Aanklacht tegen verdeeldheid De forumleden zijn: VRAGEN AAN FORUM Perspectieven? Het massale: een gevaar? 12 KERSTBIJLAGE 1960 Acht jaar geleden werd in Utrecht de eerste „volks kerstzang" georganiseerd, en sindsdien hebben tientallen steden het Utrechtse voorbeeld gevolgd. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Leiden, Dordrecht en vele kleinere plaatsen brengen op de avond voor kerst of iets eerder in de week duizenden bijeen om door lied en woord te getuigen van de geboren Heiland. Wat wil de „volkskerstzang" eigenlijk? Alleen maar samen zingen rondom de kribbe Getuigen van de Verlosser die gekomen is Gescheiden christenen een ogenblik muurloos naast elkaar laten zitten? Wat is het succes van de „volkskerstzang" Waarom komen de mensen in duizendtallen Waarom besluiten steeds meer plaatsen om ook een eigen zangdienst te beleggen, naast de honderd en één kerstwijdingen en kerkdiensten die er al zijn Over deze en nog meer vragen spraken we met vijf vooraanstaande leiders van deze nog piepjonge „be weging". Zij vertegenwoordigen verschillende kerken, verschillende inzichten, verschillende steden, maar zij zijn één in hun enthousiasme voor deze nieuwe vorm van kerstviering. Volkskerstzang: men wil één zijn! Dr. J. Al. Al. de Valk te Waddinxi H. J. van Loon te Utrecht Ir. Al. 'l Hart te Amsterdam Ds. A. Dronkers te Utrecht VOORZITTER: We zouden in dit fo rum over de volkskerstzang graag eens iets willen horen van de ervarin gen die u gehad heeft en wat er wel licht uit kan groeien. Ook en dat is dus vraag 1 wat zijn de motieven destijds geweest? Aangezien Utrecht een der eerste plaatsen was waar een volkskerstzang werd georganiseerd, zou ik aan ds. Dronkers en de heer Van Loon, de initiatiefnemer, het eerst het woord willen geven. DRONKERS: Het is al weer 7 jaar Keieden dat de heer Van Loon bij zijn buurman ds. Brinkman, die er mij la ter ook bijhaalde, opperde: Men is wel weer bezig een kerstsamenkomst in groter verband te organiseren, maar naar mijn mening gebeurt dat averechts verkeerd. Jullie bereikt niet de man van de straat, omdat niet die notie wordt aangegrepen uit veler kinderjaren, die notie die er is door de kerstliederen die men zich nog van vroeger herinnert. Werk daar op. niet in een kerk maar in een werelds ge bouw en u zult zien dat ze komen bij duizenden.... Dat was zoiets als een bom die werd neergelegd, drie. vier weken voor Kerst. En hoe ging het verder? Men heeft in zo'n geval vaak de durf om zoiets resoluut aan te pakken en te zeggen: het moet. Van alle kanten kwam medewerking en zo zaten we ten slotte met 6000 man opgepropt in een der Jaarbeurshallen VAN LOON: En weet je wat je dan voelt: die grote verschillen tussen al le waarachtige Christenen zijn toch zo fout.... In feite is het toch: we ge loven allemaal hetzelfde, de moeilijk heden zitten vaak in woorden. Die volkskerstzang was voor mij een po ging de mensen eens samen te laten zingen en te doen ervaren: dat we al len in feite tot één Kerk behoren en niet: hij is van een andere richting, dus groet ik hem maar niet en zo meer. We kwamen daar bijeen om eens gewoon, eens kinderlijk te zijn. DRONKERS: Ja. de heer Van Loon heeft dit psychologisch goed gezien. VOORZITTER: We hebben het er terloops wel enkele malen over gehad, maar toch zou ik graag nog even ver der in willen gaan op de vraag: Wat zijn de perspectieven bij deze samen werking en nu bedoel ik net wijder dan de volkskerstzang. Er is thans, men zou haast zeggen: een hausse in het elkaar zoeken. In Amsterdam staat een dominee op een r.k. kansel: dr. Fisher. de aartsbisschop van Canter bury. is pas naar de Paus geweest en zo zijn er meer verschijnselen te noemen. Zijn hier perspectieven nf moeten we dit alles als iets inciden teels zien? DRONKERS: Perspectief is altijd moeilijk uit te stippelen. Maar wel: er zijn telkens tastbare dingen die je als vrucht van deze samenwerking ziet, eigenlijk zonder dat dit gefor ceerd wordt. Het feit dat je een jaar lang in één comité samenwerkt is al belangrijk: het legt de basis voor sa menwerking op andere terreinen. Er wordt vaak in kleinere kring ge sproken over vragen die de theologie raken; we ontmoeten elkaar in ande re verbanden (voor Utrecht denk ik aan de geestelijke verzorging in de ziekenhuizen). Typerend is ook dat ditmaal een samenvatting van onze volkskerstzang via de radio wordt uit gezonden door de KRO in samenwer king met de NCRV. VOORZITTER: Dat is uniek. -DRONKERS: Inderdaad. Dit zijn dus zo van die blijde, onvoorziene din gen. Ik dacht dat we volkomen nuchter moesten zijn. eerlijk ten opzichte van elkaar. Ik zie er niets in voorbarig te zeggen: We zijn op weg om elkaar om de hals te vallen. Want zo is het niet. We kunnen zeggen: We staan ergens gemarkeerd. overhuifd door een Boodschap die een spanwijdte heeft welke wij niet kunnen bevroeden. DE VALK: Illusiès moet je je hiei inderdaad niet maken. De zaak var de éénwording der kerken, die in hei eindperspectief hier toch wel aan ver bonden is. ziet er menselijkerwiji gesproken vrij hopeloos uit. Maai het feit dat je je samen open wilt stel len voor de Geest. Die de Enige u waardoor het gerealiseerd kan wor den is toch een heel gelukkig teken 't HART: Ook in Amsterdam zier we de volkskerstzang in dit opzich' heel nuchter als een geïsoleerd ver schijnsel. We zeiden: laten we dit m doen: ontstaan er onvoorziene moge lijkheden. dan merken we het wel Perspectieven zoeken zat er niet uit drukkelijk achter. TIMMER: Rotterdam is een van d< weinige plaatsen waar niet met rooms katholieken wordt samengewerkt. Per soonlijk betreur ik dit ten zeerste en ïl- zou niets liever willen dan dat het vol gend jaar anders is. We deden he (nog) niet. omdat in het comité d< meningen over dit punt uiteenlopen Het initiatief kwam destijds van d( ieugd en ik zou die eventuele samen werking dan ook het liefste willen zoe ken met dc dekenale jeugdraad var Rotterdam. Ik zie zo'n ontmoeting al. een grote winst. Het was een afbuigen van het geijkte patroon, kortom: het sloeg aan en ve len, ook buiten de kerken zei den: op deze manier willen wij onze Kerst beleven! Men behoefde daar ook niet de kerkdrempel voor over te gaan, wat voor velen toch altijd een grote moeilijkheid blijft. We zagen toen dat andere plaatsen soortgelijke initiatieven gingen ontplooi en. In sommige gevallen ontzag men elkaar door alleen te zingen en het gesproken woord te laten rusten. In Utrecht willen we dat laatste wèl: een kort gesproken woord, opdat ook op deze wijze iets van de Boodschap wordt overgedragen. DE VALK: In Den Haag wordt het in de open lucht gedaan en hoewel ik persoonlijk met de organisatie niets te maken heb weet ik wel zeker dat soortgelijke motieven als de naar vo ren gebrachte eveneens een rol hebben gespeeld. Ik weet meer van de Pink stersamenkomst in het Zuiderpark te Den Haag, die een oecumenisch ka rakter droeg en waar ds. P. Lugtig- heid, ds. G. N. Lammens en pater S. Jelsma hebben gesproken. Zo'n sa menkomst hadden we ook graag weer met Kerst gehad, maar er was geen geschikte zaal voor beschikbaar. In ieder geval is er wel de bekende zang- dienst op het Binnenhof. 't HART: Amsterdam houdt dit jaar de vierde bijeenkomst. Bij ons was dit de gedachtengang: De per soon van Christus verdraagt het niet, dat wij gescheiden feestvieren. En dan is dit steeds voor ons de vraag ge bleven: het „Hoe zal ik u ontvangen?" Met andere woorden, de vraag: Hoe moet de vorm van onze volkskerst zang zijn om het tot een waarachtig feest te maken? Want het feit dat we met 8 a 10.000 mensen bijeen zijn is nog niet het antwoord op die vraag. De volkskerstzang trachten we zo te realiseren, dat het „van allen voor al len" Is, dat dus de hele stad erbij be trokken wordt. VOORZITTER: In Rotterdam ligt het wat anders, nietwaar? TIMMER: Ja. het initiatief werd twee jaar geleden door drie samenwer kende protestantse jeugdevangelisaties genomen. Zowel in als buiten het co mité waren echter stemmen die er een veel bredere basis aan wilden geven. Tot op zekere hoogte is dat nu zo: meer jeugdgroepen zijn thans in het comité vertegenwoordigd. Hoe de ont wikkeling verder zal zijn valt moeilijk te zeggen. In het comité zijn verschil lende meningen over de opzet. Feit is, dat de volkskerstzang in Rotterdam bewust een evangeliserende samen komst wil zijn. Persoonlijk leg ik het accent liever anders: ik zou deze sa menkomst namelijk niet zo bewust evangeliserend willen laden. Het is iets voor het hele volk. dus voor hen, die de volgende morgen weer naar hun eigen kerk gaan en voor hen, die mis schien nooit in een kerk komen. Weet u: als het goed georganiseerd wordt dan is die evangeliserende tendenz er al vanzelf. VOORZITTER: Er zijn twee belang rijke woorden gevallen: evangelisatie en feestvieren. Welke richting moet het nu met de volkskerstzang uit: al leen maar zingen of moet ook het ge sproken woord, de Boodschap, erbij, zoals ds. Dronkers naar voren brengt? DRONKERS: We moeten natuurlijk goed weten, dat zo'n volkskerstzang iets incidenteels is. In Utrecht vinden we het noodzakelijk dat er een evan geliserend karakter in zit; het zou een soort verlegenheid zijn als we dat niet aandurfden. Duidelijk dient dus gezegd te worden waar het om gaat. In de praktijk blijkt, dat. het getuigenis heel persoonlijk en kort kan zijn, zonder dat er van een bepaalde visie vanuit een bepaald patroon sprake is. Boven dien: dit evangeliserende karakter on derstreept nog eens dat we hier niet me# een nationale manifestatie of zo te maken hebben. Dus niet: we zijn zo volks verbonden, maar: het is een Christenfeest en als zodanig heeft het zijn eigen accenten. Verder blijkt uit de ontwikkeling in Utrecht, dat de volkskerstzang protes tants van opzet was. Door de vraag op een persconferentie: „Waarom doen jullie het niet breder?" zijn wc daarover eens na gaan denken. Hoe wel er mensen waren die er niets in zagen werd contact gezocht met de de ken van Utrecht. Van r.k. zijde bleek warme belangstelling te bestaan en na afloop van de volkskerstzang was al gemeen de overtuiging: het is goed. Interessant is het overigens te zien hoe in zeer vele plaatsen van meet af die samenwerking is gevonden. In Utrecht zijn we hierdoor op een verdiepte wijze tot elkaar gebracht en we zijn er alleen maar gelukkig mee, dat mag ik hierover wel zeggen. 't HART: Ter aansluiting dit: Als wij met zijn allen waarachtig feest wil len vieren staan we elk jaar voor die opgave: hoe moet het feest nu gestal te krijgen? Daarom is het zo goed dat ook de rooms katholieken erbij zijn. Het liefst zou ik in de organisatie ook nog buitenkerkelijken betrekken, men sen. die de persoon van Christus in ieder geval zoveel de moeite waard achten desnoods alleen als histori sche figuur om daarvoor bijeen te willen zijn. Wij trachten dat dus wat ruimer te zien. En dan ook niet be wust evangeliseren, maar vanuit die verlegenheid. Dat laatste wil ik mét een recent voorbeeld verduidelijken. Bij de begrafenis van dat Friese gezin dat was omgekomen door een vallend vliegtuig op zijn huis heeft de predi kant de gelegenheid te baat genomen om bij die graven over het Evangelie te vertellen. Volgens mij had dit „er niet bijgesleept" mogen worden: de begrafenis had zo geleid dienen te worden, dat het voor zichzelf sprak. Zo moet ook die volkskerstzang voor zichzelf spreken. TIMMER: Wat die brede samenwer king betreft zou ik de grens toch wel iets dichterbij willen trekken dan de heer 't Hart deed. Zeker stel ik r.k. samenwerking op prijs. Maar het ge tuigenis moet over de vleeswording van het Woord gaan en over de komst van Christus als Gods Zoon tot onze verlossing en niet een historische her denking worden. Dit minimum zou ik toch wel aan willen houden. DE VALK: Ik voel voor wat zowel de heer 't Hart als de heer Timmer gezegd heeft. Vraagt u: Ook samen werken met mensen die Christus slechts als historische figuur zien? dan zeg ik: Ja, want al geloven ze niet in Chris tus als Gods Zoon, we hebben alvast een aanknopingspunt. Anderzijds kun nen christenen moeilijk alleen een ge tuigenis geven over Christus als histo rische figuur. Maar nu is het Kerst feest de viering van het feit dat Hij historisch Persoon geworden is. Dat is iets wat de christelijke kerken in het algemeen sterk verwaarlozen. We hebben een soort ideaalbeeld, een geestelijk beeld, maar we vergeten zo gauw dat Christus ook mens was TIMMER: Akkoord, maar toch ge loof ik dat we zonder nu direct de twee-naturenleer overhoop te halen, als uïttgangspunt van onze verkondiging moeten stellen: God (als mens) met ons. 't HART: Hier is, geloof ik, geen sprake van uitgangspunt als wei van een herziening van onszelf. De op komst van die tienduizenden over het hele land betekent even zovele aan klachten tegen het verworden Chris tendom. Men ondergaat veelal heel be wust: Hoe is het mogelijk geweest dat wij zo naast elkaar geleefd hebben? We moeten niet zeggen: Nu gaan we getuigen; we moeten zelf ontmanteld worden: we moeten al die vormen die het Christendom helaas gekregen heeft minder achten dan het. directe contact met Christus. Vandaar al weer die be nauwing, dat permanente vraagstuk: de mensen zoeken dat directe contact in deze volkskerstzang! Wat een ver antwoording om het zo gestalte te moeten geven, dat we de persoon van Christus weer gewaar kunnen worden! VAN LOON: Bewust ben ik Christ- gelovige. maar geen lid van een kerk. Ieder wil zijn eigen kerkje, zijn eigen domineetje en dat interesseert mij niet meer. Vooral, als ik ervaar, dat we in fei te allen precies hetzelfde geloven. Om die reden kunnen we op zo'n volks kerstzang ook samen zingen en bidden. DRONKERS: En daarom moeten we de zaak niet overbelasten door naar een dogmatisch maximum of mini mum te zoeken. Dan kregen we een cacophonie van getuigenissen die al leen maar disharmonie opleverde of we kregen zo'n verschraling, dat we ten slotte niets meer overhielden. We moeten die volkskerstzang ook niet aan het woord oecumene binden. Protes tanten verstaan hieronder: samenwer king van kerken. Maar de Oecumeni sche Raad is een samenwerking waar bij een aantal kerken absenteren. Bo vendien moet het niet zo officieel, om dat het, gezien de ontwikkeling van de volkskerstzang, noch de bedoeling van de r.k. kerk. noch die van de protestantse kerken is om hieraan of ficieel te participeren. Je kunt daar om wel een belangrijke plaats in een kerk hebben in Utrecht spreekt dit maal mgr. Alfrink, kardinaal. maar dat het „leken" waren bij wie veelal de initiatieven ontsproten is een gelukkige omstandigheid: dat geeft een veel grotere ruimte om te werken. Ik geloof dat het uitermate belangrijk is, dat we naast de offi ciële oecumene dit interconfessionele streven aan de gang zien komen! DE VALK: Toch zie ik een mis schien wat meer verwijderde band met het oecumenisch streven. Als u zegt: de oecumene is het streven naar meer samenwerking tussen kerken en uiteindelijk misschien zelfs naar meer eenheid, dan heeft dit inderdaad niet veel te maken met deze volkskerst zang. Maar als u vraagt: Waarom Is die volkskerstzang zo'n succes en komen er zoveel mensen? dan geloof ik dit: omdat de mensen van verschillende kerken zo graag by elkaar willen zijn! Nu kun je met recht volhou den dat het oecumenisch gesprek al lereerst moet gaan tussen theologen, omdat de kwesties toch veel moeilij ker liggen dan je soms denkt. Maar ik vind die volkskerstzang zo belang rijk, omdat hier duidelijk uit blijkt' het kerkvolk wil en dringt naar een heid! Het vraagt als het ware aan die theologen: Jullie moeten naar elkaar toe, want dat willen wij. Als zodanig vind ik dit een belangrijk symptoom voor een werkelijke oecu mene. Het bewijst, dat wat aan de „top" gebeurt, niet losstaat van wat er in de kerken aan de gang Is. VAN LOON; Uit mijn hart gegrepen: de mensen schreeuwen erom. En weet u wat ik nog belangrijker vind? Dat we zulke samenkomsten ook in de lijdenstijd beleggen, want de ver zoening is toch van nog groter per spectief dan de belofte. 't HART: Die eenheid van geboorte en sterven welkeChristus ons voorge leefd heeft moet ook in zo'n volks kerstzang verdisconteerd worden. Dat is ook onze worsteling, het zo uit te beelden dat de mensen getroost heen gaan van zó'n samenkomst, omdat ze verkondigd is dat de eenheid van le ven en sterven ook op het Kerstfeest gevierd mag worden. Ds. A. Dronkers. theologisch doctorandus, is predikant voor liet evangelisatiewei der Hervormde Gemeente in Utrecht en voorzitter van hel plaatselijk comité Vollj kerstzang aldaar. Hij is voorts voorzitter van het landelijk beraad van volkskerl zangen in Nederland. H. J. van Loon. zakenman in Utrecht, is dc man geweest die de volkskerstzari in Nederland geïntroduceerd heeft; van hem i- namelijk het idee afkomstig. Als li van het plaatselijk comité Utrecht houdt hij zich. wat de technische voorbereiding^ betreft, vooral bezig met het muzikale gedeelte. De heer Van Loon is zeer bewit niet bij een kerkgenootsehap aangesloten; noemt zich Christen, zonder meer. Dr. J. M. M. de Valk uit Waddinween is rooms-katlioliek en een enthousii medewerker van de Pleingrocp te Den Haag van pater S. Jelsma. Ilij is redactiel) \an het oecumenisch blad „Plein" en eveneens van ..Te elfder ure", een periodij van ,.de vooruitstrevende vleugel" in liet rooms-katholicisnie. In het begin van i| jaar selireef bij in „Wending" bet artikel „liet katholicisme in beweging". Dr. 1) -Valk'is wetenschappelijk ambtenaar voor dc sociologie aan de Economische Hooi school tc Rotterdam. IT. Tiinmer (Hervormd), fedcratiesecrclaris van liet C.J.V. Rotterdam, nam al dit forum deel als voorzitter van bet comité Volkskerstzang aldaar. Uitdrukken moei Morden vermeld, dat bij zijn persoonlijke mening ten beste beeft gegeven. Ir. M. 't llarl, werkzaam bij dc gemeente Amsterdam (verkcersondcrzoek). voorzitter van liet loniilé Volkskerstzang in de hoofdstad en lid van de kerkeraj van de Hervormde Gemeente in Ainstcrdam-West. Ilij is van oorsprong uit de Gcrj Kerken afkomstig en via de Gcref. Kerken in Hersteld Verband lidmaat van Hervormde Kerk geworden. Jan J. i Capellcx cdactèur kerknieuws, i bet foi'iiinl H. Timmer te Hotterdm DRONKERS: In Utrecht hebben we ons eveneens afgevraagd: Waarom niets met Pasen? Er zijn moeilijkhe den van praktische aard die dit ver hinderen. Voorts heeft de lijdenstijd toch naar mijn gevoel iets van de bezinning in ae engere kring van de gemeente. Het is niet gemakkelijk uit te drukken maar ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel. Maar dit blijft voor ons toch wel een vraag, die steeds wordt gesteld (wat ook heel goed is): Als je nu het ene doet en het andere niet, is het dan niet zo. dat je in feite zegt: Bij Christus geboorte zijn we het allemaal eens. maar als het heilsgebeuren verder gaat dan blijkt pas hoe verschillend we staan? We gaan deze vraag dus niet uit de weg, alleen: we zijn er niet klaar mee. VOORZITTER: In zekere zin is die uitbreiding er al met de laatste Pink steren geweest in Den Haag. waar men zelfs verder is gegaan en Pink steren gekozen heeft als de-dag-bij-uit stek voor de eenheid der kerk. DE VALK: Inderdaad en het motto daarvan was uit de Handelingen: „En toen de dagen van Pinksteren naderden waren ze allen tezamen op één plaats". Maar ik zou graag op nog iets anders willen ingaan. We heb ben het nu over het evangeliserende aspect van de volkskerstzang gehad. Maar hoe ziet u dat precies, want het is me nog niet volkomen duidelijk. TIMMER: Heeft dat misschien te maken met de inhoud die we het woord evangelisatie geven? Ik dacht dat het zo was: evangelisatie is het aan mensen met een andere overtui ging vertellen wat onze overtuiging is. waarbij we ook openstaan voor dc hun ne. En het essentiële daarbij is dan, dat wij het toch eigenlijk niet zijn, die de mensen bekeren moeten. DE VALK: Dat is in moderne r.k. kringen een overtuiging die hoe langer hoe meer burgerrecht verkrijgt: wij bekeren niet. Bekeringswerk is een woord dat wij verlaten hebben; dat doet de Geest, dat doet God. Wij be hoeven alleen te getuigen. TIMMER: En de volkskerstzang wil ik dan beschouwen als een getuige nis. Niet speciaal voor buitenkerkelij ken, maar een verkondiging: dit is ge beurd. Maar dan moeten we ook het wezenlijke van dit gebeuren, dat is onze verlossing door en tot Christus, verkondigen en daarom zou ik toch weliswaar niet een wat ds. Dron kers noemde dogmatisch minimum, maar wel een bijbels minimum willen vooronderstellen. DRONKERS: Waarbij je jezelf dus niet wat vaak gebeurt tegen over de ander stelt, maar de ander 1. MOTIEVEN Wat beoogde men, toen in verschillende steden van ons land initiatieven onstonden tot het houden van volkskerstzangsamenkomsten 2. SAMENWERKING a. Kan er in de volkskerstzang samengewerkt worden tussen hen die het Kerstfeest als een goddelijk gebeuren zien en degenen die Christus alleen als historische figuur beschouwen? b. Is de betekenis van de samenwerking tussen rooms katholieken en protestanten hij de volkskerstzang zodanig dat van perspectieven gesproken kan worden? VOORZITTER: Ik zou graag een opmerking willen maken die ik zeer belangrijk acht bij het beschouwen van de volkskerstzang. Ik bedoel de kant van de massa. Het is duidelijk dat vooral nuchtere mensen de vraag gaan stellen: In hoeverre is de opzet van de volkskerstzang van meet af mede bepaald geweest door massa- psychologische overwegingen? Is dat misschien een reden waarom men zou kunnen zeggen: Daardoor wordt een onzuiver element geïntroduceerd en zo krijg ik er een zekere afkeer van? DRONKERS: Enkele jaren geleden sprak de hoofdvlootpredikant ds. J. H. Sillevis Smitt op onze volkskerstsa- menkomst. Hij begon zijn korte toe spraak zo: „Mensen, het is levensge vaarlijk wat wij hier doen. Want als je zo als massa bij elkaar bent, speel je dan niet het gevaarlijke spel: In de massa val je toch nooit om. want de een leunt tegen de ander aan? Past u dèarvoor op. want met Kerstmis val je wèl om, eenvoudig omdat je voor Christus moet buigen. Als u dat maar goed weet, dan kunnen we hier samen ^Kijk, door dit te zeggen had hij op een bepaalde manier dat gevaar be zworen. Want werkelijk, je komt in een soort enthousiasme, daarin word je mee opgenomen en je laat het je al lemaal zo heerlijk zeggen, omdat je het als massa beleeft met elkaar. Van dit gevaar moeten we goed doordron gen zijn. Ik overdrijf expres om dit element even te markeren. Anderzijds weet ik natuurlijk ook dat dit niet he lemaal opgaat en dat zelfs het Evan gelie spreekt van het gestalte krijgen juist in de massa. Ik denk aan de Pinksterboodschap (3000 mensen bij een), Jezus spijzigt de schare (5000 mensen bijeen", een verschijning van Christus na Zijn opstanding (500 broe ders bijeen). Daar zit dus ook dat massale in. Verder kan ik wijzen op een sterfgeval, dat we verleden jaar op de volkskerstzang hadden: iemand kreeg een hartverlamming even voor de samenkomst begon. Niemand heeft dit geweten en het hoefde ook niet. Wel maakte ons comité zijn opwach ting bij dat gezin en kwam ook op de begrafenis. Want: we begrepen, dat dit op een bepaalde manier voor de ach- terblijvenden ook iets moois bevatte dat in deze massale omgeving als het ware in een andere presentie die troost van het. Evangelie aanwezig was. Ik noem dit alles omdat ik m«en dat we dit mee moeten verdisconteren. DE VALK: Wil je met dit gevaar reëel rekening houden, dan moei je weten waaróm de mertsen komen. Ik er in feite bij betrekt. Dat je dus zegt: waarvoor zijn we samen dank baar? TIMMER: Precies. Ik geloof na melijk. dat wij zo dikwijls bij evange lisatiewerk de ander, die we willen be naderen. niet helemaal voor vol aan zien. Niet als een gelijkivaardige ge sprekspartner. DE VALK: En dau is e- dus ook evangelisatiewerk voor jezelf nodig. Want niemand kan beweren dat hij weet wat Kerstmis is en wat het voor ons betekent. Het Is heel goed moge lijk. dat wij daar van een buitenkerke lijke van kunnen Ieren. TIMMER: Inderdaad. Dus niet de houding van: Wij weten het en zul len liet weieens even duidelijk ma ken DE VALK: Dit is iets wat de Chris ten niet genoeg kan worden gezegd; 't is iets wat je zelf ook maar heel langzaam gaat beseffen. Je betrapt er jezelf telkens op dat je je toch weer iemand voelt die het wel kan vertellen. wees al op de eenheidsdrang. Een der element is dat gevoel van gezel heid, van geborgenheid op zo'n av Denk aan flambouwen soms en samen zingenmet andere w den: de motieven van de mensen komen kunnen wel eens niet zo zuij zijn. of wel onklaar zijn voor henzj TIMMER: Het is dus de sfeer die eenmaal hangt rond het Kerstfeest, j daar moeten we natuurlijk wel voor oppassen. Het is een gevaar.i DRONKERS: dat vaak 1 weer door de feiten teniet geda wordt. We hebben heel wat sled weersomstandigheden gehad: wen lijk niet zo sfeervol en gezellig. T( kwamen de mensen. 't HART: Kunnen we het niet voudig houden door te zeggen: kerstsfeer en die massa vormen gegeven; een positieve taak voor kerk om aan dit gegeven inhoud te ven, zodat men niet het gezicht trekken wat normaal iemand kan b ben bij een massabetoging? DE VALK (lachend): Dat is een' pisch rooms-katholiek geluid: Nej iets aards en probeer daar wat van maken VAN LOON: Er moet mij nog van het hart. Ik vind het in de k zitten vaak net zoiets als het op scb zijn. Dat is goed, maar op een ge ven moment moet je ook wat gi DOEN. Wij hebben de neiging tot tachtigste jaar op school tc blijv we weten heel goed hoe het ailem moet. maar waar blijft de daad? 't HART: U vindt dat we niet ml op school behoeven te zitten VAN LOON: Het is maar een vij beeld. Natuurlijk mogen we naar kerk. Maar daarbij mag het niet 1) VOORZITTER: In de meeste pU sen wordt entree geheven, nietwa om de onkosten te dekken? TIMMER: Misschien klinkt het 1 idealistisch maar ik ben geen v( stander van entree. Je trekt het di mee onwillekeurig in het vlak van voorstelling, een uitvoering. Ik i meer voor een collecte. DE VALK: De mensen zijn r genoeg om te weten dat zo'n kersta geld moet. kosten en dat je dat san draagt. Heus, dat zien ze niet als I toegangsprijs. Maar wat vindt u hiervan? Ik wel eens aan een collecte die veel sentiëler is in het geheel. Als je samen iets wilt doen op zo'n vo' kerstzangdienst dan mag je van mensen vragen ook iets te zl voor andere mensen niet in de zaal zitten. Feitd houdt men het te vrijblijvend als i geen gelegenheid geeft waar maken wat men daar d c r g a a t. Ik denk aan een alge ne nood: voor vluchtelingen, voor me mensen in de stad enzovoorts, zo'n gelegenheid heb ik eens een i dlkant horen zeggen, toen de vo! maal weinig gegeven was: „Jullie i eigenlijk dieven en moordenaars, je hier komt en je toont er niets i waaróm je het doet, wat betekent dan?" TIMMER: Volkomen met u eens ik denk de anderen evenzeer. DE VALK: Men mag heus wel beseffen dat men maar niet vrij vend kan komen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 26