CHRISTFI.IJK
vlido
Nijlwater bedreigt
„Egypte's parel"
Vrijmoedige reerutering
door hoger onderwijs
CSB moet zieh meer richten
op het missionaire
Wetsontwerp fase in
de levensstrijd
Kofptos
fiiifawmn
ie ene m
mi..
Een woord voor vandaag
GRATIS
Duyvis
Spread
2
Personeelsluxe tegenover
v.h.m.o. onverantwoord
In ..Christelijk gymnasiaal en
middelbaar Onderwijs". het
wekelijks orgaan van de Ver
eniging van leraren bij het
christelijk voorbereidend hoger
en middelbaar onderwijs, wordt
ernstig geklaagd over het ont
trekken i:an docenten door het
hoger onderwijs aan het v.h.
m.o. Dr. G. B. W. Huizinga
schrijft weliswaar, dat men
met vreugde de gelederen van
de universitaire docenten moet
helpen versterken en dat een
school de eer hieraan mee te
werken hoger moet stellen dan
het tijdelijk ongemak, maar
dan komen zijn bezwaren:
Dit klinkt, zo zult u zeggen,
heel mooi, maar de praktijk
ziet er wel een beetje anders
uit. Zolang de kip goed in zijn
veren zat, kon het gemis van
enkele er van geen kwaad,
maar de laatste veren te moe
ten afstaan... wie overleeft dat?
Laat ons royaal erkennen,
dat een goede encadrering der
universitaire staven één der
voorwaarden is voor een bloei
end V.H.M.O. De school, die
het treft een leraar te moeten
afstaan, zal dus zonder mor
ren door de zure appel heen
moeten bijten.
Tot zover is er niets bijzon
ders aan de hand. De lezer kan
zelfs met recht vermoeden
komkommertijdlectuur voor
geschoteld te krijgen. De zaak
krijgt echter een geheel ander
aspect, zodra er gerechte twij
fel ontstaat over de noodzaak
van de moeilijkheden, die men
te dragen krijgt. Het is nl. een
feit, dat de universiteiten en
hogescholen niet slechts stre
ven naar een uitbreiding van
het aantal docenten, zoals die
door de toeloop der studenten
wordt vereist, doch daarnevens
een didactische vernieuwing
beogen, waarbij de student
veel meer dan vroeger tij
dens de studie wordt gecoached.
Ik wil niet debatteren over de
vraag of deze verandering in al
le opzichten moet worden toe
gejuicht. Voor dit betoog ben ik
zelfs gaarne bereid het nut, ja
de noodzaak, voetstoots te aan
vaarden. Maar de vrijmoedig
heid, waarmede het Hoger On
derwijs wetenschappelijke hoofd
ambtenaren uit het V.H-M.O.-
recruteert, geeft reden tot be
zorgdheid en critiek.
De lezer neme eens de moei
te een jaargang van het mede
delingenblad van het Ministerie
van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen door te nemen en
de daarin voorkomende benoe
mingen te noteren.
Men kan het de leraren moei
lijk kwalijk nemen, dat zij een
vererende benoeming aanvaar
den. Al moge de salarisverho
ging slechts uiterst gering zijn,
men voelt de overgang naar
het universitaire milieu als een
promotie, met op de achter
grond de al of niet gerecht
vaardigde hoop op een uitein
delijk professoraat. Ik kan mij
ook nog indenken, dat men na
vele jaren klassepractijk wel
eens iets anders ambieert,
maar bedenkelijk wordt het,
wanneer de gemakkelijker werk
kring een rol gaat spelen. Er
zijn faculteiten, waar de ene
wetenschappelijke hoofdambte
naar na de andere werd be
noemd, er zijn kleine zeer ge
specialiseerde laboratoria met
onbeduidende aantallen studen
ten, doch met een eigen hoofd
ambtenaar. Voor vele dezer
functionarissen is de opgedra
gen verplichte taak van gerin
ge omvang en bestaat de ver
dere dagvulling uit hetgeen men
er zelf van maakt. Deze per
soneelsluxe, hoe nuttig, hoe
noodzakelijk, hoe verantwoord
op zichzelf, is in een tijd, dat
het V.H.M.O. zijn status van
voor 1940 nog niet kan reali
seren, ten enenmale onverant-
"\700R het V.H.M.O. staan de
zaken er, als men het rap
port Dalmulder mag geloven,
zo voor, dat omstreeks 1980 de
oude personeelsbezetting, d.w.z.
zonder verlaging der klasse-
splitsingsnormen en zonder bij
zondere hulpkrachten als biblio
theekassistenten, careermas-
ters, enfin vult U Uw eigen
wensen aan begerenswaardige
vernieuwingen maar in, weer
verzekerd is. Is het dan niet
gerechtvaardigd, dat het Hoger
Onderwijs zijn didactische ver
nieuwingen tenminste enigerma
te temporiseert? Aan mijn eigen
school verloor ik in één jaar
aan de universiteit drie lera
ren in de talensector. Een an
dere school in het westen des
lands moest een leraar wiskun
de afstaan. Toen de rector de
betrokken hoogleraar der. facul
teit verzocht, de onvolledig
geëmployeerde functionaris
wegens nood nog voor een zes
tal uren te mogen behouden,
ontmoette hij de grootste be
zwaren.
Wanneer het Hoger Onder
wijs zelf niet verstandiger is,
mag toch van het Ministerie
van O., K. en W. de ruime vi
sie worden verwacht, die het
juiste midden, ook in de oplos
sing van deze problemen, ga
randeert.
Ik heb reeds meer dan eens
betoogd, dat de noden van het
V.H.M.O. veel groter en gecom
pliceerder zijn, dan de Prin-
sessegracht op basis van een
speculatief en eenzijdig rapport
onderstelt.
Wanneer De Minister door
gaat er in toe te stemmen, dat
op deze vrijmoedige wijze de
weinige zeer goede krachten,
op wier schouders vaak het vol
ledige onderwijs in de topklas
sen rust, aan de V.H.M.O.-
scholen worden onttrokken, zal
hij zich over de vermindering
der examenresultaten aan ver
scheidene scholen, niet behoe
ven te verbazen.
Alle noodmaatregelen door
het Ministerie tot dusverre ge
nomen, brachten tezamen min
der gewin, dan de boven gesig
naleerde onttrekkingen nadeel.
Het is mij overigens niet on
bekend, dat van meer bevoeg
de zijde reeds geruime tijd ge
leden op deze misstand werd
gewezen. Als men deze keer nu
maar eens luisteren wilde.
Grote belangstelling voor jubileum
Confrontatie met
de wereld
(Van een onzer verslaggevers)
f{ET congres van de jubilerende
Calvinistische Studenten Be
weging mag zich dit jaar in een
goede belangstelling verheugen.
Vrij veel studenten hebben de
tocht naar de, overigens doorweek
te, Lunterense heide gemaakt. De
reünisten van de S.S.R. zullen don
derdag deze groep nog versterken
en er zo voor zorgen dat dit jubi
leumcongres waarschijnlijk het
grootste sinds de oorlog wordt.
Opvallend is op dit congres de
nadruk die gelegd wordt op de con
frontatie en de bemoeienis van de
christen met de niet-christelijke we
reld.
Men kon deze oproep zowel be
luisteren in de jaarrede van prae-
ses E. Th. Thys, als in de discus
sie n.a.v. het referaat van prof. dr.
A. L. Janse de Jonge over „de
religieuze projectie". Deze zaak zal
morgenavond in en na het refe
raat van prof. dr. Herman Dooije-
weerd wel zeer in het bijzonder aan
de orde komen.
De heer Thys pleitte in zijn jaarrede
voor een meer missionnair gericht zijn
van de CSB. Hij bedoelde daar niet mee
dat de CSB haar studie- en vormings
karakter zou moeten prijsgeven, maar
wel dat deze studie en die vorming
meer dienstbaar zou worden gemaakt
aan de. zoals het in de CSB-statuten
staat, verbreiding van het schriftuurlijk
leven en denken. De tuinderswijsheid
,,er breken meer schoffels door er op
te leunen dan door er mee te wer
ken" aanhalend, riep hij de CSB-ers
op-tot actieve, missionair zinvolle studie.
Wat de organisatie van de CSB
De problemen van liet hoger onderwijs
Weinig contact
tussen docenten
en studenten
A/IR. H, J. Woltjer, de raadadviseur in
algemene dienst bij het ministerie
van onderwijs, heeft gisteren op de
Pietersberg bij Oosterbeek voor de
algemene vergadering van de Rijks-
lerarenvereniging vooral de problema
tiek van het hoger onderwijs besproken.
Het welvaartspeil is alleen te hand
haven, zei hij, bij een volledig gebruik
van het aanwezige intellectuele poten
tieel.
Een grote toename van studenten
wordt verwacht, zodat de eerste vijf
tien jaar anderhalf miljard gulden
nodig zal zijn. Maar met die sterke
toename van het aantal studenten moet
ook worden voldaan aan veel hogere
eisen van de wetenschap. Bovendien
moet het beginsel van gelijke ontwik
kelingskansen, zowel voor de openbare
als voor de bijzondere instellingen in
acht worden genomen.
Verder sprekend over de proble
men van het hoger onderwijs, zei mr.
Woltjer. dat door het grote aantal
studenten en de uitbreiding van de
wetenschap te weinig contact bestaat
tussen docenten en studenten.
De studenten voelen het onderwijs
te weinig persoonlijk. De maatschap
pij klaagt, dat de academici te laat
hun loopbaan beginnen. Knappe
specialisten zijn door hun eenzijdige
vorming dikwijls onbruikbaar in de
praktijk.
Nieuwe maatschappelijke beroepen
deden de vraag naar academici toe
nemen en daardoor ook de drang
naar specificatie bij het hoger
onderwijs.
Tegen de achtergrond van al deze
feiten en omstandigheden zei mr.
Woltjer tenslotte:
„Het wetsontwerp op het weten
schappelijk onderwijs is niets anders
dan een fase in de levensstrijd van het
hoger onderwijs. We mogen eisen, dat
wetenschap en onderwijs actuèel zijn,
dat zij staan midden in de strijd der
levensbeschouwingen en dat zij voor
gaan en niet achteraan komen.
Het tekort
De voorzitter, de heer A. F. J. Jacobs,
zei in zijn openingsrede, dat het leraren
tekort tot een ontstellende situatie
leidt. Vooral in de vakken wiskunde,
Nederlands en Frans is de nood hoog.
Na 1 september 1959 zijn aan 53 rijks
h.b.s.-en tezamen, liefst 554 grote en
kleine betrekkingen aangeboden. Van
de nieuw aangestelde onbevoegde
leraren heeft meer dan een derde zelfs
niet een kandidaats- of M.O.-a diploma.
De voorzitter was ontevreden over
het wetsontwerp tot regeling van het
voortgezet onderwijs. De instelling in
dit ontwerp tegenover het rijksonder
wijs is negatief, aldus de heer Jacobs.
Advertentie)
Alléén een landarts
reinigt Uw tanden beter dan
SUPERWHITE TANDPASTA
betreft vroeg de praescs zich af of
een ietwat straffere en efficiëntere
organisatie niet wenselijk was; een
geregeld verschijnend mededelingen
blad zou in dit verband al van grote
betekenis kunnen zijn.
PROJECTIE
Prof. dr. A. L. Janse de Jonge, hoog
leraar aan de V.U., heeft in zijn refe
raat over „de religieuze projectie" met
name de opvattingen van dr. F. Sierks-
ma, auteur van een werk over dit on
derwerp besproken, zulks mede n.a.v.
een discussie in Wending tussen prof.
dr. H. Kraemer en dr. Sierksma.
Bij de aanhangers van de zg. projec
tie-theorieën beschouwt men de gods
voorstelling als gebonden aan datgene
wat de mens in zijn eigen leven kent,
waarneemt en ervaart. De mens pro
beert in zijn projectie, de werkelijkheid
te overmeesteren, er zin aan te geven.
Deze projectie wordt zo voor de
mens een levensnoodzaak en kan tot
een obsessie worden. De psycho-analyse
zou dan de mens moeten de-projecte
ren. moeten ontgoochelen (Freudl, hem
..zindelijk" moeten leren denken (Ter
Braak).
Sierksma gaat vooral uit van de ex
centrische positie van de mens. Vol
gens hem is de mens als enig levend
wezen in staat zichzelf te objectiveren,
zichzelf op een afstand te bekijken. Het
gaat dus om de verhouding tussen de
mens en zijn wereld. In de projectie
vergemakkelijkt de mens de één-wor
ding van deze beiden. De ontgoocheling
wordt zo van tragische aard, omdat de
ze de mens van zichzelf doet vervreem
den. Bijzonder knap, aldus prof. Janse
de Jonge is dit geheel door Sierksma
uitgewerkt.
De kritiek op de gedachte van de
religieuze projectie moet in de eer
ste plaats wetenschappelijk gesteld
worden.
Prof. Janse de Jonge maakte in dit
verband bezwaar tegen de sterke na
druk van Sierksma op de excentrische
positie van de mens, welke hij een voor
stelling noemde, ontleend aan neuroti
sche gedragspatronen, waardoor van
een vrijheid van de mens tot liefde,
hoop en vertrouwen weinig terecht
komt. Pas na de wetenschappelijke kri
tiek kan zich de noodzakelijke religieu
ze kritiek inzetten, al zijn deze natuur
lijk niet van elkaar- los te maken.
Wereldconferentie
Pinksterbeweging
De Wereldconferentie van de Pinkster
beweging wordt gedurende de Pinkster
dagen 19-21 mei in Jeruzalem gehouden.
De regering van de Staat Israël heeft
aan de centrale leiding der Conferentie
alle mogelijke medewerking en facilitei
ten toegezegd. Zo is b.v. het nieuwe audi
torium te Jeruzalem gratis ter beschik
king gesteld. Alleen reeds uit Amerika
worden 3000 deelnemers verwacht.
t.£
OfP
r*yv .-
Berocpingswerk
GEREF. KERKEN
Nederlandse kerkelijke
arbeid in Parijs
De kerkeraad van de hervormde ge
meente Frankrijk en het bestuur van de
Nederlandse Protestanten Bond, afdeling
Parijs, hebben besloten om tot nauwere
samenwerking te komen wat de kerke
lijke arbeid in Parijs en daar buiten be
treft. In het vervolg zullen zowel in het
blad van de hervormde gemeente als in
dat van de protestantenbond de weder
zijdse 'kerkdiensten worden aangekon-,
digd. Twee nieuwe gemeenschappelijke
kringen worden opgezet, één te Parijs-
Oost en Noord onder leiding van da
van 't Land, één in de omgeving
St Germain en Laye, onder leiding
ds. J. van Goudoever. Aan de internatio
nale Shape-school te St Germain en Laye
zullen godsdienstlessen gegeven worden,
waarvoor zowel het bestuur van de Ned.
Prot. Bond Parijs als de kerkeraad van
de n.h. gemeente Frankrijk verantwoor
delijk zijn. Met ingang van de nieuwe
cursus zal da. Van 't Land deze lessen
geven.
Advertentie
doodt direct
elk insekt!
Royale
spuitbus
slechts
Nederlanders adviseren Unesco:
Twee deskundigen van het adviesbu
reau voor ingenieurswerk in het buiten
land Nedëco hebben kortgeleden op ver
zoek van de Unesco een door het minis
terie van o. k. en w. gesubsidieerd on
derzoek ingesteld naar de mogelijkhe
den om de Egyptisch-Nubische oudheid
kundige monumenten in het Assoean-
dam-gebied voor inundatie door het
Nijlwater te behoeden. Zij zullen over
enkele weken een rapport over hun be
vindingen uitbrengen.
Ir. C. Th. de Beaufort en de geoloog
C. Vouthe hebben op het Nijl-eiland Phi-
lae, ,,de parel van Egypte", waar aan
belangwekkende verzameling tempels
en monumenten waaronder de be
roemde tempel van Isis uit de Pto-
lemeïsche periode van 380 v. Chr. tot
80 n Ch staat, waarnemingen gedaan.
Teneinde dit eiland te behoeden voor
het water, dat door de grote Assoean-
dammen zal worden opgestuwd, zal vol
gens de Unesco een kunstwerk van dij-
Hij gromde alleen iets onverstaanbaars.
Plotseling fliste een zoeklicht aan en de lichtbun
del werd recht op de huizen gericht.
„Weg!" snauwde Henk.
Als ze hierheen komen moet je over het plat
naar hiernaast hoor. Hij weet de weg. Ze weten er
hiernaast alles van. Daar helpen ze je wel verder."
„Ik weet het stil" zei Henk en hij gooide er
een verwensing achter aan die me deed schrikken
..Henk'", zei ik. „Wat grof." Toen werd het noc
veel erger. Op datzelfde ogenblik gleed liet licht
langs de overgordijnen en we hielden gespannen on
ze adem in. We hoorden de zware soldatenlaarzen
over de stenen krassen.
Ik waagde het weer onder protest van Henk tc
kijken en wat ik zag deed me een zucht vary ver
lichting slaken. „Ze gaan geloof ik weg, Henk", zei
ik half jubelend.
„Wat zouden die kerels dan hier gezocht hebben
in vredesnaam" gaf hij terug en hij nam snel zijn
plaats aan het venster weer in om nog Juist tc zien
hoe de kerels in de wagen klommen. Het portier
slocc dicht en langzaam ze»te de auto zich in be
weging. We bleven kijken en luisteren want d rust
wilde niet keren als het gevaar niet geheel verdwe
nen was. Het geluid stierf niet geheel weg. waar
uit wij opmaakten dat de Duitsers bleven zoeken op
de gracht. Een poos later kregen we de vrachtwa
gen weer in zicht aan de overkant. Daar herhaalde
zich hetzelfde spelletje. Met het zoeklicht werden de
gevels afgezocht.
hart. Ik dacht c
aan .mijn dwaasheid dat ik geloofde in hem.. Ik
had het kunnen weten.
Henk zou naar een duikadres gaan in de stad,
zijn studie voortzetten. Hij ging vol edele beloften
vji_ j fci geneigd hem
ken moeten worden gebouwd.
Negen maanden per jaar verdwijnen
de oudheidkundige schatten hier onder
het water, dat bij de kleine Assoean-
dam wordt opgestuwd. De monumenten
hebben voorlopig niet al te zeer te lij
van deze inundatie, maar deze si
tuatie zal volgens de Unesco vererge
ren, wanneer het Assoeanproject zal
zijn voltooid, en het eiland tussen de
bestaande en de nieuwe stuwdammen
zal komen te liggen. Binnen drie jaar
al de overstroming van Philae het ge
hele jaar door constant zijn.
De wereldorganisatie heeft in maart
in dit jaar een beroep gedaan oo de
leden-statep om mee te werken aan het
behoud van deze tempelcomplexen.
Het plan bestaat om rond Philae een
aantal dijken te bouwen, die met de
omliggende eilanden in de Nijl een soort
meer zullen afbakenen in het damwa-
ter, waardoor de watervloed ter plaatse
kan worden beheerst.
lien dit bereikt kan worden, zullen
de bezoekers van Philae het eiland in
zijn oorspronkelijke gratie zien: de pa
rel van Egypte weerspiegeld in het
blauwe water van de moederrivier der
oudheid.
s Pafeche?d *va n
cn dat had ik een gemene streek
gevonden
Ik vond het maar galgenhumor maar tegelijk leg
de Henk mij het zwijgen op. sloeg zijn arm om
mijn schouders en trok me van het raam vandaan.
„Het blijft erg voor het nummer dat zij wol zoe
ken Henk" zei ik weer, maar hij weerde elke be
schouwing af. „Ieder zorgt voor zich en de rest
öoor neum. steqqeRö&
„Kom. laten we gauw het licht aansteken."
„Nergens voor nodig" lachte Henk. „Ik kan je in
donker ook wel vinden."
Zijn snelle overschakeling verraste me zo, dat ik
de sprong niet zo gauw kon meemaken en in het
eerst geen verweer vond. Hij begon zijn spel van
hevige verliefdheid weer, een spel, ik kan het niet
ontkennen, dat hij meesterlijk beheerste en meesle
pend kon spelen.. en waarin hij ditmaal kans
zag overwinnaar te worden Het koele verstand
is niet altijd opgewassen tegen de warmte van een
verlangend hart
Hier op deze kamer gaf ik mij over aan een die
pe en oprechte liefde die geen schaduwen zag maar
volstrekt geloofde in een vervuld leven met de ge
liefde zoals elke jonge vrouw dat droomt en ver
wacht.
Het was middernacht voorbij toen Henk geruis
loos naar de vliering klom waar hij veiligheidshalve
dicht onder het luik zou slapen. Ik kon die nacht
de slaap niet vinden, want mijn gedachten kwamen
Dat ik vandaag in verbittering aan die avond en
nacht terugdenk in een pijn die nooit genezen is,
is al kruis genoeg. Ik heb geleerd het te aanvaar
den. Er restte mij ten slotte niets anders, het is ook
een oorlogslittcken en het heeft weinig zin dat ik
vandaag nog verwijten richt aan de tijd, aan Henk,
bij mij vandaan. Och, nog voel ik0
deels te verontschuldigen, want ik weet zeker dat
zijn beloften en voornemens oprecht waren. Maar
zij lieten hem geen rust. Toen hij eenmaal een duik
adres had kwam ik drie dagen later al te vergeefs
aan de deur. Hij was met onbekende bestemming
verdwenen. Hij was maar nauwelijks aan de strik
van de sicherheitspolizei ontsnapt.
Een week later ontving ik een briefje van hem.
dat ik hem kon ontmoeten in eén lunchroom in het
hart van de stad. Ik moest er vrij voor vragen,
maar ik deed het en verscheen op tijd aan de af
gesproken plaats, doch hij verscheen niet.
Ik keek met spanning op de klok en ik voelde
me hopeloos teleurgesteld. Ik hield het zelfs ander
half uur uit snakkend naar een levensteken van
hem, maar er restte mij" niets anders dan naar
huis te gaan zonder ontmoeting. Juist dat niets we
ten maakte me diep ongerust. Wat was er gebeurd?
Hadden ze hem soms opnieuw afgelegd? Waar was
hij toch in verwikkeld, dat ze hem zo zochten.
Waarom had hij mij niet verteld, dan wist ik wat,
maar zo kon ik geen rust meet- vinden en in de
volgende dagen zei dr. Steenbergen zo onder hc-t
werk door: „U is te nerveus, wat is er aan de hand.
Toch niet overspannen?"
Ik streed met mezelf of ik hem in mijn geheim
zou betrekken. Ik had er zo'n behoefte aan iemand
deelgenoot te maken van miin gedachten en span
ningen en ik bezweek voor die gedachte. Dat ging
eigenlijk vanzelf, want bij het weggaan 's avonds
uit het lab riep hij mij bij zich en zijn imponeren
de vaderlijkheid nam alle weerstand weg. De ont
spanning kwam in een hevige huilbui. Toen ik wat
rustiger werd kreeg ik het vervelende gevoel, dat l
ik me had aangesteld en keek naar dr. Steenbergen. r
die me over de rand van zijn gouden bril vriende- i
lijk aankeek met een glimlach om de mond. Toen i
hij alles had aangehoord zei hij: „Zo. Over u maak'
ik mij niets ongerust."
(Wordt vervolgd)
De Nederlandse deskundigen, die kort
geleden in ons land zijn teruggekeerd,
hebben ter plaatse de geologische en
technische onderzoekingen verricht, die
als grondslag zullen dienen voor een
concreet plan tot behoud van dit rijke
historische
Adv.ertentie
Abram gelooft. Hij gelooft Gods belofte, dat uit hem een
groot volk zal piorden geboren. Uit hem, de kinderloze, wiens
vrouw naar menselijke berekening ook nooit kinderen zal
hebben.
En omdat hij gelooft wil hij God helpen op die dwaze ma
nier die ons, menseneigen is. Hij luistert naar Sarai, zijn
huisvrouw, en zo wordt Ismaël geboren, kind van Abram
weliswaar, maar niet de door God beloofde zoon, want de
Egyptische slavin Hagar is zijn moeder.
Inderdaad: door en door menselijk. Want doen wij dagelijks
anders? Organisaties hebben wij gevormd om Gods wil te
volvoeren in kerk, staat en maatschappij en dat is goed.
Als we onszelf maar dagelijks voor ogen blijven houden hoe
veel fouten we maken. Als we ons maar realiseren, dat we
soms meer een sta-in-de-weg zijn op Gods weg naar de
eeuwigheid, dan dat we die weg plaveien. Als we ook maar
doen wat we pretenderen te doen: Gods weg zoeken in gebea
en met de Bijbel open.
Abram heeft van zijn „helpen aan Gods belofte" weinig plezier
beleefd is het bij ons ook niet dikwijls zo, dat we God
verwijten maken, dat onze zo goed bedoelde hulp zo verkeerd
uitpakt?
Het gebed en de open Bijbel ze zijn voor iedere gelovige
iedere dag onmisbaar.
BILLIJKE KRITIEK
MOG altijd wordt over de wetge
vende arbeid van het kabinet-
Kuyper (19011905) in kritische
zin geschreven. Ook wel door
geestverwanten, die Kuypers uit
zonderlijke bekwaamheden overi
gens gaarne erkennen. Maar zij
merken toch op, dat Kuyper niet
heeft beantwoord aan de verwach
tingen die ten aanzien van de so
ciale vraagstukken bij velen ge
wekt waren door de openingsrede
van het eerste christelijk-sociaal
congres van 1891 en zijn „Christus
en de sociale noden".
Is evenwel de kritiek wel geheel
billijk? Rekent men wel genoeg
met de omstandigheden?
Stellig heeft Kuyper als minister
de juistheid van Thorbeckes uit
spraak „Men stelt zich gewoonlijk
meer voor dan men volbrengt" ter
dege ondervonden. Kuyper had
met vele moeilijkheden te worste
len. Er waren omstandigheden, die
ook op de wetgevende arbeid een
vertragende invloed uitoefenden. Zo
de ernstige ziekte van de Koningin,
de Russisch-Japanse oorlog, waar
van men ook gevaar voor Indië
duchtte, dan de staking van een
deel van het spoorwegpersoneel, de
Transvaalse kwestie. Telkens Weer
werd daardoor de aandacht in be
slag genomen.
Maatregelen inzake de neutrali-
teitshandhaving van Indië werden
genomen. Stakingswetten moesten
voorbereid en behandeld worden.
Kuyper heeft zich zeer ingespan
nen om aan het bloedvergieten in
Zuid-Afrika een einde te maken,
om een vrede tot stand te brengen
die voor de Zuidafrikaners perspec
tief bood.
Vergeten mag ook zeker niet wor
den, dat er ter rechterzijde nog
geen eenstemmigheid bestond over
de te voeren sociale politiek. Het
overlijden van dr. Schaepman in
1902 betekende ook voor Kuyper
een ernstig verlies, gelet op de sa
menstelling van de rooms-katholie-
ke fractie en de daarin levende
denkbeelden over sociale aangele
genheden. Zelfs in de dagen van
Talma ontbrak aan de eenheid van
opvattingen over de sociale wet
geving nog wel een en ander. Tal-
ma heeft het ook verre van gemak
kelijk gehad. Maar er was toch al
lengs meer helderheid gekomen.
Wanneer men met dit alles re
kening houdt, moet men tot de. er
kenning komen, dat Kuypers wet
gevende arbeid toch, ondanks alles,
nog een behoorlijke omvang heeft
gekregen. Vooral op onderwijsge
bied zijn maatregelen tot stand
gebracht van niet geringe beteke
nis. Wij denken daarbij in de
eerste plaats aan zijn Hoger-On-
derwijswet, waarover felle strijd
werd gevoerd. De bijzondere uni
versiteiten kregen de „effectus ci-
vilis", de technische hogeschool
te Delft kwam op hoger niveau.
Kuyper had ook voor Wageningen,
Rotterdam en Tilburg dit niveau
willen bereiken. Maar de meerder
heid wilde hier nog niet aan.
Eerst jaren daarna zou Kuyper
ook hier gelijk krijgen.
Wat het bijzonder lager onderwijs
betreft, bracht Kuyper een betere
subsidieregeling en een pensioenre
geling voor het onderwijzersperso
neel. Het Katholieke Schoolblad
van 4 november 1937 gaf deze op
somming: gelijkstelling van de mi
nima, welke voor rijkssubsidie in
aanmerking kwamen, voor openba
re en bijzondere onderwijzers, sub
sidie voor de gebouwen, de bijzon
dere onderwijzer kreeg een rechts
positieregeling. Vóór 1966 was er
voor hem geen geschreven recht,
geen opzeggingstermijn bij ontslag,
geen ziekteverlof, geen wachtgeld,
geen pensioen, geen beroepsrecht,
geen commissie van beroep. Dat
alles bracht Kuypers tot stand.
„De latere wetgevers hebben de
essentie uit de wet van 1905 slechts
op bepaalde punten c^rdinaal ge
wijzigd, maar meestal was het in
andere zaken slechts een verbre
ding van de basis. De emancipatie
van de bijzondere onderwijzer be-
begint niet met de wet van 1920,
maar met die van 1905. Toen werd
hij het diensthuis uitgeleid". Aldus
het r.k. Schoolblad.
Kuyper ontwierp een Arbeidswet
en bracht een Drankwet tot stand,
die van niet geringe betekenis is
geweest in de strijd tegen het
drankkwaad. De latere wijzigingen
waren zeker niet altijd verbeterin
gen.
Kuyper was een man, die alles
groot wilde aanpakken. Wellicht
heeft hij te' veel willen omvatten.
Met zijn Beroepswet bevorderde hij
de uitvoering van de Industriële
Ongevallenwet. De Rijksverzeke
ringsbank werd in het leven geroe
pen. Ontwerpen inzake ziekte-,
invaliditeits- en ouderdomsverzeke-
ring verlieten het departement.
Maar zij kwamen in de Kamer niet
meer vóór 1905 in behandeling.
Kuyper heeft op een tweede ter
mijn gerekend. Deze zou vooral
aan sociale wetten zijn gewijd.
Dat is echter een misrekening ge
worden. Het is een bittere teleur
stelling voor Kuyper geweest, dat
hij ziju werk niet kon voltooien.
Deze teleurstelling verklaart wel
sommige momenten in zijn latere
optreden. Ook aan deze grote theo
loog-staatsman was ten slotte niets
menselijks vreemd.
Talma en Aalberse hebben Kuy
pers werk kunnen voortzetten. Aan
Kuyper mag evenwel niet de eer
worden onthouden, dat hij een ern
stige poging heeft ondernomen om
de sociale wetgeving vooruit te
brengen.
De inhoud van zijn ontwerp moet
uiteraard naar hun datum beoor
deeld "worden. Wat in de jaren na
de eerste en de tweede wereldoor
log kon, was in de jaren 19011905
nog niet wel mogelijk. Wij hebben
een economische en sociale ontwik
keling aanschouwd, die verbazing
wekkend genoemd kan worden.
Tot onze grote voorgangers behoort
stellig dr. Kuyper. Ook de minis
ter Kuyper, al moest dan door de
omstandigheden zijn wetgevend
werk beneden de verwachting blij-
DE POSITIE VAN BERLIJN
BIJ Duyvis Sandwich Spread:
spreadmes, voor zuinig smeren
t schoon de pot leeg maken!
SANDWICH
"^EST-BERLIJN bevindt zich nog
steeds in een hachelijke positie.
Zolang de Sowjetunie niet bereid is,
mede te werken aan een akkoord,
waarin de status van dit stadsdeel
definitief wordt geregeld, zullen zich
moeilijkheden blijven voordoen en
is het gevaar niet denkbeeldig, dat
een spel van vergissingen leidt tot
een groot internationaal conflict.
De maatregelen, die de communis
tische autoriteiten in de Sowjetzone
van Duitsland ongetwijfeld met
instemming, zo niet op bevel van
hun meesters in Moskou hebben
getroffen met betrekking tot het
sluiten van de sectorgrens van Oost-
Berlijn voor Westduitsers, herinne
ren ons er weer eens aan, hoe pre
cair de situatie in Berlijn is en hoe
weinig de westelijke mogendheden
kunnen doen om paal en perk te
stellen aan het optreden van de
Oostduitse communisten.
Niet alleen de geallieerden, maar
vooral de Westduitsers hebben dus
alle reden, de sfeer in Berlijn nog
niet meer te vertroebelen, dan reeds
het geval is. West-Berlijn maakt
geen deel uit van de Westduitse
Bondsrepubliek, zo min als Oost-
Berlijn formeel tot het grondgebied
van de zgn. Duitse democratische
republiek behoort. Alleen de Grote
Vier hebben rechten in deze stad.
Wat de westelijke mogendheden be
treft: zij hebben cr geen twijfel over
laten bestaan, dat zij hun rechten in
de vroegere Duitse hoofdstad zul
len blijven verdedigen tegen provo
cerende maatregelen van de zijde
van de Sowjetunie en de Oostduitse
communisten. En dat is de voor
naamste reden, waarom Chroesj-
tsjef nog steeds geen stappen heeft
ondernomen om een eind te maken
aan de bestaande situatie.
Dit legt de Westduitsers echter be
perkingen op. Zij moeten zich er
van bewust zijn, dat zij West-Berlijn
niet mogen betrekken in acties, die
de westelijke mogendheden opnieuw
in grote moeilijkheden kunnen bren
gen. Onder deze acties valt ook het
optreden van organisaties, die de
terugkeer van voormalige Duitse ge
bieden eisen, afgezien van de vraag,
of hun optreden gerechtvaardigd is
In dit licht bezien dienen de West
duitse autoriteiten ernstig te over
wegen of het wel verstandig is, in
oktober in West-Berlijn een zitting
van de Westduitse Bondsdag te
organiseren. De mogelijkheid is niet
uitgesloten, dat de Oostduitse com
munisten opnieuw van de gelegen
heid gebruik zullen maken om ern
stige moeilijkheden te veroorzaken.
En dat moet als het enigszins kan
worden voorkomen. Er zijn wel
andere manieren, waarop de West
duitsers blijk kunnen geven van hun
vastbeslotenheid, geen afstand te
doen van West-Berlijn.