EUROPESE THEOLOGIE l marnix jacobus Zuidafrikaanse Kerk moet haar beginselen trouw blijven Bergschenhoek had al een kerkzegel GEESTELIJK LEVEN. ZONDAGSBLAD ZATERDAG 1 OKTOBER 1960 Belijden - hoe? Uit die stroom van kerkelijke berichten die deze week over mijn bureau is gegaan, bleef slechts een zin van een predikant hangen. Op een conferentie zei hij: „Het doet er niet toe hoe men Christus belijdt als men Hem maar belijdt". Is dit waar? Waarom nam Christus er dan kennelijk geen genoe gen mee, toen Nicodemus Hem in de nacht beleed als een „leraar van God gekomen?" Omdat Hij niet de gelijke was van Nicodemus, die inderdaad een le raar was en de eerste beginselen van het Konink rijk Gods nog niet begreep. Christus openbaarde zich daarom aan hem als de Zoon des mensen, die te vens de eniggeboren Zoon is van God. (Zie Johan nes 3 1—16). meester" noemde? Omdat l. V¥Cl. kelijk goed, dat wil zeggen zonder zonde, is en dat is God. Of de rijke jongeling erkende Hem als meer dan een meester, als God, of hij erkende Hem in het geheel niet. (Lucas 13 18—27). Waarom nam Christus er dan kennelijk geen genoe gen mee dat de mensen van hem zeiden dat hij Johannes de Doper was, of de wedergekeerde Elia. Pas Petrus was zalig en niet deze mensen die Hem toch ook op hun manier beleden, omdat deze erken de: „Gij zijt de Christus de Zoon van de levende God." (Ma"' Een gesprek met Prof. Dr. Carl F. H. Henry (II) bezien door Amerikaanse ogen De theologie in Europa bevindt zich in een overgangsstadium. Met deze woorden zouden we een lang gesprek met prof. dr. Carl F. H. Henry, hoofdredacteur van het blad „Christianity Today" (160.000 predikanten onder de abonnees), kunnen samenvatten. Een maand lang heeft hij Europa doorkruist. Urenlang heeft hij gesproken met theologen als Karl Barth en Emil Brunner, en zijn voornaamste conclusie van dit bezoek aan ons werelddeel is wel dat de dialectische theologie, die wij vaak midden-orthodoxie noemen, bezig is te desintegreren. Met grote zorg ziet hij de toenemende invloed van de vrijzinnige theoloog van de „ent- mythologisierung", prof. dr. Rudolf Bultmann, die wel eens tot een herleving van de oude vrijzinnigheid zou kunnen leiden. Vlattheus 16 13—17). Niet voldoende Christus schonk wel degelijk waarde aan het hoe van de belijdenis. Het is niet voldoende Hem te erkennen als een oprecht mens, hoewel Hij dat was. Het is niet voldoende Hem te erkennen als een. goed leraar, hoewel hij zeer grote pedagogische gaven bezat en er in slaagde in drie jaar tijds van ongeletterde vis sers vurige predikers te maken in zijn „wandelend seminarium". Het is zelfs niet voldoende dat we Hem de grootste mens, of ook de supermens noemen. Het is niet voldoende als we naar Hem willen luis- teren, want niet het luisteren kan ons zalig maken Duizenden luisterden naar Hem tijdens zijn omwan deling op aarde, en toch geloofden maar weinigen werkelijk in Hem. Het is niet voldoende dat wij ons best doen om Hem in alles te volgen. Judas volgde hem drie jaar lang. Petrus volgde Hem tot op Golgotha en bleef leeg en eenzaam achter. Wie Jezus volgt komt onder de in druk van Zijn oprechtheid, Zijn liefde voor de men sen, Zijn goddelijke kracht, maar „onder de indruk komen is niet voldoende". Het is niet voldoende dat we met anderen over Hem spreken. De mensen in Israël spraken over Hem. Als ik het goed heb heette dat .in de oude vertaling dat zijn „gerucht door het ganse land ging". Maar uiteindelijk riepen deze mensen ook: „Kruisigt Dit betekent dat de vrijzinnige theologie weer een tegenaanval heeft ingezet. Na de eerste wereldoorlog wa ren het vooral Barth en Brunner die zich gingen verzetten tegen de vrij zinnigheid, die jaren lang de boventoon had gevoerd. Zij kwamen op het toneel met wat ge noemd wordt hun „theo logie van de crisis." Deze naam ontstond in het jaar 1919 waarin Karl Barth zijn „Römer- brief" publiceerde,.waar in het woord „crisis" sterk werd geaccentu eerd. Voor Barth be tekende deze accentue ring een afwijzing van elke poging om het heil te funderen vanuit de mens. In het middelpunt van deze theologie stond dan ook de rechtvaardig- making van de godde- Overga Christus eist meer dan luisteren, volgen en spreken. Dat waren dingen die Hij ook eiste. Hij zei: Voor waar voorwaar ik zeg u luisteren, Neem uw kruis op en volg Mij volgen, Die Mij belijden zal voor de mensenspreken. Maar dat wil nog niet zeggen, dat hij daarmede te vreden was. Hij eiste meer. Dat meer is in een woord uit te drukken: „Overgave". Het luisteren moest leiden tot de erkenning dat wij in eigen kracht niet in staat zijn om werkelijk naar Gods wil te leven, dat wij daarom verloren gaan. Het volgen van Christus moet ons brengen tot de we tenschap dat wij ondanks on£e goede bedoelingen voor eeuwig verloren zijn, zelfs als we Christus in alles naleven. Wij kunnen ons aan het kruis laten nagelen zoals Hij deed, maar wij kunnen de graf zerk niet wegschuiven. Het belijden voor de mensen moet ons brengen tot het besef dat wij de genade niet hebben verdiend. Wij belijden Hem niet als de goede leraar, maar als degene die zonde werd voor ons, die onze straf droeg, onze hel binnentrad, opdat wij Zijn geluk, dat wij hadden verspeeld, deelachtig zouden worden. En daarom doet het er veel toe hoe wij Hem belij den, het doet er alles toe. Het behoeft geen verbazing te wekken dat van vrijzinnige zijde tegen deze theologie sterk is ge opponeerd. Karl Barth was hen veel te orthodox. Even vatte de gedachte post dat zijn theologie de scherpe tegenstellingen tussen vrijzinnigheid en orthodoxie zou kunnen overbruggen. De werke lijkheid is evenwel geweest dat Barth voor de vrijzinnigen te or thodox was (hij aanvaardde de maagdelijke geboorte en trou wens de oecumenische dogma's van de christelijke kerk in het al gemeen), maar hij bleef voor de orthodoxen te vrijzinnig. Volgens prof. Henry is dit laatste een ge volg van het feit dat hij van de vrijzinnigen zijn visie op het ge zag van de Schrift erfde. Hij bleef de Schrift vanuit de bijbel kritiek benaderen. Gefaald Volgens prof. Henry heeft de ze theologie gefaald. Zij heeft een ontelbaar aantal vragen op geworpen, maar deze lang niet alle kunnen beantwoorden. Het gevolg is dat anderen nu gaan proberen een antwoord te vin den. Dit houdt in dat er een ge heel nieuwe positie-bepaling komt, die theologisch gezien angstwekkende gevolgen kan hebben voor het continent en zelfs voor de gehele wereld. Prof. Henry denkt hierbij in de eerste plaats aan de gevolgen voor Amerika. Tot nu toe is het steeds zo geweest dat een theolo gie in Europa geboren werd en als hij dan „volwassen" gewor den was naar Amerika werd over geplant, waar men dan tot in de extreemste posities ging door slaan. De wereld is echter klei- bisschop i T7R zijn maar weinig geestelijken, die dit jaar zozeer gestaan hebben voor het voetlicht van de publieke belangstelling als de anglicaanse bisschop van Johannesburg, dr. Ambrose Reeves, die door de regering van Zuid-Afrika werd uitge wezen. Hij is steeds een felle tegenstander van do apart heidspolitiek van Zuid-Afrika geweest. Na de relletjes in Sharpeville waarbij verschillende doden en vele gewonden vielen, toonde deze bisschop aan dat de politie op vluchtende negers had geschoten en ook gebruik gemaakt zou hebben van dum-dum kogels. Hij liet de ge tuigenissen van de gewonde negers notarieel vastleggen. Al spoedig moest hij het land verlaten. Enige weken ge leden keerde hij in zijn bisdom terug om direct daarop door de regering te worden uitgewezen. In liet blad „Church Times" is bisschop Reeves nu inge gaan op deze kwestie. Uit zijn artikel blijkt dat er ook bin nen de Anglicaanse Kerk spanningen heersen, omdat lang niet alle lidmaten instemmen met de vaak zeer aggressieve woorden van aartsbisschop Joost de Blank van Kaapstad en van bisschop Reeves. Bisschop Reeves schrijft: TWAT mijn eigen bisdom betreft ben ik er vast van overtuigd dat deze daad van de Zuidafrikaanse regering een beter begrip tussen de lidmaten van verschillende rassen zal wekken en hen dichter tot elkander zal brengen. Men zou kunnen denken dat de leden van de kerk door deze handelwijze geïntimideerd zijn, maar dat is zeker niet waar. Integendeel, er zijn nu reeds tekenen die er op wijzen dat de leidende leden, zowel geestelij ken als niet-ambtsdragers, op duidelijke wijze hun gedachten openbaar maken. Velen van hen beseffen voor welke moeilijke problemen de lidmaten komen te staan door dit drastisch ingrij pen van het wereldlijk gezag, en zij zijn niet van plan om deze zaak in de doofpot te stoppen. Veel moeilijker is het om van hieruit de gevolgen te bepalen die de deportatie van een bisschop zal hebben op het geheel van de Anglicaanse Kerk in Zuid-Afrika. Maar ik heb reden om aan te nemen dat de lidmaten overal door dit nieuws geschokt zijn en dat zij meer nog dan voorheen hun best zullen doen om de kerk in Zuid-Afrika te vormen naar het beeld van het gemeenschaps leven dat God Zijn Kerk heeft geopenbaard. Spanningen Het zal niet eenvoudig zijn om dit te bereiken, want wij mogen verwachten dat dezelfde span- Fooi Het ziet er naar uit dat de Engelse klachten over de financiële positie van de geestelijkheid in de Angli caanse Kerk, indruk begint te maken op het „gewone volk". Toen enige dagen geleden een Anglicaans geeste lijke zijn taxichauffeur een fooi van een shilling (vijftig cent) gaf. ging deze er niet mee akkoord. Hij aan vaardde slechts een thrcepence- munt.tuk (ongeveer 12 cent) cn zei: „Ik verdien meer dan u." nlngen tussen de rassen In Zuid- Afrika zich ook zullen openbaren binnen de kerk. Dit betekent dat een aantal geestelijken en nog meer leken in de greep zijn van dezelfde rassenvooroordelen en angsten die zoveel mensen in Zuid-Afrika in hun ban houdt. Het gevolg is dat in veel blan ke kerkelijke gemeenten er men sen zijn of het er nu veel of weinig zijn doet er niet zozeer toe die de veroordeling van de apartheidspolitiek door de kerk afkeuren en die binnen de muren van de kerk dezelfde ras senscheiding willen doorvoeren die ook de staat kenmerkt. Van tijd tot tijd en in' het bijzon is in de verhoudingen tussen de kerk en de staat, zijn er men sen die het wel niet eens zijn met de politiek van de apartheid, maar hen toch steunen omdat zij bang zijn dat het eerlijk spreken Bezinnen Maar tevens moeten we met nadruk stellen dat er veel blan ke lidmaten zijn, wier loyaliteit ten opzichte van de kerk juist verstrekt wordt door de houding die de kerkelijke leiders hebben ingenomen en die zowel in ge meentelijk verband als in het ge heel van het bisdom hun best doen en de aanwezige kerk in Zuid-Afrika zoveel mogelijk iden tiek te doen zijn met de werkelij ke kerk van Christus. Tegelijkertijd moet iedere ker kelijke leider in Zuid-Afrika zich toch ook weer steeds bezinnen op de vraag hoe zijn houding moet zijn ten opzichte van de lidmaten die het getuigenis van de kerk ondermijnen. te vinden, omdat de mensen al leen door een echte bekering tot een veranderde instelling komen en omdat een plaatselijke ge meente alleen dan werkelijk kan worden omgezet in een waarlijk Christelijke gemeenschap waar in de rassenverschillen zijn. op geheven, als de plaatselijke le- slechts de taak heeft om de blan ke lidmaten op te wekken om mee .te werken aan de vorming van een kerk waarin het rassen onderscheid geheel is weggeval len, maar ook de kerk de niet- blanke leden moet behouden, die het re karakter v een langzaam bleem wordt op, omdat men in Zuid-Afrika niet lang kan werken zonder tot het besef te komen dat de kerk nog maar weinig tijd is overge laten om haar eigen huis op or de te brengen. Meerderheid De situatie wordt bovendien nog gecompliceerder door het feit buiten dit land vaak ver geten dat de meerderheid van de anglicanen bestaat uit Afrika nen (Reeves gebruikt dit woord voor negers* en kleurlingen (ge mengd bloed). Het gevolg is dat de kerk niet wat zij predikt. Velen worden steeds meer ontevreden over de toestand zoals die op het ogen blik is. Het gevolg van dit alles is dat de kerkelijke leiders een twee voudige taak hebben, die hen voor een geweldige verantwoor delijkheid plaatst. Dc Anglicaanse Kerk is haar roeping ontrouw als zij er niet in slaagt de steun te verwerven van de leden die op het ogen blik het niet eens zijn met het verzet van de kerk tegen de apartheid, maarr ook als zij de steun verliest door zich aan te passen bij het huidige politieke klimaat van Zuid-Afrika van de honderden en duizenden Afrika nen en kleurlingen. ner geworden en als een nieuwe theologische positie in Europa be paald wordt, zal zij over tien jaar reeds zijn Invloed in Ame rika doen gelden. Dit kleiner worden van de we reld kan evenwel ook betekenen dat in de toekomst de Amerikaan se theologie misschien Europa zal beïnvloeden. Prof. Henry hoopt vooral dat het reformatorisch re veil in zijn land' (zie Zondags blad van vorige week) Europa zal aanspreken. In discussie Deze jonge hoogleraar verbaast het niet dat de crisis-theologie nu opnieuw in discussie komt en zichzelf al bijna overleefd schijnt te hebben. Volgens hem droeg zij de kiem van de nederlaag in zich door geen werkelijk antwoord te hebben op de bijbelkritiek. Barth en Brunner maakten zelf de opkomst van Bultmann noodza kelijk. Zij hebben in hun verlan gen om God zo groot te maken (transcedent) dat Hij eigenlijk buiten het gezichtsveld van de mens kwam te staan een reactie opgeroepen. In wezen bouwt Bultmann voort op dezelfde vooronderstel lingen van Barth. Ook hij gaat uit van het oneindige onder scheid tussen God en mens, tijd en eeuwigheid. God openbaart zich niet in ideeën, woorden en historische gebeurtenissen. Inconsequent Hij is even inconsequent als Barth en Brunner, want zij moes ten ook teruggrijpen op bepaalde bijbelse waarheden om niet in subjectivisme te vervallen. Voor Barth ligt de openbaring van God in de lichamelijke opstanding van Christus, voor Brunner in de dood van Christus aan het kruis. Bij Bultmann ligt het wat an ders, maar toch eigenlijk ook weer niet. Bij hem schept het ge loof de inhoud van het evangelie. Daarmede is Bultmann even in consequent als Barth en Brunner, volgens prof. Henry. Daar ook hij uitgaat van dat oneindige onder scheid tussen God en mens is het te enen male niet duidelijk, waarom Bultmann zelfs nog maar zou spreken van een openbaring van God. Letterlijk zei prof. Henry: „Het is niet duidelijk waarom hij de filosoof Heidegger niet zou toe staan om niet slechts de toestand waarin dc mens zich bevindt on der woorden te brengen, maar ook dc totale inhoud van de op lossing, dat wil dus zeggen, waar om hij de theologie niet volko men zou laten vallen en zich te vreden stellen met filosofie. Openbaring Bultmann moet nog een tweede vraag onder ogen zien. volgens prof. Henry. Als hij wel wil uit gaan van een goddelijke openba ring in het licht van zijrt dialec tische en existentiële vooronder stellingen is het niet duidelijk waarom hij openbaring uitslui tend definieert als een ontmoeting tussen God en mens ,,in de komst van Jezus Christus." Als Bultmann de basis van zijn theologie, bestaande uit zijn verzet tegen liet bovennatuur lijke en tegen de wonderen van de bijbel, werkelijk zou toepas sen op zijn systematische theo logie zou hij de bovennatuurlij ke openbaring en deze wonder baarlijke ontmoeting van God en mens in Christus ook moe ten „enthmythologiseren." Dat wil zeggen dat hij zich dan vol komen zou identificeren met Plato en de Grieken in plaats van te doen alsof hij behoort tot Paulus en de christenen, al dus prof. Henry in zijn gesprek met ons. Deze hoogleraar maakte ons deelgenoot van zijn indrukken die hij in Europa heeft opgedaan. Hij ziet de plotselinge verandering van theologische fronten als een van de belangrijkste gebeurtenis sen van dit ogenblik. Deze week vertrekt hij weer naar zijn land om zijn gedachten, die hij in fe bruari van het volgend jaar in zijn blad wil publiceren, te orde nen. Maar hij hoopt al weer spoe dig in Europa terug te zijn om dat voor oktober een ontmoeting op het programma staat met prof. dr. Berkouwer van de Vrije Universiteit. IIELIJDENISGESCIIIIIFTEN Nog een stem uit de Gereformeerde (vrijge maakte) Kerken. In het Kerkblad van de Geref. I^erk van Breda reageert ds. B. Telder op recen sies over zijn boek: „Stervenen dan?" dat een heleboel theologische stof heeft doen op waaien: Wjj zouden tot een zeer onreformatorisch confessdo- nalisme vervallen, als wij iemand in onze kerken van ontrouw aan de belijdenis en het schenden van zyn kerkelijke beloften gingen beschuldigen, als bij het durfde wagen enige aanmerking te maken op de wijze, waarop dc kerk in het verleden een bepaalde Schriftwaarlieid heeft geformuleerd. Geen enkele predikant heeft de belijdenisgeschrif ten onderschreven in deze zin, dat hij ze. beschouw de als vlekkeloze, onfeilbare cn de Schriftuurlijke waarheid volmaakt gelijkwaardig weergevende formu lieren. Hoezeer hij de belijdenis waardeert en lief heeft, hij weet dat het menselijke, historisch bepaalde en aan dc Schrift te allen tijde appclabclc geschriften zijn, en dat de opstellers van deze geschriften kinde ren vun hun tijd zijn geweest. Wjj zullen als kerken nooit tot een volmaakte confessie komen. Dit behoeft ook niet. Het is de weg van kerkelijke gravamina (bezwaarschriften) blijven schaven aan onze formulieren van enigheid totdat dc terminologie geheel verantwoord zou zijn, leidt tot perfectisme, Het kan zelfs aanleiding geven om Ie menen, dat de rest nu geheel in orde is, zodat de belijdenis vóór de Schrift of er niiast komt. Maar dan moeten we ook elkander niet willen bin den aan alle woorden en uitdrukkingen. Wy mogen in de kerk rustig uitspreken, dat op bepaalde punten de belijdenis meer theologisch dan hijbeis spreekt, en dat, waar ze zich op Schriftplaatsen beroept en daar naar verwijst, dit beroep niet altyd exegetisch ver antwoord is. Met dit te erkennen degraderen we de- kerkelijke formulieren niet, maar blijven wc de be lijdenisgeschriften zien als menselijke, dus feilbare geschriften, die de absolute, Goddelijke waarheden wel zo goed mogelijk, maar toch nooit gelijkwaardig weergeven. Enige weken geleden schreef een van onze medewerkers (op de pagina Geestelijk Leven van 10 september) over het nieuwe kerkzegel van Bergschenhoek, ontworpen door de plaatselijke predikant ds. A. van Eijk. In zijn artikel vroeg hij zich af of de gemeente Bergschenhoek zich wel in verbinding had ge steld met dr. J. J. Woldendorp, conservator van de kerkzegel- verzameling van de generale synode van de Ned. Herv. Kerk. Naar aanleiding van dit artikel schreef dr. Woldendorp ons en vertelde dat deze hervormde ge meente reeds eerder beschikt heeft over een kerkzegel. Hij ver wijst naar het boek van W. van den Hoonaard „Geschiedkundige en Topografische beschrijving van de dorpen Hillegersberg". Dr. Woldendorp schrijft: De hervormde gemeente te Bergschenhoek was tot het jaar 1658 verenigd met de hervormde gemeente tc Hillegersberg. De ge meente té Bergschenhoek kwam •n 1658 te zamen in een huis of loods op het erf van Willem Anens Verzijden. Doch die loods werd, door de te Bergschenhoek alles vernielende brand op 8 mei 1659, een prooi der vlammen. Spoedig werd een luifel van bal ken opgeslagen, welke met zeilen werd overdekt. De lente was in het land en de zomer naderde, zodat in die noodtent de openbare godsdienstoefening een tijd lang kon gehouden worden. Toen de winter kwam werd een groot huis gehuurd tot het houden der gods dienstoefeningen. Erven, tot het bouwen van een kerk werden aangekocht, maar het liep tot 1664 en duurde van 1664 tot 1691 eer de kerk was ge bouwd. Zij wordt beschreven als een langwerpig vierkant, ruim en luchtig, bedekt met blauwe pan nen en van een koepeltorentje In dit torentje werd een Doe aan mij een teken ten goede Doe aan mij een teken ten goede, gesprekken over doop en avondmaal, door dr. A. F. N. Lekkerkerkcr. Uitgave N.V. Gebr. Zomer en Keuning, Wa- geningen. De sacramenten ontvangen de laatste jaren veel aandacht. Dat ze dit waard zijn zal men te stel liger bevestigen al naarmate men er zich meer in verdiept. Welk een rijkdom bieden deze tekenen en zegelen waarin Gods genade werk zo tastbaar tot ons komt. De taal der sacramenten is dui delijk en eenvoudig. Toch doet onderzoek en nadenken nog beter verstaan en met meer diepte aanvaarden. Ook is het nodig al lerlei misvattingen te doorzien. Voor dit alles is dit boek een prachtige hulp. De grote belang stelling voor de radiolezingen het uit ontstond wettigt de Auteurs ontdekt Een letter- en sturlielicvend ge nootschap ergens in Amerika kreeg een nieuw boek iu handen. Het heet te „Institutie der Christelijke religie" bleek geschreven door een zekere Calvijn. Dc ledei Zoo dikwijls als mijn hartaar Zal men Cornells Drost geden- Dic mij aan deze kerk won schenken. Toen de kerk voltooid was, was tevens alle schuld betaald. In de gestichte kerk werden onderschei dene glasramen gesteld, geplaatst door de kunstschilders Willem van Kleef en Pieter Lover. Hoewel de ze geschilderde glasramen niet meer bestaan, de beschrijving noemt het kerkzegel van de her vormde gemeente te Bergschen- W. van den Hoonaard t.a.p. be schrijft het elfde der door hem genoemde glasramen als voorstel lende het wapen van de kerke- raad van den Bergschenhoek. Het middelste glas was een herder met een kudde schapen. Dit werd omringd van het bijschrift: „Zoo hebt dan acht op uzelven en op de geheele kudde." Rondom vond men de wapens van Wemmarius Temmink, de vierde predikant van Bergschen hoek, als proponent aldaar beves tigd 6 mei 1691, en vandaar op 14 november 1700 vertrokken naar Vlaardingen, alsmede de wapens van ouderlingen en diakenen. De kerkeraad der hervormde ge meente bleef alzo niet achter in het schenken van een geschilderd glasraam aan het kerkgebouw. In 1870 is dit kerkgebouw door een nieuw vervangen. Voor de belangstellenden onder onze lezers vermeldt dr. Wolden dorp nog dat volgens ds. H. van der Hagt (in 1913 predikant tc Rotterdam) men ln het wapen van de kerkeraad te Bergschenhoek de afbeelding beschreven vindt van het kerkelijk zegel van Berg schenhoek. Deze gedachte bracht hij naar voren in zijn artikelen reeks „Kerkzegels" die in de Rot- terdamsche Kerkbode verscheen. Van bijzonder belang is het arti kel van 20 deoember 1913. üüütitiüAüüttiii-irtrbttöüüüü-trtettirtrCiüIrCrtr-Cf-trCrtrij-trü-b-irb-üixtrül 1 Levensplan j", MARNIX thuis gekomen is, rijzen er verschillende ■u vragen voor hem op. De eerste wordt van buitenaf ge- g g steld: in een bevrijd Nederland kan men vanzelfsprekend ïj- niet maar doorleven alsof er niets gebeurd is; men moet g g speciaal ten opzichte van jonge mannen, die in vreemde krijgsdienst gingen wel bepaalde heropvoedende maatregelen g v nemen. Wat bewoog hem de roep van rattenvanger te volgen? 3 Wat hebben ze allemaal uitgehaald en aan welke oorlogs- g g handelingen om niet te zeggenoorlogsmisdaden hebben y.- ze zich mogelijk schuldig gemaaktEn waren ze zich destijds g bewust van wat ze ondernamen? Uit de praktijk van een MAATSCHAPPELIJK WERKSTER j En zien ze thans hun dwalin- i gen in? Moeten ze berecht wor- J den en zo ja, wat zal hun straf i worden? Moeilijke vragen en dat te meer omdat het verletten een nog zo nabij verleden is in j die dagen. Men is zo bezwaar- t lijk objectief, wanneer men net zoveel heeft doorgemaakt en t zoveel offers heeft moeten brengen. hr?notnfLhtLl6' dJe !?et .geY,al van Marnix Jacobus onderzoekt, 1 en bfkbn l j t j alle objectiviteit op en weet schapen t bokken te onderscheiden. Er zitten trouwens ook mannen in i die zijn vader hebben leren kennen voor de bevrijding kwam' hLi0V!«Wegen verder dat de. geronselde Marnix destijds wei 1 tp nnrinrc10^/38.611 ?.®ker niet in staat om leuze en waarheid 1 Lol tui irschaide" terwijl ze zien hoezeer deze beschuldigde te- iL7 f°K getekend èn innerlijk veranderd is. Daar- k™ S LfL m.et de^gen van buitenaf best af en Marnix 1 hH Plaats in de nieuwe samenleving gaan zoeken: arbe?dBkr«ch"n' SUg' WaM is beh°a,te i komt meteen de tweede vraag naar voren: wèt -TJ-za) Marnix gaan doen en op welke manier zal hii ziin her- a hp het pnoH<fnd dle.nan?.In feite is dat een innerlijke vraag: e als het goed is, vormt de keuze van een beroep altiid een zaak opneen rocLLnplk beï?ep is een goddelijk beroep, een antwoord t ?p 1 u roeping van Boven; ongeacht of men zendeling of me- taalarbeider wordt, predikant of kantoorbediende. Het gaat er om talenten en kundigheden tegen elkander af te wegen, te beseffen dat God ons deze eigenschappen schonk en dat we r daarom Hem verschuldigd zijn daarmee op een zo goed mo- gelijke wijze te woekeren. pCHTER, WAT zijn de mogelijkheden die God in Marnix leg- i B»innoJ iaan..van boekverkoper misschien? Maar twee ».v Irn-^f i z,jner tljd noo,t van de schrale kost uit de «mLTi m V*n' Cn ™en moet er toch wel rekening mee Moet hb rfen#S nameiSie lal tegenkomen, nietwaar? irLLo Sj 1 andere handenarbeid zijn kracht zoe- dfe is en mee?néAnU onderdehand wel dat hij niet bepaald han- 7*5 Lil ar.m brengje t op dit terrein toch niet ver! hij dan gaan studeren? Alweer bezwaren: hij ging zo ion 2 Ln3f °0S en' hij heeft z n sch°o1 echt ^et kurmen afmaken? LV,l^ffii,eieT=aV4de,rnve;LUedS Moeten 1*1 ÏSfco"JH&iJS» h b s' terug Jol, londe. dat ii<£C.I+ 1 oan n°g- i^en kantoorbaan is ei lijk het enig mogelijke. En Marnix pakt die dan maar aa„ rti ZV1 v^rnjiiiking hem ook hier nog vele hinderpalen in *ni««ff Iets 18 b?,tor dan niets, denkt hij. En ook: ik heb nu zolang voor mezelf gezorgd, dat ik moeilijk vader en moeder bcrioten°den. -clinp aan tc bieden. Daar zijn adres hen onbekend was, verzonden zij dc desbetreffende brief via de uitgever van het boek, de Westminster-Press te Philadelfia. Zij gewaagden daarin van de ver diensten van dc schrijver „op het ge bied der hedendaagse letteren" en beloofden hem het certificaat van het erelidmaatschap tc zenden (op per kament gedrukt, geschikt om inge lijst te worden). De brief besloot met een hartelij ke wens van „bij voortduur veel suc ces in uw loopbaan als schrijver". g IJET KAN NIET, omdat Marnix een jongen is, die meer voor g ^mensen da» voor dingen voelt. Zijn leven is altijd om- gerf°?r ,mensen- Mensen die hij eerst haatte, maar g ffoLn U itifemdebjk lS gaan begrijpen, is gaan liefhebben, is g 5®5V.len als are, die geen herder heeft O, hij had zon- S ^per80S.nl^e ^rvaringen best verbitterd temidden der P 5 dingen, der zakelijke brieven, der rekeningen en der grootboe- *1 ken kunnen wegkruipen maar juist deze persoonlijke avontu- S' K f,?»n £"ssen Oosten en Westen dwingen hem 'n andere richting S JrïL ¥\.rJ,,ktJuJ ln, d« yrue UT^ toch nog aan de studie! S u een bijbelstudie. Een misschien niet helemaal intellectueel hooc- fil3,™ studie; eerder 'n beetje 'n gebrekkige studie met veel g g lacunes en veel hiaten Maar in elk geval vindt hij zó zijn g ïï?&"aaLlC- rnen®.®n- Als evangelist. Zeg voor mijn part: als P blikken dominee. Maar hij is pertinent niet van blik' 3 <x P WIJKPREDIKANT. rteirüitttitüitttüüteirtrüülrüirttïfiitrbiittüirüittrütt-Cr-ü-ü-tiïi-üïr-ü-tiïc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 23