DOLF HENKES: JOHN BROWN en de clemocraiie\ ^Ruimte voor ons.... ZONDAGSBLAD ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1960 „Het is geen wonder dit te maken, het is mijn natuur" ,,Ga eens met Henkes praten", zei m|jn oom, en toen ik maanden geleden zijn atelier binnenstapte, begroette mij een kleine vriendelijke man, die me in staat stelde onbevangen met hem te praten over bouwkunde, over- zijn wandschilderingen en ik keek naar zijn werk, sloeg hem gade als hij gezellig praatte, en mij onbewust les gaf, werkte en thee zette, want iedereen die met Henkes gaat praten zinkt weg in een gemakkelijke stoel krijgt thee uit een glas en een sigaret. Hij werkt in een rustige ontspan nen sfeer en boeide mij steeds weer met z'n werk. den leeft, de wereld achter de schermen. Het is een enigszins surrealistisch schilderij met con trasterende matte kleuren. Henkes zag zichzelf in dit schilderij, wij kunnen onszelf erin zien. DOLF HECHES Grote stap Henkes ls geen navolger, hij heeft zijn eigen stijl en is overal uit te herkennen. In 1903 werd hij geboren in Ka- tendrecht en hij heeft zich los we ten te maken uit de sfeer, die Ka- tendrecht berucht maakte, al bleef hij bij uitstek een Rotterdammer. „Niemand heeft behoefte een ■childerij te zien of een boek te le zen, dat speculeert op de laagste in stincten van de mens, en dat de mens neerdrukt. Mensen die hier zelf over schrijven zullen niet in zo'n atmosfeer zijn op gegroeid," vertelde hij me. „Ik heb wel behoefte aan een betere wereld". Dolf Henkes werd, toen hij elf jaar was, in een koperslagerij gezet, en dat heeft hij zich ten nutte ge maakt. Henkes' werk slaat trou wens vaak op zijn Jeugd terug, hij schildert van uit zijn jeugd en ziet in hetzelfde licht, waarin hij als jongen keek, zijn schilderijen. Want Henkes heeft zijn milieu Tekst: Leo Faasse Foto's: Peter Molkenboer Van de wieg tot het doel is een grote stap. De lassen noemde vormt het tweede schilderij. Dit is een ruiter in Ierland (collectie Maan Schiedam). Het doel dat Henkes nastreeft is de- volkomen bevrijding van de mens door zijn werk. Henkes ziet de bevrijding in dit schilderij, dat een zelfportret is. In zijn jeugd was Henkes al bezeten op paar den, waar hij zo graag op wilde rijden. Geen wonder dat hij nu op het paard gesprongen is en door dit ruige Ierse land rijdt. De ruiter kijkt arrogant en heerszuch tig en de voldoening die het rij den hem geeft, straalt van hem af. paard vormt één geheel met de ruiter, Henkes heeft dit dier be zield met zichzelf, de kop doet in telligent aan terwijl de voeten voorzichtig de bodem aftasten. Een volmaakt paard, In de natuur Henkes schilderde dit tijdens zijn verblijf in Ierland waar hij de wieg van het Nederlandse christendom zocht in de natuur, die volgens hem zo sterk verbon den is met de bovennatuur, het goddelijke, zoals dat bij het ora kel van Delfi het geval moet zijn geweest. In het algemeen typeert zijn werk het zoeken naar een binding tussen het reëele en het bovennatuurlijke. Hij is zeer ver schillend in zijn werk. De komen de tentoonstelling in de Rotterdam se Lijnbaan (deze maand) laat dit goed zien. Hij heeft de spanning van de oorlog uitgedrukt maar daarnaast ook de volkomen rust. Van zijn laaste reis naar Schot land zijn er olieverfschetsen te Henkes houdt niet van het non- figuratieve „Dit ligt meer de Haagse decadentie maar niet Rotterdam, ook geloof ik niet dat het de jeugd erg aanspreekt als object" en tenslotte zei hij „Het is geen wonder dit te maken, het is mijn natuur". DE LASSEIt niet verloochend en daar waar schuwde tuj mij ook tegen. Hij is wat hij was en zoals alle Rotter dammers zijn, een werkzaam van afkomst boers volk, maar eer lijk en burgerlijk. Hij erkent graag zijn burgerlijkheid, maar niet zoals wij dat vaak zien. „Ik ken maar één bohémien," zegt hij, „en dat was Toulouse-Lautrec die het zich kon permitteren qua milieu en talent." Wat betreft de vers-afgestu deerde kunstenaars is zijn oordeel ■vrij scherp. „Die jongens stude ren niet zoals het moet en het is zelden dat er een op jonge leef tijd tot werkelijk artistiek creatie ve kunst komt. Schilders moeten de veertig gepasseerd zijn om te gaan creëren." Henkes DE RUITER leeftijd niet be- HET is niet te beschrijven. Ik sluip langs de grond en voel me klein. Nu ben ik moe. Foet wordt je genoemd en je eet stof. Vuile handen. Eerst worden 120 jongens in een klei ne kamer gepropt. Dan worden ze stuk voor stuk uitgekafferd. Je krijgt opdrachten. Je stelt je voor aan iemand. Zoiets mag niet, dan doe je het de volgen de keer niet, je bent onbeleefd. Je haalt glazen op, je krijgt niets. Je moet springen, je mag niet lachen. Het is hier een doodernstige boel. Fijn, dat studentenleven, maar voorlopig zie ik dat niet. Ik kijk in drie holle weken vol vernedering. Het is wel goed voor je, zegt men. Je gelooft het en zuchtend buig je het hoofd. Zijn er werkelijk nog ergere dingen? Maar de groentijd is een spel, het dient ernstig en beleefd ge speeld te worden. Het is moei lijk een evenwicht te vinden tussen weigeren en doen. F. iemand, die treurt. Zwerven Nadat hij ging varen en zich ten slotte geheel aan de kunst ging wijden, zwierf Henkes naar vele landen en deed allerlei im pressies op. Vooral Curacao was voor hem belangrijk en misschien ook Me xico. Het heeft bovendien zijn kijk op de wereld verbreed. Want Henkes wilde ln zijn werk de hele wereld omvatten. „Als Ik naar de maan kon, ging ik meteen om daar nog meer van de wereld te schilderen." Ook zijn christelijk geloof heeft hem geleerd wereld burger te zijn. Caltex maakte, toont ons Henkes als constructief schilder. De pij pen heeft hij zelf gebogen. Hij heeft ervaren hoe het licht op die mens viel en heeft het daardoor zo goed getroffen met zijn pen seel. We zien een man met een masker, maar achter dit masker staat toch de mens, die leeft en instinctmatig te werk gaat, een klein stukje nek drukt dit uit: ,,een instinct-hengst heb ik ge schilderd". Door het ruitje zien we in een klein non-figuratief schilderijtje wat er achter de han- Mode-impressies voor ons alleen De eerste mode-Impressies, alleen voor ons gemaakt John van Heyningen, 20 en leerling van de afdeling N elf van de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, stemde ze af op wat komen gaat: het -nieuwe herfst- en winterseizoen. Vijf ontwerpen voor jonge mensenVoior da jongen (links voor) zette hij een (donkerbruin, suède jack, te dragen op een licht beige corduroy pantalon op papier. Het meisje midden een split aan de achterkant, dat tot aan het schouder stuk doorloopt. De scootercoat van de jongen rechts is nogal opvallend. AANDACHT GEVRAAGD VOOR: j- Hans Baars Zeventien VARIATIES OP DRIE THEMA'S Lyceum Rotterdam er is veel geschreven door de regen; er is veel gesproken door de zon; er is veel gedicht door de bladeren; er is veeldoor de mensen, ik ken dit woord nog niet (BERGEN OP ZOOM) de zon breekt gouden paden door de nevel God breekt gouden paden door het verdriet de zon wacht op de rand van het raam (ZONNESPECTRUM) roodgoud oranjerood geelgoud wondergoud balancerende bal vanuit de trein op de horizondraad (MOERDIJKBRUG) ik ben geworpen gezogen gegooid over morgen ik ben gevallen gegleden gelegd in nevels (BARENDRECHT) kool-riet-gras straten dat weet je nacht-stilte hier geloof ik dat weet je TERUGKEER vanavond kom ik nu nog niet vanavond voor de nacht God houdt wereld in Zijn hand Ik weet 'ft wel mijn toon was slecht maar er waren duizend enge- en zij zongen met mij mee Wij zongen en keken naar de sterren aan de hemel en zij hebben ons gezien en God heeft ons gezien (belofte) wij zullen God danken iedere avond wij zullen God loven iedere avond wij hebben het wonder van het licht gezien wij beiden de bomen kathedralen wij hebben gebeden voor Zijn sterke hand wij zijn doortinteld geweest met Zijn vurige Geest en Jezus heeft Zijn hand ge stoken samen tot mij ik grijp (begin van het afscheid) geen zelfzucht maar om genade stilte, rust en begrip God houdt mij vast deden de avond leven amen God bracht ons tot leven daar waar de kilheid ik heb een dag gezien en de debiele woorden God gaf het mij achter het gras blijven liggen ik heb geslapen als een en de boten van het plezier - enthousiast in de nevels zijn vastgelopen God gaf mij rust (gebed) ik héb gegeten als God gaf het mij ik heb u verloochend ik heb God vergeten ik heb gelachen ik heb gefietst als een ko rnet vreemden raalvis ik heb geschertst God gaf mij de natuur met absurden en johannes heeft mij aange- mag ik nog dagen zien? zien God heeft ze voor mij klaar. Nieuw soort puimsteen op de wereldmarkt niet Z' de stof. die John zich hiervoor heeft gedacht, namelijk vuurrood corduroy. Gezellig; mble het meisje, dat je het midden ziet. Het bestaat name lijk uit een donker grijze rok met een trui van shetland- wol met een dito gedrapeerde muts. Helemaal links ten slotte een aparte mantel ln een wol len aubergine kleu rige stof met een gryze wollen muts erby. Voorde „ken- heeft zich dus ge houden aan de kleuren, die je over een paar weken veel gaat zien. WIJ vernemen van zeeer welin gelichte zijde dat binnenkort een nieuw soort puimsteen het le venslicht zal aanschouwen. Dit puimsteen zal dooraderd zijn met blcek-blauwe handen, die bij de eerste aanblik de gedachte op wekken aan de flitsende lichtstre pen van een gestoord televisie programma. Het uiterst sensatio nele en opwindende van deze strepen is, dat ze ontstaan door de werking van miljoenen radi- umstraaltjes die het puimsteen volledig geabsorbeerd heeft en die het, bij gebruik, in kleine hoe veelheden langzaam weer uit straalt. ZWAARTEPUNT OP DE PLAAT TN deze hoek van de wekelijks weerke rende pagina „Ruimte voor ons" vinden we de muzikale kant van het geval. Muzikaal, zo ruim als maar enigs zins mogelijk is. Het zwaartepunt zal komen te liggen op de muziek uitvoeringen in brede zin. zoals die tot ons ko men via de grammo foonplaat. Het is goed daarbij even stil te staan. Want waarin zijn we eigenlijk geïnteres seerd? Omdat wij bij de jeugd anno 1960 beho ren, zal onze smaak wel aanzienlijk verschillen van die der oudere ge neraties. Nu we die smaak zo langzamer hand wel zijn gaan le ren kennen en we de uitingen daarvan uit en te na kunnen lezen in allerlei dag-, week- en muziekbladen, hoeven we dat hier niet nog eens dunnetjes over te Deze meesterwerken heb ben allang bun vaste plaats in onze discotheek, niet waar, daarom zullen wij ons vooral bezighouden met onze cagentydse uitin- i op i i of r WAT e dus rubriek eigenlijk doen? Zoals gezegd zullen we hier niet allerlei zwaar wichtige uitrafelingen van al reeds lang bestaande meesterwerken plaatsen. ken. Maar als dit verschil van mening in de banen van de discussie geleid wordt, dan kunnen we er allemaal beter van wor- den. Deze rubriek zal dan nok gelegenheid geven tot gedachtenwisseling. Laten over te houden voor onze WE ,«.n j.„ Wipr,. ken, oude zowel als nieuwe, dc tophits komen opdraven, amusementsmu ziek in het algemeen gaat een hartig woordje mee spreken en last but not least, zoals onze wester- hurrn het zo treffend we ten te zeggen vinden we ook nog plaats ziek, eleetronische en in strumcntale, cn nog vee' meer. Nogmaals, zwaar wichtige vcrhandelinger ziek. wachten. We vinden op de ze plaats alleen maar een prettige gedachtenwisseling waarin we een heleboel wetenswaardigs tegen ko men. Of bijv. Catherine Valente thuis in bad net zo zingt als op de plaat, zul je van mij nooit te ho ren krijgen, omdat ik het doodeenvoudig niet weet... Wel dat Bob Brookmedcr naast een voortreffelijk trombonist een uitstekend pianist is en daarbij noem ik dan meteen dc plaat waarop dit te beluisteren valt: hier dan de L.P. Tra ditionalism Revisited. Bob Brookmeier Quintet met Jimmy Giuffre, Jim Hall, Dave Baily en Joe Benja min. Daarbij noem ik dan ook het merk, ofwel Label World Pacific Pj 1233. Verder vertel ik dan de algemene indruk, die de plaat maakt: deze intieme vers. Mocht ik dan lyrisch laar wat langer. Ook de geluidskwaliteit zal worden beoordeeld. T ET wel, deze vorm van behandeling wordt niet alleen gereserveerd voor dc jazz. Ook de lief hebbers van het meer po pulaire genre zullen ruim schoots aan hun trekken plaat een topper belooft te gaan worden en vooral: waarom? Dit is nogal pre cair, aangezien de meeste tophits nu niet bepaald uit blinken door artistiek ge voel en fijngevoeligheid om van de vaak erbarme lijke geluidsvcrzorging maar te zwijgen. Onze kri tiek zal dan ook wel eens nogal persoonlyk zijn, maar daar is het dan ook kritiek voor: de gustibur non disputandem, over smaak valt niet te twisten. Ook zullen we wel eens bepaalde „sterren" onder de aandacht brengen, met welke keus je het mis schien niet altijd eens bent. Wel, dat is dan een dankbare gelegenheid om eens een „brief op po- dactie, die dan wel zal zorgen dat de brief op de juiste plaats komt. Laten we dan wel hopen dat er nog plaats overblijft om nieuwe platen te bespre ken. Je .indt iets van bijv. Pijper of An- driesscn, Darius Milhaud, Bartók, Pierre Boulez en dergclijken die zich nog grote populariteit mogen verheugen, hoe vreemd dat dan ook moge zijn gezien de al reeds enorme be langstelling die we voor moderne schilderijen, ge dichten enzovoort aan de dag leggen. Overigens is dat niet zo verwonderlijk eigenlijk, want wat horen gen radio, of beter in de waar, want anders blijft liet publick weg en kunnen de uitvoerenden geen droog brood eten. Tja Daarom móéten wij eigen lijk wel, want hoevelen on der ons worden later mu sicus of min of meer geta lenteerd toehoorder? Hier ligt dan ook de kans voor do discofiel om zijn blik wat te verruimen zoals ik dat wil doen. O. T. Aan deze minieme hoeveelhe den radium nu is de wonderbare, bij uitwendig gebruik totaal on schadelijke en bloedstimulerende werking van het puimsteen te danken en bovendien heeft de ge bruiker op deze manier zeker 5!4 maand plezier van zijn puimsteen tje. Voor heren met zeer zware baardgroei zal het blauwstralende steentje misschien iet? eerder uitgeput raken, maar >wie daarop let is een kniesoor. De grote voordelen van Blau- weband-puimsteen, boven de ordi naire after-shave-creams is in de eerste plaats, dat men het idee krijgt met levend materiaal om te gaan. Bovendien blijft het ra dium na gebruik doorstralen en begint in het donker zelfs met ongekende kracht op te lichten, wat het gebruik van fietslanta- rens althans voor mannen nutteloos en overbodig maakt. Uw huid krijgt de natuurzuivere kleur terug van koel, helder wa ter en de bloedrode manager blosjes, die door een té hoge bloeddruk uw hele gelaat kunnen aantasten en ontsieren, worden onderdrukt. Na gebruik van Blauweband-puimsteen zal uw huid langzamerhand de aanblik gaan vertonen van de zachtglan- zende, blauwe fluweel van een verblindend avondtoilet. Desniet tegenstaande zult u door het flit sende en krachtig uitstralende licht toch niets van uw manne lijk karakter verliezen. Het wonder van Blauweband- puimsteen zal ongetwijfeld alle concurrentie op het „aftershave"- gebied verslaan en zowel de „gentleman", als de gewone „man in the street", zal weer te ruggrijpen naar het vertrouwde puimsteentje, dat, in overeen stemming met de wet van het karma, op het punt staat de aar de opnieuw te betreden in een ver jongde, aan de opmars der tech niek aangepaste reïncarnatie. Tijdens de onderzoekingen op het gebied van het puimsteen is een zeer belangrijk feit aan het licht gekomen. Omstreeks de middeleeuwen zou er een soort puimsteen be staan hebben met rode strepen, dat in de bergen moet zijn ont staan door oxydatie van rood ko per in het puimsteen. Hiervan wordt melding gemaakt in een onlangs ontdekte, oude kroniek uit een klooster in het hoge Noor den, waarin de gevaarlijke wer king beschreven wordt van het puimsteen „Plankta". Waarschijn lijk wekten de mosgroene vlek jes in het puimsteen bij de mon nik de gedachte op aan het zee groene plankton, dat hij in zijn verlatijnste brein omzette in de meervoudsvorm plankta. In ieder geval beschrijft hij in vlam mende krulletters, hoe het puim steen plankta de kinnen en de oorlellen der mannen deed groei en tot ongekende lengte en hoe de dusdanig ontsierde slachtoffers, verjaagd door hun vrouwen en verslaafd aan het puimsteen, de bergen in vluchtten om nieuw, rooddooraderd puimsteen te vin den en om te wonen in de holen der aarde. Hiermede is tevens het ont staan der trollen, die nog voortle ven in de spannende verhalen, die wij onze kinderen voor het slapen gaan fluisterend voorlezen, ontraadseld. WILLY BELGRAVER Luister eens, Yery (dat weet je toch schilder vissen voor me ze hoeven slechts vinnen te hebben ze hoeven niet te kunnen zwemmen toen nog niet want het water is zo diep dat weet je (woorden voor het afscheid) vroeger heb ik veel over anderen gepraat nu niet meer nu begrijp ik de vreemden geef ze ogen, niet om te zien want mijn kamer is stoffig dat weet je toch? geef er niet te veel want mijn kamer is maar klein en de wanden zijn groen en geel dat weet je schrijf dit met kleuren in hun staart dan heb ik ze dan zal ik ze niet pakken dat weet je toch? er liggen duizend dode dieren op de straat er leven duizend sterke dieren in het bos in het water onder de sterren onder onze ster ik heb „de Zee" voor u hij hangt nog in mijn hart in mijn hoofd maar als u terugkomt van de zee zal hij op uw kamer hangen als een lied zonder woorden als een zacht murmelende begrijpende melodie van haar mijn Yery TELEVISIE) TYEGENEN, die het toneelstuk „John Brown" afgelopen zondag op het beeldscherm ge zien hebben, zullen waarschijn lijk ook wel kennis genomen hebben van de diverse kritieken in de dagbladen. Het is dan ook niet de bedoeling hier de spel- kwaliteiten der akteurs of het toneelstuk op zich kritisch te be zien. Wèl om de consequenties van dit gegeven iets nader uit te werken. Misschien kan dit wel het beste gebeuren, door twee meningen over John Brown naast elkaar te zetten. Allan Nevins en Steele Comma- ger, twee Amerikaanse historici, schreven over de raid op Harper's Ferry: „deze don Quichotachti- ge, misdadige onderneming mis lukte volkomen. Het zuiden was terecht woedend over deze aan val". Dr. Schulte Nordholt zei in een herdenkingsrde: „John Brown was een roep, een schreeuw om gerechtigheid". We zien hier dus beschreven aan de ene kant de fanaticus, die omwille van een persoonlijk ide aal, tegen grondwet en onafhan kelijkheidsverklaring in, een be slissing poogt te forceren en daar bij tientallen mensenlevens ver- Ged reven ANDERZIJDS een man, die, ge- ■tx dreven door de wil van God, zich niet bekommert om ethische discussies over voor of tegen van de slavernij maar die slavernij, op welke manier dan ook, be strijdt. hun persoonlijke overtuiging, ooi al gaat die tegen die meerderheid in. Martelaar HET is waarschijnlijk hierc dat de, toen nog jonge, Ame rikaanse democratie John Brown's optreden veroordeelde. Dat hij later als martelaar werd geëerd is niet zozeer zijn voorbeeld ge weest als wel het feit, dat men politiek een martelaar nodig had. (twee jaar later brak de burger oorlog uit). Een democratie echter, dit ruim drie miljoen slaven bewust ieder recht op „life, liberty and the pursuit of happiness" Hierin ligt dan ook staatkundig de rechtvaardiging van John Brown's optreden. Een optreden, dat anders als revolutionair, werpelijk zou zijn. Het zal duidelijk zijn, nog af gezien van het feit of John Brown er innerlijk inderdaad van onver- tuigd was Gods instrument te zijn, dat een partij kiezen in de ze tot vreemde consequenties zal voeren. Immers moeten wij John Brown's kleine revolutie inder daad afwijzen op staatkundige gronden (dus geen gewelddadig optreden tegen het wettelijk ge zag, maar het oplossen van pro blemen via de democratische weg), dan zullen wij altijd onze persoonlijke overtuiging, zo die niet overeenstemt met die van de meerderheid in de democratische staat, terzijde moeten schuiven. In het andere geval wordt die de mocratie een aanfluiting, omdat velen zich zullen laten leiden door Roeping TK heb hier de religieuze kant van het geval John Broi laten rusten, omdat het m.i. on mogelijk is om de echtheid waarheid van John Brown's ge loof in zijn Goddelijke roeping vast te stellen. Er is in de loop der geschiedenis te vaak in Gods naam onrecht bedreven, dan dat wij niet heel voorzichtig zouden zijn het „God wil het" in Jof"" Brown's banieren te schrijven. Dat John Brown getracht hei als goed Christen te doen wat 1 als zijn taak zag staat wel vast MisschieS is dit wel belangrijker dan het gevolg van de overval Harper's Ferry. HANS KREUZEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 22