WERKEN
LEVEN
%uimte
voor ons....
VD
Jonge
Jonge
mensen
mensen
in
in
de
de
groie
groie
stad
stad
ZATERDAG 21 JANUARI 196
kapster uit. Het knippen en kammen, het
zat haar al jong in het bloed. Reeds van
n kennissen niet veilig voor haar scherp
en en nichten zaten in. de geïmproviseerde
ELLEN... 79 maal Suiker
Er is wél het een en ander veranderd in die kamer. De glimlachende
meisjeskoppen met de prachtig opgemaakte kapsels hingen toen nog niet
aan de muren en toch zijn zij er de oorzaak van dat wij hier zitten. Niet
zozeer de meisjes als wel de kapse'«
Maria oefent nl. het beroep van
bedenken van fantastische kapsels
haar tiende jaar waren vrienden e
snijdende schaar en scheermes: nev
salon geduldig op hun beurt te
wachten.
Het was dus een uitgemaakte
zaak. Maria solliciteerde en be
landde in de kapsalon van ,,De
Bijenkorf".
„Eigenlijk voel je je vooral
In het begin wat verloren
zo'n groot warenhuis. De ee
de ander nauwelijks. Een
mer komt in de plaats van je
naam. En dan de omgang met
de klanten. Er is hoegenaamd
geen vaste klantenkring. De vrouw
van de burgemeester komt er
bij voorbeeld maar ook boe
ren en buitenlui zie je, die, eens
in de drie jaar een dagje in de
stad, en passant hun haar laten
Daarom ben ik na een jaar
mijn leerlingentijd naar een
kleinere zaak gegaan".
„Dus na die tijd studeerde je
„Natuurlijk wel, je moet steeds
op de hoogte blijven met de ver
anderingen waaraan de mode nu
eenmaal onderhevig is. Daarbij is
er veel theoretische kennis vereist
voor ons vak. En verder leer ik
zo wat Frans en Engels".
We bedenken plotseling dat een
kapster zich een verantwoordelij
ke taak toebedeeld ziet. Van
EZ
De informatrice die achter de balie
/an „Gold Expres" staat is Ellen Boogerman:
goed gekapt hoofd kan het wel- „Zes maanden werk ik hier en ik heb het nog
slagen van velerlei ondernemin- steeds naar mijn zin. Jazeker, ik kan goed met
gen afhangen. Vooral als er spra- de baas opschieten. Na mijn M.U.L.O. heb ik
ke is van eerst een paar maanden bij Hartlieb gewerkt
(ik houd van bloemen), daarna ben ik vijf dagen
,,Zeg luister je nog. bij Louis van Roode geweest (dat is die bekende
„Ja ja je had het over die mozaïeklegger!!). Vervolgens enkele dagen op
kleinere zaak". een kantoor in het Groothandelsgebouw. Ik
„Nou daar heb ik het veel be- werkte daar bij de statistiek huishoudelijke
artikelen en werd kompleet gek van het streepjes
zetten, misschien heb ik daarom enkele maanden
vakantie moeten nemen. Na de vakantie ben ik
bij „Gold Expres" gekomen.
De telefoon rinkelt en zij pakt de hoorn op.
„Ja, hier reisbureau „Gold Expres",
Na een kort gesprek en enkele notities in een
woord tot de „mevroi" niet te rich- dik boek zegt ze: „Komt in orde meneer. Goede-
ten. Daarbij komt dat ieder die middag", en de hoorn komt weer op zijn oude
ergens een dag langer werkt dan plaats boven de kiesschiif,
jij barst van de kritiek". Dit is Ja. ik lees S1"33*- "Als J°n2e hond van
belangrijk en we noteren alles
nauwkeurig in ons boekje om
de laatste vraag te stellen:
„Heb jij nog bepaalde kritiek op
de werkgévers?"
„Ja, ik kan het beste een
voorbeeld geven. Je bedenkt, dat
de kappen nodig eens afgezeemd
moeten worden. Je staat op het
punt de zemenlap te pakken en op
dat moment roept de chef die
zegt dat je de kappen moet gaan
ter naar mijn zin. Er is
sfeer, je kent je collega's
van nabij en je gaat intiemer met
de klanten om. Ja het omgaan
met de mensen is het moeilijkst.
Als piepjonge leerling durf je het
DEZE WEEK
De VERHALEN oo deze pagina wer- i
den geschreven door: Cees van Dop, 1
Leo Faasse, Bert den Braber.
FOTO'S van: Jules Reek, Peter Mok-1
veld, Harrie Weitering.
TEKENING: Kees van der Velden. I
Dylan Thomas vind ik heel mooi.
Hij schrijft in een lekkere trant: „On
der het melkwoud" heb ik gelezen en
gezien. Claus vind ik ook wel goed,
soms een beetje te rauw. „Suiker" heb
ik voor t.v. en op het toneel gezien. Het
boekje las ik wel tachtig maal. „Bij
wijze van spreken", verbeteren wij.
Ze lafcht en terwijl ze een sigaret op
steekt, zegt ze: „Negen en zeventig
maal dan. Op het ogenblik ben ik de
Diamant" van Mulisch aan het lezen,
maar het is vrij moeilijk de ware strek
king te begrijpen.
Naar de radio luisteren? Ja, alle mo
gelijke jazz-programma's zoek ik op.
Maar op mijn bandrecorder staat ook
muziek van Bizet en Offenbach en zelfs
van Elvis Presley. Verder luister ik naar
Openbaar Kunstbezit. Op deze cursus
ben ik al vier jaar geabonneerd. Ik
schilder zelf ook een beetje. (Toen ik
op school zat heb ik de zaterdagmiddag-
akademie bezocht). Verder kijk ik wel
eens fototijdschriften van mijn vader
door. In Twen staan ook machtige fo
to's.
Achter haar hangt de muur ook vol
met fotos (affiches van hotels, chalets,
eifeltorens enz.). Die foto's zal ze wel
niet bedoeld hebben.
ClDaar bly\t de tijd?
TN minder dan geen tyd was de bok klaar en
-I voer naar de kant. Het regende zachtjes, de
lucht was overal grauw en het werd nu snel don-
De mannen liepen over het dek, sommigen wa
ren nog bijna jongens; één was al oud te noemen.
Toen de bok tegen de wand schuurde sprongen ze
er af en legden hem vast. Dan naar het waslokaal.
Het rook naar zeep en natte doeken, hoewel ze er
niet waren. Sommigen maakten hun handen wat
schoon. Een jongen dronk water en spuwde In de
Er werd weinig gezegd. Ze waren moe, maar
niet voldaan. Dat waren ze nooit, 's Morgens en
in schafttijd wanneer ze nog genoeg energie had
den scholden ze of maakten ze het elkaar lastig.
Maar dat went al vlug. Nu bromden ze hoogstens
wat en lieten water over hun handen stromen. De
kranen, de naakte vloer, de wasbakken alles was
koud en nat.
Daarna trokken ze door de loods. Een stalen ske
let. Het geraamte van een monster waarin men niet
ongestraft rond kon lopen. Er was niemand. Er
was niets te zien dan onbepaalde, dreigende sil
houetten.
Daarna op de fiets naar huis. Naar huis, dat be
tekent naar het warme eten, dat onder de halfop-
gestoken lamp dampt. De lucht van kool vermengd
met die van het eigen huis, of als de was in de
kamer hangt te drogen, vermengd met chloor. Kin
deren die al gegeten hebben en halfuitgeklced rond
kruipen onder de tafel voordat ze naar bed wor
den gebracht. Een moeder of een vrouw die wei
nig zal zeggen, omdat er niets te vertellen is of
omdat ze ook de hele dag gewerkt heeft: Of die
juist te veel zegt, veel te veel. Na het eten wat
mijmeren bij de radio of krant én dan niet te Iaat
naar bed. En aan het eind van het jaar vragen
ze: „waar blijft de tijd?".
PETERliever wilde vaari
MARIA....
je moei op de hoogie blijven
piBliraililllli!III!l«l!llll!IIIIIIIIII!lllll!l!llill!™
Hl IONGE MENSEN werken in de grote
Hl 1 stad, jonge mensen leven in de grote
=H stad
H§ Onder deze titel brengen wij de ver-
dere verkenningen op het terrein der
II werkende jeugd. Wij zullen in dit kort
HE bestek niet alle facetten van dit pro-
III bleem werken is voor ons een pro-
iü bleem kunnen belichten. Wellicht
gj zullen wij in de toekomst ons onder-
H§ werp kunnen uitbreiden met dieper-
g! gaande studies. Ondertussen aanvaarden
wij dankbaar alle soorten opmerkingen
van de lezers die tot verrijking van deze
materie kunnen bijdragen.
Misschien zullen enkele sceptisch ge
stemde ouderen het wat arrogant en
pretentieus vinden om het nieuwe jaar
met deze reportages te beginnen; hij of
zij laat ze ongelezen. Waarom zich no
deloos geërgerd?
Wél zou de redaktie het advies wil
len geven déze kolom ten einde toe te
savoureren. Zij bevat nl. niet direkt
onthullende opzienbarende medede-
NEDERLAND is een bijzonder land.
Het is bijzonder in meer dan één
opzicht. Niet alleen omdat het altijd re
gent of omdat er zoveel meningsver
schillen zijn, maar om een reden, die
heel gewoon bevonden zal worden. Wat
is het geval? Wel, Nederland kent
praktisch geen mensen die niets doen
(voor de enkeling die de regel beves
tigt zie „Een ellendige nietsnut").
Elke man van Neerlands stam is nut
tig, staat ten dienste. Tot zover zou het
allemaal makkelijk geweest zijn een pa
gina te schrijven over de „werkende
jeugd". Maar, en pu schuilt er een bij
zonder wild spartelende adder onder
het gras: het wonderlijke is dat de Ne
derlanders geen werkers zijn pursang.
Geen enkele houdt zich aan de voor
geschreven arbeidsduur op fabriek of
kantoor, maar heeft nog verdergaande
aktiviteiten: in de avond en nacht werpt
hij zich op studieboeken, bezoekt cur
sussen of drijft het gezin het huis uit
met lijmgeur en hamergeklop. Kortom,
zolang zijn oogjes gluren is hij aktief.
Dit alles is ons uit een, door ons in
gestelde, zeer recente bliksemenquête
duidelijk geworden.
llilllllllllllllllDllllllllllIllllII
DE TWEEDE ontdekking die wij gedaan S
hebben is deze:
Tijdens onze voorbereidingen voor {s
deze pagina zijn wij tot het besef ge- S
komen dat wij vastliepen met een spe-
cifieke Nederlandse denkwijze nl.: het U
denken volgens systemen, het hokjes Ui
maken, het in vakjes verdelen, het m
naampjes geven; de zaak is altijd wit of H
zwart, wij weigeren het grijs te onder- gij
kennen.
Welnu, deze pagina is grijs. Niemand IJ
is alléén zwart of alléén wit. Niemand f|§
is alléén scholier en student (herinner je f§|
je nog de pagina „Laat Uw zoon stu- H
deren"?) of alléén zwoeger en slover. In ül
tegendeel, uit voornoemde enquête is
gebleken dat beide samengaan.
Bedenk altijd dit: wanneer men iets 1U
op deze pagina tegen mocht komen dat §|g
de wenkbrauwen doet fronsen, dan was 1||
dat iets niet zó scherp bedoeld. Wanneer 5
daarentegen sprake is van een slappe H
zegging, dan mocht of kon het niet ]ji
Nogmaals:
Houdt moed. In het een is het ander;
alles is grijs.
De bizarre titel van de door Remco Campert
verhalenbundel Een Ellendige Nietsnut" heejt (voor zov
ik heb kunnen nagaan) niets uitstaande met het onderwei
van deze pagina „De Werkende Jeugd". Dit ter gerustste
ling. Trouwens de titel van een boek is meestal niet altijd
jelkleurig en geurig etalagemateriaal, dat de kopers mot
lokken.
„Op de trap vragen wij hem
wat hij in zijn vrije tijd doet.
„Ja, ik kijk wel eens naar de
televisie", zegt hij op een toon
van ik-kun-er-ook-niets-aan-
doen-dat - die -dingen -uitgevon
den-zijn. Dinsdagsavonds is er
soms wel eens een aardige
film. Variété's vind ik ook wel
leuk. Wat ik zeer interessant
vind, zijn de praatjes van dr.
Van Zwol.
Verder lees ik wel in mijn vrije tijd
detective-(Mike Spilane) of oorlogsboe
ken. Ik ben op het ogenblik bezig met
een boek van M. Buckmaster, de. titel
is „Met de rug tegen de muur". Soms
ga ik met een paar vrienden naar de
bioscoop. Vorige week ben ik nog naar
de zangfilm „Marina" geweest. Was wel
Intussen zijn we in de fietsenloods ge
komen. Naast een gereedschapskist
ligt ongeveer een halve meter schroe
ven, moeren, boutjes, ringen en andere
onderdelen. In een minimum van tijd
zit het achterwiel in elkaar en trapt
hij de motor aan. „Even proberen, hoor",
zegt hij en rijdt de straat in. „Nee zelf
doe ik niet aan sport" antwoordt hij
nog. „Ik kijk alleen naar auto- en mo
torraces." en met grote snelheid
verdwijnt hij om de hoek van de straat.
De bundel Van Camipert b
naast het titelverhaal nog in
andere verhalen, die zich in d
eerste plaats van het titelverha;
distanciëren door een imeer tole
rante titel nl. Grote Vacantif
James Dean en het Verdriet. E
waren eens..., en Exel Burmmai
Remco Campert stelt in het
haal „Een ellendige nietsnut
een prcibleem aan de orde, da
reeds door verschillende modem
auteurs is behandeld. Hugo Clau
deed het in „De Koele Minnaar'
op een onnavolgbare wijze. Hoe
wel de twee hoofdpersonen (Le
en Ediward uit respectievelij
,Een Ellendige Nietsnut" va
Campert en „De Koele Minnaar
van Claus) niet geheel gelijk g
steld kunnen worden, is toch ee
zekere affiniteit tussen de onpei
bare leegheid van hun kara'ktei
aanwijsbaar. Beiden heten gefru
treerd door het leven te zijl
(Lex is al 26 en verwacht nie
meer van het leven. Hij kan ni
tekenen en schilderen dus h'
doet niets meer!) Wat mij ve
der als overeenkomst in de tw
romanfiguren frappeert is het vo
ledig parasiteren op hun gelieft
en de maatschappij. Een mental
teit die (zover ik weet) in de li
venspraxis maar zelden, voo
Van geheel andere allure e
van ongekende schoonheid is hi
verhaal „Er waren eens..." Hi
handelt over twee jongens die r
de gespannen, laatste oorlog
maanden een Engelse jeep stelt
en een juichende, roekeloze r
door de bossen, langs de akke
en de boerderijen in de otmg
ving maken als reactie op de gt
bondenheid van thuis en de dru
van het gezag. Hieruit spree!
een onstuimige drang tot levei
die wel een schrijnende antipcxi
vindt in het titelverhaal „Een
lendige nietsnut".
Met de reeds eerder verschene
verhalenbundel van Campert ,.D
Jongen met het Mes" vergeleke
vind ik dat Remco Campert 1
aan plasticiteit heeft ingeboet,
dit een voordeel is, valt moeilij
te zeggen. De uitstekende, lyi
sche novelle „Er waren eens...
mist het gelukkig niet. Alleen d<
ze novelle is reden genoeg de bur
del aan te schaffen.
STUDEREN?
niks voor m
je krijgt er bleke, wek
handen van
je gezicht wordt grijs
dat voortdurend binnei
studeren maar jongens
tot 's avonds twaalf uu
blokken
en 's morgens zes
weer achter de boeke
zitten
boeken, Boeken, BOEKEÏ
steeds maar weer dat ge
ik begrijp niet hoe
uithouden
als ze het week-end vri
hebben
pakken ze een boek
lezen wéér!
geen romannetjes of de
tective boeken
nee dan lezen ze
„goed" boek
literair verantwoord
men ze dat geloof ik
een zoon van de broer va:
mijn vader
is ook zo iemand,
gen dat hij dokter wi
worden
zelf zegt hij ik studee
medicijnen, (hum)
gelukkig komt hij
zelden bij ons
want een behoorlijk ge
sprek kan je met hen
niet voeren
nee geef mij maar
jongen die zijn dagelijk:
met zijn handen verdient
die heeft ten minste nie
van die flauwe kul ei
daar kan je gewoon
praten
over de voetbal of
die cow-boyfilm in d<
Harmonie.
en ellendige nietónut
Ditmaal hebben wij het goed getroffen. Geen interview op een win
derige straathoek of in een rumoerig café, maar gezeten in een makkelijke
stoel op haar kamer. Dezelfde kamer waar Maria met de klemtoon
op de eerste a zeventien jaar geleden het levenslicht aanschouwde.
velonne uit ziin hinnenzak en ^al£ië en Zwitserland, eèn soort wilde
veioppe uu zijn DinnenzaK en binnenvaart dus) NatUurlijk heb ik ge
laat zijn ontslagbrief aan ons zorgd dat mijn loon van deze week af
lezen. AANNEMERS- en SLO- wordt uitbetaald.
PERSBEDRIJF staat er boven. Waa,ro™ ik "iej ee" lijnschip ga
varen? Ik vind dat je dan steeds de-
.Hierbij verlenen wij eervol ont zelfde route vaart: wat niet het geval
slag aan...." is met een zSn- trampvaarder. Als ik
een tijdje gevaren heb, ga -ik proberen
„Ik heb hier ongeveer tien maanden bet binnenvaartdiploma te halen. En
gewerkt als motordrijver" zegt hij met dan solliciteren naar de havensleep-
weinig spijt in zijn stem; „er zat voor dienst.
de toekomst weinig vooruitzicht in. Een Weten jullie misschien een technische
paar weken geleden sprak ik een schip- boekhandel in de buurt, want ik wil
per van de- binnenvaart en deze kon graag een studieboek over :scheepsmo-
een matroos-motordrijver gebruiken. Ik toren meenemen.
hoefde er niet lang over na te denken, „Gaan jullie even mee naar de fiet-
want ik heb altijd graag willen varen senloods"? zegt hij terwijl hij opstaat
Ontslag was gauw aangevraagd. Nu is van zijn stoel en de bandrecorder waar-
het maar wachten tot het schip weer aan hij bezig was naar het midden van
in Rotterdam komt. (Het is een parti- de tafel schuift. ,,Ik moet nog even een
culier schip dat zijn vrachten laadt en brommer van een kennis nakijken. Hij