenlijk geen ruimtevaart noemen, net zomin als we bij het lanceren van een torpedo over scheepvaart spreken. Ik zou dus wel degelijk een ander woord dan ruimtevaart willen heel bedrag. Als men de weten- heen ge- schapsmensen tot nog betere discipli- vclJ, BB -,■■■■- komt misschien ook wel eens ne opvoedt kan de ontwikkeling met moet men dit streven ten zeerste be- dp maan maar deze eeuw minder mislukkingen gepaard gaan en vorderen. Zo worden ongemerkt de laai Venus of heb je kans, dat het voor minder kan: ljtaire inspanningen omgebogen r ruimte wordt bijvoorbeeld voor de maan met hon- iets dat bepaald minder gevaarlijk i moeilijker. derd miljoen. Een formidabel bedrag, van DEN BERGH: 't Klinkt het gaat het wereldbudget bc- idealistisch. Zo'n ombuiging juich ik heeft het woord ruimtevaart ker burgerrecht verkregen. VAN DE HULST: Ik denk dat de heer Kooij, voorzitter van de Ned. feuf in relatieve zin. Maar binnen tien jaar is er iemand ruimtevaart iemand op de maan, maar deze /oord alleen komen we zeker niet van beman- Mars. En verder in d het overige het natuurlijk al maa ■ÉMji||M|Qf het zin heeft? Och, elke __^MMMQHHMHI een mens heeft zin, die van Columbus slist niet te "boven, had het ook, al dacht hij heel iets an ders te vinden dat hij gevonden heeft. Zeker, de betekenis van de beman de ruimtevaart is moe ven. Veel instrumenten kunnen beter dan de mens, akkoord, zijn ook weer veel dingen tan het onverwachte) die de mens weer beter kan waarnemen. Daarom zeg ik: de ervaringen van de ruimtevaarder zijn van groot belang! Kijk eens, er zijn tal van c" de ruimte geweest. Men kan dieren meten de ademfrequentie, de hartfrequentie, de lichaamstempera tuur, enzovoorts. Maar wat die dieren belééfd hebben, kunnen ze ons niet vertellen. Wat bijvoorbeeld de medische we tenschap op den duur kan hebben aan de ervaringen van de mens in de ruim te, dat kan zeer belangrijk zijn! Na tuurlijk, er zijn grenzen gesteld, we zijn eigen klimaat kan niet uit mijn ogen zien...." Noemt u dat een betere waarne mer? Dat kan de mens niet lijk.. hem nu eenmaal ongeschikt zijn. VAN DE HULST: Ik weet niet wat veldslag, dan prof. Jongbloed als medicus van „dat •- K"- nu eenmaal niet geschikt zijn" zou zeggen. Mij dunkt, dat als het tech nisch lukt een man met beide be- Zal het onderzoek van de ruimte alléén voor de wetenschap van belang blijken te zijn, öf moeten wij ons ook vertrouwd maken met de gedachte dat in de nabije of verre toekomst ruimtereizen door de mens ondernomen zullen worden? Ruimtereizen dan in de betekenis van naar de maan, Mars of Venus en weer terug naar de aarde. VOORZITTER: Geen forumgesprek overigens KOOIJ: We hadden het zojuist over het nut. Welnu, het belangrijkste po- bemand, sitieve facet van de onbemande harte toe, (ik denk öiucve Idcck vau ut unuciiiaimt tu uc- me zo" fttSi 1SS5E 3? voor de ontwikkeling van die ruimte vaart? Vanwege het militair belang: meent van de ruimtevaart-re- ik mij willen beperken tot de ruimtevaart. Laat proberen die betere dan kijken zonder hoofdpijn! search militair te kunnen profiteren, wetenschap daar alleen maar mee ge- t erdlepen, want het la belang- op de maan te zetten en men kan volledig zijn. Maar zou het als rijk. Het zou bijvoorbeeld ook weflsc- VAN DEN BERGH: 't Klinkt erg geeft hem voldoende instrumentarium afronding van het gesprek geen aan- lijk zijn als er Kamerleden waren, die -~'~v n" hij heel aardig uit zijn ogen kan beveling verdienen ter aanvulling van deze zaken verstand hadden. of ter correctie aan een ieder der Ik ben zeer vóór internationale sa- want hij deelnemers gelegenheid te geven hun menwerking. U hebt cr geen idee van wat een ervaring het is als mensen __JM—«viiuuuwuw. «.vu wh w= „ui- uit bet westen en uit Rusland buiten elektronische instrumenten op tegenstelling tot een instrument dat me moeilijkheden willen wijzen die de politieke- of militaire- in een „ok;,. zich richt op één doe] OInSChake- de mens als ruimtevaarder zal onder- zuiver wetenschappelijke sfeer gege- |dat zal nodl^ iljn omdat Je al- vinden. Het zal moeilijk zijn z'n mi- croltj.maa^ op ^et jujs^e ped te jj0U_ moeilijk JONGBLOED: Dat kan, krijgt zijn klimaat immers mee? Kijk, slotopmerkingen te maken? kan zich, in JONGBLOED: Ik zou op de te brengen, of in de nabij heid van Venus of Mars. En als er in dit verband een wedstrijd zou ontbran- lerlei onverwachte dingen kunt tegen- den tussen Oost en West. dan Maar zit dat er in? In kringen de machthebbers dezer wereld wordt de gedachte aan maan- /anwaar men de aarde veel ge diend zijn. VAN DE HULST: Prof. Van den Bergh stelt het voor alsof elektroni- zekere factoren sche instrumenten altijd betere komen. WITTENBERG: Hierbij sluit ik mij behoorlijke voeding i geheel aan. De mens is een onvr- rangbare waarnemer, juist bij die ruimte geconfronteerd zal worden. woord uitslui tend werd gereserveerd voor beman de ruimteprojectielen. Dan zouden hij en zijn vereniging niet meer over bij voorbeeld Russische raketten naar de maan mogen spreken, want dat ging dan buiten het boekje. Ik wil maar zeggen: je kunt wel een afspraak over een,woord maken, maar je moet je niet te ver buiten het normale spraak gebruik wagen... JONGBLOED: Neen, wijzigen zal moeilijk meer kunnen. Laten degenen die erover schrijven of spreken het maar over bemande en onbemande ruimtevaart hebben, dat lijkt vérstandigste. VAN DEN BERGH: Ik ben het hier schieten'als* .ut c-_ ...i a•-nieten moeten de ~.j! MMI meegeven, maar dat medische pro- ??.n, "frgl1 bleem is voor korte reizen niet onop- "ar losbaar! Voor langere reizen wordt het inderdaad buitengewoon moeilijk en voor reizen buiten ons zonnestelsel on mogelijk. VOORZITTER: In uw rectorale ora tie had u de medische en psychische beÏÏÏS£?.2. "08al breed uitgemeten JONGBLOED: Wat u zegt. Die zijn ook heel groot, maar niet onoverkome- i:.,_ korte VOORZITTERU wilt dus niet sere- 'fra' b«zle"' "le' k™><!" voorspellen. >n van misdadig of zo moet in Hit verhand denken aan JONGBLOED: Ik ben mét prof. Van WITTENBERG: Als ik prof. Van ven van „tegenvuui zo hoor over de onmoge- heid wordt afgeremd en men behou- lijkheid van bemande ruimtevaart, dan den kan landen, is, zélfs bij het ge- geloof ik hem als technicus te moe- bruik van elektronische instrumenten, ten zeggen, dat hij de technische mo- ternauwernood oplosbaar; voor eer gelijkheden niet moet onderschatten, mepsen bevattend projectiel mijns in- We kunnen die mogelijkheden niet ziens alleen op papier oplosbaar. Er exact voorspellen, vooral niet als in- dan het door u genoemde project Mer- dividu, omdat een individu maar zo'n cury: men heeft dit althans wat heel klein facet van het geheel kan Mercury II betreft al losgelaten overzien. Het gaat toch zo: hier wordt vanwege de risico's, wat gevonden cn daar wat, waardoor WITTENBERG: Ja, maar dat is om- vooruitgang ontstaat, die we, ach- dat men voor de verdere projecten oefenen kunnen uitwisselen. Het feit h=„ vv; „wu- om èén tafel over grafieken ge- o het voldoende bogen te zitten en resultaten te ver- lee te nemen en gelijken is een ongekende sensatie. Ze- wat denkt u van een probleem als de ker- er zijn bepaalde restricties, maar afvoer van faecaliën en urine? Maar hier 's toch iets ongedachts mogelijk, de de grootste moeilijkheid zal dc psychi- j'?ar0IT! 'k e?n deel van mijn tijd aan schc belasting van de ruimtevaarder 0,1 werk gee* zijn, dat gevoel losgeslagen te zijn WITTENBERG: Mag ik nog even van de aarde. We kunnen hier wel verder ingaan op de opmerking van wat nabootsen en kijken hoe zo'n prof Van den Bergh, „dat je de din- man het uithoudt in een kleine ruim- gen met betrekking tot de ruimtevaart te, maar.... hij kan er altijd uit als sterk moet zeggen"? Er zijn ook an- het teveel wordt en dat kan bepaald dere mensen waarnaar men kanluis- niet als je in de ruinte vaart. De terén. Ik noem een man als Sanger, psychische belasting zal zó groot zijn, bepaald niet de eerste de beste, die dat die ruimtevaarder beslist niet zo'n toch even sterk een visionair geluid zo, dat de snel- gelijkheden tot het volledig realiseren prettige reis zal hebben, als hij zich laat horen. Sanger noemt zelfs als wellicht had voorgesteld. een der motieven voor ruimtevaart het VAN DEN BERGH: Retourtjes zijn overbevolkingspróbleem op deze aar- zijn aangetoond: VAN DEN BERGH: Ik blijf dit al les alleen maar bijvoorbeeld van IPMdige val naar de aarde begint, waar alleen op papier oplosbaar. En bij tenslotte een snelheid van ruim 10 km per seconde bereikt wordt, dan kan men achter zijn schrijftafel wel tot een oplossing komen, maar in de praktijk? betere methode den Bergh bang, dat het wel eens mensenleven zou kunnen kosten. Dat nue is ontzettend, maar men kan dat toch het moeibjk misdadig noemen als men aCt „ronf .I Ik moet in dit verband denken aan wü gaan gebruiken. Bij het project wat prof. Van den Bergh veel beter Mercury wordt de ruimtevaarder in sturen. —eten dan ik: in de luchtvaart de capsule als hij terugkeert in de at- VAN DEN BERGH: mosfeer tegen de daarbij optredende Denk weet, dat vroeger evenmin kunni n waar het heen ging. Toen zijn grote hitte beschermd door óók pessimistische voorspellingen dat wegsmelt. Dit is een vrij „brute' geweest. vIn de vorige eeuw hebDen wijze van bescherming. Er wordt theorie zien. Als niet te krijgen, alleen enkele reis. die gewei- VAN DE HULST: Ik wilde nog dit VAN D^N BERGH: Dat is nu juist zeggen. Als ik zo de voorlichting be- ecn van de punten waarover ik. mij schouw die „het publiek" wordt ge geven over de ontwikkeling en mo gelijkheden van de ruimtevaart, dan HHvind ik dat een nogal hachelijke zaak. wirrranrnr. Daarom ben ik eigenlijk blij met de WITTENBERG. Men kan pnbemand corrigerende stem van prof. Van den tJ --- - Bergh, ook al ben ik het in extreme onvoldoende onderlegd zijn. Ja. vormen niet helemaal met hem eens. VAN DEN BERGH: Je moet de din gen in dit geval sterk zeggen. VAN DE HULST: Ik zou het pro- blemenlijstje nog wat willen verlen- zich zó de techniek i buitengewoon erger. Dat is niet minder dan een gevaarlijke misleiding te goeder trouw, akkoord af komstig van mensen uit 4e zuiver technische richting, die alles technisch dikwijls astronomisch willen terugkeer ter maken, dat men tenslotte met mogelijk risico eer. mens meek: aan die schild^ van het gewicht bij de bemande r schijnen warempel in krant en tijd schrift al artikelen over kolonisatie van de maan. Mars, Venus, toe maar. Venus, waarvan men pas een opper- vlaktctcmperatuur heeft vastgesteld 280 graden C. boven 0! Dat gen: Hoever moet de samenwerking eenvoudig waanzin, zonder niat helemaal mee eens. Er ««„«a UCSM gens mij nog wél tijd de terminologie ruekomt UCfw te zuiveren. Waarom nodig? Omdat het woord ruimtevaart tot veel verstand aanleiding geeft. Als ons land toetreedt tot een internationale over eenkomst inzake ruimteonderzoek, schrijft de krant vaak ruimtevaart. Men gaat dan denken ik heb het in vele gesprekken geconstateerd Wil Nederland nu ook al experimen teren met mensen in de ruimte....? Maar goed: een „halszaak" is het nu ook weer niet. Als we ons maar altijd goed bewust zijn dat onderscheid „be mand" en „onbemand" te maken. En de mensen duidelijk voor ogen stellen wat we bedoelen. "?.°?ZrI7?R: Prr< ,v"n del1 Be.--h, w„ de «teUlet te realiseren ry°.1: kerheid' bestaat dat hij" behouden te- "TaT'iif i zal de Seleerden op toenmaals wetenschap- echter hard gewerkt KOOIJ: Men moet inderdaad op zich uitstrekken? Moet Nederland ook Om pelijke gronden bewezen dat vliegen methode van terugkeer, waarbij het reis c betere minstens 4000 ton rekenen, nmï,t t-e,«Y"Y" "cu hierover met ,i Russische en ook uiteraard Ame rikaanse artsen gesproken: men doet dit niet voor men meent het re- entry-probleem (vraagstuk van dc te rugkeer naar de aarde Red.) tot een oplossing te hebben gebracht. Men is er nog niet; misschien zijn de Russen zo verDat is nog niet doorgedron king gaat niet op: de luchtvaart bleef ke KOOIJ: Dat de bemande ruimte vaart komt. staat voor mij als een paal boven water. Wanneer? Een vraagteken! Leken hebben er veelal geen idee van welke moeilijkheden nog moeten worden ovenv hoe langzaam dat gaat. Er te weinig ervaring bemande ruimtevaart, nietwaar? VAN DEN BERGH: Daar heb ik tevaart grote bedenkingen tegen, ja. Beman de ruimtevaart heeft volgens mij géén vaart zullen HtótTcl "His mensdom het in de kunst van de gebracht? Neen cl. Via de onbemande ruimte- in feite aan de aarde gebonden, ter- en ruimtevaart. Juist het gebruik wijl de ruimtevaart zich van de aar- ken van de atmosfeer biedt de moge- de tracht los te maken. lijkheid tot veilige terugkeer naar de WITTENBERG: Laat ik die verge- aarde: het ruimtevaartuig dringt even lijking dan nog mogen toelichten. Men de atmosfeer binnen, wordt daardoor kon in het begin van de luchtvaart afgeremd, gaat weer naar buiten om niet bevroeden, dat men nog eens op af te koelen, treedt weer binnen enzo- 10 km hoogte over de oceanen zou voorts. Het „snuffelt" als het ware gaan vliegen, want „daar was geen aan de atmosfeer. Deze re-entry-tech- lucht; de mens kon er niet in leven niek wordt thans in Amerika met zeer blijven". Thans vindt iemand die met veel aandacht bestudeerd. Speciale de Douglas DC8 naar Amerika vliegt windtunnels worden er voor gebouwd, het heel gewoon dat een dunne waarin o.a. problemen betreffende de maar sterke! wand hem scheidt warmteontwikkeling en de besturing s nu no2 van een ru'mte' waarin hij zonder be- kunnen worden onderzocht, 't Is alles bemande sc.herming beslist niet in leven kan zeer moeilijk maar van enorme bete huwelijk tussen luchtvaart trechtse domtoren. Het is nog studie- bijdragen en hoeveel? Zijn land wel mensen om dit a. ten? Moet de opleiding in Delft aan de universiteiten niet omgebogen worden in dit verband? Hat zijn al- ziet dit als moge- Lemaal formidabele vragen, waarvan ik alleen dit wil zeggen: Laten we er kenis. En daarvan mag VAN DEN BERGH: Het gevaar dat niet zeggen dat het eenvoudig onzinnig - wand van een schip bezwijkt loopt is of - iflg^ hetongeluk. VAN DEN BERGH: Dat Is het Westen zich niet Wittenberg. Zo'n met alle kracht op de ontwikkeling domtoren-raket, die u noemde, kost van de ruimtevaart blijft werpen, komt toekomst, is zelfs onmogelijk, zelfs het woord „onmogelijk" is in ze kere zin betrekkelijk. Als de mensheid tientallen jaren tien procent van het Oost-West' nog zeer veel gegevens w0menj 'P^deert aan clie worden. Ik geloof daarom niet wat °v" de huidige luchtvaart als u nu «•Pi iiïvLn L°P VUr I"lsschien prof. Jongbloed meent: dat men geen doet over de bemande ruimtevaart. wei lUKxen een mens levend op de mensenlevens zal riskeren als er geen Mpn nraat a' mmiVdlt. k1njge.n- En met ,n°g méér redelijke zekerheid van terugkeer be- nü* in mÜn >Cr w®Ul5ht later staat. Eerder is door die „wedstrijd" tJ ,ve. terug te het omgekeerde het gevai; moeten worden verzameld aleer tot de bemande ruimtevaart mag I Helaas zal door de „wedstrijd zeggen omstreeks 1900, ra®»" deze zaak wel geforceerd rpn "s ook. WITTENBERG: Ja." maar met min der desastreuze gevolgen. Weet u. ik u._ overtuigd, dat er, laat ik krijgen. In deze zin is het woord relatief begrip. Maar gebeuren. Veel reëler zou het echter dat de" mogelijk" MMM Eebfulkt in de gewone dageiijks'e' „,e. 0. ill ij dat bemande ruimtevaart verder te werken aail altijd onmogelijk zal blijven, zélfs mande ruimtevaart toekomen, wijl bijvoorbeeld mensen die Ml eerste Amerikaanse bemande satelliet grote ongelukken zullen project Mercury werken, zeggen bMfjjr j- die daar in gaat niet zijn rustig met onbemande satellieten risico zal lopen dan een invlieger de i ten Mars en Venus lijk" - - betreft. Voor de plane- In zoverre sta ik achter prof. Vai ik „onmoge- den Bergh, dat j absolute zin willen gebruiken. De bemande ruimtevaart buiten ons eigen zonnestelsel acht ik niet eens discutabel; daar kan moeilijk in ernst over gesproken worden. Ik vind dit alles bovendien zinloos. »*«- maa,, ecu v De mens is in de ruimte de slechtst Op Mars is het denkbare waarnemer; hij is daar nog hulpelozer dan een vis op het droge. En.. hij moet terug, want als men dit niet wil, wordt het een bewust op- ruimtevaart komt. zoals wij nu de luchtvaart kennen. Behalve de aarde eens is er in ons zonnestelsel geen oord om volle voor mensen kolonisatiegebied te zijn Het is geen nieuws als ik vertel, dai erschrikkclijk oord is misschien wat minder slecht, maar toch altijd nog tienmaal erger dan Siberië. Het wordt dus een kwestie van „even uitvliegen" met on- ruimtevaart. Want de aarde is In modern vliegtuig. Let wel; dat zeggen dc wetenschapsmensen, die daarmee bezig zijn! VAN DEN BERGH: Weinig risico? Hoe kunt u dat zeggen als u alleen al weet dat het rc-entry-probleem niet is ten volle! Het i.fhkl!Ïk „rvonin n j Opgelost: blijven. Ën als VAN DEN BERGH: Niet onzinnig, maar zinneloos. Dat is iets anders. WITTENBERG: Dat zegt Maar met evenveel recht kan worden vol gehouden. dat het zinvol is. We kun nen wel optimistisch zijn broederlijke samenwerking en West door de ruimtevaart, maar het tegendeel is ook best denkbaar! De bemande ruimtevaart kómt er en het Westen mag niet achterblijven. Daarom vind ik het erg jammer dat we in Nederland stemmen horen, die mag ik het zeggen? denigre rend over deze ontwikkelingen spre ken. Integendeel meen ik, dat wij de mensen ervoor moeten interesseren en 1 :"üt" 7""uTI" vooral de jeugd duidelijk maken dat i tl e£nJe bete{\be" hipr pnnrmp mntfoiüirViAdan steden. Terwijl de mensheid er achter- daar uw geld "voor en bedrijf alleen i -?nn nvpr rpn onbemande ruimtevaart, die aanzicn- rkine tussen Onst Iijk S°edkoper èn doelmatiger is. On- g tussen Oost bemand experimenteren kost misschien maar 1 procent van de zegge 200 000 000 dollar, die zo'n domtoren- raket van u gaat vergenEén ver keerde manipulatie en die miljoenen zijn weg. Dat noem ik óók misdadig! WITTENBERG: Het klinkt natuur lijk erg mooi van die onderontwikkel- gebieden, maar het is bij de tech- geweest dat omstan- niek al vaak VAN DEN BERGH: Natuurlijk moe- 1 doorgaan, maar onbemand, dan komen we veel sneller vooruit. De be mande ruimtevaart stagneert juist de onbemande. KOOIJ: Dat is niet waar; de (nog niet) bemande ruimtevaart zal juist de onbemande stimuleren, omdat ';ngde liggen En over zo'n Utrechtse domtoren raket gesproken wordt, dient „het gro te publiek" zich wél te realiseren dat het niet allemaal holderdebolder gaat. maar dat arbeiders aan de ruimte vaart meer te vergelijken zijn met die werkers aan kathedralen in vroeger eeuwen, mensen, die het voltooide niet t" spreken van i ui una naien over maanobservatoria, maan- tp^vat- mijnen, maankassen waarin men ge wassen wil gaan kweken Dat is eenvoudig onverantwoordelijke abra cadabra; ik zou bij zulk gepraat moei lijk mijn gezicht in de plooi kunnen houden, ware het niet dat het zo treu rig was. Ook filosofisch is het ernaast, wer kelijk, dat zeg ik met opzet Als men maar eens wist hoezeer de mens met iedere vezel van zijn wezen aan de aarde gebonden is; hij is het produkt van de aarde en hij kan rooit en to nimmer op een ander hemellichaam leven. Dat is dan ook voor mij dc principiële afwijzing van dc gedach te der bemande ruimtevaart. WITTENBERG: Zonder die koloni satiegedachte geheel te willen overne men heb ik slechts willen zeggen, dat er dus ook visionaire geesten zijn. Van Amerikaanse zijde las ik dit: er is tweeërlei standpunt. Dat van u, prof. Van den Bergh en het andere, het vi sionaire. Terecht werd. volgens mij opgemerkt: „Beide visies zullen fout blijken tc zijn. maar houd het ervoor, dat wc het beste in dc richting van het visionaire kunnen zien!" gediend was Als gevolg van eeu7en'. mensen, aie net vouoojae tvuuijDe gedachten die e e eisen die de ruimtevaart in bk'lcJ!d.,,; „masr kon" kr,°,n.d.:l'.?..li.l!?<'n z'i" Bezond. .Daar hebben wij aan meegewerkt", zou ecn vergelijking met de toren van Babel beter opgaan. KOOIJ: De ontwikkeling van dc ruimtevaart is beslist niet te vergelij ken met de toren van Babel. VAN DE HULST: Waarom niet? KOOIJ: De gedachten die t opgelost. Het zal bovendien naar mijn ,ia. mening in de praktijk onoplosbaar den dan realiseer, te brengen ..an worden, al- VAN thans niet onder volkomen reële om- van de i ^Pêr^t^S geoe. al in hon- leren. Dit zal ook^opaUcrfei* andere ««af iS rtat ruimteondertbekerg het terug gebieden zijn vruchten afwerpent! "Val zijner tijd óók voor de onderontwikkel de gebieden. Denkt u in dit verband eens aan de vooruitgang van de me dische wetenschap, die het gevolg kan de beoefening der beman- -- facet dat prof. en dan met die hon- «fferen van «en mensenleven. Gebruikt feite de enige leefplaaU i dat- de ruimteonderzoekers het geval dat ze mochten bijdragen tot iets groots, ook al was dat pas vol bracht als zij tot stof waren vergaan Deze gedachte bepaalde en paalt juist de geestdrift. VAN DE HULST: Ik hoop maar, dat die arbeiders met meer vroom- B.rih, uw defaitisme mij ïï'vo£ VAN DE HULST: Dat waren die bij de toren van Babel waarschijnlijk ook. Het was alleen een beetje overmoe dig KOOIJ: Ik wil alleen maar zeggen, dat het realiseren van die „domtoren- j,e. raket" in casu het Saturnus-project, een lange tijd van vrede zou beteke nen. En als de ontwikkeling van de ruimtevaart hiertoe aan de ombui ging van het militaire kan bijdra gen, dan is dat naar mijn mening het allerbelangrijkste.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 9