<Stad van de
aankondiging
sStad van de
geboorte
8
KERSTBIJ LAGE 1960
IJETHLEHEM EN NAZARETH: twee onbekende plaatsjes met vertrouwd-klinkende namen. Namen, die deze dagen vaak
worden gehoord, vaker dan de namen van de centra der menselijke onenigheid: Leopoldstad, Vientiane en Berlijn.
„Ook Jozef trok op van Galiléa, uit de stad Nazareth, naar Judéa, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit
het huis en het geslacht van David was, om zich te laten inschrijven met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke zwanger was."
Voor velen is het horen van de namen niet voldoende: uit alle delen van de wereld trekken pelgrims in deze dagen naar
Bethlehem en Nazareth. Een tocht naar het ongrijpbare Om daar te vinden wat overal elders in de wereld is te vinden
Met eigen ogen wil men de plaats zien, waar de Zoon des Allerhoogsten geboren werd. Men wil zien wat Jezus zag,
hier op aarde.
De teleurstelling vergezelt de pelgrim op de reis huiswaarts. Hij zocht de vrede, hij vond de oorlog. Hij zag het prikkel
draad der vijandschap, hij hoorde de heftige ruzies om het bezit van gewijde plaatsen en hij onderging de hardnekkigheid
van de uitgeslapen koopman, die dacht dat de pelgrim kwam om soevenirs te kopen.
Negentienhonderdenzestig jaren geleden ver-|
bonden door een bijna onbegaanbare weg, die
Maria en Jozef op 's keizers bevel hadden te
gaan. In het jaar 1960 gescheiden door het
„ijzeren gordijn" dat de Arabische wereld
rondom het „beloofde land" heeft gelegd.
En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de
dagen vervuld werden, dat zij baren zou; en zij
baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem
in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor
hen geen plaats was in de herberg.
En zie, gij zult zwanger worden en een Zoon baren,
en gij zult Hem den naam Jezus geven. Deze zal
groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd
worden, en de Heere God zal Hem den troon van
zijn vader David geven, en Hij zal als koning over
het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid, en
zijn koningschap zal geen einde nemen.
DE weg van Nazareth naar Beth
lehem is nu een weg van Is-
raël naar Jordanië. Want Beth
lehem en plaatsen met ver
trouwde namen als Sichem, Sama
ria, Jericho, de Olijfberg, het noor
delijke deel van de Dode Zee en
Hebron liggen achter het „ijzeren
gordijn", dat Israël van de Ara
bische wereld scheidt. Buiten de
kersttijd van 24 december tot
19 januari, omdat de groeperingen,
die twisten om
-ft,. het bezit van
- y. de Geboorte
kerk hun kerst
vieringen niet
laten samen
vallen bui
ten die kerst-
tijd dus, moet
men de reis
naar Bethle
hem maken van
het oude Jeru
zalem uit. Het
is niet goed
mogelijk de
weg opnieuw
te voet te gaan:
in de auto
moet de reizi
ger zich voor
stellen hoe el
lendig en ver
laten Jozef en
Maria zich heb
ben gevoeld op
hun barre
tocht.
De reiziger
kan dat: zelfs
in de com
fortabele auto is de tocht langs
doornen en distels, langs kronkel
wegen en wegversperringen, aller
minst een plezierrit.
HERINNERINGEN
Hij krijgt niet de tijd het zich te re
aliseren. Er is een overvloed van
indrukken, langs -de weg, waar al
le namen herinneren aan het Ou
de en Nieuwe Testament. Die van
Bethlehem spreken immers nog
van „het veld van'Ruth"; links
van de weg vermoedt de reiziger
de cisterne, een uitgehakte ruimte
in de rotsbodem, waar David's
mannen met levensgevaar water
schepten en rechts is de witte koe
pel van Rachel's graf. De profeet
Jeremia, die de kindermoord van
Bethlehem voorziet, liet Rachel we
nen en Vondel dichtte: „en maakt
den geest van Rachel wakker, die
waren gaat door beemd en wei".
De reiziger ziet er de velden en de
herders zijn als een illustratie van
Lucas 2 hun houding en hun
kledij zijn niet veranderd in twin
tig eeuwen. Het is alsof zij nog
ieder ogenblik kunnen zeggen: „La
ten wij dan naar Bethlehem gaan
om te zien hetgeen geschied is, en
ons door de Here is bekend ge
maakt".
del: „Slechts wie door ootmoed *c
wordt herboren, die is van 't he
melse geslacht".
KAZEMAT
Achtduizend inwoners telt het Beth
lehem van vandaag. Het centrum
van de hobbelige straten is de
basiliek der geboorte, in 350 dooi
de christen-keizer Constantijn de
Grote gebouwd, in 560 door Justi-
nianus herbouwd. De hoofdingangen
werden lang geleden dichtgemet
seld om de Saracenen buiten te
houden, nu om de pelgrim te dwin
gen het hoofd te buigen als hij de
kerk, die van buiten meer op een
kazemat lijkt, door een laag poor
tje betreedt. En onwillekeurig
denkt de reiziger weer aan Von-
GEBOORTEGROT
Via een voorportaal, waar na de fel
le zon buiten volslagen duisternis
lijkt te heersen, komt de reiziger
in het grote ruime kerkschip. Van
buiten een kazemat, van binnen
een majestueuze ruimte, die door
vier machtige pilaren van rode
kalksteen wordt gedragen. Achter
een ijzeren hek staat het hoge al
taar, dat boven de geboortegrot
werd gebouwd.
Die geboortegrot: dit is de plaats,
waar Jozef Maria onderbracht,
toen voor hen geen plaats was in
de herberg, in de karavanserai dus,
waar de dieren op de open binnen
plaats werden ondergebracht. Aan
weerszijden van het koor vindt de
reiziger smalle trappen, die naar
de grot leiden. Geen duisternis en
geen kaalheid in deze grot; 53 lam
pen, opgehangen door verschillende
kerken, verlichten een wit-marme-
ren vloer, een altaar en een nis,
gobelins, gordijnen en tierlantijnen,
die niet horen bij de plaats waar
de Zoon des Allerhoogsten werd
geboren.
VOORRECHT
En toch, ondanks alle decoratie, toch
ervaart men het licht van de der
tien lampen boven het altaar als
een zwakke heenwijzing naar het
Licht der Wereld. De reiziger leest
de woorden: Hic De Virgine Maria
Jesus Christus Natus Est Hier
is Jezus Christus uit de maagd Ma
ria geboren en even ziet hij het
als een voorrecht hier te mogen
staan en mee te zingen: Lof zij de
God van Israël.
Terugkeren van deze plaats in het
Bethlehem van 1960 is als een reis
naar een andere wereld: in het
kunstlicht van de grot was er even
een gewijde stilte; in het felle zon
licht zijn er de schreeuwende han
delaars in soevenirs, gemaakt van
paarlemoer en zwart asfalt. De te
genstelling is groot, maar de han
delaars kennen de ervaringen van
de toeristen. Zij zijn onweerstaan
baar, die handelaars, en onwille
keurig laat de reiziger zich meetro
nen naar één van de vele winkels
in de onmiddellijke nabijheid. En
er wordt gekocht: een Engelse bij
bel met olijfhouten band, een paar
lemoeren hanger, een broche of een
portretlijstje, een blouse met Beth-
lehemietisch borduurwerk of een
zilveren kruisvaarders- of jeruza-
lemkruis.
TWISTEN
De teleurstelling blijft als de reizi
ger nog wat dwaalt door het
vriendelijke stadje, dat Bethlehem
heet. Hij ziet de kleding, die de
vrouwen van Bethlehem typeert:
de puntmuts bedekt met een witte
sluier, het kleurig geborduurde
overkleed, de ketting van allerlei
munten en de sandalen.
En hij hoort van de onenigheid tus
sen de rooms-katholieken, de grieks
orthodoxen, de Koptisch-orthodo-
xen, de Syrische, Griekse en Ar
meense christenen. Allemaal zeg
gen zij christen te zijn, maar zij
zijn het niet, als zij hun twisten
over het bezit van de Geboorte
kerk laten uitbarsten tot verschrik*
kelijke onenigheid op het feest va*
de Vrede in Bethlehem.
NAZARETH, dat nu En-Nasira
heet, is het mooist in het voor
jaar. Blijf bij de nadering
van de stad, met nu ongeveer
30.000 voornamelijk Arabische
inwoners even toeven in de omge
ving en bekijk de stad vanaf de
omringende bergen. Groot is het
aantal kerken en moskeeën tussen
de witgepleisterde huizen met hun
platte daken, die nonchalant in de
kom van het dal en tegen de
heuvels werden neergezet. Over
weldigend is de entourage: zilver-
groene olijven, statige cypressen en
slanke pijnbomen. En het voorjaar
heeft de kleur niet vergeten: bloei
ende anemonen, narcissen, kleurige
bougainvilles en affodilles rondom
de welige akkers met tarwe en
doerah.
Dit is dan Nazareth, de woonplaats
van Jozef en Maria, de plaats
waar de Zoon des mensen dertig
jaar lang heeft gewoond; daar
bracht hij zijn jeugdjaren door en
„Hij trok rond in geheel Galiléa en
leerde in hun synagogen en ver
kondigde het evangelie van het Ko
ninkrijk en genas alle ziekten en
alle kwalen onder het volk".
PANORAMA
En de reiziger realiseert zich dat
de hemel zich nog op precies de
zelfde wijze boven zijn hoofd welft.
Dat het panorama op Nazareth
eens, vele eeuwen geleden, ook
door het kind Jezus werd gezien.
Evenals Jezus ziet de reiziger nu
aan de verre horizon de Middel
landse Zee en de bergkam van de
Karmel, de Hermon die zich in ne
velen of in sneeuw hult, de koepel
vormige Tabor, de wazige contou
ren van het Meer van Genesareth,
de hoogte van Gilbao, flie kaal is
als in de tijd van koning Saul's
dood, het verschrikkelijke Endor
en de vlakte van Jisreël, hét slag
veld uit Israels historie.
En de reiziger kan zich niet beheer
sen. Hij moet Nazareth zien, hij
moet door de schilderachtige
straatjes lopen, die nauw en krom
zijn en waar het allerminst frisse
ezelspad steeds weer is terug te
vinden.
TOERISTEN
Maar de reiziger is niet alleen in
het stadje vol herinneringen. Rond
om zijn de gidsen, die zich op
dringen en die zeggen allerlei zo
genaamde heilige plaatsen te kun
nen tonen. Wie zal zeggen of zij
die plaatsen niet uit hun groezelige
duimen hebben gezogen? Probeer
hen kwijt te raken, die werknemers
van de toeristen-industrie, en dwaal
alleen wat door de bochtige stra
ten, werp een blik in de open
werkplaatsen en bedenk, dat Je
zus als kind zijn vader hielp bij
het werk. Ergens ziet u iemand be
zig met een houten boerenploeg
twintig eeuwen gingen ongemerkt
voorbij aan dergelijke ploegen.
De traditie wil, dat Jozef timmer
man was, maar het oorspronkelij
ke woord in het Lucas-evangelie
„tekton" betekent meer huizenbou
wer, metselaar, steenbewerker.
Bovendien: een timmerman ge
bruikt hout en dat was er maar
zeer weinig in de omgeving van
Nazareth. Én Jezus ontleende bij
zijn optreden als rabbi nooit beel
den uit het timmermansvak; hij
sprak wel van een hoeksteen, een
wachttoren en een omtuining van
steen.
MARIA-BRON
Herkent u niet de kinderen, die rond
om :1e vrouwen dartelen? Zij spe
len hun spelletjes. Spelletjes, waar
aan ook in de evangeliën wordt
herinnerd: „Het is gelijk aan kin
deren, die anderen toeroepen: wij
hebben voor u de fluit gespeeld en
gij hebt niet gedanst, wij hebben
klaagliederen gespeeld en gij hebt
geen misbaar gemaakt". En denkt
ge, bij het zien van die spelende
kinderen, niet aan de woorden in
het zgn. kindheidsevangelie, dat
aan de Israëlische wijsgeer Tho
mas wordt toegeschreven: „Toen
Jezus zes jaren oud was, zond Hem
zijn moeder naar de bron om wa
ter te halen en dat thuis te bren
gen, nadat zij Hem een waterkruik
had gegeven?"
ENGEL GABRIEL
Kijkt om u heen en u ziet de vrou
wen allen dezelfde richting uitgaan.
Gracieus, bijna dansend dalen zij
de treden van het straatje af. Ko
perkleurig is hun huid en opval
lend is hun kalmte. Het schijnt,
alsof zij zomaar wat met elkaar
babbelen. De
kruik op haar
hoofd maakt
duidelijk, dat
zij wel degelijk
een doel heb
ben: de bron.
In Nazareth is
het de beken
de Mariabron,
waarschijnlijk
dezelfde als de
bron waar de
vrouwen in Je
zus' dagen het
water haalden.
Bij de bron vindt de reiziger de
kerk van de Annunciatie, een acht-
tiende-eeuwse basiliek, gebouwd op
de overblijfselen van de kerk uit
de vierde eeuw. Stenen, gehakt uit
ruwe steen, leiden naar de crypt,
waar volgens de traditie de engel
Gabriël aan Maria moet zijn ver
schenen. Twee zuilen werden er op
deze plaats opgericht, één voor
Gabriël en één voor Maria en de
inscriptie luidt: Verbum Caro hic
factum est Hier is het Woord
vlees geworden.
Dit is dan Nazareth, eens een klein
onbekend plaatsje, dat toch aan
grote karavaanwegen was gele
gen. Nu een oosterse stad, vol Ara
bieren in witte gewaden, de kef-
fye, die omsnoerd wordt door het
zwarte agaal, op het hoofd. Zij zit
ten de ganse dag voor hun huis,
drinken hun zwarte koffie en roken
hun lange waterpijpen. Het werk
op de akkers? Daar zijn de vrou
wen voor! En hebben de toeristen
niet voldoende geld bij zich? Als
in de verte een bus met vreemde
lingen nadert, dan worden de pij
pen terzijde gelegd, dan vormt
zich de meute gidsen en dan zwer
men de kinderen uit om hun sme
rige handjes op te houden voor de
„baks j is".
Op deze fotoserie ziet u van boven naar beneden: de kerkklokken van Bethlehem en een Jordaanse vrouw met huur
baby in een kribbe, zoals die nog heden in de Stad Davids wordt gebruikt. Daaronder een panorama van Bethlehem en
het klooster op de top van de berg Tabor, vlak bij Nazareth, wuar jaarlijks vele toeristen komen