WAT zullen wij er van zeggen
Wij zeggen niets
Wij geven U
de
'Ruimte
voor ons.
zJinlzó tweecle jaar
avonturier
t met uitblyven
Er uit
ZATERDAG 26 NOVEMBER 14
Na de „open brief" van de heer Minck èn de reactie hierop van Hans Kreuzen, zat
het er echt wel in, dat we nog wat meer zouden horen. Dat is dan ook gebeurd. Als we
die brieven in hun geheel zouden moeten opnemen, zou er voor deze pagina praktisch niets
meer te schrijven (noch te dichten zijn. Niettemin leek het ons juist aan die brieven
grote aandacht te besteden en daar gaan we dan nu aan beginnen. Alleen: we hebben er
hier en daar wat uit moeten halen. Denk nu niet, dat dit juist de felste aanvallen waren,
we willen objectief blijven en durven nog steeds elkaar èn u recht in de ogen te kijken
De voor deze zaterdag geplande pagina over een bepaald onderwerp (al helemaal geschreven
en zo blijft dus liggen, want „Lezers schrijven!" gaat voor. Wie er echter né deze
brieven nog behoefte aan heeft zijn of haar hart te luchten, willen we vragen: hou het
alsjeblieft kort. (Vet gezet, zoals je ziet.)
't Lijkt ons reëel nu eerst maar de „initiatiefnemer" tot deze briefwisseling,, de 23-jarige
heer Minck uit Dordrecht dus, aan het woord te laten. Hij richtte zijn brief aan Hans Kreuzen
en zegt na een paar inleidende zinnen o.m.:
Het verheugde mij een reactie
te krijgen, maar het spijt mij ten
zeerste, dat deze reactie in een
dergelijke vorm gesteld moest
zijn.
Op uw suggestie een „lijst met
handtekeningen te vergaren" wil
ik u antwoorden: tracht enkele
lieden, die uw bladzij moeten vul
len voor dit op z'n minst tijdro
vende karwei te vinden, daar ze
zéér waarschijnlijk toch niet veel
anders te doen zullen hebben.
Maar daar deze heren 's avonds
„gillend de nacht aan stukken zien
snijden door de maan" ver
onderstel ik. dat ze 's avonds
liever niet buiten komen.
Op uw vraag, of mijn ouders
mij niet geleerd hebben niet met
een andermans ongeluk te spot
ten. moet ik schrijven, dat ze mij
dit inderdaad hebben bijgebracht
en u heeft gelijk: dergelijke zieli
ge stumperds verdienen ons al
ler medelijden.
Misschien kan ik suggereren ge
lijk met die handtekeningen een
geldelijke inzameling te houden
voor deze „armen van geest". Zij
missen zóveel in dit leven. b.v.
de stilte van een winteravond,
waarbij een normaal mens zwijgt,
stil over de wonderen die God
ons toont.
Het verheugde mij dat u heeft
kunnen lachen om hun z.g. kunst
avonden. althans, om mijn bezoe
ken daaraan. Geachte heer. ik
heb zelf ook gelachen, vreselijk
gelachen, maar ik had aan het
eind van dergelijke avonden een
schuldig gevoel: „schaam je je
niet om om deze zielige verto
ningen te lachen?" Misschien een
gevolg van mijn opvoeding?
Ik geloof dat de genoemde brief
(de mijne dus) in een slechte
stijl gesteld is. maar wij zijn im
mers met allen „intellectueel",
anders had u voldoende kopij
voor uw blad, nietwaar?
Hopend op uw medeleven met
de „minderwaardigheidscomplex
en" verblijf ik,
hoogachtend
(naam bekend)
Bijval
kreeg de heer Mbirk vmn
een oudere Icier, die zegt:
..Eindelijk", heb ik gezucht bij
het lezen van de critiek van de
23-jarige heer Minck uit Dor
drecht. Deze jonge vriend (mag
ik hem als veel oudere zo noe
men" heeft tenminste de moed
eens duidelijk te zeggen, wat hij
er van vindt en ik moet u zeggen,
het is mij uit het hart gegrepen.
Dat dergelijke waanzin in een
christelijk blad en wel in het Zon
dagsblad daarvan een plaats
wordt gegund, is mij een volko
men raadsel".
Verder:
„Uw antwoord op het schrijven
van de heer Minck vind ik rond
uit vaag; gelukkig maar. dat u
schreef, dat hun enthousiasme
<nl. van scholieren en studenten)
alleen maar eerlijk is. Jawel!
Men noemt tegenwoordig alles
eerlijk Ook al begrijpt men van
de gedichten <en ook „schilder
stukken". „beeldhouwwerken")
geen snars, eerlijk is 't allemaal
wel! Gelukkig maar, want dan
verschijnt het werk van deze be
baarde en besnorde lieden toch
ergens in druk! En nog wel in de
Nieuwe Haagschc, Dordtsch Dag
blad. Nieuwe Lcidsche en de Rot
terdammer, die het heus wel ac
cepteren!
Ik heb al lang het plan gehad,
u hierover te schrijven, doch heb
geaarzeld, omdat ik meende, op
mijn leeftijd (middelbaar) voor
conservatief te worden aangezien.
Nu de heer Minck echter in de
pen is geklommen, geloof ik ook
weer aan het bestaan van nuchte
re en flinke jongelui en ik wil hem
dan ook mijn bijval betuigen.
En u, redactie, besteed deze
„Ruimte" eens aan betere lec
tuur. die in overeenstemming is
met de aard van uw blad en ove
rigens het Zondags-blad waardig!
U dankend voor de plaatsruim
te indien dit tenminste een plaats
wordt toegestaan..
Een .(oudere) lezer.
P S. Ik heb geen behoefte met
mijn naam te ondertekenen, doch
de heer Minck zal zich hopenlijk
gesteund weten en voor u is mijn
stukje misschien van belang met
het oog op uw verdere plannen!
Hoogachtend,
(volgt ondertekening)
Vooroordeel
Eddy Nab uit Den Haag. Zijn
brief zat met de brief van de
„oudere lezer" in dezelfde post
zak. Hij kan dienen als antwoord,
lijkt ons:
Beste redactie,
Ons kent Ons, maar Th. J. A.
En dan zo'n beetje fifty-flfty de
mening van een 29-jarige uit Slik
kerveer, die het alleen bij zijn
initialen, zijnde P. L. wil houden.
Uit zijn brief lichten we:
„De heer Minck heeft het hele
maal verkeerd gezegd. Hij heeft
verdachtmakingen afgevuurd, die
beslist kwetsend genoemd kunnen
worden. Dat is beneden peil ge
weest.
Toch heeft deze Dordtenaar,
naar ik vrees, weergegeven wat
„men" over de ruimtepagina
denkt. Zonder het ook maar af
doende te kunnen bewijzen, meen
ik te mogen zeggen, dat uw werk
maar bij een beperkt aantal le
zers waardering ondervindt. En u
maakt het er naar. zoals wijlen
Uilenspiegel. De Ruimtepagina
wekt toch echt wel de indruk, dat
ze bedoeld is voor hen. die intel
lectueel gevormd zijn of worden.
FOTO: ANTOINETTE WINKELMAN
Minck uit Dordrecht 23 jaar!
kent ons niet!
Ik val hierbij de zeer gewaar
deerde heer Minck aan over het
stukje, dat hij schreef voor onze
rubriek. Hij is één van de velen,
die onze gedachten onmogelijk kan
volgen, omdat hij het niet pro
beert, omdat hij een vooroordeel
heeft tegen alles wat hij noemt:
„intellectuelen met een zwoele,
waanzinnige geest".
Waarschijnlijk heeft hij zich
nooit eenzaam, echt eenzaam ge
voeld. Ik wel, ik voel me soms
ellendig eenzaam. Dan grijp ik
een stukje papier en iets om mee
te schrijven en schrijf. Domweg
schrijven, geeft niet wat. dat lucht
op.
Schrijven over de mens. het
leven, de dieren enz. Ook kan ik
uren door de stad dwalen, voor
al als het druilerig weer is, lopen
lopen lopen tot ik vermoeid
op een bank ergens ga zitten. En
dan vooral niet denken, nee. niet
denken. Alleen maar fantaseren
van alles en nog wat.
Nu zegt natuurlijk die meneer
Minck uit Dordrecht 23 jaar!:
„Die vent is gek! Die heeft een
zwoele, waanzinnige geest!"
Misschien heeft hij een beetje
gelijk.
Toch ben ik niet bebaard en
besnord, en toch wil ik niet persé
uit de toon vallen.
Ik probeer alleen m'n eigen le
ven te leven, wat héél erg moei
lijk ls."
Tot zover Eddy.
Kwetsend
Nu voel ik wel de moeilijkheid:
de rest kun je d'r eenvoudig niet
bijkrijgen; ze krijgen de kans,
maar grijpen die niet", zo zegt
P. L., die verder nog opmerkt
„dan maar te gaan zitten afwach
ten of die „andere jeugd", de lui,
die op d'r zestiende of eerder de
industrie induiken, ook niet 's
wat aandacht kunnen krijgen.
Overigens heeft P. L. er geen be
zwaar tegen, dat we zo doorgaan,
maar telkens opnieuw is hij te
leurgesteld, dat het altijd maar
weer zo eenzijdig, zo weinig zeg
gend, zo modernerig is.
Daarbij wilde deze briefschrij
ver het echter niet laten. Of
schoon hij met zijn 29 jaren „bui
ten de termen" valt, wilde hij
ons niettemin iets sturen, dat hij
zo'n jaar of drie, vier geleden
heeft gemaakt. Of we dat dan
maar mee willen nemen. Goed,
dat doen we. We vinden het een
veel te aardig idee om naast kri
tiek ook wat voor „Ruimte" te
ontvangen 'n Voorbeeld van:
„hoe het wél moet"????
In de mist
In „Musis" kwam een keer een
knappe muzikant
een jazz-crack van het aller
platste platteland
Het dure Gelderse hoofdstede
lijke publiek
glimlachte zich die avond onge
neeslijk ziek.
De rechter heeft zich naar ik
gis beslist vergist
want gister las ik in de „Muzi
kale Gids":
Eindelijk beslist: ook dokters
kosten
voor solist
heeft trompettist zijn kans ge
mist?
en in de krant, dat een ontgoo
cheld muzikant
zich voortaan „uit principe" te
gen Muzen kant.
P. L.
(Opgedragen aan Trijntje Fop)
Frisse wind
„Vrij ter publicatie" staat er
boven de brief, die we van C. W.
van Oosten uit Rotterdam kre
gen. Zoals gezegd alles publice
ren gaat niet. wél laten we vol
gen:
„Helaas voor u moet ik beken
nen het met de heer Minck vol-
komen eens te zijn. Vaak heb ik
mij afgevraagd wat het doel van
uw rubriek is. Een soort tehuis
voor dakloze kunstenaars, wier
geest zwanger gaat van allerlei
baarlijke onzin? Is het een toe
vluchtsoord voor onze toekomstige
dichters en schrijvers, die op de
ze wel zeer goedkope wijze hun
debuut maken? Arme jeugd van
morgen".
Nu slaan we (wegens gebrek
aan ruimte) een stukje over en
vervolgen met:
„Het ware beter als u in uw
rubriek een gezonde, frisse wind
liet waaien, die mee zou helpen
het nozemdom te bestrijden. In
plaats van het in de hand te wer
ken hun artistieke gemoederen te
luchten. Ook zou ik graag een en
kel woord willen wijden aan de
brief van de heer Kreuzen. Zoals
u ondertussen wel gemerkt zult
hebben, hoefde de heer Minck
geen handtekeningen te verzame
len. Wij hopen intussen, dat de
brieven uw gevoel (het gevoel van
Hans dus, red van eigenwaar
de versterkt, teneinde uw minder
waardigheidscomplex te doen ver
minderen. Dat zinnetje van dat
Christelijke hè. dat er weer per
sé bij moest. Inderdaad, zeer per
sé er bij! Ik ga van het stand
punt uit, dat u minstens weet, dat
er Christendom is, en de rest hei
dendom. Ik ga er ook van uit
dat u begrijpt, dat een Christelij
ke krant een bolwerk kan zijn,
zie iedere dag het stukje op de
voorpagina. Ik hoop. dat u snapt,
dat een Christen ergens naar toe
leeft, een uitzicht heeft. Zie daar
voor de gedichten c.q. van dr.
Schuiten Northolt. Ik hoop ook,
dat u nu snapt dat al de andere
gedichten, c.q. proza (het zich ver
liezen in de verte, enz. enz.) baar
lijke onzin is, heidens zelfs. De
mentaliteit waar u het over had,
is gelukkig nog niet kapot en
gaat ook niet kapot!" aldus de
heer Van Oosten, die hoopt dat
deze strijd openbaar op de pagina
wordt uitgevochten. Hetgeen dus
bij deze gebeurt.
Boodschap
En hier iets uit een brief van
de heer W. N. Pranger, 24 jaar
en uit Den Haag. Ook hier lich
ten we het grootste gedeelte uit,
als we doorgeven:
„Als het op het beantwoorden
van brieven aankomt, dan heeft
de heer Kreuzen in zijn polemiek
tegen de heer Minck mij de hand
schoen toegeworpen. Enkele voor
beelden ter illustratie: Volgens
punt a) van zijn epistel blijkt dat
de heer Kreuzen nog niet kan tel
len. Hij kan zich dus volgens zijn
..punt b" naast de heer Minck
plaatsen. Verder blijkt, dat er tot
nu toe slechts abnormale gedich
ten werden toegezonden, wat dus
de woorden van de heer Minck
(punt c) begrijpelijk maakt.
Maar ter zake en dan gaat de
heer Pranger verder met te zeg
gen dat hij deze rubriek niet vindt
passen in het kader van onze
krant. c.q. ons zondagsblad. Hij
spreekt wat de verschillende ge
dichten en enkele stukken proza
betreft over wereldgelijkvormig
heid. Het onderscheid tussen jon
gelui, die uit genade weten waar
om Christus ze lief heeft én de
anderen is volgens hem ver te
zoeken. De heer Pranger is van
mening, dat een gedicht, een ver
haal of iets dergelijks als het
goed is een boodschap heeft
te brengen of dat er een oproep
van uit moet gaan. Anders heeft
het volgens hem geen zin dit te
publiceren. Het is hem opgeval
len. dat zulks in „Ruimte voor
ons" nog nooit is gebeurd. Inte
gendeel. Daarom wil hij tenslotte
voorstellen slechts die zaken op
té nemen, die vanuit een bijbelse
levensvisie zijn geschreven.
En hierbij zullen we het maar
laten, 't Is wel genoeg ook
FOTO: HARRY P. WEITERING
„Asjeblieft' as je het beter ken, ga je gang," zei de conduc
teur en gaf me z'n wisseltas.
„Zo bedoel ik het nu ook jveer niet", schrok ik.
,,'t Beste meneer en denk om de verlopen dubbeltjes".
Daarna stapte hij uit.
Een dikke man kwam dreigend op mij af. „Gaan we nog verder
conducteur, of blijven we hier staan," gromde hij.
Hulpeloos keek ik de passagiers aan, maar ze keken ongeïnte
resseerd terug.
„Dan moet het maar," zuchtte ik en trok aan het riempje.
Bijna geruisloos verhief de elkaar opschieten, maar de
tram zich omhoog en zette koers laatste jaren gaat het wel",
naar Terschelling. vertelde een te zwaar opge-
„Gele kaart graag, één er- maakte vijftigster aan een da-
af", zei een jongeman met een me met een afschuwelijke
streepsnor. hoed.
Ik pakte de gulden aan en „Bent
Jaloers
We besluiten vandaag met
moedgevende berichten uit Al
phen a. d. Rijn. Jan van Vliet
schrijft:
Aan „Ons" die de ruimte vul
len.
De krant is 's zaterdags nog
geen kwartier in huis. of de pa
gina „Ruimte voor ons" is al van
a—z gelezen.
Het moet dan maar eens ge
zegd. ik bewonder jullie, en ik
ben jaloers op jullie!
Héél erg jammer, dat voor het
a s. feest van Heer S. Kapoen en
Pierre Noir de leeftijdsgrens op
dik vier en twintig is gesteld,
want ik zou me bij jullie thuis
voelen.
Er wordt verschrikkelijk over
de jeugd geklaagd, maar ik ben
trots op „Ons", want een jeugd
die idealen heeft, haar beste been
tje voorzet, ijvert om die idealen
te verwezenlijken heeft een toe
komst.
Bravo. Marianne. Klazina, Hans
Bert, Quus. Meine, Theo, Kees.
Daan. Wim, Piet, Arie en alle
anderen.
overhandigde hem de kaart.
„Een eraf, zei ik", legde de
snor een beetje ongeduldig uit.
Ik pakte de tang en knipte in
het kaartje. Een dikke straal
tomatensoep spoot uit de tang
en hechtte zich aan het gezicht
van de snor.
De jongeman haalde een zak
doek uit zijn smetteloze pyama
en veegde met overdreven ge
baren de soep uit z'n gezicht.
,,U bent zeker de lolligste
thuis", snauwde hij.
,,U hebt zich te voegen naar
de regels van dit huis, meneer",
zei ik ambtelijk.
U allang weduwe",
sprak de hoed.
„Negen jaar", klonk het op
gewekt van achter dc poeder.
In de hoek van het balkon
stond een oud mannetje
blijkbaar iets te veel op ha<
„Als ik twintig jaar jon
was geweest, had ik hem
tanden uit z'n bakkus ge
gen", mummelde hij en sp
de op z'n schoenen.
Ineens ging het mij de
uithangen.
Ik liep naar de bestuur
en vroeg „Zet het valluik e
open Piet".
„Oké", zei Piet en haalde
handel over.
„Zeg, heb jij ze valschern
gegeven", vroeg hij toen
leeg verder vlogen.
„Oh jé," schrok ik, „die l
ik helemaal vergeten".
„Nou, dan is het maar te
pen dat er geen controleren
neden staat", zei de bestuui
onverschillig.
mauric:
EEN PSYCHOLOGISCHE ROMAN
Op de achterkant van dit boek
wordt „Ank's Tweede Jaar" ons
.Vroeger konden we nooit met aangeprezen als een „vlot lucht.
hartig mulomeisje als hoofdper-
soon in een juweel van een meis
jesboek". Dit is slechts ten dele
waar en om anderen teleurstel-
la I I ling te besparen: Ank „luchtig en
flOlirhT v'ot' wat nonchalant en luchthar-
UwilVII1 tig, vrolijk en vrij, studerend aan
de mulo" is een gespleten ziel.
v Terecht heeft de schrijfster ons
Nee moeten we (helaas) zeg. Ank dan ook beschreven in de
gen tegen A. van B. uit Delft, eerste helft als een meisje, dat
wiens twee gedichten we niet kon- nimmer op tijd komt en nooit
den accepteren. We zijn nu na haar werk goed inlevert en in de
die brieven, hééééllll voorzichtig tweede helft als een ernstige, la-
geworden. ter door werken gebleekte, volge-
De tekeningen van Janny G. uit propte schijn. De overgang heeft
Den Haag deden wat kinderlijk geleidelijk in de vakantie plaats
aan. Bovendien waren ze niet te in de prachtige natuur van Dom-
clicheren (iets dat we nogal veel burg en door een preek. Wij kon-
moeten zeggen) De foto van Pe- den het niet nalaten de ondergang
ter de V. uit Rotterdam tenslotte van de oude Ank te betreuren,
was weinig origineel. Of beter: Was dat nu wel nodig geweest?
al te „vakantie-foto-album-ach- Zij hield er toch immers van
tig". met haar grootmoeder, die haar
„plotse buien" begreep in een
nig stilzwijgen te wandelen?
Gelukkig blijven er nog
conflicten We kwamen
"een kultureel element tegen in
boekje, en wel in de vorm
een gedicht van Alice Ni
Liefde komt er niet in voor,
ook geschikt voor jongere mi
jes Inderdaad een juweel
een meisjesboek of beter,
voorbeeld van onze vaderlai
literatuur op dit gebied. Wij
den u aan: lees Ank's Twe»
Jaar, u spaart er tijd mee, er
véél boeken in 't genre van
Van Henszen Veenlandjes.
MARIANNE VAN RA
Anks Tweede Jaar van H. Hei
zen Veenland, Meiportret nr. I
uitgegeven door W. P. Meinefl
N.V. Delft, geïllustreerd dd
Adrie Alindo. Verkrijgbaar in I
erkende boekhandeL
Wie kent niet het frisse en op
gewekte geluid van Ray Connif's
„gang", dat vrij vaak door de
radio klinkt? We mogen rustig
zeggen, dat het een opvallend ge
luid is. Eerstens is alles wat
door de radio klinkt vaak niet
van de opgewektste kant, en
tweedens, is er niet veel niet
fris' bij. We hoeven het dan nog
niet eens te zijn met de muzi
kale opvatting van de man
we mogen zelfs deze soort mu
ziek verafschuwen we zullen
moeten toegeven, dat deze amu
sementsmuziek in zijn soort uit
stekend i s.
Arrangeur-dirigent RAY CON-
NIF is een avonturier in de we
reld van geluid, zowel dat van
de stem. als dat van het instru
ment. Waaruit nu bestaat zijn
speciale geluid, tussen twee
taakjes een zaak, waar ik-weet-
niet-hocveel bandleiders geduren-
le de twintigste eeuw naar zoe
ken en zullen zoeken. Wat het
eerste opvalt in zijn „sound" is
het instrumentale gebruik van
(temmen hoewel dit niet uniek
is. De vrouwelijke stemmen
gaan gelijk op met de trompet
ten, hoge saxpartijen of met de
klarinetten, de manlijke stem
men paren zich aan de trombo
nes, trompetten en saxen in de
lage partijen. We krijgen hier
door een kombinatie die er voor
zorgt dat de zachte, gedragen to
nen duidelijker uitkomen en dat
schrille tonen verzacht worden.
En als we heel eerlijk zijn doet
de moderne HiFi techniek de
deur dicht, want zonder deze
kwam er nog niets van terecht.
Wie ten slotte het genoegen kent
óm Ray Connif in HiFi stereo te
kunnen horen zal nog meer
overtuigd zijn van de helderheid
van het geheel.'
Wie is nu deze figuur RAY
CONNIF? Wel. hij is een Ame
rikaan, geboren en getogen in
Attleboro Mass. en sinds zijn
orille jeugd bleek, dat de mu
ziek een belangrijke plaats in
Ray's leven innam. Toen hij op
de Highschool kwam was hij al
een uitmuntend trombonespeler
en met de hulp van een soort
schriftelijke muziektransponeur
was hij een verdienstelijk arran
geur. Na zijn examen verhuisde
onze vriend naar Boston waar
hij met diverse bands werkte,
o.a. met Artie Shaw en Bob
Crosby. Gedurende zijn vier
jaar met Artie Shaw trad hij op
de voorgrond als een prima ar
rangeur met zijn „hits": „Prelu
de in C-klein", „S'wonderful" en
„Jumping on the merry-go-
round". Om een en ander te on
dersteunen studeerde hij onder
wijl op het instituut voor mu
ziekonderwijs Juillard. Hierna
moest onze Ray in militaire
dienst, die hij aangenaam pas
seerde bij dc Armed Forces Ra
dio. waar hij samenwerkte met
Meredith Wilson en Walter Schu
mann.
Na zijn dienstperiode werd Con-
niff geëngageerd door Harry Ja-
mes als arrangeur. Hij voorzag
James van vele en succesvolle
arrangementen zoals „Septem
ber song" „Easy on" etc. Zijn
werk kwam nu onder de aan
dacht van de grammofoonplaten
maatschappijen en hij kreeg een
kontrakt, zoals je weet het be
gin van alles. Zijn eerste al
bums kwamen in '56 uit: „S'won
derful". „Broadway in Rhytm",
„Concert in rhytm" en zijn
laatste „Hollywood in rhytm".
Al deze albums, vermeerderd
met „Connif meets Butterfield"
en nog vele andere zijn nu uit
gekomen op ons eigen binnen
landse Philips-repertoire. Je kunt
ze krijgen in allerlei formaten:
45 toeren en langspeel, mono of
stereo, kies maar uit.
Ik ben altijd al van plan ge
weest eens een stukje aan de
humor in de muziek te wijden.
Het volgende krijg je dan ook
op voorhand, omdat ik het ge
woon te leuk vind om het te ver
zwijgen. Ik was eens aan het
snuffelen in de platenbakkcn en
daar vond ik plaatjes van STEN
FREEBERG op het merk Capi
tol, dat uitgebracht wordt door
onze firma Bovema, waar we
helaas niet zoveel kontakt mee
hebben, maar de figuur Free-
berg verleidt me er desondanks
toe deze platen te vermelden.
De man brengt werkelijk mees
terlijke persiflages uit. die ech
ter voornamelijk genoten kunnen
worden door mensen, die wer
kelijk naar een tekst luisteren
Hij grapt met een Rock-en-Roll
opname, zoals die, volgens zijn
opinie ontstaat, terwijl hij zelfs
niet ver bezijden de waarheid
is. Op „The Old Payola Roll
Blues" hoor je de totstandko
ming van dc plaat en hoe ze
voor de radio gepousseerd wordt
om te maken, dat ze een succes
wordt: Capitol T 4329.
Persiflages op Mitch Miller,
Elvis Presley en Harry Bela-
fonte hoor je op het plaatje
.The Great Pretender" Capitol
EAP 20050 met „Yellow Rose of
Texas", „Banana Boat Song",
„Rock Island Blues" en „The
Great Pretender". Meesterlijk!
DISCOFIEL
MOEDER, ZE WILLEN ME PAKKEN