TUINDORPERS:
ZIJN TEVREDEN
C.H. Tweede-kamerfractie en
de Kabinetscrisis
Jaar na de overstroming
9
ZATERDAG 14 JANUARI 1961
door mr H. K. J. BEER>L\H
voorzitter van de Christelijke Historische Unie
"LJOEWEL de kabinetscrisis al weer tot het ver-
•*- leden behoort, wordt er door menigeen nog druk
over nagepraat. Begrijpelijk, want een kabinetscrisis
pleegt in Nederland alleen maar plaats te vinden,
wanneer er iets bijzonders aan de hand is.
Had deze crisis niet voorkomen kunnen worden,
zo vraagt de een. Kon men elkaar nu beslist niet
vinden, zo merkt een ander op. Onbegrijpelijk, zo
zegt een derde, dat een verschil van 2500 woningen
tot een zo ernstig conflict moest leiden. Weer een
ander verbaast zich over het feit, dat de Christelijk-
Historische Tweede-Kamerfractie, die van nature
gouvernementeel pleegt te zijn, voor de motie van
de heer Van Eibergen c.s. heeft gestemd.
Misschien mag ik bij het laatste beginnen. De Christe-
lijk-Historische Unie is inderdaad gouvernementeel van
aanleg. Zij is dat altijd geweest en zal dat naar mijn me
ning ook in de toekomst zijn en blijven. Zij wil de Rege
ring gaarne zoveel mogelijk steunen en het de Regering
beslist niet moeilijker maken dan strikt noodzakelijk is.
Wanneer nu de Christelljk-Hlstorische Tweede-Kamerfrac
tie op 22 december J.l. de Regering niet heeft kunnen steu-
daad het geval.
De woningnood
Mr. H. K. J. BEERNIXK
Het ging op 22 december 1960 over de wijze, waarop de
woningnood in ons land zou worden bestreden. Hierover be
stonden meningsverschillen tussen de gehele Kamer aan de
ene kant en het kabinet aan de andere kant. De gehele Ka
mer drong aan op het in 1961 bouwen van 5000 meer wo
ningen dan de minister van volkshuisvesting en bouwnijver
heid wilde. De minister had een bouwprogramma opgesteld
van 80.000 woningen, te verdelen in 15.000 woningen in de
z.g. vrije sector, 32.500 in de z.g. premiesector en 32.500
in de zg. woningwetsector. De Kamer drong eenstemmig aan
op 85.000 woningen. Zij deed dit, omdat er in ons land nog
een ontstellende woningnood heerst. Zij, die in het geluk
kig bezit van een goede woning zijn, zijn wel eens geneigd
wat weinig bij deze dingen stil te staan, maar de tiendui
zenden woningzoekenden in ons land vragen zich vaak met
ergernis af, of het in deze dagen van hoogconjunctuur nu
niet mogelijk is de woningnood met veel meer kracht te
bestrijden.
Het kabinet was in beginsel gaarne be
reid een groter aantal woningen tot stand
te laten komen; bij monde van de minis
ter van volkshuisvesting waarschuwde
het echter uitdrukkelijk tegen een over
spanning van de bouwmarkt. Van de zijde
van de Kamer werd daartegenover ge
steld, dat er over het gehele land nog
een heleboel bouwcapaciteit ongebruikt
ligt, zodat voor overspanning van de
bouwmarkt niet de vrees behoeft te be
staan, die de minister koesterde.
Het zat de Christelijk-Historische frac
tie hoog, dat de minister in eerste instan
tie niets wilde toegeven. Ook andere
fracties uitten hun bezwaren. Zo noemde
de K.V.P.-afgevaardigde Van Vliet het
eigenlijk onverteerbaar en irriterend, dat
de inloop op het woningtekort in ons
land zo traag verloopt. Dit tekort is in
een aantal gemeenten eer groter dan
kleiner geworden en er is geen uitzicht,
wanneer deze ellende achter de rug zal
zijn. Diverse Kamerleden wezen op de
gevolgen van het woningtekort, nl. ge
dwongen samenwoningen in te kleine
ruimten, handhaving van krotten, die een
schande zijn in onze welvarende samen
leving, weekend-huwelijken, herhaald
uitstel van huwelijken e.d. Nogmaals,
mensen, die een goede woning hebben,
spreekt dit alles misschien wat minder
aan, maar van een Christelijke politieke
groepering als de Christelijk-Historische
Unie mocht en kon worden verwacht,
dat zij met zeer grote aandrang zou op
komen voor het geven van een hoge
prioriteit aan de woningbouw.
Is dat dan vroeger nooit gedaan, zo zal
men vragen. Zeer zeker. Maar in vroeger
jaren was er, wat het bouwprogramma betreft, tussen Kamer
en Regering veel meer overeenstemming. Nu kon de Chris
telijk-Historische Tweede-Kamerfractie zich niet onttrekken
aan de indruk, dat de minister te weinig rekening hield met
de eenstemmige en in de gegeven situatie ook volkomen
redelijke wens van de Kamer om 5000 woningen meer te
laten bouwen. De fractie heeft daarom de motie-Van Eiber
gen, waarin om 5000 goedkope woningen meer werd ge
vraagd, van harte gesteund. Zij deed dit terwille van de
zaak, niet om een kabinet naar huis te sturen. Zij deed dit,
omdat de zaak haar zeer hoog zat en omdat in de motie
als het ware een hartekreet tot uiting kwam. Er was. dus
volgens de fractie wel iets bijzonders aan de hand!
Het Is algemeen bekend, dat de voorzitter van de frac
tie, dr. Tilanus, nu niet bepaald een vriend van moties
ls. Slechts bij hoge uitzondering werkt deze toch wel bij
uitstek gouvernementele politicus aan de indiening van een
motie mee. Thans heeft deze evenwichtige, voorzichtige
fractieleider, die door niemand van politieke scherpslijpe
rij zal worden verdacht, terwille van de zaak zijn steun
aan de motie gegeven.
Politiehe gevolgen
Maar hebben dr. Tilanus en de andere leden van de
fractie dan niet gedacht aan de gevolgen van aanneming
van de motie, zo zullen velen vragen? Men wist toch im
mers, dat het kabinet dan zou heengaan. Inderdaad wist
men dat. Maar wanneer men in zijn geweten overtuigd is
van de juistheid "van een motie, mag men dan op het
laatste moment, onder de druk van een bedreiging, dat
het kabinet zou heengaan, weer gaan terugkrabbelen? Een
dergelijke pas terug zou door velen in den lande trouwens
beslist niet begrepen zijn en zou o&getwijfeld menigeen
hebben doen zeggen; „Daar heb Je die slappe C.H.U.
weer!" Een teruggaan was na de gevoerde debatten prak
tisch niet meer piogelijk. Het standpunt van de fractie
was door de heer Van der Peijl in alle duidelijkheid naar
voren gebracht en het kabinet wist, dat er met de C.H.-
fractie niet te marchanderen viel.
Bovendien had en hier hebben we de eigenlijke
oorzaak van de kabinetscrisis te -pakken minister
Van Aartsen nooit mogen zeggendat hij bij aanneming
van de motie zou heengaan en dat hij zelfs zou heen
gaan, wanneer een belangrijke meerderheid van de
A.R.-fractie voor de motie zou stemmen. Minister Van
Aartsen wordt in de Kamer gewaardeerd om zijn wijze
van optreden. Men stelt vertrouwen in hem. Dr. Tila
nus heeft uitdrukkelijk uitgesproken, dut de C.H.-fractie
hem weet te waarderen zowel om zijn persoon als in
menig opzicht ook om zijn beleid en zijn toewijding
in 's lands belang. Nu was minister Van Aartsen op
22 december 1960, minder op dreef dan gewoonlijk. Hij
had kennelijk last van een griepaanval. Hem kennende
als iemand, die de parlementaire verhoudingen heel
goed op hun juiste waarde weet te schatten, durf ik
een misschien wat gewaagde uitspraak te doen: zonder
griepaanval zou zijn redevoering wellicht wat anders,
wat soepeler zijn uitgevallen en had hij zijn bedreiging
heen te gaan wellicht achter de omheining van zijn tan
den gehouden; dan zou er geen kabinetscrisis gekomen
Doordat minister Van Aartsen een te sterke binding
tussen hem en de A.R.-Kamerfractie legde, werd deze
crisis plotseling geforceerd. Ook bij de A.R.-fractie sprak
echter het geweten, zodat zij de motie-Van Eibergen
handhaafde.
Nu lag er nog een andere motie, n.l. de motie van de
K.V.P.'er Andriessen, die mede werd gesteund door en
kele leden van de V.V.D. Deze motie ging minder ver
dan de door de A.R. en C.H.-leden ingediende motie-Van
Eibergf-n. Om dit te begrijpen, moet men even letten op
het feit, dat er in ons land woningen worden gebouwd:
A. in de vrije sector;
B. in de woningwetsector;
C. in de premiesector.
De woningen, die in de vrije sector worden gebouwd
kosten het rijk niets. Zij leveren bovendien weinig admini
stratieve moeilijkheden op.
Voor de woningen, die in de woningwetsector tot stand
komen, geeft de rijksoverheid belangrijke subsidies.
Voor de woningen tenslotte, die in de premiesector tot
stand komen, stelt het rijk premies beschikbaar.
Wat zien we nu de laatste tijd gebeuren? Terwijl er vroe
ger veel te weinig woningen in de vrije sector werden ge
bouwd, is dat aantal op het ogenblik belangrijk gestegen.
De Christelijk-Historische Tweede-Kamerfractie heeft zich
hierover op zichzelf genomen verheugd. Hoe eerder wij
van de subsidiëring van de woningbouw af kunnen, en hoe
eerder de administratieve rompslomp rond de woningbouw
verdwenen is, hoe beter.
Maar het is de vraag, of het tempo, dat hierbij wordt
betracht, niet te snel is. Het nadeel van de bouw in de vrije
sector is namelijk, dat zij zo weinig goedkope woningen
oplevert en juist aan goedkope volkswoningen bestaat de
meeste behoefte. Het overgrote deel van de woningzoeken
den in ons land kan slechts een lage huur betalen en deze
lage huren vindt men uitzonderingen daargelaten niet
in de vrije sector, maar wel in de woningwetsector en in
de premiesector, omdat het Rijk daar geld bij geeft. Tei
sterke uitloop van de vrije bouw levert daarom een gevaar
op voor de totstandkoming van goedkope woningen in de
beide andere sectoren. j
Wat wilde de motie-Van Eibergen? Zij vroeg in 1961 het!
aantal te subsidiëren woningen te verhogen van 65.000;
op 70.000.
De moetie-Andriessen wilde volstaan met verhoging van
het aantal te subsidiëren woningen van 65.000 op 67.500,1
terwijl dan de regering in ae loop van het eerste halfjaar
1961 met de Kamer in
vraag, of er nog meer
kunnen worden gebouwd.
De motie-Andriessen verschilde dus wat de tekst betreft
niet zo veeel van de motie-Van Eibergen.
Maar zij hield één gevaar in en dat be
stond in de mogelijkheid, dat de vrije
bouw in het eerste halfjaar van 1961
dusdanig zou uitlopen, dat er geen bouw
capaciteit meer beschikbaar zou zijn voor
de bouw van voldoende goedkope wo
ningen.
Had minister Van Aartsen zich nu nog
bereid verklaard de vrije bouw, indien
nodig, wat af te rememen, dan zou de
zaak misschien nog anders gelopen zijn,
maar hij wilde geen toezegging in deze
richting doen.
Pogingen om beide moties door één
gelijkluidende motie te doen vervangen,
zijn aangewend, maar mislukt Het zal
uit het bovenstaande duidelijk zijn, dat
de motie-Andriessen eigenlijk een andere
strekking had dan de motie-Van Eiber
gen, die als het ware de koe beter bij de
horens pakte en die de .vrije bouw wat
meer in toom hield. Juist terwille van de
sociaal-zwakkeren, voor de lieden met de
smalle beurzen, gaf de C.H.-fractie zonder
enige aarzeling voorkeur aan de motie-
Van Eibergen
Voert Nederland geen sociaal-gericht
woningbeleid, dan komen wij de eerste
tientallen jaren niet uit de woningellende!
Heeft de fractie zich'wèl gerealiseerd,
dat met het kabinet ook de C.H.-ministers
Beerman en De Pous zouden verdwijnen,
zo zal iemand vragen. Voor de fractie
was dat geen moeilijkheid. Dr. Tilanus
heeft uitdrukkelijk uitgesproken, dat de
fractie prijs bleef stellen op een combi
natie van het kabinet, zoals wij die op
het ogenblik hebben, dus met twee C.H.-
ministers. Er is tijdens de hele kabinets
crisis geen moment sprake geweest van opneming van so
cialistische ministers in het kabinet; de P. v. d. A. wilde1
dat trouwens zelf niet. Algemeen werd gedacht aan een te
rugkeer van dezelfde combinatie, dus weer met twee C. H.
ministers. De fractie deelt het justitieel beleid van minis
ter Beerman en het economisch beleid van minister De
Pous, al zullen er op onderdelen nuanceverschillen zijn,
maar is eigenlijk nooit bang geweest, dat deze bewindslie
den niet zouden terugkeren. De fractie heeft zich verheugd
in het feit, dat noch minister Beerman noch minister De
Pous uitspraken hebben gedaan, die staatsrechtelijk aan
vechtbaar zijn. „Hoe dichter bij de Kroon, hoe minder par
tijman", hebben zij terecht gedacht.
Met de C. H. ministers, met minister Van Aartsen, met
minister Zijlstra (wiens financieel-economische politiek een
rol heeft gespeeld, niet alleen bij de landbouw, niet alleen
bij de loonpolitiek, niet alleen bij de politiesalarissen, maar
ook bij de woningbouw; tegen zijn beleid richtte zich mede
de kritiek van de A. R. Kamerleden) zijn alle in het kabi
net-De Quay zitting hebbende bewindslieden teruggekeerd.
Vijf voordelen
De crisis heeft slechts elf dagen geduurd.
Nodig was zij,- zoals gezegd, niet geweest.
De C. H. fractie heeft haar niet uitgelokt.
Deze crisis heeft voor ons land en volk gelukkig geen
nadelige gevolgen gehad. Wel zijn er enkele voordeel
tjes te constateren, enkele winstpunten of, zo men wil,
winstpuntjes, die voor de een wat sprekender zullen zijn
dan voor de ander.
1. Door terug te keren heeft het kabinet een concessie
gedaan; het heeft als het ware erkend, dat het heengaan
op 22 december voorlopig was en dat minister Van Aart
sen had kunnen volstaan met het naast zich neerleggen
van de motie-Van Eibergen.
2. Uit de regeringsverklaring, die minister De Quay
op 4 januari 1961 in de Kamer aflegde, sprak meer
warmte en meer gevoel ten aanzien van de woningellen
de dan uit de wat matte redevoering van minister Van
Aartsen op 22 december I960.
3. De Regering is nu zelf met voorstellen tot de bouw
van meer goedkope woningen gekomen, terwijl zij daar
in eerste instantie bezwaar tegen had.
4. Afremming in de vrije sector zal nu zo nodig plaats
vinden, waardoor de bouw van goedkope woningen min
der gevaar loopt.
5. Hopelijk is de verhouding Regering-Kamer wat ver
beterd.
Dc Christelijk-Historische fractie blijft inmiddels aan
de bouw van 5000 goedkope woningen meer vasthouden,
Dr. Tilanus heeft dat uitdrukkelijk uitgesproken. Zake
lijk is er voor haar niets veranderd.
Tenslotte nog deze opmerking: de fractie heeft haar
standpunt zelfstandig bepaald en zich niet op sleeptouw
laten nemen door andere fracties. Meningsverschillen in
de A. R. partij hebben haar standpunt in genen dele
beïnvloed.
Het stemmen vóór de motie-Van Eibergen was voor
de fractie een gewetenszaak!
Negerstudeiiten weer naar
universiteit
Een federaal gerechtshof heeft vrijdag
bepaald dat de twee negers die als stu
dent van de universiteit van Georgia
zijn geschorst, voor maandagochtend
weer moeten worden toegelaten.
Alle overheidsfunctionarissen van de
staat Georgia die met universitair on
derwijs bemoeienis hebben, werd boven
dien verboden de betrokken studenten
mej. Charlayne Hunter en Hamilton
Holmes, voortaan nog te schorsen of weg
te 'sturen.
De lastgeving werd verstrekt na een
onderhoud van twee uur met juridische
adviseurs van de staatsoverheid en van
d* beide negerstudenten.
Wesikhiiitse hulp aan
buitenland minder?
Het omvangrijke programma voor bui
tenlandse hulpverlening van de West-
duitse regering heeft vrijdag tegenslag
ondervonden door de beslissing van de
ministers van financiën van de tien
deelstaten der bondsrepubliek om teza
men niet meer dan 500 miljoen mark
beschikbaar te stellen voor de financie
ring van het programma.
De regering van de bondsrepubliek
had een bijdrage verwacht van 750 mil
joen mark voor het programma, waar
van de kosten in totaal op vier miljard
Macmillan naar Japan
De Britse premier, Harold Macmillan,
heeft een officiële uitnodiging om een
bezoek aan Japan te brengen, aangeno
men. Men verwaoht dat de Britse pre
mier de reis naar Japan niet voor het ko
mende najaar zal maken
mark zijn begroot. Het programma
heeft mede ten doel de druk op de dol
lar te verminderen.
Op een recente vergadering van de
deelstaat-ministers ls overwogen, dat
belastingverlagingen die onlangs door
de bondsregering zijn ingevoerd de ont
vangsten der deelstaten dusdanig ver
minderen dat ze niet meer dan 500 mil
joen mark kunnen bijdragen.
Jarige ANMB is
boos op regering
De bij het N.V.V. aangesloten Alge
mene Nederlandse bedrijfsbond voor de
metaalnijverheid en de elektrotechnische
industrie (A.N.M.B.), die gisteren tijdens
een bijzondere bondsraadsvergadering
in Amsterdam zijn 75-jarig jubileum
vierde, heeft het als een leemte gevoeld
dat de regering zich bij dit jubileum
niet heeft laten vertegenwoordigen.
„Hieruit blijkt opnieuw dat deze rege
ring geen gevoel heeft voor verhoudingen
en gespeend is van psychologisch in-
zicht", zei de algemeen secretaris van
de A.N.M.B. de heer L. P. G. Nelemans i
in zijn openingswoord. Hij deelde mede,
dat de minister van sociale zaken be-
richt van verhindering had gezonden I
i.v.m. een vergadering van de minister-
van de regering bij het jubileum van
de grootste werknemersvakbond van
Nederland eveneens. Hij deelde de me
ning van prof. De Gaay Fortman, die in
de Eerste Kamer de regering waar
schuwde, dat zij wat voorzichtiger moet
zijn bij het sociaal overleg.
Militairen hielden de wacht
tegen plunderaars toen de
Tuindorpers door het wassende
water waren getroffen.
IN de vroege ochtend van de 14e januari 1960, toen de nacht de wit-
berijpte akkers nog omhulde, liep vrijwel geruisloos de Noorder IJpol-
der met het daarin gelegen Amsterdams stadsdeel Tuindorp-Oostzaan
onder water. Meer dan tienduizend Amsterdammers (2568 gezinnen) wer
den uit hun laag gelegen woningen verdreven. Wie er toen bij was, daar
in die IJpolder, zal zich de trieste beelden die hij zag nog haarscherp her
inneren. Veertien dagen werden de Tuindorpers van hun huizen afgesne
den, daarna keerden zij terug in een woestenij. Voor honderdduizenden
guldens was schade aangericht.
EEN jaar na de rampdag, 14 janu
ari 1961, hebben we Tuindorp-
Oostzaan in Amsterdam weer eens
zoohit en we hebben er de men
sen gevraagd hoe de zaïken er thans
voorstaan. En, op een uitzondering
na, kregen wij gteeds te horen: „Wij
zijn tevreden!"
„Wij zijn tevreden", dat zeiden huis
vrouwen in de winkel van de slager
en de kruidenier en bij de halte
de stadsbus. „Er is voldoende gemop
perd, vooral in de eerste maanden, het
leek aanvankelijk of de overheid niets
d om onze spulletjes weer helemaal
orde te krijgen, maar later zagen
wel in dat er hard aan gewerkt
werd en dat we met zoveel duizenden
niet allemaal tegelijk onze zin konden
krijgen.
Goed, we zijn nu een jaar verder
alles is nog niet voor elkaar; m
kunnen begrijpen waarom bepaalde
dingen zo lang duren. Die overstro
ming hadden we natuurlijk liever niet
gehad; het bracht een heleboel ellen-
naar achteraf kunnen we beslist
niet zeggen dat we er slechter op ge
worden zijn. Natuurlijk ook itiet be-
maar dat mag je niet verwachten.
De schade is vergoed, we zitten er
;r netjes bij net als vroeger, hier
daar moet nog wat vernieuwd
en op veel plaatsen is een kwastje
verf hard nodig; dat komt allemaal
best voor elkaar. Wij zijn goed' tev.re-
Tevreden betoonde zich ook de heer
Lebbing, voorzitter van het wijk
centrum Tuindorp-Oostzaan. Een
die midden in de overstroming gezeten
heeft, bij wie het water tot 1.60 meter
de huiskamer stond. De schade die
zijn woning werd aangericht
niet gering, net als bij vrijwel ieder-
in „het dorp", maar daar wordt
niet meer aan gedacht De uitkering
het rampenfonds maakte het
gelyk de huishoudingen weer in
staat te brengen, minstens zo goed als
de oorspronkelijke.
TRAGE START
Over het herstel van de woningen
zegt de heer Lebbing: „Dat is traag
op gang gekomen en ja, naar het eigen
huis kijkt men uiteraard het snelst
activiteiten die ontwikkeld worden
de eigen woonstee weer bewoonbaar
aantrekkelijk te maken, spreken
tuurlijk het meest aan. Toen dit deel
het herstel dus wat langzaam op
dreef kwam, hoorde men nogal wat on
tevreden geluiden. Maar die zijn in de
loop van het jaar weggeëbd en over het
teen wonen hier nu weer tevreden
Amsterdammers".
Jonge gezinnen zijn er door de
overstroming in bepaalde opzichten
beter van geworden. Onder de druk
van de door de watersnood ver
scherpte toestand, werd door de over
heid het probleem van de inwoning
in dit stadsdeel energiek aangepakt.
Men zocht en vond in vrijwel alle ge
vallen oplossingen voor de inwoning
door jonge gezinnen en ouden van
dagen. Een bepaalde groep me
verdween uit Tuindorp-Oostzaan
een betere eigen huisvesting.
Dat men in Tuindorp-Oostzaan ang
stig is geworden door de lage ligging
van het stadsdeel ten opzichte van
water is beslist onwaar. Men weet dat
de overheid lering uit het gebeurde
heeft getrokken en dat maatregelen ge
nomen zijn en zullen worden om een
dergelijke ramp in de toekomst te voor
komen.
EENSGEZIND
De heer Lebbing, die zich bijzonder
interesseert voor het sociale leven in
Tuindorp, hebben we gevraagd of er
een verandering in de houding van de
bewoners ten opzichte van elkaar is
te constateren, na de dagen van uit
zonderlijke wederzijdse ëh Volkomeh
onbaatzuchtige hulp, thans een Jaar ge-
De heer Lebbing glimlacht als hij
antwoord geeft ..Tuindorpers zijn net
als alle andere Nederlanders: Als er een
grote moeilijkheid voor allen optreedt,
of dit nu een overstroming, een oorlog
of wat ook is, dan is men plotseling
eensgezind. Dan helpt iedereen, dan ver
geet men al zijn ruzies van de vorige
dag, zelfs de twisten die al jaren duren
Maar als de grootste narigheid voorbij
ls en iedereen zijn eigen peultjes we'
weer kan doppen, dan komt dat alle
maal weer terug en mèt de meubeltjes
de bel en de brievenbus, worden de
twistpunten weer opgepoetst tot de von
ken er af spatten. Zó zijn wij mensen",
ragt de heer Lebbing,
Bijzondere belangstelling hebben de
In een dergelijke toestand kwa
men de inboedels een jaar gele
den in Tuindorp-Oostzaan, zo
laat de bovenste foto zien. Daar
onder ziet men echter hoe het er
vandaag gelukkig weer uitziet
Tuindorpers, en hoe kan het anders,
voor het rapport dat het Amsterdamse
hoofd van de Bescherming Burgerbevol
king, de heer B. C. Mahieu, over de
ramp van vorig jaar 14 januari en over
alle maatregelen die naar aanleiding
hiervan werden genomen, samenstelde.
Zij knikken instemmend als zij horen
dat de heer Mahieu concludeert dat er
in de eerste uren, nadat het eerste alarm
was geslagen, onvoldoende coördinatie
heeft bestaan bij de hulpverlening. Niet
alle instanties waren direct op de hoogte
gesteld en wat vooral van groot belang
is, een organisatie die de leiding kon
nemen bij een dergelijke ramp, bestond
niet. In een nota Van burgemeester en
wethouders van Amsterdam wordt op
gemerkt dat alle door de heer Mahieu
gesignaleerde onvolkomenheden geen
rampzalige gevolgen hebben gehad, maar
dit is te danken aan de activiteit en het
inprovisatievermogen van de helpen!
van het eerste uur, de mensen van Tuin
dorp-Oostzaan zelf dus in eerste instan
tie.
Natuurlijk ls men In het rapport even
ingegaan op het „alles had veel erger
kunnen aflopen". Zo staat er in het
rapport; „Zou een dergelijke ramp bij
voorbeeld hebben plaatsgevonden ln de
veel dieper gelegen Watergraafsmeer
met een veel grotere bevolking en dan
bij nacht en storm, dan zou een heel wat
somberder beeld zün ontstaan."
BEPERKT
In Tuindorp-Oostzaan hebben veel
gunstige factoren de ramp beperkt van
omvang doen blijven. Het water stroom
de door één gat en in een rustig tempo
binnen, het stormde niet, de nacht liep
ten einde, gevaar voor uitbreiding van
de dijkdoorbraak bestond er niet direct
en voor de directe hulpverlening waren
enkele grote bedrijven met goed mate
rieel mooi dichtbij gelegen.
De Amsterdamse overheid heeft zich
voor 14 januari 1960 niet kunnen voor
stellen dat een dergelijke overstroming
kon plaats hebben ln een binnenpolder.
waarvan de beschermende dijken regel
matig worden gecontroleerd.
„Niemand zal de gemeentebe
stuurders dit gebrek aan voorstel-
liriigsvermogen kunnen kwalijk ne
men, want wie beschikte er wel
over?" zo zegt men algemeen in
Tuindorp-Oostzaan. Dat men door de
Tuindorp-ramp geleerd, nu, uitge
breide maatregelen zal treffen,
Aangehouden voor
verduistering
van f7600
De recherche te Tilburg heeft een 37-
jarige vertegenwoordiger in auto's, af
komstig uit Molenschot aangehouden,
wegens verduistering van f 7600. Bij
werkzaamheden voor een garagebedrijf
te Tilburg heeft hij bij 't afleveren van
auto's in de laatste helft van het vorig
jaar gelden ontvangen en deze niet af
gedragen, maar voor persoonlijke doel
einden aangewend. De man zal voor de
officier van justitie te Breda worden
Redders en geredde
stonden eindelijk
oog in oog
Op de vliegbasis Twenthe heeft
de oud-sergeant van de stoottroe
pen, A. J. Grunnekemeyer, thans
wonende ln Oldcnzaal, deze week
de bemanning ontmoet van de Ne
derlandse Mitchell-bommenwerper,
die hem bU de politionele actie van
oktober 1947 in Zuid-Sumatra heeft
gered. Het waren adjudant J. C.
's Jacob, de commandant van dc
bommenwerper, verder luitenant
N. Bicger, beiden van de trans,
portschool te Ypenburg, en adju
dant B. Erkelens, boordmecanlcien
van de KLM. Sergeant Grunneke
meyer, destijds oorlogsvrijwilliger,
werd ln oktober 1947 zwaar ge.
wond in Zuid-Sumatra bij de ont
ploffing van een landmijn. Grun.
nekemeyer werd over een afstand
van twintig kilometer op een bran
card door een bijna ondoordring
bare wildernis gebracht. De tocht
duurde ruim veertien uur.
Toen het transport In Lahat
was aangekomen achtte een arts
onmiddellijke overbrenging naar
het hospitaal te Batavia noodza
kelijk. Daarom werd een oproep
gericht aan het zestiende squa.
dron-Mitchell te Palembang. Een
der toestellen onder commando
van adjudant 's Jacob maakte on
der moeilijke omstandigheden een
nachtvlucht naar Lahat.
Toen Grunnekemeyer terug was
in Nederland wilde hU zijn red
ders bedanken voor hun huzaren
stukje. Vorig jaar riep hij de be
middeling In van het maandblad
van de vliegbasis Twenthe. Op de.
ze wijze Is de identiteit van de
redders bekend geworden. Door
bemiddeling van de commandant
van de vliegbasis Twenthe, kolo
nel G. W. de Zwaan, zijn de red
ders van Grunnekemcwer met een
speciale Friendship naar Twenthe
gekomen en daar heeft Grunneke.
meyer voor het eerst zijn redders
kunnen bedanken.
Ned. Antillen zoeken
raadsheren en
inspecteurs
De minister van justitie der Neder
landse Antillen, de heer R. J. Isa is gis
teren van Schiphol naar Curacao vertrok
ken. Hij was 2 4december in Nederland
aangekomen en heeft met minister mr.
A, C. W. Beerman overlegd over de ver
vulling van twee vacatures in het Hof
van Justitie te Willemstad. De laatste
heeft ln een circulaire gegadigden on
geroepen. Met minister mr F. H Toxo-
I peus is overlegd over twee inspecteurs
van politie die voor de Antillen gezocht
worden, speciaal van de gemeentepolitie
en niet van de rijkspolitie In 1962 zal
men opnieuw twee inspecteurs nodig
hebben en minister Toxopeus zal hem
helpen.
Minister Isa heeft ook deskundigen
geraadpleegd over economische onder
werpen zoals de afbetaling
Belgisch vliegtuigje
maakte noodlanding
bij Oosterhout
In het Brabantse plaatsje Oost eind (ge
meente Ooeterhout) heeft een Belgische
militaire Piper cup gistermiddag een
noodlanding gemaakt. Het vliegtuig was
op weg van Duitsland naar Brasscnaat
1 bij Antwerpen). De piloot zou zich ver
gist hebben in de koers, waardoor hij
gedwongen was zijn vliegtuigtoestel in
een weiland neer te zetten. Bovendien
was de dynamo van het vliegtuigje de
fect geraakt, waardoor de energievoorzie
ning van zijn radio en verlichtingsinstal-
latie uitgevallen was, Hij durfde niet in
het donker door te vliegen naar Bras-
schaat.
Sympathie van P.S.P.
met Belgische staking
Het hoofdbestuur van de Pacifistisch
socialistische partij heeft een brief ge
zonden aan André Renard, vice-president
van de Belgische A.B.V.V, In deze brief
betuigt het hoofdbestuur van de P.S.P.
zijn sympathie met de in België heer
sende staking.
Vrouw na val uit
ringen overleden
Tijdens gymnastiekoefeningen van het
Jeugd Ontspannlngsverband ln de Julia-
naschool aan de Van Sevenbergestraat
te Voorburg, Is gisteravond de 29-jarige
mevrouw H. M. Llebelt-Melners uit de
Herman Heyermanshof van de ringen
op de grond gevallen. ZU kreeg een nek-
wervel-fractnur en werd naar de Ursula-
kllnlek te Wassenaar gebracht. Bij aan
komst bleek zU reeds te zijn overleden.
Mevrouw Llebelt had één kind
Ambassadeur In Afghanistan Bin
nenkort ls te verwachten, dat jhr. mr.
G. Beelaerts van Blokland. Nederlands
ambassadeur te New Delhi, tevens wordt
benoemd tot ambassadeur bij het Af-
ghaanae hol