CHRISTFI.IJK vlido Nijlwater bedreigt „Egypte's parel" Vrijmoedige reerutering door hoger onderwijs CSB moet zieh meer richten op het missionaire Wetsontwerp fase in de levensstrijd Kofptos fiiifawmn ie ene m mi.. Een woord voor vandaag GRATIS Duyvis Spread 2 Personeelsluxe tegenover v.h.m.o. onverantwoord In ..Christelijk gymnasiaal en middelbaar Onderwijs". het wekelijks orgaan van de Ver eniging van leraren bij het christelijk voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs, wordt ernstig geklaagd over het ont trekken i:an docenten door het hoger onderwijs aan het v.h. m.o. Dr. G. B. W. Huizinga schrijft weliswaar, dat men met vreugde de gelederen van de universitaire docenten moet helpen versterken en dat een school de eer hieraan mee te werken hoger moet stellen dan het tijdelijk ongemak, maar dan komen zijn bezwaren: Dit klinkt, zo zult u zeggen, heel mooi, maar de praktijk ziet er wel een beetje anders uit. Zolang de kip goed in zijn veren zat, kon het gemis van enkele er van geen kwaad, maar de laatste veren te moe ten afstaan... wie overleeft dat? Laat ons royaal erkennen, dat een goede encadrering der universitaire staven één der voorwaarden is voor een bloei end V.H.M.O. De school, die het treft een leraar te moeten afstaan, zal dus zonder mor ren door de zure appel heen moeten bijten. Tot zover is er niets bijzon ders aan de hand. De lezer kan zelfs met recht vermoeden komkommertijdlectuur voor geschoteld te krijgen. De zaak krijgt echter een geheel ander aspect, zodra er gerechte twij fel ontstaat over de noodzaak van de moeilijkheden, die men te dragen krijgt. Het is nl. een feit, dat de universiteiten en hogescholen niet slechts stre ven naar een uitbreiding van het aantal docenten, zoals die door de toeloop der studenten wordt vereist, doch daarnevens een didactische vernieuwing beogen, waarbij de student veel meer dan vroeger tij dens de studie wordt gecoached. Ik wil niet debatteren over de vraag of deze verandering in al le opzichten moet worden toe gejuicht. Voor dit betoog ben ik zelfs gaarne bereid het nut, ja de noodzaak, voetstoots te aan vaarden. Maar de vrijmoedig heid, waarmede het Hoger On derwijs wetenschappelijke hoofd ambtenaren uit het V.H-M.O.- recruteert, geeft reden tot be zorgdheid en critiek. De lezer neme eens de moei te een jaargang van het mede delingenblad van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen door te nemen en de daarin voorkomende benoe mingen te noteren. Men kan het de leraren moei lijk kwalijk nemen, dat zij een vererende benoeming aanvaar den. Al moge de salarisverho ging slechts uiterst gering zijn, men voelt de overgang naar het universitaire milieu als een promotie, met op de achter grond de al of niet gerecht vaardigde hoop op een uitein delijk professoraat. Ik kan mij ook nog indenken, dat men na vele jaren klassepractijk wel eens iets anders ambieert, maar bedenkelijk wordt het, wanneer de gemakkelijker werk kring een rol gaat spelen. Er zijn faculteiten, waar de ene wetenschappelijke hoofdambte naar na de andere werd be noemd, er zijn kleine zeer ge specialiseerde laboratoria met onbeduidende aantallen studen ten, doch met een eigen hoofd ambtenaar. Voor vele dezer functionarissen is de opgedra gen verplichte taak van gerin ge omvang en bestaat de ver dere dagvulling uit hetgeen men er zelf van maakt. Deze per soneelsluxe, hoe nuttig, hoe noodzakelijk, hoe verantwoord op zichzelf, is in een tijd, dat het V.H.M.O. zijn status van voor 1940 nog niet kan reali seren, ten enenmale onverant- "\700R het V.H.M.O. staan de zaken er, als men het rap port Dalmulder mag geloven, zo voor, dat omstreeks 1980 de oude personeelsbezetting, d.w.z. zonder verlaging der klasse- splitsingsnormen en zonder bij zondere hulpkrachten als biblio theekassistenten, careermas- ters, enfin vult U Uw eigen wensen aan begerenswaardige vernieuwingen maar in, weer verzekerd is. Is het dan niet gerechtvaardigd, dat het Hoger Onderwijs zijn didactische ver nieuwingen tenminste enigerma te temporiseert? Aan mijn eigen school verloor ik in één jaar aan de universiteit drie lera ren in de talensector. Een an dere school in het westen des lands moest een leraar wiskun de afstaan. Toen de rector de betrokken hoogleraar der. facul teit verzocht, de onvolledig geëmployeerde functionaris wegens nood nog voor een zes tal uren te mogen behouden, ontmoette hij de grootste be zwaren. Wanneer het Hoger Onder wijs zelf niet verstandiger is, mag toch van het Ministerie van O., K. en W. de ruime vi sie worden verwacht, die het juiste midden, ook in de oplos sing van deze problemen, ga randeert. Ik heb reeds meer dan eens betoogd, dat de noden van het V.H.M.O. veel groter en gecom pliceerder zijn, dan de Prin- sessegracht op basis van een speculatief en eenzijdig rapport onderstelt. Wanneer De Minister door gaat er in toe te stemmen, dat op deze vrijmoedige wijze de weinige zeer goede krachten, op wier schouders vaak het vol ledige onderwijs in de topklas sen rust, aan de V.H.M.O.- scholen worden onttrokken, zal hij zich over de vermindering der examenresultaten aan ver scheidene scholen, niet behoe ven te verbazen. Alle noodmaatregelen door het Ministerie tot dusverre ge nomen, brachten tezamen min der gewin, dan de boven gesig naleerde onttrekkingen nadeel. Het is mij overigens niet on bekend, dat van meer bevoeg de zijde reeds geruime tijd ge leden op deze misstand werd gewezen. Als men deze keer nu maar eens luisteren wilde. Grote belangstelling voor jubileum Confrontatie met de wereld (Van een onzer verslaggevers) f{ET congres van de jubilerende Calvinistische Studenten Be weging mag zich dit jaar in een goede belangstelling verheugen. Vrij veel studenten hebben de tocht naar de, overigens doorweek te, Lunterense heide gemaakt. De reünisten van de S.S.R. zullen don derdag deze groep nog versterken en er zo voor zorgen dat dit jubi leumcongres waarschijnlijk het grootste sinds de oorlog wordt. Opvallend is op dit congres de nadruk die gelegd wordt op de con frontatie en de bemoeienis van de christen met de niet-christelijke we reld. Men kon deze oproep zowel be luisteren in de jaarrede van prae- ses E. Th. Thys, als in de discus sie n.a.v. het referaat van prof. dr. A. L. Janse de Jonge over „de religieuze projectie". Deze zaak zal morgenavond in en na het refe raat van prof. dr. Herman Dooije- weerd wel zeer in het bijzonder aan de orde komen. De heer Thys pleitte in zijn jaarrede voor een meer missionnair gericht zijn van de CSB. Hij bedoelde daar niet mee dat de CSB haar studie- en vormings karakter zou moeten prijsgeven, maar wel dat deze studie en die vorming meer dienstbaar zou worden gemaakt aan de. zoals het in de CSB-statuten staat, verbreiding van het schriftuurlijk leven en denken. De tuinderswijsheid ,,er breken meer schoffels door er op te leunen dan door er mee te wer ken" aanhalend, riep hij de CSB-ers op-tot actieve, missionair zinvolle studie. Wat de organisatie van de CSB De problemen van liet hoger onderwijs Weinig contact tussen docenten en studenten A/IR. H, J. Woltjer, de raadadviseur in algemene dienst bij het ministerie van onderwijs, heeft gisteren op de Pietersberg bij Oosterbeek voor de algemene vergadering van de Rijks- lerarenvereniging vooral de problema tiek van het hoger onderwijs besproken. Het welvaartspeil is alleen te hand haven, zei hij, bij een volledig gebruik van het aanwezige intellectuele poten tieel. Een grote toename van studenten wordt verwacht, zodat de eerste vijf tien jaar anderhalf miljard gulden nodig zal zijn. Maar met die sterke toename van het aantal studenten moet ook worden voldaan aan veel hogere eisen van de wetenschap. Bovendien moet het beginsel van gelijke ontwik kelingskansen, zowel voor de openbare als voor de bijzondere instellingen in acht worden genomen. Verder sprekend over de proble men van het hoger onderwijs, zei mr. Woltjer. dat door het grote aantal studenten en de uitbreiding van de wetenschap te weinig contact bestaat tussen docenten en studenten. De studenten voelen het onderwijs te weinig persoonlijk. De maatschap pij klaagt, dat de academici te laat hun loopbaan beginnen. Knappe specialisten zijn door hun eenzijdige vorming dikwijls onbruikbaar in de praktijk. Nieuwe maatschappelijke beroepen deden de vraag naar academici toe nemen en daardoor ook de drang naar specificatie bij het hoger onderwijs. Tegen de achtergrond van al deze feiten en omstandigheden zei mr. Woltjer tenslotte: „Het wetsontwerp op het weten schappelijk onderwijs is niets anders dan een fase in de levensstrijd van het hoger onderwijs. We mogen eisen, dat wetenschap en onderwijs actuèel zijn, dat zij staan midden in de strijd der levensbeschouwingen en dat zij voor gaan en niet achteraan komen. Het tekort De voorzitter, de heer A. F. J. Jacobs, zei in zijn openingsrede, dat het leraren tekort tot een ontstellende situatie leidt. Vooral in de vakken wiskunde, Nederlands en Frans is de nood hoog. Na 1 september 1959 zijn aan 53 rijks h.b.s.-en tezamen, liefst 554 grote en kleine betrekkingen aangeboden. Van de nieuw aangestelde onbevoegde leraren heeft meer dan een derde zelfs niet een kandidaats- of M.O.-a diploma. De voorzitter was ontevreden over het wetsontwerp tot regeling van het voortgezet onderwijs. De instelling in dit ontwerp tegenover het rijksonder wijs is negatief, aldus de heer Jacobs. Advertentie) Alléén een landarts reinigt Uw tanden beter dan SUPERWHITE TANDPASTA betreft vroeg de praescs zich af of een ietwat straffere en efficiëntere organisatie niet wenselijk was; een geregeld verschijnend mededelingen blad zou in dit verband al van grote betekenis kunnen zijn. PROJECTIE Prof. dr. A. L. Janse de Jonge, hoog leraar aan de V.U., heeft in zijn refe raat over „de religieuze projectie" met name de opvattingen van dr. F. Sierks- ma, auteur van een werk over dit on derwerp besproken, zulks mede n.a.v. een discussie in Wending tussen prof. dr. H. Kraemer en dr. Sierksma. Bij de aanhangers van de zg. projec tie-theorieën beschouwt men de gods voorstelling als gebonden aan datgene wat de mens in zijn eigen leven kent, waarneemt en ervaart. De mens pro beert in zijn projectie, de werkelijkheid te overmeesteren, er zin aan te geven. Deze projectie wordt zo voor de mens een levensnoodzaak en kan tot een obsessie worden. De psycho-analyse zou dan de mens moeten de-projecte ren. moeten ontgoochelen (Freudl, hem ..zindelijk" moeten leren denken (Ter Braak). Sierksma gaat vooral uit van de ex centrische positie van de mens. Vol gens hem is de mens als enig levend wezen in staat zichzelf te objectiveren, zichzelf op een afstand te bekijken. Het gaat dus om de verhouding tussen de mens en zijn wereld. In de projectie vergemakkelijkt de mens de één-wor ding van deze beiden. De ontgoocheling wordt zo van tragische aard, omdat de ze de mens van zichzelf doet vervreem den. Bijzonder knap, aldus prof. Janse de Jonge is dit geheel door Sierksma uitgewerkt. De kritiek op de gedachte van de religieuze projectie moet in de eer ste plaats wetenschappelijk gesteld worden. Prof. Janse de Jonge maakte in dit verband bezwaar tegen de sterke na druk van Sierksma op de excentrische positie van de mens, welke hij een voor stelling noemde, ontleend aan neuroti sche gedragspatronen, waardoor van een vrijheid van de mens tot liefde, hoop en vertrouwen weinig terecht komt. Pas na de wetenschappelijke kri tiek kan zich de noodzakelijke religieu ze kritiek inzetten, al zijn deze natuur lijk niet van elkaar- los te maken. Wereldconferentie Pinksterbeweging De Wereldconferentie van de Pinkster beweging wordt gedurende de Pinkster dagen 19-21 mei in Jeruzalem gehouden. De regering van de Staat Israël heeft aan de centrale leiding der Conferentie alle mogelijke medewerking en facilitei ten toegezegd. Zo is b.v. het nieuwe audi torium te Jeruzalem gratis ter beschik king gesteld. Alleen reeds uit Amerika worden 3000 deelnemers verwacht. t.£ OfP r*yv .- Berocpingswerk GEREF. KERKEN Nederlandse kerkelijke arbeid in Parijs De kerkeraad van de hervormde ge meente Frankrijk en het bestuur van de Nederlandse Protestanten Bond, afdeling Parijs, hebben besloten om tot nauwere samenwerking te komen wat de kerke lijke arbeid in Parijs en daar buiten be treft. In het vervolg zullen zowel in het blad van de hervormde gemeente als in dat van de protestantenbond de weder zijdse 'kerkdiensten worden aangekon-, digd. Twee nieuwe gemeenschappelijke kringen worden opgezet, één te Parijs- Oost en Noord onder leiding van da van 't Land, één in de omgeving St Germain en Laye, onder leiding ds. J. van Goudoever. Aan de internatio nale Shape-school te St Germain en Laye zullen godsdienstlessen gegeven worden, waarvoor zowel het bestuur van de Ned. Prot. Bond Parijs als de kerkeraad van de n.h. gemeente Frankrijk verantwoor delijk zijn. Met ingang van de nieuwe cursus zal da. Van 't Land deze lessen geven. Advertentie doodt direct elk insekt! Royale spuitbus slechts Nederlanders adviseren Unesco: Twee deskundigen van het adviesbu reau voor ingenieurswerk in het buiten land Nedëco hebben kortgeleden op ver zoek van de Unesco een door het minis terie van o. k. en w. gesubsidieerd on derzoek ingesteld naar de mogelijkhe den om de Egyptisch-Nubische oudheid kundige monumenten in het Assoean- dam-gebied voor inundatie door het Nijlwater te behoeden. Zij zullen over enkele weken een rapport over hun be vindingen uitbrengen. Ir. C. Th. de Beaufort en de geoloog C. Vouthe hebben op het Nijl-eiland Phi- lae, ,,de parel van Egypte", waar aan belangwekkende verzameling tempels en monumenten waaronder de be roemde tempel van Isis uit de Pto- lemeïsche periode van 380 v. Chr. tot 80 n Ch staat, waarnemingen gedaan. Teneinde dit eiland te behoeden voor het water, dat door de grote Assoean- dammen zal worden opgestuwd, zal vol gens de Unesco een kunstwerk van dij- Hij gromde alleen iets onverstaanbaars. Plotseling fliste een zoeklicht aan en de lichtbun del werd recht op de huizen gericht. „Weg!" snauwde Henk. Als ze hierheen komen moet je over het plat naar hiernaast hoor. Hij weet de weg. Ze weten er hiernaast alles van. Daar helpen ze je wel verder." „Ik weet het stil" zei Henk en hij gooide er een verwensing achter aan die me deed schrikken ..Henk'", zei ik. „Wat grof." Toen werd het noc veel erger. Op datzelfde ogenblik gleed liet licht langs de overgordijnen en we hielden gespannen on ze adem in. We hoorden de zware soldatenlaarzen over de stenen krassen. Ik waagde het weer onder protest van Henk tc kijken en wat ik zag deed me een zucht vary ver lichting slaken. „Ze gaan geloof ik weg, Henk", zei ik half jubelend. „Wat zouden die kerels dan hier gezocht hebben in vredesnaam" gaf hij terug en hij nam snel zijn plaats aan het venster weer in om nog Juist tc zien hoe de kerels in de wagen klommen. Het portier slocc dicht en langzaam ze»te de auto zich in be weging. We bleven kijken en luisteren want d rust wilde niet keren als het gevaar niet geheel verdwe nen was. Het geluid stierf niet geheel weg. waar uit wij opmaakten dat de Duitsers bleven zoeken op de gracht. Een poos later kregen we de vrachtwa gen weer in zicht aan de overkant. Daar herhaalde zich hetzelfde spelletje. Met het zoeklicht werden de gevels afgezocht. hart. Ik dacht c aan .mijn dwaasheid dat ik geloofde in hem.. Ik had het kunnen weten. Henk zou naar een duikadres gaan in de stad, zijn studie voortzetten. Hij ging vol edele beloften vji_ j fci geneigd hem ken moeten worden gebouwd. Negen maanden per jaar verdwijnen de oudheidkundige schatten hier onder het water, dat bij de kleine Assoean- dam wordt opgestuwd. De monumenten hebben voorlopig niet al te zeer te lij van deze inundatie, maar deze si tuatie zal volgens de Unesco vererge ren, wanneer het Assoeanproject zal zijn voltooid, en het eiland tussen de bestaande en de nieuwe stuwdammen zal komen te liggen. Binnen drie jaar al de overstroming van Philae het ge hele jaar door constant zijn. De wereldorganisatie heeft in maart in dit jaar een beroep gedaan oo de leden-statep om mee te werken aan het behoud van deze tempelcomplexen. Het plan bestaat om rond Philae een aantal dijken te bouwen, die met de omliggende eilanden in de Nijl een soort meer zullen afbakenen in het damwa- ter, waardoor de watervloed ter plaatse kan worden beheerst. lien dit bereikt kan worden, zullen de bezoekers van Philae het eiland in zijn oorspronkelijke gratie zien: de pa rel van Egypte weerspiegeld in het blauwe water van de moederrivier der oudheid. s Pafeche?d *va n cn dat had ik een gemene streek gevonden Ik vond het maar galgenhumor maar tegelijk leg de Henk mij het zwijgen op. sloeg zijn arm om mijn schouders en trok me van het raam vandaan. „Het blijft erg voor het nummer dat zij wol zoe ken Henk" zei ik weer, maar hij weerde elke be schouwing af. „Ieder zorgt voor zich en de rest öoor neum. steqqeRö& „Kom. laten we gauw het licht aansteken." „Nergens voor nodig" lachte Henk. „Ik kan je in donker ook wel vinden." Zijn snelle overschakeling verraste me zo, dat ik de sprong niet zo gauw kon meemaken en in het eerst geen verweer vond. Hij begon zijn spel van hevige verliefdheid weer, een spel, ik kan het niet ontkennen, dat hij meesterlijk beheerste en meesle pend kon spelen.. en waarin hij ditmaal kans zag overwinnaar te worden Het koele verstand is niet altijd opgewassen tegen de warmte van een verlangend hart Hier op deze kamer gaf ik mij over aan een die pe en oprechte liefde die geen schaduwen zag maar volstrekt geloofde in een vervuld leven met de ge liefde zoals elke jonge vrouw dat droomt en ver wacht. Het was middernacht voorbij toen Henk geruis loos naar de vliering klom waar hij veiligheidshalve dicht onder het luik zou slapen. Ik kon die nacht de slaap niet vinden, want mijn gedachten kwamen Dat ik vandaag in verbittering aan die avond en nacht terugdenk in een pijn die nooit genezen is, is al kruis genoeg. Ik heb geleerd het te aanvaar den. Er restte mij ten slotte niets anders, het is ook een oorlogslittcken en het heeft weinig zin dat ik vandaag nog verwijten richt aan de tijd, aan Henk, bij mij vandaan. Och, nog voel ik0 deels te verontschuldigen, want ik weet zeker dat zijn beloften en voornemens oprecht waren. Maar zij lieten hem geen rust. Toen hij eenmaal een duik adres had kwam ik drie dagen later al te vergeefs aan de deur. Hij was met onbekende bestemming verdwenen. Hij was maar nauwelijks aan de strik van de sicherheitspolizei ontsnapt. Een week later ontving ik een briefje van hem. dat ik hem kon ontmoeten in eén lunchroom in het hart van de stad. Ik moest er vrij voor vragen, maar ik deed het en verscheen op tijd aan de af gesproken plaats, doch hij verscheen niet. Ik keek met spanning op de klok en ik voelde me hopeloos teleurgesteld. Ik hield het zelfs ander half uur uit snakkend naar een levensteken van hem, maar er restte mij" niets anders dan naar huis te gaan zonder ontmoeting. Juist dat niets we ten maakte me diep ongerust. Wat was er gebeurd? Hadden ze hem soms opnieuw afgelegd? Waar was hij toch in verwikkeld, dat ze hem zo zochten. Waarom had hij mij niet verteld, dan wist ik wat, maar zo kon ik geen rust meet- vinden en in de volgende dagen zei dr. Steenbergen zo onder hc-t werk door: „U is te nerveus, wat is er aan de hand. Toch niet overspannen?" Ik streed met mezelf of ik hem in mijn geheim zou betrekken. Ik had er zo'n behoefte aan iemand deelgenoot te maken van miin gedachten en span ningen en ik bezweek voor die gedachte. Dat ging eigenlijk vanzelf, want bij het weggaan 's avonds uit het lab riep hij mij bij zich en zijn imponeren de vaderlijkheid nam alle weerstand weg. De ont spanning kwam in een hevige huilbui. Toen ik wat rustiger werd kreeg ik het vervelende gevoel, dat l ik me had aangesteld en keek naar dr. Steenbergen. r die me over de rand van zijn gouden bril vriende- i lijk aankeek met een glimlach om de mond. Toen i hij alles had aangehoord zei hij: „Zo. Over u maak' ik mij niets ongerust." (Wordt vervolgd) De Nederlandse deskundigen, die kort geleden in ons land zijn teruggekeerd, hebben ter plaatse de geologische en technische onderzoekingen verricht, die als grondslag zullen dienen voor een concreet plan tot behoud van dit rijke historische Adv.ertentie Abram gelooft. Hij gelooft Gods belofte, dat uit hem een groot volk zal piorden geboren. Uit hem, de kinderloze, wiens vrouw naar menselijke berekening ook nooit kinderen zal hebben. En omdat hij gelooft wil hij God helpen op die dwaze ma nier die ons, menseneigen is. Hij luistert naar Sarai, zijn huisvrouw, en zo wordt Ismaël geboren, kind van Abram weliswaar, maar niet de door God beloofde zoon, want de Egyptische slavin Hagar is zijn moeder. Inderdaad: door en door menselijk. Want doen wij dagelijks anders? Organisaties hebben wij gevormd om Gods wil te volvoeren in kerk, staat en maatschappij en dat is goed. Als we onszelf maar dagelijks voor ogen blijven houden hoe veel fouten we maken. Als we ons maar realiseren, dat we soms meer een sta-in-de-weg zijn op Gods weg naar de eeuwigheid, dan dat we die weg plaveien. Als we ook maar doen wat we pretenderen te doen: Gods weg zoeken in gebea en met de Bijbel open. Abram heeft van zijn „helpen aan Gods belofte" weinig plezier beleefd is het bij ons ook niet dikwijls zo, dat we God verwijten maken, dat onze zo goed bedoelde hulp zo verkeerd uitpakt? Het gebed en de open Bijbel ze zijn voor iedere gelovige iedere dag onmisbaar. BILLIJKE KRITIEK MOG altijd wordt over de wetge vende arbeid van het kabinet- Kuyper (19011905) in kritische zin geschreven. Ook wel door geestverwanten, die Kuypers uit zonderlijke bekwaamheden overi gens gaarne erkennen. Maar zij merken toch op, dat Kuyper niet heeft beantwoord aan de verwach tingen die ten aanzien van de so ciale vraagstukken bij velen ge wekt waren door de openingsrede van het eerste christelijk-sociaal congres van 1891 en zijn „Christus en de sociale noden". Is evenwel de kritiek wel geheel billijk? Rekent men wel genoeg met de omstandigheden? Stellig heeft Kuyper als minister de juistheid van Thorbeckes uit spraak „Men stelt zich gewoonlijk meer voor dan men volbrengt" ter dege ondervonden. Kuyper had met vele moeilijkheden te worste len. Er waren omstandigheden, die ook op de wetgevende arbeid een vertragende invloed uitoefenden. Zo de ernstige ziekte van de Koningin, de Russisch-Japanse oorlog, waar van men ook gevaar voor Indië duchtte, dan de staking van een deel van het spoorwegpersoneel, de Transvaalse kwestie. Telkens Weer werd daardoor de aandacht in be slag genomen. Maatregelen inzake de neutrali- teitshandhaving van Indië werden genomen. Stakingswetten moesten voorbereid en behandeld worden. Kuyper heeft zich zeer ingespan nen om aan het bloedvergieten in Zuid-Afrika een einde te maken, om een vrede tot stand te brengen die voor de Zuidafrikaners perspec tief bood. Vergeten mag ook zeker niet wor den, dat er ter rechterzijde nog geen eenstemmigheid bestond over de te voeren sociale politiek. Het overlijden van dr. Schaepman in 1902 betekende ook voor Kuyper een ernstig verlies, gelet op de sa menstelling van de rooms-katholie- ke fractie en de daarin levende denkbeelden over sociale aangele genheden. Zelfs in de dagen van Talma ontbrak aan de eenheid van opvattingen over de sociale wet geving nog wel een en ander. Tal- ma heeft het ook verre van gemak kelijk gehad. Maar er was toch al lengs meer helderheid gekomen. Wanneer men met dit alles re kening houdt, moet men tot de. er kenning komen, dat Kuypers wet gevende arbeid toch, ondanks alles, nog een behoorlijke omvang heeft gekregen. Vooral op onderwijsge bied zijn maatregelen tot stand gebracht van niet geringe beteke nis. Wij denken daarbij in de eerste plaats aan zijn Hoger-On- derwijswet, waarover felle strijd werd gevoerd. De bijzondere uni versiteiten kregen de „effectus ci- vilis", de technische hogeschool te Delft kwam op hoger niveau. Kuyper had ook voor Wageningen, Rotterdam en Tilburg dit niveau willen bereiken. Maar de meerder heid wilde hier nog niet aan. Eerst jaren daarna zou Kuyper ook hier gelijk krijgen. Wat het bijzonder lager onderwijs betreft, bracht Kuyper een betere subsidieregeling en een pensioenre geling voor het onderwijzersperso neel. Het Katholieke Schoolblad van 4 november 1937 gaf deze op somming: gelijkstelling van de mi nima, welke voor rijkssubsidie in aanmerking kwamen, voor openba re en bijzondere onderwijzers, sub sidie voor de gebouwen, de bijzon dere onderwijzer kreeg een rechts positieregeling. Vóór 1966 was er voor hem geen geschreven recht, geen opzeggingstermijn bij ontslag, geen ziekteverlof, geen wachtgeld, geen pensioen, geen beroepsrecht, geen commissie van beroep. Dat alles bracht Kuypers tot stand. „De latere wetgevers hebben de essentie uit de wet van 1905 slechts op bepaalde punten c^rdinaal ge wijzigd, maar meestal was het in andere zaken slechts een verbre ding van de basis. De emancipatie van de bijzondere onderwijzer be- begint niet met de wet van 1920, maar met die van 1905. Toen werd hij het diensthuis uitgeleid". Aldus het r.k. Schoolblad. Kuyper ontwierp een Arbeidswet en bracht een Drankwet tot stand, die van niet geringe betekenis is geweest in de strijd tegen het drankkwaad. De latere wijzigingen waren zeker niet altijd verbeterin gen. Kuyper was een man, die alles groot wilde aanpakken. Wellicht heeft hij te' veel willen omvatten. Met zijn Beroepswet bevorderde hij de uitvoering van de Industriële Ongevallenwet. De Rijksverzeke ringsbank werd in het leven geroe pen. Ontwerpen inzake ziekte-, invaliditeits- en ouderdomsverzeke- ring verlieten het departement. Maar zij kwamen in de Kamer niet meer vóór 1905 in behandeling. Kuyper heeft op een tweede ter mijn gerekend. Deze zou vooral aan sociale wetten zijn gewijd. Dat is echter een misrekening ge worden. Het is een bittere teleur stelling voor Kuyper geweest, dat hij ziju werk niet kon voltooien. Deze teleurstelling verklaart wel sommige momenten in zijn latere optreden. Ook aan deze grote theo loog-staatsman was ten slotte niets menselijks vreemd. Talma en Aalberse hebben Kuy pers werk kunnen voortzetten. Aan Kuyper mag evenwel niet de eer worden onthouden, dat hij een ern stige poging heeft ondernomen om de sociale wetgeving vooruit te brengen. De inhoud van zijn ontwerp moet uiteraard naar hun datum beoor deeld "worden. Wat in de jaren na de eerste en de tweede wereldoor log kon, was in de jaren 19011905 nog niet wel mogelijk. Wij hebben een economische en sociale ontwik keling aanschouwd, die verbazing wekkend genoemd kan worden. Tot onze grote voorgangers behoort stellig dr. Kuyper. Ook de minis ter Kuyper, al moest dan door de omstandigheden zijn wetgevend werk beneden de verwachting blij- DE POSITIE VAN BERLIJN BIJ Duyvis Sandwich Spread: spreadmes, voor zuinig smeren t schoon de pot leeg maken! SANDWICH "^EST-BERLIJN bevindt zich nog steeds in een hachelijke positie. Zolang de Sowjetunie niet bereid is, mede te werken aan een akkoord, waarin de status van dit stadsdeel definitief wordt geregeld, zullen zich moeilijkheden blijven voordoen en is het gevaar niet denkbeeldig, dat een spel van vergissingen leidt tot een groot internationaal conflict. De maatregelen, die de communis tische autoriteiten in de Sowjetzone van Duitsland ongetwijfeld met instemming, zo niet op bevel van hun meesters in Moskou hebben getroffen met betrekking tot het sluiten van de sectorgrens van Oost- Berlijn voor Westduitsers, herinne ren ons er weer eens aan, hoe pre cair de situatie in Berlijn is en hoe weinig de westelijke mogendheden kunnen doen om paal en perk te stellen aan het optreden van de Oostduitse communisten. Niet alleen de geallieerden, maar vooral de Westduitsers hebben dus alle reden, de sfeer in Berlijn nog niet meer te vertroebelen, dan reeds het geval is. West-Berlijn maakt geen deel uit van de Westduitse Bondsrepubliek, zo min als Oost- Berlijn formeel tot het grondgebied van de zgn. Duitse democratische republiek behoort. Alleen de Grote Vier hebben rechten in deze stad. Wat de westelijke mogendheden be treft: zij hebben cr geen twijfel over laten bestaan, dat zij hun rechten in de vroegere Duitse hoofdstad zul len blijven verdedigen tegen provo cerende maatregelen van de zijde van de Sowjetunie en de Oostduitse communisten. En dat is de voor naamste reden, waarom Chroesj- tsjef nog steeds geen stappen heeft ondernomen om een eind te maken aan de bestaande situatie. Dit legt de Westduitsers echter be perkingen op. Zij moeten zich er van bewust zijn, dat zij West-Berlijn niet mogen betrekken in acties, die de westelijke mogendheden opnieuw in grote moeilijkheden kunnen bren gen. Onder deze acties valt ook het optreden van organisaties, die de terugkeer van voormalige Duitse ge bieden eisen, afgezien van de vraag, of hun optreden gerechtvaardigd is In dit licht bezien dienen de West duitse autoriteiten ernstig te over wegen of het wel verstandig is, in oktober in West-Berlijn een zitting van de Westduitse Bondsdag te organiseren. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de Oostduitse com munisten opnieuw van de gelegen heid gebruik zullen maken om ern stige moeilijkheden te veroorzaken. En dat moet als het enigszins kan worden voorkomen. Er zijn wel andere manieren, waarop de West duitsers blijk kunnen geven van hun vastbeslotenheid, geen afstand te doen van West-Berlijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2