EUROPESE THEOLOGIE
l marnix jacobus
Zuidafrikaanse Kerk moet haar
beginselen trouw blijven
Bergschenhoek had al
een kerkzegel
GEESTELIJK
LEVEN.
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 1 OKTOBER 1960
Belijden - hoe?
Uit die stroom van kerkelijke berichten die deze week
over mijn bureau is gegaan, bleef slechts een zin
van een predikant hangen. Op een conferentie zei
hij: „Het doet er niet toe hoe men Christus belijdt
als men Hem maar belijdt". Is dit waar?
Waarom nam Christus er dan kennelijk geen genoe
gen mee, toen Nicodemus Hem in de nacht beleed
als een „leraar van God gekomen?" Omdat Hij niet
de gelijke was van Nicodemus, die inderdaad een le
raar was en de eerste beginselen van het Konink
rijk Gods nog niet begreep. Christus openbaarde zich
daarom aan hem als de Zoon des mensen, die te
vens de eniggeboren Zoon is van God. (Zie Johan
nes 3 1—16).
meester" noemde? Omdat l. V¥Cl.
kelijk goed, dat wil zeggen zonder zonde, is en dat
is God. Of de rijke jongeling erkende Hem als meer
dan een meester, als God, of hij erkende Hem in
het geheel niet. (Lucas 13 18—27).
Waarom nam Christus er dan kennelijk geen genoe
gen mee dat de mensen van hem zeiden dat hij
Johannes de Doper was, of de wedergekeerde Elia.
Pas Petrus was zalig en niet deze mensen die Hem
toch ook op hun manier beleden, omdat deze erken
de: „Gij zijt de Christus de Zoon van de levende
God." (Ma"'
Een gesprek met Prof. Dr. Carl F. H. Henry (II)
bezien door Amerikaanse ogen
De theologie in Europa bevindt zich in een overgangsstadium.
Met deze woorden zouden we een lang gesprek met prof. dr. Carl
F. H. Henry, hoofdredacteur van het blad „Christianity Today"
(160.000 predikanten onder de abonnees), kunnen samenvatten.
Een maand lang heeft hij Europa doorkruist. Urenlang heeft hij
gesproken met theologen als Karl Barth en Emil Brunner, en zijn
voornaamste conclusie van dit bezoek aan ons werelddeel is wel
dat de dialectische theologie, die wij vaak midden-orthodoxie
noemen, bezig is te desintegreren. Met grote zorg ziet hij de
toenemende invloed van de vrijzinnige theoloog van de „ent-
mythologisierung", prof. dr. Rudolf Bultmann, die wel eens tot
een herleving van de oude vrijzinnigheid zou kunnen leiden.
Vlattheus 16 13—17).
Niet voldoende
Christus schonk wel degelijk waarde aan het hoe van
de belijdenis. Het is niet voldoende Hem te erkennen
als een oprecht mens, hoewel Hij dat was. Het is
niet voldoende Hem te erkennen als een. goed leraar,
hoewel hij zeer grote pedagogische gaven bezat en
er in slaagde in drie jaar tijds van ongeletterde vis
sers vurige predikers te maken in zijn „wandelend
seminarium". Het is zelfs niet voldoende dat we Hem
de grootste mens, of ook de supermens noemen.
Het is niet voldoende als we naar Hem willen luis-
teren, want niet het luisteren kan ons zalig maken
Duizenden luisterden naar Hem tijdens zijn omwan
deling op aarde, en toch geloofden maar weinigen
werkelijk in Hem.
Het is niet voldoende dat wij ons best doen om Hem
in alles te volgen. Judas volgde hem drie jaar lang.
Petrus volgde Hem tot op Golgotha en bleef leeg en
eenzaam achter. Wie Jezus volgt komt onder de in
druk van Zijn oprechtheid, Zijn liefde voor de men
sen, Zijn goddelijke kracht, maar „onder de indruk
komen is niet voldoende".
Het is niet voldoende dat we met anderen over Hem
spreken. De mensen in Israël spraken over Hem.
Als ik het goed heb heette dat .in de oude vertaling
dat zijn „gerucht door het ganse land ging". Maar
uiteindelijk riepen deze mensen ook: „Kruisigt
Dit betekent dat de
vrijzinnige theologie
weer een tegenaanval
heeft ingezet. Na de
eerste wereldoorlog wa
ren het vooral Barth en
Brunner die zich gingen
verzetten tegen de vrij
zinnigheid, die jaren
lang de boventoon had
gevoerd. Zij kwamen op
het toneel met wat ge
noemd wordt hun „theo
logie van de crisis."
Deze naam ontstond in
het jaar 1919 waarin
Karl Barth zijn „Römer-
brief" publiceerde,.waar
in het woord „crisis"
sterk werd geaccentu
eerd. Voor Barth be
tekende deze accentue
ring een afwijzing van
elke poging om het heil
te funderen vanuit de
mens. In het middelpunt
van deze theologie stond
dan ook de rechtvaardig-
making van de godde-
Overga
Christus eist meer dan luisteren, volgen en spreken.
Dat waren dingen die Hij ook eiste. Hij zei: Voor
waar voorwaar ik zeg u luisteren, Neem uw kruis
op en volg Mij volgen, Die Mij belijden zal voor
de mensenspreken.
Maar dat wil nog niet zeggen, dat hij daarmede te
vreden was. Hij eiste meer. Dat meer is in een
woord uit te drukken: „Overgave".
Het luisteren moest leiden tot de erkenning dat wij
in eigen kracht niet in staat zijn om werkelijk naar
Gods wil te leven, dat wij daarom verloren gaan.
Het volgen van Christus moet ons brengen tot de we
tenschap dat wij ondanks on£e goede bedoelingen
voor eeuwig verloren zijn, zelfs als we Christus in
alles naleven. Wij kunnen ons aan het kruis laten
nagelen zoals Hij deed, maar wij kunnen de graf
zerk niet wegschuiven.
Het belijden voor de mensen moet ons brengen tot
het besef dat wij de genade niet hebben verdiend.
Wij belijden Hem niet als de goede leraar, maar
als degene die zonde werd voor ons, die onze straf
droeg, onze hel binnentrad, opdat wij Zijn geluk,
dat wij hadden verspeeld, deelachtig zouden worden.
En daarom doet het er veel toe hoe wij Hem belij
den, het doet er alles toe.
Het behoeft geen verbazing te
wekken dat van vrijzinnige zijde
tegen deze theologie sterk is ge
opponeerd. Karl Barth was hen
veel te orthodox. Even vatte de
gedachte post dat zijn theologie
de scherpe tegenstellingen tussen
vrijzinnigheid en orthodoxie zou
kunnen overbruggen. De werke
lijkheid is evenwel geweest dat
Barth voor de vrijzinnigen te or
thodox was (hij aanvaardde de
maagdelijke geboorte en trou
wens de oecumenische dogma's
van de christelijke kerk in het al
gemeen), maar hij bleef voor de
orthodoxen te vrijzinnig. Volgens
prof. Henry is dit laatste een ge
volg van het feit dat hij van de
vrijzinnigen zijn visie op het ge
zag van de Schrift erfde. Hij
bleef de Schrift vanuit de bijbel
kritiek benaderen.
Gefaald
Volgens prof. Henry heeft de
ze theologie gefaald. Zij heeft
een ontelbaar aantal vragen op
geworpen, maar deze lang niet
alle kunnen beantwoorden. Het
gevolg is dat anderen nu gaan
proberen een antwoord te vin
den. Dit houdt in dat er een ge
heel nieuwe positie-bepaling
komt, die theologisch gezien
angstwekkende gevolgen kan
hebben voor het continent en
zelfs voor de gehele wereld.
Prof. Henry denkt hierbij in de
eerste plaats aan de gevolgen
voor Amerika. Tot nu toe is het
steeds zo geweest dat een theolo
gie in Europa geboren werd en
als hij dan „volwassen" gewor
den was naar Amerika werd over
geplant, waar men dan tot in de
extreemste posities ging door
slaan. De wereld is echter klei-
bisschop i
T7R zijn maar weinig geestelijken, die dit jaar zozeer gestaan
hebben voor het voetlicht van de publieke belangstelling
als de anglicaanse bisschop van Johannesburg, dr. Ambrose
Reeves, die door de regering van Zuid-Afrika werd uitge
wezen. Hij is steeds een felle tegenstander van do apart
heidspolitiek van Zuid-Afrika geweest.
Na de relletjes in Sharpeville waarbij verschillende doden
en vele gewonden vielen, toonde deze bisschop aan dat de
politie op vluchtende negers had geschoten en ook gebruik
gemaakt zou hebben van dum-dum kogels. Hij liet de ge
tuigenissen van de gewonde negers notarieel vastleggen.
Al spoedig moest hij het land verlaten. Enige weken ge
leden keerde hij in zijn bisdom terug om direct daarop door
de regering te worden uitgewezen.
In liet blad „Church Times" is bisschop Reeves nu inge
gaan op deze kwestie. Uit zijn artikel blijkt dat er ook bin
nen de Anglicaanse Kerk spanningen heersen, omdat lang
niet alle lidmaten instemmen met de vaak zeer aggressieve
woorden van aartsbisschop Joost de Blank van Kaapstad en
van bisschop Reeves.
Bisschop Reeves schrijft:
TWAT mijn eigen bisdom betreft ben ik er vast van overtuigd
dat deze daad van de Zuidafrikaanse regering een beter begrip
tussen de lidmaten van verschillende rassen zal wekken en hen
dichter tot elkander zal brengen. Men zou kunnen denken dat de
leden van de kerk door deze handelwijze geïntimideerd zijn, maar
dat is zeker niet waar.
Integendeel, er zijn nu reeds
tekenen die er op wijzen dat de
leidende leden, zowel geestelij
ken als niet-ambtsdragers, op
duidelijke wijze hun gedachten
openbaar maken. Velen van hen
beseffen voor welke moeilijke
problemen de lidmaten komen
te staan door dit drastisch ingrij
pen van het wereldlijk gezag, en
zij zijn niet van plan om deze
zaak in de doofpot te stoppen.
Veel moeilijker is het om van
hieruit de gevolgen te bepalen die
de deportatie van een bisschop
zal hebben op het geheel van de
Anglicaanse Kerk in Zuid-Afrika.
Maar ik heb reden om aan te
nemen dat de lidmaten overal
door dit nieuws geschokt zijn en
dat zij meer nog dan voorheen
hun best zullen doen om de kerk
in Zuid-Afrika te vormen naar
het beeld van het gemeenschaps
leven dat God Zijn Kerk heeft
geopenbaard.
Spanningen
Het zal niet eenvoudig zijn om
dit te bereiken, want wij mogen
verwachten dat dezelfde span-
Fooi
Het ziet er naar uit dat de Engelse
klachten over de financiële positie
van de geestelijkheid in de Angli
caanse Kerk, indruk begint te maken
op het „gewone volk". Toen enige
dagen geleden een Anglicaans geeste
lijke zijn taxichauffeur een fooi van
een shilling (vijftig cent) gaf. ging
deze er niet mee akkoord. Hij aan
vaardde slechts een thrcepence-
munt.tuk (ongeveer 12 cent) cn zei:
„Ik verdien meer dan u."
nlngen tussen de rassen In Zuid-
Afrika zich ook zullen openbaren
binnen de kerk. Dit betekent dat
een aantal geestelijken en nog
meer leken in de greep zijn van
dezelfde rassenvooroordelen en
angsten die zoveel mensen in
Zuid-Afrika in hun ban houdt.
Het gevolg is dat in veel blan
ke kerkelijke gemeenten er men
sen zijn of het er nu veel of
weinig zijn doet er niet zozeer
toe die de veroordeling van
de apartheidspolitiek door de
kerk afkeuren en die binnen de
muren van de kerk dezelfde ras
senscheiding willen doorvoeren
die ook de staat kenmerkt. Van
tijd tot tijd en in' het bijzon
is in de verhoudingen tussen de
kerk en de staat, zijn er men
sen die het wel niet eens zijn met
de politiek van de apartheid,
maar hen toch steunen omdat zij
bang zijn dat het eerlijk spreken
Bezinnen
Maar tevens moeten we met
nadruk stellen dat er veel blan
ke lidmaten zijn, wier loyaliteit
ten opzichte van de kerk juist
verstrekt wordt door de houding
die de kerkelijke leiders hebben
ingenomen en die zowel in ge
meentelijk verband als in het ge
heel van het bisdom hun best
doen en de aanwezige kerk in
Zuid-Afrika zoveel mogelijk iden
tiek te doen zijn met de werkelij
ke kerk van Christus.
Tegelijkertijd moet iedere ker
kelijke leider in Zuid-Afrika zich
toch ook weer steeds bezinnen
op de vraag hoe zijn houding
moet zijn ten opzichte van de
lidmaten die het getuigenis van
de kerk ondermijnen.
te vinden, omdat de mensen al
leen door een echte bekering tot
een veranderde instelling komen
en omdat een plaatselijke ge
meente alleen dan werkelijk kan
worden omgezet in een waarlijk
Christelijke gemeenschap waar
in de rassenverschillen zijn. op
geheven, als de plaatselijke le-
slechts de taak heeft om de blan
ke lidmaten op te wekken om
mee .te werken aan de vorming
van een kerk waarin het rassen
onderscheid geheel is weggeval
len, maar ook de kerk de niet-
blanke leden moet behouden, die
het
re karakter v
een langzaam
bleem wordt
op, omdat men in Zuid-Afrika
niet lang kan werken zonder tot
het besef te komen dat de kerk
nog maar weinig tijd is overge
laten om haar eigen huis op or
de te brengen.
Meerderheid
De situatie wordt bovendien
nog gecompliceerder door het
feit buiten dit land vaak ver
geten dat de meerderheid van
de anglicanen bestaat uit Afrika
nen (Reeves gebruikt dit woord
voor negers* en kleurlingen (ge
mengd bloed).
Het gevolg is dat de kerk niet
wat zij predikt. Velen worden
steeds meer ontevreden over de
toestand zoals die op het ogen
blik is.
Het gevolg van dit alles is dat
de kerkelijke leiders een twee
voudige taak hebben, die hen
voor een geweldige verantwoor
delijkheid plaatst.
Dc Anglicaanse Kerk is haar
roeping ontrouw als zij er niet
in slaagt de steun te verwerven
van de leden die op het ogen
blik het niet eens zijn met het
verzet van de kerk tegen de
apartheid, maarr ook als zij de
steun verliest door zich aan te
passen bij het huidige politieke
klimaat van Zuid-Afrika van de
honderden en duizenden Afrika
nen en kleurlingen.
ner geworden en als een nieuwe
theologische positie in Europa be
paald wordt, zal zij over tien
jaar reeds zijn Invloed in Ame
rika doen gelden.
Dit kleiner worden van de we
reld kan evenwel ook betekenen
dat in de toekomst de Amerikaan
se theologie misschien Europa zal
beïnvloeden. Prof. Henry hoopt
vooral dat het reformatorisch re
veil in zijn land' (zie Zondags
blad van vorige week) Europa
zal aanspreken.
In discussie
Deze jonge hoogleraar verbaast
het niet dat de crisis-theologie nu
opnieuw in discussie komt en
zichzelf al bijna overleefd schijnt
te hebben. Volgens hem droeg zij
de kiem van de nederlaag in
zich door geen werkelijk antwoord
te hebben op de bijbelkritiek.
Barth en Brunner maakten zelf
de opkomst van Bultmann noodza
kelijk. Zij hebben in hun verlan
gen om God zo groot te maken
(transcedent) dat Hij eigenlijk
buiten het gezichtsveld van de
mens kwam te staan een reactie
opgeroepen.
In wezen bouwt Bultmann
voort op dezelfde vooronderstel
lingen van Barth. Ook hij gaat
uit van het oneindige onder
scheid tussen God en mens, tijd
en eeuwigheid. God openbaart
zich niet in ideeën, woorden en
historische gebeurtenissen.
Inconsequent
Hij is even inconsequent als
Barth en Brunner, want zij moes
ten ook teruggrijpen op bepaalde
bijbelse waarheden om niet in
subjectivisme te vervallen. Voor
Barth ligt de openbaring van God
in de lichamelijke opstanding van
Christus, voor Brunner in de dood
van Christus aan het kruis.
Bij Bultmann ligt het wat an
ders, maar toch eigenlijk ook
weer niet. Bij hem schept het ge
loof de inhoud van het evangelie.
Daarmede is Bultmann even in
consequent als Barth en Brunner,
volgens prof. Henry. Daar ook hij
uitgaat van dat oneindige onder
scheid tussen God en mens is het
te enen male niet duidelijk,
waarom Bultmann zelfs nog maar
zou spreken van een openbaring
van God.
Letterlijk zei prof. Henry: „Het
is niet duidelijk waarom hij de
filosoof Heidegger niet zou toe
staan om niet slechts de toestand
waarin dc mens zich bevindt on
der woorden te brengen, maar
ook dc totale inhoud van de op
lossing, dat wil dus zeggen, waar
om hij de theologie niet volko
men zou laten vallen en zich te
vreden stellen met filosofie.
Openbaring
Bultmann moet nog een tweede
vraag onder ogen zien. volgens
prof. Henry. Als hij wel wil uit
gaan van een goddelijke openba
ring in het licht van zijrt dialec
tische en existentiële vooronder
stellingen is het niet duidelijk
waarom hij openbaring uitslui
tend definieert als een ontmoeting
tussen God en mens ,,in de komst
van Jezus Christus."
Als Bultmann de basis van
zijn theologie, bestaande uit zijn
verzet tegen liet bovennatuur
lijke en tegen de wonderen van
de bijbel, werkelijk zou toepas
sen op zijn systematische theo
logie zou hij de bovennatuurlij
ke openbaring en deze wonder
baarlijke ontmoeting van God
en mens in Christus ook moe
ten „enthmythologiseren." Dat
wil zeggen dat hij zich dan vol
komen zou identificeren met
Plato en de Grieken in plaats
van te doen alsof hij behoort
tot Paulus en de christenen, al
dus prof. Henry in zijn gesprek
met ons.
Deze hoogleraar maakte ons
deelgenoot van zijn indrukken die
hij in Europa heeft opgedaan. Hij
ziet de plotselinge verandering
van theologische fronten als een
van de belangrijkste gebeurtenis
sen van dit ogenblik. Deze week
vertrekt hij weer naar zijn land
om zijn gedachten, die hij in fe
bruari van het volgend jaar in
zijn blad wil publiceren, te orde
nen. Maar hij hoopt al weer spoe
dig in Europa terug te zijn om
dat voor oktober een ontmoeting
op het programma staat met
prof. dr. Berkouwer van de Vrije
Universiteit.
IIELIJDENISGESCIIIIIFTEN
Nog een stem uit de Gereformeerde (vrijge
maakte) Kerken. In het Kerkblad van de Geref.
I^erk van Breda reageert ds. B. Telder op recen
sies over zijn boek: „Stervenen dan?" dat
een heleboel theologische stof heeft doen op
waaien:
Wjj zouden tot een zeer onreformatorisch confessdo-
nalisme vervallen, als wij iemand in onze kerken
van ontrouw aan de belijdenis en het schenden van
zyn kerkelijke beloften gingen beschuldigen, als bij
het durfde wagen enige aanmerking te maken op de
wijze, waarop dc kerk in het verleden een bepaalde
Schriftwaarlieid heeft geformuleerd.
Geen enkele predikant heeft de belijdenisgeschrif
ten onderschreven in deze zin, dat hij ze. beschouw
de als vlekkeloze, onfeilbare cn de Schriftuurlijke
waarheid volmaakt gelijkwaardig weergevende formu
lieren. Hoezeer hij de belijdenis waardeert en lief
heeft, hij weet dat het menselijke, historisch bepaalde
en aan dc Schrift te allen tijde appclabclc geschriften
zijn, en dat de opstellers van deze geschriften kinde
ren vun hun tijd zijn geweest.
Wjj zullen als kerken nooit tot een volmaakte
confessie komen. Dit behoeft ook niet. Het is de weg
van kerkelijke gravamina (bezwaarschriften) blijven
schaven aan onze formulieren van enigheid totdat dc
terminologie geheel verantwoord zou zijn, leidt tot
perfectisme, Het kan zelfs aanleiding geven om Ie
menen, dat de rest nu geheel in orde is, zodat de
belijdenis vóór de Schrift of er niiast komt.
Maar dan moeten we ook elkander niet willen bin
den aan alle woorden en uitdrukkingen. Wy mogen
in de kerk rustig uitspreken, dat op bepaalde punten
de belijdenis meer theologisch dan hijbeis spreekt, en
dat, waar ze zich op Schriftplaatsen beroept en daar
naar verwijst, dit beroep niet altyd exegetisch ver
antwoord is. Met dit te erkennen degraderen we de-
kerkelijke formulieren niet, maar blijven wc de be
lijdenisgeschriften zien als menselijke, dus feilbare
geschriften, die de absolute, Goddelijke waarheden
wel zo goed mogelijk, maar toch nooit gelijkwaardig
weergeven.
Enige weken geleden schreef
een van onze medewerkers (op
de pagina Geestelijk Leven van
10 september) over het nieuwe
kerkzegel van Bergschenhoek,
ontworpen door de plaatselijke
predikant ds. A. van Eijk. In
zijn artikel vroeg hij zich af of
de gemeente Bergschenhoek
zich wel in verbinding had ge
steld met dr. J. J. Woldendorp,
conservator van de kerkzegel-
verzameling van de generale
synode van de Ned. Herv. Kerk.
Naar aanleiding van dit artikel
schreef dr. Woldendorp ons en
vertelde dat deze hervormde ge
meente reeds eerder beschikt
heeft over een kerkzegel. Hij ver
wijst naar het boek van W. van
den Hoonaard „Geschiedkundige
en Topografische beschrijving van
de dorpen Hillegersberg". Dr.
Woldendorp schrijft:
De hervormde gemeente te
Bergschenhoek was tot het jaar
1658 verenigd met de hervormde
gemeente tc Hillegersberg. De ge
meente té Bergschenhoek kwam
•n 1658 te zamen in een huis of
loods op het erf van Willem
Anens Verzijden. Doch die loods
werd, door de te Bergschenhoek
alles vernielende brand op 8 mei
1659, een prooi der vlammen.
Spoedig werd een luifel van bal
ken opgeslagen, welke met zeilen
werd overdekt. De lente was in
het land en de zomer naderde,
zodat in die noodtent de openbare
godsdienstoefening een tijd lang
kon gehouden worden. Toen de
winter kwam werd een groot huis
gehuurd tot het houden der gods
dienstoefeningen.
Erven, tot het bouwen van een
kerk werden aangekocht, maar
het liep tot 1664 en duurde van
1664 tot 1691 eer de kerk was ge
bouwd. Zij wordt beschreven als
een langwerpig vierkant, ruim en
luchtig, bedekt met blauwe pan
nen en van een koepeltorentje
In dit torentje werd een
Doe aan mij een teken
ten goede
Doe aan mij een teken ten
goede, gesprekken over doop
en avondmaal, door dr. A. F.
N. Lekkerkerkcr. Uitgave N.V.
Gebr. Zomer en Keuning, Wa-
geningen.
De sacramenten ontvangen de
laatste jaren veel aandacht. Dat
ze dit waard zijn zal men te stel
liger bevestigen al naarmate men
er zich meer in verdiept. Welk
een rijkdom bieden deze tekenen
en zegelen waarin Gods genade
werk zo tastbaar tot ons komt.
De taal der sacramenten is dui
delijk en eenvoudig. Toch doet
onderzoek en nadenken nog beter
verstaan en met meer diepte
aanvaarden. Ook is het nodig al
lerlei misvattingen te doorzien.
Voor dit alles is dit boek een
prachtige hulp. De grote belang
stelling voor de radiolezingen
het uit ontstond wettigt de
Auteurs ontdekt
Een letter- en sturlielicvend ge
nootschap ergens in Amerika kreeg
een nieuw boek iu handen. Het heet
te „Institutie der Christelijke religie"
bleek geschreven door een zekere
Calvijn. Dc ledei
Zoo dikwijls als mijn hartaar
Zal men Cornells Drost geden-
Dic mij aan deze kerk won
schenken.
Toen de kerk voltooid was, was
tevens alle schuld betaald. In de
gestichte kerk werden onderschei
dene glasramen gesteld, geplaatst
door de kunstschilders Willem van
Kleef en Pieter Lover. Hoewel de
ze geschilderde glasramen niet
meer bestaan, de beschrijving
noemt het kerkzegel van de her
vormde gemeente te Bergschen-
W. van den Hoonaard t.a.p. be
schrijft het elfde der door hem
genoemde glasramen als voorstel
lende het wapen van de kerke-
raad van den Bergschenhoek. Het
middelste glas was een herder
met een kudde schapen. Dit werd
omringd van het bijschrift: „Zoo
hebt dan acht op uzelven en op
de geheele kudde."
Rondom vond men de wapens
van Wemmarius Temmink, de
vierde predikant van Bergschen
hoek, als proponent aldaar beves
tigd 6 mei 1691, en vandaar op 14
november 1700 vertrokken naar
Vlaardingen, alsmede de wapens
van ouderlingen en diakenen. De
kerkeraad der hervormde ge
meente bleef alzo niet achter in
het schenken van een geschilderd
glasraam aan het kerkgebouw. In
1870 is dit kerkgebouw door een
nieuw vervangen.
Voor de belangstellenden onder
onze lezers vermeldt dr. Wolden
dorp nog dat volgens ds. H. van
der Hagt (in 1913 predikant tc
Rotterdam) men ln het wapen van
de kerkeraad te Bergschenhoek
de afbeelding beschreven vindt
van het kerkelijk zegel van Berg
schenhoek. Deze gedachte bracht
hij naar voren in zijn artikelen
reeks „Kerkzegels" die in de Rot-
terdamsche Kerkbode verscheen.
Van bijzonder belang is het arti
kel van 20 deoember 1913.
üüütitiüAüüttiii-irtrbttöüüüü-trtettirtrCiüIrCrtr-Cf-trCrtrij-trü-b-irb-üixtrül
1 Levensplan
j", MARNIX thuis gekomen is, rijzen er verschillende
■u vragen voor hem op. De eerste wordt van buitenaf ge- g
g steld: in een bevrijd Nederland kan men vanzelfsprekend ïj-
niet maar doorleven alsof er niets gebeurd is; men moet g
g speciaal ten opzichte van jonge mannen, die in vreemde
krijgsdienst gingen wel bepaalde heropvoedende maatregelen g
v nemen. Wat bewoog hem de roep van rattenvanger te volgen? 3
Wat hebben ze allemaal uitgehaald en aan welke oorlogs- g
g handelingen om niet te zeggenoorlogsmisdaden hebben y.-
ze zich mogelijk schuldig gemaaktEn waren ze zich destijds g
bewust van wat ze ondernamen?
Uit de praktijk van een
MAATSCHAPPELIJK
WERKSTER
j En zien ze thans hun dwalin-
i gen in? Moeten ze berecht wor-
J den en zo ja, wat zal hun straf
i worden? Moeilijke vragen en
dat te meer omdat het verletten
een nog zo nabij verleden is in
j die dagen. Men is zo bezwaar-
t lijk objectief, wanneer men net zoveel heeft doorgemaakt en
t zoveel offers heeft moeten brengen.
hr?notnfLhtLl6' dJe !?et .geY,al van Marnix Jacobus onderzoekt,
1 en bfkbn l j t j alle objectiviteit op en weet schapen
t bokken te onderscheiden. Er zitten trouwens ook mannen in
i die zijn vader hebben leren kennen voor de bevrijding kwam'
hLi0V!«Wegen verder dat de. geronselde Marnix destijds wei
1 tp nnrinrc10^/38.611 ?.®ker niet in staat om leuze en waarheid
1 Lol tui irschaide" terwijl ze zien hoezeer deze beschuldigde te-
iL7 f°K getekend èn innerlijk veranderd is. Daar-
k™ S LfL m.et de^gen van buitenaf best af en Marnix
1 hH Plaats in de nieuwe samenleving gaan zoeken:
arbe?dBkr«ch"n' SUg' WaM is beh°a,te
i komt meteen de tweede vraag naar voren: wèt
-TJ-za) Marnix gaan doen en op welke manier zal hii ziin her-
a hp het pnoH<fnd dle.nan?.In feite is dat een innerlijke vraag:
e als het goed is, vormt de keuze van een beroep altiid een zaak
opneen rocLLnplk beï?ep is een goddelijk beroep, een antwoord
t ?p 1 u roeping van Boven; ongeacht of men zendeling of me-
taalarbeider wordt, predikant of kantoorbediende. Het gaat er
om talenten en kundigheden tegen elkander af te wegen, te
beseffen dat God ons deze eigenschappen schonk en dat we
r daarom Hem verschuldigd zijn daarmee op een zo goed mo-
gelijke wijze te woekeren.
pCHTER, WAT zijn de mogelijkheden die God in Marnix leg-
i B»innoJ iaan..van boekverkoper misschien? Maar twee
».v Irn-^f i z,jner tljd noo,t van de schrale kost uit de
«mLTi m V*n' Cn ™en moet er toch wel rekening mee
Moet hb rfen#S nameiSie lal tegenkomen, nietwaar?
irLLo Sj 1 andere handenarbeid zijn kracht zoe-
dfe is en mee?néAnU onderdehand wel dat hij niet bepaald han-
7*5 Lil ar.m brengje t op dit terrein toch niet ver!
hij dan gaan studeren? Alweer bezwaren: hij ging zo ion 2
Ln3f °0S en' hij heeft z n sch°o1 echt ^et kurmen afmaken?
LV,l^ffii,eieT=aV4de,rnve;LUedS Moeten 1*1
ÏSfco"JH&iJS» h b s' terug
Jol,
londe.
dat
ii<£C.I+ 1 oan n°g- i^en kantoorbaan is ei
lijk het enig mogelijke. En Marnix pakt die dan maar aa„
rti ZV1 v^rnjiiiking hem ook hier nog vele hinderpalen in
*ni««ff Iets 18 b?,tor dan niets, denkt hij. En ook: ik heb nu
zolang voor mezelf gezorgd, dat ik moeilijk vader en moeder
bcrioten°den.
-clinp aan tc bieden. Daar zijn adres
hen onbekend was, verzonden zij dc
desbetreffende brief via de uitgever
van het boek, de Westminster-Press
te Philadelfia.
Zij gewaagden daarin van de ver
diensten van dc schrijver „op het ge
bied der hedendaagse letteren" en
beloofden hem het certificaat van het
erelidmaatschap tc zenden (op per
kament gedrukt, geschikt om inge
lijst te worden).
De brief besloot met een hartelij
ke wens van „bij voortduur veel suc
ces in uw loopbaan als schrijver".
g IJET KAN NIET, omdat Marnix een jongen is, die meer voor
g ^mensen da» voor dingen voelt. Zijn leven is altijd om-
gerf°?r ,mensen- Mensen die hij eerst haatte, maar g
ffoLn U itifemdebjk lS gaan begrijpen, is gaan liefhebben, is g
5®5V.len als are, die geen herder heeft O, hij had zon-
S ^per80S.nl^e ^rvaringen best verbitterd temidden der P
5 dingen, der zakelijke brieven, der rekeningen en der grootboe- *1
ken kunnen wegkruipen maar juist deze persoonlijke avontu- S'
K f,?»n £"ssen Oosten en Westen dwingen hem 'n andere richting S
JrïL ¥\.rJ,,ktJuJ ln, d« yrue UT^ toch nog aan de studie! S
u een bijbelstudie. Een misschien niet helemaal intellectueel hooc-
fil3,™ studie; eerder 'n beetje 'n gebrekkige studie met veel g
g lacunes en veel hiaten Maar in elk geval vindt hij zó zijn g
ïï?&"aaLlC- rnen®.®n- Als evangelist. Zeg voor mijn part: als P
blikken dominee. Maar hij is pertinent niet van blik' 3
<x P
WIJKPREDIKANT.
rteirüitttitüitttüüteirtrüülrüirttïfiitrbiittüirüittrütt-Cr-ü-ü-tiïi-üïr-ü-tiïc