Herv. kerk bezint zich op mutatievraagstuk Een kanttekening _J Meningen van anderen Een woord voor vandaag Derde lustrum van Clir. Geref. studentenbond ÖNTMOSTIKG^BRIÏF HEIN2? saus-soep VenhaSe. 2 ONZERZIJDS OPTIMISME |}E beschouwingen over het jaar 1960 en de verwachtingen voor 1961 rijn overwegend optimistisch gesteld geweest. Dit ondanks dat er onrust heerst in vele landen: Kongo, Laos, Cuba. België, Algiers, het Midden-Oosten. Wij weten nog niet, hoe de gebeurtenissen zich zullen ontwikkelen. Mochten de spanningen sterker worden, zouden er ernstige moeilijkheden komen en gewapende conflicten uitbreken, dan zullen de gevolgen ook op tie welvaart van West-Europa stellig een nadelige invloed uitoefenen. Dan toch optimistisch? Op grond van de tot dusver bekende economische gegevens is er inderdaad reden tot zeker optimisme. Er is met name in de landen die tot de Europese Economische Gemeenschap behoren een aanzienlijke welvaartsstijging te constateren. Gelijk men weet, wordt de E.E.G. gevormd door West-Duitsland, Frankrijk, Italië, België, Luxemburg en Nederland. Welnu, in 1959 lag de industriële produktie van de E.E.G. niet minder dan 10 pet. boven het gemid delde van 1957. In Engeland bedroeg dit percentage 5 en in de Verenigde Staten 4^4. Men moet daarbij wel in aanmerking nemen, dat het niveau der produktie in laatstgenoemde landen reeds in 1957 hoger lag en dat had na tuurlijk ook invloed op het percentage der toeneming. Ook in het eerste halfjaar van 1960 ging voor de E.E.G. het percentage met 14 pet. vooruit in vergelijking met 1959. Wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat ook de export der E.E.G.- landen in procenten meer toegenomen is dan de uitvoer van de Verenigde Staten en Engeland, is het begrijpelijk, dat velen optimistisch zijn gestemd. Het handelsverkeer tussen de E.E.G.-landen onderling is eveneens intensie ver geworden. Drs. P. Bogaers, directeur van het wetenschappelijk adviesbureau van de r:.k". ^Versbeweging, acht het mogelijk, dat West-Europa over twaalf a vijftien jaar het huidige welvaartspeil van de Verenigde Staten heeft be reikt. Daarna zal het accres tussen de landengroepen wel ongeveer gelijk zijn. De werkloosheid is, voor wat de landen der Europese gemeenschap betreft, alleen in Italië nog abnormaal groot. Dit land zal ook enige steun behoeven. Hier is vooral structurele werkloosheid, hoewel deze ook in enkele andere landen van de gemeenschap niet onbekend is. Ook niet in Nederland. Gepleit werd door de heer Bogaers voor een Europees ontwikkelingsfonds. Door dit fonds zou binnen de gemeenschap de tewerkstelling en het gaan van het ene beroep naar het andere door middel van herscholing, gesteund en bevorderd kunnen worden. Het fonds zou ook bepaalde projecten kunnen uitvoeren. Het is een gedachte die stellig ernstige overweging verdient. Is het optimisme overigens volkomen gewettigd? Wij zijn geneigd om op deze vraag in bevestigende zin te antwoorden, mits wij gespaard worden voor sterke spanningen, voor oorlogen en een revolutie, zoals in België heeft ge woed. En een ander iets is, dat met voorzichtig beleid wordt opgetreden ten aanzien van investaties, lonen en prijzen. Van de Here is veel wijsheid af te bidden. Ook in tijden van welvaart, waarin men èn geestelijk-zedelijk èn sociaal-economisch op gevaarlijke klippen stoten kan. Dominees vaak te lang op zelfde plaats In de eerste maanden van 1961 zal het mutatierapport der com missie-Vossers, dat (met enkele aanvullingen) door de synode aan de kerkelijke vergaderingen ter overweging is toegezonden met de vraag om vóór 15 april van ant woord te willen dienen, in de Ned. Herv. Kerk allerwegen de aan dacht vragen. Gezegd dient te worden, dat de commissie het mutatie-, of wel het stagnatievraagstuk grondig heeft bestudeerd en in haar rapport een groot aantal statistische gegevens geeft en verwerkt. De mutatie is gestremd en dit niet door toevallige omstandigheden: het een s.ructureie ..oedanigheid van de tuatie en de opbouw der Kerk. Uitvoe rig wordt stilgestaan bij de gevaren, die dreigen bij een te lang vert>lijf op eenzelfde standplaats: het an leider tot functieverlies voor het pastoraat ter Advertentie Hebt U ook al reumatiek Wie de kwellingen van reumatiek kent. weet hoe een groot deel van zijn leven ver- r de vaak zware pUnen. Zodra t U. hoe een heerlijk verwar n Uw pijn lenigt. Niet vooi len: ..Kloosterbalsem - geer HET KABINET Vandaag nog twee commentaren op de oplossing van de kabinetscrisis, een liberale en een socialistische. De eerste is uit het Algemeen Handelsblad, dat om. schrijft: „Sommige giftige en kleinzielige commentatoren hebben waarschijnlijk deze korte crisis toch nog verlengd, door te po gen vele zaken op haren en snaren Je zetten. Er waren betrokkenen, die io heette het met alle geweld gezichts- en althans prestigeverlies moesten incasseren. Zij moesten „door de knieën gaan". En mr. Beernink, de voorzitter van de C.H.U., wenste, dat dc ministers hun lesje ge leerd zouden hebben na gepast zelfonder zoek". Deze aarts-betweterij werd gelan ceerd op de dag voor Oudejaar dus op een moment, dat wijze zelfbeperking meer dan ooit nodig was. Als er dan toch lessen ge leerd moeten worden: dc heer Beernink moge bedenken, dat er een zeer lange weg ligt lussen politiek krakeel en staatsmans inzicht. Tenslotte: zelfs deze rare crisis, die volledig aan de dag trad is ons nog liever dan de lagen en listen-in-hel-geheim, die de machtshebbers op elkaar toepassen in een dictatoriale staat. Toch dreigde de ze operette-crisis Nederland belachelijk te maken in de ogen van het buitenland. In tussen, ook ec*i operette moet haar ontkno ping vinden. Het is aan de tact en het ver nuft van de informateur, prof. De Gaay Fortman, te danken, dat deze ontknoping op korte termijn tot stand kwam. Daar voor moeten allen, die politiek iets ruimer denken, hem dankbaar zijn." En dit o.m. schrijft Het Parool „Dc scherven zijn nu dus gelijmd en men moet de reparateur-lijmer prof. De Gaay Fortman althans hulde brengen voor de snelheid, waarmede hij heeft gewerkt. Voor het land is het echter o.i. wel zeer te be treuren, dat deze snelheid betaald werd met een gebrek aan kwaliteit. Want wel kan de ze wankele ploeg nu voorlopig weer verder strompelen, maar niemand kan zich ver heelden, dat de moeilijkheden ten einde zijn en dat een glorieuze tijd van doelbe wust, eensgezind en krachtig regeren be gint. Wij hebben destijds al betoogd, dat er op dit ogenblik in Nederland naar onze me ning geen andere politieke mogelijkheid be staat dan een confessioneel-liberale regering na de crisis van 1958 en de verkiezing van twee jaar geleden. Wij treuren er in zekere zin dus niet over, dat een kabinet van soort gelijke politieke samenstelling terugkeert. Dat lijkt ons vooralsnog onvermijdelijk tot liet afbrokkelingsproces van de protestants- christelijke partijen zich nog verder zal hebben voortgezet. Maar dat men het bij de meerderheid niet heeft aangedurfd bij deze gelegenheid een grondige reconstructs door tc voeren is zowel diep-treurig als be schamend. Natuurlijk was het moeilijk di ministers Beerman, Van Aartsen, Van Rooy en Visser overboord te zetten en prof. Di Quay op zijn post te handhaven, maar da men voor deze operatie, over de nood-. rschil ng kan bestaan, is teruggedeinsd, d: desondanks in onze ogen een opofferen van liet landsbelang aan partij-politieke presti- ge-overwegingen, die men de confessioneel- liberale meerderheid als geheel zwaar moet aanrekenen. Hier slaan KVP en WD al even schuldig, zo niet door hun groter po litiek gewicht schuldiger, dan dc twee pro testantse groeperingen, die in eerste aan leg deze crisis veroorzaakten." Nieuw moderamen van de ARJOS gevormd het landelijk bestuur van de AR JOS, de Nationale Organisatie van An ti-Revolutionaire Jongere Studieclubs, is een nieuw moderamen gekozen. thies, lid; mr. C. Boertien, lid. HEER OF HERE? Steeds meer wordt het woord „Here" vervangen door het woord „Heer". Niet iedereen is het hiermee eens, bepaalde leef tijdsgroepen en kerkgenootschap pen denken er anders over. In het officiële orgaan van de Theo logische Hogeschool te Kampen, De Bazuin, schrijft dr. C. N. Impeta hierover onder meer het volgende: MEN vroeg mij onlangs in een gemeente waar ilf op 'n zondag preekte: „dominee, u zegt bij de groet en bij de zegenbede: „de ge nade van onzen Here Jezus Chris tus" en gebruikt dat woord Here telkens ook in. uw preken; maar ve le jongere predikanten zeggen te genwoordig „Heer" zonder de stom me e: „onze heer Jezus Chris tus" Dar klinkt ons rauw in de oren. Althans: het doet ons niet prettig aan. Wat zegt u ervan?' Tk heb zo ongeveer dit ervan gezegd. Vooreerst: hier is niet een prin cipiële kwestie aanwezig. Heer en Here zijn beiden de Nederlandse vertaling van het woord Kurios, in 't oorspronkelijk Grieks. Slaat ge nu 't uitstekende woordenboek van wijlen prof. dr. F. Muller, hoogle raar te Leiden op. dan vindt ge bij Kurios: machthebbende over, meester of bezitter zijnde van, vlg. bijv. Matth. 20 8: de heer van de wijngaard: en op Christus toe gepast: Mare. 2 28: „Alzo is de Zoon des mensen een heer over den sabbath". Prof. Muller haalt er ook bij aan: Hand. 15 26: „Bar nabas en Paulus, mensen die hun leven hebben overgehad voor den naam van onzen „Heer" Jezus Christus, wien ze als rechtenheb bende eigenaar van hun leven be schouwden In de drie moderne talen komt het probleem niet voor. De Duitsers spreken altijd van: „unser Herr", de Fransen van: notre Seigneur; en de Engelsen van: our Lord. Zij hebben zelfs geen andere mogelijkheid. Wij wel. Want wij Nederlanders kennen naast 't woord „Heer", dat soms gebruikt móé* worden als kennelijk eigenaarsrechten zijn be doeld ook het woord Here. zijn 'n paar dingen opmerke- Nuu lijk. Dit wijlen prof. Schilder werd er eens op opmerkzaam gemaakt en zeide toen: „dat had ik nu waarlijk nog nooit opgemerkt, maar het is waar" dat onze Psalmberijming (uit 1773), die wij in onze Gereformeerde kerken ook zonder enig bezwaar gebruiken, al léén (en dan van God, want van Jezus wordt er niet in gesproken) het woord „Heer" wordt gebruikt en nooit en nergens „Here". Bijv.: „Heer, ai maak mij uwe wegen, door uw Woord en Geest bekend"; waar 't rare woordje „ai" een stoplap is en waar zo heel gemak kelijk: „Here, maak mijhad kunnen staan. Dit 2e vers van Psalm 25 be gint in de Proeve van een nieuwe berijming, 110 psalmen, nu met deze regel: „Here, maak mij uwe wegen". Maar deze wijziging is klaarblijkelijk aangebracht om het niet-gewilde „ai" weg te werken. Immers, overal elders is het „Heer" gehandhaafd. En vervolgens is dit oppnerkelijk dat onze Hervormde broeders pre dikanten (behalve die van de Ge reformeerde Bond) bijna allen 't woord „Heer" gebruiken en niet „Here" zeggen. In de derde plaats wijs ik er op dat vooral bij bezittelijke voor naamwoorden: mijne, uwe enz. on tijd er op,uit is alle archaïsmen dwijnen; dus vooral ook de me e. Ook bij zelfstandige naam woorden; wij spreken niet langer van: mijne ziele, en dus ook liever niet van „énen dope" in 't beken de, nu door en voor ons gewijzig de gezangvers. Er schijnt dus iets voor 't ge bruik van 't woord „heer" te zeg gen te zijn. rpOCH ■1 ten gebruik ik voor mij het 'an „onzen Here Jezus Christus" nooit (behalve dan bij die paar teksten waar eige naarsrechten worden verdedigd). Ik zeg de stomme e er altijd bij. Dat is een kwestie van taalge voel. Ik vind 't woord „Here" veel teerder en eerbiediger. En dat is nu heus maar niet een particuliere mening van mij en een gevoelskwestie, die, objectief beschouwd, geen waarde zou heb- Geen kwestie van. En om dit in 't licht te stellen beroep ik mij op het m.i. onover troffen prachtige argument dat dr. A. Kuyper eens voor deze stom me e in „Here" Jezus heeft aan gewend tegenover de Hervormde Utrechtse predikant dr. Bronsveld die hem er over had aangevallen. Heel zijn brochure: „strikt ge nomen" was tegenover deze dr. Bronsveld een zo volstrekt-overtui- gende weerlegging van diens ge voelen inzake Universiteits-stichting, dat een R.K. kriticus van naam als zijn mening te kennen gaf: „het is zalig, zó vernietigd te worden." Maar toen kwam dr. Kuyper dan ook op die stomme e. En nu geef ik het in mijn woor den hier weer: „Mijn zeer hooggeachte collega. Stel dat mij de eer te beurt viel om voor éénmaal eens te mogen in correspondentie treden met uw door mij even hooggeachte echtge note. En stel: ik adresseerde dan aldus: „Aan vrouw Bronsveld, Utrecht"; zoudt gij beiden, en dat zeer terecht, u niet ten hoogste be ledigd achten? Maar indien ik al dus adresseerde: „Aan vrouwe Bronsveld, Utrecht" zou ik haar niet de hoogste titel toekennen die men een niet-adellijke vrouwe ge- En daarom: ik voel er alles voor om „Here" te blijven zeggen. Ik vind 't niet prettig om te ho ren: „we zitten met een theologi sche moeilijkheid: de heer prof. Jansen zegt er dit van; de heer prof. Wiliemsen zegt er dat van; de heer prof. de Vries weer iets anders laten we nu toch ook de Bijbel eens openslaan en zien wat de Heer Jezus er van zegt." Zo iets betaamt voor mijn be wustzijn niet. Ik zeg duizendmaal liever: Here. En heb onze kinderen vroeger ge leerd te bidden: Here-zegen-deze- spijze-Amen. plaatse en van de eerbied voor het pas toraat in het algemeen. Naast het ver driet van de pastor en de zijnen, die nen de funeste gevolgen voor de ge meente bedacht te worden. Om de pre dikanten op moeilijke posten te bescher men tegen een. pastoraal ten onder gaan, meent de commissie dat een ver plichte mutatie althans voor een deel der Predikanten noodzakelijk is. De kleinere (groep V en IV) en mid delgrote (groep III) gemeenten, samen 1168 in gétal, omvatten met hun 1401 predikantsplaatsen 52 pet. van het tota le zielental der Kerk; de grotere (groep II) en de grootste (groep I), dat zijn in totaal 57 gemeenten met 48 pet. van het zielental en slechts 24 pet. van het aantal predikantsplaatsen (442). „lijnrecht een overblijfsel van de pa rochie-indeling in de middeleeuwen"! Deze cijfers wijzen niet alleen op de noodzaak van uitbreiding van het aan tal predikarvtsplaatsen in de grote ge meenten, waardoor de mutatie óók be vorderd zal worden, doch zij tonen ook aan, dat' in het gunstigste geval de ver ticale doorstroming altijd een te gerin ge mutatiemogelijkheid voor het geheel van het predikantencorps blijft beteke- Een jtrekkelijk klein percentage be reikt de grotere en grootste gemeenten, een groter aantal de middelgrote ge meenten, doch enige honderden blijven in de gemeenten van de groepen V en IV. In 1959 stonden 230 predikanten reeds langer dan 10 jaar op hun stand plaats; 52 waren nog nooit. 78 slechts éénmaal van plaats verwisseld! Het rapport bevat een groot aantal interessante gegevens. Zo bijv. dat de gemiddelde leeftijd van het .ïervormde predikantencorps 45 jaar is: een cijfer dat gunstig afsteekt tegen, het gemiddel de van 56 jaar in de Church of Eng land. „Maar de glans hiervan verbleekt el wat, als men nagaat hoe weinig efficiënt deze mankracht wordt ge bruikt." In de grotere en grootste ge meenten is 45 pet. boven de 50 jaar. „Gelet op de zare fysieke en psychi sche eisen is dit een weinig gunstige bezetting. Het aantal gevallen dat „af knapt" neemt dan ook steeds toe." TOEKOMST In de toekomst zal. aldus de bereke ning* r-, bet aantsl niet gemuteerden aanzienlijk toenemen. Ora dit beangsti gende probleem tot een oplossing te brengen stelt de commissie de instel ing van een raad voor de mutatie van predikanten voor, onderverdeeld in "ubcommissie9 ï.v.m. de verscheiden heid van stromingen en modaliteiten in de raad en zijn adviseurs. Deze raad houdt een register bij van de predikanten uit de groepen V (om vattende 596 gemeenten met 599 pred.- •laatsen) en IV (411 gemeenten me 452 pred.pl.). di? 9 jaar of langer op aun standplaats staan Om de 5 jaren worden deze predikanten door de raad ina ingewonnen voorlichting van de brede moderamina der kerkprovincie an de visitatoren prov nciaal) zet, tenzij de betrokken gemeente klaart voor het e.k. vijfjarig tijdvak voor mutatie in aanmerking te wil len komen. De vergadering van de ker- keraad, waarin deze hierover zich be raadt, wordt gehouden buiten tegenwoor digheid van de predikant en geleid door een gedelegeerde van de prov. kerkver gadering. Predikanten uit de groepen III. II cr I kunnen in overleg met hun gemeen te zich ook in het register doen op- Naast dit register komt nog een bij zonder register, waarbij de mutatlc- termljn on 5 jaar wordt gesteld en wel voor predikantsplaatsen, welker geogra fische of pastorale situatie naar het oordeel der synode om een snellere af lossing van de wacht vraagt. Zo wil men de problemen oploese i a) de mutatie der oudere predikanten in de kleinere gemeenten, b) de bezetting van dc geografisch en pastoraal moeilijke gemeenten. De commissie is zich bewust, dat de gemeenten en de predikanten hiermede een stukje van hun vrijheid prijsgeven. Reeds 45.000 voor hulp aan de Kongo Op giro 5261 van de Stichting Oecu menische Hulp aan Kerken en Vluchte lingen te Utrecht kwam naar aanleiding van de oproep tot hulp aan de slacht offers van de honger in Kongo tot nog toe een bedrag van 45.000 binnen. De oproep werd gedaan op verzoek van de Wereldraad van Kerken, die van de hulpverleningsorganisatie van de protestantse kerken in Kongo berichten had ontvangen, dat dagelijks meer dan 200 van de ruim 300.000 uit de provincie Kasai gevluchte Baloeba's de hongerdood sterven. De verstrekking van voedsel per dag ongeveer 120 ton nodig geschiedt in nauw contact met de Verenigde Naties en het Roode Kruis. Behalve door de honger worden de vluchtelingen thans ook door ziekte bedreigd. De girorekening van de stichting blijft voorlopig nog beschikbaar voor het in ontvangst nemen van de giften ten behoeve van Kongo. De combinatie van de protestantse kin derbeschermingsinrichtingen „Hemava" in Amersfoort ontving in het afgelopen jaar ruim 233.000. Dit bedrag is door middel van een eenvoudige busjes-actie door kinderen in het hele land bijeengebracht voor de ver zorging van meer dan duizend kinderen, die zijn opgenomen in de Heldring Stichtingen te Zetten, de Martha Stich ting te Alphen aan de Rijn en de Stich ting Valkenheide te Maarsbergen. doch meent dat zij voor zichzelf voor de Kerk andere en grotere a delen bereiken. In dit voorstel wordt van de Kerk ge vraagd iets nienws aan te durven, om van iets dat niet langer te verantwoor den is, ontslagen te worden. AUTONOMIE Ter synode van 28 juni 1960 werd o.m. opgemerkt, dat de autonomie der gemeenten in genen dele wordt aange tast: de gemeente kan zich buiten de periodieke ruiling houden. Onttrekt zij zich daar echter niet aam, dan aan vaardt zij daarmee ook de predikant, die het verplaatsingsschema haar toe wijst. Gelet op de behoefte aan mutatie ook in de grote(re) gemeenten wilden migen een algemene mutatie. Een ge lijkmaking van alle traktementen zou hier de zaak der mutatie aanzienlijk dienen, doch dit is vooralsnog onbereik baar. Een periodieke mutatie van alle predikanten, ongeacht de bereidheid daartoe, zou een inbreuk zijn op de structuur van de kerkorde. Sommig zouden dit geen bezwaar achten: zij menen dat het beroepingswerk honderd jaar ten achter is en dat het Nieuwe Testament nergens spreekt van autono mie der gemeenten of ook van de vrij heid der predikanten. Ten slotte werd o.m. nog opgemerkt, dat de gemeente het grondvlak vormt voor de arbeid van de predikant, maar niet zijn opdrachtgeefster is. Voor de predikant is primair de dienst aan Woord en secundair waar dit geschiedt. In de eerste tijden na de Reformatie was er geen sprake van het k ezen een predikant door de gemeente. Bucer, vriend van Calvijn, bepleit de instelling van moderatoren onder meer met de noodzaak om aan het plaatsen en verplaatsen van de predikanten lei ding te geven. Vrijdag zal ds. W. L. Tukker, te Kat wijk aan Zee. in een vergadering van predikanten behorende tot de Geref. Bond. dit mutatievoorstel bespreken. Beroepingswerk vormde Evangelisatie te Heiloo: I van Veen. a.s. emeritus predikant te Leeuwarden. Bedankt voor Hilversum, vac. A. Klein Kranenburg: J. v. Rootselaar te Delft. BeroenbaarstelT'ng: dr. A. v. d. Hoeven te The Manse (Camobelltown Australië) voorheen predikant te Utrecht is beroep- GEREFORMEERriE KERKEN Bcroenen te Kootwijkerbroek: T. Lo pers te Nieuw-Amsterdam. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Aangenomen naar Tiel-Zaltbommel: T. J. Keegstra te Waardhuizen. Akademiedrgen 1 95 De akademiedagen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschap pen zullen op 4 en 5 april worden gehouden in Nijmegen. Vandaag schoten ons ineens twee regels van een oud speels gedichtje te binii«c: „Een leeuw is eigenlijk iemandT die bang is voor niemand". Wee de mens die dat als motto van zijn leven wil hebben, die bang wil zijn voor niemand. Wees maar gerust bang voor iemand, wees vooral bang voor uzelf. In het hart van de hoogste kan het laagste broeien. Koning David kon zich laten verleiden door de zich wassende Bathseba. Het Duitsland van Beethoven en Mozart kon de moordenaar van miljoenen Joden worden. Het rustige België 'kan een land van chaos worden. Zeg niet zo gemakkelijk: „Mijn buurman heeft fraude ge pleegd. Dat zou mij nooit overkomen". De levens van de gelovigen uit de Bijbel tonen aan, dat ook .een volgeling van Jezus niet immuun is voor de zonde. Willen wij werkelijk met God wandelen, dan zal ons eerste besef moeten zijn: Wij zijn tot alles in staat. Daarom zei Christus: Neem uw kruis op en volg mij. Hij wil niet slechts dat wij beseffen dat we geneigd zijn tot alle kwaad", maar ook dat er een oplossing is voor alle kwaad. Hij neemt ons mee naar Golgotha, om daar ons kruis over te nemen. Hij zegt niet: „Omdat u tot alles in staat bent, wil ik u niet helpen", maar juist: „Ik ben gekomen, omdat u uzelf niet kunt helpen". Kritische opmerkingen van ds. B. van Smeden (Van een onzer verslaggevers) Kerk en academicus mogen geen tegenstellingen zijn. De academi cus behoort te weten, dat hjj ook met zjjn grotere ontwikkeling een gewoon lid van de kerk bljjft, die hjj bereid moet zijn te dienen. En de kerk zal open moeten staan voor de academici en hen niet we ren „omdat ze zo lastig, vooruit strevend en kritisch zjjn". Aldus prof. dr. B. J. Oosterhoff van Apeldoorn op de te Utrecht gehouden lustrumvergadering van de thans vijf tien jaar oude Christelijke Gereformeer de Studentenbond. waar hij de feestre de uitsprak. Gedurende de jaren van zijn bestaan heeft de C.G.S. veel gedaan voor betere verstandhouding tussen kerk en acade micus. De C.G.S. heeft een kritische maar ook een conserverende taak. Was het vroeger haast regel, dat iemand, die een wetenschappelijke titel behaal de, uit de chr geref. kerken vertrok, tegenwoordig blijven de meeste uit de ze kringen voortkomende academici voor de chr. geref. kerken behouden. Al komt dit ook door de culturele ver heffing van de andere leden dezer ker- Voorheen vonden de studerenden voor de vragen, die zij door hun studie ont moetten geen weerklank in de kerk. Ter wijl zij zelf al lang de vragen, die in de kerk leefden, achter zich hadden ge laten. Dit leidde tot vervreemding en De academicus aldus prof. Ooster hoff zal zich volkomen aan de kerk moeten geven Dan mag hij ook kri tisch staan tegenover de uitingen van het kerkelijk leven, als eenzijdig gerich te prediking, geringe openheid naar bul ten, te weinig verontrusting over ver- dce'dheid, enzovoort. Steeds meer academici zullen in bijbel kringen, evangelisatiewerk en amb! mee moeten doen Want door kritiek terzijde te staan is nog nooit iemand gezegend. In de chr geref. kerken zullen gen over wetenschap en cultuur grondi ger aan de orde moeten komen. En gezamenlijk moet men ais leden der kerk teruggaan naar het uitgangspunt: gehoorzaamheid aan schrift en belijde- Ook dc voorzitter van de jubilerende bond, de heer M. de Boer te Apeldoorn, had zich in deze geest uitgeiatcn. Hij vertelde dat men in de C.G.S. naast bijbelstudie ook gebedsgemeenschap beoefent. In het gebed verstomt de kri- Advertentie 't Is Tomaat 92 ct Kip 108 ct Champignons 108 ct Ossestaart 108 ct Denk ook aan Heinz Erwtensoep tijdelijk 98 ct Familieblik 165 ct Lieve Marja r\AARNET heb ik vier uur achter elkaar geschreven, zonder ophouden er. in een hoog tempo, en nu heb ik schrijfkramp. Stel je voor, in de Middeleeuwen waren er monniken die het de hele daq deden, van de vroege morgen af, je kunt het je nauwelijks voorstellen, (en elke dagwat nog meer zegt). Er waren speciale broederschappen voor, de broeders vande penne, die een ganzeveer door hun muts gestoken hadden, ze hebben zich later bijzonder verzet tegen het invoeren van de drukpersen. Denk je eens in, de hele dag schrijven met zo'n ganzeveer, die je dan nog telkens moest indopen ook, wat het nog vermoeiender maakt.... Gisteren was de lucht bijna blauw, de zon scheende hele stad was licht. Als het al maart geweest was, zou je gezegd hebben: DIT IS DE LENTE maar het is pas januari, een heel lange maand in de winter, de langste van allemaal, vind je niet? En ja, vandaag is alles weer voorbij, de lucht is grijs alsof ze altijd zo is geweest. Nu je eraan gewend bent is het zelfs niet zo erg triest meer. Eigenlijk is het heel dom om 's zo mers te klagen over de regen, alsof een blauwe lucht normaal is. Ken je dat liedje van Georges Brassens. l'Orage? ..Le bel azur me met en rage", zingt hij en is verontwaardigd over de landen in het zuiden, „des pays imbéciles oü il ne pleut jamais...." Het kan een troost zijn voor de winter in het noor den, je kunt ook trots zijn op de regen, de grijze lucht en de kou, waarom niet? En als je dat niet wilt moet je maar den ken aan gisteren toen de lucht bijna blauw was, je eraan vast klampen, het desnoods op een papiertje schrijven dat je boven je bed hangt, en er elke avond naar kijken. Maar laten we liever niet ove- de lente beginnen, lieve Marja. het duurt nog zo verschrikkelijk lang, oh manipat mahoem en toi-toi samen zijn er veel te zwak voor.... Rook jij weieens? Zeg alsjeblieft van niet, het moest verboden worden, vind ik conservatiefhé?). Maar vandaag heb ik een vrouw met een pijp gezien, het was een schokkend gezicht, midden op straat liep ze, met een echte rooksliert achter zich aan, demonstratief genoeg. Een klein pijpje had ze, maar toch een echte pijp. Ik kon het bijna niet geloven en toch was het waar. er was niets aan te doen, het was een vrouw die een pijp rookte. Behalve de kinderen keek iedereen verschrikt de andere kant op. Ik heb nog altijd het boek „Marja en Peter" niet gevonden, jij? We moeten het toch in elk geval eens lezen, natuurlijk. Lees je alleen maar boeken voor school? Het is ellendig, ja, dat ze bijna allemaal zo'n antieke indruk maken, maar er zijn uitzonderingen, ken je „Winnie the Pooh"? Dat is een heel lief boekje, en niet alleen voor kinderen. Maar je hebt er wei nig aan voor het Engels zelf. het is eenvoudig. Eigenlijk konden wij wel in het Engels boekjes gaan schrijven, later. (Wat denk je ervan?) Dag lieve Marja, later is ook de winter voorbij. JE PETER tiek op de kerk en wordt slechts voor haar welzijn gewerkt. Wel staat men soms nog onwennig te genover dat gemeenschappelijk bidden, maar iets nieuws is het eigenlijk niet, want het werd in de dagen na de af scheiding door vele gelovigen beoefend. EIGEN THEOLOGIE ONTBREEKT Ds. B. van Smeden van A'dam sprak 's middags over „onze grote kerk". Daarmee wilde hij niet zeggen dat de chr. geref. kerken groot zijn, maar wel dat de kerk van Christus groot is, al heeft men daar in de chr. geref. ker ken juist door haar beperktheid soms te weinig oog voor. Dat de chr. geref. kerken geen. eigen theologie hebben, achtte ds. Van Sme den zeer te betreuren. Velen willen niet van een eigen theologie weten, omdat zij willen vasthouden aan de theologie der reformatie, maar dan vergeten zij dat de chr. geref. kerken een produkt zijn van de historische gang van zaken in de vorige eeuw, en dit valt niet te niet te doen. „Ons kerkelijk standpunt heeft te maken met ons hele bestaan." In 1892 ging het niet alleen over de veronderstelde wedergeboorte en het ge- nadeverbond. Het ging om heel het le ven des geloofs dat men in gevaar gebracht zag door de leer van Kuyper. De chr. geref. kerken behoeven er geen eigen dogma's op na te houden, maar op zijn minst is nodig een duide lijke uiteenzetting omtrent de eigen be nadering van de heilige schrift en de dingen des Geestes. Men lijdt aan on duidelijkheid in het gesprek ten opzichte van anderen. Daardoor valt men nu vaak terug op gevoelens als sfeer en menta liteit. MENSENVREES Zeer nadrukkelijk signaleerde ds. Van Smeden in de chr. geref. kerken een gebrek aan kerkelijke profetie. Deze blijft vaak in het negatieve. „We zijn verbonden aan „onze mensen" en han teren dan een „onze mensen-taktiek". *k zie mensenvrees bij onze kerkelijke eiders, zelfs op synodes". Ten bewijze van het laatste noemde ds. Van Smeden de gang van zaken met de nieuwe bijbelvertaling ter sy node van Rotterdam-1959. Alleen uit vrees voor „onze mensen" durfde men niet over te gaan tot het vrijgeven van deze vertaling „Wat ik op de synode voelde, was de worsteling om kerk te willen zijn maar het niet te kunnen om „onze mensen", zei ds. Van Smeden. Zo leeft ook het gesprek van de depu- taten met de vrijgemaakte en gerefor meerde kerken niet. Velen hopen dat de deputaten de vrijgemaakte en geref. kerken behoorlijk van 't lijf weten te houden. Kleine dingen krijgen aandacht, waar bij de traditie een grote rol speelt, b.v. op het gebied van de mode. „Ik houd mijn hart vast als de eerste theoloog uit Apeldoorn komt, die een baard draagt" zei ds Van Smeden. „Wat zal dat een discussie opleveren! Achter al deze dir.gen staat volgens hem het gebrek aan heimwee naar de grote kerk naar de oecumene. Niet dat men zich bij de Wereldraad van Ker ken moet aansluiten; dat dit niet ge beurt achtte ds Van Smeden volkomen terecht. Maar het heimwee naar de wereldkerk is er niet. En de I.C.C.C. kan dit heimwee niet opvangen, want deze raad is meer contra dan anti-contra wil zeggen: alleen maar tegen. Anti kan óók betekenen in de plaats van. Toch zijn de chr. geref. kerken een grote kerk. Want zij mogen kerken van Jezus Christus zijn. Zij staan „met bei de benen in de heilige schrift". Zij grij pen altijd terug op het Woord van God, en dat is niet een theoretisch zich te rugtrekken op de adat van de bijbel maar vasthouden aan wat God verordi neert. Deze absolute binding aan het Woord in God, de handhaving van het amb telijk besef en het vasthouden van de levende band aan Christus (bevinding!) en voor ds. Van Smeden voldoende zijn gehoor tot slot dringend te ad viseren: investeer uzelf in die kerk! 'Zacht-bros' BESCHUIT verrukkelijk Jaarvergadering van Waarheid en Eenheid De persvereniging Waarheid en Een heid zal 7 januari, 's middags om 3 uur zijn jaarvergadering houden in het voor malige tramstation in Amersfoort Een der redacteuren van het blad van deze vereniging, de heer P. M. J. Mekkes. zal spreken over het onderwerp: „Door het geloof

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2