Mo Munakata
WW
Het zingende woord
IJ
l
c
Ml
n
1
t
i
Leven in de spanning van zonde en genade
Traham greene
K&6£gjLO,sCteCt ea
£ev&H,sg.eHLztCn.£
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 28 JANUARI 1961
HOUTSNEDEN UIT MODERN NIPPON
Japan zonder invloed
van hei Wesien
ft*
zelfsprekend hebt n eerst gekeken
erende prenten. Ze zijn Japans. Dat is goed gezien. Maar,
nog Iets anders opgevallen? Precies: deze platen schijnen
ond te sljn, hoewel de kop boven het verhaal belooft dat
het sollen hebben over moderne houtsneden uit .Nippon",
schien sonder het te beseffen, bent u meteen al doorge-
igen tot de kern van het werk dat de Japanner Shiko Muna-
i tot 6 maart toont in het Gemeentemuseum van Den Haag.
schijn van ouderdom wordt gewekt doordat de nu 57-jarige
der in een overigens geheel eigen „handschrift" de
je van de boeddhistische kunst doet herleven.
Oerbron
Lkijkt u nog eens de prenten,
prijken wél heel Merk af van
j Japanse beeldende kunst
jrmede u eniger mate ver-
,Wd bent, nietwaar? Sedert da
kmtiende eeuw is westerse in-
W merkbaar in het werk van
Japanners. Munakata ech-
beeft de „relatie" verbroken,
keerde terug tot Nippon» oer-
l die voor wat de boeddhis
me kunst betreft uit de
Ie eeuw stamt.
amakata*# houtsnede „Shoto-
ia e,r een mooi voorbeeld
Hier geen Europees element
sr een puur Japanse, haast
geestelijkte, uitbeelding van
u Shotoku Taishi, met wiens
En de tweede Mijlperiode in
boeddhistische kunst wordt
at ^Munakata juist deze fl
eerde in een reeka houtsne-
laat zich verstaan, want de
j-regent (van 593 tot 621) en
moeder, keizerin Suiko, wa
de eerste potentaten die
stenaars ln staatsdienst na-
ter verheerlijking van het
uit China geïntroduceerde en
er hun bewind tot Maatsgods-
iis-t verheven boeddhisme.
Instinctmatig
'aarmede raken wij een ander
rt van Munakata. Deze
stenaar is een intens gelovige
-Boeddhist en tegelijkertijd
Merk sensueel man, hetgeen
waarlijk ndet alleen laat Wij-
in zijn werk. Een van zijn
te vrienden, de directeur van
Japanse Volksmuseum
Yanagi, zegt
de bij dit artikel zijn visite in de smaak zullen val-
Of het veeleer massaproductie
in plaats van kunst is? Bij Mu
nakata zeker niet. De vraag
geeft ons gelegenheid, iets van
zijn werkmethode te vertellen. Hij
bepaalt zich niet tot ontwerpen om
daarna het technische deel aan
anderen over te laten (denk aan
Europese graveurs die voor be
roemde meesters werkten), neen,
Munakata doet alles zelf. Hij
snijdt meteen in het hout en drukt
de blokken eigenhandig af. Aange
zien hij zich om de vorm van die
blokken niet bekommert en er
evenmin op let of ze wel precies
op elkaar aansluiten (voor grote
taferelen snijdt hij tientallen „seg
menten") is ieder stuk een uni-
Ook in de wijze waarop hij ver
haalt hetgeen hij te zeggen heeft,
is Munakata een eenling; hij hoort
nergens bij en is moeilijk met
een ander te vergelijken. Des
niettegenstaande hopen wij er in
te zijn geslaagd, deze kunstenaar
met zijn markante volkskunst
dichter tot de geïnteresseerde le
zer te hebben gebracht.
/>"V7
Dichten is
vak, het vereist de dichter bij het schrijven be-
i. »a u«u w» ccu zielden, op de lezer worden i
moet kunnen dichten, gedragen. De echte dichter let
niet zozeer op de gevoelens die
hem bezielen, als wel op de woor
den die hij daarvoor kiest. De
would-toe dichter komt boven zijn
gevoelens niet uit; hij mist de ga
ve ontroerd te zijn en tegelijk die
ontroering als materiaal te ge-
bruiken. Het tweede, eveneens
het gevoel grote misverstand is, dat wat de
dan, geest produceert per se oorspron-
heden kelijk zou wezen. Men meent zelf
iets te zeggen, maar men geeft
bedrevenheid. Het is dan ook
kunst.
Dat er aanleg moet zijn, is van
zelfsprekend. Het misverstand van
de dilettant, maar het misver
stand ook van de romantische op
vatting de romantiek is dan ook
afgezakt tot de sferen waar men
kitsch en dilettantisme ontmoet)
is dat poëtische aandoening vol
doende zou zijn. Is het gevoel
ee-ht, en de spanning sterk, dan,
zo denken velen ook nog
kan iedereen een ge-
zenuuiKcn uot.ic, gen moest uw recensent t-
brieven, waaruit groot aantal teksten van versjes
merkwaardige ambivalentie lezen, die bedoeld waren als nieu-
spreekt. we geestelijke liederen. Het werd
een grootse revue van tot op de
De inzenders wankelen tussen draad versleten gemeenplaatsen.
zelfoverschatting. Vooral bleek
voorliefde te
leersen. In „deez' aarde". De dilettant-dich-
de eerste plaats menen zij, dat ter denkt in clichés, of misschien
als een dichtpoging maar uit een is denken hier nog een eufemisme,
sterke emotie is opgekomen, de Nee, dichten is een vak. Zelfs
j hun gedichtjes herlezen, ko
men die gevoelens weer machtig
naar boven. Dan „moet" het vers
toch goed zijn! Dit nu is een le
vensgroot misverstand. Want de
juist in het vermogen ae taai 3
te hanteren, dat de gevoelens, d:
hangen
den litanie en dan het lied
natuur en van de erotiek. Een-
fde hand schept verstilling en
naast nauwelijks te tomen
ensdrift.
Nu ens bedrukt Munakata het
gehele papier in de trant van de
Balinese volkskunst, zodat vrijwel
geen plekje onbenut blijft, een
ander maal legt hij zich beper
kingen op, vooral wanneer hij het
weien van een bepaalde figuur
centraal wenst te stellen zoals in
deze „discipel van Boeddha".
l Munakata
hij instinctmatig leeft, aorge- want op de expositie zijn
als een kdnd. scheidene stukken aanwezig die
bU zijn kunst- aantonen, dat Munakata
Boekbespreking
Over de rechtvaardigheid,
Over de verstandigheid, De
zin van de dapperheid, Tucht
en maat, alle door Josef Pie
per, Over de inspiratie, Vi
sioenen en profetieën, door
Karl Rahner. Uitgave Paul
Brand, Hilversum.
Deze monografieën, uiting van
en ter bevordering van ver
nieuwd Rooms-Katholiek theo
logisch en filosofisch denken
zijn alle van een boven het mid
delmatige liggend niveau. De
schrijvers komen hierin over
een dat ze de blijvende waarde
van de klassieke theologie er
kennen, maar ook er van over
tuigd zijn dat er voor verder
doordenken plaats en reden is.
Wat in het denken werd bereikt,
wordt niet gezien als afsluiting
maar als uitgangspunt voor
voortgezet onderwijs. Dit wil
dienen om de klassiek-christe-
lijke visie weer in contact te
brengen met het moderne le
ven. Deze boekjes zijn geen po
pulaire lectuur, maar bieden de
meer gevormde veel denk- en
studiemateriaal, ook wanneer hij
de Rooms-Katholieke visie niet
aanvaardt.
Bij de uitgeverij G. F. Cal-
TON HYDRA lenbach N.V. te- Nijkerk is on
langs de derde druk versche
nen van de verzenbundel Bij
belse Gedichten van Muus Ja
cobse, het dichterlijk alter ego
van de bekende neerlandicus
prof. dr. K. Heeroma. Hoewel
het geen gebruik is méér te
doen dan een herdruk aankon
digen,
door
(Muus Jacobse)
zie voornamelijk die van Rilke SM959
haar invloed deed gelden. Dan wil-
moet deze regel hier len dichtregels nogal eens graag
n uitzondering worden eindigen op „zegening" of „her
bevestigd. En dat niet alleen innering", waarbij men aan de il-
A~.,ir n^nio.nn lustere taalmuziek van Leopold
wordt herinnerd en in diens voet
spoor aan Nijhoff.
Ook treft dan het gebruik van - -
de retorische vraag. Retorische ressant. Want Muus Jacobse
hHh.l,. v. vra«en ware" 4 der,lg >ai
,.E A„' geleden in gedichten
omdat deze derde druk opnieuw
is aangevuld, maar om het be
lang van de zaak zelf en om
het niveau van dit werk.
b.v. regels als deze uit het gedicht
Kerstnacht;
Prevelen herders in vertede
ring
Over je kindje nu hun zege
ning?
Muus Jacobse geeft aan de ge
hele verzameling de aanduiding
)59 mee, maar vermeldt
niet bij de afzonderlijke gedichten
het jaar van ontstaan, zodat, in
dien men het niet uitzoekt, men
zich kan vergissen. Natuurlijk kan
een manier van dichten zich ook
na dato handhaven. Ik vind dat
dooreen staan van oudere en
bijzonder inte-
Het schrijven- -
dichten heeft Muus Jacobse zun J j ,it(| Zo schree! de kort poezie. Dit w
lang bezig gehouden. De gela deJ overleden predikent-dich- ,de"k
zijn hier gerangschikt j JaCi Th0m!o[f de verbinden. £ü?eland'
naar de volgorde,
derwerpen in de Bijbel voorko
men, zodat gedichten uit de ja
ren dertig, veertig en later door
elkaar zijn komen te staan. De
wat meer ervaren lezer van r-'-'
zie zal, zonder curieuselijk te
derzoeken uit welke tijd
ter J. Jac. Thomson de verbinden
de tekst bij een verzameling reli
gieuze poëzie, zo omstreeks 1923
later "door ™a™ van rate.
risefte vragen krioelde. Het
een manier. In de vroege bijbel
gedichten van Muus
ook vroe8 begonnen met het
'essays gebruiken van spreektaal in zijn
1-4:4iets van zijn eigen
aan T.S. Eliot in
in Nederland aan
Nijhoff en Du Perron. Ook de
toon werd anders, wat b.v. in het
tijdschrift Forum uitkwam, door
dat een soort cynisme het vroëge-
re idealisme verving. Zo was
Jacobse meer dan een, op plechtige gods-
MlnktTdit alles na ze ziin ontstaan dienstige poëzie afgestemde lezer
toen de invloed van de tachtigers gechoqueerd door Jacobses sonnet het uitvoerig moeten worden
MUUS JACOBSE
paald gedicht afkomstig is, uit toen de invloed van de tacntigers Noach met regels als deze
het vers zelf de tijd van ontstaan in de Nederlandse literatuur het °P «oacn met regeis ais deze
regel gebonden schrijven valt be
drevenheid op te merken. Dich
ten is een soort schietkunst, die
een vaste hand, een scherp oog
en het vermogen tot afstand-
dichten bestaat schatten tot voorwaarde heeft.
Woorden, beelden kunnen zijn als
schoten in de roos.
Er is dan ook een dloht-tech-
niek en er zijn boeken die daar
over handelen. Eenvoudige boekjes
zijn er, zoals van Theo de Vries
Nu weet Ik meer van gedich
ten (uitg. Nederlandse Uitgevers
maatschappij, Leiden) en bijzon
der spitse, wetenschappelijke, zo
als van S. Vestdijk De Glanzende
Klemoel (uitg. Uitgeverij De Drie
hoek, Amsterdam). Onlangs ver
scheen als een uitgave van J. H.
Kok N.V. te Kampen Het Zingen
de Woord, inleiding tot de Dicht
kunst en haar Techniek, van de
hand van Martien Beversluis. Het
komt mij voor dat dit werk een
soort middenpositie inneemt. De
auteur behandelt in dit boek de
wetten der poëzie, de technische
bijzonderheden, maat, rijm, vorm,
karakter enz. Het kondigt zich
aan als te zijn bestemd voor hen
die wat meer van de dichtkunst
willen weten en vertrouwd willen
raken met haar vormschakeringen
Oudere zowel als thans nog ge
bruikelijke taalfiguren worden ge
demonstreerd en besproken aan
de hand van voorbeelden.
Op de flap lezen we: „Wel heb
ben de literaire jongeren van na
1948, die andere waarden voor de
poëzie propageren, de verstech
niek overboord geworpen. Maar
het zou onredelijk zijn en van ge
brek aan historisch en literair be
sef getuigen wanneer de gestalte,
die de poëzie in de loop van
de eeuwen aannam en het mate
rieel, waarvan ze zich steeds be
diende, lichtvaardig terzijde werd
geschoven." Hierbij zou kunnen
worden opgemerkt, dat ook
toch min of meer kunnen aflei- symbolism'
den. Wanneer b.v. bij een gedicht de kunst
de melodieusheid stilzwijgend als
een waarde op zichzelf geldt,
denkt men onwillekeurig aan de
tijd, dat Leopold zijn rijpste werk
schreef, Nijhoff in zijn opkomst
was en van de buitenlandse poë-
poëzie en beelden
de negentiger jaren,
het levensgevoel van het dus
genaamde fin-de-siècle (bedoeld is
dé de overgang van de negentiende
aar de twintigste eeuw) nog na-
erkten.
Typerend zijn in dit verband
Jafet en Sem zagen het wel
en zwegen,
Maar Cham, brave burger,
kon er niet tegen
En Cham dacht „wat
rare vent!" en lachte.
Dit alles in een. studie
"3-heSJi«Dyt.^beS tijd tot 'tijd behoefte
expressies te ^bepalen. g ygn Boeddha
enor- voor te houden, nog wel boeiend
vnn arm en zelfs geïllustreerd. In zijn Sutra's"
religiositeit maakt hij zich tot prediker,
r" 'S.W Wer de de- Men heeft ons verteld, dat deze
BSic^ifnlln^sn^oeddha ginds leerteksten in vele Japanse huizen
leerlingen van Boeddha ginds h Munakata's frivole werk
in vele. beelden mystiek ge_- vin(» echter even gretig aJtrek.
De gedachte ligt dus voor de hand,
dat de kopers doen als de kun
stenaar: stuivertje-wisselen in o-
vereenstemming met de behoefte
van het ogenblik.
Dit is (nu even los gezien van
Munakata's dualisme) inderdaad
GEEN ALLEENSTAANDE FIGUUR
gegaan en uitgewerkt meest vrije, althans vrij schijnen-
aan de poezie van Muus Jacob- d Doëzig '_jch van techniek
se een bemiddelend karakter bedi^ Men kan spreken va^eeï
Wmem de Mérode dfe and€re' (vo°r Nederland)
v.f«i wae van het pc nieuwe, desnoods van een inferi-
thetiefsme van voor de eerste J™, t3uS*™'.«hK' "S?
wereldoorlog, dan is Jacobses ReVerïhU* toont^hin tfié
zou dichtwerk duidelijk van een jon- pif^ .fXwprV li Sh.
naast pSS*vanglijn""collegl- j^er l'ïemSevïf d"
r- Swe" p(s\nirXdrrm"kgT^au^adue.
Nordholt,0 Ad 'den1 Besten f? Jan poë^etsc^rij^'h^aV™ie{ktr"
Wit, dan proeft men in het werk ?iaar d®. Praktise-
van Muus Jacobse niet alleen nif t v M>r«kt.
de knappe neerlandicus. voor zijn boek goed, met
wie de taal alleen nog maar ^oor.df «^middelde belang,
„laatste" geheimen heeft, de man stellende, hetzij dat die interesse
ook met een sterke band aan het voortkomt uit liefde tot de dicht-
verleden van de Nederlandse kunst of uit de noodzakelijkheid,
letterkunde, maar tevens de vroe- ?ic1} daarmee voor een examen
ger geborene, de oudere, worte-
;e. bezig te houden.
Dualisme
aKaua» uuauuuc; uwcluooa In de loop van het jaar 1960 verscheen
l. verraden «en een Japanse"gewoonte, die mede de roman, waarover Julien Green meer-
)eze houtsneden verraaen een jg ontstaan doordat het prachtige
rig dualisme. Hei it dat oer- papier waarmee de grafici wer- malen Sprak in Zijn laatste ClaQDOeK
Le Bel aujourd'hui (1959) zonder ech
ter de inhoud te preciseren, onder de
titel Chaque homme dans sa nuit. (Uitg.
Pion)
geest van der Perzen Zara- ontvangst, dat de heer des huizes
ïstra, aan wie hij een reeks dje voorstellingen laat ophangen
|dde. waarvan hij verwacht dat ze bij
Nieuwe roman van
Genezen verklaard, zo luidt de
Nlerlandse titel van de nieuw-
an van Graham Greene.
heeft zelf zijn werk on-
rscheiden in twee groepen.
zijn de serieuze romans en
it hij noemt de ontspannings-
ctuur. Maar het onderscheid
of liefde de mens aannemelijk
maakt voor God. Ja, de liefde
blijven zijn hoofdpersonen behou
den en dat maakt dat wij ze niet
met afkeer, maar met deernis
beschouwen, de overtuiging
maakt zich zelfs van ons mees
ter dat de zondaars feitelijk de
heiligen zijn. In Het einde
Een echte Green
Het is een echte Green geworden. De sugges
tieve stijl, de droomsfeer, het verkeer op het
grensgebied van leven e<n dood, de mysterieuze fi
guren, die plotseling naar voren treden en daar
na in het duister verdwijnen, de blauwe maan
nachten, de dingen, die hun geheim verbergen,
maar laten vermoeden, het heeft alles zijn eigen
bekoring, die ver wegvoert van de moderne ro
man, die niets verhult en zich afspeelt in het fel
le daglicht.
et zo groot als i
de misdadigersroman Brigh-
Rock is een overgang tussen
beide groepen, want in zijn
(tectlve- en vervolgingsverhalen
11 Greene ons tonen tot welk
staat van verlatenheid de
kan vervallen en in zijn
irleuze romans is het gegeven
itelijk niet anders.
Ook daar zijn de hoofdpersonen
recht gekomen in een uiterste
adium van godverlatenheid,
aarom kiest Greene zulke tra-
sche figuren, die zich zelf ver
ren wanen? Om de macht van
ods genade des te duidelijker te
ten uitkomen. Het is hem er
et om te döen het leven van de
Smiddelde Christen uit te beel-
i denken het spel i
En dat i
Ge
plaatst de auteur
deze jonge man in
zulke trieste om
standigheden? Geen
priester leidt hem,
geen vriend helpt
hem. Door een toeval een ver-
De hoofdpersoon is Wilfred, een geten missaal komt hij in kennis
jonge man, bewoner van een gro- met Max zijn vergroot spiegelbeeld,
te Noordamerikaanse stad, verko- die in dezelfde tweespalt leeft,
per in een herenmodemagazijn, maar, door ellendige oorlogserva-
Hij is ontboden naar het landhuis ringen cynicus geworden, in de
Horace, een oude drank zijn schuldbesef tracht te
Innerlijke
spanningen
fend In een andere tijd.
Bemiddelend is Muus Jacobses
van deze roman waarderen. Die poëzie ook wat de opvatting van
zijn groot; de fascinerende stijl, de bijbelsi
C. RIJNSDORP
ditioneel-stiehtelijke behandelings- Muus Jacobse alleen maar echo
wijze, waarbij de gebeurtenis zijn. Nu is het méér en die meer-
wordt weerspiegeld in het vroom dere waarde is met de tijd mani
fester geworden: de poëzie is be
de dieptewerking
gen, het geheimzinnige schemer
licht in de beschrijvingen, h
houdt alles de aandacht vast
voert in de eigensoortige greeni- gemoed, de romantische opvat-
aanse gevoelssfeer, waarop invloe- ting_ waarbij de dichter zichzelf lijdenis geworden,
den van een Blake, een Poe, een in de bijbelse figuur herkent en T zoëven Kchrepf over de
Bïïed^ÏÏteh„eStmSrbt™„„- 15S LZ„°ByrAo"r^eRaiS,ydSdt
de.mg v„„, de vorm, ook begrip "^„o'r" &e°?de S g.S ?e" ÏSS'jVv.f het "spefelemem8
aan°Ude Sïrij™ MaS °°4da^2^" S
niet zonder reserve, integendeel, van b"nTderen zmdêr esthXche als tegen veel sombe-
Is het christendom dan slechts n. theoloeisché frame en od de €r- ed dli afkeer van het
-» reeks nederlagen, alleen af- gISC 4 W P eenzijdig-estheüsche, vaak iets
«man ar. speels. Dat speelse is een bijpro-
C1VU1 C11 Wanneer ik zeg, dat Muus Ja- duet, evenals, aan de andere
innerlijk cobses bijbels dichtwerk tussen de pool, de retoriek iets ongewild-
gesloter. door het bevrijdende
de? Is de kracht van geloof
gebed zó gering? Zijn
evenwicht
vrede onbereikbaar dlde genoemde
verklaard. De Engelse ti
tel is A burnt-out case. Beide ti
tels vullen elkaar aan. Een
„burnt-out case" is iemand die
aan melaatsheid heeft geleden,
bij wie het ziekte-proces geëin
digd is, doch die de sporen van
van ^vimTersere^n\eifenhetQue?ry vrijgezel, die op zijn sterfbed ligt. verdoven. Wilfred, die geestelijke
Van rr rtnov bntmAot Vsii Aon tinto mot ..orn.o "t I- oU omot Voorn „kooit
ontwikkelt zich in dit boek to
JULIEN GREEN
wezen één uitdrukking van geluk,
te vergelijken met die, welke af
straalde van Wilfreds trekken.
Hij leefde, hij leefde."
i of
zulk een case. Doodmoe
gend van zijn succes als archi
tect en minnaar arriveert hij op
een ongelukkig stoombootje
leprozen-kolonie w
paters zonder veel
en met grote nuchterheid hun
werk doen.
Querry komt er tot rust, hij
aakt zich zelfs nuttig door
Daar ontmoet hij een tante met verwantschap met hem voelt,
haar zoon Agnus, die een rol op wordt nu eens naar hem toege-
het tweede plan zal vervullen, en dreven, dan weer van hem weg-
een neef, mr. Knight, streng pu- getrokken. Als hij in een woorden-
in een ritein met zijn jonge vrouw Phoe- twist Max mishandelt,
o-in+->i bé, die in haar kinderlijke on- of hij zichzelf tuchtigt,
eenraat schuld Wilfred onmiddellijk boeit.
geprddi Dez6i door alien gehouden voor I .„i.
een vroom katholiek, beleeft LOUTCring
moeilijke ogenblikken. Zijn oom
losbandig leven heeft
Bijfiguren
die uitblinkt schuurachtige ziekenzaal te bou- kerkgebreken, beschouwt hem tie brengt Wilfred" in nader
Tegenover Max staat PhoeDe.
goede werken (die leveren
ouwens ook weinig stof voor ro-
lans), het gaat hem om de zoo
wel met de De afhandeling der erfeniskwes- §udi
geeft. Homosexualiteit
schijnsel, dat Green al sinds ja
ren bezig houdt, getuige de ro
mans Le Malfaiteur en Moïra,
vooral het bekende toneelstuk
dit aardse bestaan?
Wij stuiten hier op het persoon
lij* element in de roman. Reeds vatfir.epn
in 1924 trok de non-conformist ?anX£en,
Green jr. zijn geschrift Pam
phlet contre les catholiques de
France te velde tegen een on
diep christendom, dat al te ge
makkelijk de zwaargeladen be
grippen van zonde en genade
hanteert. De zeven delen van
zijn dagboek spreken dezelfde
tari. Eu dan zijn de intiemste
bladzijden ervan nog aan publi
catie onttrokken. Tijdens het le
ven van de auteur zullen ze niet
verschijnen.
Zoals Wilfred is zó ziet Green
de mens, de christen. Van de
dichtregel van Victor Hugo „Cha
que homme dans sa nuit s'en va
vers sa ïumière", waarvan de
eerste helft de titel leverde, valt
bij hem alle nadruk op „nuit".
„nacl.t" en het licht
slechts aan de overzijde.
Dit srtikel moet eindigen met
een aansporing dit boek te lezen,
dat aanzet tot denken, misschien
prikkelt tot verzet, en eenzaam
staat op het veld der Franse li
teratuur.
DU. M. C. v. d. PANNE.
pak instaat, dan bedoel ik te be
weren dat zijn bijbelse poëzie her
haaldelijk .ets van deze drie op-
irtoont,
komisch kan meebrengen. Is het
daar een nadeel, hier is het een
winst. Nooit werkt een gedicht
overtuigender dan wanneer de
dichter geen hoge borst opzet of
literaire profeet uithangt,
komt zoals hij is. Daarom
zijn wij niet meer zo onder de in-
regels als deze:
rondom de kern van een per
soonlijke conceptie. Bij de oudere
dichter is de behoefte aan melo
dieusheid, als waarde-op-zichzelf druk
niet merkbaar meer, er wordt
niet meer gesproken over De rode stroom van het ver-
„vreemde schoonheid" (bij zo'n gevend bloed
term vergaderen zich vele Wast onontkoombaar uit de
schimmen uit het rijk der kunst smaad der wonden.
de jaren 18901910 ongeveer, Wie sloeg Hem? Wie heeft zijn
zoals de schimmen der afgestor
venen rondom Odyssèus offer).
Ook de vroeger soms merkbare
behoefte aan. gewichtigheid en ge
heimzinnigheid is verdwenen. In
de plaats daarvan zijn gekomen „,00,^
eenvoud en kernachtigheid en dat
geldt niet alleen voor de vorm,
maar ook voor de visie. Ik citeer
het begin van het gedicht De Ver-
«1
Nog is mijn ti]d met.
Duivel, ga 1 een.
Blijf, steen, nog steen
En, honger, bijt niet.
gelaat geschonden?
Wie heeft bij de herkenning
niet geboet?
met hun retorische vragen en een
«Is „onontkoombaar",
worden wij wèl geboeid
door de eenvoud en kernachtig
heid van De Schriftgeleerden en
De Wijzen, dat zo begint:
Zij hebben neergezeten
Bij hun vergeelde boeken,
Zij hebben niet geweten
Dat God geboren was.
Daarna zullen verplaatsbare ajg
kiest hem als tact
haa:
het zelfs het hoofd
motief uitmaakt. Green behan-
Dan bloeit tussen de^ thema met kiesheid
Daarin stemt hij
i overheersende richting ir
sdendaagse letterkunde die
amelijk oog heeft voor de z
het menselijk
Doch bij Greene blijft het matisch,
aar niet bij. God geeft genade u:J J~
'aar de kerk de zondaar
feeft afgeschreven, of waar
andaar zich dat zelf al gedaan niet
eeft. De genade speelt zo'n over-
ïachtige rol dat men hem wel de
rotestant onder de rooms-katho- -----
eke schrijvers genoemd heeft heeft zijn geloof
hij ook in eigen kring wel 1-
s met argwaan Is gadegesla-
met zou bijna gelukkig kunnen zijn
1 de als een verslaggever en een plan-
oor- ter hem niet met alle geweld aan sche avonturen, die hun
zijn roemrucht verleden wilden vinden op de straat of
-- jjonge
Doch ten onrechte. Het rooms-
herinneren. Dan volgt er een dra-
niet te zeggen een
bijna drakerig einde, dat niet ge
il heel logisch uit de toestand voort
vloeit, maar daar maalt Greene
de geboeide lezer ook
niet. Deze zeer realistische
roman ligt in de lijn van de an
dere „serieuze romans". Querry
heeft zijn geloof (schijnbaar?)
verloren, evenals de dokter die
zonder illusies voortploetert, doch
Greene laat
het Christendom
te 1
het slop van echtbreuk
verraad voeren, als niet de jonge
walgt van zichzelf, vrouw, zonder haar liefde te ver- „JHL.
de laatste ervaringen, loochenen, de band had verbro- onder de invloed
tracht aan de greep van zijn ken.
demon te ontkomen. Tevergeefs Dit nieuwe element in zijn be
gaat hij kerk na kerk binnen; staan werkt zuiverend op hem in.
het sterkt hem niet in zijn strijd. Hij zoekt Max op om hem ver-
Vol schaamte verstopt hij zijn giffenis te vragen voor de
crucifix in een lade, hij voelt zich slagen; hij vindt een door
een huichelaar, maar de spanning hoop over zijn vastgelopen leven
tussen zonde en genade blijft. tot waanzin gedreven man. Een
Zo is de tragische visie van kogel uit Max's revolver treft
uutll Green op het christen-leven. De hem dodelijk. Als Max, ontnuch-
riniHpliik' 7ien trouwe bijbellezer, die hij is, ge- terd, naast hem knielt en smeekt:
1 fill PP 7.Hn daphnpk kpnt hpf uinnrH Vprceef ttip 7pit nil
Mr. Knight is
gebroken lijnen,
hij de strakke
ie minachtend
spreekt over de roomse ceremo
nieën en de dualiteit in Wilfreds
schijnt te doorzien; later
le invloed van zijn ziek-
zijn woord veel milder
en betoont hij de jonge man veel
genegenheid. Met dat al blijft hij,
zijn verhouding tot Phoe-
levend voor ons
Uiteenlopende
waardering
tuige zijn dagboek, kent het woord „Vergeef me. Zeg alleen ja
^uv.11 ten CV.UW.. oow. - nat.„ L-hh-n hpt van Paulus in Romeinen 7 over Christus' wil," dan is dit ja Wil-
atholicisme weet ook dat het daad ligt. De Pat«* n«J>'en het de gtrijd tussen geest en vlees> fredg laatste W00rd.
e1aat 00k zo be£freoen- want 211 beera- de apostel besluit met zó moest dit leven eindigen in reld
genade moet leven, al slaat ook
et goede werken hoger aan
an de protestant. Nu, in goede
erken roemt Greene allerminst,
'f het zou dan moeten zijn dat
laatste spoortje van berouw
begrepen, want zij begra-
hem in gewijde aarde, waar
ook reeds een hoekje voor de dok
ter uitgespaard is. (Uitgave Con
tact, Amsterdam).
DR. J. WYTZES.
Hoe over dit boek te oordelen?
Voor de a-religieuze mens is het
bezwaarlijk in de gedachtenwe-
Green binnen te treden.
1 juichtoon, stijgt uit vele blad- de conceptie van Green. De dood Wie de autonomie
zijden van dit boek de kreet op: alleen brengt rust en vrede. Na
„Ik ben verloren". Tot op het zijn bezoek aan de dodenkamer
laatste ogenblik blijft deze span- zegt Mr. Knight; „Nooit zag ik
aanvaardt, zondebesef beschouwt
een psychische misvorming
genade als een leeg woord,
menselijk kan "alleen de literaire kwaliteiten
Landen der aarde,
Verdwijn, verdwijn:
Nog is woestijn
Mij meer van waarde
Zonder dit persoonlijk accent
dat
eindigt („Zij" zijn i
O Heer, verberg U niet voor mij
Wanneer ik mij verberg voor U.
Gij weet het, ik ben bang voor U,
Ontvlucht U en verlang naar U.
O ga niet aan mijn hart voorbij!
En wees niet toornig over mij,
Wanneer ik U geen liefde bied.
Ik noem U, maar ik ken U niet,
Ik buig mij, maar ik ben het niet
En mijn gebed is tegen mij.
Spreek zelf in mij het rechte woord.
Zo vaak ik woorden voor U vond,
Heb ik mij in myn woord vermomd.
Nu wacht ik, tot Gij zelve komt
En spreekt zodat uw knecht het hoort.
Heer, roep mij als uw dwalend schaap,
Dat U niet zoekt en U niet vindt.
Geef mij als een die Gy bemint,
Geef dat ik als uw eigen kind
Uw stem mag horen in myn slaap.
Zij brachten Hem geschenken,
De gouden schat der aarde,
De wierook van hun denken,
De mirre van hun leed.
En die eenvoud brengt in de
vormgeving vanzelf iets speels
mee. o.a. in het gedicht Jona,
waarvan de eerste strofe luidt:
Mens, word toch wakker, wij
Worstlen in ongetij
Jij in je rustige rust
Van alles onbewust
Bent een schuldige in ons
midden.
Help tenminste met bidd.en
En roep, dat wij niet vergaan,
Alle goden voor ons aan.
In dit soort werk vinden wij de
dichter op zijn zuiverst en
sterkst. De bundel Bijbelse Ge
dichten heeft voor mij iets klas
sieks verkregen; hij vertegenwoor
digt de gehele dichterfiguur Muus
Jacobse naar groei en vermogen.
De bundel is vroom en speels,
profetisch en gewoon-menselijk,
knap en bewogen. Er is een or
ganisch geheel tot stand gekomen.
Ik geloof dat deze bundel zo van
blijvende betekenis geworden is.
- BIJNSDQ&Cf