CORSICA
N
de wonderschone
Waarom volgt Brussel
Haags voorbeeld niet?
R ondvlucht passagiers
mogen fotograferen
Hoe het veranderde en hoe
het zichzelf gelijk bleef
WEERZIEH «ET CORSICA
Anthony van Kampen
De CÓTE, LAATSTE halte
vóór Corsica. Het Air
France-vliegtuig bleek al
weken geleden bespro
ken-uitverkocht te zijn, hetgeen
betekende, dat de overtocht Cóte
—Calvi gevaren moest worden.
Dat betekende dus óók een avond
en een nacht overblijven in Nice.
De zogenaamde Cóte d'Azur
bleek niet veranderd, behalve
dat er> (zo mogelijk) nog meer
mensen op en bij elkaar hokten
dan twee jaar geleden. En er was
nog meer neon en nog meer
publiciteit over wéér nieuwe
dranken. Er waren ook weer
meer auto's. Viert dan wérkelijk
half-Europa vakantie aan de
zuidkust?
Die avond is de zee zwart
blauw en de hemel vol verwaaid
rossig schuim. De wind heeft de
kracht van een Passaat. In wer
kelijkheid is het een staartje van
een Mistral. Een onrustigener
veus-makende wind.
Het strand is, ondanks de avond,
nog vol toeristen die blijkbaar niet
kunnen scheiden van de zee. Het
vertrouwde beeld: ultra-korte shorts
en miniatuur-bikini's wat de dames
betreft. Bruin-, bijna zwartgeblaker
de mannen. Een nogal realistische
expositie van menselijk naakt.
Later, in de stad, waaien ge-
spreksflarden op de terrasjes naar
ons toe. Wat besproken wordt is
volmaakt onbelangrijk. Sport. De
verkiezing van de een of andere
Miss Zus Zo. Over Gracia en
Rainier, die tot in lengte van jaren
gespreksstof zullen blijven leveren.
Over Garbo, die in Cap d'Ail woont
en halsstarrig weigert haar anoni
miteit prijs te geven, dank zij een
dwaas, klein petje en een formidabe
le zonnebril.
Het is allemaal uitzonderlijk onbe
langrijk, zoals de hele Cóte eigen
lijk onbelangrijk geworden is. Het
moet er vroeger, in de ,,gay nine-
tees", heel plezierig zijn geweest,
maar dat is lang geleden. Nu is het
alleen nog maar een machtig luna
park, een immense kermis, alles ge
lakt en gevernist. Niets is er echt
aan de Cóte, op de bergen na, de
zee en de hemel. Het is er duur en
het wordt nog steeds duurder. Des
ondanks verschijnt de werkelijke
aristocratie hier niet meer. Hier ver
schijnen filmsterren en gegoede za
kenlieden, de arrivé en de nouveau
riche. Men noemt de Cóte nog steeds
een blauwe sirene, maar de sirene
kreeg rimpels en verwelkte met het
jaar. Alle middelen der toeristische
kosmetiek zijn nodig om de illustere
illusie van voorheen in stand te hou
den. Wie niet blind is ziet een nogal
triest beeld van nabloei en décaden-
Ik neem er snel en zonder spijt
afscheid van. Die dag brengt de
„Napoleon" van de Compagnie Gé
nérale Transatlantique me in zes
uur naar Calvi op Corsica. Een
mooi schip en een goed schip. De
officieren lopen in uniformen, zó wit,
dat ze levende advertenties voor een
bepaald wasmiddel konden zijn. En
het goud op het wit lijkt puur-ge-
dolven. Over de service kan men
beter zwijgen. Zo ergens de „Fran
se slag" een kans krijgt en welig
tiert, dan aan boord van deze sche
pen. De „Napoleon" is afgestampt
met toeristen, die op de een of an
dere manier maar aan een ligstoel
moeten zien te komen. Een zitplaats
is namelijk niet in de passageprijs
begrepen. En je moet er een heb
ben, want het dek wordt soms zo
heet, dat je er een ei snel op kunt
bakken.
Aan boord Fransen, Oostenrijkers,
Engelsen en wat Amerikanen. De
Oostenrijkers reizen in clubverband
en hebben de 6 uur die de overtocht
duurt hard nodig om hun hele natio
nale liederenrepertoire te zingen.
Allemaal liederen over bergen en
meren, heuvelen en dalen. En over
liefde, die versmaad werd. Het Mis
tral-staartje is nog steeds merkbaar
en tempert de hitte wat. Na vijf uur
komt men echter tot de conclusie,
dat vliegen toch wel sneller en com
fortabeler gaat.
HET IS SCHEMERAVOND als
we meren. Het oude, zeer
vertrouwde beeld van vijf
jaar geleden, toen ik hier
voor het laatst was. De baai
van Calvi is nog even verdroomd
als altijd. Het waterfront, de kade,
nog precies hetzelfde antieke pira-
tennest. Op de stenen de vissers, zit
tend op hun netten, of leunend tegen
de paniers, de korven waarmee ze
op langouste vissen. De muren der
huizen oud en verweerd. En over en
boven dat alles dominerend, groots
en geweldig, de Citadel van Calvi,
oer-oude burcht, gebouwd in t' grijs
verleden. De muren aangevreten
door de tijd, de Mistral en de ver
zengende hitte der Corsicaanse zon.
Op iedere vierkante meter van die
de hemel instormende muren de sig
natuur van het verleden. Muren, ge
havend, gekerfd en doorgroefd door
een opeenvolging van eeuwen. Mu
ren, die heel dat kleine stadje be
heersen. Zich Calvi voor te stellen
z o n d e r dè Citadel is net zo on
mogelijk als Amsterdam zonder 't
IJ.
De eerste avond in Calvi. We
doen wat we er altijd het eerst de
den: de Citadel op. Die avond doet
hij me meer dan ooit denken aan een
stuk decor voor een woeste scène
uit een Wagner-opera. Een decor,
bestaande uit een wirwar van steeg
jes en straatjes. In de spelonken
wonen mensen, soms dertig, veertig
meter hoog. Grotbewoners, de leven
de have van de Citadel. Vanavond
doet hij me denken aan een soort
flatgebouw uit de middeleeuwen. De
stijl? Een combinatie van Moorse,
Romaanse, Gothische en nog ande
re stijlen. Iedere generatie bouwde
er aan, hetgeen nodig was omdat er
nooit een tijd was dat Corsica niet
door een andere natie belaagd werd.
Dat begon al in de oudheid met de
Grieken en het is nóg zo (vertellen
u de Corsicanen). Corsica vormt dan
wel een Frans departement.... nu
ja.... maar het zijn geen Fransen
die daar wonen. Wat dan wél? Cor
sicanen! Vraag me niet, wat nu pre
cies een Corsicaan is. Waarschijnlijk
een vreemde, duistere mixture van
Italianen, Fransen, Spanjaarden,
Grieken, plus nóg enkele bloed-bij-
voegingen. Ze houden niet van
Frankrijk, zeggen ze. Vandaar dat
heel wat Corsicanen NON op de rot
sen van dit eiland schreven, toen
De Gaulle hun laatst vroeg z'n poli
tiek met ja of nee te bekrachtigen.
(Waarbij men dan echter niet moet
vergeten, dat Corsicanen geboren
nee-zeggers zijn; met name tegen
Frankrijk en de Fransen).
De Citadel. Ergens in die enorme
muren is, lang geleden, een steen
gemetseld, die vermeldt dat daar,
achter die steen, Columbus werd ge
boren. Als men dan de moed heeft
voorzichtig op te merken dat men
meende dat 's mans wieg eenmaal
in Genua stond, blijkt dat men een
perfide, laaghartige opmerking heeft
gemaakt, die eensdeels op wangunst
berust, anderzijds een frappante de
monstratie vormt van uw tekort aan
historisch inzicht. Natuurlijk werd
Columbus hier geboren! Hij ontdek
te de nieuwe wereld, en vervolgens
kwam Napoleon, eveneens pp Corsi
ca geboren, om de óude wereld naar
zijn inzicht te verdelen. Ze vertellen
u dat, de Corsicanen, alsof het een
soort grootscheepse herverkaveling
van een werelddeel betrof. Columbus
en Napoleon.... beiden zonen van
Corsica.
Hebben de Corsicanen van anno
1960 dus niét het recht hun eiland
als de navel der wereld te zien?
Hoe zou die wereld er uit zien zon
der Corsicanen? (Als het gesprek
zover is gekomen, is men minstens
aan z'n derde glas wijn toe en-'ge-
looft u het verder wel.)
Wat waar is, dat is dat Bona
parte hier, in de Citadel, onderdook,
en zich daar voorbereidde op z'n
„100 dagen". Een deel van z'n bibli
otheek is er nog. Niemand die er
zich voor interesseert.
De Citadel bij avond. Oók een
ideaal decor voor de een of andere
Derde Man-film, of een film over
welk ander luguber, sinister of ro
mantisch thema. Er kan van alles
gebeuren in die sfeer, en onder de
belichting van zó'n maan. In de
enorm dikke muren zitten hier en
daar wat ruitjes. Licht gloort er
door. Kinderen huilen er achter. Een
Corsicaanse jongen zit te vrijen met
een meisje op een hoge stoep, ge
maakt van rotsstenen. De maan
komt juist achter de tinnen van de
Citadel vandaan en beschijnt hen.
Een lieflijk en vredig beeld. Tristan
en Isolde, om maar in de Wagner-
sfeer te blijven. Beneden hen ligt de
baai, een bassin vol glanzend kwik.
Met dofzilveren banen maanvuur er
in. De sterren schijnen vanavond zo
helder als lampions. Jammer dat
Walt Disney niet in de buurt is. Hij
zou alle denkbare inspiratie gratis
cadeau krijgen voor een nieuwe
„Fantasia".
Boven op de Citadel leidt Tao,
de Wit-Rus, nog steeds z'n club.
Een jaar geleden stuurde hij me een
fles wijn. Merk: Patrimonia. Dat
wil zeggen: de beste van heel Cor
sica. Ik stuurde hem een foto-pocket
van Nederland terug en daarna nog
een ansichtkaart, die m'n komst ver
meldde. Hij ontvangt me als was ik
z'n broeder.
Tao ziet er goed uit. We drinken
daarop. Geen wijn, maar pastis. Het
is m'n eerste glas sinds de aan
komst. De pastis smaakt nog even
zoet en onschuldig als altijd, dit zus
je van de absinth, en is nog even
verraderlijk voor hen die geen
Corsicaan zijn. Ze zeggen dat alle
kruiden, alle geuren, alle dromen
van de maquis (de wildernis van
Corsica) in de pastis verenigd zijn.
Ik heb het nooit betwijfeld.
Terug naar beneden, een lange
kronkelweg naar de begane grond.
En daar, aan de haven, moet dan
de ontmoeting met Frangois le Noir
van „Chez Frangais" volgen, de
man met het uiterlijk van een zee
rover en het hart van een lam (ten
zij men z'n vijand is). De ontmoe
ting gaat echter niet door, omdat
Frangois er niet is. Ik vraag z'n
dochter Pasqualina (ouder gewor
den, maar nog even aardig, zij het
wat feller in de ogen) waar haar va
der is. Ze kijkt me droefgeestig aan
en zegt dat hij ziek is. Ik vraag:
„Ernstig ziek, Pasqualina?" Ze
zwijgt en schenkt de wijn in. Een
visser vertelt me dan, dat Frangois
3e dag tevoren te veel witte wijn
en pastis gedronken heeft. Dat bete
kent dat Frangois zichzelf is geble
ven sinds vijf jaar geleden.
Dóór naar Emille in het nauwe
straatje achter de kade. Als hij me
ziet, haalt hij eerst een fles rosé uit
de ijskast. De beste van z'n huis.
Dan drukt hij m'n hand en ik de zij
ne. Dat is een aangrijpend moment,
want Emille en ik zwoeren elkaar
enkele malen eeuwige vriendschap.
Hij vond, indertijd, dat zijn dochter
en mijn zoon maar moesten trou
wen, opdat we dan ook nog familie
van elkaar zouden worden. Het plan
was goed, maar de direct-betrokke-
nen vonden de afstand te groot,
vrees ik.
Hij neemt me direct mee naar de
hoek van het café en toont me daar
z'n toilet, dat ik eens, verscheidene
jaren geleden, de eer had officieel
te openen. Wie hierom lacht, be
grijpt van Corsica niets. Dat was in
de dagen, dat toiletten nog onbeken
de grootheden op dit eiland waren.
Op een dag kocht Emille er een in
Marseille en nam het mee. Het bleef
een jaar of wat ter bezichtiging in
z'n zaak staan. Als een soort sani
tair curiosum. Iedereen bekeek en
bewonderde het. Tot de dag, dat we
hem zeiden dat het attribuut einde
lijk eens voor zijn taak bestemd
diende te worden. Aan schrijver
dezes viel toen de niet geringe eer
te beurt de plechtigheid te mogen
verrichten.
Een jaar daarna kocht Emille een
grammofoon. Hij liet hem ons vol
trots zien. Toen we vroegen naar
z'n platen, keek hij ongelukkig. Hij
hèd gèen platen. Of die er dan bij
moesten? Welnee!
De rest van de avond: bij de gita
risten in „Au Son des Guitares".
Het oude, beroemde sentimentele
repertoire, voor de toeristen ad in
finitum gespeeld en gezongen. De
stem van Corsica: week, roman
tisch, melancholiek. Een van de jon
gens zingt met een hoge Tino Rossi-
stem en maakt de indruk van een
koorknaap. Maar dat is meer schijn
dan wezen. Daarna loop ik langs het
strand, precies op de vloedlijn, naar
het Nederlandse bungalowpark te-
»ug, waar ik voorlopig
heb. Die vloedlijn is een gouden
draad, want de zee licht. Het lijkt of
de hele baai indirect verlicht is. Het
is zeer indrukwekkend, en als je op
dat moment aan Holland terug
denkt, met riame aan de regen
je vertrok, vraag je je af
e eigenlijk nog ooit terug
Die avond ontdekte ik dat Corsica
was veranderd. Andere prijzen dan
vijf jaar geleden. Meer mensen,
meer auto's, meer campings, meer
neon, meer scooters,
tjes, meer kitsch in de winkels,
meer affiches, meer excursies. Cor
sica ontdekte de toerist en zag de
mogelijkheden in hem. Hij imiteert
nu een beetje Nice, maar de imita
tie is kinderlijk, bijna tragi-komisch.
IN DE DAGEN daarna merk ik
hoe weinig dat Corsica in we
zen veranderde. Ik denk dat
het ook te oud is om te kunnen
veranderen. Op Corsica heeft
alles met het verleden te maken,
met de voltooid verleden tijd. Een
zorgeloos eiland, waar je veel
De baai van Calvi is nog even verdroomd als altijd
slaapt, veel vergeet, veel fantaseert, behulpzaam te zijn. Ze laten hun
veel droomt en waar iedereen kan
doen waar hij 2
vindt alles wat
eiland, waar het nog mogelijk
-niets te doen en waar men snel
bevrijd wordt van alle zorgen, span- hoofd torste en twee andere
ningen en gedrevenheden die een haar handen. Voorop liep haar man.
bestaan op het continent blijkbaar Hij torste ook iets. Z'n pijp. Men
noodzakelijk met zich brengt. Geen zegt daar echter dat het zo hoort
nog even hard werken als
heeft. Iedereen twee, drie en vier eeuwen geleden,
doet goed. Een Het eerste wat ik zag toen ik de
bergen in ging, was een Corsicaan-
die één mand op haar
beter oord voor lijders
nagerziekte dan Corsica, dat ver
droomde, verstilde, middeleeuwse
maar ik kan het nog steeds niet
ders zien dan als
Een wonderlijk eiland. De eerste
de vrouwen vinden dat ook. Maar
niet allemaal meer.
Ze hebben nog altijd hun eindelo
ze siësta's, ze houden nog evenveel
van hun wijn en pastis, en gaan van
VW-prospectus, het standpunt uit, dat het leven te
En hij verzamelde z'n oude strijd
makkers weer en ze bouwden we
derom een vlot. En ze vertrokken.
Men beweert dat Ulysses in de
richting ging van de Zuilen van Her
cules, zoals in die dagen de Straat
van Gibraltar nog werd genoemd.
De Zuilen werden echter nooit be
reikt. Ze kwamen namelijk bij een
der Gelukzalige Eilanden. Daar wa
ren druiven, wijn en mooie vrouwen.
En daar was zon en snarenspel. Wat
Er werd gemeerd en ze bleven
daar. En nooit kwam Ulysses meer
Ik weet nu welk eiland het was,
waar hij bleef, hoewel de naam
nooit anders wordt genoemd dan
„een der Gelukzalige Eilanden".
Het was natuurlijk Corsica, door
de Grieken genoemd: „Kallisté".
Hetgeen betekent: de Wonderschone.
Ik hoop u nog te mogen schrijven
over Kallisté!
kort is om dat te verknoeien met
bereikbaar pa- hard werken. Werken is uitsluitend
voor de domme. En voor de vrou-
Ze bleken nog even trots als
basis dag las ik al op de slecht gedrukte altijd, en het woord „honneur"
de „Grandes Fêtes de ligt hun
de mond bestorven.
egemaakt. Wat ik zag, hoorde en sicanen stelen niet. Niet omdat
i Don Camillo of voor kwestie
tweede Clochemerle-boek.
in Calvi, in de maquis,
grote vuurwerk bleek te bestaan uit trof ik een herder slapend aan. Ik
enkele niet geheel drooggebleven wilde hem de weg vragen en pro
vuurpijlen, aangevuld met een ein- beerde
deloos aantal, voetzoekers, die tot werd
ontbranding kwamen tussen de
wakker te maken. Het
langdurige bezigheid. Hij
leek me heel arm. Z'n kleren
vlagge- nigte, die de straatjes en steegjes ™dden\ Hij zaS <fr verwaarloosd uit.
op de rug of aan de borst) krijsten. te.
Niemand trok zich daar echter iets
van aan, de gendarmes in de aller
laatste plaats.
Hoogtepunt van het festival vorm
den de parachutisten, die boven de ken "Een*
baai uit hun toestellen sprongen. Ze sordino geluid
waren verplicht, vanwege het op- - -
voeren der sensatie, tot tien meter
vrije sprong. D.w.z.: ze moesten
eerst tot tien tellen, alvorens hun
parachute te openen. Er gebeurde cii ftuuuc
géén ongeluk. Iedereen was daar gebaar^ met
v,iü behalve misschien de huw-
Aldoor bleef hij me slaperig, met
half-geopende ogen, aankijken. Ver
derop, tegen de berghelling, graas
de z'n kudde schapen. Je hoorde het
geluid van de belletjes om hun nek-
haast lieflijk con
de middagstilte.
Toen ik hem vroeg of hij arm was,
zei hij dat hij rijk was. De berg
was van hem, zei hij, en de helling
van die andere berg verderop ook,
de kudde. Hij maakte een breed
blij
cirkel van
Nederlandwat een mooi land
TJET is een vreemde samen-
loop van omstandigheden,
schreef het Brusselse blad La
Libre Belgique gisteren, dat ter
wijl in België een belastingver
hoging van zes miljard frank
wordt aangekondigd, de Neder
landse regering laat weten dat
de belastingen per 1 juli 1961
met 6,7 miljard frank zullen
worden verminderd.
De regering in Den Haag aar
zelt niet de belastingen* op de on
dernemingen en het kapitaal te
verminderen, zo vervolgt het blad.
Men weet daar in feite zeer goed
dat de economische expansie af
hankelijk is van het particulier ini
tiatief. dat dient te worden aange
moedigd en niet vernietigd. Een
les voor onze linkse technocraten,
die ervan dromen de belastingen
in België te verhogen...
Het blad zegt aan een Belgische
regeringsvertegenwoordiger de
vraag te hebben voorgelegd, waar
om België zich niet aansluit bij het
voorbeeld van Nederland. Het ant
woord: ,,De belastingen in Neder
land zijn altijd hoger geweest dan
bij ons. Den Haag kan zich belas
tingverlagingen veroorloven, om
dat de Nederlandse overheidsfinan
ciën gezond zijn. Dat is in België
niet het geval. Vóór alles moeten
onze financiën op orde worden ge
bracht door bezuinigingen en door
belastingen. De Nederlanders
komen nu langzaam oen periode
van vijftien jaar van versobering
te boven."
La Libre Belgique schrijft dat
het hiervan akte heeft genomen,
maar vervolgt: Niemand heeft nog
aangetoond, waarom een verhoging
van de belastingopbrengst met zes
miljard frank in België absoluut
noodzakelijk is, waar een werkelij
ke bezuiniging op de begroting, ge
paard aan economische expansie,
voldoende zou zijn.
Ook het blad La Cité herinnert
in een commentaar aan de in
België aangekondigde belasting
verhoging en zegt dat deze onge
veer hetzelfde bedrag betreft als
de verlaging in Nederland. De
Nederlandse en de (nog niet of
ficieel bekendgemaakte) Belgi
sche begrotingen met elkaar
vergelijkend, merkt het blad op,
dat Nederland ongeveer 7,8 mil
jard frank (ruim 600 miljoen
gulden) meer aan defensie uit
geeft dan België, maar ook 400
gulden meer aan onderwijs.
„Nederland, wat een mooi
land", verzucht La Cité.
para's kunnen luchten noch
vanwege hun furore bij de Corsi
caanse meisjes.
De plaatselijke harmonie, om het werkte'
o o 6 1 J;net zo goed bunnen zeggen: „de he-
o je wereld is van mij". Ik begreep
dat hij inderdaad rijk aan grond
dat hij een vrouw had die hard
te en twee mooie kinderen.
Hij was rijk, maar anders dan
men op het continent rijk is. Hij
ser spelen dan die dagen. Enkele Was rijk, zoals hij daar lag, jong en
malen volgde een groep fakkeldra- sterk en donkerbruin, onder het fel-
gers het korps. De fakkels waren le middaglicht van Corsica. Hij voel-
miniatuur-klem en t bood een on- ^e zich daar beslist niet ongelukkig
vergetelijk schouwspel bijna twee 0p jat ogenblik. Dit was zijn rijk.
meter lange negers uit Frans Equa- j]n hij was de koning. De aarde
tonaal Afrika, ware Jago's, dood- waarop hij liep was zijn troon en
ernstig te zien meelopen in hun pa- Gods hemel boven hem zijn bal-
rachutistenuniform, gewapend met dakijn. Dat alles, de
die kinderlijk kleine flambouwtjes. -
Voorop reed een auto, waarop met
reuzenletters PERS geschreven hij was niet
stond. Een Corsicaan, gewapend met
een machtig fototoestel, spring
de auto heen en weer ei
het historisch gebeuren
allerverste nageslacht fotografisch
vast te leggen. Achter de muziek
dan de complete bevolking, hossend,
zingend, dansend en transpirerend
vanwege de subtropische hitte. Ieder
droeg een vlaggetje en had een pa
pieren hoedje op. Elke vlag en elke
Ineens vielen z'n ogen toe en ik
zag dat hij weer sliep. Hij sliep
bezig liever dan hij praatte. Het was trou-
het wens het uur der siësta. Een heilig
op dit eiland.
"1 OEN ULYSSES, groot man in
de turbulente wereld der
Griekse mythen, na jaren van
strijd en avontuur weer naar
zijn vaderland terugkeerde,
ga c'est du Pastis!') Men kon zich lope. Die had gewacht, ondanks de
afvragen (maar dat is natuurlijk niet Vrijers, die haar zeiden dat hij,
x -li.--7 ter Ulysses, nimmer meer zou weder-
lardig) of het feest alleen
ere van de heren Casanis
ganiseerd.
EE, IN FEITE veranderde
keren. Maar zietdaar was hij
weer. En de dag, nadat hij de Vrij
ers had verslagen, wachtte hem Pe
nelope, gelijk de dichter schrijft
op Corsica niet zo veel. Alle „met rozenknoppen in het haar
oude ruzies, veten en levens
lange processen bleken nog
rustig aan de gang te zijn.
kussen op de mond".
Ulysses, het strijden en avontu-
moe, besloot de rest
De Corsicaanse jongens kijken nog levensdagen aan haar zijde door te
brengen. Maar hij had teveel ge
reisd, denk ik, teveel geavontuurd,
nationale service de da- Want na een paar jaar al vond hij
niet allen als dat) dat rustige leven leeg en doelloos.
allemaal naar de vrouwelijke toeris
ten en achten het nog steeds eer
kwestie
De kantonrechter te Hoofddorp,
mr. J. E. Goudsmit, heeft Martins
Air Charter in het gelijk gesteld:
ook tijdens rondvluchten mogen de
passagiers naar hartelust luchtfo
to's maken.
De luchtvaartwet verbiedt het fo
tograferen uit vliegtuigen zonder spe
ciale toestemming van de minister
van defensie. Twee jaar geleden werd
bepaald, dat het verbod niet gold voor
passagiers van luchtvaartuigen „die
geëxploiteerd worden voor het ver
voer van personen of goederen. Vol
gens de directeur-generaal van dt
rijksluchtvaartdienst, de heer J. W.
F. Backer, was deze bepaling alleen
bedoeld voor grote maatschappijen
en mochten rondvlucht-passagiers nog
steeds geen gebruik van hun came
ra's maken.
Martin's Air Charter betwijfelde dit,
lokte met medeweten van de rijks
politie een proefproces uit en kreeg
gisteren gelijk. De kantonrechter zei:
,,Ik vind een rondvlucht ook een ver-
keersvlucht, net zoals ik meen, dat
de spoorwegen iemand vervoeren, die
met een retourtje reist en niet eens
het station uitgaat".
KAMERMEISJE
Twee jaar werd voor de rechtbank
te Amsterdam geëist tegen de IJs-
selsteinse smid J. G. van E. (40) die
het Amsterdamse kamermeisje Tony
(33) met wie hij enige tijd had sa
mengeleefd, had neergestoken. Het
meisje kwam er weer boven op en
voor de rechter verklaarde zij: „Ik
ben altijd bang van hem geweest,
daarom dorst ik hem niet te weige
ren". Op de eerste Pinksterdag van
dit jaar volgde het meisje de wens
van haar moeder op en ging niet
naar IJsselstein. De smid kwam toen
naar Amsterdam; er ontstond ruzie,
die eindigde met de steekpartij.
„Hij had al eerder gedreigd me te
tatoueren", zei de vrouw gisteren. De
officier achtte de poging tot doodslag,
bewezen. De raadsman, mr. J. W.
Witsen Elias, zei dat er slechts spra
ke was van eenvoudige mishandeling.
De sterke smid had slechts lichte
steekwonden toegebracht. Bovendien
had hij twaalf glazen bier op. aldus
de raadsman. Uitspraak volgt op 6
BALDADIGE HEIERS
Twee baldadige heiers werden gis
teren door het gerechtshof te Amster
dam in hoger beroep vrijgesproken.
Het tweetal 38 en 22 jaar oud
was door de Utrechtse politierechter
tot 8 en 6 weken gevangenisstraf ver-
De Brit John Justin, oud RAF-piloot
i vroeger lid van de Old Vic, zal in
december zijn Broadway debuut maken
in James Costigans „Little Moon of Al-
ban". Hij vertolkt in dit stuk de rol van
een Britse officier die tijdens de Ierse
rebellie liefde opvat voor een Iers meisje
(gespeeld door Julie Harris). Regisseur
Herman Shumlin.
oordeeld. Zij zouden' begin september
1959 de afzetting van een wegopbraak
in Jutphaas gedeeltelijk hebben ver
nield. De jongste had in een op al
cohol geïnspireerde baldadigheid de
vrouwenfiguur van het verzetsmonu-
ment omhelsd. Het beeld was geval
len en gebroken. De burgemeester
van Jutphaas pleitte in een brief voor
het tweetal. De gemeente, zo schreef
hij, heeft een fout gemaakt; het beeld
stond nagenoeg los op het voetstuk.
VERDUISTERING
Volgens de aanklacht heeft de fili
aalhouder van een Amsterdamse rij-
wielfabriek (34) in negen maanden
radiotoestellen, bandrecorders, televi
sietoestellen, wasmachines en 1 koel
kasten verkocht en de opbrengst
ƒ82.000 in'zijn eigen zak gestoken.
Drie jaar gevangenisstraf eiste de of
ficier van justitie bij de rechtbank te
Haarlem gisteren tegen de filiaalhou-
Verdachte en zijn verdediger wezen
beiden op de administratieve wan
orde bij de rijwielfabriek. Er was nog
een verdachte in deze zaak, een
Haarlemse artiest (38) die enkele da
gen per week bij de filiaalhouder
werkte en van de opbrengst van de
verduisterde goederen 3000 zou heb
ben ontvangen. De uitspraak in beide
zaken volgt over veertien dagen.
HOTELDIEF
Klaas de J., 26 jaar oud en tolk,
belde op 12 augustus, 's nachts, aan
bij een Amsterdams hotel. De deur
werd automatisch geopend: de eige
naar verwachtte nog een late gast.
De tolk pakte een sleutel en bracht
een bezoek aan de corresponderende
kamer, waar de Engelse student Ire
land lag te slapen.
Voor de rechtbank te Amsterdam,
waar gisteren negen maanden met af
trek' tegen Klaas de J. werd geëist,
vertelde hij, statenloos te zijn en bij
zonder te zijn aangetrokken door de
portefeuille, die het paspoort van de
Engelse student bevatte. Een dag
voor hij de diefstal pleegde was hij
over de Nederlandse grens geglipt bij
een poging op een „zwarte" manier
aan een paspoort te komen. Zijn pas
poort was hij kwijtgeraakt door dienst
neming in het Vreemdelingenlegioen.
Op 6 oktober zal de rechtbank uit
spraak doen.
De 60-jarige metaalsorteerder D.
V. uit Den Haag, die als filiaalbe
heerder 2200 had verduisterd en
had afgedragen aan zijn spilzieke
vrouw, werd gisteren veroordeeld tot
een gevangenisstraf van 25 weken
met aftrek. Zijn echtgenote is in een
psychiatrische inrichting opgenomen.
Zes weken gevangenisstraf eiste de
officier van justitie bij de rechtbank
te Groningen tegen de chauffeur J.
van S. (23) die op 3 december 1959
een aanrijding met een trein zou heb
ben veroorzaakt. De wagen werd toen
meegesleurd en een der inzittenden
van de wagen kwam toen om het le
ven. De rechtbank beoordeelt over
14 dagen of de chauffeur inderdaad
roekeloos heeft gehandeld.