OPENBARING boeken ló opluclxtincf in Haast elke dag dondert het in 't Rooth AAN de weg van Heerlen naar Aken ligt Margraten zo bekend geworden door de duizenden witte kruisen, die daar op Amerikaanse oorlogs graven werden geplant. Een indrukwekkende hoge stenen zuil, die doet denken aan een reusachtige lucifers doos, roept al uit de verte trieste herinneringen op. Evenals de „Union Jack", de vlag der Ver. Staten, die tientallen meters boven al die graven uit wappert, aan een slanke, wit geschilderde mast, met in het uiterste top je een zwaar vergulde knop, die schittert in de middagzon van een mooie herfstdag. Maar iets verder nog naar de Duitse grens ligt nog een ander plaatsje, dat 't Rooth heet, onder Margraten ressor teert en een bevolking heeft van circa 200 zielen. Ze is - verdeeld over een goede der tig boerderijtjes, die tezamen een honderd ha. bouw- en grasland bezitten, temidden van veel bos, dat het Zuid limburgse heuvelgebied zo'n byzondere charme verleent. Ook in 't Rooth heeft enige tijd een sombere sfeer gehangen.on - danks de fraaie natuur, waarin het ondergedompeld werd. Doch de oorzaak daarvan was weer een heel andere. Hier stond het zijn of niet zijn van de hele bevolking op het spel, omdat het f er kortgeleden nog I naar uitzag, of 't Rooth zou ten of fer vallen aan de ■j Nekami, de Ne derlandse Kalk- en Mergelindustrie, die in 1937 in deze omgeving door een* zekere heer Ham ming werd opgezet en sindsdien is ontwikkeld tot een groot bedrijf, dat thans door de zoon L. Hamming wordt geleid. Maanden achter een heerste er on der al die boeren mensen een ge drukte sfeer. Want de gebondenheid van een boer aan zijn bodem is, voor al als hij er al van geslacht op ge slacht heeft ge woond en ge wrocht, onvoor stelbaar sterk. Totdat op het einde van deze zomer het verlos sende woord gesproken werd: nog dertig jaar zal het rumoer van de ratelende graafmachines halt hou den voor die kleine, knusse ge meenschap, al zullen zware ont ploffingen van het springcomman- dg der mergelonderneming wel voortdurend blijven waarschuwen, dat er toch eenmaal een einde moet komen aan het bestaan van 't Rooth. Boeiend Dat alles neemt intussen niet weg, dat het voor de buitenstaan der een boeiend schouwspel is, dat openlijke gewroet in die al oude aarde tot op een diepte van vijftig meter, gade te slaan. Stelt u zich eens voor, een paar enor me kuilen, waar gemakkelijk en kele voetbalvelden in passen waar in onophoudelijk zware vracht auto's als kinderspeelgoed op een tafel rondcirkelen, waarin trac tors als slakken voortkruipen en waarin zgn. hooglepcls met woes te happen honderden kilo's mcr- gelpuin tegelijk opheffen, om ze even later met veel lawaai in de laadbakken der transportwagens uit te spuwen. Rondom dat alles een prachtige, haast ondoordring bare krans van loofbomen, wier bestaan niet naar beneden, doch j naar boven is gericht. Wat voert men daar nu uit in die groeve en wat is het doel? Reeds kenden we de Enci. de Eerste Nederlandse Cement-Indus trie te Maastricht, die zich vele jaren geleden al op de St. Pie tersberg wierp en nog altijd bezig is hem te vermoorden. Omdat we huizen nodig hebben en kantoren en fabrieken, verkeerswegen en kademuren en wat al niet meer. Van die mergel uit Maastricht m wordt dus voornamelijk cement gemaakt; nadat er eeuwen achter een in die berg was gehakt en gezorgd voor het verkrijgen van mooie, uniforme .steen "blokken, die toen ook al de mensheid moes ten dienen voor de bouw van wo ningen, kerken, stallen etcetera. De roergel uit 't Rooth is even wel noch bestemd voor de bouwe rij. noeti voor de aanleg van auto- banen", maar voor het binden van die stof, waar geen plant bui ten kan: de stikstof. Daar men nu stikstof zoals die in steeds grotere mate gewon- I nen wordt in de mijnstreek, alsook bij de Hoogovens in Velsen onmogelijk in gastoestand aan de akkers en weilanden kan toever trouwen, moet ze eerst door een vaste stof worden opgenomen. En daartoe leent zich bij uitstek de mergel, die na een ingewikkeld chemisch proces promoveert tot een eersteklas mest. welke zich in korrelvorm keurig laat verpakken, gemakkelijk vervoeren en prettig over de landerijen laat uitstrooien; opdat de gewassen meer vrucht Op deze wijze wordt de mer gel in fijne toestand uil de groeve weggevoerd. Twee elevators, met een paar hon derd emmertjes eraan, die functioneren als emmers van een baggermolen ontwikkeling, die alle uitzicht op de groeve soms ontneemt. ,,Vind je 't leuk werk?" vroe gen we de jongste van het drietal, dat was uitgerust met stalen hel men en blauwe overalls. ..Ja, ik vind het wel lollig", antwoordde Arie J. van Tol, een kort, stevig kereltje uit Maas tricht. Maar André Bijers uit Ca- dier en Keer. en Henk Souren uit dat zelfde dorp, die al weer een paar jaar ouder zijn. haalden de schouders op. en deden een tikkel tje blasé, alsof ze zeggen wilden: och, je hebt van 't slijpen net zo veel als van het draaien. Boren Het tpringcommando dragen en zelfs op arme gronden redelijk gedijen. Het is dus wel een buitengewoon nuttig werk. wat daar in 't Rooth wordt verricht. Kapmes Kort voor de oorlog begon men er te zwaaien met het kapmes, totdat er een stuk kale grond was ontstaan. Toen werden er drag lines ingezet, die eerst de boom stronken verwijderden en vervol gens een laag bruine aarde van 10 tot 12 meter dikte, de zgn. Lim burgse löss. Daarna stuitte men op een geelachtig, betrekkelijk zacht gesteente, waarom alles be gonnen was: de mergel! Niet. zoals eertijds, ging men daarin hakken en zagen, doch men nam springstoffen te baat. die re gelmatig door de vermaarde fa briek te Muiden in patroonvorm worden aangevoerd. En het zijn drie nog jonge kerels, die niets anders doen dan gaten in de mer gel boren, wel 40 tot 60 per dag: daarin dan patronen stoppen en ze elektrisch tot ontsteking bren gen, waardoor geweldige explosies ontstaan, vaak gepaard gaande met een kolossale stof- en rook- Blik in de mergelgroeve in 't Rooth, een geweldige kuil, waarin de arbeiders lilliputters lijken. Eigenlijk ziet men op deze foto nog maar de halve groeve, want er vlak naast is nóg zo'n kuil. Beide staan met elkaar in verbinding met de weg rechts. „Als je eenmaal een put hebt", zei Arie, „en dus een wand, ga je horizontaal boren. Dat doen we met lucht. En zowat 4 meter diep. Die boren zijn maar 32 milli meter dik, daar de patronen dan al in de gaten passen. Elke pa troon is 20 centimeter lang, zodat er 'volgens Hartjes zo'n 20 in een gat gaan. Maar er worden er slechts 8 ingestopt, plus nog een slagpatroon, die met een elektri sche vonk ontstoken wordt." Toen we bij de groeve aankwa men, werden we, zonder dat ,.de schietploeg" het wist, al meteen door een ontploffing opgeschrikt. Ze was zéér zwaar, wat we later ook wel konden begrijpen, toen we hoorden dat als er een vijftig ga ten geladen zijn, er ook ongeveer vijftig kilo springstof aan te pas komt. Daarbij gevoegd de galm tussen de hoge mergelwanden. rolt het geluid weg als dat na ccn hevige donderslag. ..Kunnen jullie het nog eens over doen?" vroegen we ..het sc'.iietcommando", omdat onze fo tograaf tot veel in staat is, maar nog niet toveren kan. Toen begonnen die Limburgse jongens hard te lachen, keken eens een beetje schuw rond waar de baas uithing en merkten op: 't Is hier niet zo als op de hazen jacht. Dat schieten van ons kost hopen geld. Eerst moet al dat nieuwe puin worden afgevoerd. Als ze daar vanmiddag mee klaar komen willen we na ons werk nog wel een demonstratie geven. Mor gen hebben immers toch weer nieuwe mergel nodig en regen verwachten we niet. Hoe droger de mergel nl. blijft, hoe beter het is." Zo gezegd, zo gedaan. En 's mid dags om 5 uur waren we weer present, opdat ook wij konden schieten, al was het dan maar een plaatje. We zagen Arie en z'n makkers met lange elektrische draden zeu len, daaronder in die geweldige kuil. Daarna werd in het midden van de groeve een gebogen stalen scherm neergezet, dat wat van een kactielscherm weg had al zal het echt wel wat dikker zijn geweest. Toen zochten twee van de drie een goed heenkomen, en nadat Arie achter dat scherm dek king had gezocht hoorden we zo iets als „jetzt geht's los Niet zo erg Maar 't ging helaas nu niet zo èrg „los". Nee. 't was ditmaal meer geschreeuw dan wol. Er was veel minder stof- en rookont wikkeling, het mergelpuin vloog ook niet zover weg als 's voor middags, toen het zelfs op de ba rakken neerkletterde, die voor de werklui boven langs de groeve zijn gebouwd, kortom we vonden het maar een „sof". Arie vertel de ons na afloop echter, dat deze schietpartij veel beter was gelukt dan die van 's ochtends. „Want als 't goed is", zo zei hij, „moet je helemaal geen rook zien. Dit bewijst, dat de explosie flink naar binnen is geslagen en dan maakt ze de meeste mergel los." Wij hebben toen maar niets meer gezegd en alleen aan ons plaatje gedacht. Ten slotte hebben Arie en z'n collega's niet voor niets een speciale schietopleiding bij de Staatsmijnen gehad. Voor het overige hadden we de zaken 's morgens al bekeken. Na dat de losgeslagen mergel in bon ken van allerlei afmetingen en ook wel in fijn poeder naar beneden was gegleden en tot rust was ge komen, reden auto's het puin naar een andere hoek van de groeve, waar het op een rooster werd ge stort. dat boven een bunker was aangebracht. Alleen de grotere stukken bleven op het rooster lig gen, die er evenwel ook door ver dwenen. als er een paar klappen op gegeven waren. Onder in die bunker kwam de boel op breek- machines terecht, zodat de stuk ken nog kleiner werden gemaakt en ze vervolgens met twee trans portbanden naar twee zeefmachi- nes werden geleid. Wat niet door die zeven gaat leiden de transportbanden naar twee hamermolens, die alles fijn malen. Verschil Nu is er tussen fijn en fijn. ook in de mergelindustrie, nog een groot verschil. De mergel, die ge malen moet worden, blijft nl. toc'.i aan de grove kant. Men kan ze nóg wel fijner krijgen, maar dan zou men ze nóg eens moeten ma len en dat wordt te kostbaar. Daarom wordt de uitgezeefde. d.i. heel fijne mergel, scherp geschei den gehouden van de gemalen mergel. Beide soorten worden, elk met een eigen transportband, naar haar eigen elevator geleid, apparaten, die veel lijken op bag germolens met hun ronddraaiende emmertjes. Ze staan opgesteld te gen de steil omhoog gaande wand van de groeve en brengen beide soorten mergel met veel gekraak en gepiep bijna vijftig meter om hoog, om ze daar over te geven aan twee andere transportbanden, die de mergel in tijdelijke opslag plaatsen deponeren. Dit zijn vier metalen silo's, die aan de onder kant een trechter hebben, welke men slechts behoeft open te zetten om deze fijne mergel in vracht auto's te storten die ze ten slotte naar de klanten brengen. Elke si lo kan 37.000 kilo bevatten, terwijl er nog een betonnen bunker voor reserve aanwezig is. met een in houd van 350 ton. De totale dag- produktie varieert van 1500 tot 1800 ton of 380.000 ton per jaar, zo dat een voortdurende afvoer wel dwingend noodzakelijk is De Nekami heeft drie grote klanten voor haar produkten die ongeveer alle evenveel afnemen. Behalve het Stikstofbindingsbe- drijf in Geleen en de Hoogovens xi- IN DE PUT g ZITTEN - ALS VAK Als de mergel uit de groeve met elevators omhoog is gebracht, verdwijnt ze ten slotte via deze transportbanden in de silo's, van waaruit ze in de eronder rijdende vrachtauto's vult en naar de stikstofbindingsbedrijven wordt vervoerd. Üe Staatsmijnen ko men met rijen ttagens, die 30 ton meenemen. !\'aar de Hoogovens gaat het transport grotendeels per schip. ZATERDAG 19 NO\ >IBER 1960 waarheen tiet transport per schip geschiedt zit er in Borgharen CL.) nog een geheel particulier stikstofbindingsbedrijf. nl. dat van de fa. Ankersmit. dat evenals de andere twee goede zaken doet. Niet dieper „Waarom graaft men zo'n groe ve nóg niet dieper uit dan 50 me ter'.'" zo vroegen we de heren L. Mulder en E. P. Coorens. die de leiding hebben op het bedrijf en ons uit dien hoofde al deze dingen reeds hadden meegedeeld. „Hoe dieper we komen, hoe minder cal- ciumcarbcnaat (kalk) de mergel bevat. En om die kalk draait nu eenmaal alles. Ook wordt het vochtgehalte in de diepere mer- gellagen te hoog. Men zou dan moeten gaan drogen, hetgeen al leen maar prijsverhogend werkt. Liever dus schuift men steeds een beetje op bij de mergelwinning. Waar de mergel is weggehaald wordt de kuil weer dichtgegooid met de elders afgegraven löss- grond en krijgen de boeren een op geruimd stukje land terug. Ten minste. als ze vooitieen land wa ren kwijtgeraakt aan deze indus trie. Want er is een bepaling ge maakt. die de mergelfabrikant de verplichting oplegt, het verlaten terrein weer in heuvelachtige toe stand af te leveren, voor zover het oorspronkelijk ook heuvelachtig was. E<n waar eenmaal bebossing is geweest moet ook weer bebos sing terugkomen." Er wordt ook nog door de Ne kami absoluut korrelvrije mergel geproduceerd. Dat is dan gezeef de mergel, die daarna nog een keer wordt gezeefd. Deze is te duur als stikstofbindlngsmiddcl, maar is gewild voor de fabricage van sierbeton. Sierbeton is niet al leen mooier dan gewone beton, doch het water heeft er veel min der vat op, daar er niet zo gauw scheurtjes in komen. En dus vriest het ook niet zo gauw stuk. Tijdens de werkzaamheden in de groeve doet men nogal eens in teressante vondsten uit de prehis torische tijd, vondsten die aanto nen, dat ook Zuid-Limburg een maal zee was. Men vindt er bijv. herhaaldelijk zee-egels, uiteraard volkomen versteend, maar toch bij velen erg in trek. Ze hebben de vorm van een tialve appel en zijn slechts weinig groter. Wie ze flink afschuurt houdt een fraai -glan zend stuk steen over. dat nogal eens op een bureau terecht komt om te dienen als presse-papier. Tal van toeristen die 's zomers bij duizenden een bezoek aan de groeve brengen azen erop. Nu er geen toeristen zijn, kregen wij er van Arie zo maar een cadeau. Dat vonden we een aardige geste van hem en dus speet het ons, niet op zijn uitnodiging te kunnen in gaan nu ook nog even een kijkje met hem te nemen in het mu nitiedepot. Dat had hij ons zo graag willen laten zien. Maar wij vonden dat „vanaf- het-randje-kljken" in die groeve al huiveringwekkend genoeg. Te huiveringwekkend, om daarna nog eens een in een berg uitgehakte kamer binnen te gaan en daar al leen te zijn tussen duizenden van die lange patronen. Die knallen ons een beetje al te hard.... Hier kijkt men tegen de vijf tig meter hoge wand van de mergelgroeve in 't Rooth (LJ, naar juist weer vijftig; kilo springstof liuar werk deed. Links en rechts het weggesla gen mergelpuin. Op de voor grond materiaal voor de elek trische ontsteking van de springstof. De zwarte laag grond boven de mergel is een lösslaag, die 10 a 12 meter dik is. Het is uitstekende teelaarde, uaarin de bomen best gedijen. van ohanneó In de mond van twee getuigen, bomen die voor God zich buigen, kandelaars von levend licht, staande voor zijn aangezicht, is de bitterheid gegeven van het ontoereikend leven. Twaalfhonderd en zestig dagen duisternis en bloed en plagen, en bezegeld met de dood, en hun lijken naakt en bloot in de godvergeten straten aan het volk te kijk gelaten. Totdat hen Gods geest komt groeten en dan staan zij op hun voeten, en zij klimmen in den hoge hemel op voor aller ogen. Tekst: dr. J. W. Schulte Nordholt; droge naald-ets: Ria Exel Nu het kerstfeest nadert, zijn, zoals elk jaar, bij de uit gevers Jan Haan te Gronin gen, W. D. Meinema te Delft I en G. F. Callenbach te Nij- f kerk een aantal goede kinder- boeken verschenen. Om te beginnen met de uit gaven van Jan Haan, zij zijn wederom goed verzorgd, dit zowel bij de goedkope als de meer prijzige. Een aardig verhaal voor dc kleintjes is „Tjibbie begrijpt het" van Coby Goedhart. Het gaat over een dierenvriendje. Voor de kinderen van acht tot tien jaar zijn „Het verlaten kasteel" van Meeuw van Rot terdam en „Als de kaarsjes" van Gé Verhoog aan te bevelen. Beide boekjes zijn goed ver teld en geven op onopvallende wijze een lesje in de christelijke naastenliefde. Voor de oudste zondagsschoolkinderen is „Het kolenschip van Venlo", van J. de Haan, een aardig boekje over een minder bekend historisch ge beuren. „De Generaal" van Arend Al- gra is een mooi zendingsver- haal. Goed geschreven, zonder vals bekeringssentiment en te- f vens leerzaam als het gaat over de gewoonten bij de Dajaks. Daarmee vergeleken is „Het witte mannetje" van G. van Heerde van minder gehalte. Als laatste boek is „Bullie springt een gat in de lucht" van R. Weerstand te vermelden. Een spannend jongensboek. De christelijke sfeer van dit boek valt niet op. maar spreekt er wel uit. Het kind wordt de waar de van het schuldbckennen on der het oog gebracht. Over het algemeen oen aan tal goede christelijke kinderboe ken. De hoekjes, die bij de uitge ver W. D. Meinema te Delft zijn verschenen, zijn eveneens werkelijk aardige kerstcadeau tjes, waarvan de kosten geen bezwaar zullen opleveren. De boekjes dragen een uitgesproken christelijk karakter, de meeste zijn leuk geïllustreerd en van ccn fleurig omslag voorzien. Erg aardig voor de kleintjes van zes tot negen jaar is het boekje van Jenny Slegers-Kwak- kel: „De vogeltjes van Hum meloord." Ook: „Het holletje in de dikke boom", van Dolf Kloek, is het noemen waard Het is een vrolijk boekje; leuk om voor te lezen. Voor dc meisjes van acht tot tien jaar scheef Jeanette van Beilen: „En Marijke gaat ook uit." Dit is een heel mooi boekje met fijne illustraties. Verder zijn er dan nog de boekjes voor de wat oudere kin deren. Hieronder is: „Zo'n jon gen uit de Jordaan", van J. J. Frinsel, wel het meest opval lend. Een spannend en goed boekje, dat bovendien zuiver christelijk is, zonder zeurderig te zijn. Voor kinderen die van avon turen houden zijn er tenslotte: „Dat waren spannende dagen", van Elja Vlas, een verhaal uit dc hongerwinter, en: „De Poort- wachterszoon". van H. te Mer- we. Wij hebben gemeend in het bijzonder op dc bovenstaande de aandacht to moeten vestigen. Men kan een keuze doen uit een ruime collectie. Keurig verzorgde boekjes heeft ook de uitgeverij G. F. Callen bach N.V. dit jaar weer uitge geven. „Heimwee naar Nieuw Gui nea" van Co van der Steen-Pij pers. voor kinderen van 1114 jaar is het verhaal van Leo van Heusdcn, een jongen die met z'n ouders en zusje in Nieuw-Guinea woont. Voor zijn gezondheid is het beter dat hij terug gaat naar Holland. Daar beginnen de moeilijkheden, want Leo kan in Nederland niet wennen. Pas als Leo bij vriendelijke mensen in huis wordt opgenomen heeft hij vrede met zijn verblijf in Holland. Maar voor het zover is, hebben de kinderen in span ning gezeten over de lotgevallen van Leo Van K. Norel is verschenen „Dc leeuw van Rorée", voor kinderen van 12 jaar en ouder. Een verhaal uit de tijd van de geloofsvervolging. Boeiend ge schreven en zeer zeker leer zaam. Aardige illustraties in een spannend boek heeft „De Fran se spion" van P. de Zeeuw J. G Zn. De bezetting van Bergen op Zoom in 1747 is het onderwerp van dit verhaal, waarin twee jongens. Jacques Landberg en Toon Rcuterkamp de hoofdrol spelen. In „Dorens en de kinderen van Tocroe" vertelt Phia van den Bcrgh voor jongens en meisjes van acht tot elf jaar op een frisse manier over kinderen die wonen in Nieuw-Guinea. Voor meisjes van zes tot acht jaar is „Hanneke" van Co van der Steen-Pijpers werkelijk een enig boekje! „Toen de boshaan riep", ge schreven door Cor Bruyn, is ge schikt voor kinderen vanaf twaalf jaar Het vertelt over ccn vader en zijn kinderen in het hoge Noorden. Het is spannend en bijzonder levendig geschre ven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 17