DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD DE WERELD 25 JAAR GELEDEN 55 Spreuken van Arthur van Schendel ZATERDAG 19 NOVEMBER 1960 G. PUCHINGER „Wat de zonde is kan ik niet zeggen, maar wij weten allemaal als wij in het hart kijken dat wij verdorven zijn. Laten wij daarom niemand met stenen werpen en alleen doen wat God van ons verwacht." ARTHUR VAN SCHENDEL „Een Hollands Drama", pag. 25 „Wij zijn allemaal slechtzei hij, „groot en klein, rijk en arm, maar de een is zwakker en doet het kwaad en de ander wordt er voor behoed. Dat is uitverkiezing. Het voornaamste is dat je het geloof hebt dat je eenmaal verlost zal worden. Heb het geloof toch, het is zo gemakkelijk, en je zal zien wat je dan al niet overwinnen kan." ARTHUR VAN SCHENDEL „Een Hollands Drama", pag. 149 „EEN HOLLANDS DRAMA IN de dertiger jaren heeft Arthur var» Schendel romans geschreven, die nog vandaag tot het allerbeste gerekend kunnen worder» van wat de romankunst in Nederland heeft gepresteerd. We noemen slechts „Hef fregatschip Johanna Maria" (1930), „De Waterman" (1933), „Een Hollandsch Drama" (1935), De Rijke Man" (1936), De Grauwe Vogels" „De Wereld een Dansfeest" (1938) en „De Zeven Tuinen" (1939). Van de in Haarlem spelende roman „Een Hol- landsch Drama", die vijfentwintig jaren geleden gepubliceerd werd, verscheen in 1940 een Engelse vertaling, onder de titel „The House in Haarlem". Op 17 maart 1940 schreef de auteur aan rijn latere biograaf G. H. 's Gravesande „Van „Een Hol- landsch Drama" is nu ook een Engelsche vertaling verschenen bij Routledge, goed vertaald door E. Stephens". Zonder nu te willen beweren, achter aan eenvou- dat een Engelse vertaling het be- dige mensen, die wij» is van de waarde van een hun geld had- Nederlandse roman, geeft dit feit den toevertrouwd, in het geval van Arthur van Schendel wel aan. dat wij »«rk 1, do™ ImWoti btsluil prestatie van meer dan tijdelijke te doen om de •ard. waarin aanlcdui» «rvond™ i.ni» te kan worden deze roman ook thans betalen. ook al moeten zij er tien tallen jaren hard nog nader te bezien. Bezetenheid Arthur van Schendel heeft in xijn roman» steeds bezeten figu ren getekend. In de zwerverro mans is het Tamalone. die. be zeten van de liefde, ronddoolt door het Italiaanse landschap. In zijn biografische werken over Shake speare en Verlainc tekent Van Schendel vooral de dichter, op gaande in de schoonheid des le vens. Dan is daar zijn werk „Me- rom een Edelman". waarin de ridder wordt getekend, opgaande in zijn niet aflatend Middeleeuws dienstbetoon. In zijn zg. Holland- romans beschrijft hij personen voor werken. Werendonks willen de eer van hun fa milie redden, bovenal de eer van hun zuster-weduwe en het pas ge boren kind Floris. Daartoe nemen de gebroeders Werendonk moeder en kind lief devol op in hun huis. en lossen door een even nijver als zuinig le ven. met behulp van hun winkelne ring. de schuld af binnen vijfen twintig jaar, Er was niemand in de buurt die niet met respect ver vuld was voor de winkel van Werendonk en zijn beheerders Maar. dit alles betreft slechts de buitenkant van wat er in dit boek »v romans ovsiin ijii mj pciauucn die allen gebonden zijn aan een «ugenlijk geschiedt, idee. een ideaal, een ..werkelijk heid". waaraan zij zich overga ven. omdat zij niet anders kónden. Op de eerste pagina van boek vinden wij de oom-opvoeder Gerbrand Werendonk, lezende In Dl, drang in iadar. hart. ilch gaatuwd t, wet™, bil tijden ot d" v" ened, door lata dat deel van b™d" ''""V"' h*J Ten kind a s het eehoren wordt ons uitmaakt en tóch bulten ons staat, hadden reeds de Grieken op zeldzame wijze vertolkt in hun drama's, cn ook Van Schendel voelde zich zozeer aan deze harts tocht der Grieken verbonden, dat hij één zijner romans betitelt met het woord drama, en het noem' ..Een Hollands Drama", omdat hij alles wat hij wil ver tolken overzet in het Hollandse le vensklimaat. gebonden aan in Hol land voorkomende religievormen. 2ich afspelend binnen de sociale verhoudingen van de eenvoudige burgerij tegen het einde van de vorige eeuw. Bijna niemand zal in alles de beschrijving van Arthur van Schendel geheel kunnen aanvaar den; in religieuze zin tekent Van Schendel ons vaak een puur extre misme qua levensstijl maar ook niemand zal van oordeel zijn dat dit boek vreemd is aan Hol land. en geheel los staat van be paalde opvattingen en belevingen der religie, zoals deze ook van daag nog voorkomen en beleefd worden. De zwaarte en kracht van de romankunst van Van Schendel is Solegen in het feit dat hij dl pr alende analyseert, dat hij de fei ten van belang meestal slechts als in het voorbijgaan vermeldt, dat nij ons de facetten der diverse personen meestal stuk voor stuk geeft, opdat wij zelve ons een bcold kunnen vormen van het ver haal als geheel en de daarin op tredende personen. Wie niet bereid is tot geconcen treerde aandacht voor al het be schrevene. legt het hoek teleurge steld weg. Wie niet In staat Is re gel voor regel In zich op te re men, ontgaat I beuren. Maar wie d» ontdekt een rijkdom en een diep te. die eigen levensinzicht ver scherpt, 't zij In de kring waarin hij leeft of geleefd heeft, dan wel In kringen waarmee hij zelden in aanraking komt. maar waarin hij vla deze roman op zeer bijzondere wijze wordt binnengeleid. Nu de Uitgeversmaatschappij J. M. Meulenhoff te Amsterdam de zesde druk van dit werk in poc ket-editie deed verschijnen, waar door deze brillante roman voor iedereen tegen uiterst billijke prijs te verkrijgen valt. loont het nog meer dan voorheen de moei te om aandacht te vragen voor dit indrukwekkende werk van Artaur van Schendel. Mislukte opvoeding Van Schendel beschrijft ons ln dit boek het drama van een mis lukte opvoeding, een drama dat het gevolg was van een ander dra ma, dat op zichzelf reeds even pu riteins als diepzinnig beschreven wordt; een lichtzinnig, jong za kenman. pas gehuwd, met zijn pas geboren zoontje Floris juist ln de wieg. pleegt bedriegelijke handelingen, gaat failliet, pleegt zelfmoord, en laat grote schulden .Een kind als het geboren wordt Is zo wit als sneeuw maar wie wel toeziet bemerkt op de sneeuw een rode vlek, dal Is de zonde" (pag. 5). ARTHUR VAN SCHENDEL ze roman, waarbij nog te noe men zou zijn een andere spreuk, die Van Schendel invlecht in zijn eerste hoofdstuk: „Het leven is benauwd, wij hebben zwaar te dragen van het voorgeslacht" (pag. 9> De vader van Gerbrand, be vangen van de vraag inzake zon de en schuld, had zelfmoord ge pleegd, maar had de vragen van erfzonde en voorbeschikking als het ware in zijn zoon Gerbrand overgeplant en het zijn déze vragen die ten diepste het leven van de opgroeiende neef. Floris Berkenrode, beklemmen. Schijnbaar zijn de oom Ger brand en de neef Floris tegenpo len inzake deugd en ondeugd, maar de diepe psycholoog Van Schendel heeft beider levenspro blemen op één zelfde noemer te zamen gebracht. Aan het einde van de roman staat Gerbrand voor het uiterlijk smetteloos, want hij heeft zijn neef opgevoed, en de schulden van DOOR Arthur van Schendel diens vader afgelost, maar Ger brand beseft desondanks de zwa re schuld te dragen dat hij de diepste levensvragen van deze jongen niet heeft kunnen oplos sen. omdat hij zélve nimmer ge reed was gekomen met de ver schrikkelijke vragen van zonde ên schuld. De financiële schuld kon Gerbrand delgen, maar niet de geestelijke schuld van voor- en nageslacht. Er staken vele onontgonnen va- derkwaliteiten in de oom-pleeg vader Gerbrand, en strikt formeel gesproken deed Gerbrand alles wat geschieden moest: hij nam moeder en kind ln huis. delgde de schulden, cn voedde de zoon op. Maar zo érgens dan blijkt in dé ze roman dat het strakke, onper soonlijke Kantiaanse deugd-gebod de mens niet verlossen kan van zijn zonde, óók niet wanneer dit Kantiaanse deugdgebod is overge plaatst in een Christelijk milieu. Werendonk meende dat hij met tucht en redenatie het kwaad van zijn pleegzoon. Floris kon overwin nen, maar onbenaderbaar ver oleef hij verwijderd van het kind dat hij poogde te bevrijden van de schuld van zijn vader. Geen ernstige lezer, die de zeld zaam diepe analyse van de op groeiende jongen volgt, zal er toe komen de opvoeding van de oom onbarmhartig te veroordelen; als bij de Griekse drama's past hier slechts een eerbietig toezien en aanhoren van wat gezegd en ge leerd wordt. Fijn doorweven in het verhaal Is do volkstheologie over verkie zing, oordeel en verwerping, geen ogenblik los van de strak volge houden psychologische analyse in verteltrant. Het bock zal menig psycholoog te religieus zijn, me nig Christen te psychologisch op gebouwd zijn, maar juist wie bei de facetten van dit werk weet te omspannen, zal de volle waarde van dit bock beseffen! Het tragische in dit boek is dat Floris, die liegt en steelt, zijn ge breken en verkeerde neigingen zo bijzonder ernstig neemt. Het raad sel bij deze jongen is de verhou ding van het sprekend geweten tot zijn verkeerde daden. Er is geen groter fout dan, gelijk helaas „EEN HOLLANDS DRAMA" UIT ..Een verstokt hart dat om de zonde niet hullen kan" (pag. 6|. „Wat nlt uw lippen gaat zult gij houden en doen" (pag. 19). „Eén nutteloos ding Is niets, maar tien kun nen nuttig z(jn. Eén enkel boontje acht men niet. maar twintig maken een duit en iedere duit betekent een deel van onzen plicht" (pag. 28). „Alleen met gestrengheid wordt de kwade neiging onderdrukt. Vandaag Is het ondeu gendheid en morgen het verkeerde pad" (pag. 40). „De zondigheid is aangeboren, dat heb Ik nooit zo goed begrepen als nu dat ik het bij een kind zio. Men mag het dan jokken of lie gen no-men. het Is het begin van het kwaad. Hoe komt het kwaad toch In een mens?" (pag. 43). „Het gcstolene kleeft vuil" (pag. 44). „Ja. laten HJ maar pret hebben zolang zij Jong zijn" (pag. 46). „Alles vergaat, ook de zondigheid van de mens" (pag. 53). „Ongerechtigheid vind je ln elk huis. en er wordt meer verheimelijkt dan je denken zou" (pag. 56). Zo vind Je een ondeugd ln welk huis je maar kijkt, hier de leugen of de laster, of de onmatigheid, daar de valsheid, het bedrog, het-gekijf of de heftigheid. De ondeugd w as overal. Hoe kon het ook anders?.... Als de hul zen afgebroken werden, als men kon zien wat er onder lag. zou men niets dan ongerechtig heid vinden van de voorouders, niet In deze straat alleen, maar overal In de stad. In ieder huls woonde een oud spook van de ge brekkigheid" tpmg. 57). „Als je Iets op het hart hebt Is het beter het te zeggen, verzwegen lasten worden al tijd zwaarder" (pag. 60). „Maar recht Is recht, voor het kwaad wordt geboet" (pag. 61). „Je moet bidden, dat Is het enige" (pag. 70) „Vergeet het niet. een mens hoeft geen kwaad te doen als hij het niet wil. Als je het maar niet wil. dan zal God Je steunen" ipag. 801. „Pret maken Is goed. maar vergeel den plicht niet" ipag. 84». „Wij zijn leem, en God Is onze pottebak- ker" (pag. 87). „De jeugd heeft wilde haren" (pag. 90). „Wij zijn maar stof dat weer uiteen valt" (pag. 95). „Als men het geweten vroeg was men zon dig cn naar het geweten te leven was fatsoen lijk. Dat Is wat van den mens geelst wordt" (pag. 102). „Het zijn de zwaksten niet die stram wor den" (pag. 109). „De slechtheid zit ans ln het gebeente, dat ls met geen woorden weg te praten" (pag. 109). „De mens verandert zonder dat je weet waarom cn de reden ervan zit diep" (pag. 109). „Hel Is goed dat de mens zich bewust Is van zijn gebrekkigheid want wie niet gedurig toeziet die struikelt gauw" (pag. 110). „Een vlek op de kleren kon men wassen met water en zeep, maar een vlek op het ge weten ging door en door cn was niet weg te krijgen" (pag. 113). „Den plicht verzaken, struikelen op het pad van dc eerzaamheid, dat volgt vanzelf, cn wie niet toeziet leder ogenblik van den dag, die ligt in het verderf voor hij het weet. Maar er zijn verstokten en het is daar op do- vcmansdeuren kloppen, ook al ziet men er den duivel op het dak staan willen ze niet ho ren" (pag. 117). „Het is ook wel waar dat men van het een In het ander komt en ie kan nooit genoeg oppassen voor de verleiding" (pag. 117). „Met een oprecht hart komt alles goed" (pag. 121). „WIJ mensen zijn te zwak om een ander te helpen" (pag. 133). „Je weet nooit langs welke weg dc verlos sing komt" (pag. 147). „Niet de mensen hebben het oordeel, maar de Heer en daar moet Je het bij vinden" (pag. 150). „Wie eenmaal gevallen was stond moeilijk op cn zeldzaam de mensen die een hand reik ten.... Zolang iemand geen misdaad bedreven had stelde men vertrouwen In hem. maar wie zleh eens vergrepen had verviel er licht een andermaal Ln" (pag. 152). „Hoe de mens ook streed cn wrong, een an dere verlossing was er niet dan een genade" (pag. 153). „Het werk dat ons van den eersten mens af te dragen is gegeven, Is een straf, maar ook een zegen, het houdt ons van veel kwaad af" (pag. 153). „Een braaf mens kan je worden In eiken stand" (pag. 153). „Ja dat is het wel, het kwaad zit In het doen, want zonder dat zijn wij allemaal ge lijk" (pag. 164). „Als je wat op het hart hebt, waarom zeg je het dan niet?" (pag. 165). „De een heeft de kramp In het been, de ander ln het binnenste" (pag. 168). „Het medelij gaat altijd naar den zwakke, en wat de sterke te dragen krijgt daar wordt niet op gelet, al zou hij er onder be zwijken" (pag. 171). „Heb vertrouwen, de ergste beproeving gaat voorbij" (pag. 176). „Er ls zondigheid die zich ln bloed wli was sen" (pag. 183). „De spoken, die den mens benauwden, keer den b!J den nakomeling terug" (pag. 184). (De pagina's verwijzen naar de Pocket-uit gave van J. M Meulenhoff (1960). geschied ls op de achterkant van het boek in pocket-uitgave, te spre ken van „de lichtzinnigheid van Floris". Er gebeuren verschrikkelijke dingen in het kleine huismilieu achter de winkel: tuchtiging en wanhoop, bedriegerij en diefstal, mislukte studie en waanzin wor den ons in al hun finesses ver haald. Tragisch is het altijd aan wezige commentaar der goedbe doelende buren in het praatgra ge Holland! Dc geloofsstrijd van Floris is die van de jongeren van alle tij den, maar bij hem nog tevens er felijk en ziekelijk belast. Zelfs als hij het geluk van een verloofde tijdelijk geniet, zucht de Jongen: „Het zou beter zijn haar te zeg gen dat hij nu eenmaal was die hij was, een leugenaar die wel tijdelijk zonder leugens kon zijn. een dief die zijn best deed niet te stelen, maar vandaag of mor gen zou dc zondigheid sterker blij ken dan zijn wil. Het zou eerlij ker zijn met haar te breken en voor de rest van zijn leven te bid den voor zijn ziel" (pag. 115). Door wederzijdse ontwikkeling geraken Gerbrand en Floris steeds verder vaneen, ondanks, of mis schien juist dóór het feit dat zij aan de zelfde angsten leden. Flo ris beziet zijn toestand, zijn zon den en misslagen van allerlei kant. hij is er steeds mee bezig, maar altijd aanschouwt hij zich zelf door de argwanende ogen van zijn strenge oom Gerbrand. Pogende de neef Floris uit het verderf te redden, stort de oom opvoeder de neef er juist in: als gefixeerd door de machtige le vensovertuiging van zijn oom. weet de jongen zich bestempeld tot boosdoener, dief en misdadi ger. Het huis waafin hij was opge voed. wordt hem tot symbool van verdenking en straf. Hij loopt weg. loopt nogmaals weg. steekt einde lijk het huis misdadig in brand. De weldoener komt om in de vlammen, als gevolg van de wraakneming van het kind dat hij had welgedaan. Personen Laat niemand menen dat Ger brand en Floris de enige twee personen zijn die in deze grootse roman een rol van betekenis spe len. Meer dan veertig personen spelen in dit meesterwerk hun voortdurende of voorbijgaande rol. Daar is de vader van Floris. de oplichter en zelfmoordenaar Ber kenrode, die de kwade geest van de jongen vormt in diens duis tere jeugd. Maar ook is daar de goede, opgewekte geest in het le ven van Floris, oom Frans, de simpele broer van oom Gerbrand. gesymboliseerd in de niet aflaten de zang van de klokken van Haar lem. die geregeld hun licht uit gieten over dit somber en zwaar verhaal. Daar is de zieke, kwijnen de moeder, die hem door te ster ven verlaat; en daar is de verloof de. Wijntje Kroon, die het niet ge lukt om Floris te benaderen. En er zijn de dienstbodes Jansje en Stien, die vagelijk voor hem de moederfiguur vervangen, maar het zijn allen meer opkomende en steeds weer verzinkende beelden dan levende personen die aan zijn leven stuur en richting geven. Het valt op hoeveel ook in dit boek in ieder hoofdstuk gebeurt, maar hét gebeuren wordt in dit boek gevormd door de strijd van Gerbrand Werendonk om de ziel van zijn neef Floris Berkenrode, maar deze laatste gaat onder, verhaast door verstandsverbijste ring. Op goed bedoelde, maar toch onbeholpen wijze wordt Floris door zijn huisgenoten en vrienden gesteund, maar het is geen hulp die afdoende is: hij is een rade loos rondvliegende vogel zonder nest. die óndergaat in de daad die ten gevolge heeft dat zijn oom cn weldoener omkomt in het door Flo ris in brand gestoken woonhuis. Calvinistisch Voor velen is dit een beangsti gend boek, voor ouderen zowel als voor Jongeren. Hier worden krachten uitgeheeld en mislukkin gen getekend die tot de diepste werkelijkheden behoren van het menselijk geslacht! Het gesprek en de overwegingen aangaande dit alles schenkt Arthur van Schendel In een kleine vijftig spreuken, die diep in dc tekst verborgen liggen. Vertoont dit bock het beeld van de specifiek Calvinistische opvoe ding en van de gerefor-meerde re ligie? Men heeft het destijds steeds weer gezegd, cn gesproken van spei i VÜ De religie is in dit boek aller minst genivelleerd, maar zéker is het vraagstuk van zonde en gena de hier niet specifiek religieus gesteld! Het éigenlijk van de Christelijke liefde komt slechts zijdelings aan de orde Immanuel Kant zou wellicht met het hier ge tekende deugden-ideaal genoegen nemen, maar het is niét Christe lijk. niét Bijbels, niét Nieuw-Tes- tamentisch, al beroept de auteur Amerika blijft verplichtingen nakomen Europa moet de Ver. Staten de helpende hand bieden T_TET ZIJN geen politieke mo- LT tleven geweest, die geleid hebben tot de bezuinigingsmaat regelen. welke president Eisen hower deze week heeft afgekon digd. Dat is met name voor de Europese bondgenoten van de Verenigde Staten een geruststel lende gedachte. Een Ameri kaans persbureau verspreidde aanvankelijk een bulletin. waar- In werd vermeld, dat Elsenho wer besloten had. 284.000 mili tairen van bases ln het buiten land naar de Verenigde Staten te laten terugkeren. We konden onze ogen niet geloven en zoch ten reeds naar de motleven,, die lan een dergelijk opzienbarend besluit ten grondslag zouden tunnen liggen en trachtten te doorgronden, welke politieke ge volgen het ln de rest van de we reld zou hebben. En toen kwam er een correctie op het bulletin van het persbureau: niet de mi litairen zouden uit het buiten land worden teruggetrokken maar 284.000 verwanten van de Amerikaanse militairen, die overzee dienst doen. Vergissing Een vergissing van een pers bureau. die zeer gemakkelijk kon worden hersteld, gelukkig geen politieke vergissing, die nooit meer goedgemaakt zou kunnen worden, omdat zij een zware* slag zou hebben toege bracht aan het vertrouwen, dat de bondgenoten van de Verenig de Staten en vele andere landen in de vrije wereld hebben in de vastbeslotenheid van de Ameri kaanse regering, overal ter we reld paraat te zijn om te voor komen dat het communistische blok zijn invloedssfeer door mid del van dreiging met geweld of het gebruik van geweld zal uit breiden. Het zou eer. vergissing zijn, waarvoor niet alleen de Verenig de Staten, maar ook de andere volken in de niet-communis- tische samenleving, die we ge makshalve de vrije wereld noemen, duur zouden moeten, betalen. Niet zozeer, omdat het terugtrekken van Amerikaanse troepen bijv. uit Europa, de de fensieve kracht van het Westen in belangrijke mate zou vermin- derer. Dat behoeft geenszins het geval te zijn. vooral wan neer de Navo-bondgenoten van de Amerikanen de verplichtin gen zouden nakomen, die ze in. dat geval ongetwijfeld zouden hebben. Vertrouwen Het is zuiver en alleen een kwestie van vertrouwen in de bedoelingen, van de Amerikanen. Wanneer de regering te Washing ton er toe zou overgaan, de sterkte van haar troepenmacht in het 'buitenland en dan met rame in Europa te vermin deren, zou dat inderdaad ernsti ge politieke consequenties met zich brengen. De krachten, die al vele jaren achter de schermen werken om ook Europa in het neutrallsti- schc kamp te trekken, zouden itan een wapen in de hand heb ben Om hun inzichten meer In gang tc doen vinden bij dege nen, die in de veronderstelling verkeren, dat Europa nog een bemiddelende factor kan zijn in het conflict tussen de Sowjet- unle en de Verenigde Staten. Een conflict, dat ln werkelijk heid niet alleen de Amerikanen, maar alle volken van de vrije wereld aangaat en rechtstreeks raakt. Crisis Vandaar ook, dat wat op het ogenblik een van de grootste problemen van de Amerikanen is, nl. de financiële crisis, de landen van West-Europa niet onverschillig kan laten. De Ame rikanen hebben Europa om welke redenen dan ook na de tweede wereldoorlog gehol pen op een wijze, die we niet licht zullen maar ook niet mo gen vergeten. Het voornaamste doel van het Marshallplan was, te voorkomen, dat Europa een prooi zou worden van het com munistische monster, dat in fe bruari 1948 Tsjechoslowakije in. een dodelijke greep omstrengeld had. Dit neemt niet weg, dat de Amerikaanse regering zich wel degelijk realiseerde, dat een economisch gezond Europa niet alleen politieke voordelen bood, maar ook een onmisbare voor waarde zou zijn voor het doen toenemen van. het handelsver keer tussen de oude en de nieuwe wereld. Dit laatste was met name in de eerste jaren, waarin het Marshallplan in Europa reeds vele vruchten af wierp, een grote meevaller voor de Verenigde Staten.. Dat kon ook niet anders, omdat men in Europa genoodzaakt was, tal-' rijke dingen uit de States in te voeren om de eenvoudige reden, dat men ze nergens anders kon kopen. Verandering Langzaam maar zeker kwam daar verandering in. Europa leerde zioh zelf weer bedruipen. Na verloop van tijd verloor de economische hulpverlening aan betekenis en. werd meer de na druk gelegd op de militaire hulpverlening, die hoe kan het anders ook uit overwe gingen van economische aard werd verstrekt. Want hoe zo redeneerde men terecht kan een land zijn militaire verplich tingen nakomen, als het econo- misoh niet in staat is, het geld op te brengen, dat daarvoor nodig is. Wanneer die landen, genoodzaakt zouden worden, zelf het volle pond te betalen, zouden er twee ongewenste ge volgen kunnen optreden: de ene consequentie zou kunnen zijn. dat bepaalde landen een voudig hun verplichtingen niet zouden nakomen; een ander re sultaat zou kunnen zijn, dat de veel te grote uitgaven voor mi litaire doeleinden tot een econo mische crisis zouden kunnen leiden, die op haar beurt weer een gevaarlijke politieke situa tie in de hand zou kunnen werken, waarvan (in landen als Italië en Frankrijk) de commu nisten profijt zouden kunnen trekken. Op eigen benen Niettemin lijkt thans de tijd aangebroken te zijn. dat Europa inderdaad ook in militair opzicht meer veel meer zelfs op eigen benen moet leren te staan en dat de lasten, die de landen van de vrije wereld voor hun rekening dienen te nemen, eerlijker dan totdusver worden verdeeld en niet meer voorna melijk aan de Verenigde Staten toevallen. Zo gaan de Amerika nen thans van de gedachte uit dat als de Europese landen prijs stellen op de aanwezigheid van Amerikaanse strijdkrachten in hun deel van de wereld zij bereid moeten zijn, de con- zal in de toekomst geld gaan kosten. Dit geldt wellicht in wat mindere mate ook voor het geld, dat ieder jaar uitgetrokken moet worden om de verdediging van de vrije wereld op een ver antwoord peil te houden. De Verenigde Staten kunnen nu de meeste Europese landen een welvarend bestaan leiden, niet blijven doorgaan, de rijke Uncle Sam te spelen. De moeilijkhe den, die zij sedert vorig jaar hebben, en die zouden kunnen leiden tot devaluatie en dus ver lies van vertrouwen in de dol lar, laten daar geen twijfel over bestaan. Europa moet hieruit tijdig haar conclusies trekken en haar medewerking verlenen om de Amerikanen in de gelegenheid te stellen, hun tijdelijke moei lijkheden te overwinnen, voor dat zij zo groot zijn geworden, dat zij een werkelijke crisis tot gevolg zullen hebben. Een der gelijke crisis zou de Europese landen wellicht nog meer en nog harder treffen dan de Ver enigde Staten... Dat geldt ook voor Frankrijk, dat onder leiding van generaal De Gaulle heeft bijgedragen tot vergroting van. de moeilijkhe den, waarin de Navolanden met elkaar verkeren. We hebben enkele weken geleden nog uit voerig stilgestaan bij de ge volgen van het uitblijven, van een oplossing van de Algerijnse kwestie, die ook De Gaule een minderwaardigheidscomplex van formaat heeft bezorgd. Een complex overigens, dat hij tracht te verdringen door het demonstreren van een mislei dend superioriteitsgevoel. En ook na de maatregelen, die De Gaulle deze week heeft aange kondigd, blijft het de vraag, of Frankrijk nog van dit complex af zal komen. schrikken voor de werkelijkheid, een aarzelende houding aanne men en tegenover de tegenstan ders van De Gaulle's politiek doen, alsof het allemaal niet zo erg en zo ernstig is, als het wel lijkt. Dat deed ook Delouvrier, de persoonlijke afgevaardigde van De Gaulle, die verantwoordelijk is voor de politieke gang van zaken in Algerije. „De dag der beslissing is nog veraf", zei hij voor radio Algiers en in zijn re devoering liet hij voral uitko men. wat er niet zou gebeuren en hoe lang het nog zou kunnen duren, voordat er werkelijk iets zou komen van dingen, die vol gens de plannen van De Gaulle dan wel verwezenlijkt dienen te worden. Met andere woorden: Delouvrier tracht de moeilijk heden uit de weg te gaan, ter wijl De Gaulle er op het ogen blik kennelijk op uit is, in Al gerije grote schoonmaak te hou den en vervolgens het op een beslissende krachtmeting tussen hem als verpersoonlijking van het gezag en zijn burgerlijke en militaire tegenstanders in Alge rije en in Frankrijk zelf te la ten komen. Lagaillarde Ook de vrijlating van Pierre Lagaillarde, de parachutisten- kapitein met zijn fascistische op vattingen, die in het begin van het jaar de revolutie in Algiers tegen het gezag van De Gaulle leidde, is op een bijzonder slecht gekozen ogenblik gekomen.. Wel iswaar werd de invrijheidstelling op louter formele gronden bevo len, maar dat neemt niet weg, dat zij koren op de molen van de Europese extremisten in Alge rije is. De wijze, waarop Lagaillarde zich tot dusver tijdens het pro ces, dat tegen hem gevoerd wordt, heeft gedragen en de ar gumenten, die hij gebruikt heeft om zijn houding tijdens de re volte van dit jaar te verdedi gen, doen vermoeden, dat het moeilijk zal zijn hem te veroor delen. En wanneer een ver oordeling zou uitblijven, dan zou Lagaillarde er in geslaagd zijn. De Gaulle zijn plaats in de ver- dachtenbank te doen innemen. Kongo Uitslag zich via zijn beschreven personen op Paulus. Wél kan gezegd worden dat het opvoedingsklimaat van dit boek in menig orthodox-protestants ge zin gedurende de vorige eeuw was terug te vinden, waarbij opge merkt zou kunnen worden dat men in dit boek eerder het kli maat van de Afscheiding van 1834 terugvindt, dan dat van dr. Kuy- per en de Doleantie. Maar dat al les raakt slechts het klimaat en het milieu, niét het Evangelie waaraan Afscheiding en Dolean tie hun wezenlijke stuwkracht ont leenden. Veeleer is dit grootse boek een ernstige waarschuwing dat ieder ideaal ideehet werkelijkheids- bewustzijn dreigt te vernauwen, en dat deze vernauwing uiteraard vervlochten is met de mentaliteit die in een bepaalde kring leeft. Zulks is mogelijk in een Christe lijke kring, ook in een Calvinis tische kring. In dit boek toont ons de auteur hoe menselijke moraal en Godde lijk Evangelie op vreselijke wij ze verwisseld kunnen worden. Van Schendels analyse zou niet zo in dringend en indrukwekkend zijn ge worden, wanneer deze verwisse ling niet óók in menig orthodox- protestantse kring voorkwam. Om deze reden is dit boekwerk ook voor vrijwel iedere Christen in hoge mate actueel, en verdient het na vijfentwintig jaar ook in onze Christelijke kring de vólle aandacht! De Gaulle heeft nu een volks raadpleging in het vooruitzicht gesteld, die hem in staat moet stellen, zijn plannen met betrek king tot Algerije uit te voeren, zonder dat hij de goedkeuring van het parlement behoeft te vra gen. De grondwet van de Vijfde Republiek op maat gesneden voor De Gaulle zelf biedt de Franse president de mogelijk heid aan de hand van een refe rendum per decreet besluiten te nemen. De uitslag van deze raadple ging van het Franse volk lijkt niet twijfelachtig. Op wapenstil standsdag is wel gebleken, dat De Gaulle wat Algerije betreft wel de meerderheid van de Fransen achter zich heeft, om dat zij de strijd in. Noord-Afrika, waaraan veel mannen en zonen als dienstplichtigen deelnemen, beu zijn. Bovendien, beseft men in Frankrijk wel degelijk dat Al gerije een verloren zaak is voor hen, die verwachten, dat de Franse heerschappij over tien miljoen mohammedanen zou kunnen voortduren. En men rea liseert zich, dat zo er al een mogelijkheid is om zonder kleerscheuren uit de Algerijn se affaire tevoorschijn tc komen De Gaulle de enige is, die in staat mag worden geacht, de minderheid te dwingen, zich bij de wil van de meerderheid neer te leggen in het nastreven van een aanvaardbare en voor beide partijen verantwoorde oplossing van het Algerijnse próbleem. Wan.t daar zal het op aanko men: de kleine minderheid in Frankrijk en onder de Europea nen in Algerije, die zich met hand en tand tegen iedere wij ziging van de bestaande toe stand willen verzetten, onder de duim te houden. Zorgen En juist wat dit laatste be treft, is de bezorgdheid in de af gelopen week weer toegenomen. We ontkomen niet aan de indruk dat De Gaulle nu eindelijk eens doortastend wil gaan optreden, maar dat zij, die aangewezen zijn om de politiek van de gene raal voor te bereiden en uit te voeren, niet achter zijn plannen staan en in de praktijk terug- In Kongo viert de verwarring rog steeds hoogtij. De afwezig heid van president Kasavoeboe heeft totdusver weinig of .geen invloed gehad op de gebeurtenis sen in het door onrust verscheur de land. Zijn tegenwoordigheid in New York heeft ook nog niet het gewenste resultaat gehad al mag de invloed, die hij op de besprekingen van de komende dagen zal uitoefenen, toch ook weer niet onderschat worden. Men. heeft ln de Algemene Ver gadering van de Verenigde Na ties nu voor het eerst te maken met een figuur, die werkelijk als een vertegenwoordiger van Kongo mag en moet worden ge zien. Zelfs de landen,, die vast willen houden aan het herstel van Patrice Loemoem'ba als pre mier van Kongo kunnen niet ont kennen, dat Kasavoeboe op re gelmatige wijze tot president van dit land werd gekozen. Of zij ook zullen erkennen, dat hij als president in het huidige sta dium van verwarring de enige is, die namens de Kongolezen kan spreken, is de vraag. Dat neemt eohter niet weg, dat ook zij rekening dienen te houden met het feit, dat Kasa voeboe in New York ls en dat het erg moeilijk zal zijn, de meerderheid van de Algemene Vergadering der Verenigde Na ties er van te overtuigen, dat de zaken in Kongo geregeld kun nen worden met veronachtza ming van de mening van de president van dit land, die zich gesteund weet door de militaire machthebber kolonel Moboetoe, die totdusver de situatie in even wicht heeft weten te houden, ondanks de vaak al te partijdige bemoeienissen van de vertegen woordigers van de volkerenor ganisatie ln Leopoldstad. Turkije Ook in Turkije hebben zich ernstige moeilijkheden voorge daan. Generaal Gursel, die ook uit de strijd van de afgelopen maanden, als „sterke man" naar voren is getreden, zag zich ge noodzaakt, veertien jonge offi cieren te verwijderen uit de mi litaire junta, die sedert de val van het regiem Menderes de la kens in Turkije uitdeelt. In Europa zijn we geneigd, alle door militairen geleide regerin gen met wantrouwen te bezien. Altijd blijft het gevaar bestaan, dat de militaire leiders, die vaak met de beste bedoelingen een staatsgreep uitvoeren, la ter niet de moed kunnen op brengen om weer naar de ach tergrond te verdwijnen en de politieke zaken over te laten aan de door het volk gekozen of alsnog te kiezen volksverte genwoordiging en dc uitvoeren de macht, die een afschaduwing dient te zijn van het krachten spel. dat in het parlement in al le vrijheid tot ontwikkeling moet kunnen komen. Het verleden heeft geleerd, dat men in Tur kije met omzichtigheid te werk moet gaan. vooral na wat er in de afgelopen jaren is gebeurd. Het zou echter bepaald onjuist zijn, als de militairen zich om die reden schuldig zouden ma ken aan dezelfde fouten, die zij in anderen meenden te moeten bestrijden. Ander uiterste Te oordelen naaf de uitlatin gen van generaal Gursel wilden de veertien jonge officieren stre ven naar bestendiging van het militaire regiem er dus in een ander uiterste vervallen. Gursel heeft de moed kunnen opbren gen. drastisch tegen deze groep op te treden, voordat het te laat zou zijn. En dat is een ver schijnsel, dat we na alles wat zich dit jaar en daarvoor in Turkije heeft afgespeeld, slechts van harte kunnen toejuichen. Wanneer de generaal er in zou slagen, binnen afzienbare tijd de zaken, in zijn land te normalise ren en wat belangrijker is, te democratiseren, zou zijn drasti sche ingreep niet vergeefs zijn geweest...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 20