ESSSSHBl' De waard van De wilde wingerd De reizende sneeuwpop KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZATERDAG 14 JANUARI 1961 VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE TOEN ik wakker werd hoorde ik de regen driftig tegen de ruiten slaan en in een eerste opwelling besloot ik die dag niet verder te trekken, maar mijn vertier in „De Wilde Wingerd" te zoeken. De avond tevoren was ik er aangekomen, even voor sluitingstijd, en de hartelijkheid van de waard had me bijzonder getroffen. Toen hij hoorde dat zijn late gast na de lunch zelfs geen broodkruimel meer had gegeten, was hij direct bereid een stevig maal voor hem klaar te maken. Hij had me tijdens de maaltijd gezelschap gehouden, me een goed glas wijn geoffreerd en er zelf een meegedronken en het was al ver na middernacht voordat ik me te ruste kon begeven. Aan het ontbijt bleek, dat ik de enige gast was in ..De Wilde Wingerd". In de winter, verduidelijkte de waard, is het in deze contreien nooit druk. We zijn hier, vertelde hij. aangewezen op het zomersei zoen. En, voegde hij er aan toe, ook dat zal wel spedlg zijn afgelopen. Hij keek voorzichtig om zich heeh, boog zich naar mij over en vervolgde: De overval op die handelsreiziger twee jaar geleden heeft mijn zaak en de streek geen goed gedaan. U kent het verhaal natuurlijk, het heeft in alle dagbladen uitvoerig vermeld gestaan. En hoewel er in die tijd al veel is ge beurd. is de geschiedenis, die zich hier in mijn hotelletje heeft afgespeeld, in het ge heugen van de toeristen blijven hangen. Ze komen hier in grote drommen heen, maar alleen om met open mond naar de deur te kijken. Zijn ze uitgekeken, dan zie je ze weer verdwijnen. Die handelsreiziger l^EEM me niet kwalijk, onderbrak ik ■l* hem, maar die hele zaak is mij onbe kend. Jaren ben ik in het buitenland ge weest en van wat hier is gebeurd heb ik De waard haalde de wenkbrauwen op om van zijn verbazing blijk te geven. Nooit iets gehoord?, zei hij. Hoe is het mogelijk, hoe is het mogelijk. Als ik u niet verveel wil ik u het verhaal wel vertellen. Ik knikte. De waard stond op, liep de ge lagkamer uit en kwam spoedig terug met twee koppen koffie. Ziezo, zei hij, dat is vast een opkikkertje voor het geval het verhaal u erg mocht schokken. Twee jaar geleden, begon hij, op een decemberavond, kwam er een gast. Ik stond net als gisteravond op het punt de zaak te sluiten, toen hij binnen stapte. Hij was tot op de botten verkleumd. De hele dag, vertelde hij. had hij in zijn auto gezeten en hij had het plan gehad door te rijden, maar toen hij ,,De Win gerd" passeerde zakte al zijn moed ineen en hij besloot hier te overnachten. Hij was, vertelde de waard, handelsrei ziger. Tenminste, dat beroep vulde hij in het gastenboek in. Toen hij zijn portefeuil le te voorschijn haalde om de rekening vast te voldoen, zag ik dat ze uitpuilde van de bankbiljetten. Ik moet wel vreemd hebben opgekeken, want de handelsreiziger James Basewater was zijn naam glimlachte een beetje verlegen en zei: Het is niet mijn eigendom, maar dat van mijn baas. Zelf ben ik maar een arme jongen. Een ogenblik overwoog ik nog hem voor te stellen het geld in de brandkast op te bergen, maar ik zag daar van af. ook al, omdat er die nacht slechts nog twee gas ten in mijn hotel waren, die echter al te bedde waren, en dus niet wisten, dat een van hun mede-gasten met twintigduizend pond naar later bleek op zak liep. Het merkwaardige is, dat ik, direct al toen ik al dat geld zag. het gevoel kreeg: er gaat iets mis. En het is ook mis gegaan. Eén ogenblik zweeg de waard. Toen ver volgde hij: en het rakdsel is nooit opgelost. De knapste speurders van Scotland Yard heb ik maandenlang over de vloer gehad, weken achtereen ben ik en zijn de gasten, die die nacht in mijn hotelletje verbleven, verhoord. Maar de moord is nooit opge helderd. Want het was moord. De handelsreiziger had gezegd, dat hij de volgende morgen zeer vroeg zou vertrekken. Ik behoefde hem niet te wekken. Hij werd, vertelde hij. wel vanzelf wakker. Ik hoefde niet voor hem op te staan, want hij ontbeet nooit. Hij zou zijn weg wel vinden. Misschien vindt u deze gang van zaken wel vreemd, maar hier in deze streek is het heel gewoon, dat gasten zichzelf weg helpen als ze vroeg in de morgen verdwij nen. U moet niet vergeten, dat we op het platteland leven. Er is nog nooit bij mij Ingebroken. Nog nooit iets gestolen. Nog nooit iéts gebeurd wat niet door de beugel De volgende morgen was ik om halfacht in de zaak. Wat me opviel, was, dat de jas van de handelsreiziger nog aan de kapstok hing. Eerst schonk ik daar niet veel aandacht aan, maar toen plotseling dacht ik er aan. dat hij zich wel eens verslapen kon hebben. Ik ging naar zijn kamer en tikte op de deur. Er kwam geen antwoord. Ik tikte nog eens. Weer geen ant woord. Toen ging ik de kamer binnen. Hij lag op bed en wekte de indruk te slapen. Ik schudde hem bij de arm, hij reageerde niet. Een angstig vermoeden bekroop me. Ik voelde zijn hand. zijn wang, zijn voor hoofd. Koud. De man was dood. De dokter heeft me laten zien wat er was gebeurd. Een pluimpje van een buks was in zijn rechteroog gedrongen en had hem gedood. Scotland Yard heeft geconstateerd, dat op korte afstand op hem moet zijn geschoten. EN DE portefeuille met de bankbiljet ten? interrumpeerde ik de waard. Verdwenen. Het was je reinste roof moord. En dat was voor mij het verschrik kelijke. Ik was de enige, die het wist van al dat geld. Gelukkig waren er verklarin gen van boeren uit de omtrek, die die mor gen heel vroeg een paar mannen op de weg hadden gezien, van wie zij helaas slechts een vaag signalement konden opge ven. Scotland Yard heeft het er tenslotte op gehouden, dat zij de daders zijn ge weest. Verder had zij geen enkel houvast bij het onderzoek. Er waren geen vinger afdrukken, geen voetstappen op het zeil, niets, niets. Door H. J. WAALWIJK Sinds die nacht, vervolgde de waard, dring ik er bij mijn gasten op aan, dat zij hun geld bij mij in bewaring geven en dat zij de deur van hun kamer sluiten. Er vertrekt sinds die nacht ook niemand zon der dat ik er bij ben. Maar. zuchtte hij, het heeft allemaal geen zin meer. De naam van mijn hotelletje is stuk. Feitelijk is de zaak waardeloos. Het bezoek, zelfs in het volle seizoen, haalt niet meer bij wat het vroeger was. Af en toe komt er nog eens een verdwaalde gast logeren, een man, die van niets weet. zoals u. U heeft, zei ik, mij niet gevraagd mijn geld bij u in bewaring te geven. Nee, zei de waard in gedachten verzon ken. dat is me ontschoten. Maar heeft u zoveel geld bij u dat het de moeite waard is het op een veilige plaats te bewaren? Ik aarzelde een ogenblik voordat ik ant woordde. toen zei ik: nee. De waard keek me opmerkzaam aan. U wachtte met uw antwoord, zei hij. Het is natuurlijk uw zaak. u moet het zelf we ten. maar lijkt het u niet verstandig Ik schudde mijn hoofd. Nee. zei ik. Ik heb geen duizenden ponden op zak, zelfs geen honderden, mijn hele bezit is nog geen twintig pond. Ik zei: Kom. het is intussen droog ge worden. ik ga er een paar uurtjes op uit. Plezierige wandeling, antwoordde de Ik liep naar de deur. Voordat ik naar buiten ging draaide ik me om. Pardon, vroeg ik, in welke kamer sliep die handels reiziger? Het was alsof de waard door die vraag van zijn stuk werd gebracht. Welke kamer? herhaalde hij. O, welke kamer! Hè. dat is toevallig, dezelfde waarin u vannacht heeft geslapen. TIJDENS de wandeling liet het verhaal me niet los. Ik probeerde een voorstel ling van het gebeurde te maken. Een paar punten waren duister voor me, en bleven duister, hoe diep ik er ook over nadacht. Maar één ding was ook voor mij zeker. Er kon slechts éen dader zijn. en dat was de waard. Dat hij zeer slim te werk was ge- W1J leven pas 5 seconden, door dr. H. Pletlcha en Georg Popp. N.V. Standaard Boekhan del Antwerpen-Amsterdam. Ne derlandse bewerking Walter ,.Elke dag pompt het hart on geveer 10.000 liter bloed In de slagaders: de inhoud van een kleine tankwagen van de spoor wegen". Zo n zinnetje zégt iets en... het beklijft Er staan dui zenden van zulk soort zinnen in ,,Wij leven pas 5 seconden" van dr. Heinrich Pleticha en Georg Popp, een boek, dat de lezer spe lenderwijs een elementair inzicht geeft in de natuurwetenschappen en hun ontwikkeling tot op de dag van vandaag. Wetenschapsmensen van naam staan er borg voor dat men exact wordt voorgelicht. Het rijk geïllustreerde en zeer sys tematisch (Duits!) ingerichte boek maakt het mogelijk ,,Wij le ven pas 5 seconden" als naslag werk té gebruiken. Onmisbaar voor iedereen, die. geïnteresseerd door de krantenberichten, dieper wil doordringen in de zich thans wel zeer snel ontwikkelende na tuurwetenschappen met haar fa cetten als: heelal, ruimtevaart, atoom. In Duitsland was dit boek een overweldigend succes; thans verschijnt het in verscheidene ver talingen. Het geheim als ..best seller"? Ten eerste: omdat de in gewikkelde materie in gebruike lijke taal tot de lezer komt. Ten tweede: omdat de stof in een zo danige verhalende vorm is ge goten dat men het boek leest als een roman. Loonpolitiek, enkele opmer kingen betreffende de na-oor- logse loonpolitiek in Neder land, door dr. J. G. Knol, lec tor aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Uitgave Gere formeerd Sociaal en Econo misch Verband. In een brochure, welke slechts 44 pagina's telt, is dr. Knol er in geslaagd op bondige, maar niettemin ook voor een niet-eco- noom duidelijke wijze uiteen te zetten, waarom het nu eigen lijk gaat bij de moderne, inge wikkelde problematiek rondom het loonvraagstuk. De schrijver heeft zich daartoe in grote lij nen beziggehouden met het eco nomisch aspect van de loonvor ming. Zelf noemt hij het loon een integrerend bestanddeel van ons gehele cultuurpatroon. Het loon bepaalt voor een zeer be langrijk deel het levensniveau van de mens en verschillen in loon hebben naast economische, dikwijls ook sociale betekenis. In een uiteenzetting over enkele loontheorieën, wordt het klassie ke denken genoemd, dat het loon zuiver als een prijs voor stelde. Mede onder invloed van de moderne econoom Keynes is steeds meer ook het inkomens aspect naar voren gekomen. In deze zeer praktisch geschreven brochure wordt voorts een inte ressant hoofdstuk gewijd aan de actuele loonpolitiek en de bete kenis van de gedifferentieerde loonvorming. De brochure is voor slechts 1.50 te verkrijgen bij het Geref. Sociaal en Eco nomisch Verband (Berkel). gaan mocht wel worden aangenomen, want de jongens van Scotland Yard laten zich niet makkelijk om de tuin leiden. Toen ik was teruggekeerd, ging ik regel recht naar mijn kamer en ging languit op bed liggen. De zaak intrigeerde me. Ik nam de kamer op. Het was een gewone hotelka mer. Er stond een bed. een tafel en om die tafel stonden een paar stoelen. Aan de wand, recht tegenover me, hing een schilde rij, het portret van een man. Ik probeerde me het beeld van de han delsreiziger voor te stellen. Zo -had hij ge legen, net als ik. Misschien nog een ogen blik naar het portret gestaard, naar die man. die.... Ik sprong overeind. Ineens zag ik wat me de avond te voren al was opgevallen. Het portret hing op een vreemde plaats. Het hing niet, zoals alle schilderijen han gen, iets boven de rqiddellijn van de muur, het hing veel lager,'op ooghoogte. Ik her haalde in mezelf: op ooghoogte, en nog eens op ooghoogte. Ik stapte uit bed en liep op het schilderij toe. en ik bekeek het met meer aandacht, dan men normaal aan schilderijen in een hotelkamer besteedt. Dat gezicht, die ogen ik voelde, dat het bloed uit mijn gezicht wegtrok, ik greep me vast aan tafel om niet te vallen, na tuurlijk. zo was het gebeurd ik snakte naar adem.... ik wist, dat ik een moord had opgelost. DIE avond trok ik mij tijdig in mijn ka mer terug. Een paar maal liep ik, ste vig stampend, op en neer om de waard te laten weten, dat ik mij nog niet te ruste had begeven. Tegen middernacht hield ik me stil. Van mijn pyama maakte ik een prop en legde die op het hoofdkussen op de plaats, waar mijn hoofd zou liggen. Toen" wrong ik mij. gekleed, onder het bed. zo. dat ik toch nog een oog op het schilderij kon houden. De eerste uren gebeurde er niets. Ik hoor de, dat de waard nog wat rondscharrelde in de gelagkamer. Ik hoorde hem met gla zen rinkelen. Daarna was het een tijd stil. Toen hoorde ik hem de trap opkomen en in een kamer in de gang verdwijnen. Traag kropen de uren voorbij. Mijn ze nuwen waren tot het uiterste gespannen. Ik probeerde op mijn horloge te kijken, maar ik kon dat niet zonder me te bewe gen en dat durfde ik niet, omdat ik niet wist of het bed niet in elkaar zou klappen. En ik was stijf. Ik voelde pijn in al mijn ledematen. En juist overwoog ik of ik toch niet beter een andere plaats zou kunnen zoeken, toen het plotseling gebeur de. Ik hoorde een schurend geluid, ik zag hoe één oog van de man op het portret groter werd, almaar groter en hoe er een pijpje uitkwam, de loop. wist ik, van een buks. Ik hoorde tweemaal achtereen zacht een tik, en toen werd het weer stil. Het oog werd weer kleiner tot het zijn norma le proportie had. Zo snel ik kon wrong ik mij onder het bed vandaan en nam plaats vlak achter de deur. Ik was net op tijd om zachtjes de deurknop te zien bewegen. Langzaam ging de deur open. Steeds verder open. Toen zag ik het silhouet van een man, die zich vooroverboog om naar het bed te kij ken. Voordat hij zich, verschrikt had kun nen terugtrekken, sloeg ik hem met mijn vuist op het hoofd. Zonder een kik te ge ven zakte hij bewusteloos in elkaar. SCOTLAND YARD was het er over eens, dat de waard een zeer slimme vogel was. Een uur nadat ik ze had gewaar schuwd waren ze reeds in ,,De Wilde Win gerd" om een onderzoek in te stellen. Het geheim lag open en bloot voor ze. In de muur van de kamer naast de mijne had de waard een gat geboord, dat uitkwam in het oog van de man op het portret. De kans. dat hij zou misschieten was zeer klein. Op de tafel in die kamer vond men een houten prop, die precies in het geboor de gat paste. Dat het minitieus onderzoek MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 70. „Ik zit vast, ik zit vast.roept Zwijntje, terwijl hij voetje voor voetje de brug over gaat. „De ezel staat op mijn jas, vooruit, ezel, licht je voet op." Maar de ezel is natuurlijk koppig en doet dat niet en de brug zwaait en slingert verschrikkelijk. De heer Haas staat grote angsten uit voor zijn kostba- Hij heeft nog liever dat ze al lemaal naar beneden vallen, als zijn vaas maar heel blijft. En jawel, daar gaat Zwijntje al. 71. „Kom maar gerust naar beneden, want ik heb vaste grond onder mijn voe ten, jongens", zegt Egel even later. Hij staat beneden gereed om de vaas op te vangen, maar het hele gezelschap hangt als een kluwen boven zijn hoofd. Maar eindelijk staan ze dan toch allemaal weer op de begane grond. „Vooruit, makkers", commandeert Haas, „op naar de stad, we zijn er zo." 72. En niet lang daarna komen ze bij het eerste huis aan. „Heer Haas, ga as jeblieft eens kijken, of je ergens een wagen kunt lenen, want wij dragen dat zware ding niet langer", zegt Egel op zeer besliste toon, „en vraag ook om wat houtwol. Dan kunnen we hem goed inpakken". Maar de ezel heeft iets an ders in zijn koppige en domme hoofd. Hij geeft onverwacht een trap tegen de vaas en die vliegt in duizend scherven. Al het gesjouw is voor niets geweest en Haas jammert: „Het was de enige ter wereld „De enige?" antwoordt En gel, „kijk daar maar eens." van destijds niets aan het licht had ge bracht kon makkelijk worden verklaard. Uit de rapporten bleek, dat er toen een ander schilderij had gehangen. een zeer breed schilderij, dat niet de minste afwijkingen vertoonde. Het werd gevonden in de keu ken van de gelagkamer. Als het de waard was gelukt mij te vermoorden, had hij het portret verwisseld voor dat schilderij, en weer zou het gat niet zijn ontdekt. Het portret met het vreemde oog hangt nu in mijn kamer. Ik heb het cadeau ge kregen van Scotland Yard. ,,Als dank voor bewezen diensten". (Vervolg) De fee zwaaide met haar staf, de zilveren vonken spronken er uit. De sneeuw man Anouk richtte zich op. trok één voet uit de sneeuw, toen de andere voet, hij strekte één arm uit, toen de andere arm, met de bezem nog in zijn hand, hij draaide zijn hoofd. Ja, hij leefde! Goed zo, Anouk. Ik wens je veel pleizier met die aardige kinderen van de dokter. Dag En wég was de fee. Anouk, de sneeuwman, keek verheugd om zich heen. Wat een boffer was hij! Nu mocht hij rondlo pen en écht met de kinde ren spelen. Hij hoefde niet langer doodstil achtereen op dezelfde plaats te blijven staan, wachtend tot de wind zou draaien en hij vanzelf zou smelten. Ha. wat was hij gelukkig. Hij keek eens naar het grote huis, waarin de kinderen die hem hadden gemaakt, waren verdwenen. Hij-hoop te dat ze weer spoedig naar buiten zouden komen. Maar toen hij een poosje had ge wacht en de kinderen niet kwamen, werd hij ongedul dig. Ze wisten natuurlijk nog niet, dat hij levend was geworden. Goed, dan zou hij het ze wel gaan vertel- Hij sjokte met zijn logge witte benen het tuinpad af naar de achterdeur. Daar zag hij licht in de keuken branden. Het dienstmeisje van de dokter was juist be zig de vaat te wassen. De kinderen zaten in de ka mer hun huiswerk te ma ken. terwijl Elsje door haar moeder werd uitgekleed en Anouk stond voor de keu kendeur en gluurde naar binnen. Hij zag het dienst meisje werken. Toen klop te hij op de deur en wacht te blij. Mientje het dienstmeisje hief het hoofd op en luis terde. Werd daar niet ge klopt? Zeker iemand, die de dokter kwam halen voor een zieke. Zuchtend droogde ze haar handen af. Die dokter had ook nooit eens een ogenblikje rust, juist als hij had gegeten en dacht fijn een avondje thuis te kunnen blijven, kwamen ze hem al weer roepen. Ze opende de deur en keek naar buiten. Maar wat ze daar zag Een grote, witte gestalte, met koolzwarte ogen, een rode neus, een griezelige oranje mond en een lange stok in de handen. Een spook! Mientje gilde. Ga weg. griezel!, krijste ze. O, help! Ze smeet de deur dicht, rende de keuken uit, steeds om hulp roepend. door Thea Beekman Anouk was diep teleurge steld. Was hij een griezel? Had hij zelf de kinderen van de dokter niet horen zeggen, dat hij zo mooi was" En Elsje had zelf ge wenst, dat hij levend zou worden. Maar nu hij, dank zij de vriendelijke fee. kon lopen en praten, nu liepen de mensen gillend van schrik voor hem weg en noemden hem een griezel! Verdrietig sjokte hij te rug naar de voortuin en keek om zich heen. De we reld lag stil en wit te dro men onder de sterrenhe mel. Het was verrukkelijk koud, en heel rustig. Hij zag geen kinderen, met wie hij zou kunnen dansen en spelen. Arme Anouk! Mientje. het dienstmeisje was snikkend van angst de huiskamer binnengevlogen en vertelde de dokter wat ze had gezien. Een spook, een groot wit spook, bij de keuken deur. Hij.. hij klopte! O. dokter, het was zo'n grie zelige griezel! Ach kom, lachte de dokter. Spoken bestaan niet. Je hebt gedroomd. Mien tje. Maar het meisje bleef volhouden dat ze heus een spook had gezien. Ze durf de niet meer naar de keu ken teruggaan. Toen stond de dokter op en ging zelf eens kijken. Hij opende de achterdeur, keek naar links, naar rechts en schud de het hoofd. Er was niets te zien. Sneeuw ja. erg Je hebt heus ge droomd. domme Mientje, zei de dokter. (wordt vervolgd) Dag neven en nichten, Hoe vinden jullie het weer op school? Netjes in de bank zitten en natuurlijk erg lief zijn We gaan hard werken voor het paasrapport, want dat moet nog mooier zijn. Fijn dat velen van jullie m\j de rapportcijfers stuurden. Allemaal hartelijk dank hoor! Het sleetje- en schaatsenrijden in de vakantie, waar we zo op gehoopt hadden, kon helemaal niet doorgaan. De winter is nog lang niet voorby en we kunnen nog genoeg pret beleven van sneeuw en ijs. Heerlijk sneeuwballen gooien en zwieren op de ijsbaan. In ieder -geval allemaal veel sterkte op school! Vergeten jullie niet je geboortedatum in de brief te schrijven? De puzzel was helemaal niet moeilijk, vonden jullie wel? De oplossing luidt: 1 hoort 15, 2 bij 18, 3 bij 11, 4 bij 12, 5 bü 16, 6 bü 10, 7 bij 8, 9 bü 14, 13 bü 17. De hoofdprijs krijgt thuisgestuurd Anneke de Zoete. De troostprüzen gaan naar Maaike Tuütel, Ria v. d. Velde en Gerda Verwijs. Lang zal die leven Hannie Baaijkens, Teuni Dankers. Marietje Hagen, Kitty v. d. Helm, Annie Jochem, Willy Tamerius, Gerda Verwijs en Annie Vos. Wat een leuke puzzel hebben we deze week. We zien allerlei soor ten voorwerpen rondom de hokjes staan. We gaan natuurlijk die hokjes invullen mett de namen pen. In verschil lende hokjes staat een cijfer en bij de voorwerpen een cijfer met een pijl. Als die pijl naar beneden staat. schrijven we de letters moeten invullen onder elkaar, staat de pijl naar rechts dan moe ten jullie de let ters naast elkaar schrijven. Zenden jullie de oplossing voor dinsdag 17 janu- Wat heb jij grappig postpa pier Marrie Schakel. Schrijf jij de volgende keer een hele lange brief? Wanneer ben jij precies geboren? Tazxt Jos is 27 oktober jarig Anni v. d. Schee. Heb jij een leuke verjaardag gehad? Vergeet je nu niet meer de brief brievenbus te stoppen? jij in Scheveningen a a pootje baden geweest, Leuni v. d. Schee? Was het woens dag groot feest? Zijn al je vriendinnen geweest? het nu met je oom Gerda Schellevis? Is Anneke al be ter? Waar heb je de boekom slag van gemaakt? Wat hebben jullie mooie cijfers voor het zingen gekregen. Willy Schellevis. Zingen jullie graag? Vond je. het leuk om naar de televisie te kijken? Hoe heet jouw kleine broer. Maaike Schelling? Kan hij al praten? Heb jij een lange va kantie gehad? Hartelijk welkom bij de neven en nich ten Johanna Schilling. Wordt jij Johanna genoemd? Hoe oud is Marianneke precies? Nou. of ik de oliebollen lekker vond. Heb jij orgelles? Be dankt voor je mooie tekening hoor! Fijn dat jij de volgende keer een mooi gedichtje maakt. Hartelijk welkom Tini Schokker. Schrijf jij de vol gende keer een lange brief? Ook jij bent hartelijk welkom bij de neven en nichten Wilma Schoneveld. Bedankt voor je gezellige brieven. Is pappa weer helemaal beter? Heb je je vulpen al gevonden? Is het schortje mooi geworden? Knap hoor, dat jij al zo kan koken! Heb jij een lange vakantie gehad Marjo Sehravesande? Heb jij veel broertjes en zus jes? Was dat een kerstspel wat jullie in de Julianakerk hebben gezien, Hennie Schu ier? Jullie zijn wel verwend hoor! Is het een mooi boek" Is de meester al beter? Jammer dat jouw vader net voor het nieuwe jaar weg moest. John Schullink. 'k Ge loof best dat jij nu veel huis werk krijgt. Schrijf je nog eens gauw, John? Hartelijk wel kom Magda Smooker. Heb jij nog meer broertjes en zusjes? Bram v. d. Spek schrijf jij de volgende keer een lange brief? Wat maak jij op de handwerkles Jannie v. d. Spek. Hoe heet jouw vriendin? Schrijf Heb jij een fijne vakantie ge- blom. Is je voet helemaal be- Lig jij zo graag op bed Peter van der Steen? Natuur werken. Goed je best maar doen hoor! Fijn dat je het boek mooi vond Johan Steenks. Hoe heet het boek wat je var de zondagsschool hebt gekre gen? Is het een mooi boek wat jij hebt gekregen Ineke Steenks? Ja het zou leuk zijn als ik kon komen kijken, r dat kan tante Jos echt nic. lemaal doen. Goed repeteren Ineke! Leuk dal jul- allebei eens een brief schrijft Corrie v. d. Steenks. Is ..Jenneke" een mooi boek? Jullie hebben het druk hoor met al die uitvoeringen. Doe jij er de volgende keer een lange brief bij Arie Sterk? Hadden jullie een mooi rap port Piet en Sjaak Stok? Heb jij het boek al uitgelezen Herman Stolk? Lees jij veel? had? Jij hebt papier Truisje Stout. Kan je al een beetje rolschaatsen? Is er bij jullie ook een rolschaat- senbaan? Heb je je boek al he lemaal uitgelezen? Was „Jan van de molen" een mooi ver haal? Nou. of jij mooi post papier hebt Ellie Stout. Knap hoor. dat jij al zo'n brief kan schrijven. Heb je „Dieneke Linneke" al uitgelezen? Schrijf je de volgende keer weer zo'n, mooie brief? Wat erg dat de hond is doodgegaan Stien- tje Stout. Ik vind dat je de poes een mooie naam hebt gegeven. Bij ons heeft het op nieuwjaarsdag niet gesneeuwd hoor! Is het een lief kindje? Hartelijk welkom Janny Streeflaqd. Heb jij veel broer tjes en zusjes? Wat mag ik niet in de krant schrijven. Rietje Struijk? Ik begrijp het niet helemaal. Krijg je veel huiswerk? Krijg ik de vol gende keer een lange brief Kees van Strijen? Ja hoor ik heb jouw ansichtkaart ont vangen Willie Tamerius. Heb jij gisteren mamma's stoel nog versierd? En vandaag heb jij weer groot feest. Vol gende week zaterdag een héél prettige dag hoor! Hans v. d. Tang, van jou krijg ik de volgende keer een lange brief? Hartelijk welkom Agna Ter louw. Schrijf jij de volgende keer een lange brief? Jij ook Japie Toet? Hoe komt het dat jij het zo druk hebt Chris Triemstra. Zoveel huis werk krijg jij toch niet? Wist jij echt nietS" te schrij ven, Cobie Troost? Wat heb jij je brief mooi gekleurd Maaike Tuytel. Heb je je nieu we jurk al aangehad? Welke kleur is het? Jij bent ook hartelijk welkom Jan Tijssen. Geweldig dat ik volgende keer een lange brief krijg. Wat jammer dat ik van jou geen brief kreeg Wil ma den Uijl. Heerlijk dat mamma nu weer thuis is Ria v. d. Velde. Er zijn zoveel nichten en neven die recht op een prijs hebben, dat ik het echt niet precies kan zeggen. Bedankt voor je mooie teke ning hoor! Wat ben jij ver schrikkelijk verwend Heleen tje Verhagen. Ga jij vaak zwemmen? Eén keer je ge boortedatum schrijven is ge noeg hoor! Wat heb jij mooi getekend Alie Vermeer. Hartelijk dank hoor! Leuk dat Jannie al een beetje kan pra- i. Is het een mooie jurk ge worden? Knap hoor dat jij al zo goed kan breien. Krijg ik de volgende keer van jou een lange brief Jan Vermeu len? Jij bent wel erg ver wend hoor Anja Verschoor! Jij hebt zeker veel gesmuld van de patat? Het is mooi postpapier hoor! Dat is ze ker wel een mooi boek, wat jij hebt gekregen. Thea Vcr- weij? Wat maak jij op de hand werkles? Moest jouw zus ver tellen? Wat heb jij leuk post papier Gerda Verwijs. Is de sjaal mooi geworden? Welke kleur wol heb je gebruikt? Hartelijk welkom Tjeerd Vis- Wat heb jij in de vakan- gedaan. Waarom schreef jij er geen briefje bij Nellie Visser? Jij ook niet Ad Visser? Fijn dat jij zo dik wijls bij Anneke op de boer derij kan spelen. Adrie Vias- Lust jij graag biest? Heb jij geen broertjes of zusjes? Jullie hebben dus groot feest gehad Annie v. d. Vlist. Jij boft maar met al die ket tingen. Jammer dat jij op je vaders verjaardag weer naar school moest. Hans Vons. Had jij pappa's stoel versierd? En nou maar goed je best doen Hans! Hartelijk wel kom Glijntje Voogt. Wanneer ben jij precies geboren" Ook jij bent hartelijk welkom Nico van Vugt. Geweldig dat jij een revolver en een pistool hebt gekregen. Ik vind het maar griezelig hoor! Heb je wel eens meer een sneeuwhut gebouwd? Heb jij het boek al uitgelezen Ria van Vuuren? Was het mooi? Ga jij vaak naar oma en opa? Mocht jij de kerstboom optuigen? Vergeet je nu de brief niet meer in de brievenbus te stop pen Henriëtte Wassink? Dat is nogal wat, 80 kerstbomen! Jij hebt wel heerlijk van d< oliebollen gesmuld. Hoe vond je de kleurenfilm? Gauw schrijven hoor Henriet! Hoe maken jullie het Dik, Frits en Goof v. d. Water? Waarom schrijven jullie alleen oplossing? Heeft het bij jullie al gesneeuwd" Marianne Warners, schrijf jij de volgen de keer een lange brief? Hartelijk welkom Ineke en Rietje Wendel de Joodc. Fijn dat ik zo'n lange brief van dat ik zo'n lange brief van jul lie kreeg. Hoe heet jullie broer? Hij heeft het zeker wel zwaar te verduren met zeven zusjes. Is het armpje van je kleine zus al beter? Doe jij er de volgende keer een briefje bij m Wensveen? Kan goed schaatsenrijden Annie Westhoeve? Dat is toch een heerlijke wandeling, de punt rond. Is Hennie weer weg? Woont ze ver weg? Heerlijk zo'n paar weekjei vakantie, vind je niet Gerda van Wijk? Het is gauw groot feest. Veel plezier 24 januari hoor! Joop van Wingerden, wist jij echt niets meer te schrijven? Jij ook niet Si mon IJspcert? Wat fijn dat jij zo'n heerlijke warme man tel hebt gekregen, Willy Zaal berg. Heb jij zoveel van de wafels gesnoept? Waren ze lek ker? Geweldig dat jij mee mocht helpen met oliebollen bakken. Waren ze lekker? Na tuurlijk ben ik jou niet verge ten hoor! Wat ontzettend leuk dat jij een zusje hebt ge kregen Ietje van Zessen. Thea vind ik een mooie naam hoor! Het is mooi postpapier, Ietje! Ik vind het ook wel een beetje griezelig al die rotjes, Nclleke van Zessen. Is het een boek? Jij hebt dus ver leden week twee verjaardagen achter elkaar gehad. Is de pyama mooi geworden Anne ke de Zoete? Hoe wordt de overgooier? Jammer dat jij niets hebt gewonnen. Ge weldig dat jij pas om half één naar bed moest Cokkie v. d. Zwan. Heb je heerlijk gesmuld in de oliebollen?. Jongens en meisjes jullie hebben heel goed je best ge daan met brieven schrijven. Deze week zijn de letters A aan de beurt. Zorgen jullie weer voor een volle brie venbus? Tot schrijfs neven en nichten. TANTE JOS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 18