Mo Munakata WW Het zingende woord IJ l c Ml n 1 t i Leven in de spanning van zonde en genade Traham greene K&6£gjLO,sCteCt ea £ev&H,sg.eHLztCn.£ ZONDAGSBLAD ZATERDAG 28 JANUARI 1961 HOUTSNEDEN UIT MODERN NIPPON Japan zonder invloed van hei Wesien ft* zelfsprekend hebt n eerst gekeken erende prenten. Ze zijn Japans. Dat is goed gezien. Maar, nog Iets anders opgevallen? Precies: deze platen schijnen ond te sljn, hoewel de kop boven het verhaal belooft dat het sollen hebben over moderne houtsneden uit .Nippon", schien sonder het te beseffen, bent u meteen al doorge- igen tot de kern van het werk dat de Japanner Shiko Muna- i tot 6 maart toont in het Gemeentemuseum van Den Haag. schijn van ouderdom wordt gewekt doordat de nu 57-jarige der in een overigens geheel eigen „handschrift" de je van de boeddhistische kunst doet herleven. Oerbron Lkijkt u nog eens de prenten, prijken wél heel Merk af van j Japanse beeldende kunst jrmede u eniger mate ver- ,Wd bent, nietwaar? Sedert da kmtiende eeuw is westerse in- W merkbaar in het werk van Japanners. Munakata ech- beeft de „relatie" verbroken, keerde terug tot Nippon» oer- l die voor wat de boeddhis me kunst betreft uit de Ie eeuw stamt. amakata*# houtsnede „Shoto- ia e,r een mooi voorbeeld Hier geen Europees element sr een puur Japanse, haast geestelijkte, uitbeelding van u Shotoku Taishi, met wiens En de tweede Mijlperiode in boeddhistische kunst wordt at ^Munakata juist deze fl eerde in een reeka houtsne- laat zich verstaan, want de j-regent (van 593 tot 621) en moeder, keizerin Suiko, wa de eerste potentaten die stenaars ln staatsdienst na- ter verheerlijking van het uit China geïntroduceerde en er hun bewind tot Maatsgods- iis-t verheven boeddhisme. Instinctmatig 'aarmede raken wij een ander rt van Munakata. Deze stenaar is een intens gelovige -Boeddhist en tegelijkertijd Merk sensueel man, hetgeen waarlijk ndet alleen laat Wij- in zijn werk. Een van zijn te vrienden, de directeur van Japanse Volksmuseum Yanagi, zegt de bij dit artikel zijn visite in de smaak zullen val- Of het veeleer massaproductie in plaats van kunst is? Bij Mu nakata zeker niet. De vraag geeft ons gelegenheid, iets van zijn werkmethode te vertellen. Hij bepaalt zich niet tot ontwerpen om daarna het technische deel aan anderen over te laten (denk aan Europese graveurs die voor be roemde meesters werkten), neen, Munakata doet alles zelf. Hij snijdt meteen in het hout en drukt de blokken eigenhandig af. Aange zien hij zich om de vorm van die blokken niet bekommert en er evenmin op let of ze wel precies op elkaar aansluiten (voor grote taferelen snijdt hij tientallen „seg menten") is ieder stuk een uni- Ook in de wijze waarop hij ver haalt hetgeen hij te zeggen heeft, is Munakata een eenling; hij hoort nergens bij en is moeilijk met een ander te vergelijken. Des niettegenstaande hopen wij er in te zijn geslaagd, deze kunstenaar met zijn markante volkskunst dichter tot de geïnteresseerde le zer te hebben gebracht. />"V7 Dichten is vak, het vereist de dichter bij het schrijven be- i. »a u«u w» ccu zielden, op de lezer worden i moet kunnen dichten, gedragen. De echte dichter let niet zozeer op de gevoelens die hem bezielen, als wel op de woor den die hij daarvoor kiest. De would-toe dichter komt boven zijn gevoelens niet uit; hij mist de ga ve ontroerd te zijn en tegelijk die ontroering als materiaal te ge- bruiken. Het tweede, eveneens het gevoel grote misverstand is, dat wat de dan, geest produceert per se oorspron- heden kelijk zou wezen. Men meent zelf iets te zeggen, maar men geeft bedrevenheid. Het is dan ook kunst. Dat er aanleg moet zijn, is van zelfsprekend. Het misverstand van de dilettant, maar het misver stand ook van de romantische op vatting de romantiek is dan ook afgezakt tot de sferen waar men kitsch en dilettantisme ontmoet) is dat poëtische aandoening vol doende zou zijn. Is het gevoel ee-ht, en de spanning sterk, dan, zo denken velen ook nog kan iedereen een ge- zenuuiKcn uot.ic, gen moest uw recensent t- brieven, waaruit groot aantal teksten van versjes merkwaardige ambivalentie lezen, die bedoeld waren als nieu- spreekt. we geestelijke liederen. Het werd een grootse revue van tot op de De inzenders wankelen tussen draad versleten gemeenplaatsen. zelfoverschatting. Vooral bleek voorliefde te leersen. In „deez' aarde". De dilettant-dich- de eerste plaats menen zij, dat ter denkt in clichés, of misschien als een dichtpoging maar uit een is denken hier nog een eufemisme, sterke emotie is opgekomen, de Nee, dichten is een vak. Zelfs j hun gedichtjes herlezen, ko men die gevoelens weer machtig naar boven. Dan „moet" het vers toch goed zijn! Dit nu is een le vensgroot misverstand. Want de juist in het vermogen ae taai 3 te hanteren, dat de gevoelens, d: hangen den litanie en dan het lied natuur en van de erotiek. Een- fde hand schept verstilling en naast nauwelijks te tomen ensdrift. Nu ens bedrukt Munakata het gehele papier in de trant van de Balinese volkskunst, zodat vrijwel geen plekje onbenut blijft, een ander maal legt hij zich beper kingen op, vooral wanneer hij het weien van een bepaalde figuur centraal wenst te stellen zoals in deze „discipel van Boeddha". l Munakata hij instinctmatig leeft, aorge- want op de expositie zijn als een kdnd. scheidene stukken aanwezig die bU zijn kunst- aantonen, dat Munakata Boekbespreking Over de rechtvaardigheid, Over de verstandigheid, De zin van de dapperheid, Tucht en maat, alle door Josef Pie per, Over de inspiratie, Vi sioenen en profetieën, door Karl Rahner. Uitgave Paul Brand, Hilversum. Deze monografieën, uiting van en ter bevordering van ver nieuwd Rooms-Katholiek theo logisch en filosofisch denken zijn alle van een boven het mid delmatige liggend niveau. De schrijvers komen hierin over een dat ze de blijvende waarde van de klassieke theologie er kennen, maar ook er van over tuigd zijn dat er voor verder doordenken plaats en reden is. Wat in het denken werd bereikt, wordt niet gezien als afsluiting maar als uitgangspunt voor voortgezet onderwijs. Dit wil dienen om de klassiek-christe- lijke visie weer in contact te brengen met het moderne le ven. Deze boekjes zijn geen po pulaire lectuur, maar bieden de meer gevormde veel denk- en studiemateriaal, ook wanneer hij de Rooms-Katholieke visie niet aanvaardt. Bij de uitgeverij G. F. Cal- TON HYDRA lenbach N.V. te- Nijkerk is on langs de derde druk versche nen van de verzenbundel Bij belse Gedichten van Muus Ja cobse, het dichterlijk alter ego van de bekende neerlandicus prof. dr. K. Heeroma. Hoewel het geen gebruik is méér te doen dan een herdruk aankon digen, door (Muus Jacobse) zie voornamelijk die van Rilke SM959 haar invloed deed gelden. Dan wil- moet deze regel hier len dichtregels nogal eens graag n uitzondering worden eindigen op „zegening" of „her bevestigd. En dat niet alleen innering", waarbij men aan de il- A~.,ir n^nio.nn lustere taalmuziek van Leopold wordt herinnerd en in diens voet spoor aan Nijhoff. Ook treft dan het gebruik van - - de retorische vraag. Retorische ressant. Want Muus Jacobse hHh.l,. v. vra«en ware" 4 der,lg >ai ,.E A„' geleden in gedichten omdat deze derde druk opnieuw is aangevuld, maar om het be lang van de zaak zelf en om het niveau van dit werk. b.v. regels als deze uit het gedicht Kerstnacht; Prevelen herders in vertede ring Over je kindje nu hun zege ning? Muus Jacobse geeft aan de ge hele verzameling de aanduiding )59 mee, maar vermeldt niet bij de afzonderlijke gedichten het jaar van ontstaan, zodat, in dien men het niet uitzoekt, men zich kan vergissen. Natuurlijk kan een manier van dichten zich ook na dato handhaven. Ik vind dat dooreen staan van oudere en bijzonder inte- Het schrijven- - dichten heeft Muus Jacobse zun J j ,it(| Zo schree! de kort poezie. Dit w lang bezig gehouden. De gela deJ overleden predikent-dich- ,de"k zijn hier gerangschikt j JaCi Th0m!o[f de verbinden. £ü?eland' naar de volgorde, derwerpen in de Bijbel voorko men, zodat gedichten uit de ja ren dertig, veertig en later door elkaar zijn komen te staan. De wat meer ervaren lezer van r-'-' zie zal, zonder curieuselijk te derzoeken uit welke tijd ter J. Jac. Thomson de verbinden de tekst bij een verzameling reli gieuze poëzie, zo omstreeks 1923 later "door ™a™ van rate. risefte vragen krioelde. Het een manier. In de vroege bijbel gedichten van Muus ook vroe8 begonnen met het 'essays gebruiken van spreektaal in zijn 1-4:4iets van zijn eigen aan T.S. Eliot in in Nederland aan Nijhoff en Du Perron. Ook de toon werd anders, wat b.v. in het tijdschrift Forum uitkwam, door dat een soort cynisme het vroëge- re idealisme verving. Zo was Jacobse meer dan een, op plechtige gods- MlnktTdit alles na ze ziin ontstaan dienstige poëzie afgestemde lezer toen de invloed van de tachtigers gechoqueerd door Jacobses sonnet het uitvoerig moeten worden MUUS JACOBSE paald gedicht afkomstig is, uit toen de invloed van de tacntigers Noach met regels als deze het vers zelf de tijd van ontstaan in de Nederlandse literatuur het °P «oacn met regeis ais deze regel gebonden schrijven valt be drevenheid op te merken. Dich ten is een soort schietkunst, die een vaste hand, een scherp oog en het vermogen tot afstand- dichten bestaat schatten tot voorwaarde heeft. Woorden, beelden kunnen zijn als schoten in de roos. Er is dan ook een dloht-tech- niek en er zijn boeken die daar over handelen. Eenvoudige boekjes zijn er, zoals van Theo de Vries Nu weet Ik meer van gedich ten (uitg. Nederlandse Uitgevers maatschappij, Leiden) en bijzon der spitse, wetenschappelijke, zo als van S. Vestdijk De Glanzende Klemoel (uitg. Uitgeverij De Drie hoek, Amsterdam). Onlangs ver scheen als een uitgave van J. H. Kok N.V. te Kampen Het Zingen de Woord, inleiding tot de Dicht kunst en haar Techniek, van de hand van Martien Beversluis. Het komt mij voor dat dit werk een soort middenpositie inneemt. De auteur behandelt in dit boek de wetten der poëzie, de technische bijzonderheden, maat, rijm, vorm, karakter enz. Het kondigt zich aan als te zijn bestemd voor hen die wat meer van de dichtkunst willen weten en vertrouwd willen raken met haar vormschakeringen Oudere zowel als thans nog ge bruikelijke taalfiguren worden ge demonstreerd en besproken aan de hand van voorbeelden. Op de flap lezen we: „Wel heb ben de literaire jongeren van na 1948, die andere waarden voor de poëzie propageren, de verstech niek overboord geworpen. Maar het zou onredelijk zijn en van ge brek aan historisch en literair be sef getuigen wanneer de gestalte, die de poëzie in de loop van de eeuwen aannam en het mate rieel, waarvan ze zich steeds be diende, lichtvaardig terzijde werd geschoven." Hierbij zou kunnen worden opgemerkt, dat ook toch min of meer kunnen aflei- symbolism' den. Wanneer b.v. bij een gedicht de kunst de melodieusheid stilzwijgend als een waarde op zichzelf geldt, denkt men onwillekeurig aan de tijd, dat Leopold zijn rijpste werk schreef, Nijhoff in zijn opkomst was en van de buitenlandse poë- poëzie en beelden de negentiger jaren, het levensgevoel van het dus genaamde fin-de-siècle (bedoeld is dé de overgang van de negentiende aar de twintigste eeuw) nog na- erkten. Typerend zijn in dit verband Jafet en Sem zagen het wel en zwegen, Maar Cham, brave burger, kon er niet tegen En Cham dacht „wat rare vent!" en lachte. Dit alles in een. studie "3-heSJi«Dyt.^beS tijd tot 'tijd behoefte expressies te ^bepalen. g ygn Boeddha enor- voor te houden, nog wel boeiend vnn arm en zelfs geïllustreerd. In zijn Sutra's" religiositeit maakt hij zich tot prediker, r" 'S.W Wer de de- Men heeft ons verteld, dat deze BSic^ifnlln^sn^oeddha ginds leerteksten in vele Japanse huizen leerlingen van Boeddha ginds h Munakata's frivole werk in vele. beelden mystiek ge_- vin(» echter even gretig aJtrek. De gedachte ligt dus voor de hand, dat de kopers doen als de kun stenaar: stuivertje-wisselen in o- vereenstemming met de behoefte van het ogenblik. Dit is (nu even los gezien van Munakata's dualisme) inderdaad GEEN ALLEENSTAANDE FIGUUR gegaan en uitgewerkt meest vrije, althans vrij schijnen- aan de poezie van Muus Jacob- d Doëzig '_jch van techniek se een bemiddelend karakter bedi^ Men kan spreken va^eeï Wmem de Mérode dfe and€re' (vo°r Nederland) v.f«i wae van het pc nieuwe, desnoods van een inferi- thetiefsme van voor de eerste J™, t3uS*™'.«hK' "S? wereldoorlog, dan is Jacobses ReVerïhU* toont^hin tfié zou dichtwerk duidelijk van een jon- pif^ .fXwprV li Sh. naast pSS*vanglijn""collegl- j^er l'ïemSevïf d" r- Swe" p(s\nirXdrrm"kgT^au^adue. Nordholt,0 Ad 'den1 Besten f? Jan poë^etsc^rij^'h^aV™ie{ktr" Wit, dan proeft men in het werk ?iaar d®. Praktise- van Muus Jacobse niet alleen nif t v M>r«kt. de knappe neerlandicus. voor zijn boek goed, met wie de taal alleen nog maar ^oor.df «^middelde belang, „laatste" geheimen heeft, de man stellende, hetzij dat die interesse ook met een sterke band aan het voortkomt uit liefde tot de dicht- verleden van de Nederlandse kunst of uit de noodzakelijkheid, letterkunde, maar tevens de vroe- ?ic1} daarmee voor een examen ger geborene, de oudere, worte- ;e. bezig te houden. Dualisme aKaua» uuauuuc; uwcluooa In de loop van het jaar 1960 verscheen l. verraden «en een Japanse"gewoonte, die mede de roman, waarover Julien Green meer- )eze houtsneden verraaen een jg ontstaan doordat het prachtige rig dualisme. Hei it dat oer- papier waarmee de grafici wer- malen Sprak in Zijn laatste ClaQDOeK Le Bel aujourd'hui (1959) zonder ech ter de inhoud te preciseren, onder de titel Chaque homme dans sa nuit. (Uitg. Pion) geest van der Perzen Zara- ontvangst, dat de heer des huizes ïstra, aan wie hij een reeks dje voorstellingen laat ophangen |dde. waarvan hij verwacht dat ze bij Nieuwe roman van Genezen verklaard, zo luidt de Nlerlandse titel van de nieuw- an van Graham Greene. heeft zelf zijn werk on- rscheiden in twee groepen. zijn de serieuze romans en it hij noemt de ontspannings- ctuur. Maar het onderscheid of liefde de mens aannemelijk maakt voor God. Ja, de liefde blijven zijn hoofdpersonen behou den en dat maakt dat wij ze niet met afkeer, maar met deernis beschouwen, de overtuiging maakt zich zelfs van ons mees ter dat de zondaars feitelijk de heiligen zijn. In Het einde Een echte Green Het is een echte Green geworden. De sugges tieve stijl, de droomsfeer, het verkeer op het grensgebied van leven e<n dood, de mysterieuze fi guren, die plotseling naar voren treden en daar na in het duister verdwijnen, de blauwe maan nachten, de dingen, die hun geheim verbergen, maar laten vermoeden, het heeft alles zijn eigen bekoring, die ver wegvoert van de moderne ro man, die niets verhult en zich afspeelt in het fel le daglicht. et zo groot als i de misdadigersroman Brigh- Rock is een overgang tussen beide groepen, want in zijn (tectlve- en vervolgingsverhalen 11 Greene ons tonen tot welk staat van verlatenheid de kan vervallen en in zijn irleuze romans is het gegeven itelijk niet anders. Ook daar zijn de hoofdpersonen recht gekomen in een uiterste adium van godverlatenheid, aarom kiest Greene zulke tra- sche figuren, die zich zelf ver ren wanen? Om de macht van ods genade des te duidelijker te ten uitkomen. Het is hem er et om te döen het leven van de Smiddelde Christen uit te beel- i denken het spel i En dat i Ge plaatst de auteur deze jonge man in zulke trieste om standigheden? Geen priester leidt hem, geen vriend helpt hem. Door een toeval een ver- De hoofdpersoon is Wilfred, een geten missaal komt hij in kennis jonge man, bewoner van een gro- met Max zijn vergroot spiegelbeeld, te Noordamerikaanse stad, verko- die in dezelfde tweespalt leeft, per in een herenmodemagazijn, maar, door ellendige oorlogserva- Hij is ontboden naar het landhuis ringen cynicus geworden, in de Horace, een oude drank zijn schuldbesef tracht te Innerlijke spanningen fend In een andere tijd. Bemiddelend is Muus Jacobses van deze roman waarderen. Die poëzie ook wat de opvatting van zijn groot; de fascinerende stijl, de bijbelsi C. RIJNSDORP ditioneel-stiehtelijke behandelings- Muus Jacobse alleen maar echo wijze, waarbij de gebeurtenis zijn. Nu is het méér en die meer- wordt weerspiegeld in het vroom dere waarde is met de tijd mani fester geworden: de poëzie is be de dieptewerking gen, het geheimzinnige schemer licht in de beschrijvingen, h houdt alles de aandacht vast voert in de eigensoortige greeni- gemoed, de romantische opvat- aanse gevoelssfeer, waarop invloe- ting_ waarbij de dichter zichzelf lijdenis geworden, den van een Blake, een Poe, een in de bijbelse figuur herkent en T zoëven Kchrepf over de Bïïed^ÏÏteh„eStmSrbt™„„- 15S LZ„°ByrAo"r^eRaiS,ydSdt de.mg v„„, de vorm, ook begrip "^„o'r" &e°?de S g.S ?e" ÏSS'jVv.f het "spefelemem8 aan°Ude Sïrij™ MaS °°4da^2^" S niet zonder reserve, integendeel, van b"nTderen zmdêr esthXche als tegen veel sombe- Is het christendom dan slechts n. theoloeisché frame en od de €r- ed dli afkeer van het -» reeks nederlagen, alleen af- gISC 4 W P eenzijdig-estheüsche, vaak iets «man ar. speels. Dat speelse is een bijpro- C1VU1 C11 Wanneer ik zeg, dat Muus Ja- duet, evenals, aan de andere innerlijk cobses bijbels dichtwerk tussen de pool, de retoriek iets ongewild- gesloter. door het bevrijdende de? Is de kracht van geloof gebed zó gering? Zijn evenwicht vrede onbereikbaar dlde genoemde verklaard. De Engelse ti tel is A burnt-out case. Beide ti tels vullen elkaar aan. Een „burnt-out case" is iemand die aan melaatsheid heeft geleden, bij wie het ziekte-proces geëin digd is, doch die de sporen van van ^vimTersere^n\eifenhetQue?ry vrijgezel, die op zijn sterfbed ligt. verdoven. Wilfred, die geestelijke Van rr rtnov bntmAot Vsii Aon tinto mot ..orn.o "t I- oU omot Voorn „kooit ontwikkelt zich in dit boek to JULIEN GREEN wezen één uitdrukking van geluk, te vergelijken met die, welke af straalde van Wilfreds trekken. Hij leefde, hij leefde." i of zulk een case. Doodmoe gend van zijn succes als archi tect en minnaar arriveert hij op een ongelukkig stoombootje leprozen-kolonie w paters zonder veel en met grote nuchterheid hun werk doen. Querry komt er tot rust, hij aakt zich zelfs nuttig door Daar ontmoet hij een tante met verwantschap met hem voelt, haar zoon Agnus, die een rol op wordt nu eens naar hem toege- het tweede plan zal vervullen, en dreven, dan weer van hem weg- een neef, mr. Knight, streng pu- getrokken. Als hij in een woorden- in een ritein met zijn jonge vrouw Phoe- twist Max mishandelt, o-in+->i bé, die in haar kinderlijke on- of hij zichzelf tuchtigt, eenraat schuld Wilfred onmiddellijk boeit. geprddi Dez6i door alien gehouden voor I .„i. een vroom katholiek, beleeft LOUTCring moeilijke ogenblikken. Zijn oom losbandig leven heeft Bijfiguren die uitblinkt schuurachtige ziekenzaal te bou- kerkgebreken, beschouwt hem tie brengt Wilfred" in nader Tegenover Max staat PhoeDe. goede werken (die leveren ouwens ook weinig stof voor ro- lans), het gaat hem om de zoo wel met de De afhandeling der erfeniskwes- §udi geeft. Homosexualiteit schijnsel, dat Green al sinds ja ren bezig houdt, getuige de ro mans Le Malfaiteur en Moïra, vooral het bekende toneelstuk dit aardse bestaan? Wij stuiten hier op het persoon lij* element in de roman. Reeds vatfir.epn in 1924 trok de non-conformist ?anX£en, Green jr. zijn geschrift Pam phlet contre les catholiques de France te velde tegen een on diep christendom, dat al te ge makkelijk de zwaargeladen be grippen van zonde en genade hanteert. De zeven delen van zijn dagboek spreken dezelfde tari. Eu dan zijn de intiemste bladzijden ervan nog aan publi catie onttrokken. Tijdens het le ven van de auteur zullen ze niet verschijnen. Zoals Wilfred is zó ziet Green de mens, de christen. Van de dichtregel van Victor Hugo „Cha que homme dans sa nuit s'en va vers sa ïumière", waarvan de eerste helft de titel leverde, valt bij hem alle nadruk op „nuit". „nacl.t" en het licht slechts aan de overzijde. Dit srtikel moet eindigen met een aansporing dit boek te lezen, dat aanzet tot denken, misschien prikkelt tot verzet, en eenzaam staat op het veld der Franse li teratuur. DU. M. C. v. d. PANNE. pak instaat, dan bedoel ik te be weren dat zijn bijbelse poëzie her haaldelijk .ets van deze drie op- irtoont, komisch kan meebrengen. Is het daar een nadeel, hier is het een winst. Nooit werkt een gedicht overtuigender dan wanneer de dichter geen hoge borst opzet of literaire profeet uithangt, komt zoals hij is. Daarom zijn wij niet meer zo onder de in- regels als deze: rondom de kern van een per soonlijke conceptie. Bij de oudere dichter is de behoefte aan melo dieusheid, als waarde-op-zichzelf druk niet merkbaar meer, er wordt niet meer gesproken over De rode stroom van het ver- „vreemde schoonheid" (bij zo'n gevend bloed term vergaderen zich vele Wast onontkoombaar uit de schimmen uit het rijk der kunst smaad der wonden. de jaren 18901910 ongeveer, Wie sloeg Hem? Wie heeft zijn zoals de schimmen der afgestor venen rondom Odyssèus offer). Ook de vroeger soms merkbare behoefte aan. gewichtigheid en ge heimzinnigheid is verdwenen. In de plaats daarvan zijn gekomen „,00,^ eenvoud en kernachtigheid en dat geldt niet alleen voor de vorm, maar ook voor de visie. Ik citeer het begin van het gedicht De Ver- «1 Nog is mijn ti]d met. Duivel, ga 1 een. Blijf, steen, nog steen En, honger, bijt niet. gelaat geschonden? Wie heeft bij de herkenning niet geboet? met hun retorische vragen en een «Is „onontkoombaar", worden wij wèl geboeid door de eenvoud en kernachtig heid van De Schriftgeleerden en De Wijzen, dat zo begint: Zij hebben neergezeten Bij hun vergeelde boeken, Zij hebben niet geweten Dat God geboren was. Daarna zullen verplaatsbare ajg kiest hem als tact haa: het zelfs het hoofd motief uitmaakt. Green behan- Dan bloeit tussen de^ thema met kiesheid Daarin stemt hij i overheersende richting ir sdendaagse letterkunde die amelijk oog heeft voor de z het menselijk Doch bij Greene blijft het matisch, aar niet bij. God geeft genade u:J J~ 'aar de kerk de zondaar feeft afgeschreven, of waar andaar zich dat zelf al gedaan niet eeft. De genade speelt zo'n over- ïachtige rol dat men hem wel de rotestant onder de rooms-katho- ----- eke schrijvers genoemd heeft heeft zijn geloof hij ook in eigen kring wel 1- s met argwaan Is gadegesla- met zou bijna gelukkig kunnen zijn 1 de als een verslaggever en een plan- oor- ter hem niet met alle geweld aan sche avonturen, die hun zijn roemrucht verleden wilden vinden op de straat of -- jjonge Doch ten onrechte. Het rooms- herinneren. Dan volgt er een dra- niet te zeggen een bijna drakerig einde, dat niet ge il heel logisch uit de toestand voort vloeit, maar daar maalt Greene de geboeide lezer ook niet. Deze zeer realistische roman ligt in de lijn van de an dere „serieuze romans". Querry heeft zijn geloof (schijnbaar?) verloren, evenals de dokter die zonder illusies voortploetert, doch Greene laat het Christendom te 1 het slop van echtbreuk verraad voeren, als niet de jonge walgt van zichzelf, vrouw, zonder haar liefde te ver- „JHL. de laatste ervaringen, loochenen, de band had verbro- onder de invloed tracht aan de greep van zijn ken. demon te ontkomen. Tevergeefs Dit nieuwe element in zijn be gaat hij kerk na kerk binnen; staan werkt zuiverend op hem in. het sterkt hem niet in zijn strijd. Hij zoekt Max op om hem ver- Vol schaamte verstopt hij zijn giffenis te vragen voor de crucifix in een lade, hij voelt zich slagen; hij vindt een door een huichelaar, maar de spanning hoop over zijn vastgelopen leven tussen zonde en genade blijft. tot waanzin gedreven man. Een Zo is de tragische visie van kogel uit Max's revolver treft uutll Green op het christen-leven. De hem dodelijk. Als Max, ontnuch- riniHpliik' 7ien trouwe bijbellezer, die hij is, ge- terd, naast hem knielt en smeekt: 1 fill PP 7.Hn daphnpk kpnt hpf uinnrH Vprceef ttip 7pit nil Mr. Knight is gebroken lijnen, hij de strakke ie minachtend spreekt over de roomse ceremo nieën en de dualiteit in Wilfreds schijnt te doorzien; later le invloed van zijn ziek- zijn woord veel milder en betoont hij de jonge man veel genegenheid. Met dat al blijft hij, zijn verhouding tot Phoe- levend voor ons Uiteenlopende waardering tuige zijn dagboek, kent het woord „Vergeef me. Zeg alleen ja ^uv.11 ten CV.UW.. oow. - nat.„ L-hh-n hpt van Paulus in Romeinen 7 over Christus' wil," dan is dit ja Wil- atholicisme weet ook dat het daad ligt. De Pat«* n«J>'en het de gtrijd tussen geest en vlees> fredg laatste W00rd. e1aat 00k zo be£freoen- want 211 beera- de apostel besluit met zó moest dit leven eindigen in reld genade moet leven, al slaat ook et goede werken hoger aan an de protestant. Nu, in goede erken roemt Greene allerminst, 'f het zou dan moeten zijn dat laatste spoortje van berouw begrepen, want zij begra- hem in gewijde aarde, waar ook reeds een hoekje voor de dok ter uitgespaard is. (Uitgave Con tact, Amsterdam). DR. J. WYTZES. Hoe over dit boek te oordelen? Voor de a-religieuze mens is het bezwaarlijk in de gedachtenwe- Green binnen te treden. 1 juichtoon, stijgt uit vele blad- de conceptie van Green. De dood Wie de autonomie zijden van dit boek de kreet op: alleen brengt rust en vrede. Na „Ik ben verloren". Tot op het zijn bezoek aan de dodenkamer laatste ogenblik blijft deze span- zegt Mr. Knight; „Nooit zag ik aanvaardt, zondebesef beschouwt een psychische misvorming genade als een leeg woord, menselijk kan "alleen de literaire kwaliteiten Landen der aarde, Verdwijn, verdwijn: Nog is woestijn Mij meer van waarde Zonder dit persoonlijk accent dat eindigt („Zij" zijn i O Heer, verberg U niet voor mij Wanneer ik mij verberg voor U. Gij weet het, ik ben bang voor U, Ontvlucht U en verlang naar U. O ga niet aan mijn hart voorbij! En wees niet toornig over mij, Wanneer ik U geen liefde bied. Ik noem U, maar ik ken U niet, Ik buig mij, maar ik ben het niet En mijn gebed is tegen mij. Spreek zelf in mij het rechte woord. Zo vaak ik woorden voor U vond, Heb ik mij in myn woord vermomd. Nu wacht ik, tot Gij zelve komt En spreekt zodat uw knecht het hoort. Heer, roep mij als uw dwalend schaap, Dat U niet zoekt en U niet vindt. Geef mij als een die Gy bemint, Geef dat ik als uw eigen kind Uw stem mag horen in myn slaap. Zij brachten Hem geschenken, De gouden schat der aarde, De wierook van hun denken, De mirre van hun leed. En die eenvoud brengt in de vormgeving vanzelf iets speels mee. o.a. in het gedicht Jona, waarvan de eerste strofe luidt: Mens, word toch wakker, wij Worstlen in ongetij Jij in je rustige rust Van alles onbewust Bent een schuldige in ons midden. Help tenminste met bidd.en En roep, dat wij niet vergaan, Alle goden voor ons aan. In dit soort werk vinden wij de dichter op zijn zuiverst en sterkst. De bundel Bijbelse Ge dichten heeft voor mij iets klas sieks verkregen; hij vertegenwoor digt de gehele dichterfiguur Muus Jacobse naar groei en vermogen. De bundel is vroom en speels, profetisch en gewoon-menselijk, knap en bewogen. Er is een or ganisch geheel tot stand gekomen. Ik geloof dat deze bundel zo van blijvende betekenis geworden is. - BIJNSDQ&Cf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17