Een koning over een koning
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 14 JANUARI 1961
DE WERELD
25 JAAR
GELEDEN
door
G. PUCHINGER
„Klaarblijkelijk werd ik, bij wijze van spreken, op ijs bewaard, tot de dag dat de
dood mijn vader sou opeisen
EDWARD VIII
„Een Koning vertelt", pag. 140141,
an alleen een product van mijn koninklijke opvoeding was ik
de oorlog, met mijn eigen ideeën, misschien enigszins aan de
laar overtuigd dat ik wist waar het om ging. Mijn vader daaren-
men doortrokken van de Victoriaanse en Edwardiaanse tradi-
n hadden tijdens de beste en krachtigste jaren van zijn leven",
EDWARD VIII „Een Koning vertelt", pag. 156.
Meer nog t
een product var
cynische kant,
tegen teas volkc
ties die gegoldei
(EDWARD VIII OVER GEORGE V)
OMSTREEKS een tien jaar geleden verschenen van de hertog van Windsor, eens koning Edward
VIII van het machtige Britse rijk, zijn mémoires „A King's story", in het Nederlands ver
taald onder de titel „Een koning vertelt".
Deze mémoires spitsen zich toe op het grote gebeuren dat Edward VIII aan de geschiedenis
van de Britse monarchie zou toevoegen, en dat is weinig anders dan zijn, geruchtmakende abdicatie
van de Britse troon. Het is daarom niet te verwonderen dat deze abdicatie, en vooral de wijze
waarop deze in dit boek aannemelijk werd gemaakt, in het centrum der persbeoordelingen heeft
gestaan, toen deze mémoires in de diverse kranten en tijdschriften besproken werden.
Het aftreden van Edward VIII
heeft een gevoelige knak gege
ven aan het gezag van de Britse
dynastie, en het valt daarom te
verstaan, dat de pers partij trok
tegen de hertogelijke schrijver,
die zijn volk als koning zozeer
had teleurgesteld.
Toch is deze negatieve beoorde
ling enigermate te betreuren, om
dat de kwaliteiten van het boek
als geheel daardoor te weinig zijn
Want weinig is geschreven over
de boeiende wijze waarop de her
tog ons ontelbaar vele gegevens
heeft verschaft uit zijn leven, en
allen die daarin een rol hebben
gespeeld.
Wie echter eenmaal zijn erger
nis is te boven gekomen over ce
wijze waarop de hertog zijn opime
ten beste geeft, en accepteert dat
dit boek móést culmineren in een
apologie van zijn abdicatie, en
waarop deze tot stand kwam, is
daarna in staat nauwkeurig ken
nis te nemen van een ongemeen
boeiend verhaal, waarin wij op
tot nog toe ongekende wijze wor
den ingewijd in de recer.te ge
schiedenis van de Britse monar
chie.
Wie werkelijk interesse heeft
voor de contemporaine geschie
denis van Engeland zal dit boek
verslinden! Wanneer een vijfen
twintig jaar geleden iemand voor
speld had dat er vijftien jaar la
ter een boek zou verschijnen,
waarin de toen zo populaire prins
van Wales zijn leven zou verha
len, en daarbij op de meest per
soonlijke wijze zijn belevenissen
en emoties ons zou blootleggen,
dan had men zulks voor onmoge
lijk gehouden.
Boeiend
Dit is nochtans geschied, en
men zal tot de erkenning moeten
komen, of men het met het ver
haal eens is of niet: het Is een
rijk bock! Het leest boeiend, het
geeft werkelijk nieuws, en wat
voor verwijt men de hertog zou
kunnen maken, niét dat hij lijdt
aan onwaarachtigheid.
Met grote openhartigheid be
spreekt hij alles wat zijn leven
als troonopvolger en koning be
roerd heeft, en leerzaam blijft
wat deze ex-koning geschreven
heeft over zijn koninklijke vader,
hoe hij werkelijk onthult zijn
verhouding als zoon tot zijn va
der. Wat dat betreft heeft dit boek
ook aan de moderne psychologen
veel te leren.
Nu de dag nadert waarop de eer
biedwaardige Engelse monarch,
koning George V. voor vijfentwin
tig jaren uit het leven scheidde,
heeft het zin aan dit boek te her
inneren, dat altijd een bron zal
blijven voor de geschiedschrijving
van koning George V. De contem-
Roraine historicus en de nog in
:ven zijnde tijdgenoot zullen de
grote betekenis onderkennen van
dit boek, waarin koning George
V op de meest openhartige wij
ze door zijn aanvankelijke troon
opvolger is beoordeeld.
Eenzaamheid
Er is slechts één grond waarop
men Edward VIII vergeven kan
wat hij zijn familieleden en land
genoten heeft aangedaan: zich in
te denken, dat er tragiek in kan
schuilen als toekomstig koning ge
boren te zijn, zondat dat men het
heeft gewenst! Te zijn ..iemand,
die op koningin Victoria's schoot
in slaap gewiegd werd", en méér
dan menig burgerman de vrijheid
lief te hebben, en modern te zijn,
bovenal modern in levenshouding
en overtuiging. Men kan dit laat
ste in de hertog van Windsor
veroordelen, maar wie zich zijn
lot niet grondig heeft ingedaoht.
verliest het recht hem te beoor
delen!
Daarbij voegde zich de verhou
ding tot zijn nobele vader, die hem
niet begreep, die éigen levensop
vattingen lief had. en niet ver
stond dat zijn zoon anders was
en anders zou blijven. Waar alles
op neer kwam was, dat Edward
de Victoriaanse levensstijl verfoei,
de, en George V was Victoriaan
in hart en nieren: ,,Hij was het
volmaakte type van de Victoriaan
se en Edwardiaanse tijdperken.
Hij had de Victoriaanse zin voor
deugdzaamheid, morele verant
woordelijkheid en liefde voor hui
selijkheid. Hij geloofde in God, de
onoverwinnelijkheid van de Brit
se vloot en de volstrekte juistheid
van al wat Brits was" (pag. 30).
Maar die huiselijkheid was van
een zeer bepaald soort: ,,Het ont
brak mij zeker niet aan genegen
heid tijdens mijn kinderjaren,
doch mijn vaders positie belette
dat zich tussen ons een innige ver
houding vormde zoals die in het
gewone gezinsleven mogelijk is"
(pag. 8'. Ook schrijft de hertog:
„Ik heb dikwijls het gevoel ge
had dat mijn vader, ondanks zijn
onbetwistbare liefde voor ons al
lemaal, meer in het abstracte op
zijn kinderen gesteld was, en dat
zijn idee van de plaats die een
kind in de grote mensenwereld in
moest nemen weergegeven werd
door de zinsnede: ,,Je moet kin
deren alleen maar zien, niet ho
ren"" (pag. 31).
Men kan hiertegenover plaat
sen het feit dat tienduizenden va
ders zulke opinies hebben, maar
de daardoor reeds moeilijke ver
houding tussen George V en zijn
zoon Edward werd nog bemoei
lijkt door de belemmeringen van
het 'koningschap als zodanig: ,,Er
was nog een ongewone kant aan
mijn jeugd, nl. dat we nooit ..al
leen" waren met onze ouders,
waar we ook woonden. Altijd wa
ren er een hofdame en een adju
dant die bij ons thuis sliepen en
aan tafel mee-aten. Toch voelden
we ons op een eigenaardige ma
nier eenzaam, deels om het iso
lement waarin we noodgedwongen
leefden tengevolge van mijn va
ders positie, maar nog meer om
dat we geen intieme omgang had
den met kinderen van onze leef
tijd. Behalve wanneer we mee
genomen werden naar partijtjes
voor kinderen van de vrienden
van mijn ouders, of wanneer de
leden van de hofhouding hun kin
deren meebrachten naar een van
de koninklijke landgoederen, za
gen we onze leeftijdgenoten bijna
nooitDe gélukkigste uren wa
ren die waarin we met ons drie-
en aan ons lot werden overgela
ten" (pag. 49).
Een enkele maal werden de zo
nen bij de vader in de bibliotheek
binnengeroepen, om standjes aan
te horen: ..En zo was het onver
mijdelijk dat, terwijl de kamer
van mijn moeder een soort toe
vluchtsoord voor ons betekende,
de bibliotheek het symbool werd
van het ouderlijke gezag, de ze
tel van vermaningen en verwij
ten" (pag. 31).
Was de vader enige tijd afwe
zig, dan werd zulks daarom als
een opluchting gevoeld: ..En al
misten we mijn vader, toch be
tekende zijn afwezigheid een ze
kere onderbreking in het strenge
regiem dat hij handhaafde als hij
thuis was.... We vonden het al
tijd pFettig met mijn moeder in
Frogmore, en al hielden we van
Schotland, toch speet het ons een
beetje als we eind augustus in de
trein stapten om naar Abergel-
die te gaan waar mijn vader zich
bij ons voegde" (pag. 39).
George V vroeg weinig naar het
innerlijk van zijn zonen, ook waar
het hun vorming en ontwikkelings-
keuze betrof: ..Mijn vader, die
zijn eigen ideeën had omtrent op
voeding, had al lang besloten dat
Bertie en ik precies zo zouden
worden opgevoed als hij en oom
Eddy een jaar of dertig geleden"
(pag. 21—22).
Toen Edward op zeer jeugdige
leeftijd naar 09bomc ging. om
daar. evenals zijn vader, de ma
rineopleiding te volgen sprak
George V in een teder ogenblik
Drie generaties uit het Britse
vorstenhuis. In het midden
koning Edward VII, links van
hem koning George en rechts
tieer een Edward, de jonge prins
van Vales.
tot zijn zoon: ,,Nu je van huis
gaat, David, en de wereld in
trekt. moet je altijd bedenken
dat ik je beste vriend ben." Wie
deze woorden overweegt in het
verband van het gehele boek, be
grijpt dat deze woorden geen
steun en troost bevatten, maar
eerder klonken als de zoveelste
aanmaning, die de Victoriaanse
eeuw meegaf wanneer kinderen
het ouderlijk huis verlieten!
En dan te bedenken dat de va
der een door en door nobel man
was: wel kortaf, maar stipt in
plichtsbetrachting, rechtvaardig
naar beste weten, en meelevend
met zijn ondergeschikten, zodat
Edward in zijn 'boek tévens wel
moest opmerken: „Mijn vaders
leven was een meesterstuk in de
kunst van een welgeordende, ele
gante leefwijze." (pag. 223).
Daarbij overschatte George V
zich niet, en wenste bijvoorbeeld
niet voor een vergadering van ge
leerde mannen te spreken, want
hij achtte zich verre hun minde
re in geestelijk opzicht.
Maar desondanks botsten in de
verhouding tussen George V en
Edward VIII de late Victoriaanse
eeuw met de opvattingen van het
midden der Twintigste Eeuw.
„Vroomheid en achtenswaar
digheid vormden de morele steun
pilaren van haar Hof" (pag. 53)
schrijft Edward over Koningin
Victoria. Maar helaas. vroom
heid en achtenswaardigheid ston
den bij haar koninklijke achter
kleinzoon niet hoog in tel. En de
vader wenste geen van beide ook
maar in discussie te geven, en
daarmee was het diepe, onder
grondse conflict gegeven tussen
vader en zoon, dat kort na de
dood van George V, tijdens het
koningschap van Edward VIII,
tot een publieke uitbarsting zou
komen.
Toen hij ouder werd ging de
prins van Wales zijn eigen weg,
en was verbaasd dat zijn vader
daartegen bezwaren had: ..Mijn
vader kon maar niet hegrijpen
waarom ik niet meer zoals hij
was. Ik kreeg telkens om de een
of andere reden boetpredikaties
te horen over het thema, dat ik
nooit mocht vergeten wie ik was.
Ondanks die spoedig overdrijven
de donderbuien voelde ik me al
tijd prettig in gezelschap van
mijn ouders en bracht ik elk
jaar op z'n minst een maand bij
hen door op één van hun buiten
verblijven. Zo men kan zeggen
dat iets in staat was ons van el
kaar te vervreemden, dan was
dat het meedogenloze formalisme
van hun leven, dat nimmer afliet
en elk hunner handelingen be
paalde. Dit was het dat de na
tuurlijke en spontane uitdrukking
van gedachten en emoties belem
merde. Veel van wat wederzijds
verrijkend had kunnea werken
bleef vaak ongezegd zonder dat
er zelfs een poging toe gedaan
werd. Ik geloof dat de moeilijk
heid in hoge mate een natuurlijk
uitvloeisel was van onze omstan
digheden: .koningen en koningin
nen zijn slechts in de tweede
plaats vaders en moeders. Om
dat mijn openbare leven onder
worpen was aan formaliteiten
zocht ik instinctief verpozing in
gezelschap van mensen, die, al
was er geen gebrek aan respect
voor mijn positie, wars van ce-
rfemonieel waren" (pag- 234).
De moeder
Niet tegenover, maar naast
George V stond zijn gemalin, ko
ningin Mary, die een waarach
tige moeder is geweest voor de
kinderen, en voor Groot-Brit an-
nië een koningin die nooit ver
geten zal worden.
Haar uiterlijk en ceremonieel
optreden moge door en door Vic
toriaans zijn geweest, haar in
nerlijk vormde een gunstig te
genwicht tegen de strakke Va
derfiguur van George V. Door
deze critische mémoires van Ed
ward VIII straalt haar liefde
heen, waarbij de kinderen toe
vlucht zochten.
Bij haar als moeder vond de
jonge Edward de bescherming
die ook koningskinderen in het
huisgezin zoeken: ,,Mijn moeder
placht voor het eten rust te ne
men in haar boudoir en dat uur
tje reserveerde ze voor ons. Om
6 uur 30 werden we uit de klas
geroepen. Dan lag ze in négligé
op de sofa en terwijl er op klei
ne stoeltjes om haar heen zaten
las ze ons voor en praatte met
ons. Als ik terugzie op dit toneel
tje hen ik ervan overtuigd dat
mijn culturele 'belangstelling
aan mijn moeders knieën is be
gonnen. De jaren dat ze als jong
meisje in het buitenland had ge
woond, hadden haar levensbe
schouwing gerijpt en door studie
en waarneming had ze een ver
bazende kennis opgedaan over de
geschiedenis der koningshuizen.
Haar zachte stem, haar 'hoge
beschaving, de gezellige kamer,
overladen met persoonlijke schat
ten. waren alle onafscheidelijke
bestanddelen van het geluk dat
verbonden was aan dit laatste
uurtje vaai een dag uit een kin
derleven" (pag. 28-29),
Daarnaast staan de grootou
ders: koning Edward VII en ko
ningin Alexandra. Ook zij wisten
zon en vreugde te brengen in het
leven van de kleinkinderen. Was
het een vrucht van de meest
Victoriaanse opvoeding die ooit
genoten werd, die van Edward
VII zelf?
De Hertog van Windsor be
schrijft: „Mocht de aanwezig
heid van vier lawaaiige kinderen
voor de koninklijke hofhouding
hinderlijk geweest zijn, mijn
grootouders hebben zulks nooit
laten merken. Integendeel, zij
moedigden onze aangeboren lust
tot lawaai schoppen zo aan dat
het kalme leventje op York Cot
tage voor korten tijd overhoop
lag. Mademoiselle Helen Bricka.
een juffrouw uit de Elzas, die
de gouvernante van mijn moeder
was geweest, had ons ongeveer
een jaar onder haar hoede ge
had. Zij was langzamerhand een
gezette dame op leeftijd gewor
den en zou ongetwijfeld een idea
le gouvernante zijn geweest voor
een meisje uit de hoogste klas
sen van de H.B.S.. maar ze zou
ondervinden dat het lesgeven aan
kleine en ongedurige jongens
problemen opleverde, die buiten
haar ervaring lagen. En haar
consciëntieuze pogingen, ons wat
bij te brengen, werden allerminst
bevordert! door het feit dat ik
een tijd geleefd had onder de
zonnige auspiciën van een groot
vader die nog goed wist hoe ver
velend zijn eigen lessen waren
geweest, en van een grootmoe
der die vond dat lessen minder
belangrijk voor kinderen waren
dan een prettige jeugd. Als er
aan de lunch geen prominente
gasten waren, hadden onze groot
ouders er schik in ons door de
eetzaal te zien hollen. In deze
gezellige atmosfeer vergaten we
gemakkelijk dat Mile Bricka bo
ven op ons wachtte met haar in
leiding tot de Franse en Duitse
taal. Als we te lang wegbleven,
kwam ze heel schuchter de eet
zaal binnen en zei dat het al
veel te laat was voor onze mid
daglessen. Meestal stuurden onze
grootouders haar dan met een
handbeweging weg
daan, op geruststellende toon te
gen de gouvernante: „Och laat
de kinderen nog maar wat bij
ons. We sturen ze direct wel
naar boven". Mijn grootouders
bekommerden zich zo weinig om
onze lessen dat ze, toen we voor
een verblijf van veertien dagen
met hen naar Sandringham gin
gen. de arme Mile Bricka in
Londen achterlieten uit angst
dat ze de pret voor ons beder
ven zou." (pag. 17—18).
De kerkgang
van Edward VII
Dat de hertog van Windsor
meesterlijke staaltjes van be
schrijving kan leveren, bewijst
ons dt wijze waarop hij de kerk
gang schildert van zijn grootva
der te Sandringham:
„De ochtenddienst werd om
halftwaalf gehouden. Tien minu
ten daarvoor begon de klok van
het kerkje in het park te luiden.
Dat was het sein voor mijn va
der, uit York Cottage te vertrek
ken en wij gingen dan met hem
mee langs het pad aan de over
kant van de vijver. Bij het hek
van de kerk voegden wij ons bij
koningin Alexandra en mijn moe
der, die ons imet de andere da
mes in haar rijtuigen waren
voorbijgaan. Aan weerszijden
van 'het altaar, op de plaats die
gewoonlijk door het koor wordt
ingenomen, stonden twee kerk
banken tegenover elkaar: die ter
rechter zijde was bestemd voor
de koninklijke familie, de ande
re voor de dames. Met mijn
grootmoeder voorop deed het ge
zelschap nu door een zijdeur
zijn intrede in de kerk en nam
zijn plaatsen in de banken in.
Tegen die tijd was de kerk ge
vuld met pachters en dorpelin
gen en hun gezinnen. De koning
en alle mannelijke gasten schit
terden nog steeds door afwezig
heid. Desondanks ging de deur
zachtjes dicht en begonnen de ge
beden. Een half uur later, klok
slag twaalf uur, luidde de klok
opnieuw. Dan klonk het geluid
van voetstappen op het grind
pad en een ogenblik later ging
de zijdeur open en trad mijn
grootvader binnen, met een blik
alsof hij opgehouden was door
gewichtige staatszaken gevolgd
dioor een stuk of twaalf manne
lijke gasten. Onze bank kraakte
altijd als de koning ging zit
ten op de plaats het dichtst bij
het altaar, die altijd voor hem
vrijgehouden werd, terwijl de
andere laatkomers ons voorbij
liepen en plaatsnamen in de ban
ken die voor hen gereserveerd
waren, vóór de gemeente. Wan
neer mijn grootvader op San
dringham was duurde de preek,
die op andere zondagen tot in
het eindeloze gerekt placht te
worden, nooit langer dan tien mi
nuten. De rector had. zo hoor
den we, een wenk gekregen dat
de koning dat ruim voldoende
vond. Om halfeen was de gods
dienstoefening afgelopen; wij
kinderen hebben eens een som
metje gemaakt, waarvan de droe
ve uitkomst was dat mijn groot
vader precies half zoveel tijd in
de kerk doorbracht als wij."
(pag. 57—58).
Liefde en
zelfcritiek
Onmisbaar om het beeld van
George V te voltooien, die een
vijfentwintig jaar geleden stierf,
zijn deze mémoires van zijn oud
ste zoon, de hertog van Windsor.
De publicatie ervan moet de En
gelse koninklijke familie ge
schokt hebben, want hij spaart
zijn familieleden niet, en nie
mand zal bij het openslaan van
het boek zoveel critiek hebben
verwacht te vinden op zijn door
heel Engeland vereerde Vader.
Dat er echter óók liefde be
stond tussen de vader en de zoon
bewijst de korte beschrijving van
een fragment van de kronings
ceremonie van George V: „Aan
mijn vaders voeten knielend
zwoer ik: „Ik, Edward, Prins
van Wales, word uw getrouwe
onderdaan in lijf en leden, en
in wereldse aanbidding; en ik zal
u trouw en oprechtheid betonen
en u bijstaan in leven en ster
ven tegen een ieder, Zo waarlijk
helpe mij God". Toen mijn va
der mij op beide wangen kuste
was zijn aandoening even groot
als de mijne", (pag. 92).
En dat er ook zelfcritiek al
thans zelfbezinning in dit boek
vol critiek op een Koninklijke
vader, bewijst wat de hertog van
Windsor schrijft over zijn vader
na de Eerste Wereldoorlog: „Ik
geloof dat ik nu in alle ootmoed
kan zeggen dat ik sinds die da
gen begonnen ben mijn vader be
ter te begrijpen. Tot mijn ver
bazing kom ik nu immers tot de
ontdekking, dat ik zelf tegenover
de nieuwe, door de oorlog beïn
vloede generatie vrijwel evenzo
sta als hij in het begin van de
twintiger jaren tegenover de mij
ne. Hij was toen zesenvijftig en
teleurgesteld dat de levenswijze,
die hij vóór de eerste wereldoor
log gekend had, niet teruggeko
men was. Ik ben nu zelf net zo
oud, en merk nu dat ik, die mijn
meest actieve jaren tussen de
beide oorlogen in heb geleefd, het
betreur dat vele dingen verwor
pen zijn die ik kende en 'begreep.
En precies zoals ik het als jong-
mens dertig jaar geleden soms
oneens was met mijn meer con
servatieve vader, zo merk ik nu
dat ik het niet eens kan zijn met
sommige van de politieke ideeën
die mijn jonge vrienden erop na
houden. Niet dat ik bang ben
voor verandering, want ik ben
nooit reactionnair geweest. Waar
ik wel bang voor ben, en wat,
zoals ik nu 'besef, mijn vader
steeds gevreesd heeft, is veran
dering door middel van geweld,
veranderingen, die fundamentele,
duurgekochte dingen zou weg
vagen". (pag. 228—229).
Zo ziet men hoe de zorgen van
de éné generatie, altijd weer te
rugkeren bij een volgende
Het falen van Chroesjtsjef - Gevaar in Laos niet ge
weken - Stakingsactie in België werkte als een boe
merang - Tweeërlei betekenis van het referendum over
Algerije - Betreurenswaardige ontwikkeling in Kongo
EEN verscheidenheid van
problemen heeft ook in de
afgelopen week weer om strijd
de aandacht van de wereld op
geëist. Het begon met de uit
slag van het referendum in
Frankrijk en Algerije over de
politiek van De Gaulle met be
trekking tot het Algerijnse pro
bleem. Vervolgens deden zich
in Kongo gebeurtenissen voor,
die opnieuw de positie van pre
sident Kasavoeboe en de „sterke
man" kolonel Moboetoe hebben
verzwakt. In België was er
enerzijds sprake van een be
reidheid het werk te hervatten
en van enige toenadering tus
sen bepaalde socialistische lei
ders en het kabinet Eyskens,
maar anderzijds leken de vak
bondsleiders in Wallonië onder
aanvoering van André Renard
vastbesloten, in dat deel van
het land de strijd voort te zet
ten, zonodig door de vuren van
de hoogovens te laten doven en
de mijnen onder water te laten
lopen. In de merkwaardige
strijd in Laos viel nog geen be
slissing. Het zwaartepung van
de activiteit verlegde zich naar
het diplomatieke front en niet
alleen de Amerikanen, maar ook
de Russen lijken bereid te zijn
de zaken in Laos niet verder
op de spits te drijven.
Aanval
Overigens hebben de Russen
in eigen land genoeg moeilijk
heden om zich mee bezig te
houden. Tijdens de zitting van
het Centraal comité van de
Russische communistische par
tij deed Ohroesjitsief scherpe
aanvallen op leidende functiona
rissen, die hij verantwoordelijk
stelde voor het falen van het
landbouwprogram van de Sow-
jetunie. Ook voor hem is de aan
val blijkbaar de beste verdedi
ging, want het was Chroesjtsjef
zelf, die verantwoordelijk is
voor de gang van zaken in de
Russische landbouw. Hij stelde
de plannen op voor de ontgin
ning van uitgestrekte gebieden
in Kazakstan etc., waar zich
ieder jaar grote moeilijkheden
voordoen en het eenvoudig niet
mogelijk is. de produktiecijfers
te verwezenlijken, die men in
Moskou heeft gemeend, te kun
nen vaststellen.
Mislukt
Chroesjtsjef kan nu wel zeg
gen, dat „sommige kameraden
geen schaamte of trots kennen
en dat een leider met zelfre
spect, die aan de rand van een
bankroet staat wegens incompe.
tentie zijn ontslag moet indie
nen, ja dat zij daarentegen pro
beren om aan de hagel, de dui
vel of een andere vorm van
overmacht de schuld te geven",
hij mag toch niet vergeten, dat
hij de mensen op wie hij deze
scherpe kritiek leverde, voor
een opdracht heeft geplaatst,
die zij onmogelijk konden uit
voeren en dat hij op deze wij
ze in navolging van zijn voor
gangers hen er toe gebracht
heeft, ongeoorloofde methoden
te gebruiken om officieel aan
de gestelde eisen te kunnen vol-
Intussen zijn de tegenslagen,
waarmede de Russen en in nog
veel grotere mate de Chinezen
te kampen hebben, een aanspo
ring voor de vrije wereld om
zich niet te laten overrompelen
door de pogingen van het com
munistische blok, het te doen
voorkomen, alsof men daar
maar kan doen wat men wil.
Men kan daar veel en men doet
daar veel. Maar voor de com
munisten geldt ook en in alle op
zichten, dat er grenzen zijn, die
niet overschreden kunnen wor-
Laos
Dit laatste is ook het geval in
Laos, waar de Russen zich zeer
openlijk hebben ingelaten met
de strijd tussen de troepen van
de pro-westerse premier Boun
Oum en de eenheden van de re
bellerende parachutistenkapitein
Kong Le en de pro-communisti-
sche Pathet Lao-beweging. Nu
de Amerikanen niet langer drei
gen met militarie interventie in
Laos en het er langzamerhand
naar gaat uitzien, dat een nieu
we bijeenkomst zal worden ge
houden van de Geneefse com
missie, die in 1954 de moeilijk
heden in Indochina heeft „op
gelost", verlenen de Russen
sinds enkele dagen hun steun
aan het streven naar een politie
ke regeling voor het Laotische
voor diegenen onder de socialis
ten, die menen dat een politieke
minderheid de parlementaire
meerderheid op de straat op de
knieën kan dwingen.
Afkeuring
CHROESJTSJEF
DE GAULLE
probleem. Er zal echter nog
heel wat water door de zee stro
men, voordat die besprekingen
in een of andere vorm doorgang
kunnen vinden en intussen gaat
de militaire en de politieke
strijd door. Van beide zijden pro
beert men zoveel mogelijk „ter
rein te winnen" en het pro-
westerse bewind is er donder
dag toe overgegaan, door Lao
tische piloten bemande Ameri
kaanse vliegtuigen in te zetten
tegenover de rebellerende strijd
krachten van Kong Le en de
Pathet Lao.
Deze Amerikaanse hulp is
blijkbaar in de plaats gekomen
van de militaire interventie, die
klaarblijkelijk aanvankelijk op
het programma van de Ameri
kanen stond, maar die naar
we mogen aannemen niet de
instemming kon krijgen van de
adviseurs van Kennedy, de ko
mende president van de Ver
enigde Staten.
Gevaarlijk
Nu is het bepaald niet zo, dat
een regering niet het recht zou
hebben, met alle middelen die
haar ten dienste staan een op
standige beweging te onderdruk
ken. Bij een onduidelijke en in
gewikkelde politieke situatie als
in Laos vraagt men zich echter
af, of het verstandig is geweest,
tot deze nieuwe en drastische
stap over te gaan. We hebben al
eerder betoogd, dat het aanbe
veling verdient, een politieke op
lossing te zoeken voor het bin
nenlandse probleem, waaraan
Laos ten gronde dreigt te gaan.
Het was ai bijzonder moeilijk,
een regeling te verwezenlijken,
die de elkaar bestrijdende par
tijen zou kunnen bevredigen. Ge
vreesd moet worden dat het
voortaan bijna onmogelijk zal
zijn, dit streven met succes te
bekronen. De mogelijkheid is
zelfs niet uitgesloten, dat de
strijdkrachten van Kong Le en
de Pathet Lao de beschikking
zullen krijgen over vliegtuigen
van communistische landen en
dat het conflict ln Laos opnieuw
het gevaarlijke karakter krijgt,
dat het enkele weken geleden
Verloren
Over de gebeurtenissen in Bel
gië valt op het ogenblik dat we
dit schrijven weinig te zeggen.
De stakingsactie is daar defini
tief mislukt, omdat zij al in het
begin het karakter van een poli
tieke rel, gericht tégen de wet
tige regering van premier Eys
kens, had gekregen. De staking
was niet sympathiek en zelfs in
socialistische gelederen had zij
niet de algemene instemming.
De strijd, de verloren strijd,
heeft tenslotte geleid tot ern
stige onenigheid in de socia
listische gelederen, waarbij Vla
mingen en Walen zich tegenover
elkaar geplaatst zien. Het mis
dadige optreden van de Waalse
stakingsleider André Renard
heeft de leiding van de socialis
tische partij blijkbaar over
tuigd van de noodzaak, spoedig
een eind aan de waanzinnige
toestand in het land te maken.
Aan premier Eyskens komt
de eer toe, dat hij het socialis
tische leiders als Achllle van
Acker mogelijk heeft gemaakt,
een verzoenend gebaar te ma
ken. dat de gewraakte Een-
heidswet volkomen intact liet,
maar er toe leidde, dat zij op
een punt van ondergeschikt be
lang werd gewijzigd. Wellicht
zal Van Acker of een van zijn
politieke vrienden aangemoe
digd door dit kleine succes
proberen nog meer van derge
lijke concessies in de wacht te
slepen, voordat de Eenheldswet
volledig door het Belgische par
lement is aanvaard en het dus
geen zin meer zou hebben, het
verzet tegen aanneming er van
voort te zetten.
Een les
Op het ogenblik, dat we dit
schreven zag het er naar uit,
dat de Eenheidswet spoedig zou
worden aanvaard en dat pre
mier Eyskens nog met bepaal
de toezeggingen voor de dag zou
komen, die alleen maar de be
reidheid van zijn kabinet de
monstreren, rekening te houden
met de wensen van de socialis
ten, doch niettemin door de so
cialistische leiders uitgelegd
zouden kunnen worden als waar
devolle concessies als gevolg
is. dat er een eind komt aan de
onverkwikkelijke gebeurtenis
sen, waarvan we in de afgelo
pen weken getuige zijn geweest.
En al moge zij kostbaar zijn
geweest, de wijze waarop pre
mier Eyskens voet bij stuk
heeft gehouden, toen bleek, dat
de staking voornamelijk gericht
was tegen de regering en dat
het voortbestaan van de parle
mentaire democratie op het spel
stond, is een goede les geweest
Een gevoelige les hebben
ook de Europeanen in Algerije
gekregen bij het jongste referen
dum over de toekomst van dit
gebied. En wel om tweeërlei re
denen. De eerste is, dat een
meerderheid van het Franse
volk hoewel het niet volledig
achter de bestaande plannen
ten aanzien van de toekomst
van Algerije staat zich ach
ter generaal De Gaulle heeft ge
schaard en hem als het ware
een blanco mandaat heeft gege
ven om er in Algerije nog van
te maken, wat er van te maken
is. Men heeft nog steeds ver
trouwen in De Gaulle, al is dit
gezien het grote aantal ver
houdingen in werkelijkheid
n.iet 'bijzonder ©root meer. Van
alle kiesgerechtigden stemde
slechts 56 pet. ja, 19 pet. neen
en onthield zich 25 pot. Niette
min is 56 pet. voldoende en De
Gaulle heeft dan ook niet geaar
zeld, de uitsla© als een vertrou
wensvotum van het Franse volk
te zien. Tevens mag hij haar
dus beschouwen als een afkeu
ring van het gedrag van de
Europese bevolking in Algerije.
Moslems
De tweede reden, die deze be
volkingsgroep tot nadenken
moet stemmen, is de uitslag
van de volksraadpleging in Al
gerije zelf. Van alle kiesgerech
tigden stemde 40 pet. ja, 18 pet.
neen en onthield zich niet min
der dan 42 pet. van stemming.
En we kunnen ons levendig
voorstellen, dat wanneer het
Franse leger het referendum
niet zou hebben georganiseerd
het percentage van de ont
houdingen nog belangrijk groter
zou zijn geweest.
Deze groep mensen heeft zich
blijkbaar gehouden aan het pa
rool van de opstandelingenlei
ders, niet aan het referendum
deel te nemen, wat op zichzelf
in Algerije al een gevaarlijke
„bezigheid" is, gezien de raz
zia's, die na het referendum in
Oran en andere delen van Alge
rije door het Franse leger wer
den gehouden. Men wilde wel
eens weten, hoe het kwam, dat
vele duizenden mohammedanen
thuis waren gebleven.. Neen,
vrij waren de mensen niet en
het is dan ook zeker niet ge
waagd te veronderstellen dat er
een meerderheid voor het be
wind van Ferhat Abbas uit de
bus zou zijn gekomen, als de
mohammedaanse bevolking even
vrij zou zijn geweest in het uit
brengen van haar stem, als de
Europeanen altijd zijn geweest.
Intussen is de uitslag van Al
gerije zelf ook voor De Gaulle
een waarschuwing omdat hij er
uit kan afleiden, dat ook hij het
getij tegen krijgt. Nu hij zich
gesteund weet door een meer
derheid van het Franse volk zal
hij met bijzonder veel spoed het
Algerijnse vraagstuk moeten op
lossen, voordat de moslembevol
king alleen nog maar met vol
ledige onafhankelijkheid genoe-
Kongo
Blijft over Kongo. Dit land
blijft verdeeld als gevolg van de
tegenstrijdige belangen van Oost
en West en van de rivaliteit on
der de leiders van de Afrikaanse
landen, die na de tweede wereld
oorlog eh soms nog maar kort
geleden onafhankelijkheid heb
ben verkregen. De Verenigde
Naties, die een grote troepen
macht in Kongo hebben, kunnen
niets doen, omdat genoemde tegen
stellingen ook tot uiting komen in
de leiding van de VN-strijdkrach-
ten ter plaatse en in de Veilig
heidsraad en de Algemene Ver
gadering, waar politieke beslui
ten genomen dienen te worden,
zonder welke geen enkele actie
van de zijde van de VN-troepen
mogelijk is. Lang hebben de
Russen en met hen bepaalde
Arikaanse leiders gehoopt, dat
zij een eind zouden kunnen ma
ken aan de bemoeienis van de
Verenigde Naties met de ge
beurtenissen in Kongo. Want ook
al hebben zij het er niet zo best
afgebracht, zij zijn er toch een
tijd lang in geslaagd, een zij het
labiel evenwicht te bewaren.
Vrees
De ondergrondse activiteit van
de Loemoembagezinden duurde
echter voort en in de afgelopen
weken hebben zij met stilzwij
gende toestemming van Nigeri-
aanse VN-eenheden kans gezien,
met een strijdmacht tot in
Noord-Katanga door te dringen
en daar een eigen bewind te
vestigen over een nieuw ge
vormde provincie Loeloeaba. De
Nigeriaanse strijdkrachten zijn
in dit gebied verre in de meer
derheid en het zou geen onover-
komenlijk bezwaar zijn geweest,
aan deze ongewenste militaire
activiteiten een eind te maken.
Maar dit is niet gebeurd en er
zal waarschijnlijk ook niets ge
beuren als het aan de leiding
vari het VN-leger ligt.
Gevreesd moet worden, dat de
volgelingen van Loemoemba
steeds meer Kongolese gebieden
in handen zullen krijgen. In Le-
opoldstad staat de zaak in feite
reeds op springen en als kolonel
Moboetoe genoodzaakt wordt,
nog meer troepen te onttrekken
aan het gebied, waarover lilj
thans nog wat te vertellen heeft,
is het niet onwaarschijnlijk, dat
hij op een gegeven ogenblik sa
men met president Kasavoeboe
cn de andere gematigde elemen
ten ln de Kongolese hoofdstad
onder de voet zal worden gelo
pen. En dat de Verenigde Na
ties ook dan geen hand zullen
uitsteken om dit te voorkomen.
Het Westen zal dan niet lijdelijk
kunnen toezien.