SURINAME
NDING
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
Het eeuwfeest der
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960
dat Suriname een zorgenkind is,
Nederland een kind van veel liefde, ee
scheiden
en hind van veel zorgen. Maar daarom ook voor
kind, waarvan het moederland zich niet zal
A. W. F. Idenburg in de Eerste Kamer.
(3 mei 1923)
„Het is bekend dat de Broedergemeente verreweg de eerste is geweest, die zich
iets heeft laten gelegen liggen aan het geestelijk heil van de slaven, die wij in
Suriname hadden ingevoerd. Daarvoor pleit de plicht der dankbaarheid tegen
over die buitenlandse instelling, die zich vele jaren grote offers in geld, en nog
groter offers in levens heeft getroost, om. een taak te vervullen, die in de eerste
plaats door Nederland had moeten worden ter hand genomen, en die die taak
heeft vervuld op zodanige wijze, dat men van Suriname met recht kan zeggen,
dat tiet is de meest Nederlandse van onze koloniën."
A. W. F. Idenburg in de Eerste Kamer.
(3 mei 1923)
NIEMAND kent het nog steeds wat deftige dorp Zeist werkelijk, die niet in aanraking is
geweest met de Broedergemeente. Men staat er versteld over, hoezeer deze kleine ge
meente door de eeuwen heen haar karakter heeft weten te handhaven I Voor de toerist
die zich niet direct naar de Zeister Bossen, met het „Laantje zonder end" en het „Jagers
huis" spoedt, wordt dat alles gesymboliseerd in de twee imposante pleinen, gelegen aan weers
zijden van de Nassaulaan, die voert naar het Zeister Slot, in 1746 door de Amsterdamse koopman
Cornells Schellinger aangekocht ten bate van de Zeister Broedergemeente.
Aan weerszijden van deze laan
liggen de waarlijk imposante
pleinen, links het Broederplein
met de zetel van het Zeister
Zendingsgenootschap, rechts het
Zusterplein, met het sobere,
maar indrukwekkende kleine
witte kerkje. Niemand moet na
laten het eens te bezoeken, en
er een kerkdienst mee te maken,
die vóór de laatste Wereldoorlog
nog steeds in de Duitse taal
plaats vond; zusters en broeders
nemen gescheiden plaats; de zus
ters met een wit kapje op het
hoofd, met lintjes in kleuren, die
aanduiden of ze ongehuwd, ge
huwd of weduwe zijn. Aan het
Zusterplein is de Meisjesschool
Selegen; even buiten het Broe-
erplein de Jongensschool met
hun geheel eigen sfeer, waarop
ook tallozen, die niet tot de
Broederschool behoorden, onder
wijs genoten, en dankbaar aan
de gedegen lessen terugdenken,
die zij daar mochten ontvangen.
Wie, die hem heeft meegemaakt, -
zal ooit het schoolhoofd van de
Jongensschool, de heer Arbos,
vergeten?
Even buiten het Zusterplein ligt
het kerkhof der Broedergemeen
te, met allemaal gelijke stenen,
waar de gestorvenen der ge
meente liggen: Duitsers, Denen,
Nederlanders, vrijwel allen nauw
verbonden aan de gemeente- en
zendingsarbeid van deze kleine,
maar hoogst actieve gemeente.
Daarheen beweegt zich, na de
zeer vroege kerkdienst op de
Paasmorgen, de lange stoet der
gemeenteleden, om er onder ba
zuingeschal de doden van. het af
gelopen jaar te herdenken, en net
Paasevangelie te lezen op de
Zending
Zowel religieus als maatschap
pelijk vormt deze kerkelijke ge
meenschap een unicum in Ne
derland en West-Europa: niet In
het minst om wat de Heilige
Geest bewerkt heeft in de har
ten der gelovigen; eeuwen lang
rijn ze voor het Nederlandse
Christendom een voorbeeld ge
weest van zendingsijver, en zij
zijn het nóg! Die zendingsijver
door de eeuwen heen is een won
der, wanneer men bedenkt dat,
de kinderen meegerekend, de
Zeister gemeente vrijwel nimmer
méér dan 500 zielen heeft geteld,
en de gemeente Amsterdam
Haarlem 200 zielen alles bij
een slechts 100 gezinnen!
De Nederlandse staat gedenkt
met dankbaarheid wat deze me
rendeels uit Duitsland afkomstige
nederzetting tot op vandaag be
tekend heeft voor de zending dn
Suriname. De eenvoud van opzet,
de volharding In wat men een
maal aanving, de grote zegen
die het werk bracht, zijn oor
zaak dat Nederland met respect
vervuld mag zijn voor wat de
ze kleine gemeenschap heeft ge
daan voor Suriname. Er is geen
speciale band aan deze kerkelij
ke gemeenschap, zelfs niet aan
het Christendom nodig, om met
eerbied te staan tegenover de ar
beid van deze gemeente, en wat
deze, geïnspireerd door haar
stichter N'lcolaus Ludwich von
Zlnzendorf, heeft betekend voor
Suriname, vooreerst in geeste
lijk opzicht, maar ook door ve
lerlei arbeid van barmhartigheid
en onderwijs, op algemeen maat
schappelijk en cultureel gebied.
Die nationale dank voor wpt
de Broeder-gemeente gedurende
twee eeuwen in Suriname had
gedaan, kwam treffend tot uiting
toen in september 1935 op een
zendelingsfeest te Zeist herdaent
werd, hoe op initiatief van Von
Zinzendorf, twee eeuwen geleden
met de zending m Suriname een
begin werd gemaakt.
Op woensdagmiddag 18 sep
tember stond de kleine gemeen
te één middag via radio en pers
in aller belangstelling, want in
het kleine kerkje aan het Zus
terplein waren bijeen de minister
van koloniën, dr. H. Colijn, de
juist in Nederland vertoevende
Souverncur van Suriname, prof.
r. J. C. Klclstra en alle nog in
leven zijnde oud-gouverneurs van
Suriname, mr. D. Fock (1908
19111, G. J. Staal (1916—1920),
mr. A. J. A. A. baron Van
Heemstra. 1921—1928en dr. A.
A. L. Rutgers (1928—1933) om
n redevoeringen te getuigen van
vat deze zendingsarbeid voor Su
riname, en dus voor geheel Ne
derland betekend had.
kunnen voorstellen wat
vreemd en schoon gebeuren hier
plaats vond: de Broedergemeen
te draagt een sterk piëtistisch ka
rakter, en was slechts met de
wereldlijke autoriteiten in aanra
king gekomen, voor zover haar
zendingsarbeid zulks noodzake
lijk maakte; thans kwamen de
hoogste regeerders en oud-gou
verneurs van Suriname naar het
kleine, witte kerkje aan het Zus
terplein te Zeist, om him dank
uit te spreken, voor wat deze
kleine gemeenschap had bete
kend voor land en volk van Su-
Het is goed, dat ook thans ons
volk zich dat ogenblik herinnert,
want deze herdenking draagt de
waarde van een symbool! Im
mers, wat er ook geschied is
sindsdien in de verhouding der
volkeren, de zendingsarbeid der
Broedergemeente is voortgegaan
onder de machtige inspiratie van
haar stichter Von Zinzendorf.
Zinzendorf
Het is met grote religieuze
voorgangers vaak als met be
gaafde kunstenaars: ten onrechte
verwachten velen van hen, dat
zij naar menselijke maatstaf vol
maakte mensen zijn qua aanleg
en karakter.
Ook Zinzendorf bewijst hoe on
juist deze wens is. Bestudering
van zijn leven en persoonlijk
heid doet verstaan, dat Gods
werk gebruik maakt van onvol
maakte mensen, en dat juisi
daarin Gods grootheid kan blij
ken, terwijl daardoor tevens
wordt aangetoond in de geschie
denis, dat ook het gebrekkige
door God gebruikt kan worden.
De waarde van een in dit Jaar
verschenen boekje over Zinzen
dorf, samengesteld door de be
kende voormannen der Broeder
gemeente H. G. Steinberg, H. L.
C. Schutz, \V. Lutjeharms en
J. M. van der Linde, is onder
meer gelegen in het feit dat zij
ons een Zinzendorf geschilderd
hebben die menselijk, al te men
selijk is!
Hij was vaak moeilijk in de
omgang, prikkelbaar, emotioneel.
Zijn moeder vond hem reeds als
kind een tondeldoos, zo licht ont
vlambaar. Hij was trots op zijn
afkomst als rijksgraaf, een
grandseigneur die eens sprak: „Ik
ben een Zinzendorf! Die zijn het
leven niet waard, tenzij zij het
aan grote dingen wagen
Maar daar staat tegenover, dat
hij een ziener was, dichterlijk
van aanleg, onbaatzuchtig, een
daadmens, die regeren kon, spion-
taan in spreken, geweldig als
het op inspireren aankwam van
anderen, spreker van formaat,
man van uitersten, alle middel
maat hatend, groots van idea
len, en zijn levensidealen
heeft hij geheel in dienst gestelo
van de Christelijke zending! Zijn
levensperiode, die in onze school
boekjes geldt als de aanvangs
tijd van de Pruikenperiode, was
voor hém een Zendingstljd by
uitnemendheid. De Zending, vooi
velen onzer een erkend noodza
kelijk aspect van het Ohristen-
leven, was voor hem inzet, dag
taak, alles!
Een gezinsleven heeft hij als
kind niet gekend, zijn huwelijks
leven mag met als voorbeeld
gelden, maar alles wat hij te
geven had, schonk hij 'aan de ge
meente die hij vormde, besteed
de hij aan de Zending, die hij
onafgebroken tot aan zijn dood
toe inspireerde.
Zijn vader, die staatsminister
was, stierf zes weken voor de
geboorte van de ionge Lutz; zijn
moeder hertrouwde in 1704, en
moest de opvoeding van de jonge
Lrtz aan de grootmoeder Hen-
iiette Catharine von Gersdorf
overlaten. Van haar zou Zinzen
dorf later getuigen: „Mijn prin
cipes heb ik van haar, want zij
was een persoon, wier hart voor
alles in de wereld openstond, dat
zich voor de Heiland interesseer
de".
Hij studeerde te Wittenberg en
maakte studiereizen, maar cen
traal is wellicht voor hem ge
weest de gebeurtenis, die door
de eeuwen heen bewaard moet
blijven voor komende geslach
ten: in 1719 zag hu te Düssel-
dorf het schilderij van de gekrui
sigde, en dit ontvlamde ook in
zijn hart de opdracht: „Dit deeo
Ik voor U wat doet gij voor
mij?"
In 1731 aan het hof van Dene
marken vertoevend, voor de kro
ning van koning Christiaan VI.
kwam hij in gesprek met twee
gedoopte Groenlanders en een
Afrikaanse lakei, en meer dan
voorheen werd hem duidelijk
bescherming, dat hij de organisa
tie zo weinig op de voorgrond
stelde? Want zelf was hij, hoewel
hij van alle proselytenmakerij af-
hlj
de
Zending: „Gens aeterna, gij
eeuwig geslacht, gij Moraviërs!"
Wanneer men hem nauwkeurig
beziet, zou men in hem wellicht
geen man ontdekken, die werk op
mijn kon volhouden in
and ondernomen, maar
wat hem te doen stond: op 23
juli 1731 bracht Zinzendorf ver
slag uit van dit gesprek in de
gemeente van Herrnhut, en riep
hij op om de Zendingsweg te
gaan, en reeds drie dagen later
boden twee broeders zich aan
zich als zendeling naar de neger
slaven op St. Thomas te begeven
In het jaar 1727 had in de ge
meente van Herrnhut een „op
wekking" plaats gevonden, die
door de gemeente zelf ervarer
werd als de herhaling van het
Pinksterwonder. Sindsdien werd
de gemeente te Herrnhut door
honderden bezocht, om te verne
men wat grote dingen God aar.
deze gemeente had gedaan.
Ze waren nog geen. vijf jaar
geleden uit het oude Hussieten-
land overgekomen, uit Moravië
en Bohemen, en hadden, zich o
der bescherming gesteld van
graaf Von Zinzendorf, die met
hen de .gemeente Herrnhut (on
der 's Heren hoede) stichtte. Ze
wilden geen secte zijn, maar als
gezinsgemeente een kerk, doch
géén kerk die opging in. de or
ganisatie, met een strenge leer
want daarin zag Zinzendorf geen
enkele garantie voor een levend
geloofsleven.
Ontmoeting
Hém ging het alleen om de
persoonlijke ontmoeting met en
de liefde tot Jezus. Hij haatte in
die eeuw van nationalisme alle
abstractie, systematiek en logica,
en beriep zich op zijn intuïtie,
waar deze in overeenstemming
was met de Bijbel en het geloofs
leven van de gemeente. Zijn
spreuk was: „Es 1st mir so",
waarover hij eens opmerkte:
„Ik voel het zo aan. Het Is een
heel simpel woord, maar het ver
tolkt het hele begrip van ziener.
Ik blijf er bij: het hele vraag
stuk van ziener bestond hierin:
ihnen war so, en het kwam uit."
Daarom verwachtte hij het in
genen dele van de theologie: „Wij
geloven, dat de gehele theologie,
waarmee wij voor de heilige en
gelen kunnen bestaan, zonder dat
wij ons behoeven te schamen, op
een blaadje van octaafformaat ge
schreven kan worden met grote
letters.... Wij moeten met de
Heiland in persoon bekend wor
den, anders deugt alle theologie
niet. Dit is de inhoud van het
geloof der broeders."
Hij geloofde wel in het zicht
baar aspect der Kerk, maar
vreesde een al te vaste organisa
tievorm met een zeer precies
verzorgd kerkrecht, met alle con
sequenties van dien: „Hoe min
der een sociëteit vast gevormd
is en hoe minder de mensen zelf
weten, dat zij een sociëteit zijn,
des te beter. Een gemeente moet
niet gesetteld worden, of zij
wordt ipso facto een verstarde
zijn gemeente of de Kerk elders
„naar Herrnhutter el" zou wor
den gemeten. Hij riep zijn ge
meente toe: „Herrnhut, weet ge,
straal van de morgenster, waar
om gy „Hoeder des Heren" heet?
Opdat in u. zo dag als nacht,
bet Lam gediend worde! En, God
lof! Wij werken voor Hem
graag!
Hij stelde over de gemeente
„„„.uur vc
zaal, vooral niét
kathedraal, preekte hij, en ging
voor in de liturgie. Was het zelf-
ifroflrverta
zijn levendige, bewegelijke
waarmee hij zijn omgeving boei
de, wist van doorzetten, snel af
werken, anderen te dwingen tot
beheersing der moeilijkste om
standigheden. Tijdens synodes
kende hij geen rust, er moest
dóór vergaderd worden, voeding
en slaap achtte hij nauwelijks:
de Heer moest worden gediend,
de heidenen wachtten!
Hij reisde door geheel Duits
land. naar Nederland, naar En
geland, naar Zwitserland en Let
land, naar West-Indië en Noord-
Amerika. Hij deed het vaak te
voet, en overal wist hij als een
Napoleon zijn zendingsmanschap
pen te bezielen in het geloof
aan Het Komende Rijk.
De georganiseerde kerken be
streden hem; in Nederland ver
schenen in de jaren 1738 tot 1752
niet minder dan veertig vlug
schriften tegen hem, maar hij
faalde niet: dwars door alle fou
ten heen wist hij één der groot
ste stoten te geven tot de zen
dingsarbeid: de kleine Antillen,
Groenland, Noord-Amerika, Su
riname, de Goudkust, Zuid-Afrika,
de Joden, Ceylon, Zuid-Oost-Euro-
pa, Perzië, Egypte, Labrador, Ja
maica en Oost-Indië wist hij
met zijn nimmer falende kracht
te bereiken.
Op zijn sterfbed mochten de
enkele omstaanders de dankbare
woorden van hem vernemen: „Ik
had aan een paar „eerstelingen"
uit de heidenen gedacht. En nu
gaat het in de duizendtallen!
Welk een formidabele karavaan
uit onze dienst voortgekomen,
staat nu al rond het verhoogde
Suriname
Ook Suriname viel
machtige zendingsgreep!
Op 20 december 1735 e.
den de eerste Zinzendorfse
delingen te Paramaribo: twee Mo
ravische emigranten en H. C. von
Larisch, de persoonlijke page van
de Graaf. Hun opdracht, die Zin
zendorf had meegegeven luidde
kort: „bij de gewone arbeid zien,
of er onder de vrije Indianen of
de Moren iets voor de Heiland te
winnen zou zijn."
Zij gingen als gewone mijnwer
kers arbeiden. Larisch stierf
reeds op 4 februari 1736; de twee
anderen keerden kort daarop naar
Duitsland terug. In oktober 1738
arriveerden nieuwe zendelingen en
ook zij moesten reeds een jaar
later onder moeilijke omstandig
heden Suriname weer verlaten.
Maar in 1740 zette een nieuwe
kleine groep voet aan wal. In
1740 kon de Zendingspost Pilger-
hut gesticht worden; de eerste
doop vond plaats in 1748.
Van 1748 tot 1760 mocht onder
grote zegen de zendeling Th. S.
Schumann in Suriname arbeiden.
In 1754 schreef deze aan Zinzen
dorf: „Langs de Atlantische kust
tussen Suriname en de Orinoco
zal geen Indiaan zijn, die niet
weet, tot wie hij zich moet wen
den, als het hell van zijn ziel
hem ter harte gaat...."
In 1763 werd de Zendingspost
Pilgerhut, drie jaar na de dood
van de 41-jarige Schumann, door
opstandige slaven jammerlijk
verwoest en verbrand, maar het
zaad was reeds gestrooid: het
Evangelie had in Suriname onder
Duitse leiding onstuitbaar zijn
loop genomen, ondanks alle
schijnbaar mislukte pogingen,
dank zij de enkele getrouwen, die
Christelijke helden, die hun leven
in de meest letterlijke zin aan de
Christelijke zending gegeven had-
De Duitse dichter en wijsgeer
Johann Gottfried Herder (1744
1803) schreef in 1802 in zijn tijd
schrift „Adrastea": „Toen Nico-
laas Lodewijk graaf Zinzendorf
op 9 mei 1760 zijn ogen voor de
ze aarde sloot, ging met hem de
grootste veroveraar heen, dien
deze onze achttiende eeuw ge
kend heeft, een van de grootste,
die de aarde in hef geheel ge-
Colijn over
Zinzendorf
Op gelijke wijze oordeelde ook
dr. Colijn in zijn herdenkingsrede,
die hij die middag in september
1935 ter gelegenheid van het
tweede eeuwfeest der Suriname-
zending, in het kleine Zeister
kerkje van de Broedergemeente
hield.
Nadat de voorzitter ds. P. M.
Legêne hem had ingeleid, ving
hij voor de radio aldus zijn her
denkingstoespraak aan:
„Wie de historiebladen over
de eerste helft der 18e eeuw
raadpleegt, stuit op een reeks
van welbekende namen. Namen
van vorsten als Lodewijk XV
Frederik en Peter de Groote,
Maria Theresia en Karei XII
van Zweden; namen van staats
lieden als Sir Robert Walpole,
Fleury of Alberoni en van le
geraanvoerders als Marlborough
of Eugenius van Savoye. Hij
leert ook verstaan, als hij de
naam van John Law tegenkomt
en kennis neemt van de wind
handel uit die tijd, dat ook op
dit gebied het woord vande
Prediker der Oudheid waar
blijkt: hetgeen er geweest is,
hetzelfve zal er zijn en hetgeen
er gedaan is hetzelve zal er ge
daan worden; zodat er niets
nieuws is onder de zon.
Zelden echter tenzij dan in
boekwerken die zich met het
geestelijk leven bezig houden
vindt men de naam van graaf
Von Zinzendorf vermeld. En,
toch is de vraag niet misplaatst
of het levenswerk van deze
man de tijd niet beter heeft
verduurd dan dat van zo menig
ander uit die tijd wier namen
men, als die van bekenden,
steeds met zich omdraagt."
In een ook vandaag nog zeer
leesbare rede, die te vinden is in
het even eenvoudig als fraai uit
gegeven boekwerk van het Zeis-
ter Zendingsgenootschap, waarin
alle die dagen gehouden redevoe
ringen zijn opgenomen, gaat dr.
Colijn verder in op de grote be
tekenis voor Kerk en Natie, en
met name voor Suriname, van de
arbeid van het Zeistèr Zendings
genootschap.
De grote, persoonlijke waarde
ring van Colijn voor deze arbeid
komt wel duidelijk uit in zijn
slotwoorden:
„De arbeid der Herrnhutters
beperkt zich niet tot Suriname
alleen. Met uitzondering van
Australië waar de zending in
het jaar 1919 werd overgedra
gen aan de Presbyter-Zending,
werkt Herrnhut in alle wereld
delen. De Moravische Kerk in
de Verenigde Staten is een loot
van uw stam. Labrador en Alas
ka, Californië en Nicaragua,
Zuid-Afrika en Tibet, voorma
lig Duits Oost-Afrika niet-Ne
derlandse delen van West-Indië,
het zijn alle namen, die op uw
wapenschild mogen prijken.
Maar tot ons spreekt toch Su
riname het meest en Suriname
is trouwens, als ik het wel heb,
uw voornaamste zendingsge-
bied, dat tot 1927 geheel van
uit Hernnhut verzorgd werd, zij
het dan met enige steun van
het Zeister Hulpgenootschap.
Geve de almachtige God u
ook in het derde eeuwjaar rij
ke zegen op uw werk en doe
Hij het Christenvolk van Neder
land verstaan, dat het zich in
deze ook voor u zo zware tij
den, niet onttrekken kan aan
een Nederlandse kolonie.
Wat was het geheim, waarin
school de kracht van de uit niet
meer dan honderd gezinnen tel
lende Broedergemeente, waar
door zij in staat was dit moeiza
me werk aan te vangen, en
meer dan twee eeuwen lang tot
op vandaag toe voort te zet
ten?
Ongetwijfeld mede in de vas
te, Bijbelse overtuiging dat het
Evangelie voor alle volken Is,
en dat diegenen die het reeds
kennen en belijden, door Chris
tus geroepen zijn het ook aan ón
deren te schenken. De arbeid der
Broedergemeente is één der
grootste vruchten van het Pink
sterfeest geweest in West-Europa!
In de geschiedenis tussen Ne
derland en Duitsland komen enke
le zwarte bladzijden voor, maar
niet vergeten mag worden dat
Duitsland ten aanzien van Su
riname, Nederland in deze Chris
telijke overtuiging is voorgegaan.
Uitgaande van en gedragen
door het bekende lied, waarmee
het door ons genoemde boekje
over Zinzendorf, geschreven naar
aanleiding van zijn tweehonderd
ste sterfdag, afsluit:
„Laat ons zo verenigd wor-
als Gij met de Vader zijt!
Dat van U, verhoogde Heiland
zich geen enkel lid afscheid'
Van het branden uwer liefde
Neem' ons licht alleen zijn
En de wereld zal bekennen
dat wij Uwe, jong'ren zijn'."
Gevaar voor verrassingsaanval - Niets nieuws onder
de zon - De modderpoel van Loemoemba - Taak
voor de Verenigde Naties
TAE sowjetunie bereidt zich se-
dert 1955 voor op een verras
singsaanval met kernwapens op
de Verenigde Staten. Men heeft
het deze week in de krant kun
nen lezen en zich wellicht ver
baasd afgevraagd, wat er nu waar
Is en wat niet. Sprak de naar het
Westen overgelopen kapitein Ni
kolai Artamonof de waarheid,
toen hy voor een commissie van
het Amerikaanse Congres ver
klaarde, dat de Russische leiders
een dergelyke aanval zullen ont
ketenen, als zy denken, het pleit
met een slag te kunnen beslech
ten. Of is het zo, dat zelfs
Chroesjtsjef een nieuwe wereld
oorlog werkeiyk nlèt onvermy-
deiyk vindt en met de leidende
staatslieden van het Westen van
mening is, dat een dergelyke
wereldcatastrofe slechts tot mas
sale vernietiging zal leiden en
dat er geen overwinnaar zal zyn?
Waarschuwing
Waarschuwingen als die van de
Russische marine-officier worden
de laatste tijd meer gehoord. En
kele weken geleden heeft nie
mand minder dan Allen W. Dul
les, het hoofd van de Amerikaan
se Centrale inlichtingendienst,
eveneens de mening verkondigd,
dat het Kremlin achter de scher
men bezig is, voorbereidingen te
treffen voor een verrassingsaan
val op de vrije wereld. Dulles is
de man, die verantwoordelijk
was voor de vluchten van de U-2
boven en langs de grenzen van
HAMMARSKJOELD
het Sowjetblok en hij beschikt
dus over gegevens, die zijn waar
schuwing de nodige kracht kun
nen bijzetten.
De mogelijkheid is niet uitge
sloten, dat Dulles (een broer van
de overleden minister van bui
tenlandse zaken John Foster
Dulles) zijn veronderstelling
voornamelijk gebaseerd heeft op
de verklaringen, welke dé Rus
sische kapitein al eerder tegen
over leden van zijn Centrale in
lichtingendienst heeft afgelegd.
Dat neemt echter niet weg, dat
hij over het nodige materiaal kan
beschikken, aan de hand waar
van hij de beweringen van deze
gedeserteerde marine-officier op
haar juistheid kan toetsen.
Bedoeling
NU is het zo, dat Dulles een be
paalde bedoeling heeft gehad,
toen hij zijn mening gaf over de
werkelijke bedoelingen van de
Sowjetunie. Hij is nl. een vurig
voorstander van het voortzeuen
van de verkenningsvluchten
langs het gebied van de Sowjet
unie (en als het kan er boven)
en hij vreest wellicht, dat de
Verenigde Staten zich als gevolg
van de internationale verwikke
lingen van de afgelopen maanden
zullen laten verleiden tot het af
zien van deze vluchten.
Daarom herinnert Dulles aan
het feit, dat de Russen herhaal
delijk een doeltreffende vorm
van inspectie de beste waar
borg voor een eerlijke ontwape
ning hebben geweigerd te
aanvaarden. Om die reden wijst
hij er voorts op, dat de Russen
om hun eigen veiligheid te be
schermen de vrees voor spionage
aanwakkeren met aanvallen op
vliegtuigen te doen en de Ame
rikaanse toeristen onaangenaam
heden te bezorgen. Processen met
veel publiciteit en de gevangen
houding van de Amerikaanse
RB-47-piloten zijn er volgens
Dulles in het brein van Chroesj
tsjef op gericht, druk uit te oefe
nen om de geheimen van de mi
litaire voorbereidingen te helpen
bewaren. En door middel van
deze tactiek zou hij willen voor
komen, dat de vrije wereld de
kennis krijgt, die essentieel kan
zyn voor haar veiligheid.
Niet nieuw
voorraad kernwapens bezat en
met name in de afgelopen jaren,
waarin de Russen tot grote pres
taties kwamen op het gebied van
het lanceren van geleide projec
tielen en raketten, hebben alle
verantwoordelijke staatslieden in
de vrije wereld rekening gehou
den met de mogelijkheid, dat de
Sowjetunie bij verrassing een
aanval met kernwapens zou doen,
niet alleen op de Verenigde Sta
ten, maar ook op andere delen
van de niet-communistische we
reld.
Niet voor niets werd in Genève
lange tyd onderhandeld over een
akkoord om aanvallen by verras
sing onmogeiyk te maken. Niét
voor niets hebben voornamelyk
de Verenigde Staten getracht, tot
een verbod van het houden van
kernproeven en vervolgens van
het vervaardigen en bezitten van
kernwapens te komen. En niet
voor niets is het grootste gedeelte
van de vrye wereld omgeven
door een net van radarstations.
Niet voor niets ten slotte zyn dag
en nacht Amerikaanse straal-
bommenwerpers in de lucht, uit
gerust met kernwapens, om by
een verrassingsaanval onmlddel-
lük terug te kunnen slaan.
Vergelding
DE Russische kapitein verklaar
de, dat een verrassingsaanval
waarschijnlyk wordt, als de Rus
sische leiders er van overtuigd
zyn, het pleit met één slag te
kunnen beslechten. Ook deze op
vatting is niet nieuw. Zij bewijst
slechts hoe juist de zienswijze
van de Amerikaanse strategen
(waartoe we in dit geval ook
president Eisenhower rekenen) is
geweest met betrekking tot de
massale vergeldingstactiek in ge
val van een Russische aanval.
Meer dan eens is deze tactiek
fel aangevallen door Amerikaan
se politici, geleerden en militai-
omdat zij te weinig moge-
ONGETWUFELD bevatten de
waarschuwingen van Dulles
en de gedeserteerde marine-offi
cier een kern van waarheid. Maar
wat zij beweren en waarvoor ze
ons willen waarschuwen is niet
nieuw. Van het ogenblik af,
waarop men in de vrye wereld
met zekerheid kan aannemen, dat
de Sowjetunie een behoorlijke
lijkheden bood, wanneer zich
„beperkte oorlog" zou voordoen.
Men vergat echter wel eens, dat
men met het badwater het kind
weg wilde gooien. De vrees, dat
de massale vergelddngstactiek
weieens zou kunnen leiden tot
een wereldcatastrofe, die nie
mand gewild heeft, moge gerecht
vaardigd zijn. Zij mag echter
geen reden zijn om de verhou
dingen in de wereld zodanig te
wijzigen, dat de Sowjetunie in de
gelegenheid wordt gesteld, haar
ongetwijfeld snode plannen uit
te voeren. En dat gevaar zou in
derdaad veel dichterbij komen,
als de Verenigde Staten hun de
fensiepolitiek drastisch zouden
gaan wijzigen.
Troebel water
TtlRECTER is de dreiging, die
uitgaat van het Russische
vissen in het troebele Kongo
lese water. De Sowjetunie
heeft het dreigement uitge
sproken, dat „andere landen"
zich rechtstreeks met de zaken
In Kongo zullen inlaten, wan
neer de Veiligheidsraad zyn
plicht in dit door onrust ver
scheurde land zou verzaken. Dit
kwam er op neer, dat de Rus
sen openlyk te kennen gaven,
Loemoemba te hulp te zullen
komen, als secretaris-generaal
Hammarskjoeld zou blyven
weigeren, naar het pypen van
deze mislukte dictator te dan-
Gelukkig hebben de meeste
leden van de Veiligheidsraad
en in het bijzonder de Afri
kaanse staten, zich weinig van
dit Russische dreigement aan
getrokken. Om de Russen de
wind uit de zeilen te nemen
heeft Hammarskjoeld opdracht
gegeven, radio-Leopoldstad vrij
te geven, op voorwaarde, dat
geen politieke redevoeringen
zouden worden uitgezonden en
de vliegvelden inKongo op
nieuw open te stellen voor
verkeer, dat naar het oordeel
van de troepen der Verenigde
Naties een vreedzaam karakter
heeft.
Ondanks de enorme verwar
ring namen de gebeurtenissen
In Leopoldstad toch een vry
gunstige wending, die tot uit
drukking kwam ln de beslis
sing van de Veiligheidsraad,
niet de delegatie van Loe
moemba, maar die van Kasa-
voeboe onder leiding van de
door Loemoemba onslagen
minister van buitenlandse za
ken Bomboko, in de vergader
zaal toe te laten.
Veranderingen
TN Kongo heeft men meer dan
ergens anders geleerd, de
dag niet te prijzen, voordat het
avond is. De gebeurtenissen
volgen elkaar snel op, zo snel,
dat men nauwelijks tijd heeft,
ze op de voet te volgen en op
haar juiste waarde te schatten.
Het ene ogenblik blijkt de
Kongolese Senaat de felste be
strijder te zyn van Loemoem
ba en diens politiek. Het an
dere moment komt zAj zo onder
de invloed van zijn merkwaar
dige persoonlijkheid, dat zy
zich enthousiast achter hem
schaart, nadat hij volkomen
wettig door president Kasa-
voeboe is ontslagen. Dan kiest
het leger onverwacht de zyde
van de president, gaat het over
tot de arrestatie van Loemoem
ba, maar gaat op het beslis
sende ogenblik weer door de
knieën als gevolg van de wel
sprekendheid van deze dema-
En zo gaat het door, van dag
tot dag. Telkens ïykt het er
op, dat het leger definitief de
zyde van Kasavoeboe kiest en
de rekening met Loemoemba
vereffent, maar steeds opnieuw
aarzelt het en zyn er krach
ten, die er in slagen het in een
andere richting te dryven.
Daarvan weet Loemoemba op
geraffineerde wyze te profite
ren. En op het ogenblik dat
we dit artikel schreven was
nog niet bekend, hoe de steeds
wisselende stryd tussen Kasa
voeboe, die de enige wettige
macht in Kongo vertegenwoor
digt en Loemoemba, die de
verpersooniyking is van alles,
wat met onwettigheid en on
verantwoorde! ykheid te maken
heeft, is geëindigd. Er was ech
ter een tendens waar te ne
men zoals reeds werd opge
merkt die iets meer ver
trouwen in de toekomst van
Kongo geeft.
Hoop en vrees
TJET zou een kroon op het
J-J- moedige werk van sei
taris-generaal Hammarskjoeld
zyn, als de tegen Loemoemba
gerichte krachten er definitief
in zouden slagen, de macht in
handen te nemen. Dan zou de
mogelijkheid bestatin, dat de
Verenigde Naties in samen
werking met de Kongolese
troepen, die totdusver niet goed
wisten, wie zij nu wel of wie
zij niet moesten steunen, orde
en rust in Kongo herstellen.
Slechts onder leiding van de
Verenigde Naties kan een re
gering van goedwillende Kon
golese politici de economische
chaos in het land opruimen,
een eind maken aan de com
munistische infiltraties en ook
op politiek terrein maatregelen
nemen om een punt te zetten
achter het geharrewar, of de
republiek Kongo een centrale
regering dient te hebben, dan
wel uit een confederatie van
verschillende staten moet be
staan.
Voorlopig Is het belangrUk-
bewlnd komen, die ln het be
lang van Kongo met de Ver
enigde Naties willen earn
werken. Pas dan kan er
eind komen aan het Russische
KASAVOEBOE
gewroet in de modderpoel, die
Loemoemba van zyn land ge
maakt heeft. Als dat eenmaal
gelukt is, Is er al heel wat
gewonnen en kan de schade
voor de Kongolezen en voor
de landen van de vrye wereld,
die de gebeurtenissen In Kon
go met grote bezorgdheid heb
ben gadegeslagen, wellicht nog
tot een minimum worden be
perkt. Zo niet, dan moet voor
Kongo het ergste worden ge-