Uw probleem is het onze Drie nieuwe li.t.s.'en m liet westen des lands Meningen van anderen Wijziging examenregeling van beperkt nut geacht Revisie nodig schorsing kandidaat Schilder TONICUM NOURY Enkele kanttekeningen Een protestantse in Rotterdam Beroepingsiverk Schoolomvang Lustrumcongres Chr. Bond Natuurvrienden Een woord voor vandaag geeft nieuwe energie 2 GESTEGEN WELVAART HET IS IN DE kring van de Nederlandse vakbeweging langzamerhand een onomstreden waarheid, dat de eerste periode van de gedifferentieerde loonpolitiek een onverdeeld succes ls geworden. Dat de gunstige conjuncturele ontwikkeling hierbij een belangrijke steun in de rug is geweest, valt niet te ontkennen, maar dit alles doet niets af van het feit, dat de loon- en prijspolitiek van de regering juist is geweest en in belangrijke mate beeft bijgedragen tot het goede resultaat. Ter illustratie van dit goede resultaat kunnen we hier enkele onlangs ge publiceerde cijfers vermelden van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In de periode van 1 juli 1959 tot 1 Juli 1960 stegen de basisuurlonen van vol wassen arbeidskrachten in het particuliere bedrijf van 133 tot 14S punten (handarbeiders) en van 127 tot 142 punten (beambten). Hierbij zijn de lonen van 1954 op 100 gesteld. Deze puntenstijging betekent een procentuele stijging van de lonen van ge middeld 11 a 12%. In de praktijk zal dit percentage nogal variëren, omdat in statistieken met gemiddelden gewerkt wordt. In de meeste gevallen zijn het echter de lagere inkomens, die nog sterker zijn opgetrokken. In dezelfde periode is het prijsindexcijfer slechts met 2 punten gestegen, na melijk van 119 tot 121 (1951—100). Gemiddeld zijn de lonen dus reëel met bijna 10% omhoog gegaan, d.w.z. men heeft met zijn hogere loon ook bijna 10% meer kunnen kopen. CIJFERS BETROUWBAAR TOCH, hoe vreemd het ook moge klinken, moet men het woord welvaart niet te gemakkelijk in de mond nemen, want er is nog een groot percentage loontrekkenden In Nederland, dat toch eigenlijk wat achterdochtig tegenover deze cijfers staat. Men vertrouwt het niet helemaal, men heeft dikwijls het gevoel er maar heel weinig op vooruit te zijn gegaan, en naar het oordeel van sommigen zal dat dan wel in verkapte prijsverhogingen zitten, welke niet worden geregis treerd. Naar ons gevoel ls deze moeilijkheid echter voornamelijk van psychologische aard. Zelfs wanneer men stelt, dat, in ieder geval vergeleken bij voor de oorlog, de welvaart aanzienlijk is toegenomen, dan worden er hier en daar nog vraagtekens geplaatst, terwijl de cijfers toch duidelijk aantonen, dat bij een verdriedubbeling van de prijzen de lonen gemiddeld ongeveer verviervoudigd zijn. Naar onze mening zijn hier de .feitelijke cijfers wel juist, maar de moeilijk heid zit in het verschijnsel, dat toeneming van het inkomen door de loontrek kenden niet wordt ervaren als welvaartstoeneming, als welvarendheid. Bij bepaling van een welvaartspositie is de onderlinge vergelijking altijd maatstaf, en die onderlinge vergelijking geeft dikwijls bij een toenemende consumptiemogelijkheid het zicht op weer een nieuw aantal nog niet be reikte consumptiemogelijkheden. De horizont van het welvaartsstreven bestaat uit materiële verlangens, welke men wil bevredigen, maar slaagt men erin, deze te bevredigen, dan blijken er onmiddellijk nieuwe verlangens te zijn. Zolang er verschillen in inkomens zijn (en we zullen deze hebben te aanvaarden), zolang zullen vele mensen loonstijgingen onvoldoende ervaren als positieverbetering. Niet te ontkennen valt echter, dat door de inkomensstijging de onderlinge inko mensverschillen beperkter zijn geworden en daardoor in vele gevallen ern stige sociale nood is gelenigd. HET PRIJSINDEXCIJFER REEDS VROEGEN WIJ aandacht voor de opmerkelijke loonstijgingen, wel ke onder de gedifferentieerde loonpolitiek tot stand zijn gekomen. In het licht daarvan wezen we ook al op de betekenis van de hoogte van het prijs indexcijfer. We zouden nu nog de vinger willen leggen bij een bepaald onderdeel van de berekeningstechniek van dit indexcijfer, dat naar onze mening verbetering behoeft, al geloven we niet, dat daarmee de betekenis van de genoemde loonstijgingen wezenlijk wordt aangetast. Wij hebben namelijk op het oog de wijze, waarop het prijsindexcijfer wordt berekend. Het prijsindexcijfer is onmisbaar om te kunnen beoordelen, of een loonsverhoging reële betekenis heeft gehad. Zijn de prijzen sterk gestegen, dan kan immers van een wezenlijke loonstijging niet gesproken worden, omdat voor het meer verdiende geld niet meer gekocht kan worden. Dit prijsindexcijfer wordt thans nog vastgesteld aan de hand van een enquête, welke in 1951 werd gehouden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft' toen 375 gezinnen In achttien gemeenten gevraagd, precies op te schrijven hoeveel geld men uitgaf en waarvoor. Men kreeg een beeld van het uitgaven patroon voor een gezin van hoofd- en handarbeiders met twee kinderen met een inkomen tussen 3000 en 5000 gulden. Men kwam zo tot een bepaalde hoe veelheid goederen en diensten, welke maandelijks door deze gezinnen gefi nancierd werden, uiteraard een gemiddelde hoeveelheid. Op het ogenblik wordt nog elke maand nagegaan, wat de kosten zijn van deze goederen en diensten. Elke daling of stijging van het totale puntencijfer wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek berekend. Over het hele land, bij allerlei bedrijven, wordt daartoe maandelijks voor circa 20.000 artikelen het prljsgemlddelde vastgesteld, steeds nog in het kader van het uitgavenpatroon van de geënqueteerde gezinnen uit 1951. In de af gelopen negen jaar is er echter wel wat veranderd op prijzengebled. We be hoeven slechts te denken aan de woninghuren. Dat dergelijke veranderingen het hele uitgavenpatroon beïnvloed hebben, ls zonder meer duidelijk. Ook zijn er inmiddels nieuwe produkten aan de markt gekomen, waarmee geen reke ning wordt gehouden. Andere nadelen, welke echter moeilijker te ondervangen zijn, vormen het niet verdisconteren van veranderingen in kwaliteit en het verwerken in het indexcijfer van dure selzoenmatlge artikelen, welke men veel minder of niet koopt en andersom. Om tot een juiste loon- en prijspolitiek te komen ls het prijsindexcijfer on misbaar. Er mogen op enkele punten tekortkomingen aan het systeem kleven, een ander systeem is moeilijk te vinden. We zouden er echter wel voor willen pleiten, dat men niet meer blijft werken met de enquête uit 1951, maar dat men opnieuw een dergelijk onderzoek naar het uitgavenpatroon instelt, om zodoende een meer werkelijkheidsgetrouw beeld te krijgen van de wijze, waarop het Nederlandse gezin zijn geld besteedt. (Van onze parlementsredactie) Staatssecretaris Stubenrouch (o., k. en w.) zal subsidie verle nen voor de stichting van drie nieuwe hogere technische scho len: een protestants-christelijke in Rotterdam, een rooms-katho- lieke ergens in het westen des lands (Rijswijk?) en een neutra le in Alkmaar. Deze scholen zul len alsnog in het subsidieplan voor 1961 worden opgenomen. De staatssecretaris heeft dit giste ren in de Tweede Kamer mee gedeeld bij de voortgezette be handeling van het (nogal omstre. den) H.T.S.-plan. Dit plan (dat de periode tot 1975 be slaat) voorzag aanvankelijk slechts in de stichting van één nieuwe h.t.s. in het westen. De staatssecretaris had echter uitgerekend, dat omstreeks 1975 voor de drie westelijke provincies gerekend kan worden op een totaal aantal h.t.s.-leer- lingen van 7100. Dit betekent, dat in deze provincies in plaats van één, drie nieuwe h.t.s.-en kunnen worden op gericht. Aan de wens van sommige Ka merleden om ook in Zuid-Limburg en Drente de stichting van nieuwe h.t.s.- en te bevorderen, kon de staatssecre taris evenwel niet tegemoetkomen. In deze provincies zal men het naar zijn mening voorlopig meer moeten zoeken in een uitbreiding van het uitgebreid technisch onderwijs. Van protestantse en rooms-katholieke zijde was er enige weken geleden in de Kamer over geklaagd, dat het confes sionele h.t.o. in het H.T.S.-plan onvol doende aan zijn trekken komt. Het had de staatssecretaris, naar hij gisteren zei, óók verdroten, dat er geen ruimte was voor een beleid, zoals de heren Van Nierop (a.r.), De Ruiter (c.h.) en En- gelbertink (kath. v.) dat voorstaan. „Maar" aldus de bewindsman, „men zal van mij toch allerminst kunnen verwachten, dat ik het confessionele on derwijs geen goed hart zou toedragen". Het gaat er om het onderwijs, dus ook het h.t.o., op peil te houden. Het kan toch niet de bedoeling van de confessi onele groeperingen zijn om ten koste van de kwaliteit van dit onderwijs te kleine scholen te subsidiëren? „Ik ben overigens bereid bij de nieuw te subsidiëren h.t.s.-en de claim van de confessionele groepen te laten prevale ren", zo beloofde de staatssecretaris. Hij wilde deze belofte echter niet nader uitwerken. Aan het begin van zijn betoog ging de bewindsman in op de klacht, dat er in het H.T.S.-plan praktisch niets staat over de toekomstige behoefte aan h.t.s.- NED. HERV. KERK 4 Emeritaat. Wegens het bereiken van pensioengerechtigde leeftijd is emeritaat verleend aan ds. J. P. J. Palmboom te Bozum. GEREFORMEERDE KERKEN Bedankt voor Roermond: A. J. Jelsma te Zaltbommel. GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt) Beroepen te Leerdam (vac. K. Ded- dens): O. Mooiweer te Zalk en Veecaten. CRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Middelharnis: J. C. van Ravenswaaij te Scheveningen. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen te Nunspeet: Chr. van Dam te Rotterdam-Z. EVANG. LUTH. KERKEN Drietal te Amsterdam (vac. dr. G. L. Lindijer): K. Berveling te Edam dr. C. H. Lindijer te Rotterdam en D. Solinger te Haarlem. Bedankt voor Hilversum: P. H. G. C. Kok te Weesp. ANDERZIJDS FRIEZEN Ze sijn er nog, de Friesrn, die vurige pleidooien houden voor zelfbestuur van hun provincie! In het laatste nummer van het Friese weekblad Frysk en Frij was een verslag opgenomen van een bijeenkomst van het Fries Nationaal Verbond. In het Nederlands vertaald stond er het volgende: „De algemene herfslsamenkomst van het Fries Nationaal Verhond heeft zich bezig gehouden met de vraag in hoeverre Fries land zelfbestuur nodig heeft. Een commissie had er zich over beraden en haar bevin dingen in een rapport vastgelegd. De ver gadering heeft dit rapport vrijwel zonder wijzigingen overgenomen en besloten dit aan de Raad van de Friese Beweging toe te tenden om het daar verder te behandelen en te publiceren. In zeven punten heeft het Verbond zirh uitgesproken voor: een actieve provinciale politiek door de provinciale staten, voor Friesland en het Friese volk, op cultureel en economisch gebied, om zoveel mogelijk de mogelijk heden in de hedendaagse wetgeving te gebruiken; meer bevoegdheid en financiële armslag voor de Friese staten door decentralisa tie, die óf in de uitzonderingspositie voor Friesland óf te zamen met (de) andere provincies, aan de Friese behoefte voldoet *- versterking en vorming van eigen ge- westelijk-amhtelijke bureaus ala een noodzakelijke voorwaarde voor een eigen Friese ontwikkeling; een decentralisatie van partijpolitiek en partijorganisaties en ander verenigings verband samenwerking met andere gebieden in of buiten Nederland, gezien vanuit een •igrn Friese politieke visie; BAZAAR EN TOTO Ds. A. H. Lentz vertelt in .her vormd Gemeenteleven" te Zeist het onderstaande verhaal: DE telefoon rinkelt. Ik neem aan. Een mannestem aan de ande re zijde: Dominee, mag ik U iets vragen? Ik: ga Uw gang! Stem: Als er voortaan nu eens niet meer gesproken werd over de voetbalto to. maar over voetbalbazaar, zou het dan wel goed zijn? Ik: Hoe zo, mijnheer? Stem: U wijst de toto af en U moedigt de bazaar aan. Ik (hakkelend): dat is een doel punt voor U, mijnheer. Daar zit ik nu met mijn „goe de" gedrag. In het ene nummer van „Hervormd Gemeenteleven" kraak ik de bazaar, in het andere moedig ik aan tot bezoek. Aan schouw hoe dominees niet alleene 1- kaar, maar ook zichzelf kunnen te genspreken! De opbeller heeft ge lijk! Wij zijn in de kerk tegen de toto, maar ondertussen bazarren we rustig verder. Is dat nu zo erg? Het is toch maar spel!, zegt iemand. Hij heeft misschien gelijk. Maar laten we dan ook over de toto maar zwijgen! Ik voor mij zeg: Geen toto en geen bazaar! Laten we de goklust weer staan! Mijn excuses dat ik me zo vergiste in mijn aanmoediging! Maar aangezien in de handel en op de beurs het gokelement even eens aanwezig is, ja aangezien het hele leven voortdurend een risico- nemen is, is mijn laatste woord: De bijbel heeft een maatstaf voor ons: Doet alles ter ere Gods! ers. Hij beloofde niets te zullen nalaten om een beter inzicht in deze behoefte te krijgen, maar erg optimistisch was hij in dit opzicht niet. Men moet uitslui tend op speculatieve veronderstellingen afgaan. Er valt reeds sedert 1950 pro centueel geen toeneming van het aan tal belangstellenden voor het h.t.o. waar te nemen. Voor de eerstkomende jaren is geen stijging van enige betekenis te verwachten. Dit alles geeft toch wel te denken als men hoort pleiten voor uit breiding van het aantal h.t.s.-en. De Kamer had ook geklaagd over de minimale schoolomvang, die het H.T.S. plan voorstaat. Een h.t.s. met de afde lingen bouwkunde, weg- en waterbouw kunde en electrotechniek moet naar de mening van de regering ca. 700 leer lingen omvatten. Verschillende Kamer leden konden zich met deze voorkeur voor grote scholen niet verenigen. De staatssecretaris suste de gemoederen enigszins met de opmerking, dat 700 voor hem geen heilig getal zal zijn. Hij wees er bovendien op, dat dit aantal in de praktijk toch nooit wordt bereikt. In die 700 zijn ook de leerlingen verdis conteerd, die aan hun praktijkjaar be zig zijn. Trekt men die eraf en houdt men dan nog rekening met een zekere marge naar beneden, dan krijgt men scholen van zo'n 400 tot 600 leerlingen. In dit verband gaf de bewindsman nog als zijn mening te kennen, dat men be ter het uitgebreid technisch onderwijs kan uitbreiden dan een corps h.t.s.-ers in het leven te roepen, dat kwalitatief onder de maat is. Als in de toekomst de prognoses van het H.T.S.-plan er naast blijken te zijn, dan zal de staatssecretaris niet aarze len met een nieuw plan te komen, zc liet hij de Kamer gisteren weten. Men zal echter de industriële ontwikkeling moeten afwachten. En verder betrachte men op dit punt grote voorzichtigheid, want ook al is de behoefte aan h.t.s.-ers groot, men kan toch geen scholen gaan bouwen voor leerlingen die niet komen, omdat bij hen de belangstelling ont breekt. Bij de replieken toonde de Kamer zich tevreden over de toezegging van de staatssecretaris, dat er in het subsidie plan voor 1961 plaats zal worden v gemaakt voor drie nieuwe h.t-s.-en de westelijke provincies. Wei vroegen enkele sprekers nog aandacht voor Drente en Zuid-Limburg, maar d< staatssecretaris bleef bij zijn standpunt, dat subsidiëring van nieuwe h.t.s.-en in die provincies (nog) niet verantwoord ls. HIJ kon de heer Van Nierop (a.r.) nog toezeggen te zuilen nagaan, of de Sociaal-Economische Raad kan worden ingeschakeld bij de bepaling van de toe komstige behoefte aan h.t.s.-ers. De Christelijke Jeugdbond van Na. tuurvrienden opent op dinsdag 27 de cember in het gereformeerd jeugdge- bouw te Zeist zijn derde lustrumcon gres. Na een inleidend woord van de praeses van de lustrumcommissie, Ch. Streefkerk, zal de burgemeester van "eist, mr. P. A. Korthals-Altes, het con gres openen. Vervolgens spreekt prof. dr. P. A. van Stempvoort, hoogléraar aan de riiksuniversiteit te Groningen, over: God, natuur en mens". Rectoraatsoverdracht aan Theologische Hogeschool (vrijgem.) Tijdens een openbare bijeenkomst op donderdag 8 december, 's avonds om half acht, in de aula van het gebouw van de Theologische Hogeschool aan de Broederweg te Kartmen zal het recto raat aan prof. H. J. Schilder worden overgedragen door prof. dr. L. Doekes. Gaat herv. Den Haag de drie vrijzinnige predikanten beroepen? De centrale kerkeraad van de Her vormde Gemeente in Den Haag heeft met algemene stemmen besloten een spe ciale hoorcommissie te benoemen, die tot opdracht heeft te onderzoeken of de drie predikanten der Vereniging van Vrij zinnige Hervormden in Den Haag, als predikanten met bijzondere opdracht voor het werk onder de vrijzinnigen kunnen worden beroepen. Deze hoor commissie zal hierover binnen een half jaar rapport uitbrengen aan de centrale kerkeraad. een federalisme, dat niet alleen de be staande staten, maar ook de minderheden geeft wat hun toekomt in het proces van de eenwording van Europa; een krachtige Bewegingsraad met als taak de opinievorming over en actie voor een eigen Friese politiek." Uit de laatste enquête van de commissie ondernemingsraden van de S.E.R. is geble ken, dat het tempo, waarin deze raden tot stand komen, in 1959 langzamer is gewor den. In dit verhand maakt Trouw o.m. de volgende opmerkingen: „De wet op de ondernemingsraden heeft als grens voor het instellen van een ondernemingsraad een aantal van minstens 2S werknemers gesteld. De resultaten van de jongste enquête bevat ten versterkte aanwijzingen, dat deze grens te laag ligt. Ondernemingsraden zijn dichter gezaaid bij de grotere ondernemingen dan bij de kleinere. De praktijk wijst uit dat in de kleinere ondernemingen de kans op mislukking groot is. Bij de volgende en quête onder de bedrijfscommissies zullen hieromtrent onderzoekingen worden gedaan. Zou straks inderdaad hlijken dat in de kleineie ondernemingen over de geheh linie het instituut van de ondernemingsraad weinig of geen levensvatbaarheid bezit het slagershcdrijf kreeg al dispensatie en in de detailhandel houdt men al een norm aan van minimaal 60 a 70 werknemers dan lijkt het de aangewezen weg om de in de wet gestelde grens bij de ervaringen van de praktijk aan te passen." Geen salarissen voor de onderwijzers die negers in school toelaten Ongeveer 4.500 onderwijzers en ander personeel van scholen, die betrokken zijn bij het conflict over de toelating van neger-leerlingen op scholen in New Orleans, zullen vandaag hun maandsa laris niet uitbetaald krijgen. De wetgevende vergadering van de staat Louisiana, die de integratie van negerleerlingen op de scholen wil voor komen, heeft de vorige week het be stuur van de parochie-scholen ontslagen. Na een uitspraak van een federaal hof, werden de bestuursleden weer geïnstal leerd, doch de autoriteiten van Louisia na hebben geen gelden voor de salaris betaling beschikbaar gesteld. De scholen zijn deze week gesloten, i verband met thanksgiving Day en een congres van onderwijzers in Baton Rouge. Hoofd-inspecteur van de paro chie-scholen heeft alle betrokken perso neel aangeraden maandag normaal hun werk te hervatten. 80 jaar georganiseerd tekenonderwijs De Nederlandse Vereniging voor Te kenonderwijs zal dit jaar haar tachtig jarig bestaan vieren. De N.V.T.O. is de enige vereniging van leraren en onder wijzers in tekenen en kunstbeschouwing in Nederland, waarin slechts degenen die in het bezit zijn van een bij de wet ingestelde tekenakte, worden opgeno men. In verband met het 80-jarig bestaan zullen op 14 januari 1961 tachtig ten toonstellingen over het gehele land ver spreid gehouden worden. Op deze ten toonstellingen zal tekenwerk van leer lingen van alle schooltypen te zien zijn. Het hoofdbestuur van de vereniging stelt zich voor al deze exposities op hetzelfde tijdstip met dezelfde rede te openen. Niemand kan twee heren dienen, zegt Christus. Het verdeelde hart is tegelijkertijd een verscheurd hart. De grote nood van de mensen in onze tijd, hebben de psychologen ontdekt, is juist dat zij dit wel proberen. Zij doen hun best om zich uiterlijk aan te passen aan hun omgeving, terwijl zij innerlijk rebelleren. Een groot aantal mensen die uiteindelijk bij de psychiater terecht komen, groeiden geestelijk scheef, omdat zij probeerden in twee werelden te leven. Maar als dat geldt voor ons dagelijks leven in ons gezin of op ons werk, hoeveel te meer zal dat dan niet gelden voor ons geestelijk leven. Is dat niet de oorzaak van zoveel geeste lijke (in de bijbelse zin) neurosen, van zoveel geestelijke moeheid? Op zondag een christen, door de week één met de maatschappij en daarom innerlijk verscheurd. Daar wordt een mens moe van; van moeheid wordt hij lusteloos; luste loosheid beneemt hem de honger; honger doet hem lijden aan geestelijke hongeroedeem. Het enige antwoord is een daadwerkelijke keus. God dienen of de Mammon, zegt Christus. God of de welvaart, God of de betere sociale positie. Hebt u uw keus al gemaakt? (Van onze parlementsredactie) Het enig nut van de gewijzigde eindexamenregelingen, die staats secretaris Stubenrouch voor de H.B.S.'-en en gymnasia had willen instellen, is waarschijnlijk geweest, dat nog eens propaganda werd ge maakt voor de functie van gecom mitteerde of deskundige. Dit werd opgemerkt tijdens het overleg tussen de staatssecretaris en de vaste com missie voor onderwijs, kunsten en we tenschappen uit de Tweede Kamer. Het verslag van dit mondeling over leg is thans gepubliceerd. Uit het verslag blijkt, d9t de gehele commissie, ondanks herhaalde tegenar gumenten van de bewindsman, geen waardering kon opbrengen voor de wij ze, waarop deze te werk is gegaan. Aan de totstandkoming van de wijzigingen had overleg met de daarvoor geschikte instanties vooraf moeten gaan. Nooit is aangetoond', zo meent de commissie, dat er niet voldoende gecommitteerden beschikbaar zouden zijn. Het ware be ter, indien de staatssecretaris hiernaar een onderzoek instelt, alvorens met een Geref. samensprekingen in Amsterdam (Van onze kerkredacteur) De samensprekingscommissie tussen de synodale en vrijge maakte Gereformeerde Kerk van Amsterdam is tot de conclusie ge komen, dat er alle aanleiding toe is om op de komende generale synode van de Gereformeerde Kerken (synodaal) een poging te doen om de schorsing van kandi daat Schilder, de neef van prof. dr. K. Schilder, te herzien. Kandi daat Schilder is nu hoogleraar aan de Theologische School, Broeder- weg, te Kampen. Het Centraal Weekblad heeft in een uitvoerig artikel aandacht geschonken aan het rapport, dat door deze commis sie is opgesteld. Over deze kwestie hebben de afge vaardigden van de synodale kerken een eigen memorandum opgesteld. Deze le den zijn daarbij uitgegaan van hetgeen de synode van Rotterdam-1952 over de procedure heeft uitgesproken en zij kwamen tot de conclusie dat deze syno de heeft geprobeerd om de fouten in de procedure van de betreffende schorsing op te sommen en openlijk te erkennen. De(afgevaardigden ontkwamen daar bij niet aan de vraag of het verant woord is geweest, na de erkenning van zoveel fouten en het feit dat zoveel on derdelen van de procedure moesten wor den teruggenomen, de aangevoerde gron den voor de schorsing toch te handha ven. Er is op de totstandkoming van de feiten die draagvlak zijn voor de bei de schorsingsgronden ongetwijfeld af te dingen", luidt de conclusie en dit is dan ook de reden dat zij een poging willen ondernemen op de volgende synode tot een herziening van de betreffende uit spraken te komen. Er werd ook gesproken over de schorsingen van prof. dr. K. Schilder en prof. dr. S. Greijdanus. die heiden reeds zijn overleden. Het rapport zegt: „Het was ons inziens noodzakelijk dat in de samenspreking, die, naar deze commissie hoopt, tussen de synoden tot stand zal komen, de kerkelijke pro cedures waarbij de generale synode betrokken is geweest opnieuw worden bezien uit het oogpunt van tolerantie, omdat bij ons de sterke overtuiging leeft dat door een dergelijk nieuw onderzoek niet alleen het hart van de ontstane verwijdering maar ook de weg tot elkander zal kunnen worden gevonden." De Amsterdamse commissie is in het geheel 23 maal bij elkaar geweest. Het rapport is zeer uitvoerig en verdeeld over vijf hoofdstukken die achtereenvol gens handelen over de wederzijdse con fessionele positie, kerkrechtelijke zaken, de Dordtse kerkorde, de tuchtmaatre gelen van de generale synode 1942-43 en de handelingen van de kerkeraad van de Gereformeerde Kerk van Amsterdam in 1945. Het rapport zal binnenkort in brochurevorm verschijnen. Wat betreft de kerkorde kwam de commissie tot de gemeenschappelijke conclusie dat de Dordtse kerkorde een aantal bepalingen bevat die geheel in onbruik zijn geraakt en dat in de her- zjene kerkorde verschillende bepalingen zijn opgenomen, die in de kerkelijke praktijk noodzakelijk zijn gebleken. Over een aantal nieuwe artikelen ls men het eens geworden, hoewel erkend Wordt dat er geen eenstemmigheid heerste over de vraag of deze artikelen inderdaad veranderd moeten worden, of dat dit alleen maar wenselijk is. Er zijn in het rapport enkele voorstellen opgenomen om bepaalde artikelen in de nieuwe kerkorde van de synodale ker ken te wijzigen. drastische wijziging van de eindexamen- regelingen aan te komen. Daarom werd er met klem op aan gedrongen, de nieuwe regeling nog ten minste een jaar op te schorten. Worden bij de selectie van gecommit teerden en deskundigen niet te hoge maatstaven aangelegd? Kan de staats secretaris geen oud-rectoren, oud-direc teuren en oud-leraren inschakelen? Een lid van de commissie waagde het, te veronderstellen, dat zich onder de leden der Staten-Generaal zeker zestig volle dig bevoegden hevinden, van wie er echter niet een ooit het verzoek heeft bereikt, als gecommitteerde of deskun dige op te treden. De staatssecretaris zei hierop, niet tot het plaatsen van een oproep te willen overgaan. Gercigeld worden op zijn de partement aanbiedingen van gecommit teerden ontvangen, maar niet voor de vakken, waar ze het meest nodig zijn, de klassieke talen. Bovendien moeten de eisen wel hoog worden gesteld. Bij de eindexamens van het gymnasium, die toelating verschaffen tot de univer siteit, moet wel universitaire medewer king worden verkregen. In de nieuwe regeling was, aldus de staatssecretaris, alleen een principiële wijziging voor het vak Nederlands op genomen. Als deze dit jaar zou zijn toe gepast, zouden van de h.b.s. ongeveer een derde procent en van het gymna sium nog niet een twaalfde procent van de kandidaten zijn afgewezen. De commissie, die zich door de gehe le onderwijswereld gesteund wist, hield voet bij stuk. Zes dagen later, op 15 november, belde de staatssecretaris haar voorzitter, dr. H. W. Tilanus, op, met de mededeling, dat hij het volgend jaar nog de oude eindexamenregeling zal toepassen Drie dagen daarna gaf hij een schriftelijke bevestiging van dit telefoongesprek. Ondenvijsbenoemingen Benoemd bij het ulo tot onderwijzer: aan de Breukelaarschool te Aalten: J. A. Papter- mole te Aalten; aan de Chr. Ulo-school te Vollenhove: M. Bos Czn te Steenwijk; aan de Chr. Ulo-school te Hoorn: C. Dragt te Hilversum: aan de Chr. Ulo-school te Naald wijk: P. v. d. Stoel te Zeist en J. L. Blok te 's-Gravenhage. Benoemd tot onderwijzeres: aan de Reho- both-school te Bolsward: S. Wijnsma te Warns; aan de dr. A. Kuvper-school te Har derwijk: J. Boers te Tholen; aan de Chr. school te Nagele (NOP): M. de Jonge te Nunspeet: aan de Van der Takschoöl te Den Haag: J. van Velthoven te Schevenin gen; aan de Verhoeff-Rollmanschool te Bo degraven: mevr Van den Bere-Breedijk te Nieuwerbrug a d. Rijn (tijdelijk): aan de Pr. Margriet-school te Apeldoorn: B. G. J. Ensink te Wageningen. Benoemd tot onderwijzer: aan de scholen te Haren: J. R. Jeronimus te Groningen: aan de Chr. Nat.-school te Polsbroek: G. Procé te Leeuwarden: aan de Chr. school te Dinx- perlo: G. J. B. Wanslng te Slttard en H. Rijks te Bredevoort; aan de dr. A. C. van Raalte-school te Ommen: O. Kramer te Lem mer. aan de Irene-school te Alkmaar: J L. Vlasblom te 's-Gravenhage; aan de Wllhel- mina-school te Noordwijk: K. W. van Leeu wen te Oegstgeest; aan de C.V.O. Emma- school te IJmuiden-Oost; P. Kouwenhoven te Leerdam: aan de dr. H. Colijn-school te Scheveningen: P. Goudkamp te Zuidland: aan de Chr. Nat. school te Zwingelspaan: A. J. Koekkoek te Nleuw-Vennep; aan de Chr. school te Achlum: IJ. Algra te Leeuwarden: aan de Verhoeff-Rollmanschool te Bodegra ven: Joh. de "Haan te Barwoutswaarder; aan de Herv. school te Sassenhelm: A. Broere te Rotterdam; aan de 2de Park Rozenburg- school te Rotterdam-Kralingen: J. W. Spee te Nieuw Weerdinge; aan de Van Heemstra- school te Hattem: R. Steenstra te Gramsber- gen: aan de Chr Nat. school te Bellingwol- de: J. W. Hobo te Meppel. KAMPEN Theologische School, Broederweg: geslaagd voor het kand. ex.-theologie: G. van Atten te Zaandam. r Advertentie) een (^6ur^) produkt Halve fles 1.78 Hele fles 2.90 Familiefles 10.15 Vraag: Hoeveel medailles zijn er bij de Olympische spelen beschikbaar voor atletiek, schermen, boksen, zwem men, zeilen, gewichtheffen, turnen en paardesport? Neemt bij basketball de vertegenwoordiger van de ploeg de medaille in ontvangst of wordt deze aan de gehele ploeg gegeven? Japan wil volleyball en judo in het programma opnemen. Kan dat? Antwoord: Het aantal medailles wordt voor het programma bepaald: Voor atletiek me* 33 onderdelen 33 maal 3 medailles, voor schermen 8 maal 3, voor boksen met 10 gewichts klassen 10 maal 3, voor zwemmen en waterpolo 20 maal 3, voor zeilen met 5 boottypes 5 maal 3, voor gewicht heffen met 7 gewichtsklassen 7 maal 3, voor gymnastiek 24 maal 3, voor paardesport 5 maal 3. Voor elk nummer zijn namelijk drie medailles beschikbaar, een verguld zilveren, een zilveren en een bronzen De Olympische spelen worden niet uitgeschreven of georganiseerd door een bepaald land, doch de eer wordt ge geven aan een stad. Het Internatio naal Olympisch Comité stelt het pro gramma vast na overleg met de be trokken sportfederaties. Alleen sporten welke op ruime voet in ten minste 25 landen worden beoefend, mogen op het programma staan. Dit programma wordt ten minste twee jaren van te- voren onderworpen aan de goedkeu ring van het Internationaal Olympisch Comité. Daarna is wijziging onmoge lijk. Vraag: Wij hebben een plant, fla mingo genaamd. De hele zomer heeft zij mooi gebloeid, doch thans worden de bladen dor en zij krijgen dode punten. Wat nu? Antwoord: Een vochtige atmosfeer ls noodzakelijk. Zet de plant op een omgekeerd schoteltje in een bakje wa ter, zo dat het water de pot niet raakt. De plant staat dan op een ei landje en er is steeds verdamping. In de winter mag de kamertempera tuur niet onder 12 graden Celsius da len. Geregeld gieten is van belang, vooral in de zomer, doch overdaad schaadt. Tracht daarom rotting te voor komen en geef nooit koud water. en sphagnum (veenmos) met wat ver gane koemest gemengd. Niet te diep planten en de grond niet te vast aan drukken, daar de lucht tot het grond- mengsel moet doordringen. Onder in de pot wat potscherven en de opper vlakte afdekken met een laag levend sphagnum tegen uitdroging. Als scheu ren noodzakelijk is, kan men dit het beste doen in een emmer water, waar de wortels gemakkelijker los laten. Het verpotten moet bij voorkeur in febru ari geschieden (als zij dan bloeit, on middellijk na de bloei) en daarna moet de plant een warme plaats krijgen, liefst bij 20 gracen C. Vraag: Wie zijn de bouwmeesters van het Capitol en het Witte Huis te Washington en van de Sacré Coeur te Parijs. Antwoord: De bouwmeester van het Capitol is de architect William Thorn- Wekelijks moet U het blad afspon- ton, van het Witte Huis James Hobass sen en tijdens groei en bloei zal eens in de 14 dagen kunst- of natuurmest moeten worden gegeven. De plant moet in het volle licht staan: 's winters liefst op het zuiflen, doch zomers achter een glasgordijn of voor een noorderraam en nooit in de felle zon. Om de twee of drie Jaar moet de plant verpot worden. Hiervoor neemt men een gelijk mengsel van bosgrond en van de Sacré Coeur Paul Abadie. Vraag: Wie is de stichter van de boerenleenbanken en wat is hun doel? Antwoord: De boerenleenbanken die nen ter voorziening in de kredietbe hoefte van de landbouw. Zij gedragen zich tevens als deposito, en spaarban ken De boerenleenbanken zijn in Ne derland ontstaan na de grote agrarische depressie, die tengevolge van de enor me vlucht van de Amerikaanse graan- uitvoer West-Europa heeft geteisterd (18801905j. Toen openbaarde zich dui delijk de afhankelijkheid van de land bouwers van hun geldschieters. De stoot werd in Duitsland gegeven door F. W. Raiffeisen, die uit menslieven de overwegingen de „Darlehnsvereine" oprichtte. Daarom gebruikt men ook de naam Raiffeisenbanken. Vraag: Ik lees van allerlei soorten stormen, zoals typhoon, tornado, hur ricane, Willy Willy, cycloon, wervel storm, enz. Wat is nu eigenlijk het verscnil, en waarom heten deze stor men zo? Antwoord: Het verschil schuilt in hoofdzaak in de naam en in de plaats. 1. De typhoon is afgeleid van het Chi nese woord tal foen, dat grote wind betekent. Deze term gebruikt men bij voorkeur in de omgeving van China en de Philippijnen Hiermede wordt een wervelstorm bedoeld. 2. De termen tornado (wervelstorm) en hurricane worden in Amerika ge bruikt. 3. In Australië noemt men deze storm Willy-Willy. 4. De term cycloon (wervelstorm) ge bruikt men meer in onze omgeving. De aard van deze stormen is gelijk. Wij spreken van orkaan als de wind snelheid 32,6 meter per seconde is, of windkracht 12.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2