Rode vredesballon
Nyborg opgelaten
in
VELPON
Uw probleem is het onze
Verbreking contact met
oostelijke kerken dreigt
Meningen van anderen
Ook Geref. kerken
achter Plan-Kret
Een woord voor vandaag
R.k. pleidooi in Ver. Staten
voor scheiding kerk en staat
VICTORIA-WATER
Kerk moet zich bekeren,
zegt Praags professor
2
ONZE INDUSTRIALISATIE
naoorlogse economische politiek van onze overheid verschilt van de
vooroorlogse.
Vóór 1940 alleen noodgedwongen ingrijpen op enkele terreinen om de ergste
druk van de felle crisis te verlichten. Na 1945 een systematisch en bewust
beleid voor het opvoeren van het nationale inkomen. Om dit te bereiken
moeten onze produktiefactoren (industrie, landbouw, verkeerswezen, handel,
dienstenverkeer) zo volledig mogelijk ingeschakeld en benut worden. Maar
moet ook op een grote en stabiele werkgelegenheid worden aangestuurd.
Is dit laatste in tijden van terugslag een moeilijkheid, nog zwaarder wordt
de taak van de overheid, als zij de enorme geboortegolf pal na de oorlog,
die na 1960 de arbeidsmarkt gaat bereiken, in haar berekeningen verwerkt.
Wij zien dit probleem thans met het gebrek aan arbeidskrachten niet
somber in. Maar een goede tien jaar geleden piekerde de overheid wel heel
erg over het vraagstuk, hoe die extra handen aan werk en die extra monden
aan voedsel te helpen. De enige oplossing is: méér werkgelegenheid en méér
produktie. En hiervoor moest, zo stelde de overheid na een onderzoek vast,
grotendeels de industrie zorgen.
Van meet af aan heeft de overheid zich op het standpunt gesteld, dat zij bij
deze industrialisatie een taak had, dat zij richting moest geven, maar ook
dat zij financieel en fiscaal de helpende hand moest bieden.
Uit deze overwegingen zijn de industrialisatienota's onstaan, waarvan de
eerste in 1951 en de zevende deze week verscheen. Die laatste bestrijkt de
periode van midden 1957 tot eind 1959.
Het is in dit tijdvak dank zij de gunstige gang van zaken in ons bedrijfs
leven zeer goed gegaan met de industrialisatie, dus met het uitbreiden
én moderniseren van onze industrie. Er werd in deze^sector niet minder dan
5900 miljoen geïnvesteerd, per jaar dus gemiddeld 2350 miljoen, hetgeen
7 meer was dan in de zesde industrialisatienota (in mei 1958 aangeboden)
als noodzakelijk werd geacht.
Een pikante bijkomstigheid is, dat de industrialisatie intussen zó'n vaart
heeft gekregen, dat de overheid beducht is geworden voor de gevolgen op
de aorbeidsmarkt. Daarom dat zij de expansie tracht in te tomen door de
fiscale tegemoetkoming te verkleinen en door minder gemakkelijk toestem
ming te geven voor industriële bouwprogramma's.
Zeer frappant is het, dat de industriële produktie is gestegen (in 1959 bijna
10 boven 1957; thans weer 15 boven 1959), zonder dat het aantal te werk
gestelde personen opliep. Van 1957 tot 1959 daalde de personeelsbezetting
zelfs licht; in het midden van dit jaar was zij weer even groot als in 1957.
Dit is een duidelijke aanwijzing en dat is de eerste conclusie dat naast
de industrialisatel in de breedte (meer industrieën) ook de industrialisatie in
de diepte (meer en modernere machines) steeds belangrijker wordt. Hier
door wordt niet alleen de kwaliteit'van onze industrie verbeterd, maar wordt
ook de produktie per arbeider opgevoerd, waardoor uiteindelijk onze con
currentiepositie op de internationale markt wordt versterkt. De volgende
indexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek illustreren dit:
1953 100 1957 1959 le hlfjr '60
industr. prod127 139 154
pers. bezett111 109 111
prod, per werkn115 127 139
De tweede conclusie uit de nota is niet minder interessant. Door de industria
lisatie is niet de werkgelegenheid in de industrie maar wel in de diensten
sector vergroot. Het aantal werkenden in ons land laat namelijk de volgende
verschuivingen zien:
In duizenden 1957 1959
in de landbouw 470 455
in de industrie 1729 1720
bij de diensten 1568 1604
bij de overheid 349 356
totaal werkenden 4116 4135
Dit achterblijven van de personeelsbezetting in de industrie bij het tempo
van de industrialisatie is een natuurlijk verschijnsel in een opgaande con
junctuur. Inderdaad is die achterstand dit jaar dan ook al weer ingelopen.
Bij het stijgen van het levensniveau wordt ook de dienstverlening belang
rijker; dit verklaart de niet verwachte sterke groei van deze sector. Maar
ook al was de ontwikkeling anders dan de overheid oorspronkelijk had aan
genomen, zij blijt hameren op een krachtige, verdere uitbouw van ons in
dustriële apparaat om voor de aanzienlijke toeneming van de beroepsbe
volking werkgelegenheid te scheppen.
En tot slot de derde conclusie uit de nota: het regionale industrialisatie
beleid, dat bedoeld is om de structurele werkloosheid in bepaalde delen van
ons land te bestrijden, heeft enkele vruchten afgeworpen. In de periode 1950
tot 1959 nam de werkgelegenheid in de drie noordelijke provincies met 23,6
toe, in de drie zuidelijke provincies met 22,8 in het oosten met 11,4% en
in het westen met 6 Maar dat wij er nog lang niet zijn, zegt de nota ook:
in het bijzonder in het noorden bestaat er nog een niet onbelangrijke struc
turele werkloosheid.
Door haar regionale beleid wil de overheid een te grote industriële con
centratie in het westen vermijden en een vestiging elders bij voorkeur in
de probleemgebieden bevorderen. Niet door het invoeren van een stelsel
van industriële vestigingsvergunningen maar wel door een verbetering van
het klimaat: een premie- en prijsreductieregeling op industriëgebouwen en
-terreinen, betere wegen en gunstig gelegen terreinen.
(Van onze kerkredacteur)
NYBORG, donderdagmorgen.
1~\E BOODSCHAP die de derde vredesconferentie van Praag aan
de christenen van de wereld heeft gericht, is officieel op tafel
gekomen in de conferentie van Europese kerken in Nyborg. In deze
boodschap wordt scherpe kritiek geleverd op het Westen terwijl met
geen woord wordt gerept over de onvredelievende daden van het
Oosten. Deze rode vredesduif zweeft als een luchtballon boven de
gesprekken in de discussiegroepen en wandelgangen. Ieder weet
dat zij geen inhoud heeft en toch is er een zekere angst. Niet voor
de ballon zelf maar voor de reactie van degenen die er mee spelen
als er onverschrokken in zal worden geprikt. Geen enkele moeder
maakt graag de luchtballon van haar kind stuk en dat is de situatie
waarvoor de westelijke kerkelijke leiders staan ten opzichte van
hun medegelovigen uit het Oosten.
Na het reformatorische referaat
van de Praagse hoogleraar prof. dr.
J. B. Jeschke dat met een hartelijk
applaus van alle aanwezigen werd be
antwoord, las de eveneens Praagse
bisschop van de Tsjechoslowaakse
kerk Miroslav Novak de boodschap
voor. Toen applaudiseerden alleen de
kerkelijke leiders uit het Oosten. Op
de gezichten van vele westelijke lei
ders stond duidelijk te lezen: Het
moest konden, maar wat moeten we
er mee aan?"
Blijvende vrede
In deze boodschap wordt onder meer
gezegd dat de koude oorlog en de
hete als politiek middel voor immer uit
gesloten moet worden dat het Duitse
probleem moet worden opgelost en de
problemen betreffende verschillen ge-
Advertentie
SUIKERPATIËNTEN
vraagt uw winkelier
suikerarme pindakaas van
M ZTIi&an
ANDERZIJDS
bieden in Afrika en Azië door gemeen
schappelijk overleg moeten worden op
gelost, waardoor de basis geschapen
wordt voor een blijvende vrede. Ook
zijn wij ervan overtuigd dat de 650 mil-
China in de Verenigde
vertegen woor-
joen mensen
Naties moeten worden
digd."
solutie
kingen tijdens deze conferentie zal be
ïnvloeden. Het is eveneens duidelijk dat
oostelijke leiders zullen proberen om de
ze boodschap verwerkt te krijgen in
de slotresolutles van de conferentie. En
dat kunnen en willen vele westelijke lei
ders niet. Naar wij in de wandelgangen
vernamen heeft de Russische bisschop
en vertegenwoordiger van het Moskou-
se Patriarchaat Johannes Wendland in
een discussiegroep reeds voorgesteld de
boodschap officieel te aanvaarden en
een boodschap te richten tot de Praag
se conferentie, waarin instemming wordt
betuigd met de Praagse plannen om nog
voor de derde assemblee van kerken in
New Delhi een wereldconferentie
kerkelijke leiders te beleggen om over
de vredesproblemen te spreken.
Verbreking contact
Uit vele gesprekken is het ons duide
lijk geworden dat vrijwel geen van de
westelijke leiders in dit typisch Rus
sische schuitje willen stappen. Maar
het gevaar is dan niet denkbeeldig dat
dit schuitje af zal varen met alleen de
HUIZEN - LONEN
Beslist niet tevreden ii De Tijd—-De
Maasbode over het woningbouwbeleid.
„De toelichting bij het bouwprogramma
1961", aldus schrijft het blad, „ademt een
zodanige geest van tevredenheid over het
tot dusver bereikte, dat men zich mag
afvragen, of men op den duur niet tot
eigen stomme verbazing in een poel van
moeilijkheden zal terechtkomen, als niet
s>stematisch ernaar wordt gestreefd de
bouwcapaciteit uit te breiden. Het druk
ken van de vraag door een hardhandig
distributiesysteem, dat vele noden ook
die van do grote gezinnen laat voort
bestaan, is niet zo moeilijk. Meer inspan-
ning, genialiteit en moed vereist een beleid,
dat is gericht op uitbreiding van het
produktievermogen der bouwnijverheid tot
het peil, nodig om zowel in de acuut ge
bleven woningnood als in do vervangings
behoefte van deze generatie te voorzien.
En dat tegelijk de industrie- en verkeers-
expansie bijhoudt, alsmede in staat blijkt
de grote waterbouwkundige werken op tijd
af te leveren. Het is niet voldoende, dat
het beleid ia gericht op het voorkomen van
stijging van het prijspeil der bouwproduk-
tie. Dit zal gepaard moeten gaan met
stimulering van de produkticcapaciteit tot
het punt, waarop deze met de maatschap
pelijke bouwbehoefte in evenwicht is.
olk i
i kans
Ala Het Vrij
ziet op het punt van het loonbeleid kritiek
te doen horen of de een tegen de ander
(dan wel tegen zichzelf) uit te spelen,
dan gebeurt dat prompt Nu is de KAB-
voorzittcr Middelhuis aan de beurt. Een
maand of drie geleden heeft hij gezegd,
dat er aan het Nederlandse loonpeil beslist
nog wel wat kon gebeuren, maar nu
Het blad schrijft: „In drie maanden kan
veel veranderen. De toen terecht gekriti
seerde liberale werkgevers (door de heer
Middelhuis) verzetten zich op dit moment
niet tegen loonsverhogingen in de bedrijfs
takken. die flink profiteren van de hoog
conjunctuur. Het is nu...... de KAB die
waarschuwend de vinger opheft Wij nemen
de vrees van de heer Middelhuis zeer
ernstig. Met onverantwoorde loonstijgingen
is niemand gediend. Maar het wil er bij
ons niet in, dat de situatie nu zoveel ge
vaarlijker zou zijn dan drie maanden
geleden, toen de heer Middelhuis een uit
spraak deed, die wij nog steeds van harte
onderschrijven: „Het wordt langzamerhand
te dwaas: als de conjunctuur laag is, dan
igt men van ons beheersing, omdat het
ilecht gaat; als de conjunctuur goed is.
dan roept men ons toe: wees toch beschei
den in je eisen, want er dreigt overbeste-
ding! Wij vinden het een heel natuurlijke
zaak. dat in tijden van hoogconjunctuur
met de lonen ruimer wordt gemeten dan
in tijden van neergang."
GEEN ALTERNATIEF
Belastingverlaging kan geen
alternatief zijn voor loonsverho
gingen. Dit standpunt huldigt het
Chr. Nationaal Vakverbond blij
kens een artikel over de Troon
rede in zijn orgaan „De Gids",
waaruit de volgende passage is
gelicht:
DE TROONREDE kondigt een
verlaging van de inkomstenbe
lasting en de loonbelasting aan, die
dan op 1 juli 1961 zou kunnen in-
5aan, tenzij een verscherping van
e conjunctuur uitstel noodzakelijk
maakt. Het tarief voor deze belas
tingen is opgesteld in een tijd, toen
de gulden meer waard was dan
nu. Dat tarief kent bovendien een
vrij sterke progressie. Dat wil zeg
gen dat de man met een inkomen
van 4000 in procenten uitgedrukt
veel minder belasting betaalt dan
de man met een inkomen van bij
voorbeeld 10.000. Maar door de
algemene stijging van lonen en
C rijzen is de belastingdruk nu wel
ijzonder zwaar geworden en zou
dus een herziening, die vooral aan
de mensen met de lagere inkomens
ten goede komt alleszins redelijk
Nu ligt hier een duidelijk ver
band met de loonpolitiek. De troon
rede spreekt van een verdere ver
scherping van de conjunctuur en
die verscherping zou er kunnen ko
men wanneer bijvoorbeeld door
loonsverhogingen het binnenlandse
verbruik zou toenemen met als
gevolg daarvan stijging van de im
port, die onze betalingsbalans na
delig gaat beïnvloeden. Een voor
de hand liggende conclusie zou dan
kunnen zijn, dat het toch eigenlijk
meerdering. Of zij dat
halen door middel van een loons
verhoging of door middel van een
belastingverlaging, dat blijft voor
de werknemers lood om oud ijzer.
In beide gevallen hebben zij aan
het eind van de week een paar gul
den meer om te besteden.
be-
TOCH IS deze redenering
juist en wel omdat in onze 11
lastingtarieven rekening wordt ge
houden met het behoefte-element.
Wanneer wij als voorbeeld nemen
een inkomen van f 4000, dan bete
kent de voorgestelde belastingver
laging voor de ongehuwde dat hij
98 per jaar meer overhoudt,
maar voor de gehuwde met drie
kinderen dat hij 24 per jaar meer
overhoudt. Een loonsverhoging
echter komt aan beide in gelijke
mate ten goede. Door het bestaan
de belastingstelsel zelfs meer aan
de gehuwde met kinderen dan aan
de ongehuwde. Het effect daarvan
is derhalve precies omgekeerd.
Dit ene voorbeeld maakt wel dui
delijk dat belastingverlaging geen
alternatief kan zijn voor loonsver
hogingen en dit te minder omdat
onze gezinnen bij een groter ver
bruik als gevolg van hogere inko
mens ook een grotere bijdrage
gaan leveren in de opbrengst van
de indirecte belastingen, met name
dan de omzetbelasting.
VRIJERE LOONVORMING
Het Christelijk Nationaal Vak
verbond behoort tot dat deel van
het bedrijfsleven, dat niet geheel
en al de mogelijkheid van tussen
tijdse loonsverhogingen zou wil
len uitsluiten. Dat blijkt onder
meer uit hetzelfde artikel in „De
Gids" dat handelt over de Troon
rede. De volgende passage was
al geschreven voordat de rege
ring definitief mededeelde dat
tussentijdse loonherzieningen
niet in overeenstemming met
haar beleid kunnen worden ge
bracht.
geen tegenspraak
de Troonrede noemt de grondsla
gen van de gedifferentieerde loon
vorming met voorstellen te komen.
Het is dan de plicht zowel van de
regering als van de Stichting van
de Arbeid, die hier adviesorgaan
is. de ingediende voorstellen nauw
keurig te toetsen, om zekerheid te"
krijgen dat zij niet in strijd zijn
met de richtlijnen van de vrijere
loonvorming. Bij deze toetsing speelt
dan ook mee de vraag, wat het ef
fect van een voorgestelde loonsver
hoging zou zijn bijvoorbeeld op an
dere bedrijfstakken, op de werkge
legenheidssituatie of op de prijs
ontwikkeling.
MAAR DEZE plicht van de rege
ring en van de toetsende in
stanties kan niet aantasten de stel
ling. dat de eerste verantwoorde
lijkheid voor de loonvorming ligt
bij de partijen die in de onderschei
den bedrijfstakken de onderhande
lingen voeren. Iemand kan bij-
voorbaat aan partijen, die samen
een cao hebben afgesloten, verbip-
den het eens te worden over een
wijziging van de cao.
Maar anderzijds mag niemand de
indruk wekken dat. als werkgevers
en werknemers het nu maar eens
geworden zijn. de zaak daarmee
beklonken is. Ook de onderhande-
lingSDartners zijn gebonden aan de
richtlijnen van de loonpolitiek, die
behalve over produktiviteitsstijging
als argument voor loonsverhoging
ook spreken van een noodzakelijk»
coördinatie.
Nadat de synode van de Ned. Herv.
Kerk dit reeds enige tijd geleden heeft
gedaan, heeft het moderamen van de
Geref. Kerk zich dezer dagen officieel
achter de financiële actie geplaatst die
Een schrijven dat het chr. nationaal
sportfonds zo spoedig mogelijk aan alle
predikanten en kerkeraden van de Ge
ref. kerken zal zenden zal worden voor.
'en van het volgende onderschrift:
„Het moderamen van de generale
synode van de Geref. kerken in Neder
land heeft van dë financiële actie ten
behoeve van de chr. spoi tbeweging in
Nederland met belangstelling kennis ge
nomen en is gaarne bereid deze actie van
harte aan te bevelen."
Geen geknoei!
met de nieuwe dop
Advertentie
oostelijke kerkelijke leiders om een
eigen rode oecumene te stichten. En dat
wil men ten ene male voorkomen want
dat zou betekenen dat de kerken
oost en west ieder contact zullen
sen met elkaar. Daarmede zou een
de komen aan de moeizame maar toch
vruchtbare pogingen om elkaar te le
ren begrijpen en in het geloof op te
bouwen.
Zover wij Het op het ogenblik kun
nen beoordelen kan de conferentie
van Nyburg twee wegen inslaan. De
eerste is om de oostelijke kerkelijke
leiders klaar en duidelijk te zeggen
Wij willen wel over vrede praten
maar dan moet dat woord ook wer
kelijk inhoud hebben, moet zij geba
seerd zijn op het recht. Als het no
dig is willen wij zelfs een moedige
uitspraak doen, maar dan een pro
fetie die zich zowel tegen verkeerde
dingen in het Oosten als in het Wes
ten keert. De wereld is niet gediend
van uitspraken van het oosten tegen
he westen en omgekeerd."
Deze opmerkingen zijn hier reeds
gehoord de andere weg is om te zeg
gen: .Laten we niet over de grote in
ternationale politiek spreken Er is nog
voldoende onvrede in onze eigen be-
perkte kringen on onze gemeenten La
ten we bij Jeruzalem beginnen en de
mensen oproepen tot vrede in eigen
huis. Dan zal de wereldvrede daarmee
§ediend zijn. Uit gesprekken weten
at ook sommige oostelijke leiders
graag deze richting zouden willen
Welke weg Nyburg zal kiezen kunnen
we pas vrijdag weten, maar het is dui
delijk dat de toekomst van het gesprek
tussen de kerken van Oost en West op
het spel. staat en die wetenschap ver
oorzaakt hier een nerveuze stemming.
„Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn
heil." Zo begint een van de psalmen en het is een verademing
die woorden te lezen. Neen, niet alleen ze te lezen ze ook
te kunnen nazeggen.
In de bonte mengeling van het leven heffen duizend stemmen
duizend leuzen aan. Over heel de wereld schreeuwt het je
toe, zodat de mens onrustig wordt, opgejaagd wordt, want
voor dit en voor dat en voor dat dient hij warm te lopen!
Het lijkt of er geen stilte komt, geen rust is in dat nooit
eindigende geraas.
En dan zegt de psalmdichter: „Mijn ziel keert zich stil tot
God Het is of je een ouderwetse kerk binnenstaptwaar
dikke muren en zware deuren alle straatrumoer buiten slui
ten. Daar, in die stilte, kan de mens ineens samen zijn met
zijn God. Dat hoeft natuurlijk niet in een stille kerk te ge
beuren midden in de drukte kan er toch die stilte zijn,
midden in het jachtige leven kan er toch die rust zijn. Want:
„God is mijn heilDie zekerheid kan zo ineens maar
naar voren komen in uw gedachten, u blijdschap geven, bijna
een glimlach op uw gezicht toveren. Zo'n ogenblik dat uw
ziel zich stil keert tot God wat een verademing!
Honderdvijftig vooraanstaande
rooms-katholieken in de Ver. Sta
ten hebben zich in een officiële
verklaring uitgesproken voor een
scheiding tussen kerk en staat.
,,Aan pogingen, die de neiging
hebben om het principe van
scheiding te ondermijnen of
deze nu komen van r.-katholie
ken, van protestanten of van jo
den moet de voet dwars gezet,
worden, hoe goed bedoeld der
gelijke pogingen misschien ook
zijn", zo staat in de verklaring
te lezen.
voeding en zakenleven
„Uit de huidige controverse
r.k. kerk en het presidentschap blijkt
opnieuw, dat vele landgenoten ernstig
twijfelen in hoeverre de r. katholieken
de principes van een vrije maatschappij
hooghouden. Dit veroorzaakt problemen,
die veel verder reiken dan de verkiezin
gen van dit jaar en die dreigen te lei
den tot een permanente en verbitterde
OPWEKKEND
GEZOND
DE NEDERLANDSE TAFELDRANK
in Nyburg op de conferentie van
Europese kerken er een zeker be
hagen in scheppen de kerk te be
kritiseren", hoorden we na afloop
van het referaat van de Praagse
hoogleraar, prof. dr. J. B. Jesch
ke, iemand van de orthodoxe ker
ken zeggen. Daarmede typeerde
hij op zijn manier en ongetwij
feld eenzijdig het referaat
waèrin sterk werd aangedrongen
op bekering van de kerk: „We
moeten als kerk durven zeggen
wat we verkeerd hebben gedaan",
was de gedachte van dr. Jeschke.
Het verkeerde bestond volgens dit re
feraat hoofdzakelijk uit het feit, dat de
kerk zich liet meezuigen door de poli
tiek van het kolonialisme, dat blanke
christenen in Zuid-Afrika de regers on
derdrukken en dat de kerk geen vat
meer had en heeft op de arbeiders-klas-
se, omdat haar prediking in hun ogen
langdradig en vreemd was.
schenken. Dr. Jeschke, die zelf onver
wachts niet aanwezig kon zijn, zodat het
referaat door een stadgenoot werd voor
gelezen, had ook nog wel iets anders te
zeggen. Hij stelde, dat de dienst van de
kerk, die naar haar wezen de bediening
van het Woord Gods moet zijn, niet
meer door de massa op haar waarde
wordt geschat.
De oorzaak zocht hij vooral daarin,
dat de kerk al spoedig na de Reforma-
van de staatskerk opbouwde. Nu be
staat echter het gevaar en kennelijk
sprak deze hoogleraar vanuit zijn eigen
situatie dat door de ontwikkeling van
de laatste decennia de kerk zich in haar
zelf gaat terugtrekken en een ghetto-
kerk wordt.
Het thema van dr. Jeschke was de
dienst van de kerk in een wereld zon
der vrede. Hij schilderde deze wereldsi
tuatie en erkende tot op zekere hoogte
het recht van velen die kritiek hebben,
omdat naar hun mening de kerk er niet
_eslaagd is de spanning tussen de
mensen te voorkomen.
Daardoor is een toestand ontstaan,
waarbij de kerk in het Westen wezen
lijk deel uitmaakt van de maatschappij
terwijl zij In het Oosten geheel naast de
maatschappij staat, maar in belde we
relden bereikt zij nog slechts de mid
denstand.
In het Westen is de kerk vrij in haar
doen en laten, maar worden de kerkge
bouwen steeds leger, terwijl in het Oos
ten de secularisatie merkbaar is in de
filosofie van het Marxisme, die het ge
hele leven beheerst.
Prof. Jeschke zocht echter wel dege
lijk naar een oplossing. Hij meende, dat
de kerk naar haar bron terug moet ke
ren, omdat geen enkel probleem vanuit
komen. Daarna moet zij zich laten lei
den door het voorbeeld van de eerste ge
meenten in Handelingen. In het bijzon
der zal de kerk zich moeten afvragen
9t, tot een veel eenvoudiger pre
diking kan komen. De mens moet zich
door de prediking weer bewust worden
wat hij voor God waard is en welke
verantwoordelijkheid hij tegenover God
bezit.
tegenstelling in ons nationale leven", zo
wordt gezegd.
Om dit te vermijden wordt voorgesteld,
dat alle Amerikanen zich verdiepen in
de verhouding tussen het godsdienstige
geweten en de burgermaatschappij.
In de verklaring wordt gezegd, dat
sommige katholieken door sectorisch
ijveren bijgedragen hebben tot het ont
staan van twijfel over de bedoelingen
ten aanzien van de vrijheid van gods
dienst voor allen.
„Wü geloven, dat het in de grondwet
vastleggen van een schelding tussen kerk
en staat de beste waarborg biedt, zowel
voor de vrliheid van godsdienst ais voor
de maatschapnelijke vrede. WU gelo
ven ook, dat de r. katholieken een spe
ciale plicht hebben om te streven naar
de verwezenlijking van het principe van
vrijheid van godsdienst in elk land, on
verschillig of zji daar een minderheid of
een meerderheid van de bevolking vor
men", aldus de verklaring.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Bedankt: voor Amersfoort (vac. A. A.
Koolhaas), J. J. van Krift te Ermelo;
voor Weerden, W. H. van Kooten te
Hasselt; voor St. Catherines, Ontario
(Canada), A. C. Zijlstra te Wilnis.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Doorn, J. Kuiper te Ab
coude; te Westerleen, C. H. Koetsier,
kand. te Amsterdam.
Aangenomen: naar Renkum-Heelsum,
W. C. van den Brink te Den Haag-Oost.
Gemeente bidt voor
verkeersveiligheid
Het moderamen van de generale sy
node der Nederlandse Hervormde Kerk
heeft een rondschrijven gezonden aan
kerkeraden en predikanten, waarin de
ze worden opgewekt om de gemeenten
in de kerkdiensten van zondag 9 okto
ber te bepalen bij tiaar medeverant
woordelijkheid voor de veiligheid op de
Twee jaar geleden heeft de generale
synode in haar zomervergadering met
nadruk uitgesproken, dat de verant
woordelijkheid van de christen voor de
verkeersveiligheid niet los kan worden
gezien van de ere Gods en de liefde tot
de naaste.
Het moderamen vraagt de predikan
ten te bidden voor hen, wier beroep
zich in hoofdzaak afspeelt op de weg:
dat zij er voor worden bewaard eigen
leven en dat van andere in gevaar te
brengen door drankzucht, roekeloosheid
of overhaasting.
Ook wordt de voorbede gevraagd voor
de kinderen en hen, die in hun arge
loosheid ten aanzien van het moderne
verkeer als kinderen zijn.
(Advertentie)
GULDENS VOORDELIGER!
Vragen op elk gebied kunnen worden ingezonden aan het bureau
van ons blad. Iedere vraag afzonderlek op een velletje papier, duidelijk
ondertekend met naam en adres. Üe antwoorden worden per brief
verstrekt. Deze service is gratis voor onze abonnee's.
Antwoord: U bent niet de enige die
een dergelijke brief geschreven heeft
verscheidene lezers hebben ons naar
aanleiding van dit antwoord van fouten
beticht of om inlichtingen gevraagd
Voor hen geldt dan allen dit antwoord,
(dat niet meer per brief wordt toege
stuurd)
Natuurlijk is het mogelijk dat in de
beantwoording wel eens een onjuist
heid schuilt dit was hier echter niei
het geval. De meeste briefschrijvers
-arren namelijk op dit punt de in
komstenbelasting met de loonbelasting
Inderdaad behoeft over een vast sala-
S90,0 - P" WM o,„ca, cc „een,smarting „ie,
M officiële
ving feestelijk kan worden gevierd?
Antwoord: Noodzakelijk is" in dit
verband een heel groot woord. Als een
jongen en een meisje ver uiteen wonen
zodat ze elkaar niet al te dikwijls zien.
dan is het wel heel erg veel gevergd
dat ze in zo'n geval die een- of twee
maal per maand dat ze naar elkaai
toereizen tevens moeten gebruiken
voor familiebezoek. Bovendien: zo'n
verlovingsfeest is juist ingesteld om
kennis te maken, om elkaar voor te
stellen aan familie en vrienden. Als
een broer of zuster zich gepasseerd
voelen omdat de kennismaking niet
Toen (in 1957 dus) kon een huur
der zich wenden tot Bouw- en Woning
toezicht ter plaatse als er iets haper
de aan de woning, bij voorbeeld lekka
ges, slecht trekkende schoorstenen, ka
potte vloeren en dergelijke. Deze ge
meentelijke instantie zorgde er dan
wel voor dat de huiseigenaar gedwon
gen werd de nodige reparaties te doen
aanbrengen. Voldeed hij niet i
den betaald. Wel echter loonbelasting
deze wordt zoals bekend afgehouden
bij de uitkering van loon of salaris.
Anders ligt het echter met een vast
salaris dat beneden die grens ligt.
maar waar nog andere inkomsten bij
komen, zoals provisie, huurinkomsten, steen, veel tocht
Vraag: De door mij bewoonde wo
ning heeft geen w.c., geen douche,
geen schuur, een vrijwel vergane goot-
de winter afijn,
A.O.W., renten, enz. Men betaalt dan
over het vaste salaris vermeerderd
met de andere inkomsten inkomstenbe- ter niet te bewegen,
zou nodig eens iets aan moeten ge
beuren. De huiseigenaar is hiertoe ech
ter niet te bewegen, maar heeft wel
de huurverhogingen per 1 april 1960 en
per 1 augustus 1957 geïncasseerd. Hij
belooft het wel maar hij doet het niet.
Daarom mijn vraag: is woningverbe-
i alle wederzijdse broers tering bij de eerste en ook bii de twee
de naleving toeziet? Is er ook een
norm betreffende de frequentie w
mede deze verbeteringen moeten wor- j
den aangebracht, dit om te voorkomen t\?J -1. gemeente de répara-
dat een huiseigenaar door een kleiniH- i'es zelf op kosten van de
field te doen zich daarmee dan van
i"nK.VlrPli,Chli°'!e" En ln dit Deze ka» ook nu nog bewan-
prlo'riS. ^rdTÏ"
Antwoord: Beide huurverhogingen ÏÏÏmÏverzoeken om vervallen-
hadden (en hebben) mede tot doel het P" 1 °P"
woningbezit zoveel mogelijk in goede Lurder dlnt zS^ kfaeZo dan Sr
de Huuradvies-
waartoe hij een formulier
vnortyettin» aanvraagt en 2.50 stort. Worden de
pklachten juist bevonden, dan gelast de
ze commissie de 20 pet. huurverhoging
te laten vervallen met ingang van een
te bepalen datum. Deze vervallenver
klaring duurt tot de nodige voorzienin
gen zijn getroffen. Daarna kan de eige-
eigenaar de huur mocht verhogen (in ,We®r een verzoek indienen om
ddttaiton 9* wel de huurverhoging van 20 pet. te
mogen berekenen en ook dan wordt na
datum hiervoor vastge-
staat te houden. In beide gevallen zijn £ënnis tebrengen i
dan ook bij de Huurwet dwingende o»- -1 brengen i
derhoudsplichten voorgeschreven,
en ander bedoeld als een voortze
van de bepalingen in het Burgerlijk
Wetboek, waarin immers ook verplich
tingen in deze sector zijn omschreven.
U zult zich de bepalingen van de
huurverhoging-1957 herinneren: de
helft van het bedrag waarmee de huis
de huur mocht verhogei
de meeste gevallen 25 pet) moest
den bijgeschreven op het Grootboek ^del-zoek
Woningverbetering het geld was dus steid
geblokkeerd. Uit het op deze wijze ge
kweekte potje konden grote uitgaven
voor woningverbetering worden ge-
Overigens, op ieder postkantoor i:
een boekje met adviezen verkrijgbaa;
tegen de somma van 25 ets.