Rode vredesballon Nyborg opgelaten in VELPON Uw probleem is het onze Verbreking contact met oostelijke kerken dreigt Meningen van anderen Ook Geref. kerken achter Plan-Kret Een woord voor vandaag R.k. pleidooi in Ver. Staten voor scheiding kerk en staat VICTORIA-WATER Kerk moet zich bekeren, zegt Praags professor 2 ONZE INDUSTRIALISATIE naoorlogse economische politiek van onze overheid verschilt van de vooroorlogse. Vóór 1940 alleen noodgedwongen ingrijpen op enkele terreinen om de ergste druk van de felle crisis te verlichten. Na 1945 een systematisch en bewust beleid voor het opvoeren van het nationale inkomen. Om dit te bereiken moeten onze produktiefactoren (industrie, landbouw, verkeerswezen, handel, dienstenverkeer) zo volledig mogelijk ingeschakeld en benut worden. Maar moet ook op een grote en stabiele werkgelegenheid worden aangestuurd. Is dit laatste in tijden van terugslag een moeilijkheid, nog zwaarder wordt de taak van de overheid, als zij de enorme geboortegolf pal na de oorlog, die na 1960 de arbeidsmarkt gaat bereiken, in haar berekeningen verwerkt. Wij zien dit probleem thans met het gebrek aan arbeidskrachten niet somber in. Maar een goede tien jaar geleden piekerde de overheid wel heel erg over het vraagstuk, hoe die extra handen aan werk en die extra monden aan voedsel te helpen. De enige oplossing is: méér werkgelegenheid en méér produktie. En hiervoor moest, zo stelde de overheid na een onderzoek vast, grotendeels de industrie zorgen. Van meet af aan heeft de overheid zich op het standpunt gesteld, dat zij bij deze industrialisatie een taak had, dat zij richting moest geven, maar ook dat zij financieel en fiscaal de helpende hand moest bieden. Uit deze overwegingen zijn de industrialisatienota's onstaan, waarvan de eerste in 1951 en de zevende deze week verscheen. Die laatste bestrijkt de periode van midden 1957 tot eind 1959. Het is in dit tijdvak dank zij de gunstige gang van zaken in ons bedrijfs leven zeer goed gegaan met de industrialisatie, dus met het uitbreiden én moderniseren van onze industrie. Er werd in deze^sector niet minder dan 5900 miljoen geïnvesteerd, per jaar dus gemiddeld 2350 miljoen, hetgeen 7 meer was dan in de zesde industrialisatienota (in mei 1958 aangeboden) als noodzakelijk werd geacht. Een pikante bijkomstigheid is, dat de industrialisatie intussen zó'n vaart heeft gekregen, dat de overheid beducht is geworden voor de gevolgen op de aorbeidsmarkt. Daarom dat zij de expansie tracht in te tomen door de fiscale tegemoetkoming te verkleinen en door minder gemakkelijk toestem ming te geven voor industriële bouwprogramma's. Zeer frappant is het, dat de industriële produktie is gestegen (in 1959 bijna 10 boven 1957; thans weer 15 boven 1959), zonder dat het aantal te werk gestelde personen opliep. Van 1957 tot 1959 daalde de personeelsbezetting zelfs licht; in het midden van dit jaar was zij weer even groot als in 1957. Dit is een duidelijke aanwijzing en dat is de eerste conclusie dat naast de industrialisatel in de breedte (meer industrieën) ook de industrialisatie in de diepte (meer en modernere machines) steeds belangrijker wordt. Hier door wordt niet alleen de kwaliteit'van onze industrie verbeterd, maar wordt ook de produktie per arbeider opgevoerd, waardoor uiteindelijk onze con currentiepositie op de internationale markt wordt versterkt. De volgende indexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek illustreren dit: 1953 100 1957 1959 le hlfjr '60 industr. prod127 139 154 pers. bezett111 109 111 prod, per werkn115 127 139 De tweede conclusie uit de nota is niet minder interessant. Door de industria lisatie is niet de werkgelegenheid in de industrie maar wel in de diensten sector vergroot. Het aantal werkenden in ons land laat namelijk de volgende verschuivingen zien: In duizenden 1957 1959 in de landbouw 470 455 in de industrie 1729 1720 bij de diensten 1568 1604 bij de overheid 349 356 totaal werkenden 4116 4135 Dit achterblijven van de personeelsbezetting in de industrie bij het tempo van de industrialisatie is een natuurlijk verschijnsel in een opgaande con junctuur. Inderdaad is die achterstand dit jaar dan ook al weer ingelopen. Bij het stijgen van het levensniveau wordt ook de dienstverlening belang rijker; dit verklaart de niet verwachte sterke groei van deze sector. Maar ook al was de ontwikkeling anders dan de overheid oorspronkelijk had aan genomen, zij blijt hameren op een krachtige, verdere uitbouw van ons in dustriële apparaat om voor de aanzienlijke toeneming van de beroepsbe volking werkgelegenheid te scheppen. En tot slot de derde conclusie uit de nota: het regionale industrialisatie beleid, dat bedoeld is om de structurele werkloosheid in bepaalde delen van ons land te bestrijden, heeft enkele vruchten afgeworpen. In de periode 1950 tot 1959 nam de werkgelegenheid in de drie noordelijke provincies met 23,6 toe, in de drie zuidelijke provincies met 22,8 in het oosten met 11,4% en in het westen met 6 Maar dat wij er nog lang niet zijn, zegt de nota ook: in het bijzonder in het noorden bestaat er nog een niet onbelangrijke struc turele werkloosheid. Door haar regionale beleid wil de overheid een te grote industriële con centratie in het westen vermijden en een vestiging elders bij voorkeur in de probleemgebieden bevorderen. Niet door het invoeren van een stelsel van industriële vestigingsvergunningen maar wel door een verbetering van het klimaat: een premie- en prijsreductieregeling op industriëgebouwen en -terreinen, betere wegen en gunstig gelegen terreinen. (Van onze kerkredacteur) NYBORG, donderdagmorgen. 1~\E BOODSCHAP die de derde vredesconferentie van Praag aan de christenen van de wereld heeft gericht, is officieel op tafel gekomen in de conferentie van Europese kerken in Nyborg. In deze boodschap wordt scherpe kritiek geleverd op het Westen terwijl met geen woord wordt gerept over de onvredelievende daden van het Oosten. Deze rode vredesduif zweeft als een luchtballon boven de gesprekken in de discussiegroepen en wandelgangen. Ieder weet dat zij geen inhoud heeft en toch is er een zekere angst. Niet voor de ballon zelf maar voor de reactie van degenen die er mee spelen als er onverschrokken in zal worden geprikt. Geen enkele moeder maakt graag de luchtballon van haar kind stuk en dat is de situatie waarvoor de westelijke kerkelijke leiders staan ten opzichte van hun medegelovigen uit het Oosten. Na het reformatorische referaat van de Praagse hoogleraar prof. dr. J. B. Jeschke dat met een hartelijk applaus van alle aanwezigen werd be antwoord, las de eveneens Praagse bisschop van de Tsjechoslowaakse kerk Miroslav Novak de boodschap voor. Toen applaudiseerden alleen de kerkelijke leiders uit het Oosten. Op de gezichten van vele westelijke lei ders stond duidelijk te lezen: Het moest konden, maar wat moeten we er mee aan?" Blijvende vrede In deze boodschap wordt onder meer gezegd dat de koude oorlog en de hete als politiek middel voor immer uit gesloten moet worden dat het Duitse probleem moet worden opgelost en de problemen betreffende verschillen ge- Advertentie SUIKERPATIËNTEN vraagt uw winkelier suikerarme pindakaas van M ZTIi&an ANDERZIJDS bieden in Afrika en Azië door gemeen schappelijk overleg moeten worden op gelost, waardoor de basis geschapen wordt voor een blijvende vrede. Ook zijn wij ervan overtuigd dat de 650 mil- China in de Verenigde vertegen woor- joen mensen Naties moeten worden digd." solutie kingen tijdens deze conferentie zal be ïnvloeden. Het is eveneens duidelijk dat oostelijke leiders zullen proberen om de ze boodschap verwerkt te krijgen in de slotresolutles van de conferentie. En dat kunnen en willen vele westelijke lei ders niet. Naar wij in de wandelgangen vernamen heeft de Russische bisschop en vertegenwoordiger van het Moskou- se Patriarchaat Johannes Wendland in een discussiegroep reeds voorgesteld de boodschap officieel te aanvaarden en een boodschap te richten tot de Praag se conferentie, waarin instemming wordt betuigd met de Praagse plannen om nog voor de derde assemblee van kerken in New Delhi een wereldconferentie kerkelijke leiders te beleggen om over de vredesproblemen te spreken. Verbreking contact Uit vele gesprekken is het ons duide lijk geworden dat vrijwel geen van de westelijke leiders in dit typisch Rus sische schuitje willen stappen. Maar het gevaar is dan niet denkbeeldig dat dit schuitje af zal varen met alleen de HUIZEN - LONEN Beslist niet tevreden ii De Tijd—-De Maasbode over het woningbouwbeleid. „De toelichting bij het bouwprogramma 1961", aldus schrijft het blad, „ademt een zodanige geest van tevredenheid over het tot dusver bereikte, dat men zich mag afvragen, of men op den duur niet tot eigen stomme verbazing in een poel van moeilijkheden zal terechtkomen, als niet s>stematisch ernaar wordt gestreefd de bouwcapaciteit uit te breiden. Het druk ken van de vraag door een hardhandig distributiesysteem, dat vele noden ook die van do grote gezinnen laat voort bestaan, is niet zo moeilijk. Meer inspan- ning, genialiteit en moed vereist een beleid, dat is gericht op uitbreiding van het produktievermogen der bouwnijverheid tot het peil, nodig om zowel in de acuut ge bleven woningnood als in do vervangings behoefte van deze generatie te voorzien. En dat tegelijk de industrie- en verkeers- expansie bijhoudt, alsmede in staat blijkt de grote waterbouwkundige werken op tijd af te leveren. Het is niet voldoende, dat het beleid ia gericht op het voorkomen van stijging van het prijspeil der bouwproduk- tie. Dit zal gepaard moeten gaan met stimulering van de produkticcapaciteit tot het punt, waarop deze met de maatschap pelijke bouwbehoefte in evenwicht is. olk i i kans Ala Het Vrij ziet op het punt van het loonbeleid kritiek te doen horen of de een tegen de ander (dan wel tegen zichzelf) uit te spelen, dan gebeurt dat prompt Nu is de KAB- voorzittcr Middelhuis aan de beurt. Een maand of drie geleden heeft hij gezegd, dat er aan het Nederlandse loonpeil beslist nog wel wat kon gebeuren, maar nu Het blad schrijft: „In drie maanden kan veel veranderen. De toen terecht gekriti seerde liberale werkgevers (door de heer Middelhuis) verzetten zich op dit moment niet tegen loonsverhogingen in de bedrijfs takken. die flink profiteren van de hoog conjunctuur. Het is nu...... de KAB die waarschuwend de vinger opheft Wij nemen de vrees van de heer Middelhuis zeer ernstig. Met onverantwoorde loonstijgingen is niemand gediend. Maar het wil er bij ons niet in, dat de situatie nu zoveel ge vaarlijker zou zijn dan drie maanden geleden, toen de heer Middelhuis een uit spraak deed, die wij nog steeds van harte onderschrijven: „Het wordt langzamerhand te dwaas: als de conjunctuur laag is, dan igt men van ons beheersing, omdat het ilecht gaat; als de conjunctuur goed is. dan roept men ons toe: wees toch beschei den in je eisen, want er dreigt overbeste- ding! Wij vinden het een heel natuurlijke zaak. dat in tijden van hoogconjunctuur met de lonen ruimer wordt gemeten dan in tijden van neergang." GEEN ALTERNATIEF Belastingverlaging kan geen alternatief zijn voor loonsverho gingen. Dit standpunt huldigt het Chr. Nationaal Vakverbond blij kens een artikel over de Troon rede in zijn orgaan „De Gids", waaruit de volgende passage is gelicht: DE TROONREDE kondigt een verlaging van de inkomstenbe lasting en de loonbelasting aan, die dan op 1 juli 1961 zou kunnen in- 5aan, tenzij een verscherping van e conjunctuur uitstel noodzakelijk maakt. Het tarief voor deze belas tingen is opgesteld in een tijd, toen de gulden meer waard was dan nu. Dat tarief kent bovendien een vrij sterke progressie. Dat wil zeg gen dat de man met een inkomen van 4000 in procenten uitgedrukt veel minder belasting betaalt dan de man met een inkomen van bij voorbeeld 10.000. Maar door de algemene stijging van lonen en C rijzen is de belastingdruk nu wel ijzonder zwaar geworden en zou dus een herziening, die vooral aan de mensen met de lagere inkomens ten goede komt alleszins redelijk Nu ligt hier een duidelijk ver band met de loonpolitiek. De troon rede spreekt van een verdere ver scherping van de conjunctuur en die verscherping zou er kunnen ko men wanneer bijvoorbeeld door loonsverhogingen het binnenlandse verbruik zou toenemen met als gevolg daarvan stijging van de im port, die onze betalingsbalans na delig gaat beïnvloeden. Een voor de hand liggende conclusie zou dan kunnen zijn, dat het toch eigenlijk meerdering. Of zij dat halen door middel van een loons verhoging of door middel van een belastingverlaging, dat blijft voor de werknemers lood om oud ijzer. In beide gevallen hebben zij aan het eind van de week een paar gul den meer om te besteden. be- TOCH IS deze redenering juist en wel omdat in onze 11 lastingtarieven rekening wordt ge houden met het behoefte-element. Wanneer wij als voorbeeld nemen een inkomen van f 4000, dan bete kent de voorgestelde belastingver laging voor de ongehuwde dat hij 98 per jaar meer overhoudt, maar voor de gehuwde met drie kinderen dat hij 24 per jaar meer overhoudt. Een loonsverhoging echter komt aan beide in gelijke mate ten goede. Door het bestaan de belastingstelsel zelfs meer aan de gehuwde met kinderen dan aan de ongehuwde. Het effect daarvan is derhalve precies omgekeerd. Dit ene voorbeeld maakt wel dui delijk dat belastingverlaging geen alternatief kan zijn voor loonsver hogingen en dit te minder omdat onze gezinnen bij een groter ver bruik als gevolg van hogere inko mens ook een grotere bijdrage gaan leveren in de opbrengst van de indirecte belastingen, met name dan de omzetbelasting. VRIJERE LOONVORMING Het Christelijk Nationaal Vak verbond behoort tot dat deel van het bedrijfsleven, dat niet geheel en al de mogelijkheid van tussen tijdse loonsverhogingen zou wil len uitsluiten. Dat blijkt onder meer uit hetzelfde artikel in „De Gids" dat handelt over de Troon rede. De volgende passage was al geschreven voordat de rege ring definitief mededeelde dat tussentijdse loonherzieningen niet in overeenstemming met haar beleid kunnen worden ge bracht. geen tegenspraak de Troonrede noemt de grondsla gen van de gedifferentieerde loon vorming met voorstellen te komen. Het is dan de plicht zowel van de regering als van de Stichting van de Arbeid, die hier adviesorgaan is. de ingediende voorstellen nauw keurig te toetsen, om zekerheid te" krijgen dat zij niet in strijd zijn met de richtlijnen van de vrijere loonvorming. Bij deze toetsing speelt dan ook mee de vraag, wat het ef fect van een voorgestelde loonsver hoging zou zijn bijvoorbeeld op an dere bedrijfstakken, op de werkge legenheidssituatie of op de prijs ontwikkeling. MAAR DEZE plicht van de rege ring en van de toetsende in stanties kan niet aantasten de stel ling. dat de eerste verantwoorde lijkheid voor de loonvorming ligt bij de partijen die in de onderschei den bedrijfstakken de onderhande lingen voeren. Iemand kan bij- voorbaat aan partijen, die samen een cao hebben afgesloten, verbip- den het eens te worden over een wijziging van de cao. Maar anderzijds mag niemand de indruk wekken dat. als werkgevers en werknemers het nu maar eens geworden zijn. de zaak daarmee beklonken is. Ook de onderhande- lingSDartners zijn gebonden aan de richtlijnen van de loonpolitiek, die behalve over produktiviteitsstijging als argument voor loonsverhoging ook spreken van een noodzakelijk» coördinatie. Nadat de synode van de Ned. Herv. Kerk dit reeds enige tijd geleden heeft gedaan, heeft het moderamen van de Geref. Kerk zich dezer dagen officieel achter de financiële actie geplaatst die Een schrijven dat het chr. nationaal sportfonds zo spoedig mogelijk aan alle predikanten en kerkeraden van de Ge ref. kerken zal zenden zal worden voor. 'en van het volgende onderschrift: „Het moderamen van de generale synode van de Geref. kerken in Neder land heeft van dë financiële actie ten behoeve van de chr. spoi tbeweging in Nederland met belangstelling kennis ge nomen en is gaarne bereid deze actie van harte aan te bevelen." Geen geknoei! met de nieuwe dop Advertentie oostelijke kerkelijke leiders om een eigen rode oecumene te stichten. En dat wil men ten ene male voorkomen want dat zou betekenen dat de kerken oost en west ieder contact zullen sen met elkaar. Daarmede zou een de komen aan de moeizame maar toch vruchtbare pogingen om elkaar te le ren begrijpen en in het geloof op te bouwen. Zover wij Het op het ogenblik kun nen beoordelen kan de conferentie van Nyburg twee wegen inslaan. De eerste is om de oostelijke kerkelijke leiders klaar en duidelijk te zeggen Wij willen wel over vrede praten maar dan moet dat woord ook wer kelijk inhoud hebben, moet zij geba seerd zijn op het recht. Als het no dig is willen wij zelfs een moedige uitspraak doen, maar dan een pro fetie die zich zowel tegen verkeerde dingen in het Oosten als in het Wes ten keert. De wereld is niet gediend van uitspraken van het oosten tegen he westen en omgekeerd." Deze opmerkingen zijn hier reeds gehoord de andere weg is om te zeg gen: .Laten we niet over de grote in ternationale politiek spreken Er is nog voldoende onvrede in onze eigen be- perkte kringen on onze gemeenten La ten we bij Jeruzalem beginnen en de mensen oproepen tot vrede in eigen huis. Dan zal de wereldvrede daarmee §ediend zijn. Uit gesprekken weten at ook sommige oostelijke leiders graag deze richting zouden willen Welke weg Nyburg zal kiezen kunnen we pas vrijdag weten, maar het is dui delijk dat de toekomst van het gesprek tussen de kerken van Oost en West op het spel. staat en die wetenschap ver oorzaakt hier een nerveuze stemming. „Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil." Zo begint een van de psalmen en het is een verademing die woorden te lezen. Neen, niet alleen ze te lezen ze ook te kunnen nazeggen. In de bonte mengeling van het leven heffen duizend stemmen duizend leuzen aan. Over heel de wereld schreeuwt het je toe, zodat de mens onrustig wordt, opgejaagd wordt, want voor dit en voor dat en voor dat dient hij warm te lopen! Het lijkt of er geen stilte komt, geen rust is in dat nooit eindigende geraas. En dan zegt de psalmdichter: „Mijn ziel keert zich stil tot God Het is of je een ouderwetse kerk binnenstaptwaar dikke muren en zware deuren alle straatrumoer buiten slui ten. Daar, in die stilte, kan de mens ineens samen zijn met zijn God. Dat hoeft natuurlijk niet in een stille kerk te ge beuren midden in de drukte kan er toch die stilte zijn, midden in het jachtige leven kan er toch die rust zijn. Want: „God is mijn heilDie zekerheid kan zo ineens maar naar voren komen in uw gedachten, u blijdschap geven, bijna een glimlach op uw gezicht toveren. Zo'n ogenblik dat uw ziel zich stil keert tot God wat een verademing! Honderdvijftig vooraanstaande rooms-katholieken in de Ver. Sta ten hebben zich in een officiële verklaring uitgesproken voor een scheiding tussen kerk en staat. ,,Aan pogingen, die de neiging hebben om het principe van scheiding te ondermijnen of deze nu komen van r.-katholie ken, van protestanten of van jo den moet de voet dwars gezet, worden, hoe goed bedoeld der gelijke pogingen misschien ook zijn", zo staat in de verklaring te lezen. voeding en zakenleven „Uit de huidige controverse r.k. kerk en het presidentschap blijkt opnieuw, dat vele landgenoten ernstig twijfelen in hoeverre de r. katholieken de principes van een vrije maatschappij hooghouden. Dit veroorzaakt problemen, die veel verder reiken dan de verkiezin gen van dit jaar en die dreigen te lei den tot een permanente en verbitterde OPWEKKEND GEZOND DE NEDERLANDSE TAFELDRANK in Nyburg op de conferentie van Europese kerken er een zeker be hagen in scheppen de kerk te be kritiseren", hoorden we na afloop van het referaat van de Praagse hoogleraar, prof. dr. J. B. Jesch ke, iemand van de orthodoxe ker ken zeggen. Daarmede typeerde hij op zijn manier en ongetwij feld eenzijdig het referaat waèrin sterk werd aangedrongen op bekering van de kerk: „We moeten als kerk durven zeggen wat we verkeerd hebben gedaan", was de gedachte van dr. Jeschke. Het verkeerde bestond volgens dit re feraat hoofdzakelijk uit het feit, dat de kerk zich liet meezuigen door de poli tiek van het kolonialisme, dat blanke christenen in Zuid-Afrika de regers on derdrukken en dat de kerk geen vat meer had en heeft op de arbeiders-klas- se, omdat haar prediking in hun ogen langdradig en vreemd was. schenken. Dr. Jeschke, die zelf onver wachts niet aanwezig kon zijn, zodat het referaat door een stadgenoot werd voor gelezen, had ook nog wel iets anders te zeggen. Hij stelde, dat de dienst van de kerk, die naar haar wezen de bediening van het Woord Gods moet zijn, niet meer door de massa op haar waarde wordt geschat. De oorzaak zocht hij vooral daarin, dat de kerk al spoedig na de Reforma- van de staatskerk opbouwde. Nu be staat echter het gevaar en kennelijk sprak deze hoogleraar vanuit zijn eigen situatie dat door de ontwikkeling van de laatste decennia de kerk zich in haar zelf gaat terugtrekken en een ghetto- kerk wordt. Het thema van dr. Jeschke was de dienst van de kerk in een wereld zon der vrede. Hij schilderde deze wereldsi tuatie en erkende tot op zekere hoogte het recht van velen die kritiek hebben, omdat naar hun mening de kerk er niet _eslaagd is de spanning tussen de mensen te voorkomen. Daardoor is een toestand ontstaan, waarbij de kerk in het Westen wezen lijk deel uitmaakt van de maatschappij terwijl zij In het Oosten geheel naast de maatschappij staat, maar in belde we relden bereikt zij nog slechts de mid denstand. In het Westen is de kerk vrij in haar doen en laten, maar worden de kerkge bouwen steeds leger, terwijl in het Oos ten de secularisatie merkbaar is in de filosofie van het Marxisme, die het ge hele leven beheerst. Prof. Jeschke zocht echter wel dege lijk naar een oplossing. Hij meende, dat de kerk naar haar bron terug moet ke ren, omdat geen enkel probleem vanuit komen. Daarna moet zij zich laten lei den door het voorbeeld van de eerste ge meenten in Handelingen. In het bijzon der zal de kerk zich moeten afvragen 9t, tot een veel eenvoudiger pre diking kan komen. De mens moet zich door de prediking weer bewust worden wat hij voor God waard is en welke verantwoordelijkheid hij tegenover God bezit. tegenstelling in ons nationale leven", zo wordt gezegd. Om dit te vermijden wordt voorgesteld, dat alle Amerikanen zich verdiepen in de verhouding tussen het godsdienstige geweten en de burgermaatschappij. In de verklaring wordt gezegd, dat sommige katholieken door sectorisch ijveren bijgedragen hebben tot het ont staan van twijfel over de bedoelingen ten aanzien van de vrijheid van gods dienst voor allen. „Wü geloven, dat het in de grondwet vastleggen van een schelding tussen kerk en staat de beste waarborg biedt, zowel voor de vrliheid van godsdienst ais voor de maatschapnelijke vrede. WU gelo ven ook, dat de r. katholieken een spe ciale plicht hebben om te streven naar de verwezenlijking van het principe van vrijheid van godsdienst in elk land, on verschillig of zji daar een minderheid of een meerderheid van de bevolking vor men", aldus de verklaring. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Bedankt: voor Amersfoort (vac. A. A. Koolhaas), J. J. van Krift te Ermelo; voor Weerden, W. H. van Kooten te Hasselt; voor St. Catherines, Ontario (Canada), A. C. Zijlstra te Wilnis. GEREF. KERKEN Beroepen: te Doorn, J. Kuiper te Ab coude; te Westerleen, C. H. Koetsier, kand. te Amsterdam. Aangenomen: naar Renkum-Heelsum, W. C. van den Brink te Den Haag-Oost. Gemeente bidt voor verkeersveiligheid Het moderamen van de generale sy node der Nederlandse Hervormde Kerk heeft een rondschrijven gezonden aan kerkeraden en predikanten, waarin de ze worden opgewekt om de gemeenten in de kerkdiensten van zondag 9 okto ber te bepalen bij tiaar medeverant woordelijkheid voor de veiligheid op de Twee jaar geleden heeft de generale synode in haar zomervergadering met nadruk uitgesproken, dat de verant woordelijkheid van de christen voor de verkeersveiligheid niet los kan worden gezien van de ere Gods en de liefde tot de naaste. Het moderamen vraagt de predikan ten te bidden voor hen, wier beroep zich in hoofdzaak afspeelt op de weg: dat zij er voor worden bewaard eigen leven en dat van andere in gevaar te brengen door drankzucht, roekeloosheid of overhaasting. Ook wordt de voorbede gevraagd voor de kinderen en hen, die in hun arge loosheid ten aanzien van het moderne verkeer als kinderen zijn. (Advertentie) GULDENS VOORDELIGER! Vragen op elk gebied kunnen worden ingezonden aan het bureau van ons blad. Iedere vraag afzonderlek op een velletje papier, duidelijk ondertekend met naam en adres. Üe antwoorden worden per brief verstrekt. Deze service is gratis voor onze abonnee's. Antwoord: U bent niet de enige die een dergelijke brief geschreven heeft verscheidene lezers hebben ons naar aanleiding van dit antwoord van fouten beticht of om inlichtingen gevraagd Voor hen geldt dan allen dit antwoord, (dat niet meer per brief wordt toege stuurd) Natuurlijk is het mogelijk dat in de beantwoording wel eens een onjuist heid schuilt dit was hier echter niei het geval. De meeste briefschrijvers -arren namelijk op dit punt de in komstenbelasting met de loonbelasting Inderdaad behoeft over een vast sala- S90,0 - P" WM o,„ca, cc „een,smarting „ie, M officiële ving feestelijk kan worden gevierd? Antwoord: Noodzakelijk is" in dit verband een heel groot woord. Als een jongen en een meisje ver uiteen wonen zodat ze elkaar niet al te dikwijls zien. dan is het wel heel erg veel gevergd dat ze in zo'n geval die een- of twee maal per maand dat ze naar elkaai toereizen tevens moeten gebruiken voor familiebezoek. Bovendien: zo'n verlovingsfeest is juist ingesteld om kennis te maken, om elkaar voor te stellen aan familie en vrienden. Als een broer of zuster zich gepasseerd voelen omdat de kennismaking niet Toen (in 1957 dus) kon een huur der zich wenden tot Bouw- en Woning toezicht ter plaatse als er iets haper de aan de woning, bij voorbeeld lekka ges, slecht trekkende schoorstenen, ka potte vloeren en dergelijke. Deze ge meentelijke instantie zorgde er dan wel voor dat de huiseigenaar gedwon gen werd de nodige reparaties te doen aanbrengen. Voldeed hij niet i den betaald. Wel echter loonbelasting deze wordt zoals bekend afgehouden bij de uitkering van loon of salaris. Anders ligt het echter met een vast salaris dat beneden die grens ligt. maar waar nog andere inkomsten bij komen, zoals provisie, huurinkomsten, steen, veel tocht Vraag: De door mij bewoonde wo ning heeft geen w.c., geen douche, geen schuur, een vrijwel vergane goot- de winter afijn, A.O.W., renten, enz. Men betaalt dan over het vaste salaris vermeerderd met de andere inkomsten inkomstenbe- ter niet te bewegen, zou nodig eens iets aan moeten ge beuren. De huiseigenaar is hiertoe ech ter niet te bewegen, maar heeft wel de huurverhogingen per 1 april 1960 en per 1 augustus 1957 geïncasseerd. Hij belooft het wel maar hij doet het niet. Daarom mijn vraag: is woningverbe- i alle wederzijdse broers tering bij de eerste en ook bii de twee de naleving toeziet? Is er ook een norm betreffende de frequentie w mede deze verbeteringen moeten wor- j den aangebracht, dit om te voorkomen t\?J -1. gemeente de répara- dat een huiseigenaar door een kleiniH- i'es zelf op kosten van de field te doen zich daarmee dan van i"nK.VlrPli,Chli°'!e" En ln dit Deze ka» ook nu nog bewan- prlo'riS. ^rdTÏ" Antwoord: Beide huurverhogingen ÏÏÏmÏverzoeken om vervallen- hadden (en hebben) mede tot doel het P" 1 °P" woningbezit zoveel mogelijk in goede Lurder dlnt zS^ kfaeZo dan Sr de Huuradvies- waartoe hij een formulier vnortyettin» aanvraagt en 2.50 stort. Worden de pklachten juist bevonden, dan gelast de ze commissie de 20 pet. huurverhoging te laten vervallen met ingang van een te bepalen datum. Deze vervallenver klaring duurt tot de nodige voorzienin gen zijn getroffen. Daarna kan de eige- eigenaar de huur mocht verhogen (in ,We®r een verzoek indienen om ddttaiton 9* wel de huurverhoging van 20 pet. te mogen berekenen en ook dan wordt na datum hiervoor vastge- staat te houden. In beide gevallen zijn £ënnis tebrengen i dan ook bij de Huurwet dwingende o»- -1 brengen i derhoudsplichten voorgeschreven, en ander bedoeld als een voortze van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek, waarin immers ook verplich tingen in deze sector zijn omschreven. U zult zich de bepalingen van de huurverhoging-1957 herinneren: de helft van het bedrag waarmee de huis de huur mocht verhogei de meeste gevallen 25 pet) moest den bijgeschreven op het Grootboek ^del-zoek Woningverbetering het geld was dus steid geblokkeerd. Uit het op deze wijze ge kweekte potje konden grote uitgaven voor woningverbetering worden ge- Overigens, op ieder postkantoor i: een boekje met adviezen verkrijgbaa; tegen de somma van 25 ets.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2