In de branding der poëzie
HET STALEN MEUBEL
W7ST
met nieuwe mogelijkheden
Problemen rond'i Australische
culturele leven
Pianospelende Grootmeesters
iSteedó aanrollende golven
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960
"PiE letterkundige criticus
U is nu wel niet een rots in
de branding, misschien meer
een ducdalf, maar zeker is
dat, alleen al aan het strand
der poëzie, hij telkens weer
overspoeld wordt door aan
rollende golven gedichten,
grote en kleine, brede en
smalle, traditionele en ex
perimentele, eenvoudige en
ambitieuze verzen. De Bel
gische uitgeefster A. Man-
teau heeft het in haar le
zing over het uitgeven van
gedichten, onlangs te Brus
sel gehouden, zo aardig ge
zegd:
Poëzie-uitgevers hebben veel
meer kans dan hun andere col
lega's, om, door en met hun
auteurs, hun naam te vereeu
wigen. Ze worden voor hun
moeite ruimschoots beloond. Al
leen moeten ze wat langer kun
nen wachten, soms een eeuw of
twee, en hier ligt de kern van
het probleem, en meteen ook de
reden waarom poëzie-uitgevers
„a l'état pur" praktisch niet
bestaan. Al verschaft een uitge
ver dit deel van zijn activiteit
het meeste genoegen, toch kan
hij zich de ondeugd van het uit
geven van een bundel poëzie ten
hoogste 2 a 3 keer per jaar
veroorloven, en beschouwt hij
zichzelf daarbij nog als een
held".
Er is dus een-paradoxale situa
tie: gedichten uitgeven loont niet
en toch kunnen de uitgevers het
niet laten. Poëzie heeft als ver
schijnsel iets dermate fascine
rends, dat vaak ook middelmatig,
ja zwak dichtwerk zijn weg via
een uitgeverij naar de lezer weet
te vinden. Mevrouw Manteau
spreekt van een soort bedwel
mende trots, die haar vervult
wanneer ze zich de oorzaak weet
van al de ijver, die door zetters,
drukpersen, correctors, boekbin
ders, uitgeversbedienden, reizi
gers aan den dag is gelegd om
de poëziebundels aan de markt te
brengen.
En dan bereiken de bundels de
criticus, die ten opzichte van het
publiek de functie van voorproe
ver vervult. Hij moet het on
deugdelijke weren en het goede
door zijn lof laten passeren. Ko
ning Publiek moet rustig kunnen
eten en drinken, zonder vrees
minderwaardige consumptie voor
gezet te krijgen of vergiftigd te
worden. De moeilijkheid voor de
criticus is hierin gelegen, dat hij
immuun moet zijn voor het scha
delijke, terwijl hij toch een grote
gevoeligheid moet behouden om
de kwaliteit van het product naar
waarde te kunnen beoordelen.
Dit alles geldt al bij een kleine
productie. Maar zoals de zaken
nu al jarenlang liggen, dwingt de
overproductie aan poëzie tot het
gebruik van een ander beeld.
Dan verandert de voorproever in
een verweerde paal, die probeert
zijn kop boven water te houden,
overgutst als hij wordt door tel
kens nieuwe stortzeeën van dich
terlijkheden.
Want poëzie heeft tot grond
elgenschap, dat ze in hoge mate
geconcentreerd is. Een enkel ge
dicht, van soms niet meer dan
zes of acht regels, roept naar
zijn aard een wereld op. De criti
cus wordt uitgenodigd in alle
rust en aandacht die evocatie van
vers tot vers te ondergaan. Uit
voerigheid verdraagt zich met
poëzie slecht. De moderne dicht
kunst heeft dat goed begrepen,
beter dan die van een honderd
jaar geleden. De stortzeeën wor
den dus niet veroorzaakt door de
aantallen woorden of regels, maar
door al die poëtische monaden,
die stuk voor stuk het heelal
weerspiegelen, al die „dreupelen
poëzie", die met elkaar tot com
plete aanrollende golven worden.
Ten aanzien van de derde druk hage-Rotterdam, verschenen bun
van Hugo Claus' „Oostakkerse deltje „Spelen met Zand" geen
Gedichten" (uitg. Uitgeverij De poëzie. Ze verlopen
Bezige Bij, Amsterdam) kan
aankondiging volstaan. Sinds
Claus in het Vlaamse tijdschrift
„Tijd en Mens" in 1953 een eer-
r barokke)
Gedichten zijn van een felle,
sombere kracht, door en door hei
dens als bijna al het belangrijke
moderne werk, volkomen los van
elke schijn van idealisme of mo-
HUGO CLAUS ralisme.
Als poëzie tot kenmerk heeft,
dat ze niet redeneert, maar
drongen krijgen. Hartelijk aanbe- schoksgewijs, convulsief, zich ma
dera aandoende vormen ordelijk
en net, met hun „toen" en
„maar" en „slechts" en „ter
wijl". Het zijn dichterlijke gevoe-
lens, medegedeeld in gevoelig en
gedichtenbundel publiceerde, beknopt proza, dat taal en beeld-
v.5i w„i iu-;j spraak van de jonge dichtergene-
verta- ratie heeft afgeluisterd en afge-
ook als keken. Het schrijven van derge-
prozaïst. De erotische Oost-akker- lijk werk kan heus wel
Bij hoog en laag
nifesteert, dan zijn de
van Wim G. J. Teigeler, verza
meld in het bij N.V. Uitgeverij
Nijgh Van Ditmar, 's-Graven-
gen staat de bundel „Bij hoog
en laag" van Remco Campert
(uitg. Uitgeverij De Bezige Bij,
Amsterdam), waarvan de nieuwe
gedichten nauwelijks de helft van
het geheel uitmaken, terwijl de
rest wordt ingenomen door een
keuze uit werk van 1950 tot 1955.
Campert behoeft als dichter niet
meer te worden ontdekt. Hoezeer
hij representatief is voor de hui
dige geestesgesteldheid, blijkt
o.a. uit zijn vers „Tegen de Zo
mer", waaruit ik het slot citeer.
...Schenk mij liever klare kou
en koffie;
destructie bevroren, duidelijk
zichtbaar en aanvaardbaar;
wie in de kou zit schept geen
illusies,
maar schept sneeuw, vrij onge
naakbaar,
in de menselijke, soms boven
menselijke winter.
GEPROFILEERD PLAATSTAAL ALS MATERIAAL
I N het begin van deze eeuw bereikte het gebruik van machines in
zeer sterke mate het meubelbedrijf. De invoering van de machi
nes was voor de fabrikant alleen een kwestie van meer geld verdie
nen. Alle goede handwerkprodukten werden machinaal gekopieerd,
met het gevolg dat ze goedkoper werden en daardoor een grotere
afzet bereikt werd. Enig begrip om voor de consument een goed
bruikbaar produkt te maken, was niet aanwezig. Stijlvol of stijlloos,
alles werd geproduceerd. Er ontstond een stijlenchaos.
REMCO CAMPERT
dat
Het is een reiken naar poëzie,
maar poëzie laat zich niet berei
ken. Een vers is niet een bewe
ging naar het poëtische toe, maar
een gebaar van het poëtische uit.
Iets persoonlijks
T~\E jeugdige dichter Max Toro
U heeft bij de Kunstsociëteit
„Jo del Aproheni", secretariaat
Lomboklaan 17, Ede, een eerste
bundeltje poëzie uitgegeven onder
de titel Klimaat van Stappen, Af
scheid van een periode. Toro (dit
is natuurlijk een schuilnaam)
hanteert het hedendaagse dich
terlijke idioom op een wijze, die
ervan overtuigt dat hij er niet ge
heel afhankelijk van is. En daar-
om lijkt dit werk mij wel iets te
beloven. Nu is elke belofte in de iets in zaken
kunst vrijblijvend: niemand heeft vers Bloemist,
hier zekerheid, de dichter zelf al
evenmin. Maar het is al iets, wan-
zekere vastheid
te mogen afleiden dat achter het
,D',o^erliilt Beschaa,d De bloemaarde waaruit Mars
van 1950 1960 een jong mens
aan het woord is, die iets per
soonlijks te zeggen heeft. Ten be
wijze (maar wie en wat „bewijst"
De zg. Resullstoel vc
leerd plaatstaal, naar e
van Friso Kramer, di
vormgeving geheel de
kreeg t
'oord produkt kon
komen.
De klaprozen die in de hemel
Ui RmJI ÜSUlu prijken
beeldgebruik "meent komen uit onze zaak, evenals
de rododendrons in de hel.
In deze tijd werd
over de gehele
wereld door een
groep gezocht
tijdse stijl in al
le takken van de
kunst. Zij be
grepen dat dit alleen mogelijk
was door uitsluiting van alle
tot dan toe geldende normen
en wetten. Nu, ongeveer 35 jaar
geleden, ontstond als gevolg
van dit streven ook het eer
ste stalen verchroomde buis
meubel, ontworpen door Marcel
Breuer. Ook anderen zoals
Mart Stam en Le Corbusier ont-
De ontwikkeling van de vormgeving houdt gelijke tred met die van
het onderwijs. In 1872 deden de schoolbanken (links) nog «n
irnstige aanval op de zithouding in casu de gezondheid van het kind.
Nu maakte Friso Kramer daar definitief een einde aan.
(foto Jan Versnel
wierpen stalen buismeubelen.
De toentertijd gecreëerde buis-
ntno-n r,t-nn meubelen, welke een maximale
eenvoud en rust vertoonden,
zijn nu nog een klassiek voor
beeld van goede vormgeving.
De rust en de zuiverheid kwa-
men mede tot uitdrukking door
het gebruik van kunstmatige
KLIMAAT en GEBREK aan INTELLIGENTIE, tegenwerkende FACTOREN
(Van onze correspondent in Australië, Leo 't Hart)
De zeeanemonen en andre po
liepen
hebben in onze etalages ge
staan,
maar bij een brand zijn ze
met 't bluswater weggestroomd.
Zelf ben ik nog nooit in mijn
zaak geweest, maar dat hoeft
ook niet
want mijn compagnon is be
trouwbaar.
Dit gedicht lijkt mij een religi
eus v?rs in vermomming, al zal
men het zeker niet op één expli
catie willen vastleggen. De mo-
liluul je derne poëzie wil dit dan ook zeer
het woord stelliS niet: Het 7""
'aardig zijn
HET kost de buitenstaander niet veel moeite te ontdekken, dat nog geen plaats. De meeste kran- aa" b:Y- .tian te..vJ.age,n
a iiot-rniifi „,nt i^ivaa) mmm mIa* tpr\ bezitten niet eens een kunst- 1 S. 1 ëodicht als
Australië wat zijn cultureel leven betreft het nog niet ver ge
bracht heeft. Degenen die de strijd op dat terrein voeren, staan ru^ri®k'i,
flog ver verwijderd van de frontlinies en zij ontmoeten zware
tegenstand.
Daar is allereerst het klimaat, waartegen niet te vechten is.
Voorts het gebrek aan intelligentie bij een groot deel der beioo- al hetgeen"dit land meer in rijke
ners van dit land, waardoor „kunst" en „cultuur" nog buiten mate bezit waardeert, het kli-
het eigenlijke leven staan. maat maakt het 't culturele le
ven moeilijk.
De winters zijn kort
Dan is ten slotte nog de „te
genwerkende factor" van het kli
maat. Hoezeer een ieder ook de
strand, bos, bergen
Kortgeleden werd een Franse
gastdirigent, die op uitnodiging
van de A.B.C. enkele concerten
dirigeerde
door recensenten „gekraakt",
dat hij de A.B.C. verzocht in het
vervolg van recensenten ver
schoond te blijven.
Nu hebben in het verleden ook
andere gastdirigenten minder
aangename ervaringen opgedaan
en de A.B.C. moest erkennen,
dat om allerlei redenen zeer
moeilijk buitenlandse kunste
en „kunstleven" vindt hij twee
niet vergelijkbare werelden en om
met kunst geld te verdienen, is
niet vergelijkbaar met te werken
Melbourne, zodanig als monteur, kantoorbediende,
winkelier of wat dan ook. Van
daar ook, dat verscheidene wer
kelijke kunstenaars er bijv. maar
monteur of magazijnbediende
Merkwaardig hoeveel artiesten
ook onder de immigranten
er bij het spoorwegpersoneel in
dit land ontdekt zijn! Mogelijk dat
het werken langs de spoorlijn in
spiratie geeft.
En in elk geval een „living".
.uitlegging" voorstellen. Er zal
zeker wel iemand wezen, die
zegt: de compagnon is God, en
de mens, die naar Gods beeld
geschapen is, herkent in alles
wat hij waarneemt het „eigene".
Zou de dichter iets dergelijks,
min of meer onbewust natuurlijk,
„bedoeld" hebben? Hij zal geen
explicatie kunnen afwijz
lang en dan is het verblijf bii de lezfr spontaan wordt ge.
in concert- of kunstzalen niet zo suggereerd. |jgjg
erg aantrekkelijk.
En omdat artiesten ook des
moeten leven.
i de spoorlijn nog niet zo gek!
Als het vers niet
ndeutig" is, mag eigenlijk
n. ucs £u- Seen enkele plausibele opvatting
die baan worden afgewezen.
C. RIJNSDORP
De geschiedenis van het vorm
geven in beeld gebracht. Het
antwoord op old finish", dat in
1928 opgeld deed, teas de „hobby-
stoel" (links), die de heer
Schröfer voor zichzelf ontwierp
en vervaardigde. In 1930 vervaar
digde hij bovendien een „hobby
armstoel" (links boven). De zg.
„zilnorm"-stoel rechts boven)
was het eerste serieprodukl van
de ontwerpers van De Cirkel.
Rechts onder een modern pro
dukt, dat in 1959 door de heer
Rietveld werd ontworpen.
VIA NAALD
ÉN PLAAT
wegen zijn naar Australië te ko-
Uiteraard kan aan betrokken re
censenten bevoegdheid tot oorde
len niet worden ontzegd. Hier
speelt in sterke mate chauvinis- schijnlijk als
GEBREK AAN CULTUUR
Bloemlezingen
DE meer goedaardige golven zijn
de bloemlezingen. In de sta
pel uitgaven, die zich in vrij korte
tijd in mijn kast heeft gevormd,
zijn dat: van Hans Andreus „Een
Nieuwe Verzamelbundel" (uitg.
Uitgeversmaatschappij Holland.
Amsterdam), „Dichters Omni
bus", zesde bloemlezing (uitg.
Esso Nederland N.V., "s-Graven-
hage) en „Het Schepnet, gedich
ten voor jonge lezers", 3e bun-
'"-jaar, same
mbêbkêêm iep i
lengt Quelle (uitg. J. H. Kok
N.V., Kampen). Hans Andreus is
een van de vooraanstaande vijfti
gers en een dichter over wiens
talent men niet in het onzekers
verkeert. De bundel omvat de
reeds vroeger verschenen bundels
De Taal der Dieren. Schilder
kunst en De Sonnetten van de
kleine Waanzin, besloten met een
nieuwe verzameling: „Al ben Ik
De „Dichters Omnibus", ver
zorgd door de Uitgeverij A. A.
M. Stols, is een geschenk, een
zeer aanvaardbare vorm van re
clame, die in de eerste plaats de
poëzie aanprijst. Bij de samen
stelling is natuurlijk uitgegaan
van een persoonlijke smaak,
„maar bovendien die van een zo
groot mogelijke verstaanbaar
heid. De zeer grote en sterk ge
varieerde lezerskring, goeddeels
bestaande uit mensen voor wie
het lezen van poëzie bepaald geen
dagelijkse bezigheid is. maakt dit
criterium beslist noodzakelijk",
zegt de Verantwoording. Deze uit
gave is reeds de zesde.
„Het Schepnet" is de derde
bundel van deze naam. Ditmaal
is de verzameling bestemd voor
jonge lezers boven de 16 jaar. De
gedichten zijn met smaak uitge
kozen en vertonen de grote va
riatie. die ontstaat zodra men
zich alleen laat leiden door de ge
dachte: wat is voor het doel ge
schikt? en zich niet te zeer laat
afleiden door vragen naar rieh-
iemand van zestien tot laten wc
zeggen eenentwintig moet ook wat
poëzie betreft zijn eigen weg kun-
Moge dit feit de zo noodzake- gastdirigenten
Australiërs in het algemeen veel
lager liggen dan bij de bewoners
van de meeste andere landen en
zeker van het oude Europa.
J£IJ DE concerterende instrumentalisten zal men het
meest pianisten en violisten aantreffen. En ik
geloof dat de pianisten het in aantal nog winnen
- paradox, indien van de violisten. Het is hoogst merkwaardig, dat de
de ik deze vraag beslist ontkennend piano bij velen al heel jong een grote rol gaat spelen.
Of merkwaardig is het eigenlijk niet, want een
piano is er haast in elk gezin dat zich enigszins tot
de muziek voelt aangetrokken. En dan is het ook
weer normaal, dat de kinderen al vroeg de vinger-
rol speelt. Onder haar auspiciën tjes op de toetsen zetten om ook wat klanken uit
worden per jaar ongeveer 1000 ^at wonderlijke ding te toveren. Pa en Ma denken
dan, dat hun kind muzikaal is en er moet een
ven p e pianolerares of pianoleraar aan te pas komen. Alle
reizende familieleden en alle buren krijgen dan te horen,
dat Jantje al „heel mooi" speelt en toch werkelijk
„muzikaal begaafd" moet zijn. Jantje moet zijn
het
de A.B.C.
ren, moeilijker is de situatie, worden per jaar ongeveer 1000
doordat het intellectuele peil -
de culturele ontwikkeling
Daar zijn de vaste
toneelgezelschappen.
Balletgroepen kunnen van uit
verkochte huizen verzekerd zijn kunsten vertonen op alle familiefeestjes. Meestal
tot ergernis van Jantje zelf.
JEUGDJAREN en ik zag dezer dagen
JCUvl/JMlxCIN iange rjj wachtenden voor toela
ting bij het optreden van de ver-
maarde balletdanseres Margo diezelfde Jantj
Fonteyn. helemaal niet als een muzikaal andere instrumen-
mers nog in zijn jeugdjaren met De naai71 Yan dirigent Eugene wonderkind ontplooit, misschien ten in aanraking
een bevolking, die op verschillend Goossens leeft nog steeds bij het heel wat op muziekgebied zou zijn te laten komen,
terrein nog ..opgevoed" dient te ,ls
worden. Het zijn mede de
diensten van de immigranten, dat
zij hiertoe een belangrijke bijdra
ge leveren.
Niet alleen doordat zich onder front gekomen. Eigenlijk ontwijkt taar ot
het oudere geslacht en richt hem j
deskundig advies hadden in.
dan tot de ontdek-
gekomen, dat bijv. violisten?
en trompet,
Weet
ontstellend gebrek
blazers? En zelfs aa:
bord noem ik de negerpianiste Wi
nifred Atwell, die vooral bekend
heid heeft gekregen als jazz-pia-
niste. Winifred Atwell begon op
zesjarige leeftijd als organiste in
de kerk van haar geboorteplaats
Tunapuna (Trinidad). Al spoedig
ontwikkelde zij zich als een ras
pianiste en de grammofoonindus
trie maakte haar wereldbekend
door haar ,,rag"- en „boogie-
woogie"-opnamen. Men kan niet
direct zeggen, dat Winifred At
well nooit eens iets aan de com
mercial-business iheeft gedaan,
maar toch heb ik altijd erg graag
geluisterd naar haar opnamen on
der de titel „Winifred Atwell and
her other piano", een oude café
piano. Het is een ras-echte instru-
mentaliste.
DECCA is nu uitgekomen met
een plaat met klassieke en semi-
ALEXANDER BRAILOWSKY,,
in Es van Chopin, de „Minuten-
s aan goede Alexander Brailowsky speelde vc
goede orkest- werken chopi„
zich op de jeugd, zoals trou- eenmaal -
mu wens biina alles i" dit jonge land bruikt worden,
steun °P de jeu8d ëericht ia- niet
Er zijn in Sydney drie kleine dat
en één grote kunstgalerij met instrument
gemiddeld één en soms twee ex
posities per week. In Melbourne
dat bijna evenzo en in Ade- wereld
hen vele kunstenaars op
schillend terrein bevinden, doch
hun bezoek aan concerten,
sea, kunstzalen enz. geven
aan hetgeen wordt gedaan het
culturele peil in dit land omhoog
te brengen. Voor het culturele le
ven mij ditmaal tot dat der kunst
beperkend, herhaaldelijk ziet men
dan ook het aandeel van de im
migranten op genoemd terrein
V Op'Sn kunstgebied m.akt de ^tUrD™dgnie
belangstelling in Australië een 20eltt uocn m ae brede
goede uitzondering, namelijk dat
van het ballet. Ook de aandacht
voor het toneel groeit. Het moet
gezegd, dat bijzonder de A.B.C.
zich inspant de jeugd in het cul
tureel leven op te voeden en daar
bij succes oogst. Het is opmerke
lijk dat de jeugd bij concerten,
toneelvoorstellingen enz. verreweg
het grootst aantal plaatsen bezet
en de overgrote meerderheid
vormt van het aantal bezoekers
van schilderijen- en andere ten
toonstellingen. Hetgeen mogelijk
hoop geeft voor de toekomst!
TV/IAAR GENOEG hierover. Er |H
-1-'1 zijn^ natuurlijk altijd kinderen As-dur
jgtt predispositie
ouderlijke onwetendheid is, dat
veel te veel pianisten op de
rondlopen, allen „be- nist Sviatoslav Richter,
bijv. Richter een Impromptu in
ir van Schubert speelt, hoort Mondschein-sonate
1dat werkje maar weinig ven, Polonaise in j
de piano hadden. En dan ook Richter vervalt bij Schubert Ch<> Claire de Lune van Debussy
hun leven wel wat bereikten, pin en Liszt nimmer in ovèrdre- het thema uit het 2e Pianocon-
romantiseren. En toch kan cfrt '°n
E van Chopin, Liebestraum van
Liszt, Vuurdans van De Falla,
Prelude in cis van Rachmaninoff,
Frühlingsrauschen van Sinding,
Beetho-
Chopin,
materialen, zoals staal, gla»»
ijzergaren, gelakt hout, enz.
van deze meubelen
had tot gevolg dat er door veel
meer fabrikanten stalen meube
len vervaardigd werden. Dit
waren echter kopieën en onbe
grepen nabootsingen. De slech
te naam, die het stalen buis
meubel kreeg, nl. dat het een
koud, hard, ongezellig meubel
zou zijn, kwam door die slech
te produkten, die door deze on
begrepen nabootsingen ont
stonden. De technisch verant
woord gemaakte produkten kre
gen wel een grote sterkte en
duurzaamheid, zodat men ze in
zakelijke instellingen als kanto
ren, wachtkamers en fabrieken,
zeer veel toegepast ziet.
In korte tijd werden alle lusten
botgevierd bij het gebruik (mis
bruik) van buis. De meest on
logische vormen ontstonden en
verdwenen en maakten het
stalen buismeubel steeds meer
ongeschikt voor algemeen ge
bruik. De goede pogingen hier
gedaan door fabrieken als
Gispen en De Cirkel uit Zwa
nenburg konden geen goed
meer doen. Bovendien had buis
een grote beperking, nl. de
over de gehele lengte gelijke
doorsnede. De diameter van de
buis wordt bepaald door het
punt waarop de grootste krach
ten werken.
Bij het zoeken naar nieuwe mo
gelijkheden kreeg Friso Kra
mer, industrieel ontwerper bij
De Cirkel, de kans meubelen te
ontwerpen van geprofileerd
plaatstaal. Daardoor kon hij lo
gischer constructies toepassen,
materiaal besparen en een ge
heel nieuw karakter geven aan
het stalen meubel. Natuurlijk
kwamen er bezwaren tegen de
nieuwe denkbeelden, maar die
zijn inmiddels overwonnen.
Door het goed begrijpen en
juist toepassen van geprofileerd
plaatstaal ontstond er een
nieuw meubel, dat ook zijn
plaats in de woning vond. In
de vormgeving is Friso Kramer
niet alleen van de praktische
bruikbaarheid uitgegaan, maar
ook van een verantwoord esthe
tisch gevoel en heeft hij meu
belen vervaardigd, die zowel op
school en in de fabriek als in
de woning dienstbaar kunnen
zijn. Zo is opnieuw bewezen dat
kunst en industrie op harmoni
sche wijze kunnen samengaan.
Facetten
der Nederlandse
poëzie
die concerten geven
naar land reizen. Een van die
is wel de Oekraïnse pia-
luvll Rachmaninoff. (30 i
hem geen droge' plan's"!
lai'de vond dezer dagen een grote kroond" met een conservatorium-
diploma. en hun brood verdienend' staat
componist-pianist,
Integendeel, hij stelt zijn
enorme virtuositeit steeds in
dienst van de uit te voeren mu-
Richter ziek, zoals ook blijkt uit de „Etu-
L 1, '1VU, C-rjaLJ UiiJJVL Uil. Ut ,,-C.l.U—
t, f, n des d execution transcendante" de
i de vroege ochtend tot de grote handen heeft. Dat stelt hem Van mszi; w
die late avond lessen geven. Wie technisch natuurlijk tot heel veel zouden ziin als ze niet zo meester-
der w»krt,«, - ninnn,.hi.H ,.i, «,.t Het is jammer dat Rich- gê.p'Sd „Sden OpSSomen
-- .ar nog niet naar het Westen is o„u..u„_i
i veel presteren, dat het gekomen. Zijn standpunt is ech
ter: „Er zijn in Rusland nog zo
veel steden waar ik nimmer
speelde". En dus blijft hij maar
in Moskou, bij zijn vrouw, de
bekende zangeres Nina Dorliac.
Op 25 februari 1958 gaf hij een
recital in Sofia en daarvan heeft
PHILIPS een live-recording ge
maakt, d.w.z. een opname tijdi
Liszt, werken die banaal Jammer.
Schubert „Moment i
cal in C Op. 94 no. 1", Impromp
tu's Op. 90 no. 2 en 4, van Chopin
de „Etude in E Op. 10 no. 3", en
van Liszt „Valse oubliée no. 1
en 2", en bovengenoemde etudes
(30 cm. plaat A 00584 L).
CORN. BAS'
de Russische
GELD
OF KUNST
IN het algemeen ziet de Austra
liër geen geld in kunst. Mo
gelijk vindt U die opmerking wat
vreemd, doch niet in dit land
waar geld zulk een belangrijke
rol speelt.
Daarom ziet de Australiër in
het algemeen in kunst niet iets
„mannelijks". „Geld verdienen"
het concert. Men hoort dus het Alexander Brailowsky. Deze 64- boeiende
publiek klappen, i- -
ook kuch- jarige pianist heeft wel e
slordig. Maar het kleine
"e met het Andan- hindernissen overwint,
de Grande Polonai-
se an Es-dur van Chopin is wer
kelijk verrassend. Dat is kundig
en uiterst muzikaal gespeeld, met
een goede kleurwerking. Hier
toont Brailowsky zich toch wel
van de goede zijde en bewijst
der hij nog steeds een grootmeester Wanneer
deze tijd, te zijn. Aan hem was de piano- het lezen
ar tevens studie in zijn jeugd wel besteed,
fijnbesnaard musicus. Zoals (45-toerenplaatje 409 168 AE).
aan een opname. Men voelt zich
helemaal in de zaal. En omdat PHILIPS-pla:
zo'n opname niet kan worden te Spianato f
overgedaan, zit er meestal ook
meer spanning in. Zo er eens een
klein foutje valt te constateren,
maakt dat de opname juist men
selijker. Overigens behoeft men
bij Richter niet zo gauw foutjes
te verwachten. H
grootste pianisten
H een klavierheros,
o „r f i LtUVi^cf, r. r. r-W
In de Nimmer Dralend Reekt
van uitgeverij Nijgh en Van
Ditmar te Den HaagRotter
dam verscheen als no. 71 een
boekje onder de titel „Facetten
natuur- der Nederlandse poëzie", met
als ondertitel „Van Herwig
Hensen tot Cees Nooteboom".
ïflkl f. De samenstellers Pierre H.
Dubois, Karei Jonckheere en
Laurens van der Waals. Naar
volledigheid is niet gestreefd
maar toch geeft dit overzicht
■ft -ft wel een goed beeld van wat er
zo de laatste tijd aan Ned. poë-
Terwijl d. Hyacinten bloeien rtSeJVS-'
Terwijl de hyacinten bloeien, we Ned. dichtkunst. Als oudste
door Jiiles Limburg. Uitgave dichter is opgenomen de in 1956
J. N. Voorhoeve, Den Haag. overleden Gerard Diels. De an-
deren zijn geboren tussen 1910
J„n it h:LSle?n <rn 1933. Men vindt er Gerrit
ie wijze bena^ Kouwenaar, Hans Lodeizen, Lu-
derd. De schrijver 'gaat het leven cebert, Christine Meyling, Nel
een gereformeerde jon- Noordzij, Clara Haesaert, Jan
:n rooms-katholiek meis- Hanlo, Alfred Kossmann, C.
liefde voor ejkaar alle Buddingh', Remco Campert,
Max Croiset, Jan G. Elburg,
w»dT'ï:^haTu"wda'd,oaorTeï Guillaume v. d Graft, Ad den
niet-één-zijn-in-het-geloof. Het ver- Besten, Hans Andreus, Ankie
haal speelt zich af in de bollen- Peypers, Paul Rodenko, Koos
streek lang vóór de tweede we- Schuur, Prosper de Smet, El-
reldoorlqg en het ademt de sfeer ien Warmond, Bert Voeten, Jan
die omgeving en die tijd. wit ea De keuze is besI^t
voe^me„"™ad',ri^ verantwor,-d. ook wat de ver.
opgenomen en ko->t m-o n;*t van rs bp Een
van de le's dei 1 n. u..k.