ESSSSHBl'
De waard van
De wilde wingerd
De reizende sneeuwpop
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 14 JANUARI 1961
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
TOEN ik wakker werd hoorde ik de regen driftig tegen de ruiten slaan
en in een eerste opwelling besloot ik die dag niet verder te trekken,
maar mijn vertier in „De Wilde Wingerd" te zoeken. De avond tevoren was
ik er aangekomen, even voor sluitingstijd, en de hartelijkheid van de waard
had me bijzonder getroffen. Toen hij hoorde dat zijn late gast na de lunch
zelfs geen broodkruimel meer had gegeten, was hij direct bereid een
stevig maal voor hem klaar te maken. Hij had me tijdens de maaltijd
gezelschap gehouden, me een goed glas wijn geoffreerd en er zelf een
meegedronken en het was al ver na middernacht voordat ik me te ruste
kon begeven.
Aan het ontbijt bleek, dat ik de enige
gast was in ..De Wilde Wingerd". In de
winter, verduidelijkte de waard, is het in
deze contreien nooit druk. We zijn hier,
vertelde hij. aangewezen op het zomersei
zoen. En, voegde hij er aan toe, ook dat
zal wel spedlg zijn afgelopen. Hij keek
voorzichtig om zich heeh, boog zich naar
mij over en vervolgde: De overval op die
handelsreiziger twee jaar geleden heeft
mijn zaak en de streek geen goed gedaan.
U kent het verhaal natuurlijk, het heeft in
alle dagbladen uitvoerig vermeld gestaan.
En hoewel er in die tijd al veel is ge
beurd. is de geschiedenis, die zich hier in
mijn hotelletje heeft afgespeeld, in het ge
heugen van de toeristen blijven hangen. Ze
komen hier in grote drommen heen, maar
alleen om met open mond naar de deur te
kijken. Zijn ze uitgekeken, dan zie je ze
weer verdwijnen. Die handelsreiziger
l^EEM me niet kwalijk, onderbrak ik
■l* hem, maar die hele zaak is mij onbe
kend. Jaren ben ik in het buitenland ge
weest en van wat hier is gebeurd heb ik
De waard haalde de wenkbrauwen op om
van zijn verbazing blijk te geven.
Nooit iets gehoord?, zei hij. Hoe is het
mogelijk, hoe is het mogelijk. Als ik u niet
verveel wil ik u het verhaal wel vertellen.
Ik knikte. De waard stond op, liep de ge
lagkamer uit en kwam spoedig terug met
twee koppen koffie.
Ziezo, zei hij, dat is vast een opkikkertje
voor het geval het verhaal u erg mocht
schokken. Twee jaar geleden, begon hij,
op een decemberavond, kwam er een gast.
Ik stond net als gisteravond op het
punt de zaak te sluiten, toen hij binnen
stapte. Hij was tot op de botten verkleumd.
De hele dag, vertelde hij. had hij in zijn
auto gezeten en hij had het plan gehad
door te rijden, maar toen hij ,,De Win
gerd" passeerde zakte al zijn moed ineen
en hij besloot hier te overnachten.
Hij was, vertelde de waard, handelsrei
ziger. Tenminste, dat beroep vulde hij in
het gastenboek in. Toen hij zijn portefeuil
le te voorschijn haalde om de rekening
vast te voldoen, zag ik dat ze uitpuilde
van de bankbiljetten. Ik moet wel vreemd
hebben opgekeken, want de handelsreiziger
James Basewater was zijn naam
glimlachte een beetje verlegen en zei: Het
is niet mijn eigendom, maar dat van mijn
baas. Zelf ben ik maar een arme jongen.
Een ogenblik overwoog ik nog hem voor
te stellen het geld in de brandkast op te
bergen, maar ik zag daar van af. ook al,
omdat er die nacht slechts nog twee gas
ten in mijn hotel waren, die echter al te
bedde waren, en dus niet wisten, dat een
van hun mede-gasten met twintigduizend
pond naar later bleek op zak liep.
Het merkwaardige is, dat ik, direct al
toen ik al dat geld zag. het gevoel kreeg:
er gaat iets mis. En het is ook mis gegaan.
Eén ogenblik zweeg de waard. Toen ver
volgde hij: en het rakdsel is nooit opgelost.
De knapste speurders van Scotland Yard
heb ik maandenlang over de vloer gehad,
weken achtereen ben ik en zijn de gasten,
die die nacht in mijn hotelletje verbleven,
verhoord. Maar de moord is nooit opge
helderd.
Want het was moord. De handelsreiziger
had gezegd, dat hij de volgende morgen
zeer vroeg zou vertrekken. Ik behoefde
hem niet te wekken. Hij werd, vertelde
hij. wel vanzelf wakker. Ik hoefde niet
voor hem op te staan, want hij ontbeet
nooit. Hij zou zijn weg wel vinden.
Misschien vindt u deze gang van zaken
wel vreemd, maar hier in deze streek is
het heel gewoon, dat gasten zichzelf weg
helpen als ze vroeg in de morgen verdwij
nen. U moet niet vergeten, dat we op het
platteland leven. Er is nog nooit bij mij
Ingebroken. Nog nooit iets gestolen. Nog
nooit iéts gebeurd wat niet door de beugel
De volgende morgen was ik om halfacht
in de zaak. Wat me opviel, was, dat de
jas van de handelsreiziger nog aan de
kapstok hing. Eerst schonk ik daar niet
veel aandacht aan, maar toen plotseling
dacht ik er aan. dat hij zich wel eens
verslapen kon hebben. Ik ging naar zijn
kamer en tikte op de deur. Er kwam geen
antwoord. Ik tikte nog eens. Weer geen ant
woord. Toen ging ik de kamer binnen. Hij
lag op bed en wekte de indruk te slapen.
Ik schudde hem bij de arm, hij reageerde
niet. Een angstig vermoeden bekroop me.
Ik voelde zijn hand. zijn wang, zijn voor
hoofd. Koud. De man was dood. De dokter
heeft me laten zien wat er was gebeurd.
Een pluimpje van een buks was in zijn
rechteroog gedrongen en had hem gedood.
Scotland Yard heeft geconstateerd, dat op
korte afstand op hem moet zijn geschoten.
EN DE portefeuille met de bankbiljet
ten? interrumpeerde ik de waard.
Verdwenen. Het was je reinste roof
moord. En dat was voor mij het verschrik
kelijke. Ik was de enige, die het wist van
al dat geld. Gelukkig waren er verklarin
gen van boeren uit de omtrek, die die mor
gen heel vroeg een paar mannen op de
weg hadden gezien, van wie zij helaas
slechts een vaag signalement konden opge
ven. Scotland Yard heeft het er tenslotte
op gehouden, dat zij de daders zijn ge
weest. Verder had zij geen enkel houvast
bij het onderzoek. Er waren geen vinger
afdrukken, geen voetstappen op het zeil,
niets, niets.
Door
H. J. WAALWIJK
Sinds die nacht, vervolgde de waard,
dring ik er bij mijn gasten op aan, dat
zij hun geld bij mij in bewaring geven en
dat zij de deur van hun kamer sluiten. Er
vertrekt sinds die nacht ook niemand zon
der dat ik er bij ben. Maar. zuchtte hij,
het heeft allemaal geen zin meer. De
naam van mijn hotelletje is stuk. Feitelijk
is de zaak waardeloos. Het bezoek, zelfs
in het volle seizoen, haalt niet meer bij
wat het vroeger was. Af en toe komt er nog
eens een verdwaalde gast logeren, een
man, die van niets weet. zoals u.
U heeft, zei ik, mij niet gevraagd mijn
geld bij u in bewaring te geven.
Nee, zei de waard in gedachten verzon
ken. dat is me ontschoten. Maar heeft u
zoveel geld bij u dat het de moeite waard
is het op een veilige plaats te bewaren?
Ik aarzelde een ogenblik voordat ik ant
woordde. toen zei ik: nee.
De waard keek me opmerkzaam aan. U
wachtte met uw antwoord, zei hij. Het is
natuurlijk uw zaak. u moet het zelf we
ten. maar lijkt het u niet verstandig
Ik schudde mijn hoofd. Nee. zei ik. Ik
heb geen duizenden ponden op zak, zelfs
geen honderden, mijn hele bezit is nog
geen twintig pond.
Ik zei: Kom. het is intussen droog ge
worden. ik ga er een paar uurtjes op uit.
Plezierige wandeling, antwoordde de
Ik liep naar de deur. Voordat ik naar
buiten ging draaide ik me om. Pardon,
vroeg ik, in welke kamer sliep die handels
reiziger?
Het was alsof de waard door die vraag
van zijn stuk werd gebracht.
Welke kamer? herhaalde hij. O, welke
kamer! Hè. dat is toevallig, dezelfde
waarin u vannacht heeft geslapen.
TIJDENS de wandeling liet het verhaal
me niet los. Ik probeerde een voorstel
ling van het gebeurde te maken. Een paar
punten waren duister voor me, en bleven
duister, hoe diep ik er ook over nadacht.
Maar één ding was ook voor mij zeker. Er
kon slechts éen dader zijn. en dat was de
waard. Dat hij zeer slim te werk was ge-
W1J leven pas 5 seconden,
door dr. H. Pletlcha en Georg
Popp. N.V. Standaard Boekhan
del Antwerpen-Amsterdam. Ne
derlandse bewerking Walter
,.Elke dag pompt het hart on
geveer 10.000 liter bloed In de
slagaders: de inhoud van een
kleine tankwagen van de spoor
wegen". Zo n zinnetje zégt iets
en... het beklijft Er staan dui
zenden van zulk soort zinnen in
,,Wij leven pas 5 seconden" van
dr. Heinrich Pleticha en Georg
Popp, een boek, dat de lezer spe
lenderwijs een elementair inzicht
geeft in de natuurwetenschappen
en hun ontwikkeling tot op de dag
van vandaag. Wetenschapsmensen
van naam staan er borg voor dat
men exact wordt voorgelicht. Het
rijk geïllustreerde en zeer sys
tematisch (Duits!) ingerichte
boek maakt het mogelijk ,,Wij le
ven pas 5 seconden" als naslag
werk té gebruiken. Onmisbaar
voor iedereen, die. geïnteresseerd
door de krantenberichten, dieper
wil doordringen in de zich thans
wel zeer snel ontwikkelende na
tuurwetenschappen met haar fa
cetten als: heelal, ruimtevaart,
atoom. In Duitsland was dit boek
een overweldigend succes; thans
verschijnt het in verscheidene ver
talingen. Het geheim als ..best
seller"? Ten eerste: omdat de in
gewikkelde materie in gebruike
lijke taal tot de lezer komt. Ten
tweede: omdat de stof in een zo
danige verhalende vorm is ge
goten dat men het boek leest als
een roman.
Loonpolitiek, enkele opmer
kingen betreffende de na-oor-
logse loonpolitiek in Neder
land, door dr. J. G. Knol, lec
tor aan de Vrije Universiteit
te Amsterdam. Uitgave Gere
formeerd Sociaal en Econo
misch Verband.
In een brochure, welke slechts
44 pagina's telt, is dr. Knol er
in geslaagd op bondige, maar
niettemin ook voor een niet-eco-
noom duidelijke wijze uiteen te
zetten, waarom het nu eigen
lijk gaat bij de moderne, inge
wikkelde problematiek rondom
het loonvraagstuk. De schrijver
heeft zich daartoe in grote lij
nen beziggehouden met het eco
nomisch aspect van de loonvor
ming. Zelf noemt hij het loon
een integrerend bestanddeel van
ons gehele cultuurpatroon. Het
loon bepaalt voor een zeer be
langrijk deel het levensniveau
van de mens en verschillen in
loon hebben naast economische,
dikwijls ook sociale betekenis.
In een uiteenzetting over enkele
loontheorieën, wordt het klassie
ke denken genoemd, dat het
loon zuiver als een prijs voor
stelde. Mede onder invloed van
de moderne econoom Keynes is
steeds meer ook het inkomens
aspect naar voren gekomen. In
deze zeer praktisch geschreven
brochure wordt voorts een inte
ressant hoofdstuk gewijd aan de
actuele loonpolitiek en de bete
kenis van de gedifferentieerde
loonvorming. De brochure is
voor slechts 1.50 te verkrijgen
bij het Geref. Sociaal en Eco
nomisch Verband (Berkel).
gaan mocht wel worden aangenomen,
want de jongens van Scotland Yard laten
zich niet makkelijk om de tuin leiden.
Toen ik was teruggekeerd, ging ik regel
recht naar mijn kamer en ging languit op
bed liggen. De zaak intrigeerde me. Ik nam
de kamer op. Het was een gewone hotelka
mer. Er stond een bed. een tafel en om
die tafel stonden een paar stoelen. Aan de
wand, recht tegenover me, hing een schilde
rij, het portret van een man.
Ik probeerde me het beeld van de han
delsreiziger voor te stellen. Zo -had hij ge
legen, net als ik. Misschien nog een ogen
blik naar het portret gestaard, naar die
man. die....
Ik sprong overeind. Ineens zag ik wat
me de avond te voren al was opgevallen.
Het portret hing op een vreemde plaats.
Het hing niet, zoals alle schilderijen han
gen, iets boven de rqiddellijn van de muur,
het hing veel lager,'op ooghoogte. Ik her
haalde in mezelf: op ooghoogte, en nog
eens op ooghoogte. Ik stapte uit bed en
liep op het schilderij toe. en ik bekeek het
met meer aandacht, dan men normaal aan
schilderijen in een hotelkamer besteedt.
Dat gezicht, die ogen ik voelde, dat het
bloed uit mijn gezicht wegtrok, ik greep
me vast aan tafel om niet te vallen, na
tuurlijk. zo was het gebeurd ik snakte
naar adem.... ik wist, dat ik een moord
had opgelost.
DIE avond trok ik mij tijdig in mijn ka
mer terug. Een paar maal liep ik, ste
vig stampend, op en neer om de waard te
laten weten, dat ik mij nog niet te ruste
had begeven. Tegen middernacht hield ik
me stil. Van mijn pyama maakte ik een
prop en legde die op het hoofdkussen op
de plaats, waar mijn hoofd zou liggen. Toen"
wrong ik mij. gekleed, onder het bed. zo.
dat ik toch nog een oog op het schilderij
kon houden.
De eerste uren gebeurde er niets. Ik hoor
de, dat de waard nog wat rondscharrelde
in de gelagkamer. Ik hoorde hem met gla
zen rinkelen. Daarna was het een tijd stil.
Toen hoorde ik hem de trap opkomen en
in een kamer in de gang verdwijnen.
Traag kropen de uren voorbij. Mijn ze
nuwen waren tot het uiterste gespannen.
Ik probeerde op mijn horloge te kijken,
maar ik kon dat niet zonder me te bewe
gen en dat durfde ik niet, omdat ik niet
wist of het bed niet in elkaar zou klappen.
En ik was stijf. Ik voelde pijn in al
mijn ledematen. En juist overwoog ik of
ik toch niet beter een andere plaats zou
kunnen zoeken, toen het plotseling gebeur
de.
Ik hoorde een schurend geluid, ik zag
hoe één oog van de man op het portret
groter werd, almaar groter en hoe er een
pijpje uitkwam, de loop. wist ik, van een
buks. Ik hoorde tweemaal achtereen zacht
een tik, en toen werd het weer stil. Het
oog werd weer kleiner tot het zijn norma
le proportie had.
Zo snel ik kon wrong ik mij onder het
bed vandaan en nam plaats vlak achter
de deur. Ik was net op tijd om zachtjes
de deurknop te zien bewegen. Langzaam
ging de deur open. Steeds verder open.
Toen zag ik het silhouet van een man, die
zich vooroverboog om naar het bed te kij
ken. Voordat hij zich, verschrikt had kun
nen terugtrekken, sloeg ik hem met mijn
vuist op het hoofd. Zonder een kik te ge
ven zakte hij bewusteloos in elkaar.
SCOTLAND YARD was het er over eens,
dat de waard een zeer slimme vogel
was. Een uur nadat ik ze had gewaar
schuwd waren ze reeds in ,,De Wilde Win
gerd" om een onderzoek in te stellen. Het
geheim lag open en bloot voor ze. In de
muur van de kamer naast de mijne had
de waard een gat geboord, dat uitkwam
in het oog van de man op het portret. De
kans. dat hij zou misschieten was zeer
klein. Op de tafel in die kamer vond men
een houten prop, die precies in het geboor
de gat paste. Dat het minitieus onderzoek
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
70. „Ik zit vast, ik zit vast.roept
Zwijntje, terwijl hij voetje voor voetje
de brug over gaat. „De ezel staat op
mijn jas, vooruit, ezel, licht je voet
op." Maar de ezel is natuurlijk koppig
en doet dat niet en de brug zwaait en
slingert verschrikkelijk. De heer Haas
staat grote angsten uit voor zijn kostba-
Hij heeft nog liever dat ze al
lemaal naar beneden vallen, als zijn
vaas maar heel blijft. En jawel, daar
gaat Zwijntje al.
71. „Kom maar gerust naar beneden,
want ik heb vaste grond onder mijn voe
ten, jongens", zegt Egel even later. Hij
staat beneden gereed om de vaas op te
vangen, maar het hele gezelschap hangt
als een kluwen boven zijn hoofd. Maar
eindelijk staan ze dan toch allemaal
weer op de begane grond. „Vooruit,
makkers", commandeert Haas, „op naar
de stad, we zijn er zo."
72. En niet lang daarna komen ze bij
het eerste huis aan. „Heer Haas, ga as
jeblieft eens kijken, of je ergens een
wagen kunt lenen, want wij dragen dat
zware ding niet langer", zegt Egel op
zeer besliste toon, „en vraag ook om
wat houtwol. Dan kunnen we hem goed
inpakken". Maar de ezel heeft iets an
ders in zijn koppige en domme hoofd.
Hij geeft onverwacht een trap tegen de
vaas en die vliegt in duizend scherven.
Al het gesjouw is voor niets geweest en
Haas jammert: „Het was de enige ter
wereld „De enige?" antwoordt En
gel, „kijk daar maar eens."
van destijds niets aan het licht had ge
bracht kon makkelijk worden verklaard. Uit
de rapporten bleek, dat er toen een ander
schilderij had gehangen. een zeer breed
schilderij, dat niet de minste afwijkingen
vertoonde. Het werd gevonden in de keu
ken van de gelagkamer. Als het de waard
was gelukt mij te vermoorden, had hij het
portret verwisseld voor dat schilderij, en
weer zou het gat niet zijn ontdekt.
Het portret met het vreemde oog hangt
nu in mijn kamer. Ik heb het cadeau ge
kregen van Scotland Yard. ,,Als dank voor
bewezen diensten".
(Vervolg)
De fee zwaaide met haar
staf, de zilveren vonken
spronken er uit. De sneeuw
man Anouk richtte zich op.
trok één voet uit de
sneeuw, toen de andere
voet, hij strekte één arm
uit, toen de andere arm,
met de bezem nog in zijn
hand, hij draaide zijn hoofd.
Ja, hij leefde!
Goed zo, Anouk. Ik
wens je veel pleizier met
die aardige kinderen van
de dokter. Dag
En wég was de fee.
Anouk, de sneeuwman,
keek verheugd om zich
heen. Wat een boffer was
hij! Nu mocht hij rondlo
pen en écht met de kinde
ren spelen. Hij hoefde niet
langer doodstil achtereen op
dezelfde plaats te blijven
staan, wachtend tot de
wind zou draaien en hij
vanzelf zou smelten. Ha.
wat was hij gelukkig. Hij
keek eens naar het grote
huis, waarin de kinderen
die hem hadden gemaakt,
waren verdwenen. Hij-hoop
te dat ze weer spoedig naar
buiten zouden komen. Maar
toen hij een poosje had ge
wacht en de kinderen niet
kwamen, werd hij ongedul
dig. Ze wisten natuurlijk
nog niet, dat hij levend was
geworden. Goed, dan zou
hij het ze wel gaan vertel-
Hij sjokte met zijn logge
witte benen het tuinpad af
naar de achterdeur. Daar
zag hij licht in de keuken
branden. Het dienstmeisje
van de dokter was juist be
zig de vaat te wassen. De
kinderen zaten in de ka
mer hun huiswerk te ma
ken. terwijl Elsje door haar
moeder werd uitgekleed en
Anouk stond voor de keu
kendeur en gluurde naar
binnen. Hij zag het dienst
meisje werken. Toen klop
te hij op de deur en wacht
te blij.
Mientje het dienstmeisje
hief het hoofd op en luis
terde. Werd daar niet ge
klopt? Zeker iemand, die
de dokter kwam halen voor
een zieke. Zuchtend droogde
ze haar handen af. Die
dokter had ook nooit eens
een ogenblikje rust, juist
als hij had gegeten en
dacht fijn een avondje
thuis te kunnen blijven,
kwamen ze hem al weer
roepen. Ze opende de deur
en keek naar buiten. Maar
wat ze daar zag
Een grote, witte gestalte,
met koolzwarte ogen, een
rode neus, een griezelige
oranje mond en een lange
stok in de handen. Een
spook!
Mientje gilde.
Ga weg. griezel!,
krijste ze. O, help!
Ze smeet de deur dicht,
rende de keuken uit, steeds
om hulp roepend.
door
Thea Beekman
Anouk was diep teleurge
steld. Was hij een griezel?
Had hij zelf de kinderen
van de dokter niet horen
zeggen, dat hij zo mooi
was" En Elsje had zelf ge
wenst, dat hij levend zou
worden. Maar nu hij, dank
zij de vriendelijke fee. kon
lopen en praten, nu liepen
de mensen gillend van
schrik voor hem weg en
noemden hem een griezel!
Verdrietig sjokte hij te
rug naar de voortuin en
keek om zich heen. De we
reld lag stil en wit te dro
men onder de sterrenhe
mel. Het was verrukkelijk
koud, en heel rustig. Hij
zag geen kinderen, met wie
hij zou kunnen dansen en
spelen. Arme Anouk!
Mientje. het dienstmeisje
was snikkend van angst de
huiskamer binnengevlogen
en vertelde de dokter wat
ze had gezien.
Een spook, een groot
wit spook, bij de keuken
deur. Hij.. hij klopte! O.
dokter, het was zo'n grie
zelige griezel!
Ach kom, lachte de
dokter. Spoken bestaan niet.
Je hebt gedroomd. Mien
tje. Maar het meisje bleef
volhouden dat ze heus een
spook had gezien. Ze durf
de niet meer naar de keu
ken teruggaan. Toen stond
de dokter op en ging zelf
eens kijken. Hij opende de
achterdeur, keek naar
links, naar rechts en schud
de het hoofd. Er was niets
te zien. Sneeuw ja. erg
Je hebt heus ge
droomd. domme Mientje,
zei de dokter.
(wordt vervolgd)
Dag neven en nichten,
Hoe vinden jullie het weer op school? Netjes in de bank zitten en natuurlijk
erg lief zijn We gaan hard werken voor het paasrapport, want dat moet nog
mooier zijn. Fijn dat velen van jullie m\j de rapportcijfers stuurden. Allemaal
hartelijk dank hoor! Het sleetje- en schaatsenrijden in de vakantie, waar we zo
op gehoopt hadden, kon helemaal niet doorgaan. De winter is nog lang niet
voorby en we kunnen nog genoeg pret beleven van sneeuw en ijs. Heerlijk
sneeuwballen gooien en zwieren op de ijsbaan. In ieder -geval allemaal veel
sterkte op school!
Vergeten jullie niet je geboortedatum in de brief te schrijven?
De puzzel was helemaal niet moeilijk, vonden jullie wel?
De oplossing luidt: 1 hoort 15, 2 bij 18, 3 bij 11, 4 bij 12, 5 bü 16, 6 bü 10,
7 bij 8, 9 bü 14, 13 bü 17.
De hoofdprijs krijgt thuisgestuurd Anneke de Zoete. De troostprüzen gaan
naar Maaike Tuütel, Ria v. d. Velde en Gerda Verwijs.
Lang zal die leven Hannie Baaijkens, Teuni Dankers. Marietje Hagen,
Kitty v. d. Helm, Annie Jochem, Willy Tamerius, Gerda Verwijs en Annie Vos.
Wat een leuke
puzzel hebben we
deze week. We
zien allerlei soor
ten voorwerpen
rondom de hokjes
staan. We gaan
natuurlijk die
hokjes invullen
mett de namen
pen. In verschil
lende hokjes staat
een cijfer en bij
de voorwerpen
een cijfer met
een pijl. Als die
pijl naar beneden
staat. schrijven
we de letters
moeten invullen
onder elkaar,
staat de pijl naar
rechts dan moe
ten jullie de let
ters naast elkaar
schrijven.
Zenden jullie
de oplossing voor
dinsdag 17 janu-
Wat heb jij grappig postpa
pier Marrie Schakel. Schrijf
jij de volgende keer een hele
lange brief? Wanneer ben
jij precies geboren? Tazxt
Jos is 27 oktober jarig Anni
v. d. Schee. Heb jij een leuke
verjaardag gehad? Vergeet je
nu niet meer de brief
brievenbus te stoppen?
jij in Scheveningen a a
pootje baden geweest, Leuni
v. d. Schee? Was het woens
dag groot feest? Zijn al je
vriendinnen geweest?
het nu met je oom Gerda
Schellevis? Is Anneke al be
ter? Waar heb je de boekom
slag van gemaakt? Wat
hebben jullie mooie cijfers
voor het zingen gekregen.
Willy Schellevis. Zingen jullie
graag? Vond je. het leuk om
naar de televisie te kijken?
Hoe heet jouw kleine broer.
Maaike Schelling? Kan hij al
praten? Heb jij een lange va
kantie gehad? Hartelijk
welkom bij de neven en nich
ten Johanna Schilling. Wordt
jij Johanna genoemd? Hoe
oud is Marianneke precies?
Nou. of ik de oliebollen lekker
vond. Heb jij orgelles? Be
dankt voor je mooie tekening
hoor! Fijn dat jij de volgende
keer een mooi gedichtje maakt.
Hartelijk welkom Tini
Schokker. Schrijf jij de vol
gende keer een lange brief?
Ook jij bent hartelijk welkom
bij de neven en nichten Wilma
Schoneveld. Bedankt voor je
gezellige brieven. Is pappa
weer helemaal beter? Heb je
je vulpen al gevonden? Is het
schortje mooi geworden? Knap
hoor, dat jij al zo kan koken!
Heb jij een lange vakantie
gehad Marjo Sehravesande?
Heb jij veel broertjes en zus
jes? Was dat een kerstspel
wat jullie in de Julianakerk
hebben gezien, Hennie Schu
ier? Jullie zijn wel verwend
hoor! Is het een mooi boek"
Is de meester al beter?
Jammer dat jouw vader net
voor het nieuwe jaar weg
moest. John Schullink. 'k Ge
loof best dat jij nu veel huis
werk krijgt. Schrijf je nog eens
gauw, John? Hartelijk wel
kom Magda Smooker. Heb jij
nog meer broertjes en zusjes?
Bram v. d. Spek schrijf jij
de volgende keer een lange
brief? Wat maak jij op de
handwerkles Jannie v. d. Spek.
Hoe heet jouw vriendin? Schrijf
Heb jij een fijne vakantie ge- blom. Is je voet helemaal be-
Lig jij zo graag op bed
Peter van der Steen? Natuur
werken. Goed je best maar
doen hoor! Fijn dat je het
boek mooi vond Johan Steenks.
Hoe heet het boek wat je var
de zondagsschool hebt gekre
gen? Is het een mooi boek
wat jij hebt gekregen Ineke
Steenks? Ja het zou leuk zijn
als ik kon komen kijken, r
dat kan tante Jos echt nic.
lemaal doen. Goed repeteren
Ineke! Leuk dal jul-
allebei eens een brief
schrijft Corrie v. d. Steenks.
Is ..Jenneke" een mooi boek?
Jullie hebben het druk hoor
met al die uitvoeringen. Doe
jij er de volgende keer een
lange brief bij Arie Sterk?
Hadden jullie een mooi rap
port Piet en Sjaak Stok?
Heb jij het boek al uitgelezen
Herman Stolk? Lees jij veel?
had? Jij hebt
papier Truisje Stout. Kan je
al een beetje rolschaatsen? Is
er bij jullie ook een rolschaat-
senbaan? Heb je je boek al he
lemaal uitgelezen? Was „Jan
van de molen" een mooi ver
haal? Nou. of jij mooi post
papier hebt Ellie Stout. Knap
hoor. dat jij al zo'n brief kan
schrijven. Heb je „Dieneke
Linneke" al uitgelezen? Schrijf
je de volgende keer weer zo'n,
mooie brief? Wat erg dat
de hond is doodgegaan Stien-
tje Stout. Ik vind dat je de
poes een mooie naam hebt
gegeven. Bij ons heeft het op
nieuwjaarsdag niet gesneeuwd
hoor! Is het een lief kindje?
Hartelijk welkom Janny
Streeflaqd. Heb jij veel broer
tjes en zusjes? Wat mag ik
niet in de krant schrijven.
Rietje Struijk? Ik begrijp het
niet helemaal. Krijg je veel
huiswerk? Krijg ik de vol
gende keer een lange brief
Kees van Strijen? Ja hoor
ik heb jouw ansichtkaart ont
vangen Willie Tamerius. Heb
jij gisteren mamma's stoel
nog versierd? En vandaag
heb jij weer groot feest. Vol
gende week zaterdag een héél
prettige dag hoor! Hans v.
d. Tang, van jou krijg ik de
volgende keer een lange brief?
Hartelijk welkom Agna Ter
louw. Schrijf jij de volgende
keer een lange brief? Jij
ook Japie Toet? Hoe komt
het dat jij het zo druk hebt
Chris Triemstra. Zoveel huis
werk krijg jij toch niet?
Wist jij echt nietS" te schrij
ven, Cobie Troost? Wat heb
jij je brief mooi gekleurd
Maaike Tuytel. Heb je je nieu
we jurk al aangehad? Welke
kleur is het? Jij bent ook
hartelijk welkom Jan Tijssen.
Geweldig dat ik
volgende keer een lange brief
krijg. Wat jammer dat ik
van jou geen brief kreeg Wil
ma den Uijl. Heerlijk dat
mamma nu weer thuis is Ria
v. d. Velde. Er zijn zoveel
nichten en neven die recht
op een prijs hebben, dat ik het
echt niet precies kan zeggen.
Bedankt voor je mooie teke
ning hoor! Wat ben jij ver
schrikkelijk verwend Heleen
tje Verhagen. Ga jij vaak
zwemmen? Eén keer je ge
boortedatum schrijven is ge
noeg hoor! Wat heb jij
mooi getekend Alie Vermeer.
Hartelijk dank hoor! Leuk dat
Jannie al een beetje kan pra-
i. Is het een mooie jurk ge
worden? Knap hoor dat jij al
zo goed kan breien. Krijg
ik de volgende keer van jou
een lange brief Jan Vermeu
len? Jij bent wel erg ver
wend hoor Anja Verschoor!
Jij hebt zeker veel gesmuld
van de patat? Het is mooi
postpapier hoor! Dat is ze
ker wel een mooi boek, wat
jij hebt gekregen. Thea Vcr-
weij? Wat maak jij op de hand
werkles? Moest jouw zus ver
tellen? Wat heb jij leuk post
papier Gerda Verwijs. Is de
sjaal mooi geworden? Welke
kleur wol heb je gebruikt?
Hartelijk welkom Tjeerd Vis-
Wat heb jij in de vakan-
gedaan. Waarom
schreef jij er geen briefje bij
Nellie Visser? Jij ook niet
Ad Visser? Fijn dat jij zo dik
wijls bij Anneke op de boer
derij kan spelen. Adrie Vias-
Lust jij graag biest? Heb
jij geen broertjes of zusjes?
Jullie hebben dus groot
feest gehad Annie v. d. Vlist.
Jij boft maar met al die ket
tingen. Jammer dat jij op
je vaders verjaardag weer
naar school moest. Hans Vons.
Had jij pappa's stoel versierd?
En nou maar goed je best
doen Hans! Hartelijk wel
kom Glijntje Voogt. Wanneer
ben jij precies geboren"
Ook jij bent hartelijk welkom
Nico van Vugt. Geweldig dat
jij een revolver en een pistool
hebt gekregen. Ik vind het
maar griezelig hoor! Heb je
wel eens meer een sneeuwhut
gebouwd? Heb jij het boek
al uitgelezen Ria van Vuuren?
Was het mooi? Ga jij vaak
naar oma en opa? Mocht jij
de kerstboom optuigen?
Vergeet je nu de brief niet
meer in de brievenbus te stop
pen Henriëtte Wassink? Dat
is nogal wat, 80 kerstbomen!
Jij hebt wel heerlijk van d<
oliebollen gesmuld. Hoe vond
je de kleurenfilm? Gauw
schrijven hoor Henriet! Hoe
maken jullie het Dik, Frits en
Goof v. d. Water? Waarom
schrijven jullie alleen
oplossing? Heeft het bij jullie
al gesneeuwd" Marianne
Warners, schrijf jij de volgen
de keer een lange brief?
Hartelijk welkom Ineke en
Rietje Wendel de Joodc. Fijn
dat ik zo'n lange brief van
dat ik zo'n lange brief van jul
lie kreeg. Hoe heet jullie broer?
Hij heeft het zeker wel zwaar
te verduren met zeven zusjes.
Is het armpje van je kleine
zus al beter? Doe jij er de
volgende keer een briefje bij
m Wensveen? Kan
goed schaatsenrijden
Annie Westhoeve? Dat is toch
een heerlijke wandeling, de
punt rond. Is Hennie weer
weg? Woont ze ver weg?
Heerlijk zo'n paar weekjei
vakantie, vind je niet Gerda
van Wijk? Het is gauw groot
feest. Veel plezier 24 januari
hoor! Joop van Wingerden,
wist jij echt niets meer te
schrijven? Jij ook niet Si
mon IJspcert? Wat fijn dat
jij zo'n heerlijke warme man
tel hebt gekregen, Willy Zaal
berg. Heb jij zoveel van de
wafels gesnoept? Waren ze lek
ker? Geweldig dat jij mee
mocht helpen met oliebollen
bakken. Waren ze lekker? Na
tuurlijk ben ik jou niet verge
ten hoor! Wat ontzettend
leuk dat jij een zusje hebt ge
kregen Ietje van Zessen. Thea
vind ik een mooie naam hoor!
Het is mooi postpapier, Ietje!
Ik vind het ook wel een
beetje griezelig al die rotjes,
Nclleke van Zessen. Is het een
boek? Jij hebt dus ver
leden week twee verjaardagen
achter elkaar gehad. Is de
pyama mooi geworden Anne
ke de Zoete? Hoe wordt de
overgooier? Jammer dat jij
niets hebt gewonnen. Ge
weldig dat jij pas om half één
naar bed moest Cokkie v. d.
Zwan. Heb je heerlijk gesmuld
in de oliebollen?.
Jongens en meisjes jullie
hebben heel goed je best ge
daan met brieven schrijven.
Deze week zijn de letters A
aan de beurt. Zorgen
jullie weer voor een volle brie
venbus? Tot schrijfs neven en
nichten.
TANTE JOS.