Aanklacht tegen verdeeldheid
De forumleden zijn:
VRAGEN AAN FORUM
Perspectieven?
Het massale: een gevaar?
12
KERSTBIJLAGE 1960
Acht jaar geleden werd in Utrecht de eerste „volks
kerstzang" georganiseerd, en sindsdien hebben tientallen
steden het Utrechtse voorbeeld gevolgd. Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag, Leiden, Dordrecht en vele kleinere
plaatsen brengen op de avond voor kerst of iets eerder
in de week duizenden bijeen om door lied en woord te
getuigen van de geboren Heiland.
Wat wil de „volkskerstzang" eigenlijk? Alleen maar
samen zingen rondom de kribbe Getuigen van de
Verlosser die gekomen is Gescheiden christenen een
ogenblik muurloos naast elkaar laten zitten?
Wat is het succes van de „volkskerstzang" Waarom
komen de mensen in duizendtallen Waarom besluiten
steeds meer plaatsen om ook een eigen zangdienst te
beleggen, naast de honderd en één kerstwijdingen en
kerkdiensten die er al zijn
Over deze en nog meer vragen spraken we met vijf
vooraanstaande leiders van deze nog piepjonge „be
weging". Zij vertegenwoordigen verschillende kerken,
verschillende inzichten, verschillende steden, maar zij
zijn één in hun enthousiasme voor deze nieuwe vorm
van kerstviering.
Volkskerstzang: men wil één zijn!
Dr. J. Al. Al. de Valk te Waddinxi
H. J. van Loon te Utrecht
Ir. Al. 'l Hart te Amsterdam
Ds. A. Dronkers te Utrecht
VOORZITTER: We zouden in dit fo
rum over de volkskerstzang graag
eens iets willen horen van de ervarin
gen die u gehad heeft en wat er wel
licht uit kan groeien. Ook en dat is
dus vraag 1 wat zijn de motieven
destijds geweest? Aangezien Utrecht
een der eerste plaatsen was waar een
volkskerstzang werd georganiseerd,
zou ik aan ds. Dronkers en de heer
Van Loon, de initiatiefnemer, het eerst
het woord willen geven.
DRONKERS: Het is al weer 7 jaar
Keieden dat de heer Van Loon bij zijn
buurman ds. Brinkman, die er mij la
ter ook bijhaalde, opperde: Men is
wel weer bezig een kerstsamenkomst
in groter verband te organiseren,
maar naar mijn mening gebeurt dat
averechts verkeerd. Jullie bereikt
niet de man van de straat, omdat niet
die notie wordt aangegrepen uit veler
kinderjaren, die notie die er is door
de kerstliederen die men zich nog van
vroeger herinnert. Werk daar op. niet
in een kerk maar in een werelds ge
bouw en u zult zien dat ze komen
bij duizenden....
Dat was zoiets als een bom die
werd neergelegd, drie. vier weken
voor Kerst. En hoe ging het verder?
Men heeft in zo'n geval vaak de durf
om zoiets resoluut aan te pakken en
te zeggen: het moet. Van alle kanten
kwam medewerking en zo zaten we
ten slotte met 6000 man opgepropt in
een der Jaarbeurshallen
VAN LOON: En weet je wat je dan
voelt: die grote verschillen tussen al
le waarachtige Christenen zijn toch
zo fout.... In feite is het toch: we ge
loven allemaal hetzelfde, de moeilijk
heden zitten vaak in woorden. Die
volkskerstzang was voor mij een po
ging de mensen eens samen te laten
zingen en te doen ervaren: dat we al
len in feite tot één Kerk behoren en
niet: hij is van een andere richting,
dus groet ik hem maar niet en zo
meer. We kwamen daar bijeen om
eens gewoon, eens kinderlijk te zijn.
DRONKERS: Ja. de heer Van Loon
heeft dit psychologisch goed gezien.
VOORZITTER: We hebben het er
terloops wel enkele malen over gehad,
maar toch zou ik graag nog even ver
der in willen gaan op de vraag: Wat
zijn de perspectieven bij deze samen
werking en nu bedoel ik net wijder dan
de volkskerstzang. Er is thans, men
zou haast zeggen: een hausse in het
elkaar zoeken. In Amsterdam staat
een dominee op een r.k. kansel: dr.
Fisher. de aartsbisschop van Canter
bury. is pas naar de Paus geweest
en zo zijn er meer verschijnselen te
noemen. Zijn hier perspectieven nf
moeten we dit alles als iets inciden
teels zien?
DRONKERS: Perspectief is altijd
moeilijk uit te stippelen. Maar wel:
er zijn telkens tastbare dingen die je
als vrucht van deze samenwerking
ziet, eigenlijk zonder dat dit gefor
ceerd wordt. Het feit dat je een jaar
lang in één comité samenwerkt is al
belangrijk: het legt de basis voor sa
menwerking op andere terreinen. Er
wordt vaak in kleinere kring ge
sproken over vragen die de theologie
raken; we ontmoeten elkaar in ande
re verbanden (voor Utrecht denk ik
aan de geestelijke verzorging in de
ziekenhuizen). Typerend is ook dat
ditmaal een samenvatting van onze
volkskerstzang via de radio wordt uit
gezonden door de KRO in samenwer
king met de NCRV.
VOORZITTER: Dat is uniek.
-DRONKERS: Inderdaad. Dit zijn
dus zo van die blijde, onvoorziene din
gen. Ik dacht dat we volkomen nuchter
moesten zijn. eerlijk ten opzichte van
elkaar. Ik zie er niets in voorbarig te
zeggen: We zijn op weg om elkaar om
de hals te vallen. Want zo is het niet.
We kunnen zeggen: We staan ergens
gemarkeerd. overhuifd door een
Boodschap die een spanwijdte heeft
welke wij niet kunnen bevroeden.
DE VALK: Illusiès moet je je hiei
inderdaad niet maken. De zaak var
de éénwording der kerken, die in hei
eindperspectief hier toch wel aan ver
bonden is. ziet er menselijkerwiji
gesproken vrij hopeloos uit. Maai
het feit dat je je samen open wilt stel
len voor de Geest. Die de Enige u
waardoor het gerealiseerd kan wor
den is toch een heel gelukkig teken
't HART: Ook in Amsterdam zier
we de volkskerstzang in dit opzich'
heel nuchter als een geïsoleerd ver
schijnsel. We zeiden: laten we dit m
doen: ontstaan er onvoorziene moge
lijkheden. dan merken we het wel
Perspectieven zoeken zat er niet uit
drukkelijk achter.
TIMMER: Rotterdam is een van d<
weinige plaatsen waar niet met rooms
katholieken wordt samengewerkt. Per
soonlijk betreur ik dit ten zeerste en ïl-
zou niets liever willen dan dat het vol
gend jaar anders is. We deden he
(nog) niet. omdat in het comité d<
meningen over dit punt uiteenlopen
Het initiatief kwam destijds van d(
ieugd en ik zou die eventuele samen
werking dan ook het liefste willen zoe
ken met dc dekenale jeugdraad var
Rotterdam. Ik zie zo'n ontmoeting al.
een grote winst.
Het was een afbuigen van het geijkte
patroon, kortom: het sloeg aan en ve
len, ook buiten de kerken zei
den: op deze manier willen wij onze
Kerst beleven! Men behoefde daar
ook niet de kerkdrempel voor over te
gaan, wat voor velen toch altijd een
grote moeilijkheid blijft.
We zagen toen dat andere plaatsen
soortgelijke initiatieven gingen ontplooi
en. In sommige gevallen ontzag men
elkaar door alleen te zingen en het
gesproken woord te laten rusten. In
Utrecht willen we dat laatste wèl:
een kort gesproken woord, opdat ook
op deze wijze iets van de Boodschap
wordt overgedragen.
DE VALK: In Den Haag wordt het
in de open lucht gedaan en hoewel ik
persoonlijk met de organisatie niets te
maken heb weet ik wel zeker dat
soortgelijke motieven als de naar vo
ren gebrachte eveneens een rol hebben
gespeeld. Ik weet meer van de Pink
stersamenkomst in het Zuiderpark te
Den Haag, die een oecumenisch ka
rakter droeg en waar ds. P. Lugtig-
heid, ds. G. N. Lammens en pater S.
Jelsma hebben gesproken. Zo'n sa
menkomst hadden we ook graag weer
met Kerst gehad, maar er was geen
geschikte zaal voor beschikbaar. In
ieder geval is er wel de bekende zang-
dienst op het Binnenhof.
't HART: Amsterdam houdt dit
jaar de vierde bijeenkomst. Bij ons
was dit de gedachtengang: De per
soon van Christus verdraagt het niet,
dat wij gescheiden feestvieren. En dan
is dit steeds voor ons de vraag ge
bleven: het „Hoe zal ik u ontvangen?"
Met andere woorden, de vraag: Hoe
moet de vorm van onze volkskerst
zang zijn om het tot een waarachtig
feest te maken? Want het feit dat we
met 8 a 10.000 mensen bijeen zijn is
nog niet het antwoord op die vraag.
De volkskerstzang trachten we zo te
realiseren, dat het „van allen voor al
len" Is, dat dus de hele stad erbij be
trokken wordt.
VOORZITTER: In Rotterdam ligt
het wat anders, nietwaar?
TIMMER: Ja. het initiatief werd
twee jaar geleden door drie samenwer
kende protestantse jeugdevangelisaties
genomen. Zowel in als buiten het co
mité waren echter stemmen die er een
veel bredere basis aan wilden geven.
Tot op zekere hoogte is dat nu zo:
meer jeugdgroepen zijn thans in het
comité vertegenwoordigd. Hoe de ont
wikkeling verder zal zijn valt moeilijk
te zeggen. In het comité zijn verschil
lende meningen over de opzet. Feit is,
dat de volkskerstzang in Rotterdam
bewust een evangeliserende samen
komst wil zijn. Persoonlijk leg ik het
accent liever anders: ik zou deze sa
menkomst namelijk niet zo bewust
evangeliserend willen laden. Het is iets
voor het hele volk. dus voor hen, die
de volgende morgen weer naar hun
eigen kerk gaan en voor hen, die mis
schien nooit in een kerk komen. Weet
u: als het goed georganiseerd wordt
dan is die evangeliserende tendenz
er al vanzelf.
VOORZITTER: Er zijn twee belang
rijke woorden gevallen: evangelisatie
en feestvieren. Welke richting moet
het nu met de volkskerstzang uit: al
leen maar zingen of moet ook het ge
sproken woord, de Boodschap, erbij,
zoals ds. Dronkers naar voren brengt?
DRONKERS: We moeten natuurlijk
goed weten, dat zo'n volkskerstzang
iets incidenteels is. In Utrecht vinden
we het noodzakelijk dat er een evan
geliserend karakter in zit; het zou een
soort verlegenheid zijn als we dat niet
aandurfden. Duidelijk dient dus gezegd
te worden waar het om gaat. In de
praktijk blijkt, dat. het getuigenis heel
persoonlijk en kort kan zijn, zonder
dat er van een bepaalde visie vanuit
een bepaald patroon sprake is. Boven
dien: dit evangeliserende karakter on
derstreept nog eens dat we hier niet
me# een nationale manifestatie of zo
te maken hebben. Dus niet: we zijn
zo volks verbonden, maar: het is een
Christenfeest en als zodanig heeft het
zijn eigen accenten.
Verder blijkt uit de ontwikkeling in
Utrecht, dat de volkskerstzang protes
tants van opzet was. Door de vraag
op een persconferentie: „Waarom
doen jullie het niet breder?" zijn wc
daarover eens na gaan denken. Hoe
wel er mensen waren die er niets in
zagen werd contact gezocht met de de
ken van Utrecht. Van r.k. zijde bleek
warme belangstelling te bestaan en na
afloop van de volkskerstzang was al
gemeen de overtuiging: het is goed.
Interessant is het overigens te zien
hoe in zeer vele plaatsen van meet
af die samenwerking is gevonden.
In Utrecht zijn we hierdoor op een
verdiepte wijze tot elkaar gebracht en
we zijn er alleen maar gelukkig mee,
dat mag ik hierover wel zeggen.
't HART: Ter aansluiting dit: Als
wij met zijn allen waarachtig feest wil
len vieren staan we elk jaar voor die
opgave: hoe moet het feest nu gestal
te krijgen? Daarom is het zo goed dat
ook de rooms katholieken erbij zijn.
Het liefst zou ik in de organisatie ook
nog buitenkerkelijken betrekken, men
sen. die de persoon van Christus in
ieder geval zoveel de moeite waard
achten desnoods alleen als histori
sche figuur om daarvoor bijeen te
willen zijn. Wij trachten dat dus wat
ruimer te zien. En dan ook niet be
wust evangeliseren, maar vanuit die
verlegenheid. Dat laatste wil ik mét
een recent voorbeeld verduidelijken. Bij
de begrafenis van dat Friese gezin dat
was omgekomen door een vallend
vliegtuig op zijn huis heeft de predi
kant de gelegenheid te baat genomen
om bij die graven over het Evangelie
te vertellen. Volgens mij had dit „er
niet bijgesleept" mogen worden: de
begrafenis had zo geleid dienen te
worden, dat het voor zichzelf sprak.
Zo moet ook die volkskerstzang voor
zichzelf spreken.
TIMMER: Wat die brede samenwer
king betreft zou ik de grens toch wel
iets dichterbij willen trekken dan de
heer 't Hart deed. Zeker stel ik r.k.
samenwerking op prijs. Maar het ge
tuigenis moet over de vleeswording
van het Woord gaan en over de komst
van Christus als Gods Zoon tot onze
verlossing en niet een historische her
denking worden. Dit minimum zou ik
toch wel aan willen houden.
DE VALK: Ik voel voor wat zowel
de heer 't Hart als de heer Timmer
gezegd heeft. Vraagt u: Ook samen
werken met mensen die Christus slechts
als historische figuur zien? dan zeg ik:
Ja, want al geloven ze niet in Chris
tus als Gods Zoon, we hebben alvast
een aanknopingspunt. Anderzijds kun
nen christenen moeilijk alleen een ge
tuigenis geven over Christus als histo
rische figuur. Maar nu is het Kerst
feest de viering van het feit dat Hij
historisch Persoon geworden is. Dat
is iets wat de christelijke kerken in
het algemeen sterk verwaarlozen.
We hebben een soort ideaalbeeld, een
geestelijk beeld, maar we vergeten zo
gauw dat Christus ook mens was
TIMMER: Akkoord, maar toch ge
loof ik dat we zonder nu direct de
twee-naturenleer overhoop te halen, als
uïttgangspunt van onze verkondiging
moeten stellen: God (als mens) met
ons.
't HART: Hier is, geloof ik, geen
sprake van uitgangspunt als wei van
een herziening van onszelf. De op
komst van die tienduizenden over het
hele land betekent even zovele aan
klachten tegen het verworden Chris
tendom. Men ondergaat veelal heel be
wust: Hoe is het mogelijk geweest dat
wij zo naast elkaar geleefd hebben?
We moeten niet zeggen: Nu gaan we
getuigen; we moeten zelf ontmanteld
worden: we moeten al die vormen die
het Christendom helaas gekregen heeft
minder achten dan het. directe contact
met Christus. Vandaar al weer die be
nauwing, dat permanente vraagstuk:
de mensen zoeken dat directe contact
in deze volkskerstzang! Wat een ver
antwoording om het zo gestalte te
moeten geven, dat we de persoon van
Christus weer gewaar kunnen worden!
VAN LOON: Bewust ben ik Christ-
gelovige. maar geen lid van een kerk.
Ieder wil zijn eigen kerkje, zijn eigen
domineetje en dat interesseert mij niet
meer.
Vooral, als ik ervaar, dat we in fei
te allen precies hetzelfde geloven. Om
die reden kunnen we op zo'n volks
kerstzang ook samen zingen en bidden.
DRONKERS: En daarom moeten we
de zaak niet overbelasten door naar
een dogmatisch maximum of mini
mum te zoeken. Dan kregen we een
cacophonie van getuigenissen die al
leen maar disharmonie opleverde of
we kregen zo'n verschraling, dat we
ten slotte niets meer overhielden. We
moeten die volkskerstzang ook niet aan
het woord oecumene binden. Protes
tanten verstaan hieronder: samenwer
king van kerken. Maar de Oecumeni
sche Raad is een samenwerking waar
bij een aantal kerken absenteren. Bo
vendien moet het niet zo officieel, om
dat het, gezien de ontwikkeling van
de volkskerstzang, noch de bedoeling
van de r.k. kerk. noch die van de
protestantse kerken is om hieraan of
ficieel te participeren. Je kunt daar
om wel een belangrijke plaats in een
kerk hebben in Utrecht spreekt dit
maal mgr. Alfrink, kardinaal.
maar dat het „leken" waren bij wie
veelal de initiatieven ontsproten is
een gelukkige omstandigheid: dat
geeft een veel grotere ruimte om te
werken. Ik geloof dat het uitermate
belangrijk is, dat we naast de offi
ciële oecumene dit interconfessionele
streven aan de gang zien komen!
DE VALK: Toch zie ik een mis
schien wat meer verwijderde band
met het oecumenisch streven. Als u
zegt: de oecumene is het streven naar
meer samenwerking tussen kerken en
uiteindelijk misschien zelfs naar meer
eenheid, dan heeft dit inderdaad niet
veel te maken met deze volkskerst
zang.
Maar als u vraagt: Waarom Is die
volkskerstzang zo'n succes en komen
er zoveel mensen? dan geloof ik dit:
omdat de mensen van verschillende
kerken zo graag by elkaar willen
zijn! Nu kun je met recht volhou
den dat het oecumenisch gesprek al
lereerst moet gaan tussen theologen,
omdat de kwesties toch veel moeilij
ker liggen dan je soms denkt. Maar
ik vind die volkskerstzang zo belang
rijk, omdat hier duidelijk uit blijkt'
het kerkvolk wil en dringt naar een
heid! Het vraagt als het ware aan
die theologen: Jullie moeten naar
elkaar toe, want dat willen wij. Als
zodanig vind ik dit een belangrijk
symptoom voor een werkelijke oecu
mene. Het bewijst, dat wat aan de
„top" gebeurt, niet losstaat van wat
er in de kerken aan de gang Is.
VAN LOON; Uit mijn hart gegrepen:
de mensen schreeuwen erom. En
weet u wat ik nog belangrijker vind?
Dat we zulke samenkomsten ook in
de lijdenstijd beleggen, want de ver
zoening is toch van nog groter per
spectief dan de belofte.
't HART: Die eenheid van geboorte
en sterven welkeChristus ons voorge
leefd heeft moet ook in zo'n volks
kerstzang verdisconteerd worden. Dat
is ook onze worsteling, het zo uit te
beelden dat de mensen getroost heen
gaan van zó'n samenkomst, omdat ze
verkondigd is dat de eenheid van le
ven en sterven ook op het Kerstfeest
gevierd mag worden.
Ds. A. Dronkers. theologisch doctorandus, is predikant voor liet evangelisatiewei
der Hervormde Gemeente in Utrecht en voorzitter van hel plaatselijk comité Vollj
kerstzang aldaar. Hij is voorts voorzitter van het landelijk beraad van volkskerl
zangen in Nederland.
H. J. van Loon. zakenman in Utrecht, is dc man geweest die de volkskerstzari
in Nederland geïntroduceerd heeft; van hem i- namelijk het idee afkomstig. Als li
van het plaatselijk comité Utrecht houdt hij zich. wat de technische voorbereiding^
betreft, vooral bezig met het muzikale gedeelte. De heer Van Loon is zeer bewit
niet bij een kerkgenootsehap aangesloten; noemt zich Christen, zonder meer.
Dr. J. M. M. de Valk uit Waddinween is rooms-katlioliek en een enthousii
medewerker van de Pleingrocp te Den Haag van pater S. Jelsma. Ilij is redactiel)
\an het oecumenisch blad „Plein" en eveneens van ..Te elfder ure", een periodij
van ,.de vooruitstrevende vleugel" in liet rooms-katholicisnie. In het begin van i|
jaar selireef bij in „Wending" bet artikel „liet katholicisme in beweging". Dr. 1)
-Valk'is wetenschappelijk ambtenaar voor dc sociologie aan de Economische Hooi
school tc Rotterdam.
IT. Tiinmer (Hervormd), fedcratiesecrclaris van liet C.J.V. Rotterdam, nam al
dit forum deel als voorzitter van bet comité Volkskerstzang aldaar. Uitdrukken
moei Morden vermeld, dat bij zijn persoonlijke mening ten beste beeft gegeven.
Ir. M. 't llarl, werkzaam bij dc gemeente Amsterdam (verkcersondcrzoek).
voorzitter van liet loniilé Volkskerstzang in de hoofdstad en lid van de kerkeraj
van de Hervormde Gemeente in Ainstcrdam-West. Ilij is van oorsprong uit de Gcrj
Kerken afkomstig en via de Gcref. Kerken in Hersteld Verband lidmaat van
Hervormde Kerk geworden.
Jan J.
i Capellcx
cdactèur kerknieuws,
i bet foi'iiinl
H. Timmer te Hotterdm
DRONKERS: In Utrecht hebben we
ons eveneens afgevraagd: Waarom
niets met Pasen? Er zijn moeilijkhe
den van praktische aard die dit ver
hinderen. Voorts heeft de lijdenstijd
toch naar mijn gevoel iets van de
bezinning in ae engere kring van de
gemeente. Het is niet gemakkelijk
uit te drukken maar ik hoop dat u
begrijpt wat ik bedoel. Maar dit
blijft voor ons toch wel een vraag,
die steeds wordt gesteld (wat ook
heel goed is): Als je nu het ene doet
en het andere niet, is het dan niet
zo. dat je in feite zegt: Bij Christus
geboorte zijn we het allemaal eens.
maar als het heilsgebeuren verder
gaat dan blijkt pas hoe verschillend
we staan? We gaan deze vraag
dus niet uit de weg, alleen: we zijn
er niet klaar mee.
VOORZITTER: In zekere zin is die
uitbreiding er al met de laatste Pink
steren geweest in Den Haag. waar
men zelfs verder is gegaan en Pink
steren gekozen heeft als de-dag-bij-uit
stek voor de eenheid der kerk.
DE VALK: Inderdaad en het motto
daarvan was uit de Handelingen:
„En toen de dagen van Pinksteren
naderden waren ze allen tezamen op
één plaats". Maar ik zou graag op
nog iets anders willen ingaan. We heb
ben het nu over het evangeliserende
aspect van de volkskerstzang gehad.
Maar hoe ziet u dat precies, want het
is me nog niet volkomen duidelijk.
TIMMER: Heeft dat misschien te
maken met de inhoud die we het
woord evangelisatie geven? Ik dacht
dat het zo was: evangelisatie is het
aan mensen met een andere overtui
ging vertellen wat onze overtuiging is.
waarbij we ook openstaan voor dc hun
ne. En het essentiële daarbij is dan,
dat wij het toch eigenlijk niet zijn,
die de mensen bekeren moeten.
DE VALK: Dat is in moderne r.k.
kringen een overtuiging die hoe langer
hoe meer burgerrecht verkrijgt: wij
bekeren niet. Bekeringswerk is een
woord dat wij verlaten hebben; dat
doet de Geest, dat doet God. Wij be
hoeven alleen te getuigen.
TIMMER: En de volkskerstzang wil
ik dan beschouwen als een getuige
nis. Niet speciaal voor buitenkerkelij
ken, maar een verkondiging: dit is ge
beurd. Maar dan moeten we ook het
wezenlijke van dit gebeuren, dat is
onze verlossing door en tot Christus,
verkondigen en daarom zou ik toch
weliswaar niet een wat ds. Dron
kers noemde dogmatisch minimum,
maar wel een bijbels minimum willen
vooronderstellen.
DRONKERS: Waarbij je jezelf dus
niet wat vaak gebeurt tegen
over de ander stelt, maar de ander
1. MOTIEVEN Wat beoogde men, toen in verschillende
steden van ons land initiatieven onstonden tot het houden
van volkskerstzangsamenkomsten
2. SAMENWERKING a. Kan er in de volkskerstzang
samengewerkt worden tussen hen die het Kerstfeest als een
goddelijk gebeuren zien en degenen die Christus alleen als
historische figuur beschouwen? b. Is de betekenis van de
samenwerking tussen rooms katholieken en protestanten hij
de volkskerstzang zodanig dat van perspectieven gesproken
kan worden?
VOORZITTER: Ik zou graag een
opmerking willen maken die ik zeer
belangrijk acht bij het beschouwen van
de volkskerstzang. Ik bedoel de kant
van de massa. Het is duidelijk dat
vooral nuchtere mensen de vraag
gaan stellen: In hoeverre is de opzet
van de volkskerstzang van meet af
mede bepaald geweest door massa-
psychologische overwegingen? Is dat
misschien een reden waarom men zou
kunnen zeggen: Daardoor wordt een
onzuiver element geïntroduceerd en
zo krijg ik er een zekere afkeer van?
DRONKERS: Enkele jaren geleden
sprak de hoofdvlootpredikant ds. J. H.
Sillevis Smitt op onze volkskerstsa-
menkomst. Hij begon zijn korte toe
spraak zo: „Mensen, het is levensge
vaarlijk wat wij hier doen. Want als
je zo als massa bij elkaar bent, speel
je dan niet het gevaarlijke spel: In
de massa val je toch nooit om. want
de een leunt tegen de ander aan? Past
u dèarvoor op. want met Kerstmis val
je wèl om, eenvoudig omdat je voor
Christus moet buigen. Als u dat maar
goed weet, dan kunnen we hier samen
^Kijk, door dit te zeggen had hij op
een bepaalde manier dat gevaar be
zworen. Want werkelijk, je komt in
een soort enthousiasme, daarin word je
mee opgenomen en je laat het je al
lemaal zo heerlijk zeggen, omdat je
het als massa beleeft met elkaar. Van
dit gevaar moeten we goed doordron
gen zijn. Ik overdrijf expres om dit
element even te markeren. Anderzijds
weet ik natuurlijk ook dat dit niet he
lemaal opgaat en dat zelfs het Evan
gelie spreekt van het gestalte krijgen
juist in de massa. Ik denk aan de
Pinksterboodschap (3000 mensen bij
een), Jezus spijzigt de schare (5000
mensen bijeen", een verschijning van
Christus na Zijn opstanding (500 broe
ders bijeen). Daar zit dus ook dat
massale in. Verder kan ik wijzen op
een sterfgeval, dat we verleden jaar
op de volkskerstzang hadden: iemand
kreeg een hartverlamming even voor
de samenkomst begon. Niemand heeft
dit geweten en het hoefde ook niet.
Wel maakte ons comité zijn opwach
ting bij dat gezin en kwam ook op de
begrafenis. Want: we begrepen, dat dit
op een bepaalde manier voor de ach-
terblijvenden ook iets moois bevatte
dat in deze massale omgeving als
het ware in een andere presentie
die troost van het. Evangelie aanwezig
was. Ik noem dit alles omdat ik m«en
dat we dit mee moeten verdisconteren.
DE VALK: Wil je met dit gevaar
reëel rekening houden, dan moei je
weten waaróm de mertsen komen. Ik
er in feite bij betrekt. Dat je dus
zegt: waarvoor zijn we samen dank
baar?
TIMMER: Precies. Ik geloof na
melijk. dat wij zo dikwijls bij evange
lisatiewerk de ander, die we willen be
naderen. niet helemaal voor vol aan
zien. Niet als een gelijkivaardige ge
sprekspartner.
DE VALK: En dau is e- dus ook
evangelisatiewerk voor jezelf nodig.
Want niemand kan beweren dat hij
weet wat Kerstmis is en wat het voor
ons betekent. Het Is heel goed moge
lijk. dat wij daar van een buitenkerke
lijke van kunnen Ieren.
TIMMER: Inderdaad. Dus niet de
houding van: Wij weten het en zul
len liet weieens even duidelijk ma
ken
DE VALK: Dit is iets wat de Chris
ten niet genoeg kan worden gezegd;
't is iets wat je zelf ook maar heel
langzaam gaat beseffen. Je betrapt
er jezelf telkens op dat je je toch
weer iemand voelt die het wel kan
vertellen.
wees al op de eenheidsdrang. Een
der element is dat gevoel van gezel
heid, van geborgenheid op zo'n av
Denk aan flambouwen soms en
samen zingenmet andere w
den: de motieven van de mensen
komen kunnen wel eens niet zo zuij
zijn. of wel onklaar zijn voor henzj
TIMMER: Het is dus de sfeer die
eenmaal hangt rond het Kerstfeest, j
daar moeten we natuurlijk wel
voor oppassen. Het is een gevaar.i
DRONKERS: dat vaak 1
weer door de feiten teniet geda
wordt. We hebben heel wat sled
weersomstandigheden gehad: wen
lijk niet zo sfeervol en gezellig. T(
kwamen de mensen.
't HART: Kunnen we het niet
voudig houden door te zeggen:
kerstsfeer en die massa vormen
gegeven; een positieve taak voor
kerk om aan dit gegeven inhoud te
ven, zodat men niet het gezicht
trekken wat normaal iemand kan b
ben bij een massabetoging?
DE VALK (lachend): Dat is een'
pisch rooms-katholiek geluid: Nej
iets aards en probeer daar wat van
maken
VAN LOON: Er moet mij nog
van het hart. Ik vind het in de k
zitten vaak net zoiets als het op scb
zijn. Dat is goed, maar op een ge
ven moment moet je ook wat gi
DOEN. Wij hebben de neiging tot
tachtigste jaar op school tc blijv
we weten heel goed hoe het ailem
moet. maar waar blijft de daad?
't HART: U vindt dat we niet ml
op school behoeven te zitten
VAN LOON: Het is maar een vij
beeld. Natuurlijk mogen we naar
kerk. Maar daarbij mag het niet 1)
VOORZITTER: In de meeste pU
sen wordt entree geheven, nietwa
om de onkosten te dekken?
TIMMER: Misschien klinkt het 1
idealistisch maar ik ben geen v(
stander van entree. Je trekt het di
mee onwillekeurig in het vlak van
voorstelling, een uitvoering. Ik i
meer voor een collecte.
DE VALK: De mensen zijn r
genoeg om te weten dat zo'n kersta
geld moet. kosten en dat je dat san
draagt. Heus, dat zien ze niet als I
toegangsprijs.
Maar wat vindt u hiervan? Ik
wel eens aan een collecte die veel
sentiëler is in het geheel. Als je
samen iets wilt doen op zo'n vo'
kerstzangdienst dan mag je van
mensen vragen ook iets te zl
voor andere mensen
niet in de zaal zitten. Feitd
houdt men het te vrijblijvend als i
geen gelegenheid geeft waar
maken wat men daar
d c r g a a t. Ik denk aan een alge
ne nood: voor vluchtelingen, voor
me mensen in de stad enzovoorts,
zo'n gelegenheid heb ik eens een i
dlkant horen zeggen, toen de vo!
maal weinig gegeven was: „Jullie i
eigenlijk dieven en moordenaars,
je hier komt en je toont er niets i
waaróm je het doet, wat betekent
dan?"
TIMMER: Volkomen met u eens
ik denk de anderen evenzeer.
DE VALK: Men mag heus wel
beseffen dat men maar niet vrij
vend kan komen!