Ontmoeting met „Paardenburg" ..OPENBARING Automatisch woordenboek" is brein van vertaalmachine ZONDAGS- BLAD ledereen komt er en niemand weet het DIE VERSCHRIKKELIJKE LUCHTVAART" Hieuiuf Cfiïisrljc Courant van deze Mark I. Sprekend over de machine alsof het een levend wezen is. merken zij op: ..Zijn grammatica is nog lang niet vol maakt. Nog teveel op het niveau van een beginnend middelbaar scholier. Maar zijn opvolgers zul len beter Engels schrijven." De behandeling van de vertaal machine is eenvoudig. Op een spe ciale schrijfmachine wordt een Russische tekst gecopieerd. De ze machine zet de Russische let tertekens om in een geponste co de op een papieren band. Deze band wordt in de vertaalmachi ne gedaan en aan de andere kant begint een schrijfmachine de ver taalde tekst uit te typen. Komt de machine, die de beschikking heeft over 55.000 stamwoorden, een Maar spraakkunst nog niet volmaakt woord tegen dat zij niet kent en dus omschreven moet worden, dan typt zij het woord in rode Russische lettertekens uit. Ook eigennamen geeft de machine te rug in Russische lettertekens. Deze mechanische wijze van vertalen geschiedt met een snel heid van een ervaren typiste en is niet duurder dan een vertaling door een levende vertaler. De vertaalde tekst moet echter, zo als uit de aanhef bleek, nog wel geredigeerd worden. Al is het werken met de ma chine geen bijzonder lastige op gave, de constructie van de ma chine zelf is uiterst vernuftig. De kern van de machine is een au tomatisch woordenboek, dat be staat uit een glazen schijf, enigs zins te vergelijken met een gram- i ZATERDAG 17 DECEMBER 1960 sterdam. In Ouderkerk werd dan voor de laatste keer gewisseld. Waar wij hier nu zitten was de paardenstal. Daarom noemen ze dit gedeelte van de zaak nog al tijd ,,'t Hoefke". Dit eenvoudige, koffiehuis in Ouderkerk aan de Anistel dateert al van 1702. Zomers komen er veel dagjesmensen per rondvaart boot- uit Amsterdam, vertegen woordigers stappen er het hele jaar door binnen, maar ook vlie gers, artisten tan naam en andere prominenten. In het gastenboek ontdekten we o.a. de handtekening van een oud-premier. Op den duur ging hij ze echter zo graag lusten, dat hij zwaar in het krijt kwam te staan. En om z'n schuld nu en dan eens af te doen, maakte hij al die reusachti ge schilderijen". Van Veenendaal neemt ons even mee die zaak in, waar we tal van kleurrijke Amsterdamse stadsgezichten zien hangen, doe ken van enkele vierkante meters groot en alle ingelijst. ,,'t Zijn er nogal wat hè," zegt Van Veenendaal met een knipoog je. En hij laat erop volgen:„Stuk voor stuk hier gemaakt, aan de hand van schetsjes". Soms schil derde hij zó lang door. dat het te laat werd om naar huis te gaan. Dan bleef hij maar slapen ook in de „Paardenburg". Boven zijn nl. nog een paar logeer kamers. want de „Paardenburg" is tevens zo'n beetje hotel, 't Comfort is niet groot, doch iedere zomer komen er buitenlanders logeren, die net als wij dit punt aan de Amstel buitengewoon waarderen". Historisch „Ja, de naam van dit huis is net zo historisch als het huls zelf. Het dateert van 1702 en 't was aanvankelijk een halteplaats voor het verwisselen van paarden van de postkoets, die reed van Vinke- veen langs Mijdrecht, Uithoorn, Nes, Ouderkerk en zo naar Am- Ook de Amsterdamse modinettes weten de „Paardenburg" te vin den. Het grote gezelschap, dat juist per boot arriveerde, vulde meteen de hele Braakensickzaal. Een dubbeltje kan soms wonderlijk rollen De vorige week waren we naar Ouderkerk getogen, naar dat mooie plekje onder de rook van de Hoofdstad, waar sneeuwblanke patriciërshuizen zich gaarne spiegelen in het water van de Amstel. Nu waren niet die indrukwekkende, oude koopmansvesten ons doel; wèl het nauwelijks minder respectabele koffiehuis „Paardenburg", dat er in al zijn eenvoud recht tegenover is gelegen, want hier hield onze vriend Cees Bantzinger, bekend tekenaar en echtgenoot van de uit de oorlog al evenzeer bekende Jetje Paerl van Radio Oranje, een tentoonstelling. Hij wilde ons alles rustig laten zien: zijn tekeningen, zijn aquarellen, zijn vlak in de buurt staand huisje met dat leuke Zaanse houten geveltje, tot zelfs zijn vrouw en zijn dochtertje toe. Maar amper hadden we handen geschud, of de telefoon ging die hem met spoed naar Amster dam ontbood. En van waaruit hij ons al ras liet weten, dat het wel veel later zou worden dan hij aanvankelijk had gedacht. Maar om op die Arabische avond terug te komen, dit was om nooit te vergeten. We hadden allemaal Arabische kleren aan. we aten Arabisch, we dronken Arabisch, man, man, wat een avond!" „Natuurlijk was Gijsendorffer ook een vaste bezoeker van de „Paardenburg". En Gerben Son- derman, de vlieger van Prins Bernhard. En Jan Dellaert, die zoveel jaren havenmeester van Schiphol was en onlangs kort na z'n pensionering overleed. Ja. wat gaat die tijd. Smirnoff dood. „Gijs" dood, Sonderman dood, Dellaert dood.... Nee, Evert van Dijk leeft nog. Onze eerste oceaanvlieger. Maar die heeft een paar jaar terug immers die zware slag met zijn dochter ge had. Komt hier daarom niet. Woont in Wassenaar zo je weet. Wèl kan je hier herhaaldelijk aantreffen Adriaan Viruly. Die woont, net als ik, in Amsterdam. Als 't weer goed is komt hij niet met de auto, maar met de fiets". „Eerst vliegen en nu pedde len?" „Ach man, dat is z'n lust en z'n leven. En hij heeft nog ge lijk ook. Hij wil fit blijven. Hij heeft een racefiets met acht ver snellingen! Soms neemt hij dat karretje mee naar Noord-Frank rijk. Als de wind maar uit het Zuiden is. Dan gaat hij de terug reis trappen. Hij wil hebben dat ik er óók mee begin, 'k Ben nou 57. 't Kan nog best. Misschien doe ik het. Dan neem ik een fiets met 12 versnellingen. Heus, geen gek heid, die bestóan." „Ja. belangstelling voor 't schrijven heeft Viruly nog even goed. We hebben het er al eens over gehad. Samen een boek te schrijven. Dat zal dan gaan over de lijn Amsterdam-Parijs, de lijn waarop we beiden het vliegen hebben geleerd. We willen dan naar elkaar toe schrijven. Dat geluid Han Kooper komt hier ook al tijd, je weet wel, de winnaar van de Churchlllrace. En Jan Hon- dong, van de Snipvlucht. En Jan Moll, van de Melbournerace met wijlen Parmentier. Hondong en Moll zijn gepensioneerd. Die moesten er. net als ik, met hun vijftigste jaar uit. Jan Hondong woont in Zand voort en Jan Moll in Aalsmeer. Allemaal al oudjes. En daarom is het zo fijn, dat ook weer tal van jonge vliegers de weg naar de „Paardenburg" we ten te vinden. Jan Stroeve bij voorbeeld en Jan Pool en Jaap Bak. Senior captains op de D.C 8- machines naar New York. De „jets!". Geweldige vliegtuigen! Maar dat ontzettende lawaai! Kijk, dat was vroeger natuurlijk nog niet zo erg. Toch heb ik des tijds al gezegd: „Die verschrikke lijke luchtvaart". Dat geluid dan, begrijp je? En vandaar, dat bij al die jongens deze eenvoudige pleisterplaats zo erg in de smaak valt. Ze willen per se niet van de herrie van Schiphol naar de her rie van Amsterdam. Ze zoeken juist deze heerlijke, landelijke rust, als compensatie voor dat al les verscheurende geloei der mo derne vliegtuigmotoren... Heb ik je nu al verteld van dat feest toen Smir noff 60 jaar werd? Dat is ook al weer vijf jaar geleden. We hadden een ju weel van een ban ket. met o.a. als gasten de presi dent-directeur van de K.L.M., Aler; de voorzitter der Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart. Kolff; de chef luchtmacht staf, generaal Scha per: en de presi dent-directeur van Fokker, Diepen. Omdat het hier nu eenmaal de „Paar denburg" heet. za ten aan een tafel in hoefijzervorm. Die stond in de Braakensiekzaal. Binnen in dat hoefijzer had een tuinman met gras zoden een gazon netje aangelegd. En midden op dat grasveldje stond een opgezette Pe likaan. Hiervoor had dr. Portielje van „Artis" ge zorgd. Verder lag ook nog het log boek van „de Peli kaan" in het gras. Want dit was im mers het vliegtuig, dat de eerste grote retourvlucht Amsterdam-Bata- via maakte. En Smirnoff was de commandant, met wijlen Soer als tweede piloot. Op een zeker moment tijdens het feest moest Smirnoff aan de telefoon komen, ,,'t Paleis Soest- dijk wil je even spreken", werd Daar zegen we dus weer neer achter ons bruine vocht, net als zoëven. Nu echter met het gevoel van een hond, die zich een been ziet afgekaapt. Edoch: zonder geluk vaart niemand wel. Hetgeen we op nieuw mochten ervaren, toen even daarna achter onze rug iemand binnenstapte, tot wie de waard en zijn beide obers haast gelijktijdig zeiden: „Dag mijn heer Veenendaal". „Een oude bekende natuurlijk", overpeinsden we. En dat bleek ook voor ons zelf te gelden. Want nadat hij een plaatsje aan het raam had uitgezocht, en vervol gens een potje thee besteld, zagen we meteenDaar was zowaar Wim van Veenendaal. oud-vlieger van de K.L.M., boekenschrijver, botjesvisser en straks misschien nog wielrenner op de koop toe! Hij was een stuk ouder gewor den sinds we hem voor het laatst op het eind van 1949 in zijn stoere uniform met vier gouden banden op Schiphol hadden gezien. Zoals hij thans daar zat, in dat donkere burgerpak met witte wollen vest, leek hij sprekend op Buziau, die ook zo kon zitten zij het dan op een terras van het Haagse Buitenhof. Zelfs zijn stem klonk even hees. Eerste keer „Ik kom hier al 25 jaar man", zo begon hij. „En ik herinner me nog precies die eerste keer. 't Was een prachtige zomerdag, 'k Had m'n kist op 't vliegveld aan de grond gezet, ik voelde me wat loom. en toen ik langs de Amstel naar huis reed dacht ik: „Laat ik nou eens een poosje op dat terrasje daar uitblazen. Heer lijk stil. en wat een uitzicht". Dat beviel me zó goed, dat ik het al gauw nóg eens deed, en nóg eens. En op een wonderschone ochtend, zodra ik wakker werd. zei ik tegen m'n vrouw ik was pas getrouwd „Zeg. kleed je vlug aan. We gaan vandaag bui ten bij de „Paardenburg" ontbij ten! Heb je me goed verstaan? Niet lunchen, of dineren, maar „frühstücken". Ze keek eerst wel net of ik gek was, maar ze waagde het ten slotte dan maar. nieuwsgierig als ze was wat die „Paardenburg" dan toch wel moest zijn. Nadien zijn we er nog herhaaldelijk ge weest. Ik praatte er wel eens over met collega's. Die wilden er ook het hunne van weten. En het duurde niet lang, of het werd hier een ontmoetingscentrum van vlie gers. Niet alleen van de K.L.M., maar alle mogelijke vliegers. Koos Lefébure bijvoorbeeld die je wel nestor van de Nederlandse sportvliegers zou kunnen noemen, was al heel gauw van de partij. Dan invliegers van Fokker, mili taire vliegers en ook nog enkele vliegers van de marine. Dat het lukte, al die verschil lende vliegers in de „Paarden burg" te verenigen, was te danken aan een idee van Koos. Hem zweefde zo iets voor ogen als een genootschap, als een So ciëteit, waarvan je slechts onder bepaalde voorwaarden lid worden kan. En zo werd „The Flying Inn" opgericht, naar het voor beeld in de bekende novelle van Chesterton. Er kwam een Raad van Vijf 'een bestuur), wiens taak hel o.m. moest zijn. toe komstige leden aan een soort Vlak bij de Paardenburgwonen de tekenaar Cees Bantzinger en zijn vrouw Jetje Pearl, met hun levenslustige dochtertje. Maar met Cees tr_offen we het niet best. examentje te onderwerpen. Dit examen omvat een test op het gebied van de moraal, een test op het gebied van de vlieg technische kennis en een test in zake de kennis van dranken. Blijkt een vlieger van al deze be langrijke zaken voldoende af te weten, dan is hij geslaagd en wordt hij plechtig als lid van de „The Flying Inn" geïnstalleerd. Daar ik al 25 jaar voorzitter ben van de Raad van Vijf. heb ik ook al 25 jaar examens afgenomen en daarmee „de gouden speld" ver diend. Koos heeft die speld na tuurlijk ook en daar zijn we alle bei een beetje trots op! Smirnoff Weet je wie de eerste installa tie onderging? Dat was niemand minder dan Iwan Smirnoff de Turk, zoals wij hem altijd noemden. Waarom eigenlijk? Waarom? Ilij was van origine een Rus, d.w.z. zijn vader was een Rus en zijn moeder was een Russin; dus géén Turkse, zo als die kranten altijd schreven. Maar dat neemt niet weg, dat we van die installatie een Arabische avond hebben gemaakt. Daar, in die zijzaal, de zgn. „Braaken siekzaal." „Ja, inderdaad, die zaal is ge noemd naar de destijds zo gevier de prententekenaar van de Groene Amsterdammer: Johan Braakensiek. Herinner je je nog zijn fijne caricaturen van Troel stra. Kuyper, Nolens enz.? Die zelfde Braakensiek kwam al als jongen van 16 jaar uit Amster dam naar Ouderkerk lopen voor een hapje eten co een borreltje. er tegen hem gezegd. Eerst wou hij niet opstaan, daar hij dacht dat we hem voor de gek hielden. En toen hij, na hevig aandringen, ten slotte dat kleine celletje on der de trap binnenging, hoorde hij tot zijn stomme verbazing prins Bernhard zeggen: „Mijn allerbes te wensen mijnheer Smirnoff, 't Spijt me heel erg, dat ik u niet persoonlijk kan komen felicite- teren".... „Zo zie je", aldus Van Veenen daal. „dat het domicilie van ons genootschap zelfs bekend is op Soestdijk". „Ja, Plesman is hier ook een keer geweest een jaar onge veer vóór z'n overlijden. Voorts hebben de dertig instructeurs van de K.L.M. nogal eens een samen zijn in de „Paardenburg", er ko men ook mensen van het leidende grondpersoneel van Schiphol en verder velen van militaire vlieg velden, die vroeger hun centrum „Het Zwaantje" te Soesterberg hadden. Maar de luchtmacht is tegenwoordig zó over het hele land verspreid... Zoals gezegd, wij ontvangen in Ouderkerk vliegers van allerlei soort. Dan ontstaat er een één heid. Dat is hoogst belangrijk. Want als je een luchtvaartnatie wil blijven moet je zorgen, dat je als één man staat voor die grote zaak. Overigens komt hier tegen woordig van alles: bekende au teurs als Bertus Aafjes (wijlen Piet Bakker zag je hier ook her haaldelijk) bekende actrices en acteurs als Ellen Vogel. Sophie Köhler-van Dijk, Fien de la Mar. Mafnieu van Eysden, Jan van Ees en Herbert Hoeks; de groten van de kleinkunst als Wim Kan, Toon Hermans en Max Tailleur (zonder moppen!); radio- en tele visiemensen als Rijk de Gooyer, Maud van Praag en Carel Enke laar-van-het-N.T.S.-journaal; re gisseurs als Fons Rademaker: journalisten natuurlijk: maar ook de oud-burgemeester De Boer en D'Ailly van Amsterdam, een bankier als Enter (en wijlen Koo- le). En niet te vergeten Appie Meyer van de bekende firma Sin- dorff uit Amsterdam. Dat is nou echt een gewoontemens. Elke za terdagavond doet hij klokslag 12 uur zijn entree. Dan is hij moe, doodmoe. Hij gaat even gezellig zitten, doch verdwijnt al gauw naar boven, om eens goed uit te rusten- In de stad lukt hem dat niet meer, -zegt hij.... De automo bielimporteur Lang komt hier ook. Och, wie eigenlijk niet? „Ja. 't is vreemd, maar toch harmonieert het allemaal. Dat mofoonplaat. Aan de buitenrand zijn 700 concentrische groeven aangebracht van mikroskopische afmeting, die in codevorm Rus sische woorden, taaleigen en lees tekens met hun Engels equiva lent bevatten. De gecodeerde woorden bestaan uit een reeks zwarte en witte stippen, waarvan er op de schijf van de Mark I 55.000 aanwezig zijn. Wanneer de geponste papier strook de vertaalmachine bin nenkomt zoekt een uiterst fij ne lichtstraal in de 700 groeven naar de reeks zwarte en witte slippen, die nauwkeurig overeen komen met het door de ponsga ten aangeduide Russische woord. Deze handeling komt dus over een met het omslaan van de blad zijden van een woordenboek, wan neer wij een woord opzoeken. Zodra de lichtstraal zich op de groeven richt, gaat de schijf met grote snelheid draaien, zodat het gevraagde woord in een onder deel van een seconde gevonden wordt. Met de snelheid van een normaal werkende schrijfmachine worden de Engelse woorden in latijnse lettertekens op papier uit getypt. De snelheid van het ver talen wordt thans nog beperkt door de snelheid vsn de pons- strook die de machine binnenkomt en het typen van de vertaling op papier. De laatste jaren werd in ver schillende sectoren van de Ame rikaanse samenleving steeds meer behoefte gevoeld aan een metho de om op snelle wijze een Russi sche tekst in het Engels te ver talen. Dit heeft geleid tot de bouw van de bovenvermelde ver taalmachine. Deze machine levert een ruwe vertaling op, die echter volkomen begrijpelijk is. Het bij slijpen van de verkregen tekst is een werkje dat slechts weinig moeite kost. omdat de inhoud van de Engelse tekst zonder meer dui delijk is. Technici van de International Business Machines Corporation, die bij dit project met de lucht macht samenwerkt, zijn nog lang niet tevreden met de resultaten komt, omdat we allen gelijkgezin de mensen zijn. De artisten ko men meestal 's avonds. Vliegers kan je de hele dag ontmoeten, 't Hangt er maar vanaf, op welk uur ze op Schiphol arriveren. Dan is de „Paardenburg" ook nog ieder jaar „head of the ri ver". Voor de jaarlijkse roeiwed- strijden op de Amstel kort voor Pasen is op deze plaats altijd de start. Dat is weer eens wat anders dan vliegen". „Vlieg je zelf nooit meer?" „Waarom zou ik het doen? Ik vlieg alleen nog twee keer per jaar naar Griekenland om wat vakantie te nemen. En dan ga ik lekker helemaal achterin zitten, zo ver mogelijk van de cockpit af. 'k Hoor nl. veel liever het toe-toe-toe-toe van een bottertje op de Waddenzee. Vissen doe ik namelijk dolgraag, 'k Ben lid van de club „De vergulde dobber". Haast elke zaterdag trekken we er met de Wr.(Wieringen) 294 op uit. Met onze eigen visser Jaap Kuit. Man, dat is toch zo'n mach tig mooi werk. Hengelen op schar, op school, op bot. Verleden week had ik nog een kabeljauwtje van 6 pond aan de haak. Nee. ongelo gen. m'n hengel stond zo krom als een hoepel, 'k Vis ook wel eens in de Amstel. Daar, bij die betonbrug. Daar heb ik eens zó'n snoekbaars opgehaald, 'k Riep de ober. Die ging hem direct klaar maken. En een half uur later zat ik hem voor de deur in het zon netje op te peuzelen. Zoiets is nu alleen mogelijk in de „Paarden burg". Bob Elbring, de gérant, stemt dat toe. ofschoon hij dat snoek baars-geval niet zelf heeft meege maakt. „Toen zat Lolle Hylkema nog in deze zaak", merkt Van Vee nendaal op. Wii zijn nooit klanten van dit huis geweest, maar vrienden". Nu haalt Van Veenendaal een paar velletjes papier uit z'n bin nenzak en zegt: „Dit moet ik nog even afmaken. Zo maar wat flau wekul voor het K.R.O.-program- ma „Tierelantijnen". 'k Ga straks naar Hilversum om het op de band te laten opnemen". „Heb je nog méér omhanden?" ,,'k Zit ook nog in zaken. Wélke doet er niet toe. In elk geval géén „Socrates". Zodat ik nu dik wijls nog beter op m'n tijd moet letten dan toen ik nog niet gepen sioneerd was. Maar 'k heb een lol lig leven. Dat heb ik altijd ge had. Zelfs in de bezettingstijd liet de „Luftwaffe" dit oord aan de Amstel met rust uit vliegers- respect. En dit betekende destijds voor ons béél wat! 'k Hoop, dat Ik mijn tegenwoor dige leven nog een poosje mag blijven leven..". van okanneó Halleluja, lof zij den Heer, geeft Hem de heerlijkheid en eer, de bruiloft des Lams is thans gereed, de bruid is gekleed in een blinkend kleed, een smetteloos kleed van het fijnste linnen, geweven door mensen die God beminnen, geweven uit woorden in waarheid gezegd, uit heilige daden van liefde en recht. Zalig zijn zij die genodigd zijn tot de bruiloft des Lams, want zij zijn rein. Tekst: dr. J. W. Schultc Nordliolt; drogcnaald-ets: Ria Excl Dat was zowaar H irn van Veenen daal, oud-vlieger van de K.L.M. Hij was een stuk ouder geworden en deed ons, zoals hij daar zat, sterk denken aan Buziau. „Sixth decade XX century re- presents one of the most stirring pages history humanity. Socia list country Europe and Asia, population that constitute more billion man, successfully move along the way of building so cialism and communism. With all increasing speed goes pro cess releasing peoples many country, during the period of centuries former colonies impe rialistic state." „Zesde decennium XXe eeuw vertegenwoordigt een van de meest bewogen pagina's ge schiedenis mensheid. Socialisti sche land(en) Europa en Azië, bevolking die bevat meer (dan) miljard man, gaan succesvol weg van bouwen socialisme en communisme. Met steeds toene mende spoed gaat proces van bevrijding volken vele land (en), die gedurende periode van eeu wen vroegere koloniën van im perialistische staten." Zo ziet de eerste alinea eruit van een artikel in de „Prav- da", uit het Russisch vertaald door een elektronische vertaal machine van de Amerikaanse luchtmacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 15